Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 29 april 2024

betreffende een besluit op grond van artikel 17, van Verordening (EU) 2022/1925

(Zaak DMA.100047 – APPLE – IPADOS)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2024)2500 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(C/2024/4374)

Op 29 april 2024 heeft de Commissie een besluit overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2022/1925 (“de digitalemarktenverordening”) (1) vastgesteld. Overeenkomstig artikel 44 van die verordening maakt de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit bekend, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1. INLEIDING

(1)

Na de kennisgeving van Apple Inc. (“Apple”) van 3 juli 2023 overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de digitalemarktenverordening heeft de Commissie op 5 september 2023 een besluit vastgesteld waarbij Apple overeenkomstig artikel 3, lid 4, van die verordening als poortwachter is aangewezen met betrekking tot de volgende kernplatformdiensten (“CPS’en”): i) de onlinetussenhandelsdienst App Store; ii) het besturingssysteem iOS; en iii) de webbrowser Safari. Ten tijde van de kennisgeving van Apple voldeed het CPS-besturingssysteem iPadOS echter niet aan de kwantitatieve drempels van artikel 3, lid 2, punten b) en c), van de digitalemarktenverordening.

(2)

Op 5 september 2023 heeft de Commissie krachtens artikel 16, lid 1, en artikel 17, lid 1, van de digitalemarktenverordening een marktonderzoek ingesteld (Besluit C(2023) 6076) om te beoordelen of Apple overeenkomstig artikel 3, lid 8, van de verordening met betrekking tot het CPS-besturingssysteem iPadOS als poortwachter moest worden aangewezen. Op 13 december 2023 heeft de Commissie Apple in haar voorlopige bevindingen meegedeeld dat Apple overeenkomstig artikel 3, lid 8, van de digitalemarktenverordening met betrekking tot iPadOS als poortwachter moest worden aangewezen. Na inzage in het dossier heeft Apple op 17 januari 2024 geantwoord op de voorlopige bevindingen van de Commissie.

2. RECHTSKADER

(3)

In de digitalemarktenverordening zijn nauwkeurig omschreven objectieve criteria vastgesteld aan de hand waarvan grote onlineplatforms als poortwachter worden aangemerkt met betrekking tot één of meer CPS’en die zij aanbieden.

(4)

In eerste instantie moet de Commissie de verschillende diensten van een onderneming afbakenen en bepalen welke van deze diensten als CPS’en kunnen worden aangemerkt. Een relevant criterium voor het kwalificeren en afbakenen van CPS’en is het doel waarvoor de dienst door eindgebruikers en/of zakelijke gebruikers wordt gebruikt.

(5)

Vervolgens wijst de Commissie krachtens artikel 3, lid 1, van de digitalemarktenverordening een onderneming als poortwachter aan met betrekking tot zijn CPS indien die onderneming aan drie cumulatieve vereisten voldoet, namelijk indien die: a) een aanzienlijke impact heeft op de interne markt; b) een CPS aanbiedt die voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormt; en c) met betrekking tot haar activiteiten een stevig verankerde en duurzame positie inneemt of naar verwachting in de nabije toekomst een dergelijke positie zal innemen.

(6)

In artikel 3, lid 2, van de digitalemarktenverordening is een vermoeden bepaald dat aan deze vereisten is voldaan wanneer bepaalde kwantitatieve drempels worden gehaald, namelijk de omzet of de marktkapitalisatie van de onderneming en het aantal eindgebruikers en zakelijke gebruikers van een bepaalde CPS in de laatste drie boekjaren. Wanneer de onderneming echter niet aan die kwantitatieve drempels voldoet, mag zij niet worden geacht een poortwachter te zijn met betrekking tot haar CPS.

(7)

Niettegenstaande de vermoede drempels moet de Commissie, indien de onderneming met betrekking tot een bepaalde CPS aan alle vereisten van artikel 3, lid 1, van digitalemarktenverordening voldoet, die onderneming na een kwalitatieve beoordeling overeenkomstig artikel 3, lid 8, van de verordening aanwijzen. Daartoe kan de Commissie sommige of alle volgende elementen in acht nemen:

a)	de omvang van de onderneming, waaronder de omzet en marktkapitalisatie;

b)	het aantal zakelijke gebruikers dat gebruikmaakt van de CPS van de onderneming om eindgebruikers te bereiken, alsmede het aantal eindgebruikers;

c)	de netwerkeffecten en gegevensgestuurde voordelen van de onderneming;

d)	alle schaal- en breedtevoordelen waarvan de onderneming profiteert;

e)	de lock-in van zakelijke gebruikers of eindgebruikers met betrekking tot de CPS van de onderneming, onder meer via overstapkosten en gedragsbias, waardoor hun vermogen om over te stappen of te multihomen, wordt verminderd;

f)	een bedrijfsstructuur in de vorm van een conglomeraat of verticale integratie van de onderneming; of

g)	de andere structurele bedrijfs- of dienstkenmerken van de onderneming.

(8)

Krachtens artikel 17, lid 1, van de digitalemarktenverordening kan de Commissie een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een onderneming die CPS’en aanbiedt, moet worden aangewezen als poortwachter op grond van artikel 3, lid 8, van de verordening, of om de CPS’en te identificeren die in het aanwijzingsbesluit moeten worden vermeld op grond van artikel 3, lid 9, van de verordening.

3. BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE

(9)

Na de kwalitatieve beoordeling door de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 8, van de digitalemarktenverordening en op basis van het bewijsmateriaal dat zij tijdens haar marktonderzoek heeft verzameld en de informatie waarover zij beschikt, wijst de Commissie Apple aan als poortwachter met betrekking tot het CPS-besturingssysteem iPadOS.

(10)

De Commissie is tot die conclusie gekomen op basis van de volgende overwegingen.

(11)

Ten eerste is de Commissie van oordeel dat iPadOS kan worden aangemerkt als een besturingssysteem in de zin van artikel 2, punt 10, van de digitalemarktenverordening en een andere CPS vormt dan de andere door Apple verstrekte CPS-besturingssystemen.

(12)

Ten tweede is de Commissie van oordeel dat Apple een aanzienlijke impact heeft op de interne markt in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van de digitalemarktenverordening. De Commissie heeft met name vastgesteld dat Apple aan alle kwantitatieve drempels van artikel 3, lid 2, punt a), van die verordening voldoet, aangezien Apple in elk van de drie boekjaren voorafgaand aan het marktonderzoek (2020, 2021 en 2022) in de EU een omzet van ruim meer dan 7,5 miljard EUR en in 2022 een gemiddelde marktkapitalisatie van meer dan 75 miljard EUR heeft gerapporteerd.

(13)

Ten derde is de Commissie van oordeel dat iPadOS voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormt in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de digitalemarktenverordening. iPadOS heeft met name een groot aantal zakelijke en eindgebruikers, iPadOS is voor zakelijke gebruikers van commercieel belang aangezien het een toegangspoort is tot een klantenbestand met een grote bereidheid om te betalen, iPadOS heeft lock-in-effecten voor zowel eindgebruikers als zakelijke gebruikers, en Apple beschikt met betrekking tot iPadOS over netwerkeffecten en schaalvoordelen.

(14)

Ten vierde is de Commissie van oordeel dat Apple een stevig verankerde en duurzame positie inneemt ten aanzien van iPadOS in de zin van artikel 3, lid 1, punt c), van de digitalemarktenverordening. iPadOS is met name al meer dan tien jaar een van de twee toonaangevende besturingssystemen voor tablets in de EU en er wordt verwacht dat het reeds aanzienlijke aantal eindgebruikers en zakelijke gebruikers van iPadOS de komende jaren blijft groeien.

4. CONCLUSIE

(15)

Om de hierboven genoemde redenen wordt bij dit besluit het bij Besluit C(2023) 6076 ingestelde marktonderzoek van 5 september 2023 naar het CPS-besturingssysteem iPadOS van Apple afgesloten en wordt Besluit C(2023) 6100 van de Commissie van 5 september 2023 tot aanwijzing van Apple als poortwachter overeenkomstig artikel 3 van de digitalemarktenverordening gewijzigd door in artikel 2 van dat besluit het volgende punt toe te voegen: “en d) het besturingssysteem iPadOS van Apple”.

(16)

Zodoende worden de volgende CPS’en van Apple voor zakelijke gebruikers als een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers beschouwd in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de digitalemarktenverordening:

(a)	de onlinetussenhandelsdienst App Store van Apple;

(b)	het besturingssysteem iOS van Apple;

(c)	de webbrowser Safari van Apple; en

(d)	het besturingssysteem iPadOS van Apple.

(1) Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PB L 265 van 12.10.2022, blz. 1).