Gewijzigd voorstel voor een Besluit van de Raad tot wijziging van Besluit van de Raad 1999/733/EG houdende toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2001/0613 def. - CNS 2001/0213 */
Publicatieblad Nr. 025 E van 29/01/2002 blz. 0471 - 0471
Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Besluit van de Raad 1999/733/EG houdende toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) TOELICHTING Op 8 november 1999 besloot de Raad de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (fYRoM) aanvullende macrofinanciële bijstand toe te kennen voor een bedrag tot 80 miljoen EUR, bestaande uit een leningcomponent van 50 miljoen EUR en een giftcomponent van 30 miljoen EUR (Besluit van de Raad 1999/733/EG). De tenuitvoerlegging van deze bijstand heeft vertraging opgelopen door moeilijkheden bij het bereiken van overeenstemming over een nieuwe Stand-by Arrangement tussen de autoriteiten en het IMF, welke uiteindelijk werd bereikt in november 2000. De eerste tranche van 30 miljoen EUR werd uitgekeerd aan het einde van december 2000. Wegens de vertraagde tenuitvoerlegging van de macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap besloot de Commissie op 19 september 2001 (COM(2001) 519 def) het Parlement en de Raad voor te stellen Besluit 1999/733/EG van de Raad te wijzigen teneinde de tenuitvoerleggingsperiode te verlengen tot einde 2002. Het totale bedrag van de bijstand bleef ongewijzigd. Het Parlement heeft ingestemd met het verzoek om een dringende behandeling en zal zich op 23 oktober over deze zaak uitspreken. Sindsdien hebben onderhandelingen plaatsgevonden tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het IMF over een nieuw macro-economisch kader. Tijdens de onderhandelingen is gebleken uit voorlopige ramingen van het IMF dat er een nieuwe behoefte aan externe financiële middelen is ontstaan. In de voorlopige ramingen van de behoefte aan externe financiering is sprake van een financieringstekort van circa 76 miljoen USD in 2001 en bijna 100 miljoen USD in 2002. De nog uit te keren middelen uit hoofde van het pakket van 80 miljoen EUR zijn ontoereikend om dit land voldoende communautaire steun te bieden. Na de ondertekening van de kaderovereenkomst door de voornaamste politieke partijen in het land op 13 augustus heeft de Commissie zich bereid verklaard 30 miljoen EUR aan aanvullende bijstand te verlenen ter ondersteuning van het vredesproces, op voorwaarde dat de kaderovereenkomst naar behoren wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld door middel van de goedkeuring van bepaalde wijzigingen in de grondwet en de wet op het lokaal bestuur. Van dit bedrag kon 12 miljoen EUR worden verstrekt uit hoofde van het bijstandsprogramma CARDS en 18 miljoen EUR als aanvullende macrofinanciële bijstand in de vorm van giften. De raadpleging van het Economisch en Financieel Comité werd afgerond op 16 oktober, met een gunstig advies van het Comité. Daarom zijn, op grond van artikel 250 (2), van het Verdrag, twee wijzigingen doorgevoerd in het voorstel van de Commissie COM(2001) 519 def. (1) De voorgestelde giftcomponent van de bijstand is verhoogd van een totaal bedrag van 30 miljoen EUR naar een totaal bedrag van 48 miljoen EUR. (2) Gezien de noodzaak de bijstand in opeenvolgende tranches uit te keren, op voorwaarde dat naar behoren wordt voldaan aan de conditionaliteit, is de voorgestelde einddatum verlengd tot eind 2003. De Raad wordt verzocht zijn goedkeuring te hechten aan het voornoemde voorstel van de Commissie zoals thans gewijzigd. 2001/0213 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Besluit van de Raad 1999/733/EG houdende toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, Gezien het voorstel van de Commissie [1], [1] PB C [...], [...], blz. [...]. Gezien het advies van het Europees Parlement [2], [2] PB C [...], [...], blz. [...]. Overwegende hetgeen volgt: (1) Besluit van de Raad 1999/733/EC [3] voorziet in aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bestaande uit een leningcomponent met een hoofdsom van maximaal 50 miljoen EUR en een giftcomponent van maximaal 30 miljoen EUR; [3] PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31-32. (2) De tenuitvoerlegging van deze bijstand is vertraagd door moeilijkheden bij het bereiken van overeenstemming over een nieuwe Stand-by-Arrangement tussen de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Internationaal Monetair Fonds (IMF); (3) De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië doet inspanningen om te komen tot verdere economische stabilisering en hervorming en blijft buitenlandse financiële ondersteuning nodig houden in aanvulling op hetgeen de Internationale Financiële Instellingen kunnen bieden; (4) Het Besluit van de Raad 1999/733/EG staat geen vastlegging van middelen in de vorm van een gift toe na het jaar 2000; (5) De Commissie heeft het Economisch en Financieel Comité geraadpleegd alvorens dit voorstel in te dienen. BESLUIT: Enig artikel Besluit 1999/733/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd: 1. Artikel 1, lid 3, wordt vervangen door: "De giftcomponent van deze bijstand zal maximaal 48 miljoen EUR bedragen." 2. Er wordt een nieuw artikel 6 ingevoegd dat luidt: "Dit besluit loopt af op 31 december 2003." Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. benaming van de maatregel Aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. 2. Begrotingslijn Giftcomponent van de bijstand B7-548: macro-economische bijstand aan landen van de westelijke Balkan. Leningcomponent van de bijstand Begrotingspost B0-211, garantie van de Europese Gemeenschap voor de programma's van door de Gemeenschap opgenomen leningen voor de toekenning van financiële bijstand aan de derde landen van Midden- en Oost-Europa. 3. Rechtsgrondslag Artikel 308 van het Verdrag. 4. Omschrijving en motivering van de maatregel a) Omschrijving van de maatregel Het verstrekken van een communautaire lening (te financieren door middel van leningen die de Gemeenschap op de internationale kapitaalmarkten opneemt) tot een bedrag van maximaal 50 miljoen EUR en een gift tot een bedrag van maximaal 48 miljoen EUR (te financieren uit de algemene begroting) aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, ten einde de hervormingsinspanningen van de betrokken regeringen te ondersteunen en de sociale gevolgen van de economische verstoringen die het gevolg zijn van het conflict in Kosovo, te verzachten. Een eerste tranche van 20 miljoen EUR als gift en een lening van 10 miljoen EUR werden reeds uitgekeerd in december 2000. b) Motivering van de maatregel De levensvatbaarheid van de externe positie van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is afhankelijk van externe financiële bijstand uit officiële bronnen. 5. Indeling van de uitgaven Giftcomponent: niet-verplichte uitgaven, gesplitste kredieten. Leningcomponent: verplichte uitgaven. 6. Aard van de uitgaven Een in twee achtereenvolgende tranches uit te keren zuivere gift (financiering voor 100%). Potentiële activering van een begrotingsgarantie voor lening van de Gemeenschap met als doel financiering van de lening aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. 7. Financiële gevolgen a) Wijze van berekening De schatting van het noodzakelijk geachte bijstandsbedrag is gebaseerd op de huidige ramingen van de resterende behoefte van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan buitenlandse financiële middelen. Voor de leningcomponent van deze bijstand wordt een symbolische begrotingspost voorgesteld aangezien verwacht wordt dat geen beroep zal worden gedaan op de begrotingsgarantie, en het bedrag en het tijdstip waarop een beroep op deze begrotingslijn zal worden gedaan, hoe dan ook niet van tevoren kan worden berekend. b) Gevolgen van de maatregel voor de beleidskredieten Op de begrotingspost voor de giftcomponent van de bijstand wordt een beroep gedaan, indien wordt voldaan aan een aantal beleidsvoorwaarden waarover met de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië overeenstemming bereikt moet worden. De begrotingspost met de begrotingsgarantie voor de leningcomponent van deze bijstand zal pas worden geactiveerd indien op de garantie daadwerkelijk een beroep wordt gedaan. c) Financiering van de beleidsuitgaven (i) Subsidie - De financiering van de uitgaven valt onder B7-548. Voor de vastleggingen wordt het volgende tijdschema voorgesteld (in miljoen EUR): >RUIMTE VOOR DE TABEL> In geval van een beroep op de begrotingsgarantie: - middels een beroep op het Garantiefonds dat bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2728 van 31 oktober 1994 is ingesteld; - indien in het Garantiefonds onvoldoende middelen aanwezig zijn, kan voor aanvullende betalingen een beroep op de begroting worden gedaan door middel van overdracht: - van een eventueel in de reserve voor garanties aanwezige marge; - van eventuele laattijdig aan de begroting betaalde bedragen waarvoor een beroep op de begrotingsgarantie is gedaan (op grond van artikel 27, lid 3, van het Financieel Reglement); - van een eventuele marge die beschikbaar is binnen het maximum voor categorie 4 van de financiële vooruitzichten of door herschikking daarbinnen; - teneinde aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossingen en rentebetalingen voorlopig met eigen kasmiddelen financieren. In dat geval is artikel 12 van de Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 van toepassing. 8. Fraudebestrijdingsmaatregelen De middelen worden rechtstreeks uitgekeerd aan de Centrale Bank van het begunstigde land, nadat de diensten van de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité en in samenwerking met de diensten van het IMF en de Wereldbank, hebben vastgesteld dat het in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gevoerde macro-economische beleid bevredigend is en dat voldaan is aan de specifieke voorwaarden die aan deze bijstand zijn verbonden. 9. GEGEVENS KOSTEN-BATENANALYSE a) Motivering van de maatregel en specifieke doelstellingen De voorgestelde bijstand dient ter ondersteuning van de inspanningen van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met betrekking tot macro-economische hervormingen en vormt een aanvulling op de financiële middelen die de internationale gemeenschap in het kader van het onder toezicht van IMF-medewerkers uit te voeren programma aan dit land verstrekt. Aldus verlicht deze bijstand de externe financieringsproblemen van het land, verbetert de groeivooruitzichten en draagt bij tot het verhelpen van de economische en sociale consequenties van de conflicten in de regio. b) Evaluatie en toezicht De voorgestelde bijstand is macro-economisch van aard; het toezicht erop en de evaluatie ervan geschieden in het kader van het onder toezicht van IMF-medewerkers uit te voeren programma in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De diensten van de Commissie houden toezicht op de maatregel op basis van een betrouwbaar stelsel van indicatoren betreffende het macro-economische en structurele beleid, waarover met de autoriteiten van het begunstigde land overeenstemming moet worden bereikt. Voorts zullen de diensten van de Commissie nauwe contacten onderhouden met de diensten van het IMF en de Wereldbank en gebruik maken van de beoordelingen die door deze instanties worden opgesteld van de resultaten die in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden geboekt met de hervormingen. Het voorgestelde besluit van de Raad voorziet in een jaarlijks verslag aan het Europese Parlement en de Raad, waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze maatregel zal worden opgenomen. 10. Administratieve uitgaven De maatregel heeft een uitzonderlijk karakter en brengt geen toename van het aantal personeelsleden van de Commissie met zich mee.