European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2025/1866

7.4.2025

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 13 februari 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla m.st. Warszawy w Warszawie – Polen) – Lexitor sp. z o.o. / A. B. S.A.

(Zaak C-472/23  (1) , Lexitor)

(Prejudiciële verwijzing - Bescherming van de consument - Kredietovereenkomsten voor consumenten - Richtlijn 2008/48/EG - Artikel 10, lid 2 - Informatieplicht - Jaarlijks kostenpercentage - Wijziging van de vergoedingen en commissielonen - Artikel 23 - Nationaal sanctiestelsel - Evenredigheidsbeginsel)

(C/2025/1866)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Rejonowy dla m.st. Warszawy w Warszawie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Lexitor sp. z o.o.

Verwerende partij: A. B. S.A.

Dictum

1)

Artikel 10, lid 2, onder g), van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad

moet aldus worden uitgelegd dat

het feit dat een kredietovereenkomst een jaarlijks kostenpercentage vermeldt dat te hoog blijkt te zijn omdat bepaalde bedingen van die overeenkomst vervolgens oneerlijk in de zin van artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en bijgevolg niet-bindend voor de consument worden bevonden, op zich geen verzaking van de in die bepaling van richtlijn 2008/48 neergelegde informatieplicht oplevert.

2)

Artikel 10, lid 2, onder k), van richtlijn 2008/48

moet aldus worden uitgelegd dat

het feit dat in een kredietovereenkomst een aantal omstandigheden worden opgesomd die kunnen leiden tot een verhoging van de aan de uitvoering van de overeenkomst verbonden vergoedingen, zonder dat een normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende consument evenwel kan nagaan of deze omstandigheden zich voordoen en wat de invloed ervan op die vergoedingen is, verzaking van de in deze bepaling neergelegde informatieplicht oplevert, voor zover die vermelding de mogelijkheid van die consument om de omvang van zijn verbintenis te beoordelen, in gevaar kan brengen.

3)

Artikel 23 van richtlijn 2008/48, gelezen in het licht van overweging 47 ervan,

moet aldus worden uitgelegd dat

het zich niet verzet tegen een nationale regeling die in geval van niet-nakoming van de aan de kredietgever in artikel 10, lid 2, van die richtlijn opgelegde informatieplicht voorziet in een uniforme sanctie, die erin bestaat dat het recht van de kredietgever op rente en vergoedingen vervalt, ongeacht de individuele ernst van de niet-nakoming van deze plicht, voor zover de niet-nakoming het vermogen van de consument om te beoordelen waartoe hij zich verbindt, in gevaar kan brengen.


(1)  PB C, C/2023/498.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/1866/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)