European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2025/4205

20.8.2025

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

De toekomst van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap na 2025 (initiatiefadvies)

(C/2025/4205)

Rapporteur:

Ioannis VARDAKASTANIS

Adviseur

Haydn HAMMERSLEY (voor de rapporteur, groep III)

Besluit van de voltallige vergadering

27.2.2025

Rechtsgrond

Artikel 52, lid 2, van het reglement van orde

Bevoegde afdeling

Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap

Goedkeuring door de afdeling

22.5.2025

Goedkeuring door de voltallige vergadering

18.6.2025

Zitting nr.

597

Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen)

117/1/0

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Nu de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030 zich in de tweede helft van de uitvoeringsperiode bevindt en alle tot nu toe geplande acties en vlaggenschipinitiatieven zijn afgerond, is het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) ingenomen met de toezegging van de Europese Commissie om nieuwe acties te ontwikkelen voor de periode 2025-2030. Het wijst ook op het belang van de recente evaluatie van de EU door het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap, waarin wordt opgeroepen om de acties voort te zetten nadat de strategie halverwege is.

1.2.

Tijdens de eerste helft van de strategie werden een aantal belangrijke successen geboekt. Er waren echter ook een aantal gebieden waar meer werk nodig is en waar de acties in de periode 2021-2025 hiaten vertoonden. In dit advies geeft het EESC aan op welke acties en vlaggenschipinitiatieven de Europese Commissie zich vanaf nu tot 2030 zou moeten richten.

1.3.

Het EESC dringt er bij de Europese Commissie op aan om snel een begin te maken met het opstellen van haar actieplan voor de laatste vijf jaar van de strategie en om personen met een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen op een zinvolle manier te raadplegen.

1.4.

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om in de eerste plaats acties voor te stellen die een meer bindend karakter hebben dan de tussen 2021 en 2025 voorgestelde acties en die een direct voelbare impact hebben op personen met een handicap. In het volgende meerjarig financieel kader moeten begrotingsmiddelen worden toegewezen om deze acties te helpen uitvoeren en te zorgen voor een sterk cohesiebeleid en steun voor organisaties van personen met een handicap.

1.5.

In hoofdstuk 4 van dit advies somt het EESC acties op die erop gericht zijn:

een levensvatbaar alternatief te ontwikkelen voor de horizontale antidiscriminatierichtlijn;

voort te bouwen op de lessen van het werkgelegenheidspakket voor personen met een handicap;

de leemten op te vullen die de EU-gehandicaptenkaart laat op het gebied van vrij verkeer;

meer aandacht te besteden aan toegankelijkheid en verder te gaan dan het AccessibleEU-centrum;

vooruitgang te boeken bij de bescherming van vrouwen en meisjes met een handicap waar EU-wetgeving heeft gefaald;

de huisvestingscrisis voor personen met een handicap aan te pakken;

een gezamenlijk mechanisme op te zetten voor de wederzijdse certificering van ondersteunende technologieën in alle landen;

hardnekkige problemen aan te pakken waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd als zij in de EU reizen;

een actievere en holistischere aanpak te hanteren om de verschuiving weg van institutionele zorg te vergemakkelijken;

personen met een handicap te beschermen tegen discriminatie door artificiële intelligentie; en

het externe optreden van de EU beter af te stemmen op het interne EU-beleid inzake de eerbiediging van de rechten van personen met een handicap.

2.   Context van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030

2.1.

De EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap ging in 2021 van start. De looptijd is tien jaar en eindigt in 2030.

2.2.

Toen de Commissie de strategie in 2021 lanceerde, stelde zij 64 acties voor, waaronder zeven vlaggenschipinitiatieven, die eind 2024 dienden te worden afgerond. Nu, halverwege de strategie, moeten nieuwe vlaggenschipinitiatieven en acties worden ontwikkeld.

2.3.

De nieuwe Commissie heeft bevestigd dat zij voornemens is de strategie voort te zetten en te actualiseren met een reeks nieuwe initiatieven.

2.4.

Op 21 maart 2025 heeft het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap (CRPD-comité), dat partij is bij het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, zijn Concluding observations on the combined second and third periodic reports of the European Union gepubliceerd. In punt 13 van dit document met slotopmerkingen wordt de EU aanbevolen een proces op te zetten om nieuwe specifieke acties, maatregelen en tijdschema’s vast te stellen voor de uitvoering van de strategie inzake de rechten van personen met een handicap voor de periode 2025-2030.

2.5.

Het EESC speelde een belangrijke rol bij het beïnvloeden van de inhoud van de eerste helft van de strategie. In 2019 bracht het EESC een initiatiefadvies (1) uit. Er was een duidelijke overlapping tussen de aanbevelingen van het EESC en de acties in de uiteindelijke strategie.

2.6.

De situatie waarin de nieuwe acties zullen worden uitgevoerd, is volledig veranderd ten opzichte van de eerste helft van de strategie. De strategie werd geïnitieerd tijdens de COVID-19-pandemie. Nu Europa zich haast om de financiering van defensie te versterken en de financiële zorgen als gevolg van de door de Amerikaanse regering opgelegde handelstarieven aan te pakken, dreigt de EU-steun voor gemarginaliseerde groepen echter op een zijspoor te worden gezet en onterecht als minder dringend te worden behandeld.

2.7.

Op 23 mei 2024 zijn meer dan 700 afgevaardigden met een handicap uit heel Europa bijeengekomen op het 5e Europees Parlement voor personen met een handicap, waar ze een manifest over de Europese verkiezingen van 2024 en de toekomstige mandaten van de Europese Commissie en het Europees Parlement hebben goedgekeurd (2). De punten uit het manifest zijn gebruikt als leidraad voor dit EESC-advies. Het EESC benadrukt dat het overleg met personen met een handicap en hun vertegenwoordigende organisaties bij de ontwikkeling van acties in het kader van de strategie moet worden voortgezet en verbeterd.

3.   Evaluatie van de strategie door het EESC tot nu toe

3.1.

Het EESC is ingenomen met de consciëntieuze en consultatieve aanpak van de Europese Commissie bij het uitwerken van haar vlaggenschipinitiatieven en acties voor de eerste helft van de strategie. Het monitoringkader (3) heeft ervoor gezorgd dat de status van de acties en hun verband met de eindresultaten transparant zijn.

3.2.

Het EESC is ingenomen met de kwaliteit van de resultaten van de acties in het kader van de strategie en met de mate waarin de inbreng van personen met een handicap en hun vertegenwoordigende organen hierin tot uiting komt.

3.3.

Er zijn verschillende bijzonder positieve punten, zoals de overeenstemming over de Europese gehandicaptenkaart en parkeerkaart (4), de EU-richtsnoeren voor zelfstandig wonen en inclusie in de gemeenschap (5), en de oprichting/ontwikkeling van het AccessibleEU-centrum (6).

3.4.

Het EESC wijst erop dat in sommige gevallen de kwaliteit van het geleverde werk werd ondermijnd door een gebrek aan bindende maatregelen, hetgeen het risico met zich meebracht dat personen met een handicap de voordelen ervan niet rechtstreeks zouden ondervinden. Dit is het geval voor het werkgelegenheidspakket voor personen met een handicap (7), dat zeer waardevolle maar volledig facultatieve informatie en richtsnoeren voor werkgevers en nationale overheden bevatte. De EU-richtsnoeren voor zelfstandig wonen en inclusie in de gemeenschap bevatten ook duidelijke instructies voor het gebruik van EU-fondsen voor sociale inclusie, maar omdat deze geen rechtsgrondslag hebben, hoeven nationale beheersautoriteiten zich er niet aan te houden.

3.5.

Andere initiatieven voldeden niet aan de eisen van het EESC. Het AccessibleEU-centrum is een uitgeholde versie van het volwaardige EU-toegankelijkheidsagentschap dat het EESC had aanbevolen. In de EU-richtlijn inzake bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld is geen aandacht besteed aan gedwongen sterilisatie waar vrouwen en meisjes met een handicap in een aantal lidstaten mee te maken hebben.

3.6.

Het EESC stelt ook vast dat de Commissie geen vooruitgang heeft kunnen boeken bij het bevorderen van een overeenkomst over de horizontale antidiscriminatierichtlijn. Het EESC betreurt dat de Commissie heeft besloten de voorgestelde richtlijn uit haar werkprogramma voor 2025 te schrappen.

4.   Prioriteiten voor de tweede helft van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap

4.1.

Met nog vijf jaar te gaan wijst het EESC erop dat de Commissie ambitieus en proactief moet blijven bij het voorstellen en uitvoeren van nieuwe vlaggenschipinitiatieven en acties voor de strategie. Bij het opmaken van de balans van wat er sinds 2021 is gedaan, zouden deze nieuwe acties moeten voortbouwen op wat er tijdens de eerste helft van de lopende strategie en de strategie 2010-2020 is bereikt. Bovendien zouden ze eventuele lacunes en tekortkomingen moeten wegwerken.

4.2.

Ontwikkelen van een levensvatbaar alternatief voor de horizontale antidiscriminatierichtlijn: Gezien het besluit van de Commissie om de cruciale Richtlijn 2008/0140 te laten vallen, wijst het EESC erop dat er dringend een nieuw voorstel moet komen dat de rechten van personen met een handicap en andere gemarginaliseerde groepen waarborgt. Dit wordt ondersteund door punt 19A van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.3.

Voortbouwen op de lessen van het werkgelegenheidspakket voor personen met een handicap: Het EESC roept de Commissie op om de resultaten van het werkgelegenheidspakket om te zetten in een praktisch initiatief dat rechtstreeks van invloed zal zijn op de werkgelegenheid van personen met een handicap op de open arbeidsmarkt. Het EESC is voorstander van de invoering van een werkgelegenheids- en vaardigheidsgarantie voor personen met een handicap, die op dezelfde manier zou functioneren als de jongerengarantie (8). Deze zou gebruikmaken van het Europees Sociaal Fonds om zowel personen met een handicap van alle leeftijden te ondersteunen bij hun intrede op de arbeidsmarkt, bij het volgen van een opleiding of bij een leven lang leren, als werkgevers en onderwijsinstellingen die hen verwelkomen en ondersteunen door zich aan te passen aan hun behoeften. Dit moet gepaard gaan met meer EU-steun voor hoogwaardig inclusief onderwijs dat de persoonlijke ontwikkeling en de vaardigheden die nodig zijn voor de open arbeidsmarkt bevordert.

4.4.

Opvullen van de leemten die de EU-gehandicaptenkaart laat op het gebied van vrij verkeer: Het EESC verzoekt de Commissie om haar toezegging in de definitieve overeenkomst over de EU-gehandicaptenkaart na te komen door de belemmeringen voor het vrije verkeer van personen met een handicap in de EU te blijven aanpakken. Het merkt op dat de punten 47A en 47B van de slotopmerkingen van het CRPD-comité betekenen dat de Commissie moet worden verzocht de mogelijkheid van een richtlijn inzake het vrije verkeer van personen met een handicap te onderzoeken. Deze richtlijn zou moeten voorzien in een gedeelde verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de financiering van ondersteunende diensten en invaliditeitsuitkeringen voor personen met een handicap die naar een nieuwe lidstaat verhuizen, totdat zij hun beoordeling van hun handicap in hun nieuwe woonland hebben ontvangen.

4.5.

Meer aandacht besteden aan toegankelijkheid en verder gaan dan het AccessibleEU-centrum: Om de ambitie waar te maken waartoe het in zijn advies (9) opriep, dringt het EESC opnieuw aan op een volwaardig Europees regelgevend agentschap voor toegankelijkheid. Dit agentschap zou een krachtiger mandaat moeten hebben dan het AccessibleEU-centrum. Het zou doeltreffend moeten toezien op de uitvoering van de EU-toegankelijkheidswetgeving en de Commissie moeten sturen bij het vaststellen van prioriteiten voor toekomstige wetgeving en initiatieven.

4.6.

Vooruitgang boeken bij de bescherming van vrouwen en meisjes met een handicap waar EU-wetgeving heeft gefaald: Het EESC wijst erop dat in de richtlijn inzake bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld gedwongen sterilisatie niet als een strafbaar feit wordt beschouwd. De strategie moet een krachtig standpunt innemen ten aanzien van deze kwestie, zonder uitzondering op grond van handicap of handelingsbekwaamheid. Deze maatregelen moeten actie op het niveau van de EU en de lidstaten afdwingen om gedwongen sterilisatie te voorkomen. Ook moeten ze gelijke toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, gerechtigheid en schadeloosstelling voor slachtoffers waarborgen en alle EU-lidstaten aanmoedigen om het Verdrag van Istanbul te ratificeren. De EU-instellingen zouden op EU-niveau een campagne tegen gedwongen sterilisatie kunnen voeren. Deze acties worden ondersteund door de punten 43, 44 en 45 van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.7.

Aanpassen aan de huidige prioriteiten met betrekking tot de huisvestingscrisis: Het EESC dringt er met klem op aan dat de Commissie toegankelijkheid integreert in haar werkzaamheden op het gebied van betaalbare huisvesting. Het steunt de oproep om in het volgende meerjarig financieel kader een fonds voor toegankelijke huisvesting op te richten. Dit zou de bouw van nieuwe toegankelijke woningen stimuleren, afgestemd op de behoeften van de veranderende demografie in de EU, en bestaande woningen toegankelijk maken waar dat mogelijk en gewenst is. Dit wordt ondersteund door punt 67C van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.8.

Ondersteunende technologie betaalbaar maken voor degenen die deze nodig hebben: Het EESC dringt er bij de Commissie met klem op aan wetgeving te ontwikkelen die de beschikbaarheid en betaalbaarheid van ondersteunende technologieën voor personen met een handicap op de interne markt van de EU waarborgt, en hierbij rekening te houden met de aanbevelingen uit zijn advies (10) over nieuwe technologieën en AI. De wetgeving moet een oplossing bieden voor het probleem van nationale certificeringsregelingen die personen met een handicap de toegang tot de voor hen meest geschikte ondersteunende technologie ontzeggen, en ervoor zorgen dat marktdeelnemers en gebruikers ten volle kunnen profiteren van de interne markt van de EU en van het vrije verkeer van producten en diensten. Er moet een gezamenlijk mechanisme worden opgezet voor de wederzijdse certificering van relevante ondersteunende technologieën in verschillende landen. Dit wordt ondersteund door punt 53D van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.9.

Aanpakken van de hardnekkige problemen waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd als zij in de EU reizen: Het EESC roept de EU op om eindelijk een einde te maken aan de ongemakken waarmee reizigers met een handicap in de EU maar al te vaak worden geconfronteerd. De tweede helft van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap zou moeten voorzien in een grondige herziening van de Verordening betreffende de rechten van luchtvaartpassagiers (11) en de Verordening betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem voor gehandicapten (12). Dit wordt ondersteund door punt 51A van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.10.

Een actievere en holistischere aanpak hanteren om de overgang van institutionele zorg naar zelfstandig wonen te vergemakkelijken: Het EESC roept de Commissie op om een holistische EU-strategie te ontwikkelen voor de overgang van instellingen naar zelfstandig wonen en gemeenschapsvoorzieningen. In het kader van deze strategie zouden verbeteringen moeten worden aangebracht in de manier waarop gegevens worden verzameld over EU-burgers die in instellingen wonen, in de manier waarop EU-middelen worden gebruikt om de lidstaten bij deze overgang te ondersteunen, en in de manier waarop ondersteunend personeel wordt opgeleid om meer gepersonaliseerde ondersteuning te bieden in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Ook moet de sector van de dienstverlening aan personen met een handicap worden versterkt zodat deze mensen niet in een instelling hoeven te worden opgenomen. Het EESC is tevens van mening dat de Commissie haar nieuwe richtsnoeren voor zelfstandig wonen en integratie in de gemeenschap moet verankeren in de financieringsverordeningen voor het volgende meerjarig financieel kader, met name het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en de verordening gemeenschappelijke bepalingen. Dit wordt ondersteund door de punten 48 en 49 van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.11.

Personen met een handicap beschermen tegen discriminatie door artificiële intelligentie (AI): Het EESC wijst op de bijzondere bedreigingen die AI kan vormen voor personen met een handicap, zoals in de AI-verordening (13) wordt erkend. Op AI gebaseerde aanwervings- en arbeidsbeoordelingen kunnen discriminerend zijn als ze geen rekening houden met de specifieke moeilijkheden en de gemeenschappelijke belemmeringen op het gebied van onderwijs en arbeid waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd. In het geval van toekomstige wetgeving, die de Commissie naar verluidt al in overweging neemt (14), benadrukt het EESC dat ervoor moet worden gezorgd dat deze wetgeving heel duidelijk de risico’s op discriminatie van kandidaten en werknemers met een handicap wegneemt. Dit wordt ondersteund door punt 54 van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.12.

Het externe optreden van de EU consistenter maken op het gebied van handicaps: Het EESC is ervan overtuigd dat de Europese Commissie snel in actie moet komen om de bezuinigingen van de VS op de financiering van internationale ontwikkeling en humanitaire hulp het hoofd te bieden. Het EESC is daarom van mening dat de Commissie een actieplan voor personen met een handicap in het externe optreden van de EU moet ontwikkelen als onderdeel van de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap. Dit actieplan zou vijf belangrijke thematische gebieden moeten bestrijken: handhaving en mainstreaming van de rechten van personen met een handicap; invoering van financieringsmechanismen en duidelijke monitoring; waarborging van volledige en daadwerkelijke participatie en toegankelijkheid; ontwikkeling en uitvoering van volledig inclusieve beleidsmaatregelen en programma’s; en versterking van interne en externe samenwerking, coördinatie en partnerschap waar ook personen met een handicap bij betrokken zijn. Dit wordt ondersteund door de punten 21D, 23A en 57 van de slotopmerkingen van het CRPD-comité.

4.13.

Meer doen om de EU-instellingen toegankelijk te maken voor personen met een handicap: Het EESC benadrukt dat de Commissie en de andere EU-instellingen inclusiever moeten worden, vooral als het erom gaat van deze instellingen een plek te maken waar personen met een handicap een professionele bijdrage kunnen leveren. Er moet ook meer nadruk worden gelegd op de ondersteuning van stagiairs met een handicap die deelnemen aan de stageprogramma’s van de instellingen.

4.14.

Analyseren en beoordelen van de uitvoering van maatregelen tijdens de eerste helft van de strategie en de vorige strategie: Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om toekomstgericht te werk te gaan, maar wijst er ook op dat de uitvoering van de maatregelen die tijdens de eerste helft van de strategie en vóór 2021 zijn genomen, nauwlettend in het oog moet worden gehouden. Dit is met name van belang voor de omzetting van de EU-richtlijnen inzake de gehandicaptenkaart en de parkeerkaart, alsook voor de beoordeling van de uitvoering van de EU-toegankelijkheidswet (Richtlijn (EU) 2019/882) (15) en de richtlijn inzake webtoegankelijkheid (EU) 2016/2102 (16). Vóór 2027 moet een uitgebreide beoordeling worden uitgevoerd om de Commissie te laten weten of een strategie inzake handicaps voor de periode na 2030 nodig is en welke kwesties hierin moeten worden aangepakt.

4.15.

Andere belangrijke belemmeringen voor personen met een handicap in de EU aanpakken: Dit omvat het ondernemen van stappen om ervoor te zorgen dat personen met een handicap hun stemrecht kunnen uitoefenen en dat de EU-verkiezingen van 2028 geen belemmeringen kennen; aandacht voor geestelijke gezondheid en verminderen van het stigma dat hiermee samenhangt; het aanpakken van de vertegenwoordiging/perceptie van personen met een handicap in de media; het ondernemen van actie tegen haatzaaiende uitlatingen en onlinegeweld waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd; en het waarborgen van de veiligheid en beveiliging van personen met een handicap.

4.16.

Zorgen voor een solide budget voor cohesie: Het EESC wijst erop dat de verwezenlijking van deze vlaggenschipinitiatieven en acties en de naleving van de verbintenis van de EU ten aanzien van het CRPD afhankelijk zijn van een solide en ambitieuze financiering van het cohesiebeleid in het volgende meerjarig financieel kader.

Brussel, 18 juni 2025.

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Oliver RÖPKE


(1)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de vormgeving van de EU-agenda voor de rechten van gehandicapten 2020-2030: een bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité (initiatiefadvies) ( PB C 97 van 24.3.2020, blz. 41).

(2)   https://www.edf-feph.org/publications/eppd-manifesto-2023/.

(3)   Monitoringkader.

(4)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van de Europese gehandicaptenkaart en de Europese parkeerkaart voor mensen met een handicap (COM(2023) 512 final — 2023/0311 (COD)) (PB C, C/2024/1595, 5.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/1595/oj).

(5)   EU-richtsnoeren voor zelfstandig wonen en inclusie in de gemeenschap.

(6)   AccessibleEU-centrum.

(7)   Werkgelegenheidspakket voor personen met een handicap.

(8)   Versterkte jongerengarantie.

(9)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de vormgeving van de EU-agenda voor de rechten van gehandicapten 2020-2030: een bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité (initiatiefadvies) ( PB C 97 van 24.3.2020, blz. 41).

(10)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité — De inclusie van personen met een handicap tegen de achtergrond van de ontwikkeling van nieuwe technologieën en AI — mogelijkheden, uitdagingen, risico’s en kansen (verkennend advies op verzoek van het Poolse voorzitterschap) (PB C, C/2025/2959, 16.6.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/2959/oj).

(11)  Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (Voor de EER relevante tekst) (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1107/oj).

(12)  Verordening (EU) nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit Voor de EER relevante tekst (PB L 356 van 12.12.2014, blz. 110, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/1300/oj).

(13)   https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/policies/regulatory-framework-ai.

(14)   EU Commission mulls rules on algorithmic management in workplace for next mandate — Euractiv.

(15)  Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Voor de EER relevante tekst) ( PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).

(16)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (Voor de EER relevante tekst) ( PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/4205/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)