European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/5800

7.10.2024

Beschikking van het Gerecht van 6 augustus 2024 – Deutsche Pfandbriefbank/GAR

(Zaak T-448/23)  (1)

(Economische en monetaire Unie - Bankenunie - Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen (GAM) - Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds (GAF) - Besluit van de GAR over de berekening van de vooraf te betalen bijdragen voor de bijdrageperiode 2023 - Artikel 70, lid 2, van verordening (EU) nr. 806/2014 - Kennelijk gegrond beroep - Beperking in de tijd van de werking van de beschikking)

(C/2024/5800)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Deutsche Pfandbriefbank AG (Garching, Duitsland) (vertegenwoordigers: F. Kruis en N. Bartmann, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (vertegenwoordigers: J. Kerlin, C. Flynn en T. Wittenberg, gemachtigden, bijgestaan door G. Coppo en K. Bongs, advocaten)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: J. Etienne en G. Bartram, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J. Haunold, A. Westerhof Löfflerová en J. Bauerschmidt, gemachtigden)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster nietigverklaring van besluit SRB/ES/2023/23 van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) van 2 mei 2023 over de berekening van de vooraf aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) te betalen bijdragen voor 2023, voor zover dit besluit op haar betrekking heeft.

Dictum

1)

Besluit SRB/ES/2023/23 van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) van 2 mei 2023 over de berekening van de vooraf aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) te betalen bijdragen voor 2023 wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op Deutsche Pfandbriefbank AG.

2)

De gevolgen van besluit SRB/ES/2023/23 worden ten aanzien van Deutsche Pfandbriefbank gehandhaafd totdat de GAR de maatregelen heeft genomen die nodig zijn ter uitvoering van de onderhavige beschikking, en dit binnen een redelijke termijn die niet langer mag zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop de onderhavige beschikking onherroepelijk wordt.

3)

De GAR draagt zijn eigen kosten en de kosten van Deutsche Pfandbriefbank.

4)

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten.


(1)   PB C 329 van 18.9.2023.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/5800/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)