—

besluit C (2024) 1723 van 4 maart 2024 van het Europees Parlement nietig verklaren, waarbij een algemeen vergelijkend onderzoek wordt georganiseerd om een lijst van 90 geschikte kandidaten met de Nederlandse nationaliteit op te stellen voor aanwerving van een administrateur voor het Secretariaat-generaal van het Europees Parlement;

—

de lijst van geschikte kandidaten nietig verklaren die als gevolg van het litigieuze vergelijkend onderzoek kan worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in deel B, “Verloop van de procedure”, onderdeel 3, “Lijst van geschikte kandidaten”;

—

incidenteel, het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 21 november 2022 ongeldig verklaren overeenkomstig artikel 277 VWEU;

—

het Europees Parlement verwijzen in de kosten.

1.

Schending van artikel 9 VEU, artikel 18 VWEU en artikel 1 quinquies van het Ambtenarenstatuut. Deze bepalingen stellen als algemeen Unierechtelijk beginsel het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie bij de toegang tot openbare ambten in de Europese Unie vast. Dit beginsel wordt geschonden in de bestreden handeling door de invoering van een discriminatie op grond van nationaliteit die ontoereikend gerechtvaardigd is en onevenredig is.

2.

Schending van artikel 27, eerste alinea, van het Ambtenarenstatuut door de vacatures voor te behouden aan onderdanen van één lidstaat. De bestreden handeling bevat geen toereikende en passende rechtvaardiging. Het besluit van het Bureau van het Europees Parlement zorgt niet voor een dergelijke passende motivering, en vermeldt evenmin studies, analyses of gegevens aan de hand waarvan de rechtvaardiging, de geschiktheid of de evenredigheid van de maatregel kan worden beoordeeld.

3.

Schending van het in artikel 27 van het Ambtenarenstatuut neergelegde beginsel van verdienste voor de toegang tot openbare ambten. Evenwicht tussen de verplichting om doeltreffende maatregelen te nemen om een geografisch onevenwicht aan te pakken en de eerbiediging van het beginsel van verdienste als criterium voor de selectie van personeel in dienst van de Europese Unie.

4.

Incidentele betwisting, krachtens artikel 277 VWEU, van het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 21 november 2022, op dezelfde rechtsgronden als hierboven uiteengezet.