European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2025/1971

11.4.2025

P10_TA(2024)0075

Aanbeveling aan de Raad over de EU-prioriteiten voor de 69e zitting van de VN-Commissie voor de Status van de Vrouw

Aanbeveling van het Europees Parlement van 19 december 2024 aan de Raad over de EU-prioriteiten voor de 69e zitting van de VN-Commissie voor de Status van de Vrouw (2024/2057(INI))

(C/2025/1971)

Europees Parlement,

gezien de VN-verklaring van 15 september 1995 (verklaring en actieprogramma van Peking) en de resultaten van de toetsingsconferenties ervan,

gezien het VN-Verdrag van 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen,

gezien de artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

gezien de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN en het beginsel dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten, en gezien met name duurzameontwikkelingsdoelstelling (SDG) 5 van de VN, die gericht is op het bereiken van gendergelijkheid,

gezien het rapport van de secretaris-generaal van de VN van 13 december 2019 aan de VN-Commissie voor de Status van de Vrouw (CSW), getiteld “Review and appraisal of the implementation of the Beijing Declaration and Platform for Action and the outcomes of the twenty-third special session of the General Assembly”,

gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid van 25 november 2020 getiteld “EU-genderactieplan (GAP) III – Een ambitieuze agenda inzake gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen in het externe optreden van de EU 2021-2025” (JOIN(2020)0017), en het bijbehorende gezamenlijke werkdocument van 25 november 2020 getiteld “Objectives and Indicators to frame the implementation of the Gender Action Plan III (2021-25)” (SWD(2020)0284),

gezien de EU-strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 van 5 maart 2020,

gezien zijn resolutie van 10 maart 2022 over het EU-genderactieplan III (1),

gezien het onderzoek uit 2024 van het Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen betreffende Polen dat overeenkomstig artikel 8 van het Facultatief Protocol bij het Verdrag is uitgevoerd,

gezien zijn resolutie van 11 februari 2021 over de uitdagingen met betrekking tot vrouwenrechten in Europa: meer dan 25 jaar na de verklaring en het actieprogramma van Peking (2),

gezien de briefing getiteld “Accelerating progress on Sustainable Development Goal 5 (SDG 5): Achieving gender equality and empowering women and girls”, gepubliceerd door zijn directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten op 18 september 2024,

gezien het verslag van UN Women en het departement Economische en Sociale Zaken van de VN van september 2024 getiteld “Progress on the Sustainable Development Goals: The Gender Snapshot 2024”,

gezien zijn resolutie van 22 november 2023 over ontwerpen van het Europees Parlement tot herziening van de Verdragen (3),

gezien zijn resolutie van 11 april 2024 over de opname van het recht op abortus in het EU-Handvest van de grondrechten (4),

gezien artikel 121 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrouwenrechten en gendergelijkheid (A10-0030/2024),

A.

overwegende dat de gelijkheid van vrouwen en mannen een fundamenteel en universeel beginsel van de EU is en dat het externe optreden van de EU door dit beginsel moet worden geleid, zodat de EU op dit gebied koploper en een voorbeeld blijft en verdere stappen neemt om zijn beloften op het gebied van gendergelijkheid na te komen;

B.

overwegende dat mensenrechten van vrouwen en meisjes en gendergelijkheid niet alleen fundamentele mensenrechten zijn, maar ook voorwaarden zijn voor de bevordering van ontwikkeling en onderwijs en het terugdringen van armoede, en een noodzakelijke basis vormen voor een vreedzame, welvarende en duurzame wereld;

C.

overwegende dat 189 overheden in de wereld, waaronder de EU en haar lidstaten, zich er tijdens de vierde Wereldvrouwenconferentie in Peking in 1995 toe hebben verbonden toe te werken naar gendergelijkheid en versterking van de positie van alle vrouwen en meisjes;

D.

overwegende dat de verklaring en het actieprogramma van Peking de meest alomvattende wereldwijde agenda vormen voor de bevordering van gendergelijkheid en worden beschouwd als het internationale “handvest” voor vrouwen, waarin wordt bepaald dat vrouwenrechten mensenrechten zijn en een visie wordt geformuleerd van gelijke rechten, vrijheid en kansen voor alle vrouwen in de wereld, een visie die in 2015 opnieuw werd bevestigd met doelstelling 5, “Gendergelijkheid en empowerment voor alle vrouwen en meisjes bereiken”, van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN, door streefdoelen en concrete maatregelen vast te stellen met betrekking tot een reeks kwesties die relevant zijn voor vrouwen en meisjes;

E.

overwegende dat de Algemene Vergadering van de VN in 2017 overeenstemming heeft bereikt over een mondiaal kader van indicatoren om de gegevensverzameling te standaardiseren, hetgeen een essentieel element is voor de vergelijkbaarheid van gegevens;

F.

overwegende dat slechts zes jaar vóór de termijn van 2030 voor de SDG’s van de VN, geen enkele indicator in het kader van doelstelling 5 volledig is verwezenlijkt; overwegende dat de VN er vanuit gaat dat krachtige maatregelen nodig zijn om sneller vooruitgang te boeken en te voorkomen dat het 286 jaar moet duren om lacunes in de rechtsbescherming te dichten en discriminerende wetgeving voor vrouwen af te schaffen;

G.

overwegende dat gendergelijkheid een horizontaal beginsel is dat in alle SDG’s moet worden geïntegreerd;

H.

overwegende dat in een VN-studie uit 2024 (5) over de evaluatie van SDG 5 wordt benadrukt dat er nog steeds sociale normen bestaan die gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en meisjes legitimeren, zonder dat de daders afdoende worden gestraft, de toegang tot gezondheidsdiensten, onder meer voor seksuele en reproductieve gezondheid, beperken, onbetaalde zorg en huishoudelijk werk uitsluitend aan vrouwen toewijzen en de leiderschapsmogelijkheden beperken; overwegende dat vrouwen en meisjes nog steeds kunnen worden gediscrimineerd door reproductieve geslachtsselectie (6);

I.

overwegende dat de Algemene Vergadering van de VN alarm heeft geslagen over het actieve verzet tegen resultaten en vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid en de toenemende internationale achteruitgang op het gebied van vrouwenrechten; overwegende dat seksueel en gendergerelateerd geweld alsook antirechtenbewegingen dagelijks een bedreiging vormen voor de grondrechten van vrouwen en meisjes; overwegende dat het duidelijk en dringend noodzakelijk is de gendergelijkheid en de mensenrechten van vrouwen en meisjes opnieuw te bevestigen, te waarborgen en te ontwikkelen (7);

J.

overwegende dat sportwedstrijden tussen vrouwen een viering van sportieve waarden moeten zijn; overwegende dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan om de eerlijkheid van deze competities te waarborgen, de gezondheid van vrouwelijke sporters te beschermen en fysiek en psychologisch geweld tegen hen te voorkomen;

K.

overwegende dat het goedgekeurde document van de Summit of the Future een specifieke actie omvat voor het bereiken van gendergelijkheid en de empowerment van alle vrouwen en meisjes als een cruciale bijdrage aan de vooruitgang (8);

L.

overwegende dat de rebellen die een einde hebben gemaakt aan het regime in Syrië worden gedomineerd door de beweging Hayat Tahrir al-Sham; overwegende dat dit een islamistische groepering is die door de EU en de VN als terroristische organisatie is aangemerkt; overwegende dat deze situatie aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de veiligheid van vrouwen en meisjes in het gebied;

M.

overwegende dat het VN-Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen in een onderzoek naar de Poolse abortuswetgeving tot de conclusie is gekomen dat het strafbaar stellen en beperken van abortus vrouwen discrimineert;

1.

beveelt de Raad aan:

a)

opnieuw zijn volledige en niet aflatende inzet te bevestigen voor de verklaring en het actieprogramma van Peking en de hierin genoemde reeks maatregelen voor mensenrechten vrouwen in al hun diversiteit en gendergelijkheid; zijn inzet te bevestigen voor de mensenrechten van vrouwen, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, door gendermainstreaming te integreren in alle relevante beleidsterreinen en -cycli, specifieke en gerichte maatregelen uit te voeren om de mensenrechten van vrouwen en gendergelijkheid te bevorderen en ervoor te zorgen dat naar behoren rekening wordt gehouden met genderbudgettering;

b)

zijn diepste verzet te uiten tegen het feit dat Saudi-Arabië dit jaar voorzitter is van de jaarlijkse bijeenkomst van de CSW en elke vorm van politieke instrumentalisering te veroordelen, aangezien de eigen staat van dienst van het land op het gebied van vrouwenrechten rampzalig is en veel van zijn beleidsmaatregelen in strijd zijn met het eigen mandaat en de eigen doelstellingen van de CSW; de systemische discriminatie van vrouwen en de vervolging van vrouwenrechtenactivisten in Saudi-Arabië aan de orde te stellen;

c)

ervoor te zorgen dat gendergelijkheid en de rechten van vrouwen en meisjes volledig en met trots ten uitvoer worden gelegd als kernelement van het externe optreden van de EU door middel van een adequaat gefinancierde, genderresponsieve, inclusieve en intersectionele benadering, rekening houdend met gemarginaliseerde vrouwen en vrouwen in kwetsbare situaties, met name aangezien de financiering van antigenderbewegingen wereldwijd toeneemt (9);

d)

de volledige betrokkenheid van het Parlement en zijn Commissie vrouwenrechten en gendergelijkheid te waarborgen bij het besluitvormingsproces met betrekking tot het standpunt van de Unie tijdens de 69e zitting van de VN-Commissie voor de Status van de Vrouw (10-25 maart 2025); ervoor te zorgen dat het Parlement vóór de onderhandelingen over adequate, regelmatige en tijdige informatie en toegang tot het standpuntdocument van de EU beschikt; ervoor te zorgen dat het standpunt van het Parlement tijdig aan het onderhandelingsteam van de EU wordt meegedeeld; de interinstitutionele samenwerking en het informeel overleg verder te verbeteren, ook voorafgaand aan en tijdens de onderhandelingen, zodat de prioriteiten van het Parlement naar behoren in aanmerking worden genomen;

e)

een jaarlijkse evaluatie uit te voeren van de vooruitgang en tegenslagen die zich hebben voorgedaan bij de uitvoering van de verklaring en het actieprogramma van Peking;

f)

zijn krachtige steun toe te zeggen aan het werk van UN Women, dat een centrale rol speelt in het VN-systeem voor het bevorderen van vrouwenrechten, en zich ertoe te verbinden de financiering ervan alsook meer financiering voor gendergelijkheid te waarborgen;

g)

een nieuwe impuls te geven aan de inspanningen van de EU om de resterende hindernissen te overwinnen en de volledige uitvoering van de verklaring en het actieplatform van Beijing te versnellen, aangezien dit een universeel document is en de EU-lidstaten nog lang niet alle doelstellingen hebben verwezenlijkt; ervoor te zorgen dat de EU het goede voorbeeld geeft door krachtige beleidsmaatregelen te nemen en daar voldoende financiering voor vrij te maken, om genderongelijkheid in al haar uitingen te voorkomen, aan te pakken en te bestrijden, en om in alle EU-landen vrouwen in al hun diversiteit mondiger te maken en de naleving van hun rechten te waarborgen;

h)

te herhalen dat de EU een belangrijke rol moet spelen bij de totstandbrenging van een wereld met gelijke kansen voor vrouwen en mannen door het goede voorbeeld te geven en partnerlanden te ondersteunen bij het aanpakken van alle soorten directe en indirecte discriminatie en gendergebaseerd geweld; te herinneren aan het belang van het Verdrag van Istanbul, er bij de resterende vijf lidstaten die het Verdrag van Istanbul nog niet hebben geratificeerd en uitgevoerd op aan te dringen dit zo spoedig mogelijk te doen, en ook andere landen op te roepen vooruitgang te boeken met de ondertekening en ratificatie van het Verdrag;

i)

aan te dringen op toegang tot en gelijke kansen voor iedereen in alle facetten van het leven, zodat vrouwen in al hun diversiteit hun potentieel kunnen benutten, met name op het gebied van politieke, economische, financiële, academische, gezondheidsgerelateerde, culturele en sportgerelateerde besluitvorming, hetgeen ook essentieel is voor goed bestuur en beleidsvorming; initiatieven aan te moedigen die vrouwelijke politieke leiding en participatie bevorderen, waarmee democratische praktijken worden versterkt en toekomstige generaties vrouwen worden geïnspireerd;

j)

in dit verband bezwaar te maken tegen alle vormen van gendergerelateerd geweld, zowel online als offline, alsmede geweld tegen vrouwen die actief zijn of willen worden in de politiek, dat negatieve stereotypen over vrouwen in stand houdt en het onzichtbaar maken van vrouwen versterkt en vrouwen van alle leeftijden ontmoedigt om de politiek en de publieke ruimte te betreden;

k)

maatregelen aan te moedigen die de participatie van vrouwen en het genderevenwicht in alle sectoren met een grote impact, met inbegrip van STEM, bevorderen; te benadrukken hoe belangrijk het is genderstereotypen, -attitudes en -vooroordelen in al hun dimensies te bestrijden, via alle soorten media, met inbegrip van sociale media, en programma’s te bevorderen, onder meer via publiek-private partnerschappen, om discriminatie van vrouwen in de politiek en in openbare functies tegen te gaan;

l)

te benadrukken dat zwakke politieke sturing, gebrek aan inzet, gegevenslacunes, onvoldoende gerichte investeringen, haatzaaiende uitlatingen en haatcampagnes, gebrek aan toegang tot relevante vaardigheden en kennis, gebrek aan economische kansen en onderwijs, gendergerelateerde discriminatie op de werkplek, met inbegrip van discriminatie van moeders of aanstaande moeders, gebrek aan economische autonomie en ongelijke omstandigheden op de arbeidsmarkt, en de opkomst van antirechtenbewegingen zijn aangemerkt als belemmeringen en bedreigingen voor de rechten van vrouwen; daarom is het noodzakelijk om meer vrouwen aan te moedigen om deel te nemen aan politiek en leiderschap, om de investeringen in diensten zoals onderwijs en gezondheid te verhogen die gericht zijn op gendergelijkheid, en om alomvattende op rechten gebaseerde en genderresponsieve onderwijs-, opleidings- en beleidshervormingen door te voeren om deze systemische structurele belemmeringen uit de weg te ruimen en een echt gelijke samenleving tot stand te brengen, waarvoor de inzet en betrokkenheid van mannen en jongens essentieel is;

m)

gendermainstreaming en genderbudgettering consequenter toe te passen op alle relevante beleidsterreinen van de EU, met inbegrip van extern optreden, en in dit verband het goede voorbeeld te geven door zich ertoe te verbinden dat het volgende MFK 2027 specifieke doelstellingen op het gebied van gendergelijkheid en genderbudgetteringsmethoden zal omvatten om alle gendergerelateerde investeringen te kunnen verhogen en monitoren;

n)

zich in te zetten voor voortdurende evaluatie en proactieve corrigerende maatregelen in het interne en externe beleid van de EU met betrekking tot gendergelijkheid, -mainstreaming en -budgettering;

o)

het belang van de agenda voor vrouwen, vrede en veiligheid en de 25e verjaardag van de historische resolutie ervan te verdedigen en in herinnering te brengen, om het EU-actieplan inzake vrouwen, vrede en veiligheid te vernieuwen en eventuele afstoting van deze agenda internationaal krachtig te bestrijden;

p)

de Commissie te verzoeken concrete en goed gefinancierde plannen en maatregelen verder te ontwikkelen en door te voeren om de SDG’s van de VN, met name die welke verband houden met gendergelijkheid, waarbij gelijkheid in het onderwijs wordt bevorderd, aan te pakken;

q)

een voortrekkersrol te spelen in de wereldwijde strijd tegen de achteruitgang op het gebied van gendergelijkheid en vrouwenrechten, vooral veroorzaakt door steeds invloedrijkere antirechtenbewegingen, door het veroordelen van alle pogingen om bestaande bescherming voor gendergelijkheid, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten, terug te draaien, te beperken of af te schaffen, alsook van alle vormen van bedreigingen, intimidatie en pesterijen, zowel online als offline, van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de bevordering van deze rechten; te benadrukken dat antigenderbewegingen niet alleen vrouwenrechten en gendergelijkheid bestrijden, maar samengaan met antidemocratische bewegingen; partnerschappen en allianties te bevorderen om regressieve bewegingen tegen te gaan en opnieuw te bevestigen dat de EU zich inzet voor de bescherming van gendergelijkheid als kernwaarde, onder meer door ervoor te zorgen dat vrouwenrechtenbewegingen voldoende financiering ontvangen;

r)

te benadrukken dat de rechten van groepen die te maken hebben met intersectionele vormen van discriminatie moeten worden beschermd en bevorderd, waaronder personen met een handicap, personen uit kansarme sociaaleconomische milieus, op grond van racisme gediscrimineerde personen, personen met een etnische, minderheids- of migratieachtergrond, ouderen of lhbtiq+-personen;

s)

te werken aan de bevordering van het concept van het bestrijden van intersectionele discriminatie in alle VN-organen en intersectionele genderanalyses op verschillende niveaus in de EU en haar lidstaten uit te voeren, toe te passen en te integreren;

t)

er bij de Commissie op aan te dringen te werken aan de verdere ontwikkeling en verbetering van de verzameling van naar geslacht uitgesplitste gegevens over gelijkheid met betrekking tot geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of levensbeschouwing, politieke overtuiging, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, geslachtskenmerken en genderidentiteit, alsmede naar geografisch gebied uitgesplitste gegevens, ook op regionaal niveau, om ervoor te zorgen dat deze gegevens bijdragen aan een betere en beter onderbouwde beleidsvorming, en het Europees Instituut voor gendergelijkheid zowel wat financiering als capaciteit betreft te versterken;

u)

zich in te zetten voor een buitenlands, veiligheids- en ontwikkelingsbeleid dat prioriteit geeft aan gendergelijkheid, de mensenrechten van traditioneel gemarginaliseerde groepen, zoals transpersonen, beschermt en bevordert, en rekening houdt met de stem van vrouwen en lhbtiq+-mensenrechtenverdedigers en het maatschappelijk middenveld;

v)

het EU-genderactieplan III onverwijld en volledig uit te voeren en ervoor te zorgen dat 85 % van alle nieuwe maatregelen in de externe betrekkingen uiterlijk tegen 2027 zullen bijdragen tot gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen;

w)

kennis te nemen van en uitvoering te geven aan de aanbevelingen in de resolutie van het Parlement van 10 maart 2022 over GAP III van de EU, en zo prioriteit te geven aan GAP III in elk aspect van het externe optreden van de EU door middel van een gendergerichte en intersectionele benadering, zowel wat betreft de geografische dekking en actiegebieden van GAP III als wat betreft gendermainstreaming op alle gebieden van het externe optreden, of het nu gaat om handel, ontwikkelingsbeleid, migratie, humanitaire hulp, veiligheid of sectoren zoals energie, visserij en landbouw, terwijl de samenhang tussen het interne en het externe beleid van de EU wordt verbeterd;

x)

beleid te ontwikkelen, te financieren en uit te voeren dat de feminisering van armoede tegengaat en de rol van gender als een factor in armoede vermindert, zowel binnen als, via externe actie, buiten de EU, naar behoren rekening houdend met intersectionele factoren, waaronder geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of andere overtuiging, politieke overtuiging, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, geslachtskenmerken of genderidentiteit;

y)

pleiten voor gelijke toegang tot middelen en gelijke kansen voor vrouwen in alle regio’s, om economische zelfredzaamheid te bereiken en de verwezenlijking van sociale rechtvaardigheid en een betere levenskwaliteit mogelijk te maken als resultaat van een wereldwijde visie op gendergelijkheid; de unieke uitdagingen te erkennen waarmee vrouwen in plattelands-, afgelegen en minst ontwikkelde gebieden worden geconfronteerd, waar de toegang tot middelen, gezondheidszorg, onderwijs en economische kansen beperkt kan zijn; op te roepen tot gerichte maatregelen en investeringen die inspelen op de behoeften van deze gemeenschappen, door het bevorderen van gendergelijkheid, vrouwelijk ondernemerschap en werkgelegenheidskansen of infrastructuur; te benadrukken dat het belangrijk is deze perspectieven te integreren in alle relevante externe maatregelen en ontwikkelingsstrategieën om ervoor te zorgen dat geen vrouw aan haar lot wordt overgelaten;

z)

de systemische en onderliggende oorzaken van armoede onder vrouwen aan te pakken en te monitoren, met de nadruk op vrouwen in plattelandsgebieden of geïsoleerde en achtergestelde gebieden, vrouwen en meisjes in al hun diversiteit mondiger te maken door middel van onderwijs, opleiding en levenslang leren, niet-discriminerende arbeidskansen, toegang tot gelijke beloning en pensioenen, en werkgelegenheidsprogramma’s voor vrouwen met een handicap aan te moedigen;

aa)

vrouwelijk ondernemerschap en door vrouwen geleide bedrijven te bevorderen door middel van een gunstig klimaat voor hun economische activiteiten, zoals steunprogramma’s in partnerlanden, het waarborgen van gelijke toegang tot zakelijke kansen en opleiding in ondernemersvaardigheden;

ab)

initiatieven aan te moedigen die de economische autonomie van vrouwen en het scheppen van banen in snelgroeiende sectoren versterken, initiatieven te ondersteunen die vrouwen economisch mondiger maken, met name vrouwelijke ondernemers en toonaangevende micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, stereotypen te bestrijden en aanhoudende ongelijkheden in het onderwijs te bestrijden, en de arbeidsparticipatie en ondervertegenwoordiging van vrouwen in bepaalde sectoren zoals STEM en AI aan te pakken;

ac)

te zorgen voor toegang tot sociale diensten, met inbegrip van gezinsondersteunende diensten, gelijke verdeling van onbetaalde zorg en sociale verantwoordelijkheden door middel van wetgevingsinitiatieven, inspanningen om schadelijke genderstereotypering, patriarchale attitudes en systemen te bestrijden en vrouwen te promoten als rolmodellen, en beleid voor het evenwicht tussen werk en privéleven dat toegang tot digitaal onderwijs en digitale opleidingen op het gebied van vaardigheden waarborgt om de digitale genderkloof te overbruggen; de toegang van vrouwen tot eigendom, vastgoed, adequate en betaalbare huisvesting en grond mogelijk maken door barrières weg te nemen, met aandacht voor de specifieke behoeften van vrouwen, in het bijzonder vrouwen die in armoede leven en huishoudens die door vrouwen worden geleid;

ad)

op te roepen tot verdere inspanningen, wetgeving en handhaving van de bestaande maatregelen om de rechten van vrouwelijke zorgverleners en huishoudelijk personeel te waarborgen, alsook tot de erkenning van mantelzorgers, met inbegrip van alleenstaande moeders, waarbij hun werk wordt erkend als essentieel voor het functioneren van onze samenleving; aan te dringen op ambitieuzer zorgbeleid en investeringen in zorg teneinde vooruitgang te boeken in de richting van zorgeconomieën, het vaststellen van minimumnormen en richtsnoeren voor zorg gedurende de hele levenscyclus, met een intersectioneel perspectief;

ae)

beleidsmaatregelen en programma’s op het gebied van arbeidsmigratie te ontwikkelen die genderresponsief zijn, onder meer in sterk “gefeminiseerde” en informele sectoren zoals huishoudelijk werk en zorgtaken, en die de gendergerelateerde belemmeringen voor de arbeidsparticipatie van vrouwen en de erkenning van vaardigheden aanpakken;

af)

in de EU het recht op asiel en de erkenning, bescherming, ondersteuning en integratie van vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, ongeacht de vorm, aan te moedigen;

ag)

de reactie, de middelen en het instrumentarium van de EU te versterken, zowel intern als extern, met betrekking tot online en offline gendergerelateerd geweld, waaronder huiselijk, seksueel, fysiek, psychologisch, verbaal en economisch geweld, intimidatie op het werk, alsmede geweld in conflict- en oorlogssituaties, mensenhandel, gedwongen huwelijken op jonge leeftijd en seksuele en reproductieve uitbuiting, waarbij moet worden opgemerkt dat dit ook steun moet inhouden voor de oprichting van hulpcentra voor vrouwelijke slachtoffers van geweld in niet-EU-landen, met name in achterstandsgebieden, vergelijkbaar met anti-geweldcentra, met een tweeledig doel, namelijk: bijstand te verlenen bij de erkenning van situaties van geweld en zowel wettelijke als praktische bescherming en ondersteuning te bieden aan vrouwen die besluiten geweld te melden en eraan te ontsnappen;

ah)

te pleiten voor een op instemming gebaseerde definitie van verkrachting als universele norm in alle regio’s, met als doel de wettelijke bescherming te verbeteren en ervoor te zorgen dat seksueel geweld wordt gedefinieerd door het ontbreken van instemming, in plaats van uitsluitend door het gebruik van geweld;

ai)

te wijzen op de grote impact van gendergerelateerd onlinegeweld op het persoonlijke en beroepsleven van vrouwen en meisjes en op hun geestelijke en lichamelijke gezondheid;

aj)

te benadrukken hoe belangrijk het is het internationaal humanitair recht te handhaven om de rechten van vrouwen en meisjes die met conflictsituaties te maken hebben te waarborgen; ervoor te zorgen dat in overeenkomsten met derde landen, met inbegrip van overeenkomsten in verband met grenscontrole en samenwerking met niet-EU-landen, prioriteit wordt gegeven aan de veiligheid van vrouwen en meisjes, waarbij wordt benadrukt dat de EU ervoor moet zorgen dat partnerlanden hoge mensenrechtennormen in acht nemen, met name bij het voorkomen van gendergerelateerd geweld, waaronder mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting;

ak)

bijzondere aandacht te schenken aan de situatie van Syrische vrouwen en kinderen, waaronder die van christelijke minderheden, die meer kans lopen het doelwit te worden van een islamitisch regime, zoals reeds is gebleken in verschillende landen in het Midden-Oosten, zoals Afghanistan en Irak;

al)

de preventie van gendergerelateerd geweld in de sport te bevorderen door een systeem op te zetten om dergelijk geweld binnen sportinstellingen te monitoren en te voorkomen, waarbij organisaties worden verplicht preventief beleid en preventieve maatregelen vast te stellen, naast een veilig en beschermd meldingsmechanisme;

am)

de juridische, financiële, sociale en praktische belemmeringen voor en beperkingen op de toegang tot veilige en legale abortus wereldwijd weg te nemen; krachtig te pleiten voor de verdediging van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten als grondrechten en de strijd tegen netwerken die gekant zijn tegen keuzes op deze gebieden; ervoor te zorgen dat vrouwen en meisjes in al hun diversiteit informatie en toegang hebben tot betaalbare gezondheidsdiensten, onder meer voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, in overeenstemming met internationale mensenrechten en volksgezondheidsnormen, met inbegrip van uitgebreide, op leeftijd afgestemde en wetenschappelijk correcte seksuele voorlichting en voorlichting op het gebied van relaties, toegang tot anticonceptie en noodanticonceptiemiddelen, veilige en legale abortus, respectvolle gezondheidszorg voor moeders en zorggerelateerde gezondheidsdiensten; ervoor te zorgen dat vrouwen worden beschermd tegen gedwongen zwangerschappen en op geslacht geselecteerde of gedwongen abortussen, met name in het kader van etnische zuiveringen, en dat abortus onder geen beding mag worden gepropageerd als een methode voor gezinsplanning, zoals aangegeven in de verklaring van Peking; het belang te benadrukken van toegang tot geestelijke gezondheidszorg die is toegesneden op de specifieke behoeften van vrouwen en meisjes;

an)

waardige omstandigheden die de mensenrechten eerbiedigen te bevorderen voor gedetineerde vrouwen die ook moeder zijn, met bijzondere aandacht voor de behoeften van moeders met jonge kinderen; de toegang tot gezondheidszorg, psychologische zorg en revalidatieprogramma’s te ondersteunen en daarbij te zorgen voor geschikte ruimten om de band tussen moeders en hun kinderen in stand te houden;

ao)

kennis te nemen van en uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de resolutie van het Europees Parlement van 11 april 2024 over de opname van het recht op abortus in het EU-Handvest van de grondrechten;

ap)

zich ertoe te verbinden meer inspanningen te leveren om genderkwesties aan te pakken in het kader van de groene en de energietransitie, in het besef dat de klimaatcrisis niet genderneutraal is; de intersectionele en onevenredige gevolgen van klimaatverandering voor vrouwen en meisjes te erkennen, met name in ontwikkelingslanden, alsook in de regio’s en plattelandsgebieden die het zwaarst door deze veranderingen worden getroffen; te pleiten voor de deelname van vrouwen aan besluitvormingsprocessen met betrekking tot het milieu om veerkracht en genderresponsieve strategieën op te bouwen;

aq)

te pleiten voor maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de bevordering van de rechten van vrouwen en meisjes en gendergelijkheid in alle omstandigheden, met inbegrip van handicaps, geweld, discriminatie op het werk of moederschap, en deze organisaties te versterken; te pleiten voor het bieden van veilige ruimten en toevluchtsoorden voor vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn van geweld of bedreigingen; de bescherming van mensenrechtenverdedigers en hun deelname aan de relevante fora te waarborgen;

ar)

zich in te zetten om ervoor te zorgen dat basisorganisaties en verdedigers van vrouwen- en lhbtiq+-rechten, met name kleine organisaties, worden ondersteund door de verstrekking van toereikende financiering en de opheffing van beperkingen die hun werking belemmeren; gerichte maatregelen en steun voor capaciteitsopbouw te bieden aan lokale vrouwenorganisaties om hun impact op lokaal en internationaal niveau te vergroten; actief op te treden tegen maatregelen die erop gericht zijn de ruimte voor het maatschappelijk middenveld wereldwijd te verkleinen;

as)

een Raadsformatie voor gendergelijkheid en gelijkheid in te stellen om een formeel forum te creëren voor de ministers die bevoegd zijn op het gebied van gelijkheid, teneinde samenwerking te bevorderen, beleid te coördineren en beste praktijken tussen de lidstaten uit te wisselen;

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, alsmede ter informatie aan de Commissie.


(1)   PB C 347 van 9.9.2022, blz. 150.

(2)   PB C 465 van 17.11.2021, blz. 160.

(3)   PB C, C/2024/4216, 24.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4216/oj.

(4)  Aangenomen teksten, P9_TA(2024)0286.

(5)  VN, “Are we getting there? A synthesis of UN system evaluations of SDG 5”, maart 2024, https://www.unwomen.org/en/digital-library/publications/2024/03/are-we-getting-there-a-synthesis-of-un-system-evaluations-of-sdg-5.

(6)  Office of the High Commissioner for Human Rights, UN Population Fund, UN Women, UNIFCEF, World Health Organization, “Preventing gender-biased sex selection: an interagency statement”,2011, https://www.unfpa.org/sites/default/files/resource-pdf/Preventing_gender-biased_sex_selection.pdf.

(7)  Algemene Vergadering van de VN, “Escalating backlash against gender equality and urgency of reaffirming substantive equality and the human rights of women and girls: Report of the Working Group on discrimination against women and girls”, 15 mei 2024, https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g24/073/47/pdf/g2407347.pdf.

(8)  UN, “Summit of the Future outcome documents: Pact for the Future, Global Digital Compact and Declaration on Future Generations”, September 2024, https://www.un.org/sites/un2.un.org/files/sotf-pact_for_the_future_adopted.pdf.

(9)  Datta, N., European Parliamentary Forum for Sexual and Reproductive Rights, “Tip of the Iceberg– Religious Extremist Funders against Human Rights for Sexuality and Reproductive Health in Europe 2009 – 2018” June 2021, https://www.epfweb.org/sites/default/files/2021-08/Tip%20of%20the%20Iceberg%20August%202021%20Final.pdf.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/1971/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)