|
Publicatieblad |
NL C-serie |
|
C/2025/6524 |
3.12.2025 |
Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 13/2025 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van dwanglicenties voor crisisbeheersing en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 816/2006
(C/2025/6524)
I. INLEIDING
|
1. |
Op 27 april 2023 heeft de Commissie een wetgevingspakket uitgebracht om het octrooirecht in de EU te moderniseren en verder te ontwikkelen op basis van het actieplan inzake intellectuele eigendom van de Commissie van 2020 (1). |
|
2. |
Het octrooipakket bestaat uit zes wetgevingsvoorstellen, waaronder het voorstel voor een verordening betreffende de verlening van dwanglicenties voor crisisbeheersing en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 816/2006. Dat voorstel heeft als rechtsgrond de artikelen 114 en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. |
|
3. |
Op 20 september 2023 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité advies over het voorstel uitgebracht (2). Op 28 juli 2023 heeft de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming advies uitgebracht. |
|
4. |
Op 13 maart 2024 heeft het Europees Parlement zijn standpunt in eerste lezing over het voorstel vastgesteld (3), na de goedkeuring van het verslag over het voorstel in de Commissie juridische zaken (JURI) op 13 februari 2024. Op 18 november 2024 heeft de Commissie JURI van het Europees Parlement de heer Adrián Vázquez Lázara (PPE, ES) opnieuw als rapporteur voor het voorstel aangewezen. |
|
5. |
In januari 2024, onder het Belgische voorzitterschap, is de Groep intellectuele eigendom met de inhoudelijke behandeling van het voorstel begonnen. De behandeling vond plaats in acht vergaderingen van januari tot en met mei 2024. |
|
6. |
Op 26 juni 2024 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers op basis van de bespreking van de tekst het mandaat van de Raad voor interinstitutionele onderhandelingen vastgesteld (4). |
|
7. |
De interinstitutionele onderhandelingen zijn op 10 december 2024 van start gegaan met een eerste trialoog onder het Hongaarse voorzitterschap. De tweede en de derde trialoog vonden plaats onder het Poolse voorzitterschap, respectievelijk op 26 maart en 21 mei 2025. Daarnaast werden er 21 interinstitutionele technische vergaderingen gehouden. Tijdens de derde trialoog op 21 mei 2025 bereikten de twee wetgevers een voorlopig akkoord. |
|
8. |
Op 13 juni 2025 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers de definitieve compromistekst geanalyseerd met het oog op een akkoord en vervolgens bevestigd (5). |
|
9. |
Op 24 juni 2025 heeft de Commissie JURI van het Europees Parlement het resultaat van de interinstitutionele onderhandelingen goedgekeurd. Op 30 juni 2025 heeft de voorzitter van de Commissie JURI in een brief aan de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers verklaard dat indien de Raad zijn standpunt in eerste lezing vaststelt conform het voorlopig algemeen akkoord, hij dan de plenaire vergadering van het Parlement zal adviseren het standpunt van de Raad in tweede lezing zonder amendementen goed te keuren, onder voorbehoud van bijwerking door de juristen-linguïsten. |
II. DOELSTELLING
|
10. |
Doel van de voorgestelde verordening is een Uniesysteem voor de verlening van dwanglicenties in te voeren dat de Unie weerbaarder kan maken tegen bepaalde crises met een grensoverschrijdende dimensie binnen de Unie. Wanneer er geen andere middelen, zoals vrijwillige overeenkomsten, worden gevonden of alternatieven niet adequaat zijn, zou een dwanglicentie van de Unie gemakkelijker de toegang kunnen faciliteren tot crisisrelevante producten die door intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd. |
III. ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING
|
11. |
Hieronder volgen de belangrijkste punten van het standpunt van de Raad in eerste lezing, waarover de twee wetgevers een akkoord hebben bereikt:
|
IV. CONCLUSIE
|
12. |
Het standpunt van de Raad in eerste lezing komt volledig overeen met het compromis dat het Europees Parlement en de Raad met de hulp van de Commissie tijdens de onderhandelingen hebben bereikt. |
|
13. |
De Raad is derhalve van mening dat zijn standpunt in eerste lezing een evenwichtige weergave is van het resultaat van de onderhandelingen en dat bij deze verordening zodra ze is vastgesteld, een Uniesysteem voor de verlening van dwanglicenties wordt ingevoerd dat de Unie weerbaarder zal maken tegen crises met een grensoverschrijdende dimensie binnen de Unie. |
(1) Doc. 13354/20.
(2) Doc. 13349/23.
(3) Doc. T9-0143/2024.
(4) Doc. 11613/24.
(5) Doc. 9765/25.
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/6524/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)