European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/4869

12.8.2024

Beroep ingesteld op 29 juni 2024 – UniCredit/ECB

(Zaak T-324/24)

(C/2024/4869)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: UniCredit SpA (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: M. Merola, G. Lombardi, G. Rumi en L.-D. Tassinari Vittone, advocaten)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de beschikking van de Europese Centrale Bank van 22 april 2024 tot vaststelling van de prudentiële vereisten ter verdere beperking van de risico’s in verband met de activiteiten van Unicredit S.p.A. in Rusland (Prot. nr. ECB-SSM-2024-ITUNI-17) in haar geheel nietig te verklaren;

subsidiair, de bestreden beschikking gedeeltelijk nietig te verklaren met betrekking tot de volgende onderdelen van de individuele vereisten:

i. in verband met de beperkingen op leningen, die per 1 juni 2024 moeten worden ingevoerd, een verbod op nieuwe leningen en op de verlenging of uitbreiding van bestaande leningen;

ii. in verband met de beperkingen op deposito’s, die per 1 juni 2024 moeten worden ingevoerd, een verbod op de acceptatie van nieuwe termijndeposito’s en de mogelijkheid om deposito’s alleen te accepteren van Russische dochterondernemingen van financiële instellingen die gevestigd zijn in de Europese Economische Ruimte, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland of de Verenigde Staten;

iii. in verband met de beperkingen op betalingen, die per 1 september 2024 moeten worden ingevoerd, de verplichting om de betalingsactiviteiten te beperken door te eisen dat betalingsdiensten in euro, Amerikaanse dollar, Chinese yuan, Britse pond sterling, Kazachse tenge, Zwitserse frank, Japanse yen door de Russische dochterondernemingen (zoals hieronder gedefinieerd) alleen worden verleend via een zogenaamde “nested account” die door dergelijke dochterondernemingen bij de aanvrager wordt geopend en alleen als de klant op de Whitelist staat;

de ECB te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur doordat geen vooronderzoek is verricht, schending van het recht en daaruit voortvloeiende schending van wezenlijke vormvoorschriften doordat geen motivering is verstrekt.

2.

Tweede middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur door het voor de adressaat ontstane conflict van plichten en het daaruit voortvloeiende motiveringsgebrek.

3.

Derde middel: de bestreden voorschriften kunnen niet ab origine worden toegepast.

4.

Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel en van verzoeksters eigendomsrecht en vrijheid van ondernemerschap.

5.

Vijfde middel: territoriale en functionele onbevoegdheid van de auteur van de inbreukmakende handeling en schending van het recht.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4869/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)