European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/4250

24.7.2024

P9_TA(2023)0425

Verpakkingen en verpakkingsafval

Amendementen  (*1) van het Europees Parlement aangenomen op 22 november 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakkingen en verpakkingsafval, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2019/904, en tot intrekking van Richtlijn 94/62/EG (COM(2022)0677 – C9-0400/2022 – 2022/0396(COD))  (1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(C/2024/4250)

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)

Producten moeten worden verpakt zodat zij beschermd zijn en gemakkelijk kunnen worden vervoerd van de plaats waar zij worden gemaakt naar de plaats waar zij worden gebruikt of geconsumeerd. Voor de interne markt voor producten is het essentieel dat belemmeringen op de interne markt voor verpakkingen worden voorkomen. Versnipperde regelgeving en onduidelijke eisen leiden tot extra kosten voor de marktdeelnemers.

(1)

Producten moeten op de juiste manier worden verpakt zodat zij beschermd zijn en gemakkelijk kunnen worden vervoerd van de plaats waar zij worden gemaakt naar de plaats waar zij worden gebruikt of geconsumeerd. Voor de interne markt voor producten is het essentieel dat belemmeringen op de interne markt voor verpakkingen worden voorkomen. Versnipperde regelgeving en onduidelijke eisen leiden tot onzekerheid en extra kosten voor de marktdeelnemers.

Amendement 2

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)

Daarnaast worden veel nieuwe materialen in verpakkingen gebruikt (40 % van de in de Unie gebruikte kunststoffen en 50 % van het papier is bestemd voor verpakkingen) en zorgen verpakkingen voor 36 % van het vaste stedelijk afval (30). Het feit dat veel verpakkingen worden geproduceerd en dat die productie doorlopend toeneemt, vormt, samen met het feit dat deze verpakkingen weinig worden hergebruikt en onvoldoende worden gerecycled, een grote belemmering voor de totstandkoming van een koolstofarme circulaire economie. Daarom moeten in deze verordening regels worden vastgesteld voor de gehele levenscyclus van verpakkingen, waarmee wordt bijgedragen tot een efficiënte werking van de interne markt door nationale maatregelen te harmoniseren en tegelijkertijd de negatieve effecten van verpakkingen en verpakkingsafval op het milieu en de gezondheid van de mens te voorkomen en te beperken. Door maatregelen af te stemmen op de afvalhiërarchie moet deze verordening bijdragen tot de transitie naar een circulaire economie.

(2)

Daarnaast worden veel nieuwe materialen in verpakkingen gebruikt (40 % van de in de Unie gebruikte kunststoffen en 50 % van het papier is bestemd voor verpakkingen) en zorgen verpakkingen voor 36 % van het vaste stedelijk afval (30). Het feit dat veel verpakkingen worden geproduceerd en dat die productie doorlopend toeneemt, vormt, samen met het feit dat deze verpakkingen weinig worden hergebruikt en ingezameld en onvoldoende worden gerecycled, een grote belemmering voor de totstandkoming van een koolstofarme circulaire economie. Daarom moeten in deze verordening regels worden vastgesteld voor de gehele levenscyclus van verpakkingen, waarmee wordt bijgedragen tot een efficiënte werking van de interne markt door nationale maatregelen te harmoniseren en tegelijkertijd de negatieve effecten van verpakkingen en verpakkingsafval op het milieu en de gezondheid van de mens te voorkomen en te beperken. Door maatregelen af te stemmen op de afvalhiërarchie moet deze verordening bijdragen tot de transitie naar een circulaire economie.

Amendement 3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)

Overeenkomstig de Green Deal (33) wordt in het nieuwe actieplan voor de circulaire economie (34) toegezegd de essentiële eisen voor verpakking te versterken om tegen 2030 alle verpakkingen herbruikbaar of recyclebaar te maken, en andere maatregelen te overwegen om (overtollige) verpakkingen en verpakkingsafval te verminderen, het ontwerp voor hergebruik en recyclebaarheid van verpakkingen te stimuleren, de complexiteit van verpakkingsmaterialen te verminderen en eisen in te voeren voor het gehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen. Ook moet de Commissie de haalbaarheid beoordelen van Uniebrede etikettering die de correcte scheiding van verpakkingsafval aan de bron vergemakkelijkt.

(5)

Overeenkomstig de Green Deal (33) wordt in het nieuwe actieplan voor de circulaire economie (34) toegezegd de essentiële eisen voor verpakking te versterken om tegen 2030 alle verpakkingen herbruikbaar of recyclebaar te maken, en andere maatregelen te overwegen om (overtollige) verpakkingen en verpakkingsafval te verminderen, het ontwerp voor hergebruik en recyclebaarheid van verpakkingen te stimuleren, de complexiteit van verpakkingsmaterialen te verminderen , eisen in te voeren voor het gehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen en te evalueren of eisen inzake het gehalte aan gerecycled materiaal nodig zijn voor verpakkingen van andere materialen dan kunststof . In het nieuwe actieplan staat dat voedselverspilling moet worden teruggedrongen en wordt aangedrongen op circulaire benaderingen van het gebruik van water, en staat dat de Commissie de haalbaarheid moet beoordelen van Uniebrede etikettering die de correcte scheiding van verpakkingsafval aan de bron vergemakkelijkt.

Amendement 4

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)

Deze verordening sluit aan bij de doelstellingen van ... [de voorgestelde richtlijn betreffende groene claims (2023/0085(COD))], en ... [de voorgestelde richtlijn ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie (2022/0092(COD))]. Zij beoogt duurzamere verpakkingsoplossingen te bevorderen en te ondersteunen die een bewezen alternatief vormen.

Amendement 5

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)

Een artikel dat integraal deel uitmaakt van een product en nodig is om dat product tijdens zijn levensduur te bevatten, te ondersteunen of te bewaren en waarvan alle elementen bedoeld zijn om samen gebruikt, verbruikt of verwijderd te worden, mag niet als verpakking worden beschouwd, aangezien de functie ervan intrinsiek verbonden is met het feit dat het deel uitmaakt van het product. Aangezien consumenten zakjes , pads en capsules voor koffie en thee doorgaans samen met de productresten verwijderen, waardoor de stromen van composteerbaar en recyclebaar afval verontreinigd raken, moeten die specifieke producten echter wel als verpakkingen worden behandeld. Dit is in overeenstemming met de doelstelling om de gescheiden inzameling van bioafval te bevorderen, zoals krachtens artikel 22 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (41) is vereist. Om de samenhang met de financiële en operationele verplichtingen aan het einde van de levensduur van producten te waarborgen, moeten alle zakjes, pads en capsules die nodig zijn om koffie of thee te bevatten als verpakking worden behandeld.

(11)

Een artikel dat integraal deel uitmaakt van een product en nodig is om dat product tijdens zijn levensduur te bevatten, te ondersteunen of te bewaren en waarvan alle elementen bedoeld zijn om samen gebruikt, verbruikt of verwijderd te worden, mag niet als verpakking worden beschouwd, aangezien de functie ervan intrinsiek verbonden is met het feit dat het deel uitmaakt van het product. Aangezien consumenten zakjes en “soft after-use”-systemen voor koffie en thee doorgaans samen met de productresten verwijderen, waardoor de stromen van composteerbaar en recyclebaar afval verontreinigd raken, moeten die specifieke producten echter wel als verpakkingen worden behandeld. Dit is in overeenstemming met de doelstelling om de gescheiden inzameling van bioafval te bevorderen, zoals krachtens artikel 22 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (41) is vereist. Om de samenhang met de financiële en operationele verplichtingen aan het einde van de levensduur van producten te waarborgen, moeten alle zakjes, pads en capsules die nodig zijn om koffie of thee te bevatten als verpakking worden behandeld.

Amendement 6

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)

Overeenkomstig de afvalhiërarchie van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2008/98/EG en de levenscyclusbenadering om over het geheel genomen het beste milieuresultaat op te leveren, wordt met de maatregelen van deze verordening beoogd om — zowel qua volume als qua gewicht — minder verpakkingen in de handel te brengen en de productie van verpakkingsafval te voorkomen, vooral door minimalisering van verpakkingen, het gebruik van verpakking te voorkomen waar dat niet nodig is en meer verpakkingen opnieuw te gebruiken. Daarnaast zijn de maatregelen erop gericht meer gerecycled materiaal in verpakkingen te gebruiken, vooral in kunststofverpakkingen, waarin tot dusverre erg weinig gerecycled materiaal wordt gebruikt, een groter aandeel van verpakkingen te recyclen en de kwaliteit van de daaruit voortvloeiende secundaire grondstoffen te verhogen , en tegelijkertijd andere vormen van terugwinning en definitieve verwijdering te beperken.

(12)

Overeenkomstig de afvalhiërarchie van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2008/98/EG en de levenscyclusbenadering om over het geheel genomen het beste milieuresultaat op te leveren, wordt met de maatregelen van deze verordening beoogd om — zowel qua volume als qua gewicht — minder verpakkingen in de handel te brengen en de productie van verpakkingsafval te voorkomen, vooral door minimalisering van verpakkingen, het gebruik van verpakking te voorkomen waar dat niet nodig is en meer verpakkingen opnieuw te gebruiken. Daarnaast zijn de maatregelen erop gericht meer gerecycled materiaal in verpakkingen te gebruiken, met name in kunststofverpakkingen, waarin tot dusverre erg weinig gerecycled materiaal wordt gebruikt, door hoogwaardige recyclingsystemen te versterken en zo een groter aandeel van verpakkingen te recyclen en de kwaliteit van de daaruit voortvloeiende secundaire grondstoffen te verbeteren , en tegelijkertijd andere vormen van terugwinning en definitieve verwijdering te beperken.

Amendement 7

Voorstel voor een verordening

Overweging 12 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis)

In overeenstemming met de afvalhiërarchie, waarbinnen het storten van afval als minst wenselijke optie wordt aangemerkt, moeten de maatregelen uit hoofde van de Verordening worden aangevuld met een herziening van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad (1a) om de praktijk van het storten van verpakkingsafval versneld af te schaffen.

 

Amendement 8

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)

Verpakkingen moeten zodanig worden ontworpen, geproduceerd en aangeboden dat zij kunnen worden hergebruikt of gerecycled en dat de milieueffecten gedurende de gehele levenscyclus van de verpakking en het product waarvoor de verpakking is ontworpen, tot een minimum worden beperkt.

(13)

Verpakkingen moeten zodanig worden ontworpen, geproduceerd en aangeboden dat zij zo vaak mogelijk kunnen worden hergebruikt of gerecycled en dat de milieueffecten gedurende de gehele levenscyclus van de verpakking en het product waarvoor de verpakking is ontworpen, tot een minimum worden beperkt. De Commissie moet de bevoegdheid hebben overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen middels de vaststelling van een minimumaantal omlopen voor hergebruik van verpakkingen voor specifieke verpakkingscategorieën.

Amendement 9

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 bis)

Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) vormen volgens de definities van de OESO uit 2018 een grote familie van meer dan 4 700 door de mens gemaakte chemische stoffen. Sinds de opkomst ervan in de jaren veertig worden PFAS gebruikt in een steeds breder scala van consumentenproducten en industriële toepassingen, van levensmiddelenverpakkingen en kleding tot elektronica, luchtvaart en brandblusschuim. Ze staan bekend om hun vermogen om vet en water af te stoten en om hun hoge stabiliteit en sterke weerstand tegen hoge temperaturen, die te danken zijn aan fluorkoolstofverbindingen. Deze verbindingen zijn ook verantwoordelijk voor hun extreem trage afbreekbaarheid in het milieu. De PFAS waarnaar het meeste onderzoek is gedaan, worden in verband gebracht met allerlei negatieve effecten voor de gezondheid, waaronder schildklieraandoeningen, schade aan de lever, een laag geboortegewicht, zwaarlijvigheid, diabetes, hypercholesterolemie en een verminderde reactie op routinevaccinaties, en ook met een verhoogde kans op borst-, nier- en teelbalkanker.

Amendement 10

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 ter)

Op 27 mei 2020 publiceerde Denemarken in zijn officiële staatsblad (Lovtidende A) Decreet nr. 681 van 25 mei 2020 betreffende materiaal dat in contact komt met levensmiddelen en een strafwetboek voor de schending van daarmee verband houdende EU-handelingen, op grond waarvan het gebruik van PFAS-chemicaliën in materialen en artikelen van papier en karton die in aanraking komen met levensmiddelen wordt verboden. In navolging van dit voorbeeld, met het oog op de schadelijke effecten van PFAS op de volksgezondheid en het milieu en in afwachting van het advies van het ECHA inzake een breder verbod op PFAS voor alle verpakkingen en voor andere sectoren, moeten er geen levensmiddelenverpakkingen van papier en karton die opzettelijke toegevoegde PFAS bevatten meer in de handel worden gebracht in de Unie.

Amendement 11

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 quater)

Bisfenol A (BPA) is een chemische verbinding die gebruikt wordt bij de productie van materialen die in contact komen met levensmiddelen, zoals herbruikbaar plastic tafelgerei en bekledingen van blikjes, voornamelijk als beschermingslaag. BPA-residuen kunnen naar levensmiddelen en dranken migreren en door consumenten worden ingeslikt. BPA van andere bronnen dan levensmiddelen, waaronder thermisch kopieerpapier, cosmetica en stof, kunnen via de huid en door inademing worden geabsorbeerd.

Amendement 12

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 quinquies)

In een in januari 2015 gepubliceerd wetenschappelijk advies (1a) en in het licht van de beschikbaarheid van nieuwe gegevens hebben deskundigengroepen van de EFSA aangegeven dat blootstelling aan bisfenol A waarschijnlijk negatieve gevolgen heeft voor de nieren en de lever. De bevindingen hebben de deskundigen van de EFSA ertoe gebracht het veilige niveau van BPA te reduceren van 50 microgram per kilogram lichaamsgewicht per dag (mg/kg lichaamsgewicht/dag) naar 4 mg/kg lichaamsgewicht/dag.

 

Amendement 13

Voorstel voor een verordening

Overweging 15 sexies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(15 sexies)

Gezien het gevaar naar aanleiding van de aanwezigheid van bisfenol A en het risico van migratie naar levensmiddelen moet de aanwezigheid van opzettelijke toegevoegd BPA in verpakkingen die in contact komen met levensmiddelen, worden verboden.

Amendement 14

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19)

Behalve de beperkingen voor lood, cadmium, kwik en zeswaardig chroom die reeds waren vastgesteld uit hoofde van Richtlijn 94/62/EG en moeten worden gehandhaafd in het kader van deze verordening, mag de beperking van stoffen omwille van de chemische veiligheid of de voedselveiligheid niet krachtens deze verordening mogelijk worden gemaakt, aangezien dergelijke beperkingen in het kader van andere Uniewetgeving worden aangepakt. Deze verordening moet echter voorzien in de mogelijkheid om , met name vanwege andere redenen dan de chemische of voedselveiligheid, stoffen te beperken die in verpakkingen en verpakkingsonderdelen of de productieprocessen daarvan worden gebruikt en die negatieve gevolgen hebben voor de duurzaamheid van verpakkingen, vooral wat betreft de circulariteit, en met name het hergebruik of de recycling , van die verpakkingen.

(19)

Onverminderd de beperking van PFAS en bisfenol A mag de beperking van stoffen omwille van de chemische veiligheid of de voedselveiligheid krachtens deze verordening alleen mogelijk worden gemaakt als sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid of het milieu, zoals onder meer, maar niet uitsluitend, de beperkingen voor lood, cadmium, kwik en zeswaardig chroom, waarvoor reeds beperkingen zijn vastgesteld uit hoofde van Richtlijn 94/62/EG die moeten worden gehandhaafd in het kader van deze verordening, aangezien dergelijke beperkingen in het kader van andere Uniewetgeving worden aangepakt. Deze verordening moet ook voorzien in de mogelijkheid om stoffen te beperken die in verpakkingen en verpakkingsonderdelen of de productieprocessen daarvan worden gebruikt en die negatieve gevolgen hebben voor de duurzaamheid van verpakkingen, vooral wat betreft de circulariteit, en met name hergebruik- of recyclingprocessen , van die verpakkingen.

Amendement 15

Voorstel voor een verordening

Overweging 23

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23)

Om innovatie op het gebied van verpakkingen te stimuleren, moet het toegestaan zijn dat voor verpakkingen met innovatieve kenmerken die leiden tot een aanzienlijke verbetering van de kernfunctie van verpakkingen en aantoonbare milieuvoordelen opleveren een beperkte extra periode van vijf jaar wordt geboden om aan de eisen inzake recyclebaarheid te voldoen. Die innovatieve kenmerken moeten worden toegelicht in de technische documentatie bij de verpakking.

(23)

Om innovatie op het gebied van verpakkingen te stimuleren, moet het toegestaan zijn dat voor verpakkingen met innovatieve kenmerken die leiden tot een aanzienlijke verbetering van de kernfunctie van verpakkingen en aantoonbare milieuvoordelen opleveren een beperkte extra periode van vijf jaar wordt geboden om aan de eisen inzake recyclebaarheid te voldoen. Die innovatieve kenmerken moeten worden gemotiveerd, met name op grond van het gebruik van nieuwe of innovatieve materialen, en worden toegelicht in de technische documentatie bij de verpakking.

Amendement 16

Voorstel voor een verordening

Overweging 24

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(24)

Om de gezondheid en veiligheid van mens en dier te beschermen en vanwege de aard van de verpakte producten en de daaruit voortvloeiende eisen, mogen de eisen inzake recyclebaarheid niet gelden voor primaire verpakkingen als gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (50) en artikel 4, punt 25, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad (51) die rechtstreeks met het geneesmiddel in contact staan, voor contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad (52) vallen, of voor medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad (53) vallen. Deze vrijstellingen moeten tot en met 1 januari 2035 van toepassing zijn.

(24)

Om de gezondheid en veiligheid van mens en dier te beschermen en vanwege de aard van de verpakte producten en de daaruit voortvloeiende eisen, mogen de eisen inzake recyclebaarheid niet gelden voor primaire verpakkingen als gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (50) en artikel 4, punt 25, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad (51) die rechtstreeks met het geneesmiddel in contact staan, voor contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad (52) vallen, of voor medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad (53) vallen , voor contactgevoelige kunststofverpakkingen voor levensmiddelen die zijn bedoeld voor zuigelingen en peuters en voeding voor speciale medische doeleinden die onder Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad (53a) vallen, en voor verpakkingen van benodigdheden, bestanddelen, en onmiddellijke verpakkingsonderdelen voor de vervaardiging van geneesmiddelen krachtens Richtlijn 2001/83/EG en diergeneesmiddelen krachtens Verordening (EU) 2019/6, wanneer dergelijke verpakkingen nodig zijn om te voldoen aan de kwaliteitsnormen van het geneesmiddel . Deze vrijstellingen moeten tot en met 1 januari 2035 van toepassing zijn.

 

Amendement 17

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25)

Sommige lidstaten ondernemen actie om de recyclebaarheid van verpakkingen aan te moedigen door afstemming van de vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; dergelijke initiatieven op nationaal niveau kunnen voor onzekerheid onder marktdeelnemers zorgen over de regelgeving, met name wanneer zij verpakkingen in verschillende lidstaten leveren. Tegelijkertijd is de afstemming van vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid een doeltreffend economisch instrument om een duurzamer ontwerp van verpakkingen te stimuleren, hetgeen leidt tot verpakkingen die beter te recyclen zijn en een betere werking van de interne markt. Daarom moeten de criteria voor afstemming van vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op basis van de door de beoordeling van de recyclebaarheid verkregen prestatieklasse voor recyclebaarheid worden geharmoniseerd, zonder de exacte bedragen voor die vergoedingen vast te stellen. Aangezien die criteria verband moeten houden met de criteria inzake recyclebaarheid, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om dergelijke geharmoniseerde criteria vast te stellen samen met de gedetailleerde ontwerpcriteria voor recyclebaarheid per verpakkingscategorie.

(25)

Sommige lidstaten ondernemen actie om de recyclebaarheid van verpakkingen aan te moedigen door afstemming van de vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; dergelijke initiatieven op nationaal niveau kunnen voor onzekerheid onder marktdeelnemers zorgen over de regelgeving, met name wanneer zij verpakkingen in verschillende lidstaten leveren. Tegelijkertijd is de afstemming van vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid een doeltreffend economisch instrument om een duurzamer ontwerp van verpakkingen te stimuleren, hetgeen leidt tot verpakkingen die beter te recyclen zijn en een betere werking van de interne markt. Daarom moeten de criteria voor afstemming van vergoedingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op basis van de door de beoordeling van de recyclebaarheid verkregen prestatieklasse voor recyclebaarheid worden geharmoniseerd, zonder de exacte bedragen voor die vergoedingen vast te stellen. Verder moet gewaarborgd worden dat die vergoedingen worden bestemd voor de financiering van de nettokosten van de inzameling, sortering en recycling van verpakkingen. Aangezien die criteria verband moeten houden met de criteria inzake recyclebaarheid, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om dergelijke geharmoniseerde criteria vast te stellen samen met de gedetailleerde ontwerpcriteria voor recyclebaarheid per verpakkingscategorie.

Amendement 18

Voorstel voor een verordening

Overweging 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28)

Om overeenkomstig de voorschriften van de Uniewetgeving een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens en dier te waarborgen en om risico’s voor de voorzieningszekerheid en de veiligheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen te voorkomen, moeten primaire verpakkingen als gedefinieerd in artikel 1, punt 23, van Richtlijn 2001/83/EG en artikel 4, punt 25, van Verordening (EU) 2019/6, contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen en contactgevoelige verpakkingen van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 vallen, worden vrijgesteld van de verplichting inzake een minimumgehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen. Deze vrijstelling moet ook gelden voor de buitenverpakking van geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik als gedefinieerd in artikel 1, punt 24, van Richtlijn 2001/83/EG en in artikel 4, punt 26, van Verordening (EU) 2019/6, in gevallen waarin die verpakking moet voldoen aan specifieke eisen om de kwaliteit van het geneesmiddel te behouden.

(28)

Om overeenkomstig de voorschriften van de Uniewetgeving een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens en dier te waarborgen en om risico’s voor de voorzieningszekerheid en de veiligheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen te voorkomen, moeten primaire verpakkingen als gedefinieerd in artikel 1, punt 23, van Richtlijn 2001/83/EG en artikel 4, punt 25, van Verordening (EU) 2019/6, contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen , contactgevoelige verpakkingen van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 vallen en contactgevoelige kunststofverpakkingen voor levensmiddelen die zijn bedoeld voor zuigelingen en peuters en voeding voor bijzondere medische doeleinden die onder Verordening (EU) nr. 609/2013 vallen, worden vrijgesteld van de verplichting inzake een minimumgehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen. Deze vrijstelling moet ook gelden voor de buitenverpakking van geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik als gedefinieerd in artikel 1, punt 24, van Richtlijn 2001/83/EG en in artikel 4, punt 26, van Verordening (EU) 2019/6, in gevallen waarin die verpakking moet voldoen aan specifieke eisen om de kwaliteit van het geneesmiddel te behouden. Tot slot moet die vrijstelling gelden voor inkt, kleefstoffen, verf, vernis en lak die op verpakkingen worden gebruikt, en voor elk kunststof deel dat minder dan 5 % van het totale gewicht van de volledige verpakkingseenheid uitmaakt.

Amendement 19

Voorstel voor een verordening

Overweging 28 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 bis)

Om de in deze verordening vermelde streefcijfers voor het gebruik van gerecycled materiaal te verwezenlijken, moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2025 een verslag publiceren met een beoordeling van de mogelijkheid om streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde grondstoffen voor plastic in verpakkingen, teneinde het streefcijfer te verwezenlijken tot maximaal 50 %, op basis van duurzaamheidsvereisten.

Amendement 20

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29)

Om belemmeringen voor de interne markt te voorkomen en de doeltreffende uitvoering van de verplichtingen te waarborgen, moeten marktdeelnemers ervoor zorgen dat het kunststofdeel van elke verpakkingseenheid een bepaald percentage gerecycled materiaal bevat dat na consumptie is teruggewonnen uit kunststofafval.

(29)

Om belemmeringen voor de interne markt te voorkomen en de doeltreffende uitvoering van de verplichtingen te waarborgen, moeten marktdeelnemers ervoor zorgen dat kunststofverpakkingen, gemiddeld per formaat, per fabriek, en per jaar, een bepaald percentage gerecycled materiaal bevatten dat na consumptie is teruggewonnen uit kunststofafval.

Amendement 21

Voorstel voor een verordening

Overweging 31

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31)

Om te waarborgen dat de voorwaarden voor de uitvoering van de regels voor de berekening en beoordeling van kunststofafval na consumptie per verpakkingseenheid , voor het aanwezige gehalte aan gerecycled materiaal uit kunststofafval na consumptie en voor het vaststellen van het formaat van de technische documentatie uniform zijn, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (55) uitvoeringsbepalingen vast te stellen.

(31)

Om te waarborgen dat de voorwaarden voor de uitvoering van de regels voor de berekening en beoordeling van kunststofafval na consumptie in het verpakkingsformaat, per fabriek, en per jaar , voor het aanwezige gehalte aan gerecycled materiaal uit kunststofafval na consumptie , met inachtneming van de milieueffecten van het recyclingproces, en voor het vaststellen van het formaat van de technische documentatie uniform zijn, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (55) uitvoeringsbepalingen vast te stellen.

Amendement 22

Voorstel voor een verordening

Overweging 33

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(33)

Om rekening te houden met de risico’s in verband met een mogelijk ontoereikend aanbod van een specifieke soort kunststofafval voor recycling, dat zou kunnen leiden tot buitensporige prijzen of negatieve gevolgen voor de gezondheid, de veiligheid en het milieu, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om uit hoofde van artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen om de streefcijfers voor het verplichte gehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen tijdelijk te wijzigen. Wanneer de Commissie beoordeelt of een dergelijke gedelegeerde handeling gerechtvaardigd is, moet zij naar behoren gemotiveerde verzoeken van natuurlijke en rechtspersonen beoordelen.

(33)

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden overgedragen om uit hoofde van artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen om de streefcijfers voor het verplichte gehalte aan gerecycled materiaal in kunststofverpakkingen te wijzigen. Wanneer de Commissie beoordeelt of een dergelijke gedelegeerde handeling gerechtvaardigd is, moet zij naar behoren gemotiveerde verzoeken van natuurlijke en rechtspersonen beoordelen.

Amendement 23

Voorstel voor een verordening

Overweging 33 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(33 bis)

De Uniemarkt voor verpakkingsrecycling moet worden versterkt teneinde het recyclingpercentage te verhogen, te voorkomen dat afval op stortplaatsen terechtkomt en de export van afval naar derde landen tot een minimum te beperken. De ontwikkeling van recyclingcapaciteiten in de Unie moet plaatsvinden in samenwerking met alle marktdeelnemers en segmenten van de sector, en zijn gebaseerd op een gereguleerde waardeketen die kwaliteitscontroles, kwaliteitsborging, certificering, logistiek en prijsstelling mogelijk maakt.

Amendement 24

Voorstel voor een verordening

Overweging 35

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35)

De bioafvalstroom is vaak verontreinigd met conventionele kunststoffen en de materiaalrecyclingstromen zijn vaak verontreinigd met composteerbare kunststoffen. Deze kruisverontreiniging leidt tot verspilling van hulpbronnen en tot een lagere kwaliteit van secundaire grondstoffen, en moet daarom bij de bron worden voorkomen. Aangezien het voor consumenten steeds onduidelijker wordt waar zij afval moeten verwijderen, is het gerechtvaardigd en noodzakelijk duidelijke en gemeenschappelijke voorschriften voor het gebruik van composteerbare kunststofverpakkingen vast te stellen, en deze alleen verplicht te stellen wanneer het gebruik ervan duidelijke voordelen voor het milieu en de gezondheid van de mens oplevert. Dit is met name het geval wanneer het gebruik van composteerbare verpakkingen bijdraagt tot het inzamelen of verwijderen van bioafval.

(35)

De bioafvalstroom is vaak verontreinigd met conventionele kunststoffen en de materiaalrecyclingstromen zijn vaak verontreinigd met composteerbare kunststoffen. Deze kruisverontreiniging leidt tot verspilling van hulpbronnen en tot een lagere kwaliteit van secundaire grondstoffen, en moet daarom bij de bron worden voorkomen. Aangezien het voor consumenten steeds onduidelijker wordt waar zij afval moeten verwijderen, is het gerechtvaardigd en noodzakelijk duidelijke en gemeenschappelijke voorschriften voor het gebruik van composteerbare kunststofverpakkingen vast te stellen, en deze alleen verplicht te stellen wanneer het gebruik ervan duidelijke voordelen voor het milieu en de gezondheid van de mens oplevert. Dit is met name het geval wanneer het gebruik van composteerbare verpakkingen bijdraagt tot het inzamelen of verwijderen van bioafval , bijvoorbeeld bij producten waarvoor het scheiden van de inhoud en de verpakking bijzonder complex is, zoals theezakjes .

Amendement 25

Voorstel voor een verordening

Overweging 36

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(36)

Voor een beperkt aantal verpakkingstoepassingen van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren levert het gebruik van composteerbare verpakkingen aantoonbaar milieuvoordelen op als die verpakkingen onder gecontroleerde omstandigheden composteerinstallaties, waaronder installaties voor anaerobe vergisting, binnenkomen. Indien in een lidstaat passende afvalinzamelingsregelingen en afvalverwerkingsinfrastructuur beschikbaar zijn, moet er bovendien beperkte flexibiliteit zijn om te beslissen of het gebruik van composteerbare kunststoffen voor lichte plastic draagtassen op het grondgebied van die lidstaat al dan niet verplicht wordt gesteld. Om verwarring onder consumenten over de juiste verwijdering te voorkomen en rekening te houden met de milieuvoordelen van circulariteit van koolstof, moet het materiaal van alle andere kunststofverpakkingen worden gerecycled en moet er met het ontwerp daarvan voor worden gezorgd dat dit geen afbreuk doet aan de recyclebaarheid van ander afvalstromen.

(36)

Voor een beperkt aantal verpakkingstoepassingen van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren levert het gebruik van composteerbare verpakkingen aantoonbaar milieuvoordelen op als die verpakkingen onder gecontroleerde omstandigheden composteerinstallaties, waaronder installaties voor anaerobe vergisting, binnenkomen. Daarnaast moet biologisch afbreekbaar afval niet leiden tot de aanwezigheid van verontreinigingen in de compost. Ter bevordering van het gebruik van composteerbare verpakkingen dat bijdraagt tot het inzamelen of verwijderen van bioafval moeten de eisen van EN 13432 “Verpakking – Eisen voor verpakking terugwinbaar door compostering en biodegradatie – Beproevingsschema en evaluatiecriteria voor de eindacceptatie van verpakking” worden herzien met betrekking tot de composteertijden, de toegestane niveaus van verontreiniging en de beperkingen van de hoeveelheden microplastics die vrijkomen om deze materialen op passende wijze te kunnen verwerken in installaties voor de verwerking van bioafval. Daarnaast moet er in de Unie een vergelijkbare norm worden vastgesteld voor thuiscompostering.

Amendement 26

Voorstel voor een verordening

Overweging 40

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(40)

Verpakkingen moeten worden ontworpen op een manier waarmee het volume en gewicht ervan tot een minimum worden beperkt zonder dat dit afdoet aan de verpakkingsfunctie ervan. De fabrikant van de verpakking moet de verpakking beoordelen aan de hand van de in bijlage IV bij deze verordening opgenomen prestatiecriteria. Gezien de doelstelling van deze verordening om de productie van verpakkingen en verpakkingsafval te verminderen en de circulariteit van verpakkingen op de hele interne markt te verbeteren, moeten de bestaande criteria nader worden gespecificeerd en strikter worden gemaakt. De lijst van prestatiecriteria voor verpakkingen als opgenomen in de bestaande geharmoniseerde norm EN 13428:2000 (57) moet daarom worden gewijzigd. Hoewel marketing en aanvaarding door de consument relevant blijven voor het ontwerp van verpakkingen, mogen zij geen prestatiecriteria zijn waarmee zwaardere en grotere verpakkingen zouden worden gerechtvaardigd. Dit mag echter geen afbreuk doen aan productspecificaties voor ambachtelijke en industriële producten en levensmiddelen en landbouwproducten die zijn geregistreerd en beschermd in het kader van de EU-regeling voor de bescherming van geografische aanduidingen als onderdeel van de doelstelling van de Unie om cultureel erfgoed en traditionele kennis te beschermen. Recyclebaarheid, het gebruik van gerecycled materiaal en hergebruik kunnen echter het gebruik van zwaardere of grotere verpakkingen rechtvaardigen, en moeten daarom aan de prestatiecriteria worden toegevoegd. Verpakkingen met een dubbele laag, valse bodems of andere kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld de indruk van een groter productvolume te wekken, mogen niet in de handel worden gebracht, aangezien zij niet voldoen aan de eis om de verpakking tot een minimum te beperken. Voor overbodige verpakkingen die niet noodzakelijk zijn om de verpakkingsfunctie te waarborgen, moet hetzelfde gelden.

(40)

Verpakkingen moeten worden ontworpen op een manier waarmee het volume en gewicht ervan tot een minimum worden beperkt zonder dat dit afdoet aan de verpakkingsfunctie ervan. De fabrikant van de verpakking moet de verpakking beoordelen aan de hand van de in bijlage IV bij deze verordening opgenomen prestatiecriteria. Gezien de doelstelling van deze verordening om de productie van verpakkingen en verpakkingsafval te verminderen en de circulariteit van verpakkingen op de hele interne markt te verbeteren, moeten de bestaande criteria nader worden gespecificeerd en strikter worden gemaakt. De lijst van prestatiecriteria voor verpakkingen als opgenomen in de bestaande geharmoniseerde norm EN 13428:2000 (57) moet daarom worden gewijzigd. Hoewel marketing en aanvaarding door de consument relevant blijven voor het ontwerp van verpakkingen, mogen zij geen prestatiecriteria zijn waarmee zwaardere en grotere verpakkingen zouden worden gerechtvaardigd. Dit mag echter geen afbreuk doen aan productspecificaties voor ambachtelijke en industriële producten en levensmiddelen en landbouwproducten die zijn geregistreerd en beschermd in het kader van de EU-regeling voor de bescherming van geografische aanduidingen als onderdeel van de doelstelling van de Unie om cultureel erfgoed en traditionele kennis te beschermen , of aan verpakkingsmodellen die wettelijk worden beschermd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad (57a) . Recyclebaarheid, het gebruik van gerecycled materiaal en hergebruik kunnen echter het gebruik van zwaardere of grotere verpakkingen rechtvaardigen, en moeten daarom aan de prestatiecriteria worden toegevoegd. Verpakkingen met een dubbele laag, valse bodems of andere kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld de indruk van een groter productvolume te wekken, mogen niet in de handel worden gebracht, aangezien zij niet voldoen aan de eis om de verpakking tot een minimum te beperken. Voor overbodige verpakkingen die niet noodzakelijk zijn om de verpakkingsfunctie te waarborgen, moet hetzelfde gelden.

 

 

 

Amendement 27

Voorstel voor een verordening

Overweging 44

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(44)

Consumenten moeten worden geïnformeerd en in staat worden gesteld om verpakkingsafval , waaronder composteerbare, lichte en zeer lichte plastic draagtassen, op correcte wijze te verwijderen. De meest geschikte manier daarvoor is het vaststellen van een geharmoniseerd etiketteringsysteem voor het scheiden van afval op basis van de materialen waaruit de verpakking is samengesteld, in combinatie met overeenkomstige etiketten op afvalbakken.

(44)

Consumenten moeten worden geïnformeerd en in staat worden gesteld om alle verpakkingsafval op correcte wijze te verwijderen. De meest geschikte manier daarvoor is het vaststellen van een geharmoniseerd etiketteringsysteem voor het scheiden van afval op basis van de materialen waaruit de verpakking is samengesteld, in combinatie met overeenkomstige etiketten op afvalbakken. Het feit dat een dergelijk geharmoniseerd etiketteringsysteem door alle burgers moet kunnen worden herkend, ongeacht hun omstandigheden, zoals leeftijd en talenkennis, moet een bepalende factor zijn bij het ontwerp ervan. Dit kan worden bereikt door pictogrammen te gebruiken, en zo min mogelijk woorden. Dit helpt ook om de eventuele kosten van de vertaling ervan te drukken.

Amendement 28

Voorstel voor een verordening

Overweging 44 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(44 bis)

Sortering is een essentiële stap om een grotere circulariteit van verpakkingen te waarborgen. Het verbeteren van de sorteercapaciteiten, in het bijzonder door middel van technologische innovaties, moet worden aangemoedigd om de kwaliteit van de sortering, en dus van de grondstoffen voor recycling, te verhogen.

Amendement 29

Voorstel voor een verordening

Overweging 49

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(49)

Om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, moeten consumenten worden beschermd tegen misleidende en verwarrende informatie over de eigenschappen van verpakkingen en de correcte verwerking ervan aan het einde van de levensduur, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etiketten zijn vastgesteld. Het moet mogelijk zijn om verpakkingen die onder de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen door middel van een accreditatiesymbool te identificeren in het hele grondgebied dat door dat systeem wordt bestreken. Dat symbool moet voor consumenten of gebruikers duidelijk en ondubbelzinnig zijn wat betreft de recyclebaarheid van verpakkingen. In dat verband kan worden gesteld dat het symbool met de groene stip (Green Dot), dat in sommige lidstaten wordt gebruikt om aan te geven dat een producent een financiële bijdrage heeft geleverd aan een nationaal systeem voor de terugwinning van verpakkingen  (58) , consumenten ten onrechte het idee zou kunnen geven dat verpakkingen met een dergelijk symbool altijd recyclebaar zijn.

(49)

Om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, moeten consumenten worden beschermd tegen misleidende en verwarrende informatie over de eigenschappen van verpakkingen en de correcte verwerking ervan aan het einde van de levensduur, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etiketten zijn vastgesteld.

 

Amendement 30

Voorstel voor een verordening

Overweging 50 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(50 bis)

Er moet een deskundigengroep worden opgezet met een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en alle bij verpakkingen betrokken partijen. Deze groep moet het “verpakkingsforum” worden genoemd en met name bijdragen aan de formulering, ontwikkeling en verduidelijking van duurzaamheidseisen, de evaluatie van de doeltreffendheid van gevestigde mechanismen voor markttoezicht en de beoordeling van zelfreguleringsmaatregelen.

Amendement 31

Voorstel voor een verordening

Overweging 60

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(60)

Het probleem van de overmatige productie van verpakkingsafval kan niet volledig worden aangepakt door verplichtingen voor het ontwerp van verpakkingen vast te stellen. Voor bepaalde soorten verpakkingen moeten verplichtingen aan marktdeelnemers worden opgelegd om bij het gebruik van dergelijke verpakkingen de lege ruimte te verminderen. Voor verzamel- en verzendverpakkingen en verpakkingen voor de elektronische handel die worden gebruikt voor het leveren van producten aan einddistributeurs of eindgebruikers, mag er niet meer dan 40 % lege ruimte zijn. In overeenstemming met de afvalhiërarchie moeten marktdeelnemers die verkoopverpakkingen als verpakkingen voor elektronische handel gebruiken van deze verplichting kunnen worden vrijgesteld.

(60)

Het probleem van de overmatige productie van verpakkingsafval kan niet volledig worden aangepakt door verplichtingen voor het ontwerp van verpakkingen vast te stellen. Voor bepaalde soorten verpakkingen moeten verplichtingen aan marktdeelnemers worden opgelegd om bij het gebruik van dergelijke verpakkingen de lege ruimte te verminderen. Voor verzamel- en verzendverpakkingen en verpakkingen voor de elektronische handel die worden gebruikt voor het leveren van producten aan einddistributeurs of eindgebruikers, mag er niet meer dan 40 % lege ruimte zijn. In overeenstemming met de afvalhiërarchie moeten marktdeelnemers die verkoopverpakkingen als verpakkingen voor elektronische handel gebruiken van deze verplichting kunnen worden vrijgesteld. Die verplichting geldt niet voor herbruikbare verpakkingen.

Amendement 32

Voorstel voor een verordening

Overweging 65

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(65)

Om afvalpreventie te stimuleren, moet een nieuw begrip van “navulling” worden ingevoerd. Navulling moet worden beschouwd als een specifieke afvalpreventiemaatregel die bijdraagt tot en nodig is voor het halen van de streefcijfers voor hergebruik en navulling. Houders die eigendom zijn van de consument en die een verpakkingsfunctie vervullen in het kader van navulling, zoals herbruikbare bekers, mokken, flessen of dozen, zijn echter geen verpakking in de zin van deze verordening .

(65)

Om afvalpreventie te stimuleren, moet een nieuw begrip van “navulling” worden ingevoerd. Navulling moet worden beschouwd als een specifieke afvalpreventiemaatregel die bijdraagt tot en nodig is voor het halen van de in deze verordening opgenomen streefcijfers voor preventie .

Amendement 33

Voorstel voor een verordening

Overweging 66

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(66)

Indien marktdeelnemers producten via navulling te koop aanbieden, moeten zij ervoor zorgen dat hun navulstations aan bepaalde eisen voldoen om de gezondheid en veiligheid van de consument te waarborgen. Als consumenten hun eigen houders gebruiken, moeten de marktdeelnemers hen in dit verband informeren over de voorwaarden voor het veilig navullen en gebruiken van die houders. Om navulling aan te moedigen, mogen marktdeelnemers op de navulstations geen verpakkingen aanbieden die gratis zijn of die niet onder een statiegeldregeling vallen.

(66)

Indien marktdeelnemers producten via navulling te koop aanbieden, moeten zij ervoor zorgen dat hun navulstations aan bepaalde eisen voldoen om de gezondheid en veiligheid van de consument te waarborgen. Als consumenten hun eigen houders gebruiken, moeten de marktdeelnemers hen in dit verband informeren over de voorwaarden voor het veilig navullen en gebruiken van die houders. Om navulling aan te moedigen, mogen marktdeelnemers op de navulstations geen verpakkingen aanbieden die gratis zijn of die niet onder een statiegeldregeling vallen. Marktdeelnemers moeten worden ontheven van aansprakelijkheid voor voedselveiligheidsproblemen die kunnen voortvloeien uit het gebruik van door consumenten meegenomen houders.

Amendement 34

Voorstel voor een verordening

Overweging 67

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(67)

Om het toenemende aandeel van wegwerpverpakkingen en de toenemende hoeveelheid geproduceerd verpakkingsafval terug te dringen, moeten streefcijfers voor hergebruik en navulling van verpakkingen worden vastgesteld in sectoren waarvan is vastgesteld dat zij het grootste potentieel hebben voor de vermindering van verpakkingsafval, namelijk afhaalmaaltijden en -dranken, grote witgoedproducten en verzendverpakkingen. Die streefcijfers zijn gebaseerd op factoren zoals bestaande systemen voor hergebruik, de noodzaak van verpakkingen en de mogelijkheden om aan de functionele eisen voor insluiting, netheid, gezondheid, hygiëne en veiligheid te voldoen. Ook is rekening gehouden met de verschillen tussen de producten en de distributiesystemen van die producten. Met het vaststellen van de streefcijfers wordt naar verwachting de innovatie ondersteund en het aandeel van hergebruik- en navuloplossingen verhoogd. In de horecasector moet het gebruik van wegwerpverpakkingen voor het vullen en consumeren van eten en drinken ter plaatse verboden zijn.

(67)

Om het toenemende aandeel van wegwerpverpakkingen en de toenemende hoeveelheid geproduceerd verpakkingsafval terug te dringen, moeten streefcijfers voor hergebruik van verpakkingen worden vastgesteld in sectoren waarvan is vastgesteld dat zij het grootste potentieel hebben voor de vermindering van verpakkingsafval, namelijk afhaalmaaltijden en -dranken, grote witgoedproducten en verzendverpakkingen. Die streefcijfers zijn gebaseerd op factoren zoals bestaande systemen voor hergebruik, de noodzaak van verpakkingen en de mogelijkheden om aan de functionele eisen voor insluiting, netheid, gezondheid, hygiëne en veiligheid te voldoen. Ook is rekening gehouden met de verschillen tussen de producten en de distributiesystemen van die producten. Met het vaststellen van de streefcijfers wordt naar verwachting de innovatie ondersteund en het aandeel van hergebruik- en navuloplossingen verhoogd. In de horecasector moet het gebruik van wegwerpverpakkingen voor het vullen en consumeren van eten en drinken ter plaatse verboden zijn. Consumenten moeten te allen tijde de mogelijkheid hebben afhaalmaaltijden en -dranken in herbruikbare of hun eigen houders te kopen tegen voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan de voorwaarden voor de aankoop van eten en drinken dat in wegwerpverpakkingen wordt aangeboden. Marktdeelnemers die afhaalmaaltijden of -dranken verkopen, moeten consumenten de mogelijkheid bieden om de etenswaren of dranken in hun eigen houders te kopen en om dranken in herbruikbare verpakkingen te kopen.

Amendement 35

Voorstel voor een verordening

Overweging 68

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(68)

Om de doeltreffendheid van de streefcijfers voor hergebruik en navulling te vergroten en de gelijke behandeling van marktdeelnemers te waarborgen, moeten de streefcijfers aan de marktdeelnemers worden opgelegd. Streefcijfers voor dranken moeten daarnaast ook aan fabrikanten worden opgelegd, aangezien zij kunnen bepalen welke verpakkingsformaten worden gebruikt voor de producten die zij aanbieden. De streefcijfers moeten worden berekend als een percentage van de verkoop van herbruikbare verpakkingen binnen een systeem voor hergebruik of navulling of, in het geval van verzendverpakkingen, als een percentage van het gebruik. De streefcijfers gelden ongeacht het gebruikte materiaal. Om voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de streefcijfers voor hergebruik en navulling te zorgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om uit hoofde van artikel 291 van het Verdrag een uitvoeringshandeling vast te stellen met betrekking tot de methode voor de berekening van de streefcijfers.

(68)

Om de doeltreffendheid van de streefcijfers voor hergebruik te vergroten en de gelijke behandeling van marktdeelnemers te waarborgen, moeten de streefcijfers aan de einddistributeurs worden opgelegd. De streefcijfers moeten worden berekend als een percentage van de verkoop van herbruikbare verpakkingen binnen een systeem voor hergebruik of, in het geval van verzendverpakkingen, als een percentage van het gebruik. De streefcijfers gelden ongeacht het gebruikte materiaal. Om voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van de streefcijfers voor hergebruik en navulling te zorgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om uit hoofde van artikel 291 van het Verdrag een uitvoeringshandeling vast te stellen met betrekking tot de methode voor de berekening van de streefcijfers.

Amendement 36

Voorstel voor een verordening

Overweging 71

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(71)

Om de naleving van de streefcijfers voor hergebruik en navulling te kunnen controleren, moeten de desbetreffende marktdeelnemers verslag uitbrengen aan de bevoegde autoriteiten. Marktdeelnemers moeten de relevante gegevens voor elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2030 rapporteren. De lidstaten moeten die gegevens openbaar maken.

(71)

Om de naleving van de streefcijfers voor hergebruik te kunnen controleren, moeten de desbetreffende marktdeelnemers verslag uitbrengen aan de bevoegde autoriteiten. Marktdeelnemers moeten de relevante gegevens voor elk kalenderjaar met ingang van 1 januari 2030 rapporteren. De lidstaten moeten die gegevens openbaar maken.

Amendement 37

Voorstel voor een verordening

Overweging 73 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(73 bis)

Aangezien het aannemelijk is dat zeer lichte plastic draagtassen, met een dikte van minder dan 15 micron, afval worden en bijdragen tot mariene verontreiniging, moeten maatregelen worden genomen om te garanderen dat zij alleen voor strikt noodzakelijke toepassingen in de handel worden gebracht. Deze plastic tassen mogen niet in de handel worden gebracht als verpakking voor levensmiddelen in bulk, behalve omwille van de hygiëne of voor verpakking van natte levensmiddelen in bulk, zoals rauw vlees, rauwe vis of zuivelproducten.

Amendement 38

Voorstel voor een verordening

Overweging 74 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(74 bis)

Een vermindering van het gebruik van plastic draagtassen mag niet leiden tot de vervanging daarvan door papieren draagtassen. De Commissie moet het gebruik van papieren draagtassen monitoren en een streefcijfer en, in voorkomend geval, maatregelen voor vermindering van het verbruik van papieren draagtassen voorstellen.

Amendement 39

Voorstel voor een verordening

Overweging 91

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(91)

Om tot een ambitieuze en duurzame vermindering van de totale productie van verpakkingsafval te komen, moeten streefcijfers voor de vermindering van de hoeveelheid verpakkingsafval per hoofd van de bevolking worden vastgesteld, die tegen 2030 moeten zijn gehaald. Als het streefcijfer van 5 % vermindering in 2030 ten opzichte van 2018 wordt gehaald, betekent dat een absolute vermindering in 2030 van gemiddeld ongeveer 19 % in de hele Unie ten opzichte van het referentiescenario voor 2030. De lidstaten moeten de productie van verpakkingsafval tegen 2035 met 10 % verminderen ten opzichte van 2018; hiermee wordt de hoeveelheid verpakkingsafval met 29 % verminderd ten opzichte van het referentiescenario voor 2030. Om ervoor te zorgen dat de reductie-inspanningen na 2030 worden voortgezet, moet voor 2035 een reductiestreefcijfer van 10 % ten opzichte van 2018 worden vastgesteld, hetgeen een reductie van 29 % ten opzichte van het referentiescenario zou betekenen, en moet voor 2040 een reductiestreefcijfer van 15 % ten opzichte van 2018 worden vastgesteld – een reductie van 37 % ten opzichte van het referentiescenario.

(91)

Om tot een ambitieuze en duurzame vermindering van de totale productie van verpakkingsafval te komen, moeten streefcijfers voor de vermindering van de hoeveelheid verpakkingsafval per hoofd van de bevolking worden vastgesteld, die tegen 2030 moeten zijn gehaald. Als het streefcijfer van 5 % vermindering in 2030 ten opzichte van 2018 wordt gehaald, betekent dat een absolute vermindering in 2030 van gemiddeld ongeveer 19 % in de hele Unie ten opzichte van het referentiescenario voor 2030. De lidstaten moeten de productie van verpakkingsafval tegen 2035 met 10 % verminderen ten opzichte van 2018; hiermee wordt de hoeveelheid verpakkingsafval met 29 % verminderd ten opzichte van het referentiescenario voor 2030. Om ervoor te zorgen dat de reductie-inspanningen na 2030 worden voortgezet, moet voor 2035 een reductiestreefcijfer van 10 % ten opzichte van 2018 worden vastgesteld, hetgeen een reductie van 29 % ten opzichte van het referentiescenario zou betekenen, en moet voor 2040 een reductiestreefcijfer van 15 % ten opzichte van 2018 worden vastgesteld – een reductie van 37 % ten opzichte van het referentiescenario. De lidstaten die afzonderlijke systemen hebben opgezet voor het beheer van huishoudelijk verpakkingsafval enerzijds en van industrieel en commercieel verpakkingsafval anderzijds, moeten de mogelijkheid krijgen deze specifieke systemen te blijven gebruiken.

Amendement 40

Voorstel voor een verordening

Overweging 91 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(91 bis)

In het kader van haar actieplan voor de circulaire economie heeft de Commissie op 16 januari 2018 een mededeling vastgesteld over een Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie, waarmee wordt beoogd de mariene verontreiniging, broeikasgasemissies en Europese afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Tegen een achtergrond van een toenemend verbruik van kunststof wordt in deze strategie opgeroepen tot een betere circulariteit van kunststoffen en doeltreffende preventiemaatregelen. In overeenstemming met de strategie moet deze verordening een instrument zijn om de strijd aan te gaan met oppervlakkige, onnodige kunststoffen, teneinde de stijgende trend in de productie en het verbruik van kunststoffen, in het bijzonder kunststoffen voor eenmalig gebruik, te kenteren.

Amendement 41

Voorstel voor een verordening

Overweging 92

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(92)

De lidstaten kunnen deze streefcijfers halen door middel van economische instrumenten en andere maatregelen om te voorzien in stimulansen voor de toepassing van de afvalhiërarchie, waaronder maatregelen die moeten worden uitgevoerd door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en door het opzetten en doeltreffend functioneren van systemen voor hergebruik te bevorderen en marktdeelnemers aan te moedigen eindgebruikers meer mogelijkheden voor navulling aan te bieden. Dergelijke maatregelen moeten worden getroffen parallel aan en in aanvulling op andere maatregelen in het kader van deze verordening die gericht zijn op de vermindering van verpakkingsafval, zoals eisen inzake de minimalisering van verpakkingen, streefcijfers voor hergebruik en navulling , volumegrenswaarden en maatregelen om het verbruik van lichte plastic draagtassen blijvend te verminderen. Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene regels van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in deze verordening vastgestelde minimumdoelstellingen.

(92)

De lidstaten kunnen deze streefcijfers halen door middel van economische instrumenten en andere maatregelen om te voorzien in stimulansen voor de toepassing van de afvalhiërarchie, waaronder maatregelen die moeten worden uitgevoerd door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en door het opzetten en doeltreffend functioneren van systemen voor hergebruik te bevorderen en marktdeelnemers aan te moedigen eindgebruikers meer mogelijkheden voor navulling aan te bieden. Dergelijke maatregelen moeten worden getroffen parallel aan en in aanvulling op andere maatregelen in het kader van deze verordening die gericht zijn op de vermindering van verpakkingsafval, zoals eisen inzake de minimalisering van verpakkingen, streefcijfers voor hergebruik en navullingsverplichtingen , volumegrenswaarden en maatregelen om het verbruik van lichte plastic draagtassen blijvend te verminderen. Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene regels van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in deze verordening vastgestelde minimumdoelstellingen.

Amendement 42

Voorstel voor een verordening

Overweging 96

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(96)

In overeenstemming met het beginsel dat de vervuiler betaalt als neergelegd in artikel 191, lid 2, van het Verdrag, is het van essentieel belang dat producenten die verpakkingen en verpakte producten in de Unie in de handel brengen de verantwoordelijkheid voor het beheer ervan aan het einde van de levensduur op zich nemen. Er moet aan worden herinnerd dat uiterlijk op 31 december 2024 regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in Richtlijn 94/62/EG moeten zijn vastgesteld, aangezien zij het meest geschikte middel zijn om dit te verwezenlijken en zij een positief milieueffect kunnen hebben door de productie van verpakkingsafval te verminderen en de inzameling en recycling ervan te verhogen. De manier waarop die regelingen zijn opgezet, hoe efficiënt zij zijn en hoe ver de verantwoordelijkheid van de producenten reikt, loopt sterk uiteen. Daarom moeten de voorschriften van Richtlijn 2008/98/EG met betrekking tot de uitoefening van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid algemeen van toepassing zijn op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producenten van verpakkingen, en moeten deze waar nodig en passend worden aangevuld met aanvullende specifieke bepalingen.

(96)

In overeenstemming met het beginsel dat de vervuiler betaalt als neergelegd in artikel 191, lid 2, van het Verdrag, is het van essentieel belang dat producenten , met inbegrip van marktspelers op het gebied van elektronische handel, die verpakkingen en verpakte producten in de Unie in de handel brengen de verantwoordelijkheid voor het beheer ervan aan het einde van de levensduur op zich nemen. Er moet aan worden herinnerd dat uiterlijk op 31 december 2024 regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in Richtlijn 94/62/EG moeten zijn vastgesteld, aangezien zij het meest geschikte middel zijn om dit te verwezenlijken en zij een positief milieueffect kunnen hebben door de productie van verpakkingsafval te verminderen en de inzameling en recycling ervan te verhogen. De manier waarop die regelingen zijn opgezet, hoe efficiënt zij zijn en hoe ver de verantwoordelijkheid van de producenten reikt, loopt sterk uiteen. Daarom moeten de voorschriften van Richtlijn 2008/98/EG met betrekking tot de uitoefening van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid algemeen van toepassing zijn op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producenten van verpakkingen, en moeten deze waar nodig en passend worden aangevuld met aanvullende specifieke bepalingen.

Amendement 43

Voorstel voor een verordening

Overweging 98

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(98)

Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (66) bevat regels inzake de traceerbaarheid van handelaren, meer bepaald verplichtingen voor aanbieders van onlineplatforms waarop consumenten overeenkomsten op afstand kunnen sluiten met producenten die verpakkingen aanbieden aan consumenten in de Unie. Om te voorkomen dat dergelijke aanbieders van onlineplatforms meeliften op de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, moet worden gespecificeerd hoe zij aan die verplichtingen moeten voldoen met betrekking tot de registers van verpakkingsproducenten die bij deze verordening worden ingesteld. Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, moeten in dat verband informatie van die producenten verkrijgen over hun naleving van de regels inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van deze verordening. Voor de regels inzake de traceerbaarheid van handelaren die verpakkingen online verkopen, gelden de handhavingsregels van Verordening (EU) 2022/2065.

(98)

Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (66) bevat regels inzake de traceerbaarheid van handelaren, meer bepaald verplichtingen voor aanbieders van onlineplatforms waarop consumenten overeenkomsten op afstand kunnen sluiten met producenten die verpakkingen aanbieden aan consumenten in de Unie. Om te voorkomen dat dergelijke aanbieders van onlineplatforms meeliften op de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, moet worden gespecificeerd hoe zij aan die verplichtingen moeten voldoen met betrekking tot de registers van verpakkingsproducenten die bij deze verordening worden ingesteld. Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, moeten zijn gebonden aan bepaalde verplichtingen die gelden voor producenten, tenzij zij kunnen aantonen dat de derde partij waarvoor zij de verkoop op afstand of bezorging regelen al aan deze verplichtingen voldoet. Voorts moeten zij in dat verband informatie van die producenten verkrijgen over hun naleving van de regels inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van deze verordening. Voor de regels inzake de traceerbaarheid van handelaren die verpakkingen online verkopen, gelden de handhavingsregels van Verordening (EU) 2022/2065.

Amendement 44

Voorstel voor een verordening

Overweging 101 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(101 bis)

De gescheiden inzameling van verpakkingen is een cruciale stap om de circulariteit van verpakkingen te waarborgen en een meer solide markt voor secundaire grondstoffen te garanderen. De vaststelling van een bindend inzamelingspercentage is een maatregel om de ontwikkeling van efficiënte en gerichte inzamelingssystemen op nationaal niveau te stimuleren, zodat er meer afval wordt gesorteerd en mogelijk gerecycled.

Amendement 45

Voorstel voor een verordening

Overweging 103 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(103 bis)

In deze verordening moet rekening worden gehouden met de diversiteit van statiegeldregelingen in de Unie en moet ervoor worden gezorgd dat technologische ontwikkelingen in deze regelingen niet worden belemmerd wanneer zij voldoen aan de voorwaarden en criteria voor het verhogen van de inzamelingspercentages en het waarborgen van meer hoogwaardige recycling. Zo kunnen consumenten in digitale statiegeldregelingen bijvoorbeeld gebruikmaken van een systeem met QR-codes, waarin het statiegeld wordt terugbetaald wanneer de verpakking wordt ingeleverd bij een van de inzamelpunten, thuis of elders.

Amendement 46

Voorstel voor een verordening

Overweging 107

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(107)

Lidstaten die zonder statiegeldregeling twee opeenvolgende kalenderjaren voordat de deze verplichting begint te gelden 90  % van de beoogde soorten verpakkingen inzamelen, kunnen verzoeken geen statiegeldregeling in te voeren.

(107)

Lidstaten die zonder statiegeldregeling twee opeenvolgende kalenderjaren voordat de deze verplichting begint te gelden minstens 85  % van de beoogde soorten verpakkingen inzamelen, kunnen verzoeken geen statiegeldregeling in te voeren.

Amendement 47

Voorstel voor een verordening

Overweging 108

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(108)

De lidstaten moeten oplossingen voor hergebruik en navulling actief aanmoedigen als specifieke maatregelen voor afvalpreventie. Zij moeten de invoering van statiegeldregelingen ondersteunen en toezicht houden op de werking ervan en op de naleving van de hygiënenormen. De lidstaten worden aangemoedigd aanvullende maatregelen te treffen, bijvoorbeeld het opzetten van statiegeldregelingen voor herbruikbare verpakkingsformaten, het gebruikmaken van economische stimulansen of van einddistributeurs eisen dat zij een bepaald percentage van producten die niet onder de streefcijfers voor hergebruik en navulling vallen in herbruikbare verpakkingen of via navulling beschikbaar maken, mits dergelijke eisen niet leiden tot versnippering van de eengemaakte markt of tot handelsbelemmeringen.

(108)

De lidstaten moeten oplossingen voor hergebruik en navulling actief aanmoedigen als specifieke maatregelen voor afvalpreventie. Zij moeten de invoering van statiegeldregelingen ondersteunen en toezicht houden op de werking ervan en op de naleving van de hygiënenormen. De lidstaten worden aangemoedigd aanvullende maatregelen te treffen, bijvoorbeeld het opzetten van statiegeldregelingen voor herbruikbare verpakkingsformaten, het gebruikmaken van economische stimulansen of van einddistributeurs eisen dat zij een bepaald percentage van producten die niet onder de streefcijfers voor hergebruik en navullingsverplichtingen vallen in herbruikbare verpakkingen of via navulling beschikbaar maken, mits dergelijke eisen niet leiden tot versnippering van de eengemaakte markt of tot handelsbelemmeringen.

Amendement 48

Voorstel voor een verordening

Overweging 113 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(113 bis)

Het is belangrijk dat de Commissie rekening houdt met alle verwerkingstechnologieën wanneer zij de gedelegeerde handelingen tot vaststelling van de criteria voor recyclebaarheid en voor recyclebaarheid op schaal opstelt, maar het is ook cruciaal dat zij de toegevoegde waarde van chemische recycling verder beoordeelt voor fracties die niet kunnen worden verwerkt met mechanische recyclingtechnologieën. In het kader van de doelstellingen uit hoofde van Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad (1a) moet de Commissie rekening houden met het energieverbruik van nieuwe technologieën, het waterverbruik en de materiële verliezen en, in het kader van de herziening van het wetgevingskader van de Unie inzake milieuclaims, misleidende milieuclaims voorkomen door ervoor te zorgen dat dergelijke claims alleen mogen worden gedaan voor daadwerkelijk circulaire methoden en bijvoorbeeld niet voor methoden waarbij materialen in brandstof worden omgezet.

 

Amendement 49

Voorstel voor een verordening

Overweging 113 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(113 ter)

Een marktdeelnemer moet op verpakkingen die in de handel worden gebracht alleen milieuclaims kunnen doen indien deze zijn onderbouwd in overeenstemming met de richtlijn groene claims. Wat de recyclebaarheid, het gehalte aan gerecycled materiaal en de herbruikbaarheid betreft, moeten die claims alleen mogelijk zijn voor verpakkingseigenschappen die verder gaan dan de toepasselijke minimumeisen van deze verordening.

Amendement 50

Voorstel voor een verordening

Overweging 117 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(117 bis)

Gescheiden inzameling buitenshuis is een belangrijk element om de inzamelingspercentages voor verpakkingen te kunnen verhogen en de circulariteit daarvan te kunnen verbeteren. Lidstaten en marktdeelnemers moeten specifieke maatregelen kunnen nemen voor gescheiden inzameling buitenshuis, afgestemd op de locatie en gewoonten van consumenten.

Amendement 51

Voorstel voor een verordening

Overweging 123

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(123)

Om eerlijke mededinging te waarborgen, is het essentieel om de duurzaamheidseisen doeltreffend te handhaven, teneinde ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen en bijdrage aan de verwezenlijking van de klimaat-, energie- en circulariteitsdoelstellingen van de Unie met deze verordening worden gerealiseerd. Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad (73), waarin een horizontaal kader wordt vastgesteld voor markttoezicht en controle op producten die de markt van de Unie binnenkomen, moet daarom van toepassing zijn op verpakkingen waarvoor in deze verordening duurzaamheidseisen zijn vastgesteld.

(123)

Om eerlijke mededinging te waarborgen, is het essentieel om de duurzaamheidseisen doeltreffend te handhaven, teneinde ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen en bijdrage aan de verwezenlijking van de klimaat-, energie- en circulariteitsdoelstellingen van de Unie met deze verordening worden gerealiseerd. Daartoe moet een minimumaantal controles worden vastgesteld op marktdeelnemers die verpakkingen in de Unie in de handel brengen, en moet Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad (73), waarin een horizontaal kader wordt vastgesteld voor markttoezicht en controle op producten die de markt van de Unie binnenkomen, van toepassing zijn op verpakkingen waarvoor in deze verordening duurzaamheidseisen zijn vastgesteld.

Amendement 52

Voorstel voor een verordening

Overweging 130

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(130)

Voor verpakkingen die de markt van de Unie binnenkomen moet de voorkeur worden gegeven aan samenwerking op de markt tussen markttoezichtautoriteiten en marktdeelnemers. Hoewel zij betrekking kunnen hebben op alle verpakkingen die de markt van de Unie binnenkomen, moeten de interventies van de overeenkomstig artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1020 aangewezen autoriteiten daarom in de eerste plaats gericht zijn op verpakkingen waarvoor de markttoezichtautoriteiten verbodsmaatregelen hebben getroffen. Om een risicogebaseerde aanpak voor producten die de markt van de Unie binnenkomen mogelijk te maken, moeten marktdeelnemers, indien zij dergelijke verbodsmaatregelen treffen en die maatregelen niet beperkt zijn tot het nationale grondgebied, de gegevens die nodig zijn om dergelijke niet-conforme verpakkingen aan de grenzen te identificeren, met inbegrip van informatie over de verpakte producten en de marktdeelnemers, meedelen aan de autoriteiten die zijn aangewezen voor de controles van verpakkingen die de markt van de Unie binnenkomen. In dergelijke gevallen moet de douane ernaar streven deze verpakkingen aan de grenzen te identificeren en tegen te houden.

(130)

Om de werking van de Europese interne markt te waarborgen, en een gelijk speelveld te creëren, moet worden gegarandeerd dat verpakkingen uit derde landen die de markt van de Unie binnenkomen aan deze verordening voldoen, ongeacht of ze worden ingevoerd als afzonderlijke verpakking of als deel van een verpakt product. Er moet in het bijzonder worden gewaarborgd dat fabrikanten de juiste conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben uitgevoerd voor die verpakkingen. De voorkeur moet worden gegeven aan samenwerking op de markt tussen markttoezichtautoriteiten en marktdeelnemers. Hoewel zij betrekking kunnen hebben op alle verpakkingen die de markt van de Unie binnenkomen, moeten de interventies van de overeenkomstig artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1020 aangewezen autoriteiten daarom in de eerste plaats gericht zijn op verpakkingen waarvoor de markttoezichtautoriteiten verbodsmaatregelen hebben getroffen. Om een risicogebaseerde aanpak voor producten die de markt van de Unie binnenkomen mogelijk te maken, moeten marktdeelnemers, indien zij dergelijke verbodsmaatregelen treffen en die maatregelen niet beperkt zijn tot het nationale grondgebied, de gegevens die nodig zijn om dergelijke niet-conforme verpakkingen aan de grenzen te identificeren, met inbegrip van informatie over de verpakte producten en de marktdeelnemers, meedelen aan de autoriteiten die zijn aangewezen voor de controles van verpakkingen die de markt van de Unie binnenkomen. In dergelijke gevallen moet de douane ernaar streven deze verpakkingen aan de grenzen te identificeren en tegen te houden.

Amendement 53

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Bij deze verordening worden voor de gehele levenscyclus van verpakkingen eisen vastgesteld voor de milieuduurzaamheid en de etikettering, ten behoeve van het in de handel brengen ervan, en voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met betrekking tot en de inzameling, verwerking en recycling van verpakkingsafval.

1.   Bij deze verordening worden voor de gehele levenscyclus van verpakkingen eisen vastgesteld voor de milieuduurzaamheid en de etikettering, ten behoeve van het in de handel brengen ervan, en voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met betrekking tot verpakkingsafval , preventie, vermindering van onnodige verpakkingen, hergebruik of navulling van verpakkingen, inzameling, verwerking en recycling van verpakkingsafval.

Amendement 54

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Daarnaast wordt met deze verordening bijgedragen tot de transitie naar een circulaire economie, door maatregelen te treffen die in overeenstemming zijn met de afvalhiërarchie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG.

3.   Daarnaast wordt met deze verordening bijgedragen tot de transitie naar een circulaire economie en het bereiken van klimaatneutraliteit uiterlijk in 2050, zoals voorzien in Verordening (EU) 2021/1119 , door maatregelen te treffen die in overeenstemming zijn met de afvalhiërarchie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG , en te voorzien in een ondersteunend juridisch kader dat de Europese industrie rechtszekerheid biedt bij hun investeringen in de circulariteit van verpakkingen .

Amendement 421

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Deze verordening is van toepassing op alle verpakkingen, ongeacht het gebruikte materiaal, en op alle verpakkingsafval, ongeacht of dit afval wordt gebruikt in of afkomstig is van industrie, andere productie, detailhandel of distributie, kantoren, diensten of huishoudens.

1.   Deze verordening is van toepassing op alle verpakkingen, met uitzondering van verpakkingen die zijn goedgekeurd voor het vervoer van gevaarlijke goederen, ongeacht het gebruikte materiaal, en op alle verpakkingsafval, ongeacht of dit afval wordt gebruikt in of afkomstig is van industrie, andere productie, detailhandel of distributie, kantoren, diensten of huishoudens.

Amendement 56

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f)

thee- of koffiezakjes die nodig zijn om een thee- of koffieproduct in te sluiten en die bestemd zijn om samen met het product te worden gebruikt en verwijderd;

f)

permeabele thee- of koffiezakjes of zakjes die zacht worden na gebruik en pads en capsules die een thee- of koffieproduct insluiten en die bestemd zijn om samen met het product te worden gebruikt en verwijderd;

Amendement 57

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g)

zakjes, pads en capsules voor koffie en thee die nodig zijn om een koffie- of theeproduct in te sluiten en die bestemd zijn om samen met het product te worden gebruikt en verwijderd;

g)

niet-permeabele zakjes, pads en capsules voor koffie en thee die nodig zijn om een koffie- of theeproduct in te sluiten en die bestemd zijn om samen met het product te worden gebruikt en verwijderd;

Amendement 58

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4)

“verzendverpakking”: verpakking die zodanig is ontworpen dat het hanteren en vervoeren van een aantal verkoopeenheden of verzamelverpakkingen, met inbegrip van verpakkingen voor elektronische handel, maar uitgezonderd weg-, spoor-, scheeps- en luchtvrachttcontainers, wordt vergemakkelijkt om fysieke schade door hantering of transport te voorkomen;

4)

“verzendverpakking”: verpakking die zodanig is ontworpen dat het hanteren en vervoeren van ongeacht welk aantal verkoopeenheden of verzamelverpakkingen, met inbegrip van verpakkingen voor elektronische handel, maar uitgezonderd weg-, spoor-, scheeps- en luchtvrachtcontainers, wordt vergemakkelijkt om fysieke schade door hantering of transport van het product te voorkomen;

Amendement 59

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16)

“einddistributeur”: de distributeur die verpakte producten aan de eindgebruiker levert die via navulling kunnen worden gekocht;

16)

“einddistributeur”: de distributeur die verpakte producten aan de eindgebruiker levert die via navulling of hergebruik kunnen worden gekocht;

Amendement 472

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt 19

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

19)

“samengestelde verpakking”: een verpakkingseenheid van twee of meer verschillende materialen, uitgezonderd de materialen die worden gebruikt voor etiketten, sluitingen en verzegeling , die niet handmatig van elkaar kunnen worden gescheiden en daarom één geheel vormen;

19)

“samengestelde verpakking”: een verpakkingseenheid van twee of meer verschillende materialen, uitgezonderd de materialen die worden gebruikt voor etiketten, coatings, bekleding, vernissen, verfstoffen, inkten, kleefstoffen, lakken, sluitingen en verzegeling die een onderdeel zijn van het gewicht van het hoofdmateriaal van de verpakking en die niet handmatig van elkaar kunnen worden gescheiden en daarom één geheel vormen , tenzij een bepaald materiaal een onbeduidend deel van de verpakkingseenheid en in geen geval meer dan 10 % van de totale massa van de verpakkingseenheid uitmaakt ;

Amendement 61

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 22

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

22)

“hergebruik”: elke handeling waarbij herbruikbare verpakking opnieuw wordt gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor het was bedoeld;

22)

“hergebruik”: elke handeling waarbij herbruikbare verpakking meerdere malen opnieuw wordt gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor het was bedoeld , dankzij een adequate logistiek en passende stimuleringsregelingen, die in de meeste gevallen een statiegeldregeling zal zijn ;

Amendement 62

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 26

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

26)

“systemen voor hergebruik”: organisatorische, technische of financiële regelingen waarmee hergebruik in een open of gesloten kringloop mogelijk wordt gemaakt . Statiegeldregelingen worden als onderdeel van een systeem voor hergebruik beschouwd als daarmee wordt gewaarborgd dat verpakkingen worden ingezameld voor hergebruik;

26)

“systemen voor hergebruik”: organisatorische, technische en/ of financiële regelingen , gecombineerd met stimuleringsmaatregelen, die hergebruik in een open of gesloten kringloop mogelijk maken . Statiegeldregelingen worden als onderdeel van een systeem voor hergebruik beschouwd als daarmee wordt gewaarborgd dat verpakkingen worden ingezameld voor hergebruik;

Amendement 63

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 28

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

28)

“navulling”: een handeling waarmee een eindgebruiker een eigen houder, die de verpakkingsfunctie vervult, vult met een of meerdere producten die door de einddistributeur in het kader van een handelstransactie worden aangeboden ;

28)

“navulling”: een handeling waarmee een eindgebruiker een eigen houder of een door de einddistributeur op het verkooppunt verstrekte houder , die de verpakkingsfunctie vervult, vult met een of meerdere via een einddistributeur gekochte producten ;

Amendement 64

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 31

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

31)

“ontwerp voor recycling”: ontwerp van verpakkingen, met inbegrip van de afzonderlijke onderdelen van verpakkingen, om ervoor te zorgen dat deze met geavanceerde processen voor inzameling, afvalscheiding en recycling kunnen worden gerecycled;

31)

“ontwerp voor recycling”: ontwerp van verpakkingen, met inbegrip van de afzonderlijke onderdelen van verpakkingen, om ervoor te zorgen dat deze met geavanceerde processen voor inzameling, afvalscheiding en recycling kunnen worden gerecycled , waarbij prioriteit wordt gegeven aan mechanische recycling ;

Amendement 65

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 31 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

31 bis)

“recyclebaarheid”: de beoordeling van de inherente compatibiliteit van verpakkingen met een beheer en verwerking van afval op basis van gescheiden inzameling, sortering in gescheiden stromen, recycling op grote schaal en het gebruik van gerecyclede materialen om primaire grondstoffen in nieuwe verpakkingen te vervangen;

Amendement 66

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 32

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

32)

“op grote schaal gerecycled”: ingezameld, gescheiden en gerecycled door middel van geïnstalleerde geavanceerde infrastructuur en processen die ten minste 75 % van de bevolking van Unie bestrijken , ook voor uit de Unie uitgevoerd verpakkingsafval dat voldoet aan de eisen van artikel 47, lid 5;

32)

“op grote schaal gerecycled”: het voorhanden zijn van voldoende capaciteit om het ingezamelde verpakkingsafval door middel van gevestigde industriële processen voor herverwerking naar gedefinieerde en erkende afvalstromen te leiden in bestaande systemen die zich hebben bewezen in een operationele omgeving , ook voor uit de Unie uitgevoerd verpakkingsafval dat voldoet aan de eisen van artikel 47, lid 5;

Amendement 414

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt 32 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

32 bis)

“hoogwaardige recycling”: elke nuttige toepassing, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 17, van Richtlijn 2008/98/EG, die ervoor zorgt dat de onderscheidende eigenschappen van het ingezamelde en gesorteerde afval in die nuttige toepassing worden behouden of teruggewonnen, zodat de daaruit resulterende gerecyclede materialen van voldoende kwaliteit zijn om primaire grondstoffen te vervangen;

Amendement 68

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 34

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

34)

“geïntegreerd onderdeel”: een verpakkingsonderdeel dat kan worden onderscheiden van het hoofddeel van de verpakkingseenheid en van een ander materiaal kan zijn, maar dat integraal deel uitmaakt van de verpakkingseenheid en onontbeerlijk is voor het functioneren daarvan, niet hoeft worden losgemaakt van het hoofddeel van de verpakkingseenheid om het product te consumeren , en doorgaans tegelijkertijd, maar niet noodzakelijkerwijs samen, met de verpakkingseenheid wordt verwijderd;

34)

“geïntegreerd onderdeel”: een verpakkingsonderdeel dat kan worden onderscheiden van het hoofddeel van de verpakkingseenheid en van een ander materiaal kan zijn, maar dat integraal deel uitmaakt van de verpakkingseenheid en onontbeerlijk is voor het functioneren daarvan, niet hoeft worden losgemaakt van het hoofddeel van de verpakkingseenheid, en doorgaans tegelijkertijd, maar niet noodzakelijkerwijs samen, met de verpakkingseenheid wordt verwijderd;

Amendement 69

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 35

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

35)

“afzonderlijk onderdeel”: een ander verpakkingsonderdeel dan het hoofddeel van de verpakkingseenheid, dat van een ander materiaal kan zijn, volledig en permanent van het hoofddeel van de verpakkingseenheid moet worden losgemaakt om toegang te krijgen tot het product , en dat doorgaans eerst en afzonderlijk van de verpakkingseenheid wordt verwijderd;

35)

“afzonderlijk onderdeel”: een ander verpakkingsonderdeel dan het hoofddeel van de verpakkingseenheid, dat van een ander materiaal kan zijn, volledig en permanent van het hoofddeel van de verpakkingseenheid moet worden losgemaakt, en dat doorgaans eerst en afzonderlijk van de verpakkingseenheid wordt verwijderd;

Amendement 70

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 37

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

37)

“innovatieve verpakking”: een vorm van verpakking die wordt geproduceerd met nieuwe materialen, nieuwe ontwerpen of nieuwe productieprocessen die leiden tot een aanzienlijke verbetering van de functies van de verpakking, zoals insluiting, bescherming, hantering, levering of presentatie van producten, en tot aantoonbare milieuvoordelen, met uitzondering van verpakking die het resultaat is van aanpassing van bestaande verpakkingen met als enig doel de presentatie en marketing van producten te verbeteren;

37)

“innovatieve verpakking”: een vorm van verpakking die wordt geproduceerd met nieuwe en innovatieve materialen, nieuwe ontwerpen of nieuwe productieprocessen die leiden tot een aanzienlijke verbetering van de functies van de verpakking, zoals insluiting, bescherming, hantering, levering van producten, en in het algemeen tot aantoonbare milieuvoordelen, met uitzondering van verpakking die het resultaat is van aanpassing van bestaande verpakkingen met als voornaamste doel de presentatie en marketing van producten te verbeteren;

Amendement 71

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 38

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

38)

“secundaire grondstoffen”: materialen die zijn verkregen door middel van recyclingprocessen en die primaire grondstoffen kunnen vervangen;

38)

“secundaire grondstoffen”: materialen die zijn verkregen door middel van recyclingprocessen , die alle noodzakelijke controles hebben ondergaan en voldoende zijn gesorteerd en die primaire grondstoffen kunnen vervangen;

Amendement 72

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 40

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

40)

“contactgevoelige verpakking”: verpakking die bestemd is om te worden gebruikt in verpakkingstoepassingen die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003, Verordening (EG) nr. 1935/2004, Verordening (EG) nr. 767/2009, Verordening (EG) nr. 2009/1223, Verordening (EU) 2017/745, Verordening (EU) 2017/746, Verordening (EU) 2019/4, Verordening (EU) 2019/6, Richtlijn 2001/83/EG of Richtlijn 2008/68/EG vallen;

40)

“contactgevoelige verpakking”: verpakking die bestemd is om te worden gebruikt in verpakkingstoepassingen die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003, Verordening (EG) nr. 1935/2004, Verordening (EG) nr. 767/2009, Verordening (EG) nr. 2009/1223, Verordening (EU) 2017/745, Verordening (EU) 2017/746, Verordening (EU) 2019/4, Verordening (EU) 2019/6, Richtlijn 2001/83/EG , Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (1a), of Richtlijn 2008/68/EG vallen;

 

Amendement 73

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 41

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

41)

“composteerbare verpakking”: verpakking die zodanig fysisch, chemisch, thermisch of biologisch kan worden afgebroken dat het grootste deel van de resulterende compost uiteindelijk afbreekt tot koolstofdioxide, minerale zouten, biomassa en water, overeenkomstig artikel 47, lid  4 , en geen belemmering vormt voor de gescheiden afvalinzameling en het composteerproces of de composteringsactiviteit waarin het onder industrieel gecontroleerde omstandigheden wordt geïntroduceerd;

41)

“composteerbare verpakking”: verpakking die zodanig fysisch, chemisch, thermisch of biologisch kan worden afgebroken dat het grootste deel van de resulterende compost uiteindelijk afbreekt tot koolstofdioxide, minerale zouten, biomassa en water, overeenkomstig artikel 47, lid  8 , en geen belemmering vormt voor de gescheiden afvalinzameling en het composteer- of anaerobevergistingsproces of de composteringsactiviteit waarin het onder industrieel gecontroleerde omstandigheden wordt geïntroduceerd , overeenkomstig de toepasselijke eisen van de geharmoniseerde Europese norm EN 13432 ;

Amendement 74

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 41 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

41 bis)

“voor thuiscompostering geschikte verpakking”: verpakking die ook biologisch afbreekbaar is in een niet-gecontroleerde omgeving, in vergelijking met industriële composteerinstallaties, en waarvan het composteerproces door particulieren wordt uitgevoerd met als doel compost voor eigen gebruik te produceren;

Amendement 75

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 41 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

41 ter)

“biogebaseerde kunststof”: een kunststof waarvan de grondstoffen zijn gemaakt van biomassa  (1a);

 

Amendement 76

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 50

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

50)

“statiegeld”: een vast geldbedrag dat geen deel uitmaakt van de prijs van een verpakt of gevuld product en dat van de eindgebruiker wordt geïnd bij de aankoop van een dergelijk verpakt of gevuld product dat onder een statiegeldregeling in een bepaalde lidstaat valt, en dat wordt terugbetaald wanneer de eindgebruiker de statiegeldverpakking terugbrengt naar een daartoe bestemd inzamelpunt;

50)

“statiegeld”: een bepaald geldbedrag dat geen deel uitmaakt van de prijs van een verpakt of gevuld product en dat van de eindgebruiker wordt geïnd bij de aankoop van een dergelijk verpakt of gevuld product dat onder een statiegeldregeling in een bepaalde lidstaat valt, en dat wordt terugbetaald wanneer de eindgebruiker of een andere persoon de statiegeldverpakking terugbrengt naar een daartoe bestemd inzamelpunt;

Amendement 77

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 51

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

51)

“statiegeldregeling”: een systeem waarbij de eindgebruiker statiegeld wordt aangerekend bij de aankoop van een verpakt of gevuld product dat onder deze regeling valt en waarbij dit statiegeld wordt terugbetaald wanneer de eindgebruiker de statiegeldverpakking terugbrengt naar een daartoe bestemd inzamelpunt;

51)

“statiegeldregeling”: een systeem waarbij de eindgebruiker statiegeld wordt aangerekend bij de aankoop van een verpakt of gevuld product dat onder deze regeling valt en waarbij dit statiegeld wordt terugbetaald wanneer de eindgebruiker de statiegeldverpakking terugbrengt naar een daartoe bestemd inzamelpunt of achterlaat in een daartoe bestemde afvalbak, thuis of in een openbare ruimte ;

Amendement 78

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – punt 57

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

57)

“verpakking die een risico inhoudt”: een verpakking die, door niet te voldoen aan een in of uit hoofde van deze verordening vastgestelde eis die niet in artikel 56, lid 1, is vermeld, negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu of andere maatschappelijke belangen die door middel van de desbetreffende eis worden beschermd;

57)

“verpakking die een risico inhoudt”: een verpakking die, door niet te voldoen aan een in of uit hoofde van deze verordening vastgestelde eis die niet in artikel 56, lid 1, is vermeld, negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu , de gezondheid of andere maatschappelijke belangen die door middel van de desbetreffende eis worden beschermd;

Amendement 79

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.     Naast de in artikel 11 vastgestelde etiketteringseisen kunnen lidstaten voorzien in nadere etiketteringseisen om de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of een andere statiegeldregeling dan de regelingen als omschreven in artikel 44, lid 1, vast te stellen.

Schrappen

Amendement 80

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Verpakkingen worden zodanig vervaardigd dat de aanwezigheid en concentratie van zorgwekkende stoffen als bestanddelen van het verpakkingsmateriaal of verpakkingsonderdelen tot een minimum wordt beperkt, ook met betrekking tot de aanwezigheid daarvan in emissies en andere resultaten van afvalbeheer, zoals secundaire grondstoffen, as of ander materiaal voor definitieve verwijdering.

1.   Verpakkingen worden zodanig vervaardigd dat de aanwezigheid en concentratie van zorgwekkende stoffen als bestanddelen van het verpakkingsmateriaal of verpakkingsonderdelen tot een minimum wordt beperkt, ook met betrekking tot de aanwezigheid daarvan in emissies en andere resultaten van afvalbeheer, zoals secundaire grondstoffen, as of ander materiaal voor definitieve verwijdering , en de negatieve gevolgen voor het milieu vanwege microplastics .

Amendement 81

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     Verpakkingen die met levensmiddelen in contact komen en opzettelijk toegevoegde per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) bevatten, mogen niet meer in de handel worden gebracht met ingang van ... [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Amendement 82

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter.     Verpakkingen die met levensmiddelen in contact komen en opzettelijk toegevoegd bisfenol A (BPA, CAS 80-05-7) bevatten, mogen niet meer in de handel worden gebracht met ingang van ... [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Amendement 83

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   In de technische documentatie die wordt opgesteld overeenkomstig bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van lid  2 wordt voldaan.

3.   In de technische documentatie die wordt opgesteld overeenkomstig bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1,  2 , 2 bis en 2 ter wordt voldaan.

Amendement 84

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Eisen inzake recyclebaarheid in de uit hoofde van artikel 6, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handelingen mogen de aanwezigheid van stoffen in verpakkingen of verpakkingsonderdelen niet beperken om redenen die hoofdzakelijk verband houden met de chemische veiligheid. Met dergelijke eisen worden , naargelang het geval, zorgwekkende stoffen aangepakt die een negatieve invloed hebben op het hergebruik en de recycling van materialen in verpakkingen waarin zij aanwezig zijn, en worden de specifieke betrokken stoffen en de bijbehorende criteria en beperkingen vastgesteld.

4.    Onverminderd de leden 2 bis en 2 ter beperken de eisen inzake recyclebaarheid in de uit hoofde van artikel 6, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handelingen de aanwezigheid van stoffen in verpakkingen of verpakkingsonderdelen niet om redenen die hoofdzakelijk verband houden met de chemische veiligheid , tenzij sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van de mens of het milieu dat voortvloeit uit het gebruik van een stof in de verpakking in enig stadium van de levenscyclus ervan . Met dergelijke eisen worden ook zorgwekkende stoffen aangepakt die een negatieve invloed hebben op het hergebruik , de sortering en de recycling van materialen in verpakkingen waarin zij aanwezig zijn, en worden de specifieke betrokken stoffen en de bijbehorende criteria en beperkingen vastgesteld.

Amendement 85

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Alle verpakkingen moeten recyclebaar zijn .

Alle verpakkingen die in de handel worden gebracht, zijn recyclebaar in overeenstemming met lid 2 .

Amendement 86

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

zijn ontwerpen met het oog op recycling;

a)

zijn ontworpen met het oog op recycling , in overeenstemming met de gedelegeerde handelingen die door de Commissie uit hoofde van lid 4 zijn vastgesteld ;

Amendement 415

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)

zodanig kunnen worden gerecycled dat de resulterende secundaire grondstoffen van voldoende kwaliteit zijn om de primaire grondstoffen te vervangen;

d)

zodanig kunnen worden gerecycled dat de resulterende secundaire grondstoffen van voldoende kwaliteit zijn om primaire grondstoffen te vervangen;

Amendement 87

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)

op grote schaal kunnen worden gerecycled .

e)

op grote schaal recyclebaar zijn volgens de methode die is vastgesteld in de gedelegeerde handelingen die door de Commissie uit hoofde van lid 6 zijn vastgesteld .

Amendement 88

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 2 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Punt  a) is van toepassing met ingang van 1 januari 2030 en punt e) is van toepassing met ingang van 1 januari 2035 .

De punten a) tot en met d) zijn van toepassing met ingang van 36 maanden vanaf de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en punt e) is van toepassing met ingang van 36 maanden vanaf de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen .

Amendement 89

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.    Vanaf 1 januari 2030 moeten recyclebare verpakkingen voldoen aan de ontwerpcriteria voor recycling van de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen, en vanaf 1 januari 2035 moeten zij ook voldoen aan de criteria voor recycling op grote schaal van de uit hoofde van lid 6 vastgestelde gedelegeerde handelingen. Indien die verpakkingen in overeenstemming zijn met die gedelegeerde handelingen, worden zij ook geacht in overeenstemming te zijn met lid 2, punten a) en e).

3.   Recyclebare verpakkingen:

 

a)

voldoen, uiterlijk 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen, aan de ontwerpcriteria voor recycling van de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen; en

 

b)

voldoen aan de criteria voor recycling op grote schaal van de uit hoofde van lid 6 vastgestelde gedelegeerde handelingen, uiterlijk 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen, naast punt a) van dit lid.

 

Indien die verpakkingen in overeenstemming zijn met die gedelegeerde handelingen, worden zij ook geacht in overeenstemming te zijn met lid 2, punten a) en e).

Amendement 90

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Met de in lid 3 bedoelde criteria en eisen moet het volgende worden vastgesteld:

 

a)

hoe het resultaat van de beoordeling van de recyclebaarheid in prestatieklassen voor recycling van A tot en met E moet worden uitgedrukt, overeenkomstig tabel 3 van bijlage II, op basis van het gewichtspercentage van de verpakkingseenheid dat overeenkomstig lid 1 recyclebaar is;

 

b)

gedetailleerde ontwerpcriteria voor recycling, met inbegrip van, in voorkomend geval, specifieke eisen voor hoogwaardige recycling, voor elk verpakkingsmateriaal en elke verpakkingscategorie als vermeld in tabel 1 van bijlage II;

 

c)

een beschrijving van de voorwaarden voor de naleving van de respectieve prestatieklassen voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde verpakkingscategorie;

 

d)

de afstemming van de financiële bijdragen die producenten moeten betalen om aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te voldoen, als bedoeld in artikel 40 en gebaseerd op de prestatieklasse van de verpakkingen;

 

e)

de manier waarop de recyclebaarheid op grote schaal voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde verpakkingscategorie moet worden beoordeeld om bijgewerkte prestatieklassen voor recyclebaarheid vast te stellen.

Amendement 91

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met ontwerpcriteria voor recycling en prestatieklassen voor recycling van verpakkingen op basis van de criteria en parameters in tabel 2 van bijlage II voor in tabel 1 van die bijlage vermelde verpakkingscategorieën, en met regels voor afstemming van financiële bijdragen die producenten moeten betalen om aan de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van artikel 40, lid 1, te voldoen, die zijn gebaseerd op de prestatieklasse voor recycling van de verpakking en voor kunststofverpakkingen op het gehalte aan gerecycled materiaal . In de ontwerpcriteria voor recycling, die voor alle verpakkingscomponenten gelden, wordt rekening gehouden met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen.

Uiterlijk op 1 januari 2027 stelt de Commissie , na raadpleging van het krachtens artikel 12 bis opgerichte verpakkingsforum en rekening houdend met de door de Europese normalisatieorganisaties ontwikkelde normen , overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen, teneinde:

 

a)

ontwerpcriteria voor recycling en prestatieklassen voor recyclebaarheid op te stellen op basis van de criteria en parameters in de tabellen 2 en 2 bis van bijlage II voor in tabel 1 van die bijlage vermelde verpakkingscategorieën . In de ontwerpcriteria voor recycling, die voor alle verpakkingscomponenten gelden, wordt rekening gehouden met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen;

 

b)

regels vast te stellen voor de afstemming van financiële bijdragen die producenten moeten betalen om aan de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van artikel 40, lid 1, te voldoen, die zijn gebaseerd op de prestatieklasse voor recycling van de verpakking en , indien van toepassing, het gehalte aan gerecycled materiaal.

Amendement 92

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om tabel 1 van de bijlage te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen op het gebied van het ontwerp van materialen en producten, en de infrastructuur voor inzameling, sortering en recycling.

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om tabel 1 van bijlage II te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen op het gebied van het ontwerp van materialen en producten, en de infrastructuur voor inzameling, sortering en recycling.

Amendement 93

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Vanaf 1 januari 2030 worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij niet van prestatieklasse E zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling.

Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij van prestatieklasse E zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling.

Amendement 94

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Vanaf 96 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij van prestatieklasse D of lager zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling.

Amendement 95

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – alinea 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als deze niet voldoen aan de criteria voor recyclebaarheid op grote schaal van de uit hoofde van lid 6 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Amendement 96

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 5 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die criteria zijn ten minste gebaseerd op de in tabel 2 van bijlage II vermelde parameters.

Schrappen

Amendement 97

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.   De Commissie stelt voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakkingen de methode vast om te beoordelen of verpakkingen op grote schaal kunnen worden gerecycled. Die methode wordt gebaseerd op ten minste de volgende elementen:

6.   De Commissie stelt uiterlijk 60 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast ter aanvulling van deze verordening, voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakkingen teneinde de methode vast te stellen om te beoordelen of verpakkingen op grote schaal kunnen worden gerecycled. Die methode wordt gebaseerd op ten minste de volgende elementen:

Amendement 98

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

de hoeveelheid gescheiden ingezameld verpakkingsafval, per in tabel 1 van bijlage II vermeld verpakkingsmateriaal, in de hele Unie en in elke lidstaat;

b)

de hoeveelheid gescheiden ingezameld verpakkingsafval, per in tabel 1 van bijlage II vermeld verpakkingsmateriaal, in de hele Unie en in elke lidstaat , met inachtneming van de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van artikel 43 van deze verordening ;

Amendement 99

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)

geïnstalleerd vermogen in de hele Unie van de infrastructuur voor het sorteren en recyclen van elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakking.

d)

geïnstalleerd vermogen in de hele Unie van de infrastructuur voor het sorteren en recyclen van elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakking , met inachtneming van de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van artikel 43 van deze verordening .

Amendement 100

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 6 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De in de punten a) tot en met d) bedoelde gegevens zijn beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk voor het publiek.

Amendement 101

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.     Met de in lid 3 bedoelde criteria en eisen moet het volgende worden vastgesteld:

Schrappen

a)

hoe het resultaat van de beoordeling van de recyclebaarheid in prestatieklassen voor recycling van A tot en met E moet worden uitgedrukt, zoals beschreven in tabel 3 van bijlage II, op basis van het gewichtspercentage van de verpakkingseenheid dat overeenkomstig lid 1 recyclebaar is;

 

b)

gedetailleerde ontwerpcriteria voor recycling voor elk verpakkingsmateriaal en elke verpakkingscategorie als vermeld in tabel 1 van bijlage II;

 

c)

een beschrijving van de voorwaarden voor de naleving van de respectieve prestatieklassen voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde verpakkingscategorie;

 

d)

de afstemming van de financiële bijdragen die producenten moeten betalen om aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te voldoen, als bedoeld in artikel 40 en gebaseerd op de prestatieklasse van de verpakkingen;

 

e)

de manier waarop de recyclebaarheid op grote schaal voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde verpakkingscategorie moet worden beoordeeld om vanaf 2035 bijgewerkte prestatieklassen voor recyclebaarheid vast te stellen.

 

Amendement 102

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.     Wanneer dat een aantoonbaar milieuvoordeel oplevert en technisch haalbaar is, kunnen de lidstaten, met name door middel van overeenkomstig de artikel 44 opgezette regelingen, voorrang geven aan recycling van verpakkingen, zodat deze vervolgens op dezelfde manier of voor een soortgelijke toepassing kunnen worden gerecycled en gebruikt, met een minimaal verlies aan kwantiteit, kwaliteit of functie, waarbij producenten die verplicht zijn streefcijfers voor gerecycled materiaal te halen, eerlijke toegang hebben tot het materiaal dat van de gerecyclede verpakking afkomstig is.

Amendement 103

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 2 en 3 is voldaan.

In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 2 en 3 is voldaan en moet rekening worden gehouden met de volgende elementen:

Amendement 104

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer een verpakkingseenheid geïntegreerde onderdelen bevat, omvat de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal alle geïntegreerde componenten.

a)

wanneer een verpakkingseenheid geïntegreerde onderdelen bevat, omvat de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal alle geïntegreerde componenten;

Amendement 105

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer een verpakkingseenheid afzonderlijke onderdelen bevat, wordt de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal afzonderlijk voor elk afzonderlijk onderdeel uitgevoerd.

b)

wanneer een verpakkingseenheid afzonderlijke onderdelen bevat, wordt de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal afzonderlijk voor elk afzonderlijk onderdeel uitgevoerd. Indien geïntegreerde onderdelen van de verpakkingseenheid eenvoudig handmatig kunnen worden gescheiden en er duidelijke instructies zijn voor de consument, is de algehele recyclebaarheid een combinatie van de beoordelingen voor elk afzonderlijk onderdeel;

Amendement 106

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 8 – alinea 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Alle onderdelen van een verpakkingseenheid moeten compatibel zijn met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen en mogen geen afbreuk doen aan de recyclebaarheid van het hoofddeel van de verpakkingseenheid.

c)

alle onderdelen van een verpakkingseenheid moeten compatibel zijn met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen en mogen geen afbreuk doen aan de recyclebaarheid van het hoofddeel van de verpakkingseenheid.

Amendement 107

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 9 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Vanaf 1 januari 2030 mogen, in afwijking van de leden 2 en 3 , innovatieve verpakkingen in de handel worden gebracht tot maximaal vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin zij in de handel zijn gebracht.

Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en in afwijking van de eisen uit hoofde van dit artikel , mogen innovatieve verpakkingen in de handel worden gebracht tot maximaal vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin zij in de handel zijn gebracht.

Amendement 108

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 9 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie houdt voortdurend toezicht op de gevolgen van de in de eerste alinea bedoelde afwijking voor de hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen. De Commissie stelt in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel vast met het oog op de wijziging van de eerste alinea.

Amendement 109

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 9 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer van deze afwijking gebruik wordt gemaakt, gaan innovatieve verpakkingen vergezeld van technische documentatie als bedoeld in bijlage VII waaruit het innovatieve karakter ervan en overeenstemming met de definitie in artikel 3, punt  34 , van deze verordening blijkt.

Innovatieve verpakkingen gaan vergezeld van technische documentatie als bedoeld in bijlage VII waaruit het innovatieve karakter ervan , het algemene milieuvoordeel, en overeenstemming met de definitie in artikel 3, punt  37 , van deze verordening blijkt.

Amendementen 110 en 369

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 9 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Na afloop van de in de eerste alinea bedoelde periode gaan dergelijke verpakkingen vergezeld van de in lid 8 bedoelde technische documentatie.

Na afloop van de in de eerste alinea bedoelde periode gaan dergelijke verpakkingen vergezeld van de in lid 8 bedoelde technische documentatie en zijn zij derhalve in overeenstemming met de eisen van dit artikel .

 

De lidstaten streven er voortdurend naar de inzamelings- en sorteerinfrastructuren voor innovatieve verpakkingen te verbeteren met verwachte milieuvoordelen.

Amendement 111

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.   Tot en met 31 december 2034 is dit artikel niet van toepassing op:

10.   Tot 72 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handeling is dit artikel niet van toepassing op:

Amendement 112

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen;

b)

contactgevoelige verpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen;

Amendement 113

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 vallen.

c)

contactgevoelige verpakkingen van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek die onder Verordening (EU) 2017/746 vallen.

Amendement 114

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis)

contactgevoelige verpakkingen voor zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, verwerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding, en voeding voor bijzondere medische doeleinden zoals gedefinieerd in artikel 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 609/2013.

Amendement 392

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis.     Totdat de Commissie de status ervan overeenkomstig lid 10 ter van dit artikel heeft beoordeeld, is dit artikel niet van toepassing op houten en wassen verpakkingen die onder Verordening (EG) nr. 1935/2004 vallen.

Amendement 115

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 10 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 ter.     De Commissie beoordeelt of het noodzakelijk is de op grond van lid 10 vastgestelde afwijking te verlengen. In die beoordeling wordt rekening gehouden met de beschikbare wetenschappelijke richtsnoeren van relevante regelgevende instanties, de wetenschappelijke en technische vooruitgang en de beschikbaarheid en prijzen van recyclebare materialen. Op basis daarvan en na relevante belanghebbenden te hebben geraadpleegd, presenteert de Commissie in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel.

Amendement 116

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

11.   De financiële bijdragen die producenten moeten betalen om te voldoen aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 40 worden afgestemd op de prestatieklasse voor recyclebaarheid als bepaald overeenkomstig de in de leden 4 en 6 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen en overeenkomstig artikel 7, lid 6.

11.   De financiële bijdragen die producenten moeten betalen om te voldoen aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 40 worden afgestemd op de prestatieklasse voor recyclebaarheid als bepaald overeenkomstig de in de leden 4 en 6 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen en overeenkomstig artikel 7, lid 6. Financiële bijdragen worden in overeenstemming met artikel 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG bestemd voor de financiering van de nettokosten van de inzamelings-, sorteer- en recyclinginfrastructuur voor de soort verpakkingen waarvoor deze bijdragen zijn betaald, waarbij de categorieën uit tabel 1 van bijlage II worden gehanteerd.

Amendementen 117, 427 en 450

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 6 bis

 

Inerte verpakkingen

 

Uiterlijk op 1 januari 2029 stelt de Commissie overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening waar nodig aan te vullen teneinde eventuele problemen bij de toepassing van de bepalingen van deze verordening op te vangen, met name voor verpakkingsmateriaal dat inert is en in zeer kleine hoeveelheden (d.w.z. ongeveer 0,1 gewichtsprocent) in de Unie in de handel wordt gebracht.

 

De verplichtingen uit hoofde van artikel 6 zijn niet van toepassing op dit soort verpakkingen totdat die gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld.

Amendement 118

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Vanaf 1 januari 2030 bevat het kunststof gedeelte van elke verpakkingseenheid het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen:

1.   Vanaf 1 januari 2030 bevat het kunststof gedeelte van verpakkingen die in de handel worden gebracht, tenzij dit leidt tot niet-naleving van de op het niveau van de Unie vastgestelde voedselveiligheidsvoorschriften, het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen , per verpakkingsformaat als bedoeld in tabel 1 van bijlage II, berekend als een gemiddelde per productiefaciliteit, per jaar :

Amendement 119

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

30 % voor contactgevoelige verpakkingen met polyethyleentereftalaat (pet) als belangrijkste bestanddeel;

a)

30 % voor contactgevoelige verpakkingen met polyethyleentereftalaat (pet) als belangrijkste bestanddeel , met uitzondering van drankflessen voor eenmalig gebruik ;

Amendement 120

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

10  % voor contactgevoelige verpakkingen van een ander kunststofmateriaal dan pet, met uitzondering van kunststof drankflessen voor eenmalig gebruik;

b)

7,5  % voor contactgevoelige verpakkingen van een ander kunststofmateriaal dan pet, met uitzondering van kunststof drankflessen voor eenmalig gebruik;

Amendement 121

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 – punt d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)

35 % voor andere verpakkingen dan de in de punten a), b) en c) bedoelde verpakkingen.

d)

35 % voor andere kunststof verpakkingen dan de in de punten a), b) en c) bedoelde verpakkingen.

Amendement 122

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Vanaf 1 januari 2040 bevat het kunststof gedeelte van elke verpakkingseenheid het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen:

2.   Vanaf 1 januari 2040 bevat het kunststof gedeelte van verpakkingen het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen per verpakkingsformaat zoals bedoeld in tabel 1 van bijlage II, per productiefaciliteit, per jaar :

Amendement 123

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)

25 % voor contactgevoelige verpakkingen van een ander kunststofmateriaal dan pet.

Amendement 124

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 1 en 2 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar beantwoorden aan de definitie van micro-ondernemingen in overeenstemming met Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie  (1a).

 

Amendement 125

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen;

b)

contactgevoelige kunststofverpakkingen van medische hulpmiddelen , of hulpmiddelen die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik bij onderzoek en onderzoekshulpmiddelen die onder Verordening (EU) 2017/745 vallen;

Amendement 126

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)

contactgevoelige kunststofverpakkingen voor levensmiddelen bestemd voor zuigelingen en peuters en levensmiddelen voor speciale medische doeleinden en verpakkingen voor dranken en levensmiddelen die gewoonlijk worden gebruikt voor peuters als gedefinieerd in artikel 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 609/2013;

Amendement 127

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt d ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d ter)

verpakkingen van benodigdheden, bestanddelen, en onmiddellijke verpakkingsonderdelen voor de vervaardiging van geneesmiddelen krachtens Richtlijn 2001/83/EG en diergeneesmiddelen krachtens Verordening (EU) 2019/6, wanneer dergelijke verpakkingen nodig zijn om te voldoen aan de kwaliteitsnormen van het geneesmiddel.

Amendement 128

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op composteerbare verpakkingen.

4.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

 

a)

composteerbare verpakkingen;

 

b)

inkt, kleefstoffen, verf, vernis en lak die op verpakkingen worden gebruikt;

 

c)

elk kunststof deel dat minder dan 5 % van het totale gewicht van de volledige verpakkingseenheid uitmaakt.

Amendement 502

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op kunststofverpakkingen die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen, indien de hoeveelheid gerecycled materiaal een bedreiging vormt voor de menselijke gezondheid en de naleving van de voorschriften door de producten in het gedrang dreigt te brengen.

Amendement 129

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.     De lidstaten zorgen ervoor dat uitgebreide inzamelings- en sorteerinfrastructuur aanwezig is om recycling mogelijk te maken en de beschikbaarheid van kunststof grondstoffen voor recycling te waarborgen.

Amendement 130

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.   In de technische informatie met betrekking tot verpakking als bedoeld in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1 en 3 is voldaan.

5.   In de technische informatie met betrekking tot verpakking als bedoeld in bijlage VII moet door de marktdeelnemers worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1 en 3 is voldaan.

Amendement 131

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.   Uiterlijk op 31 december 2026 wordt de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen tot bepaling van de methode voor de berekening en verificatie van het percentage aan gerecycled materiaal dat na consumptie uit kunststofafval is teruggewonnen per kunststof verpakkingseenheid en tot bepaling van het formaat voor de in bijlage VII bedoelde technische documentatie. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld .

7.   Uiterlijk op 31 december 2026 stelt de Commissie in overeenstemming met artikel 58 gedelegeerde handelingen in aanvulling op deze verordening vast tot bepaling van de methode voor de berekening en verificatie van het percentage aan gerecycled materiaal dat na consumptie uit kunststofafval is teruggewonnen en tot bepaling van het formaat voor de in bijlage VII bedoelde technische documentatie. In deze gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met de milieueffecten van het recyclingproces .

Amendement 132

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8.   Vanaf 1 januari 2029 moet de berekening en verificatie van het percentage gerecycled materiaal in verpakkingen overeenkomstig lid 1 voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in de in lid 7 bedoelde uitvoeringshandeling .

8.   Vanaf 1 januari 2029 moet de berekening en verificatie van het percentage gerecycled materiaal in verpakkingen overeenkomstig lid 1 voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in de in lid 7 bedoelde gedelegeerde handeling .

Amendement 133

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 9 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 1 januari 2028 beoordeelt de Commissie of het nodig is om van het minimumpercentage van lid 1 , punten b) en  d) , af te wijken voor specifieke kunststofverpakkingen , of om de in lid 3 vastgestelde afwijking te herzien voor specifieke kunststofverpakkingen .

Uiterlijk op 1 januari 2032 beoordeelt de Commissie de situatie met betrekking tot het gebruik van gerecyclede verpakkingsmaterialen in kunststoffen, met bijzondere aandacht voor het gebrek aan beschikbaarheid van gerecyclede kunststoffen of de negatieve gevolgen voor de gezondheid van mens of dier , de continuïteit van de voedselvoorziening en het milieu , indien er geen geschikte technologieën voor de recycling van kunststofverpakkingen beschikbaar zijn omdat daarvoor op grond van de Unieregels geen vergunning is verleend of omdat die in de praktijk niet voldoende zijn geïnstalleerd of onvoldoende hulpbronnen- en energie-efficiënt zijn .

Amendement 134

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 9 – alinea 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

te voorzien in afwijkingen van het toepassingsgebied, het tijdschema of de hoogte van het in lid  1, punten b) en d), bedoelde percentage voor specifieke kunststofverpakkingen, en in voorkomend geval

a)

te voorzien in afwijkingen van het toepassingsgebied, het tijdschema of de hoogte van het in lid  2 bedoelde percentage

Amendement 135

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 9 – alinea 2 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)

de in de leden 1 en 2 vastgestelde streefcijfers te wijzigen;

Amendement 136

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 9 – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

indien er geen geschikte technologieën voor de recycling van kunststofverpakkingen beschikbaar zijn omdat daarvoor op grond van de Unieregels geen vergunning voor is verleend of omdat die in de praktijk niet voldoende zijn geïnstalleerd.

Schrappen

Amendement 137

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.     Indien dit gerechtvaardigd is door ontbrekende of excessief geprijsde specifieke gerecyclede kunststoffen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van mens of dier, de veiligheid of het milieu, waardoor het uiterst moeilijk wordt om aan de in de leden 1 en 2 vastgestelde minimumpercentages gerecycled materiaal te voldoen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 58 een gedelegeerde handeling vast te stellen om de leden 1 en 2 te wijzigen door de minimumpercentages dienovereenkomstig aan te passen. Wanneer de Commissie evalueert of een dergelijke aanpassing gerechtvaardigd is, beoordeelt zij verzoeken van natuurlijke of rechtspersonen die vergezeld gaan van relevante informatie en gegevens over de marktsituatie voor dit kunststofafval na consumptie en het beste beschikbare bewijsmateriaal met betrekking tot de daaraan verbonden risico’s voor de gezondheid van mens en dier, voor de continuïteit van de voedselvoorziening of voor het milieu.

Schrappen

Amendement 138

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 11 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

11 bis.     Uiterlijk op 31 december 2025 publiceert de Commissie een verslag waarin wordt beoordeeld of het mogelijk is streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde kunststofgrondstoffen in verpakkingen om de in artikel 7, leden 1 en 2, vastgestelde streefcijfers te halen.

 

In voorkomend geval en op basis van het in lid 1 bedoelde verslag dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in om:

 

a)

streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde kunststofgrondstoffen in verpakkingen;

 

b)

duurzaamheidseisen vast te stellen voor biogebaseerde kunststofgrondstoffen om in aanmerking te komen om te worden meegerekend voor de streefcijfers, rekening houdend met de bestaande duurzaamheidscriteria van artikel 29 van Richtlijn (EU) 2018/2001;

 

c)

de mogelijkheid in te voeren om tot maximaal 50 % van de streefcijfers van artikel 7, leden 1 en 2, te halen door gebruik te maken van biogebaseerde kunststofgrondstoffen.

Amendement 461

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 7 bis

 

Biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen

 

Uiterlijk op 31 december 2025 publiceert de Commissie een verslag waarin wordt beoordeeld of het mogelijk is streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen. In voorkomend geval en op basis van dat verslag dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in om:

 

a)

duurzaamheidseisen vast te stellen voor biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen, rekening houdend met de bestaande duurzaamheidscriteria van artikel 29 van Richtlijn (EU) 2018/2001;

 

b)

streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen.

Amendement 139

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 24  maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] moeten in artikel 3, lid 1, punten  f ) en g ), bedoelde verpakkingen, stickers op fruit en groenten en zeer lichte plastic draagtassen composteerbaar zijn onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval.

1.   Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 36  maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] moeten in artikel 3, lid 1, punt  f), bedoelde verpakkingen, stickers op fruit en groenten composteerbaar zijn volgens de normen voor thuiscomposteren of onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval.

Amendement 140

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Uiterlijk ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] moeten zeer lichte plastic draagtassen die noodzakelijk zijn voor losse levensmiddelen omwille van de hygiëne of die worden verstrekt als primaire verpakking voor losse levensmiddelen wanneer dit bijdraagt tot het voorkomen van voedselverspilling, composteerbaar zijn onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval, en derhalve moet worden toegestaan dat zij worden ingezameld in bakken voor biologisch afval.

Amendement 141

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Indien er passende afvalinzamelingsregelingen en afvalverwerkingsinfrastructuur beschikbaar zijn om te waarborgen dat de in lid 1 bedoelde verpakkingen in de beheerstroom voor organisch afval terechtkomen, zijn de lidstaten bevoegd te vereisen dat lichte plastic draagtassen alleen voor het eerst op hun grondgebied in de handel mogen worden gebracht als kan worden aangetoond dat die lichte plastic draagtassen volledig zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren die onder industrieel gecontroleerde omstandigheden composteerbaar zijn.

2.   Indien er passende afvalinzamelingsregelingen en afvalverwerkingsinfrastructuur beschikbaar zijn om te waarborgen dat de in lid 1 bedoelde verpakkingen in de beheerstroom voor organisch afval terechtkomen, mogen de lidstaten die artikel 22 van Richtlijn 2008/98/EG ten uitvoer hebben gelegd, vereisen dat lichte plastic draagtassen alleen voor het eerst op hun grondgebied in de handel mogen worden gebracht als kan worden aangetoond dat die lichte plastic draagtassen composteerbaar zijn.

Amendement 142

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 24  maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] moet materiaal van andere verpakkingen dan de in de leden 1 en 2 bedoelde verpakkingen, met inbegrip van verpakkingen die zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren, kunnen worden gerecycled zonder afbreuk te doen aan de recyclebaarheid van andere afvalstromen.

3.   Uiterlijk op ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36  maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening] moet materiaal van andere verpakkingen dan de in de leden 1 en 2 bedoelde verpakkingen, met inbegrip van verpakkingen die zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren en andere biologisch afbreekbare materialen , kunnen worden gerecycled in overeenstemming met artikel 6 en zonder afbreuk te doen aan de recyclebaarheid van andere afvalstromen.

Amendement 143

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     In afwijking van artikel 8, lid 3, zijn de lidstaten bevoegd te vereisen dat verpakkingen die composteerbaar zijn op hun grondgebied in het kader van de bioafvalstroom mogen worden verwerkt.

Amendement 144

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de leden 1 en 2 van dit artikel te wijzigen door andere soorten verpakking toe te voegen aan de soorten verpakking die onder die leden vallen, indien dit gerechtvaardigd en passend is als gevolg van technologische en regelgevingsontwikkelingen die van invloed zijn op de verwijdering van composteerbare verpakkingen, en onder de in bijlage III vastgestelde voorwaarden.

5.   De Commissie is bevoegd om, na raadpleging van deskundigengroepen, overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de leden 1 , 1 bis en 2 van dit artikel te wijzigen door andere soorten verpakking toe te voegen aan de soorten verpakking die onder die leden vallen, indien dit gerechtvaardigd en passend is als gevolg van technologische en regelgevingsontwikkelingen , onder meer met betrekking tot de etikettering van composteerbaarheid, die van invloed zijn op de verwijdering van composteerbare verpakkingen, en onder de in bijlage III vastgestelde voorwaarden.

Amendement 145

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.     Uiterlijk op 31 mei 2025 verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties de geharmoniseerde norm “Eisen voor verpakking terugwinbaar door compostering en biodegradatie – beproevingsschema en evaluatiecriteria” (EN 13432) bij te werken.

 

Uiterlijk op 31 mei 2025 verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties tevens geharmoniseerde normen op te stellen met de gedetailleerde technische specificaties van de vereisten voor thuiscomposteerbare verpakkingen in dit artikel.

Amendement 416

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.    Verpakkingen worden zodanig ontworpen dat het gewicht en volume ervan worden beperkt tot het minimum dat nodig is om de functionaliteit ervan te waarborgen, rekening houdend met het materiaal waaruit de verpakkingen bestaan.

1.    Uiterlijk op 1 januari 2030 worden verpakkingen zodanig ontworpen dat het gewicht en volume ervan worden beperkt tot het minimum dat nodig is om de functies ervan zoals vastgesteld in bijlage IV, deel 1, en het doel van het product te waarborgen, rekening houdend met de vorm van de verpakkingen en het materiaal waaruit de verpakkingen bestaan.

Amendement 147

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Verpakkingen die niet nodig zijn om aan een van de prestatiecriteria van bijlage IV te voldoen en verpakkingen met kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld om de indruk van een groter productvolume te wekken, zoals dubbele wanden, valse bodems en onnodige lagen, mogen niet in de handel worden gebracht, tenzij het verpakkingsontwerp onder krachtens het Unierecht beschermde herkomstaanduidingen valt .

2.   Verpakkingen die niet nodig zijn om aan een van de prestatiecriteria van bijlage IV te voldoen , en verpakkingen met kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld om de indruk van een groter productvolume te wekken, zoals dubbele wanden, valse bodems en onnodige lagen, mogen niet in de handel worden gebracht, tenzij het verpakkingsontwerp onder herkomstaanduidingen krachtens het Unierecht valt of krachtens Verordening (EG) nr. 6/2002 wettelijk beschermd is .

Amendement 148

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     Uiterlijk ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening] verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties geharmoniseerde normen op te stellen of bij te werken, waar passend, om een methode vast te stellen om de voorschriften inzake de minimalisering van verpakkingen uit hoofde van deze verordening te berekenen en de naleving van deze voorschriften te verifiëren. Voor de meest gangbare verpakkingstypes en -formaten moeten in dergelijke normen de maximale gewichts- en volumegrenzen en, indien van toepassing, de wanddikte en de maximale lege ruimte worden gespecificeerd.

Amendement 149

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4 – alinea 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

eventuele testresultaten, studies of andere relevante bronnen die zijn gebruikt om het minimaal noodzakelijke volume of gewicht van de verpakking te beoordelen.

c)

eventuele testresultaten, studies of andere relevante bronnen , zoals modellerings- en simulatiestudies, die zijn gebruikt om het minimaal noodzakelijke volume of gewicht van de verpakking te beoordelen.

Amendement 150

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Micro-ondernemingen als bedoeld in artikel 22, lid 3, zijn vrijgesteld van de in dit lid vastgestelde verplichting.

Amendement 151

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Verpakkingen worden als herbruikbaar beschouwd indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

1.    In de handel gebrachte verpakkingen worden als herbruikbaar beschouwd indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

Amendement 152

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

zij zijn bedacht, ontworpen en in de handel gebracht met het oog op hergebruik of navulling ;

a)

zij zijn bedacht, ontworpen en in de handel gebracht met het oog op meermalig hergebruik;

Amendement 153

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

zij zijn bedacht en ontworpen om onder normaal voorspelbare gebruiksomstandigheden zo veel mogelijk trajecten of omlopen te doorlopen;

b)

zij zijn bedacht en ontworpen om onder normaal voorspelbare gebruiksomstandigheden zo veel mogelijk omlopen te doorlopen;

Amendement 154

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 – punt h bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

h bis)

zij voldoen aan de vereisten in verband met consumentengezondheid, veiligheid en hygiëne.

Amendement 155

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Uiterlijk ... [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie een gedelegeerde handeling vast tot vaststelling van een minimaal aantal omlopen, zoals bedoeld in lid 1, punt b), voor herbruikbare verpakkingen van verschillende en relevante materiaal- en verpakkingscategorieën.

Amendement 156

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 ter

 

Rechtvaardige transitie

 

Vanaf 2025 voeren de lidstaten om de twee jaar werkgelegenheidseffectbeoordelingen (WEB’s) uit, waarmee de gevolgen worden beoordeeld van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen voor het aantal gecreëerde, gewijzigde en geschrapte banen, alsook voor het anticiperen op vaardigheden en competenties, voor de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van gezondheid en veiligheid op het werk, en voor de gendergelijkheid, zowel op nationaal als regionaal niveau en in alle sectoren die onder deze verordening vallen, en leggen deze voor aan de Commissie en het Europees Parlement. In de WEB wordt vastgelegd hoe de lidstaat zijn bevindingen wil verwerken in wetgevende en niet-wetgevende maatregelen, met inbegrip van publieke en private investeringen.

 

Alvorens de WEB’s bij de Commissie en het Europees Parlement in te dienen, informeren en raadplegen de lidstaten de nationale sociale partners die werknemers en werkgevers vertegenwoordigen in de sectoren die onder deze verordening vallen, over de WEB’s.

Amendement 157

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 42  maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] wordt op verpakkingen een etiket aangebracht met informatie over de materiële samenstelling ervan. Deze verplichting geldt niet voor verzendverpakkingen. Deze verplichting geldt echter wel voor verpakkingen voor de elektronische handel.

Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 24  maanden na de vaststelling van de in de leden 5 en 6 bedoelde uitvoeringshandelingen] wordt op in de handel gebrachte verpakkingen een etiket aangebracht met informatie over de materiële samenstelling ervan , teneinde het sorteren van afval door de consument te vergemakkelijken. Het etiket is uitsluitend gebaseerd op pictogrammen en is eenvoudig te begrijpen, ook voor personen met een handicap . Deze verplichting geldt niet voor verzendverpakkingen. Deze verplichting geldt echter wel voor verpakkingen voor de elektronische handel.

Amendement 158

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het etiket mag vergezeld gaan van een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager op de verpakking die informatie bevat over de bestemming van elk afzonderlijk onderdeel van de verpakking om het sorteren door de consument te vergemakkelijken.

Amendement 159

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verpakkingen die vallen onder een statiegeldregeling als bedoeld in artikel 44, lid 1, worden naast de in de eerste alinea bedoelde etikettering ook voorzien van een geharmoniseerd etiket dat wordt vastgelegd in de desbetreffende overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling.

Verpakkingen die vallen onder een statiegeldregeling als bedoeld in artikel 44, lid 1, worden voorzien van een gekleurd geharmoniseerd etiket dat wordt vastgelegd in de desbetreffende overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling.

Amendement 160

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Etiketten van statiegeldregelingen die zijn vastgesteld vóór de inwerkingtreding van deze verordening mogen tot 36 maanden na de vaststelling van de overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling samen met het geharmoniseerde etiket worden gebruikt.

Amendement 161

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 48  maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] worden verpakkingen voorzien van een etiket over de herbruikbaarheid van de verpakking en van een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager waarmee nadere informatie wordt verstrekt over de herbruikbaarheid van de verpakking, met inbegrip van de beschikbaarheid van een systeem voor hergebruik en inzamelpunten, en waarmee het traceren van de verpakking en het berekenen van het aantal trajecten en omlopen wordt vergemakkelijkt. Daarnaast worden herbruikbare verkoopverpakkingen duidelijk op het verkooppunt geïdentificeerd en onderscheiden van wegwerpverpakkingen.

2.   Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 30 maanden na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 5 bedoelde uitvoeringshandeling] worden in de handel gebrachte, herbruikbare verpakkingen voorzien van een etiket over de herbruikbaarheid van de verpakking . Nadere informatie over de herbruikbaarheid kan worden verstrekt met een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager waarmee nadere informatie wordt verstrekt over de herbruikbaarheid van de verpakking, met inbegrip van de beschikbaarheid van een systeem voor hergebruik en inzamelpunten, en waarmee het traceren van de verpakking en het berekenen van het aantal trajecten en omlopen wordt vergemakkelijkt. Daarnaast worden herbruikbare verkoopverpakkingen duidelijk op het verkooppunt geïdentificeerd en onderscheiden van wegwerpverpakkingen.

Amendement 162

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Indien een onder artikel 7 vallende verpakkingseenheid voorzien is van een etiket waarop het gehalte aan gerecycled materiaal is aangegeven, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld en worden gebaseerd op de methode van artikel 7, lid 7. Indien een kunststof verpakkingseenheid is voorzien van een etiket met informatie over het gehalte aan biogebaseerde kunststof, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld.

3.   Indien een onder artikel 7 vallende verpakking voorzien is van een etiket waarop het gehalte aan gerecycled materiaal is aangegeven, moet dat etiket , en, in voorkomend geval, de QR-code of andere soort digitale gegevensdrager voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld en worden gebaseerd op de methode van artikel 7, lid 7. Indien een verpakking is voorzien van een etiket met informatie over het gehalte aan biogebaseerde kunststof, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld.

Amendement 370

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde etiketten en de in lid 2 bedoelde QR-code of andere soort digitale gegevensdrager worden zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar op de verpakking aangebracht, afgedrukt of gegraveerd. Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is, worden deze aangebracht op de verzamelverpakking.

De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde etiketten en de in lid 2 bedoelde QR-code of andere soort digitale gegevensdrager worden zichtbaar, duidelijk leesbaar en vast op de verpakking aangebracht, afgedrukt of gegraveerd , zodat ze niet eenvoudig kunnen worden gewist. Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is, worden deze aangebracht op de verzamelverpakking.

 

Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is of wanneer het relevant is te voorzien in niet-discriminerende toegang tot informatie voor kwetsbare groepen, met name visueel gehandicapten, worden de in de leden 1 en 3 bedoelde etiketten verstrekt via één elektronisch leesbare code of andere soort gegevensdrager.

Amendement 164

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 4 –alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer informatie overeenkomstig de leden 2 en 3 langs elektronische weg wordt verstrekt, zijn de volgende vereisten van toepassing:

 

a)

passende, relevante persoonsgegevens worden verzameld met het beperkte doel de gebruiker toegang te verlenen tot relevante informatie over de naleving als bedoeld in de leden 2 tot en met 3 van dit artikel met betrekking tot artikel 5, lid 1 van Verordening 2016/679(EU);

 

b)

de informatie wordt niet samen met andere informatie voor verkoop- of marketingdoeleinden getoond.

Amendement 165

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van een geharmoniseerd etiket en geharmoniseerde specificaties voor de etiketteringseisen en de formaten van de etikettering van verpakkingen als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, en van de etikettering van afvalbakken als bedoeld in artikel 12. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

5.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van een geharmoniseerd etiket en geharmoniseerde specificaties voor de etiketteringseisen en de formaten van de etikettering , ook bij verstrekking langs digitale weg, van verpakkingen als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, en van de etikettering van afvalbakken als bedoeld in artikel 12. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Amendement 166

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24  maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast om de methode voor het identificeren van de materiële samenstelling van verpakkingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen door middel van digitale markeringstechnologieën. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast om de methode voor het identificeren van de materiële samenstelling van verpakkingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen door middel van digitale markeringstechnologieën. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Amendement 167

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.   Onverminderd de eisen voor andere geharmoniseerde EU-etiketten, mogen marktdeelnemers geen etiketten, markeringen, symbolen of opschriften verstrekken of tonen waarmee consumenten of andere eindgebruikers waarschijnlijk worden misleid of in verwarring worden gebracht met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor verpakkingen, andere eigenschappen van verpakkingen of opties voor het beheer van verpakkingsafval, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etikettering is vastgesteld.

7.   Onverminderd de eisen voor andere geharmoniseerde EU-etiketten, mogen marktdeelnemers geen etiketten, markeringen, symbolen of opschriften verstrekken of tonen waarmee consumenten of andere eindgebruikers waarschijnlijk worden misleid of in verwarring worden gebracht met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor verpakkingen, andere eigenschappen van verpakkingen of opties voor het beheer van verpakkingsafval, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etikettering is vastgesteld.

 

Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie richtsnoeren vast ter verduidelijking van aspecten die misleidend of verwarrend kunnen zijn voor consumenten of andere eindgebruikers.

Amendement 169

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis.     Verpakkingen als bedoeld in de leden 1, 2 en 3, die vóór de in die leden bedoelde termijnen zijn vervaardigd of ingevoerd, mogen tot 36 maanden na de datum van inwerkingtreding van de in de leden 1, 2 en 3 vastgestelde etiketteringsvoorschriften in de handel worden gebracht.

Amendement 170

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 1 januari 2028 worden op alle bakken voor de inzameling van verpakkingsafval zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar etiketten aangebracht, afgedrukt of gegraveerd waardoor elke materiaalspecifieke fractie van verpakkingsafval dat moet worden verwijderd in afzonderlijke bakken gescheiden kan worden ingezameld.

Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 30 maanden na de vaststelling van de in de leden 5 en 6 bedoelde uitvoeringshandelingen] worden op alle bakken voor de inzameling van verpakkingsafval zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar etiketten aangebracht, afgedrukt of gegraveerd waardoor elke materiaalspecifieke fractie van verpakkingsafval dat moet worden verwijderd in afzonderlijke bakken gescheiden kan worden ingezameld.

Amendement 171

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 12 bis

 

Verpakkingsforum

 

De Commissie zorgt bij de uitvoering van haar activiteiten voor een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en alle belanghebbende partijen die betrokken zijn bij de verpakkingsindustrie, met inbegrip van vertegenwoordigers van de afvalverwerkingssector, fabrikanten en leveranciers van verpakkingen, distributeurs, detailhandelaren, kmo’s, milieubeschermingsorganisaties en consumentenorganisaties. Deze partijen worden met name geraadpleegd ter voorbereiding van de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen waarin deze verordening voorziet om de duurzaamheidseisen verder te ontwikkelen en uit te werken en om de doeltreffendheid van de vastgestelde markttoezichtmechanismen te onderzoeken. Hiertoe richt de Commissie een deskundigengroep op, het “Verpakkingsforum” genoemd, in het kader waarvan die partijen bijeenkomen.

Amendement 172

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 12 ter

 

Claims

 

Milieuclaims zoals gedefinieerd in artikel 2, punt o), van Richtlijn 2005/29/EG mogen alleen worden gedaan in verband met in de handel gebrachte verpakkingen indien zij aan de volgende vereisten voldoen:

 

a)

zij zijn gestaafd overeenkomstig [artikel 3 van de richtlijn inzake groene claims]; zij specificeren met name of zij betrekking hebben op de verpakkingseenheid, een deel van de verpakkingseenheid of op alle verpakkingen die door de producent in de handel worden gebracht;

 

b)

zij hebben betrekking op verpakkingseigenschappen die de toepasselijke minimumeisen van deze verordening overtreffen.

 

In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII wordt aangetoond dat aan de eisen van punt b) van dit artikel is voldaan.

Amendement 173

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 1 – punt b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)

in overeenstemming zijn met de vereisten op het gebied van levensmiddelenhygiëne en de veiligheid van consumenten.

Amendement 174

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.     Voor geneesmiddelen als omschreven in Richtlijn 2001/83/EG is de houder van de vergunning voor het in de handel brengen verantwoordelijk voor de verstrekte informatie.

Amendement 175

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 8

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8.   Fabrikanten die van oordeel zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte verpakkingen niet voldoen aan een of meer van de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11, treffen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om die verpakkingen conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Fabrikanten stellen in de lidstaat waar zij de verpakkingen op de markt hebben aangeboden onmiddellijk de markttoezichtautoriteit in kennis van de vermeende niet-naleving en van de eventueel genomen corrigerende maatregelen.

8.   Fabrikanten die van oordeel zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen na de inwerkingtreding van deze verordening in de handel gebrachte verpakkingen niet voldoen aan een of meer van de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11, treffen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om die verpakkingen conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Fabrikanten stellen in de lidstaat waar zij de verpakkingen op de markt hebben aangeboden onmiddellijk de markttoezichtautoriteit in kennis van de vermeende niet-naleving en van de eventueel genomen corrigerende maatregelen.

Amendement 176

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis.     In afwijking van lid 8, is de verplichting om verpakkingen waarvan wordt aangenomen dat zij niet voldoen aan de toepasselijke vereisten, conform te maken, uit de handel te nemen of terug te roepen, niet van toepassing op herbruikbare verpakkingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening in de handel zijn gebracht.

Amendement 177

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9.   Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de verpakking aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal of talen die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld. Fabrikanten werken samen met de nationale autoriteit aan alle maatregelen die worden getroffen om gevallen van niet-naleving van de eisen van de artikelen 5 tot en met 10 te verhelpen.

9.   Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de verpakking aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal of talen die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld. Fabrikanten werken samen met de nationale autoriteit aan alle maatregelen die worden getroffen om gevallen van niet-naleving van de eisen van de artikelen 5 tot en met 10 te verhelpen.

Amendement 178

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – lid 9 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

9 bis.     De leden 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing op op maat gemaakte verzendverpakkingen voor configureerbare medische hulpmiddelen en medische systemen die zijn bedoeld voor gebruik in industriële en gezondheidszorgomgevingen te worden gebruikt.

Amendement 179

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis.     Om te voldoen aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen kunnen de lidstaten instrumenten ter beschikking stellen om marktdeelnemers die producten invoeren op het grondgebied van de Unie, te ondersteunen.

Amendement 180

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

de producent op wie de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de verpakkingen rust, geregistreerd is in het in artikel  40 bedoelde producentenregister;

a)

de producent op wie de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de verpakkingen rust, geregistreerd is in het in artikel  39 bedoelde producentenregister;

Amendement 181

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De door de producent meegedeelde informatie wordt door de distributeur niet gebruikt voor andere doeleinden dan het verifiëren van de naleving van de toepasselijke eisen. Het is distributeurs verboden dergelijke informatie te misbruiken voor commerciële doeleinden.

Amendement 182

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Fulfilmentdienstverleners waarborgen dat de omstandigheden bij het opslaan, hanteren en verpakken, adresseren of verzenden van de verpakkingen die zij hanteren de conformiteit van de verpakking met de eisen van de artikelen 5 tot en met 11 niet in gevaar brengen.

Fulfilmentdienstverleners en onlineplatforms waarborgen dat de omstandigheden bij het opslaan, hanteren en verpakken, adresseren of verzenden van de verpakkingen die zij hanteren of aanbieden op hun onlineplatforms de conformiteit van de verpakking met de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11 niet in gevaar brengen.

Amendement 183

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 18 bis

 

Verplichtingen van aanbieders van onlineplatforms

 

Aanbieders van onlineplatforms voldoen onverwijld aan de desbetreffende eisen van Verordening (EU) 2022/2065 en zorgen ervoor dat zij over interne nalevingsprocedures beschikken.

Amendement 184

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een importeur of distributeur wordt beschouwd als fabrikant voor de toepassing van deze verordening en is onderworpen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel  14 , wanneer hij/zij verpakkingen onder zijn/haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of al in de handel gebrachte verpakkingen zodanig wijzigt dat de naleving van de relevante eisen van deze verordening in het gedrang kan komen.

Een importeur of distributeur wordt beschouwd als fabrikant voor de toepassing van deze verordening en is onderworpen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel  13 , wanneer hij/zij verpakkingen onder zijn/haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of al in de handel gebrachte verpakkingen zodanig wijzigt dat de naleving van de relevante eisen van deze verordening in het gedrang kan komen.

Amendement 439

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Marktdeelnemers die producten in verzamelverpakkingen, verzendverpakkingen of verpakkingen voor de elektronische handel aan een einddistributeur of eindgebruiker leveren, waarborgen dat het percentage lege ruimte maximaal 40 % bedraagt .

1.    Uiterlijk op 1 januari 2030 waarborgen marktdeelnemers die producten in verzamelverpakkingen, verzendverpakkingen of verpakkingen voor de elektronische handel aan een einddistributeur of eindgebruiker leveren, dat het percentage lege ruimte tot een minimum wordt beperkt overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV, deel 1, tenzij dit vereist is om breekbare goederen te beschermen en te vervoeren of zou leiden tot een grotere hoeveelheid verpakkingsmateriaal als gevolg van de specifieke vorm van het product of de verkoopverpakking .

Amendement 186

Voorstel voor een verordening

Artikel 21 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen gebruiken binnen een systeem voor hergebruik, zijn vrijgesteld van de in lid 1 vastgestelde verplichting.

Amendementen 437 en 499

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.    Marktdeelnemers brengen geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in bijlage V.

1.    Vanaf 1 januari 2030 brengen marktdeelnemers geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in bijlage V , tenzij:

 

a)

het in de handel brengen van deze verpakkingen in overeenstemming is met artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2008/98/EG; en

 

b)

de marktdeelnemers kunnen aantonen dat deze verpakkingsformaten, op basis van het voornaamste verpakkingsmateriaal, tegen 2028 en daarna jaarlijks voor ten minste 85 gewichtsprocent doeltreffend worden ingezameld met het oog op recycling.

Amendement 440

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Het bepaalde in lid 1 laat artikel 8, lid 3 bis, onverlet.

Amendement 445

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   In afwijking van lid 1 brengen marktdeelnemers vanaf 1 januari 2030 geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in punt 3 van bijlage V.

2.   In afwijking van lid 1 brengen marktdeelnemers vanaf 1 januari 2030 geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in punt 3 van bijlage V , behalve als zij kunnen aantonen dat ten minste 85 gewichtsprocent van het verpakkingsafval dat zij op de markt brengen voor directe consumptie gescheiden wordt ingezameld bij het verkooppunt, uitgaande van het hoofdmateriaal van de verpakking .

 

Marktdeelnemers waarop de in de eerste alinea bedoelde verplichting van toepassing is, brengen jaarlijks verslag uit aan de lidstaten over het gewicht van het gescheiden ingezamelde verpakkingsafval per materiaal. Elke lidstaat verstrekt de Commissie geaggregeerde gegevens per gescheiden ingezameld verpakkingsmateriaal.

Amendement 188

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.    De lidstaten kunnen marktdeelnemers van punt 3 van bijlage V vrijstellen indien die marktdeelnemers overeenkomstig de op [PB: gelieve datum in te voegen = datum van inwerkingtreding van deze verordening] geldende regels van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie voldoen aan de definitie van “micro-onderneming” en indien het technisch niet haalbaar is geen verpakking te gebruiken of toegang te krijgen tot de infrastructuur die nodig is voor de werking van een systeem voor hergebruik.

3.    Marktdeelnemers moeten worden vrijgesteld van de toepassing van punt 3 van bijlage V indien die marktdeelnemers overeenkomstig de op [PB: gelieve datum in te voegen = datum van inwerkingtreding van deze verordening] geldende regels van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie voldoen aan de definitie van “micro- onderneming” . Daarnaast verlenen de lidstaten vrijstelling wanneer is aangetoond dat het technisch niet haalbaar is geen verpakking te gebruiken of toegang te krijgen tot de infrastructuur die nodig is voor de werking van een systeem voor hergebruik.

Amendement 373

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage V, teneinde deze aan te passen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang met het oog op de vermindering van verpakkingsafval. Bij het vaststellen van die gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met het potentieel van de beperkingen van het gebruik van specifieke verpakkingsformaten voor het verminderen van de productie van verpakkingsafval terwijl zij waarborgt dat het totale milieueffect positief is, en houdt zij rekening met de beschikbaarheid van alternatieve verpakkingsoplossingen die voldoen aan de eisen van wetgeving die van toepassing is op contactgevoelige verpakkingen, alsook met de vraag of met die alternatieven microbiologische besmetting van het verpakte product kan worden voorkomen.

4.    Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de beperkingen van het gebruik van specifieke verpakkingsformaten voor het verminderen van de productie van verpakkingsafval terwijl zij waarborgt dat het totale milieueffect positief is, en houdt zij rekening met de beschikbaarheid van alternatieve verpakkingsoplossingen die voldoen aan de eisen van wetgeving die van toepassing is op contactgevoelige verpakkingen, alsook met de vraag of met die alternatieven microbiologische besmetting van het verpakte product kan worden voorkomen. Hiertoe dient de Commissie een verslag in, indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, bij het Europees Parlement en de Raad.

Amendement 190

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 22 bis

 

Beperking van het gebruik van bepaalde zeer lichte plastic draagtassen

 

1.     Marktdeelnemers brengen geen zeer lichte plastic draagtassen in de handel.

 

2.     Onverminderd artikel 8, lid 1 bis, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing op zeer lichte plastic draagtassen die noodzakelijk zijn om hygiënische redenen of die worden verstrekt als primaire verpakking voor losse levensmiddelen wanneer dit voedselverspilling helpt te voorkomen.

Amendement 191

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen in de handel brengen, waarborgen dat er een systeem voor hergebruik van dergelijke verpakkingen beschikbaar is dat aan de eisen van artikel 24 en bijlage VI voldoet.

1.   Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen in de handel brengen, waarborgen dat er een systeem voor hergebruik van dergelijke verpakkingen , met inbegrip van een stimulans om inzameling te waarborgen, beschikbaar is dat aan de eisen van artikel 24 en bijlage VI voldoet. Aan dit lid wordt geacht te zijn voldaan indien er in de lidstaten reeds systemen voor hergebruik bestaan.

Amendement 192

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen gebruiken, kunnen derden aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor een of meer gemeenschappelijke systemen voor hergebruik. De aangewezen derden zorgen ervoor dat de systemen voor hergebruik waarvan de herbruikbare verpakking deel uitmaakt, voldoen aan de eisen van deel A van bijlage VI.

 

Wanneer marktdeelnemers een derde als bedoeld in lid 2 bis hebben aangewezen, voldoet de derde namens hen aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen.

Amendement 193

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Marktdeelnemers die navulling aanbieden, waarborgen dat verpakkingen die bij navulstations aan eindgebruikers worden verstrekt alleen tegen betaling worden verstrekt of worden verstrekt in het kader van een statiegeldregeling.

3.   Marktdeelnemers die navulling aanbieden, waarborgen dat , als verpakkingen bij navulstations aan eindgebruikers worden verstrekt , deze alleen tegen betaling worden verstrekt of worden verstrekt in het kader van een statiegeldregeling.

Amendement 194

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Marktdeelnemers mogen weigeren een door de eindgebruiker verstrekte houders na te vullen indien de eindgebruiker niet voldoet aan de door de marktdeelnemer overeenkomstig lid 1 meegedeelde eisen.

4.   Marktdeelnemers mogen weigeren een door de eindgebruiker verstrekte houder na te vullen indien de eindgebruiker niet voldoet aan de door de marktdeelnemer overeenkomstig lid 1 meegedeelde eisen , met name indien zij de houder onhygiënisch vinden of ongeschikt achten voor de levensmiddelen of dranken die worden verkocht .

 

Marktdeelnemers zijn niet aansprakelijk voor problemen in verband met hygiëne of voedselveiligheid die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van houders die door de eindgebruiker worden verstrekt.

Amendement 195

Voorstel voor een verordening

Artikel 25 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     Vanaf 1 januari 2030 streven einddistributeurs met een oppervlakte van meer dan 400 m, met uitzondering van alle opslag- en verzendingsgebieden, ernaar 10 % van hun verkoopoppervlakte te wijden aan navulstations voor zowel levensmiddelen als niet-voedingsproducten.

Amendement 196

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Streefcijfers voor hergebruik en navulling

Streefcijfers voor hergebruik

Amendementen 197, 374 en 442

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.    Vanaf 1 januari 2030 waarborgen marktdeelnemers die in punt  2 van bijlage II bij Richtlijn 2012/19/EU vermelde grote huishoudelijke apparaten voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden dat 90 % van die producten worden aangeboden in een herbruikbare verzendverpakking die onder een systeem voor hergebruik valt.

1.    Marktdeelnemers, met inbegrip van onlineplatforms, die in punt  1 van bijlage II bij Richtlijn 2012/19/EU vermelde grote huishoudelijke apparaten voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden:

 

a)

waarborgen dat vanaf 1 januari 2030 50 % van die producten worden aangeboden in een herbruikbare verzendverpakking, met uitzondering van karton, die onder een systeem voor hergebruik valt;

 

b)

streven ernaar dat vanaf 1 januari 2040 90 % van die producten worden aangeboden in een herbruikbare verzendverpakking, met uitzondering van karton, die onder een systeem voor hergebruik valt.

 

Beschermende verpakkingen die zijn ontworpen om kwetsbare en/of zware goederen te beschermen en die op maat zijn toegesneden om speciale apparaten te beschermen, zijn vrijgesteld van de verplichting tot hergebruik.

Amendement 198

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.     Einddistributeurs die op het grondgebied van een lidstaat koude of warme dranken op de markt aanbieden waarmee op het verkooppunt een houder wordt gevuld om deze mee te nemen, waarborgen:

Schrappen

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 20 % van die dranken wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld;

 

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 80 % van die dranken wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld.

 

Amendement 199

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.     Einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die bereide afhaalmaaltijden op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie zonder dat verdere bereiding nodig is en die doorgaans vanuit het bakje wordt geconsumeerd, waarborgen:

Schrappen

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld;

 

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 40 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld.

 

Amendement 394

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Wanneer een einddistributeur alcoholvrije dranken, met uitzondering van melk, in een verkoopverpakking op de markt aanbiedt: a) waarborgt hij dat op het grondgebied van een lidstaat vanaf 1 januari 2030 ten minste 20 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen; b) streeft hij ernaar dat vanaf 1 januari 2040 ten minste 35 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen.

Amendement 201

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.     Wanneer een einddistributeur alcoholische dranken, met uitzondering van wijn en mousserende wijn, in een verkoopverpakking op de markt aanbiedt op het grondgebied van een lidstaat:

 

a)

waarborgt hij dat vanaf 1 januari 2030 ten minste 10 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen;

 

b)

streeft hij ernaar dat vanaf 1 januari 2040 ten minste 25 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen;

 

c)

voldoet hij aan de in de punten a) en b) van dit lid bedoelde streefcijfers op zodanige wijze dat andere categorieën alcoholhoudende dranken, zoals gedefinieerd in Richtlijn 92/83/EEG van de Raad, op billijke wijze bijdragen aan de doelstelling inzake hergebruik;

 

d)

zorgt hij ervoor dat merken die eigendom zijn van de einddistributeur een billijke bijdrage leveren aan het streefcijfer voor hergebruik;

 

e)

biedt hij fabrikanten de flexibiliteit om de streefcijfers voor hergebruik in hun hele portefeuille te halen.

Amendement 202

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.     Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholhoudende dranken in de vorm van bier, koolzuurhoudende alcoholhoudende dranken, andere gegiste dranken dan wijn, gearomatiseerde wijnbouwproducten en vruchtenwijn, op gedistilleerde dranken gebaseerde producten, wijn of andere gegiste dranken gemengd met dranken, frisdrank, cider of sap op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen:

Schrappen

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld;

 

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 25 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld.

 

Amendement 203

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.     Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholhoudende dranken in de vorm van wijn, met uitzondering van mousserende wijn, op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen:

Schrappen

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 5 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld;

 

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 15 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld.

 

Amendement 204

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.     Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholvrije dranken in de vorm van water, water met toegevoegde suiker, water met andere zoetstoffen, gearomatiseerd water, frisdranken, koolzuurhoudende frisdranken, ijsthee en vergelijkbare dranken die onmiddellijk klaar zijn om te drinken, puur sap, sap of most van vruchten of groenten en smoothies zonder melk en alcoholvrije dranken die melkvet bevatten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen:

Schrappen

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld;

 

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 25 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen of kunnen worden nagevuld.

 

Amendement 396

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.     De lidstaten stellen marktdeelnemers vrij van de verplichting uit hoofde van lid 3 bis, punt a), en lid 3 ter, punt a), van dit artikel indien het recyclingpercentage zoals door de lidstaten gerapporteerd aan de Commissie uit hoofde van artikel 50, lid 2, punt c), meer bedraagt dan 85 gewichtsprocent van dergelijk verpakkingsmateriaal dat in die lidstaat in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel wordt gebracht.

 

Indien uit die verslaglegging blijkt dat het recyclingpercentage van het respectieve verpakkingsmateriaal minder dan 85 % bedraagt, dient de lidstaat bij de Commissie een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema, om ervoor te zorgen dat het recyclingpercentage van 85 gewichtsprocent van het respectieve verpakkingsmateriaal binnen twee jaar wordt gehaald.

Amendement 205

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 7 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.   Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken in de vorm van pallets, kunststofkratten, vouwbare plastic dozen, emmers en vaten voor het vervoer of de verpakking van producten onder andere omstandigheden dan bedoeld in de leden  12 en  13, waarborgen :

7.   Marktdeelnemers die verzendverpakkingen of uitsluitend voor het vervoer binnen het grondgebied van de Unie gebruikte verkoopverpakkingen gebruiken in de vorm van pallets, kunststofkratten, vouwbare plastic dozen, emmers en vaten voor het vervoer of de verpakking van producten onder andere omstandigheden dan bedoeld in de leden  5 en  6 :

Amendement 206

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 7 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 30 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

a)

waarborgen dat vanaf 1 januari 2030 ten minste 30 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

Amendement 378

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 7 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 90 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik.

Schrappen

Amendement 208

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 8 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

8.   Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken voor het vervoer en de levering van non-foodartikelen die door middel van elektronische handel voor het eerst op de markt worden aangeboden , waarborgen :

8.   Marktdeelnemers die binnen het grondgebied van de Unie verzendverpakkingen gebruiken voor het vervoer en de levering van non-foodartikelen die door middel van elektronische handel voor het eerst op de markt worden aangeboden:

Amendement 209

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 8 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

a)

waarborgen dat vanaf 1 januari 2030 ten minste 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

Amendement 379

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 8 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 50 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik.

Schrappen

Amendement 211

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 9 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9.   Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken in de vorm van pallethoesverpakkingen en riemen voor het stabiliseren en beschermen van producten die op pallets worden vervoerd, waarborgen :

9.   Marktdeelnemers die op het grondgebied van de Unie verzendverpakkingen gebruiken voor het stabiliseren en beschermen van producten die op pallets worden vervoerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot pallethoesverpakkingen en riemen :

Amendement 212

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 9 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

a)

waarborgen dat vanaf 1 januari 2030 ten minste 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

Amendement 380

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 9 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 30 % van de voor vervoer gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik.

Schrappen

Amendement 214

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 10 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.   Marktdeelnemers die verzamelverpakkingen gebruiken in de vorm van dozen, met uitzondering van kartonnen dozen, die buiten de verkoopverpakking worden gebruikt om een bepaald aantal producten te groeperen om een inventariseenheid te vormen , waarborgen :

10.   Marktdeelnemers , met inbegrip van onlineplatforms, die op het grondgebied van de Unie verzamelverpakkingen gebruiken in de vorm van dozen, met uitzondering van kartonnen dozen, die buiten de verkoopverpakking worden gebruikt om een bepaald aantal producten te groeperen om een inventaris- of distributie-eenheid te vormen:

Amendement 215

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 10 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

vanaf 1 januari 2030 dat 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

a)

waarborgen dat vanaf 1 januari 2030 ten minste 10 % van de gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik;

Amendement 382

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 10 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

vanaf 1 januari 2040 dat 25 % van de door hen gebruikte verpakkingen herbruikbaar is in het kader van een systeem voor hergebruik.

Schrappen

Amendement 458

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 10 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

10 bis.     De in de leden 3 bis en 3 ter vastgestelde streefcijfers kunnen ook worden bereikt door navulling mogelijk te maken.

Amendement 217

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 11

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

11.   De in de leden 1 tot en met 10 vastgestelde streefcijfers worden berekend voor de periode van een kalenderjaar.

11.   De in dit artikel vastgestelde streefcijfers worden berekend voor de periode van een kalenderjaar.

Amendement 218

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 12 – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Door een marktdeelnemer gebruikte verzendverpakkingen moeten herbruikbaar zijn indien zij worden gebruikt voor het vervoer van producten:

Uiterlijk op 1 januari 2030 is 95 % van de door een marktdeelnemer gebruikte verzendverpakkingen herbruikbaar indien zij worden gebruikt voor het vervoer van producten:

Amendement 219

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 13 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Marktdeelnemers die producten aan andere marktdeelnemers binnen dezelfde lidstaat leveren mogen voor het vervoer van die producten alleen herbruikbare verzendverpakkingen gebruiken .

Vanaf 1 januari 2030 gebruiken marktdeelnemers , met inbegrip van onlineplatforms, die producten aan andere marktdeelnemers binnen dezelfde lidstaat leveren voor het vervoer van die producten alleen herbruikbare verzendverpakkingen.

Amendement 417

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 13 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

13 bis.     Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen, wanneer het recyclingpercentage van het belangrijkste verpakkingsmateriaal zoals door de lidstaten aan de Commissie gerapporteerd overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt c), of wanneer het recyclingpercentage van verpakkingsformaten — zoals petflessen of aluminiumblikken — meer dan 85 % van het gewicht bedraagt van dergelijke verpakkingen die in het kalenderjaar 2027 of een daaropvolgend kalenderjaar op het grondgebied van die lidstaat in de handel zijn gebracht.

Amendement 504

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 13 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

13 ter.     De in dit artikel vastgestelde streefcijfers zijn niet van toepassing op verkoopverpakkingen van zeer bederfelijke dranken zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1169/2011.

Amendement 505/rev1

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 13 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

13 quater.     De in dit artikel vastgestelde streefcijfers zijn niet van toepassing op verkoopverpakkingen van wijn, mousserende wijn, gearomatiseerde wijnbouwproducten en dranken die gedistilleerde alcohol bevatten zoals gedefinieerd in nomenclatuurcode 2208 .

Amendement 220

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 14 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

14.   Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 2 tot en met 10 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar:

14.   Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien zij gedurende een kalenderjaar:

Amendement 418

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 14 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

14 bis.     Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast met betrekking tot de vereisten voor de opstelling van een levenscyclusanalyse om een vrijstelling uit hoofde van dit artikel te rechtvaardigen. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien hergebruik niet de optie is die over het geheel genomen het beste milieuresultaat oplevert op grond van een dergelijke levenscyclusanalyse.

Amendement 385

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

15.   Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 2 tot en met 6 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar een verkoopoppervlakte (met inbegrip van alle opslag- en verzendruimten) hebben van maximaal 100  m.

15.   Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien:

 

a)

zij een verkoopoppervlakte (met inbegrip van alle opslag- en verzendruimten) hebben van maximaal 200  m;

 

b)

hergebruik niet de optie is die over het geheel genomen het beste milieuresultaat oplevert op grond van een levenscyclusanalyse, in overeenstemming met de afvalhiërarchie zoals gedefinieerd in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG, en onverminderd de eisen op het gebied van gezondheid, hygiëne en veiligheid .

Amendement 386

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 15 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 bis.     Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichtingen die voortvloeien uit dit artikel indien het percentage van het desbetreffende verpakkingsmateriaal dat overeenkomstig artikel 43, leden 3, 4 en 4 ter, gescheiden moet worden ingezameld, volgens de verslaglegging aan de Commissie overeenkomstig artikel 50, lid 1, punt c), meer dan 85 gewichtsprocent bedraagt van dergelijke verpakkingen die op het grondgebied van de lidstaat waarin zij actief zijn, in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel worden gebracht.

 

Indien uit die verslaglegging blijkt dat het percentage van het desbetreffende verpakkingsmateriaal dat gescheiden moet worden ingezameld minder dan 85 % bedraagt, dient de lidstaat een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema om ervoor te zorgen dat binnen twee jaar een gescheiden inzameling van 85 gewichtsprocent van het verpakkingsmateriaal in kwestie wordt bereikt.

Amendement 506

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 15 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 ter.     Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de in de leden 7, 12 en 13 van dit artikel vastgestelde streefcijfers te halen voor alle verzendverpakkingen die rechtstreeks in contact komen met levensmiddelen zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 178/2002 en diervoeders.

Amendement 507

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 15 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 quater.     Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de in dit artikel vastgestelde streefcijfers te halen voor alle producten die onder krachtens het Unierecht beschermde herkomstaanduidingen vallen.

Amendement 222

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 16 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen, teneinde:

16.    Om rekening te houden met de recentste wetenschappelijke en economische gegevens en ontwikkelingen, en om het algemene milieuresultaat te verbeteren, waarvoor het nodig kan zijn dat voor specifieke afvalstromen wordt afgeweken van de hiërarchie wanneer dit gerechtvaardigd wordt door een onafhankelijke en collegiaal getoetste levenscyclusbeoordeling, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen, teneinde:

Amendement 387

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 16 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

streefcijfers vast te stellen voor producten die niet onder de leden 1 tot en met 6 van dit artikel vallen en voor andere formaten dan de in de leden 7 tot en met 10 bedoelde formaten, op basis van de positieve ervaringen met door de lidstaten uit hoofde van artikel 45, lid 2, getroffen maatregelen;

Schrappen

Amendement 224

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 16 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

vrijstellingen voor marktdeelnemers vast te stellen in aanvulling op de in lid 14, punten a) tot en met  c), van dit artikel genoemde vrijstellingen ;

b)

vrijstellingen voor marktdeelnemers naast die welke in dit artikel zijn vermeld, als gevolg van bijzondere economische beperkingen die zich in een specifieke sector voordoen in verband met de naleving van de in dit artikel vastgestelde streefcijfers ;

Amendement 225

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 16 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

vrijstellingen vast te stellen voor specifieke verpakkingsformaten waarop de streefcijfers van de leden 2 tot en met 6 van dit artikel van toepassing zijn, indien die streefcijfers niet kunnen worden gehaald omwille van hygiëne-, voedselveiligheids- of milieukwesties,

c)

vrijstellingen vast te stellen voor specifieke verpakkingsformaten waarop de streefcijfers van de leden 2 tot en met 6 van dit artikel van toepassing zijn, indien hygiëne, voedselveiligheid of de gevaarlijke aard van het product hergebruik verhinderen,

Amendement 389

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 16 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis)

eisen vast te stellen voor de opstelling van een levenscyclusanalyse om een vrijstelling overeenkomstig lid 15, punt b), te rechtvaardigen.

Amendement 395

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 17

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

17.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de situatie met betrekking tot het hergebruik van verpakkingen en beoordeelt op basis daarvan of het passend is maatregelen te treffen , de streefcijfers in dit artikel te herzien en nieuwe streefcijfers voor het hergebruik van verpakkingen vast te stellen , en dient zij indien nodig een wetgevingsvoorstel in.

17.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de situatie met betrekking tot het hergebruik van verpakkingen . Bij de beoordeling van het effect van de streefcijfers voor hergebruik van verpakkingen evalueert de Commissie ten minste de vermindering van verpakkingsafval die is verkregen door de streefcijfers voor hergebruik voor 2030, de vermindering van CO2-emissies, de vermindering van voedselverspilling, de vermindering van de hoeveelheden gebruikte nieuwe grondstoffen, het water- en energieverbruik, de waterverontreiniging en het gebruik van detergenten en ontsmettingsmiddelen op basis van een onafhankelijke en collegiaal getoetste levenscyclusanalyse. De Commissie beoordeelt ook de ontwikkeling van kartonnen verpakkingsafval en de milieueffecten en materiaalvervangingseffecten daarvan die zouden kunnen optreden als gevolg van materiële vrijstellingen in artikel 22 in combinatie met bijlage V en als gevolg van artikel 26 , leden 7, 10, 12 en 13. Op grond van die evaluatie kan de Commissie in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel indienen: a) tot wijziging of bevestiging van de in dit artikel vastgestelde streefcijfers voor 2040 , en b) tot vaststelling, indien nodig , van nieuwe streefcijfers voor hergebruik in andere sectoren en voor andere verpakkingsformaten en -materialen .

Amendement 227

Voorstel voor een verordening

Artikel 26 – lid 17 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

17 bis.     Vanaf 1 januari 2030 moeten alle herbruikbare verpakkingsformaten die door distributeurs op het grondgebied van een lidstaat zijn verstrekt, overeenkomstig de leden 3 bis en 3 ter, door die einddistributeur worden teruggenomen.

Amendement 228

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Regels om te berekenen of de streefcijfers voor hergebruik en navulling zijn gehaald

Regels om te berekenen of de streefcijfers voor hergebruik zijn gehaald

Amendement 229

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Om aan te tonen dat de in artikel 26, leden  2 tot en met 6 , vastgestelde streefcijfers zijn gehaald, berekent de einddistributeur of de fabrikant, naargelang het geval, die dergelijke producten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbiedt voor elk streefcijfer afzonderlijk:

2.   Om aan te tonen dat de in artikel 26, leden  3 bis en  3 ter , vastgestelde streefcijfers zijn gehaald, berekent de einddistributeur of de fabrikant, naargelang het geval, die dergelijke producten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbiedt voor elk streefcijfer afzonderlijk:

Amendement 230

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

het aantal verkoopeenheden van drank en voedsel in herbruikbare verpakkingen in het kader van een systeem voor hergebruik dat in een kalenderjaar op het grondgebied van een lidstaat op de markt is aangeboden;

a)

het aantal gelijkwaardige verkoopeenheden van drank en voedsel in herbruikbare verpakkingen in het kader van een systeem voor hergebruik dat in een kalenderjaar op het grondgebied van een lidstaat op de markt is aangeboden;

Amendement 231

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

het aantal verkoopeenheden van drank en voedsel dat in een kalenderjaar op het grondgebied van een lidstaat via navulling op de markt is aangeboden;

Schrappen

Amendement 232

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

het aantal verkoopeenheden van drank en voedsel dat in een kalenderjaar op het grondgebied van een lidstaat op de markt is aangeboden op een andere manier dan bedoeld in de punten  a ) en b ).

c)

het aantal gelijkwaardige verkoopeenheden van drank en voedsel dat in een kalenderjaar op het grondgebied van een lidstaat op de markt is aangeboden op een andere manier dan bedoeld in punt  a).

Amendement 233

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 3 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

het aantal equivalente eenheden van elk van de in artikel 26, leden  7 tot en met 10 , bedoelde verpakkingsformaten die herbruikbare verpakkingen in het kader van een systeem voor hergebruik zijn die zij in een kalenderjaar hebben gebruikt;

a)

het aantal equivalente eenheden van elk van de in artikel 26, leden  6 en  7 , bedoelde verpakkingsformaten die herbruikbare verpakkingen in het kader van een systeem voor hergebruik zijn die zij in een kalenderjaar hebben gebruikt;

Amendement 234

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

het aantal equivalente eenheden van elk van de in artikel 26, leden  7 tot en met 10 , bedoelde verpakkingsformaten, met uitzondering van de in punt a), bedoelde eenheden, die zij in een kalenderjaar hebben gebruikt.

b)

het aantal equivalente eenheden van elk van de in artikel 26, leden  6 en  7 , bedoelde verpakkingsformaten, met uitzondering van de in punt a), bedoelde eenheden, die zij in een kalenderjaar hebben gebruikt.

Amendement 235

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 4 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op 31 december 2028 stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin gedetailleerde regels en methoden voor de berekening van de streefcijfers van artikel 26 worden vastgesteld.

Uiterlijk op 31 december 2027 stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast waarin gedetailleerde regels en methoden voor de berekening van de streefcijfers van artikel 26 worden vastgesteld.

Amendement 236

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

Schrappen

Amendement 237

Voorstel voor een verordening

Artikel 27 – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De verplichting om aan te tonen dat de in artikel 26 vastgestelde doelstellingen zijn bereikt, is van toepassing met ingang van 1 januari 2030 of [18 maanden] na de datum van inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde gedelegeerde handelingen, indien dat later is.

Amendement 238

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 - titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verslaglegging over streefcijfers voor hergebruik en navulling aan de bevoegde autoriteiten

Verslaglegging over streefcijfers voor hergebruik aan de bevoegde autoriteiten

Amendement 239

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.     Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] richt de Commissie een Europees waarnemingscentrum voor hergebruik op. Het waarnemingscentrum is verantwoordelijk voor de monitoring van de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde maatregelen, het verzamelen van gegevens over praktijken voor hergebruik en het bijdragen aan de ontwikkeling van beste praktijken op het gebied van hergebruik.

Amendement 240

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 28 bis

 

Verplichte navulling voor de afhaalsector

 

1.     Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening]:

 

a)

bieden einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die op het grondgebied van een lidstaat in een verkoopverpakking koude of warme dranken op de markt aanbieden waarmee op het verkooppunt een houder wordt gevuld om deze mee te nemen, consumenten een systeem aan waarin zij een eigen houder kunnen meenemen om te vullen;

 

b)

bieden einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die op het grondgebied van een lidstaat in een verkoopverpakking bereide afhaalmaaltijden op de markt aanbieden die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie zonder dat verdere bereiding nodig is en die doorgaans vanuit het bakje wordt geconsumeerd, consumenten een systeem aan waarin zij een eigen houder kunnen meenemen om te vullen.

 

2.     De onder a) en b) bedoelde einddistributeurs bieden de goederen waarmee zij de door de consument binnengebrachte houder vullen aan tegen een lagere prijs en onder minstens even goede voorwaarden dan de verkoopeenheid bestaande uit dezelfde goederen in een wegwerpverpakking.

 

De einddistributeurs moeten de eindgebruikers op het verkooppunt door middel van duidelijk zichtbare en leesbare informatieborden informeren over de mogelijkheid om de goederen in een navulbare, door de consument verstrekte verpakking te verkrijgen.

Amendement 241

Voorstel voor een verordening

Artikel 28 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 28 ter

 

Hergebruik in de afhaaldrankensector

 

1.     Uiterlijk ... [PB: gelieve datum in te voegen: 36 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bieden einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die op het grondgebied van een lidstaat in een verkoopverpakking koude of warme dranken op de markt aanbieden waarmee op het verkooppunt een houder wordt gevuld om deze mee te nemen, consumenten de optie van verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen.

 

2.     De einddistributeurs moeten de eindverbruikers op het verkooppunt door middel van duidelijk zichtbare en leesbare informatieborden informeren over de mogelijkheid om de goederen in herbruikbare verpakkingen te verkrijgen.

 

3.     De einddistributeurs mogen de goederen in een herbruikbare verpakking niet tegen een hogere prijs of onder slechtere voorwaarden aanbieden dan de verkoopeenheid bestaande uit dezelfde goederen in een wegwerpverpakking.

 

4.     De einddistributeurs worden vrijgesteld van de toepassing van dit artikel indien zij onder de definitie van micro-onderneming vallen die is opgenomen in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie.

Amendement 242

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De door de lidstaten getroffen maatregelen om het streefcijfer van lid 1 te halen, kunnen verschillen naar gelang het milieueffect van lichte plastic draagtassen bij de productie, de recycling of verwijdering ervan en de composteringskenmerken, de duurzaamheid of het specifieke beoogde gebruik ervan. In afwijking van artikel 4 kunnen dergelijke maatregelen handelsbeperkingen omvatten, mits die evenredig en niet-discriminerend zijn.

2.   De door de lidstaten getroffen maatregelen om het streefcijfer van lid 1 te halen, houden rekening met het milieueffect van lichte plastic draagtassen bij de productie, de recycling of verwijdering ervan en de composteringskenmerken, de duurzaamheid of het specifieke beoogde gebruik ervan. In afwijking van artikel 4 kunnen dergelijke maatregelen handelsbeperkingen omvatten, mits die evenredig en niet-discriminerend zijn.

Amendement 243

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     Uiterlijk op 31 december 2027 stelt de Commissie een verslag op over de noodzaak en de haalbaarheid van een vermindering van het gebruik van papieren draagtassen, en dient zij indien toepasselijk een wetgevingsvoorstel in met streefcijfers voor de reductie van papieren draagtassen evenals maatregelen om deze streefcijfers te verwezenlijken.

Amendement 435

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     Uiterlijk op 31 december 2025 ontwikkelt de Commissie een methode om te certificeren dat materialen die zijn geëtiketteerd en gedocumenteerd als gerecycled materiaal dat in de Unie in de handel wordt gebracht, inderdaad worden geproduceerd uit teruggewonnen en gerecyclede materialen en niet uit nieuwe materialen. De Commissie zorgt ervoor dat deze methode in aanmerking wordt genomen bij de overeenkomstig dit artikel verrichte controles.

Amendement 244

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.     De bevoegde autoriteiten controleren de nauwkeurigheid van ten minste 10 % van de conformiteitsverklaringen per jaar, die op willekeurige basis worden beoordeeld, en treffen de maatregelen die nodig zijn om niet-naleving aan te pakken, bijvoorbeeld door non-conforme producten uit de handel te nemen.

 

Onverminderd de krachtens lid 1 op voorhand geplande controles voeren de bevoegde autoriteiten controles uit wanneer zij relevante informatie ontvangen of daarvan op de hoogte worden gebracht, onder meer op basis van door derden verstrekte concrete aanwijzingen met betrekking tot mogelijke niet-naleving van deze verordening.

 

De controles worden voor de marktdeelnemer onaangekondigd uitgevoerd, behalve in gevallen waarin een voorafgaande kennisgeving van de marktdeelnemer of handelaar noodzakelijk is om de doeltreffendheid van die controles te waarborgen.

 

De bevoegde autoriteiten houden een register van de controles bij, waarbij met name de aard en de resultaten van de controles en de maatregelen die in geval van niet-naleving zijn getroffen, worden vermeld. De registers van alle controles worden ten minste tien jaar bewaard.

 

Registers van de in het kader van deze verordening uitgevoerde controles en verslagen over de resultaten daarvan vormen milieu-informatie in de zin van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (1a) en worden openbaar gemaakt.

 

 

 

Amendement 245

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Elke lidstaat vermindert het geproduceerde kunststof verpakkingsafval per hoofd van de bevolking, in vergelijking met het in 2018 geproduceerde kunststof verpakkingsafval per hoofd van de bevolking als overeenkomstig Besluit 2005/270/EG van de Commissie gerapporteerd aan de Commissie, met:

 

a)

10 % uiterlijk in 2030;

 

b)

15 % uiterlijk in 2035;

 

c)

20 % uiterlijk in 2040.

Amendement 246

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter.     Onverminderd de leden 1 en 1 bis kunnen lidstaten die een tweeledig stelsel hebben ingevoerd voor het beheer van verpakkingsafval, met een systeem voor huishoudelijk verpakkingsafval en een systeem voor industrieel en commercieel verpakkingsafval, deze specifieke systemen blijven gebruiken.

Amendement 247

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De lidstaten treffen maatregelen om de productie van verpakkingsafval te voorkomen en de milieueffecten van verpakking tot een minimum te beperken .

2.   De lidstaten treffen de nodige aanvullende duurzaamheidsmaatregelen en voeren deze uit om een ambitieuze en duurzame vermindering van het geproduceerde verpakkingsafval per hoofd van de bevolking te bereiken, in overeenstemming met de algemene doelstellingen van het afvalbeleid van de Unie, met name afvalpreventie, en om de in dit artikel vastgestelde streefcijfers te verwezenlijken .

Amendement 248

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     Voor de toepassing van lid 2 zorgen de lidstaten ervoor dat klanten in restaurants, kantines, bars, cafés en cateringdiensten kunnen verzoeken om gratis of tegen een lage vergoeding leidingwater geserveerd te krijgen.

Amendement 249

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Voor de toepassing van lid 2 kunnen lidstaten economische instrumenten en andere maatregelen gebruiken om stimulansen te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie, zoals de in de bijlagen IV en IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG genoemde maatregelen of andere passende instrumenten en maatregelen, waaronder stimulansen door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en verplichtingen voor producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid om afvalpreventieplannen vast te stellen. Dergelijke maatregelen moeten evenredig en niet-discriminerend zijn, en zodanig zijn ontworpen dat, in overeenstemming met het Verdrag, handelsbelemmeringen of verstoringen van de mededinging worden voorkomen.

3.   Voor de toepassing van lid 2 kunnen de lidstaten maatregelen invoeren inzake onder meer het gebruik van economische instrumenten en andere maatregelen om stimulansen te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie, zoals de in de bijlagen IV en IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG genoemde maatregelen of andere passende instrumenten en maatregelen, waaronder stimulansen door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en verplichtingen voor producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid om afvalpreventieplannen vast te stellen. Dergelijke maatregelen moeten evenredig en niet-discriminerend zijn, en zodanig zijn ontworpen dat, in overeenstemming met het Verdrag en met artikel 4 van deze verordening , handelsbelemmeringen of verstoringen van de mededinging worden voorkomen.

Amendement 250

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de in lid  1 vastgestelde streefcijfers. De Commissie dient daartoe een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, dat, indien de Commissie dat passend acht, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel.

4.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de in leden  1 en 1 bis vastgestelde streefcijfers en beoordeelt zij of er specifieke streefcijfers moeten worden toegevoegd voor papier, karton, glas, metaal en samengesteld materiaal . De Commissie dient daartoe een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, dat, indien de Commissie dat passend acht, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel.

Amendement 251

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 1 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Dat register moet verwijzingen naar andere nationale registers van producentenwebsites bevatten om in alle lidstaten de registratie van producenten of aangewezen vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vergemakkelijken.

Dat register moet verwijzingen naar andere nationale registers van producentenwebsites bevatten om in alle lidstaten de registratie van producenten of gemachtigde vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vergemakkelijken. De bevolking kan het register gemakkelijk online en kosteloos raadplegen.

Amendement 252

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Producenten zijn verplicht zich in het in lid 1 bedoelde register te registreren. Te dien einde dienen zij in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst op de markt aanbieden een registratieaanvraag in. Indien een producent een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 41, lid 1, heeft aangewezen, moet die organisatie aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen voldoen , tenzij de lidstaat waarin het register is gevestigd anders bepaalt .

2.   Producenten zijn verplicht zich in het in lid 1 bedoelde register te registreren. Te dien einde dienen zij in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst op de markt aanbieden een registratieaanvraag in. Indien een producent een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 41, lid 1, heeft aangewezen, moet die organisatie aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen voldoen . Micro-ondernemingen zijn vrijgesteld van de verplichtingen van dit lid, tenzij zij een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangewezen .

Amendement 253

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Producenten bieden geen verpakkingen op de markt aan indien zij, of in voorkomend geval de door hen aangewezen vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, niet in de desbetreffende lidstaat zijn geregistreerd.

4.   Producenten bieden geen verpakkingen op de markt aan indien zij, of in voorkomend geval , conform artikel 40, hun gemachtigde vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, niet in de desbetreffende lidstaat zijn geregistreerd.

Amendement 254

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.   Indien een aangewezen vertegenwoordiger voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid meer dan één producent vertegenwoordigt, verstrekt deze vertegenwoordiger naast de overeenkomstig lid 5 te verstrekken informatie ook de naam en de contactgegevens van elk van de afzonderlijke vertegenwoordigde producenten.

6.   Indien een gemachtigde vertegenwoordiger voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid meer dan één producent vertegenwoordigt, verstrekt deze vertegenwoordiger naast de overeenkomstig lid 5 te verstrekken informatie ook de naam en de contactgegevens van elk van de afzonderlijke vertegenwoordigde producenten.

Amendement 255

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 10

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

10.    Indien de informatie in het producentenregister niet openbaar toegankelijk is, waarborgen de lidstaten dat aanbieders van onlineplatforms die consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, gratis toegang tot de informatie in het register krijgen.

10.   De informatie in het producentenregister is openbaar toegankelijk. De lidstaten waarborgen dat fulfilmentdienstverleners en aanbieders van onlineplatforms die consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, gratis toegang krijgen, inclusief online, tot de informatie in het register krijgen , onder meer door middel van uittreksels uit het digitale register. De vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie overeenkomstig het toepasselijke Unierecht en intern recht wordt evenwel gewaarborgd. De lijst van geregistreerde producenten is machineleesbaar, sorteerbaar en doorzoekbaar, waarbij open standaarden voor gebruik door derden in acht worden genomen.

Amendement 256

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid berust bij producenten van verpakkingen in het kader van de overeenkomstig de artikelen 8 en 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG en deze afdeling vastgestelde regelingen voor de verpakkingen die zij voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden.

1.   De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid berust bij producenten in het kader van de overeenkomstig de artikelen 8 en 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG en deze afdeling vastgestelde regelingen voor de verpakkingen die zij voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden.

Amendement 257

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Producenten wijzen bij schriftelijk mandaat een aangewezen vertegenwoordiger aan voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst aanbieden die niet de lidstaat is waar zij gevestigd zijn.

2.   Producenten wijzen bij schriftelijk mandaat een gemachtigde vertegenwoordiger aan voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst aanbieden die niet de lidstaat is waar zij gevestigd zijn.

Amendement 258

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, verkrijgen van producenten die verpakkingen aan consumenten in de Unie aanbieden de volgende informatie:

3.   Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU)  nr. 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, en fulfilmentdienstverleners moeten voldoen aan de eisen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid waarnaar wordt verwezen in de leden 1 en 2 van dit artikel, tenzij zij kunnen aantonen dat producenten die verpakkingen aan consumenten in de Unie aanbieden , aan die eisen voldoen, door de volgende informatie te verkrijgen :

Amendement 259

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

een zelfcertificering van de producent waarin de producent zich ertoe verbindt alleen verpakkingen aan te bieden waarvoor in de lidstaat waar de consument is gevestigd aan de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde eisen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is voldaan .

b)

informatie over de naleving van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde eisen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in de lidstaat waar de consument is gevestigd .

Amendement 260

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer producenten hun producten via de elektronische marktplaats verkopen en niet overeenkomstig artikel 39, lid 2, zijn geregistreerd, kan de onlinemarktplaats waar de producten te koop worden aangeboden, voldoen aan de gezamenlijke verplichtingen van die producenten uit hoofde van artikel 39, lid 7.

Amendement 261

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Na de in lid 3 bedoelde informatie te hebben ontvangen en alvorens de betrokken producent toe te staan van zijn diensten gebruik te maken, beoordelen de aanbieder van onlineplatforms en de fulfilmentdienstverleners of de in de punten a) en b) bedoelde informatie betrouwbaar en volledig is.

Amendement 262

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.     De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten de kosten dekken overeenkomstig de bepalingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van Richtlijnen 2008/98/EG en 94/62/EG en, voor zover zij nog niet onder die bepalingen vallen, ten minste de kosten dekken van de inzameling van afval dat in openbare inzamelingssystemen wordt weggegooid, met inbegrip van de infrastructuur en de exploitatie daarvan, net als het daaropvolgende vervoer en de verwerking van dat afval.

 

De te dekken kosten worden op transparante en kostenefficiënte wijze vastgesteld. De kosten voor het opruimen van zwerfafval blijven beperkt tot kosten voor werkzaamheden door of namens overheidsinstanties. De berekeningsmethode is zodanig ontwikkeld dat de kosten voor het opruimen van zwerfafval kunnen worden vastgesteld op evenredige wijze en rekening houdend met verpakkingsformaten waarbij een groter risico bestaat dat ze als zwerfafval eindigen en niet afzonderlijk worden ingezameld.

Amendement 263

Voorstel voor een verordening

Artikel 41 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Indien op het grondgebied van een lidstaat meerdere organisaties voor producentenverantwoordelijkheid bevoegd zijn om namens producenten verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te leven, waarborgt die lidstaat dat die organisaties voor producentenverantwoordelijkheid samen het gehele grondgebied van de lidstaat bestrijken wat betreft de in artikel 42, lid 3, en de artikelen 43 en 44 bedoelde activiteiten. De lidstaten belasten de bevoegde autoriteit ermee erop toe te zien dat organisaties voor producentenverantwoordelijkheid hun verplichtingen op gecoördineerde wijze nakomen, of wijzen daar een onafhankelijke derde partij voor aan.

2.   Indien op het grondgebied van een lidstaat meerdere organisaties voor producentenverantwoordelijkheid bevoegd zijn om namens producenten verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te leven, waarborgt die lidstaat dat die organisaties voor producentenverantwoordelijkheid en de producenten die geen organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangewezen samen het gehele grondgebied van de lidstaat bestrijken wat betreft de in artikel 42, lid 3, en de artikelen 43 en 44 bedoelde activiteiten. De lidstaten belasten de bevoegde autoriteit ermee erop toe te zien dat organisaties voor producentenverantwoordelijkheid hun verplichtingen op gecoördineerde wijze nakomen, of wijzen daar een onafhankelijke derde partij voor aan.

Amendement 264

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

de door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid getroffen maatregelen volstaan om het mogelijk te maken dat verpakkingsafval overeenkomstig artikel 43, leden 1 en 2, en artikel 44 gratis en met een frequentie die evenredig is aan het bestreken gebied en volume wordt ingeleverd of ingezameld , gezien de hoeveelheid en de soorten verpakkingen die voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt worden aangeboden door die producent of door producenten namens wie de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid optreedt;

b)

de door de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid getroffen maatregelen volstaan om het mogelijk te maken dat al het verpakkingsafval overeenkomstig artikel 43, leden 1 en 2, en artikel 44 gratis en met een frequentie die evenredig is aan het bestreken gebied en volume wordt ingeleverd , ingezameld, vervoerd en verwerkt , gezien de hoeveelheid en de soorten verpakkingen die voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt worden aangeboden door die producent of door producenten namens wie de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid optreedt;

Amendement 265

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat systemen worden opgezet voor het inleveren en gescheiden inzamelen van alle verpakkingsafval van eindgebruikers om te waarborgen dat dit afval overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG wordt verwerkt, en om de voorbereiding voor hergebruik en de hoogwaardige recycling ervan te vergemakkelijken.

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat systemen en infrastructuur worden opgezet voor het inleveren en gescheiden inzamelen van alle verpakkingsafval van eindgebruikers om te waarborgen dat dit afval overeenkomstig de artikelen 4 , 10 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG wordt verwerkt, en om de voorbereiding voor hergebruik en de hoogwaardige recycling ervan te vergemakkelijken.

Amendement 266

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Teneinde hoogwaardige recycling mogelijk te maken, garanderen de lidstaten dat er een systeem bestaat dat een veilige en billijke toegang biedt tot gerecyclede materialen voor gebruik in toepassingen waarbij de unieke kwaliteit van het gerecyclede materiaal behouden blijft of zodanig wordt teruggewonnen dat het verder kan worden gerecycled en op dezelfde manier of voor een vergelijkbare toepassing kan worden gebruikt, met minimale kwantitatieve, kwalitatieve en functionele verliezen.

Amendement 267

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De lidstaten kunnen afwijkingen van lid 1 toestaan , mits het inzamelen van verpakkingen of fracties verpakkingsafval samen of samen met ander afval niet afdoet aan de mogelijkheid om dergelijke verpakkingen of fracties verpakkingsafval voor te bereiden voor hergebruik, te recyclen of anderszins nuttig toe te passen overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG, en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling.

2.   De lidstaten kunnen afwijkingen toestaan van de in lid 1 genoemde verplichting tot het inleveren en gescheiden inzamelen van bepaalde soorten afval , mits het inzamelen van verpakkingen of fracties van dergelijk verpakkingsafval samen of samen met ander afval niet afdoet aan de mogelijkheid om dergelijke verpakkingen of fracties verpakkingsafval voor te bereiden voor hergebruik, te recyclen of anderszins nuttig toe te passen overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG, en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling.

Amendement 268

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 3 – punt c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis)

staan open voor inzage in actuele gegevens, met betrekking tot de verslaglegging over het gewicht en de kosten van het beheer van stromen verpakkingsafval, die wordt verschaft door middel van:

 

i)

een website of een ander elektronisch communicatiemiddel, in de officiële taal van de betrokken lidstaat;

 

ii)

openbare verslagen in de officiële taal van de betrokken lidstaat.

 

Punt c bis) doet geen afbreuk aan commercieel gevoelige informatie of wetgeving inzake gegevensbescherming.

Amendement 269

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Uiterlijk op 1 januari 2029 zorgen de lidstaten ervoor dat in openbare ruimten voldoende systemen voor gescheiden inzameling worden opgezet voor de verschillende afvalfracties van verpakkingsmaterialen.

Amendement 446

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 3 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.     Uiterlijk op 1 januari 2029 zorgen einddistributeurs die voeding en drank in de handel brengen die ter plaatse in de horecasector worden aangeboden en verbruikt ervoor dat systemen voor gescheiden inzameling worden opgezet voor de verschillende afvalfracties van verpakkingsmaterialen om de consument te helpen bij het sorteren van het verpakkingsafval.

 

Marktdeelnemers waarop de in lid 3 bedoelde verplichting van toepassing is, brengen jaarlijks verslag uit aan de lidstaat over het gewicht van het gescheiden ingezamelde verpakkingsafval per materiaal. Elke lidstaat verstrekt de Commissie geaggregeerde gegevens per gescheiden ingezameld verpakkingsmateriaal.

Amendement 270

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.     In afwijking van de verplichting tot gescheiden inzameling van lid 3, mogen bepaalde soorten verpakkingsafval samen worden ingezameld indien die inzameling niet afdoet aan de mogelijkheid om dat afval aan recyclinghandelingen te onderwerpen en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling.

Schrappen

Amendement 271

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 5 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.     Met ingang van 1 januari 2030 kunnen de lidstaten ervoor zorgen dat verpakkingsafval dat niet gescheiden wordt ingezameld, voorafgaand aan verwijderings- of energieterugwinningsprocessen wordt gesorteerd om voor recycling ontworpen verpakkingen eruit te halen met het oog op recycling.

Amendement 272

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 43 bis

 

Verplichte gescheiden inzameling

 

1.     Uiterlijk op 1 januari 2029 nemen de lidstaten de maatregelen die noodzakelijk zijn om elk jaar de gescheiden inzameling te waarborgen van 90 gewichtsprocent van de materialen die worden vermeld in artikel 46.

 

De in de eerste alinea genoemde doelstelling kan worden bereikt aan de hand van alle maatregelen waarnaar in deze verordening wordt verwezen alsmede door middel van maatregelen voor gescheiden inzameling buiten de woning.

 

2.     Lid 1 vormt een aanvulling op de streefcijfers voor gescheiden inzameling van kunststof flessen voor eenmalig gebruik uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2019/904.

Amendement 273

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

kunststof drankflessen voor eenmalig gebruik met een inhoud van maximaal drie liter, en

a)

kunststof drankflessen voor eenmalig gebruik met een inhoud van 0,1 liter tot drie liter, en

Amendement 274

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

metalen drankverpakkingen voor eenmalig gebruik met een inhoud van maximaal drie liter.

b)

metalen drankverpakkingen voor eenmalig gebruik met een inhoud van 0,1 liter tot drie liter.

Amendementen 275 en 430

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt een lidstaat onder de volgende voorwaarden vrijgesteld van de verplichting van lid 1:

3.   Onverminderd lid 1 van dit artikel worden lidstaten vrijgesteld van de verplichting van lid 1 als op zijn minst aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan :

Amendement 276

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 3 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

het percentage van het desbetreffende verpakkingsformaat dat overeenkomstig artikel 43, leden 3 en 4, gescheiden moet worden ingezameld, bedraagt , volgens de verslaglegging aan de Commissie overeenkomstig artikel 50, lid 1, punt c), meer dan 90  gewichtsprocent van dergelijke verpakkingen die op het grondgebied van die lidstaat in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel zijn gebracht. Indien een dergelijk verslag nog niet bij de Commissie is ingediend, verstrekt de lidstaat op basis van gevalideerde nationale gegevens een met redenen omklede rechtvaardiging daarvoor, en een beschrijving van de uitgevoerde maatregelen, waaruit blijkt dat aan de in dit lid vastgestelde voorwaarden voor de vrijstelling is voldaan;

a)

het percentage van het desbetreffende verpakkingsformaat dat overeenkomstig artikel 43, leden 3 en 4, gescheiden moet worden ingezameld, is , volgens de verslaglegging aan de Commissie overeenkomstig artikel 50, lid 1, punt c), gelijk aan of hoger dan 85  gewichtsprocent van dergelijke verpakkingen die op het grondgebied van die lidstaat in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel zijn gebracht. Indien een dergelijk verslag nog niet bij de Commissie is ingediend, verstrekt de lidstaat op basis van gevalideerde nationale gegevens een met redenen omklede rechtvaardiging daarvoor, en een beschrijving van de uitgevoerde maatregelen, waaruit blijkt dat aan de in dit lid vastgestelde voorwaarden voor de vrijstelling is voldaan;

Amendement 277

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 3 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

de lidstaat stelt de Commissie uiterlijk 24 maanden vóór de in lid 1 van dit artikel vastgestelde termijn in kennis van zijn verzoek om vrijstelling en dient een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema om ervoor te zorgen dat het percentage van 90 gewichtsprocent gescheiden inzameling van de in lid  1 bedoelde verpakkingen wordt bereikt.

b)

de lidstaat stelt de Commissie uiterlijk 24 maanden vóór de in lid 1 van dit artikel vastgestelde termijn in kennis van zijn verzoek om vrijstelling en dient een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema om ervoor te zorgen dat het gewichtspercentage gescheiden inzameling van de in lid  3, punt a), bedoelde verpakkingen wordt bereikt.

Amendement 278

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.   Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene voorschriften van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in dit artikel vastgestelde minimumeisen.

7.   Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene voorschriften van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in dit artikel vastgestelde minimumeisen , met de mogelijkheid verpakkingen voor andere producten toe te voegen .

Amendement 279

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.    De lidstaten treffen maatregelen om te stimuleren dat op milieuvriendelijke wijze systemen voor hergebruik van verpakkingen en systemen voor navulling worden opgezet. Die systemen moeten voldoen aan de eisen van de artikelen 24 en 25 van en bijlage VI bij deze verordening en mogen geen afbreuk doen aan de levensmiddelenhygiëne of de veiligheid van consumenten.

1.    Uiterlijk op 31 december 2028 treffen de lidstaten maatregelen om ervoor te zorgen dat op milieuvriendelijke wijze systemen voor hergebruik van verpakkingen met voldoende stimulansen voor terugname en systemen voor navulling worden opgezet. Die systemen moeten voldoen aan de eisen van de artikelen 24 en 25 van en bijlage VI bij deze verordening en mogen geen afbreuk doen aan de levensmiddelenhandel of de veiligheid van consumenten.

Amendement 280

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

het opleggen van een verplichting aan einddistributeurs om een bepaald percentage andere producten dan de onder de streefcijfers van artikel 26 vallende producten beschikbaar te stellen in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik of navulling vallen, op voorwaarde dat dit niet leidt tot verstoring van de interne markt of tot handelsbelemmeringen voor producten uit andere lidstaten.

c)

het opleggen van een verplichting aan fabrikanten en einddistributeurs om een bepaald percentage andere producten dan de onder de streefcijfers van artikel 26 vallende producten beschikbaar te stellen in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik of navulling vallen, op voorwaarde dat dit niet leidt tot verstoring van de interne markt of tot handelsbelemmeringen voor producten uit andere lidstaten.

Amendement 281

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     De Commissie verzoekt de Europese normalisatie-instellingen vrijwillige normen voor herbruikbare verpakkingen te ontwikkelen, met als doel het gebruik van verpakkingen te bevorderen die eenvoudig herbruikbaar zijn met behulp van deugdelijk ontworpen systemen voor hergebruik. Dergelijke normen hebben onder andere betrekking op het ontwerp, de etikettering, de reiniging en de traceerbaarheid van herbruikbare verpakkingen. De Commissie ondersteunt de ontwikkeling en verspreiding van dergelijke normen.

Amendement 282

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 ter.     De lidstaten zien erop toe dat er in de begroting van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en statiegeldregelingen een minimumbedrag wordt uitgetrokken voor de financiering van maatregelen voor afvalvermindering en -preventie en het opzetten van infrastructuur voor systemen voor hergebruik.

Amendement 283

Voorstel voor een verordening

Artikel 46 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Onverminderd lid 1, punt a), kan een lidstaat de in lid 1, punt b), i) tot en met vi), vastgestelde termijnen met maximaal vijf jaar uitstellen, onder de volgende voorwaarden:

2.   Onverminderd lid 1, punt a), en rekening houdend met de verschillende uitgangspositie van elke lidstaat met betrekking tot de specifieke streefcijfers die per materiaal zijn vastgesteld, kan een lidstaat de in lid 1, punt b), i) tot en met vi), vastgestelde termijnen met maximaal vijf jaar uitstellen, onder de volgende voorwaarden:

Amendement 284

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.     Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegerekend als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan aantonen dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van deze verordening en dat de recycling van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden van de relevante Uniewetgeving.

Schrappen

Amendement 285

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 9

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

9.   De hoeveelheid verpakkingsafvalmaterialen die niet langer afval zijn als gevolg van een voorbereidende handeling voorafgaand aan herverwerking, mag als gerecycled worden meegeteld, mits die materialen bestemd zijn voor verdere herverwerking tot producten, materialen of stoffen voor gebruik voor de oorspronkelijke of andere doeleinden. Materialen in de eindeafvalfase voor gebruik als brandstof of andere middelen voor het opwekken van energie, voor verbranding, voor gebruik als opvulling of voor storting, mogen echter niet als gerecycled worden meegeteld.

9.   De hoeveelheid verpakkingsafvalmaterialen die niet langer afval zijn als gevolg van een nuttige toepassing waardoor materialen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen voor de oorspronkelijke dan wel andere doeleinden , mag als gerecycled worden meegeteld . Materialen in de eindeafvalfase voor gebruik als brandstof of andere middelen voor het opwekken van energie, voor verbranding, voor gebruik als opvulling of voor storting, mogen echter niet als gerecycled worden meegeteld.

Amendement 286

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

12.   Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegeteld als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien aan de eisen van lid 3 is voldaan en de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan aantonen dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van die verordening, onder meer dat de verwerking van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan de eisen van de relevante milieuwetgeving van de Unie.

12.   Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegeteld als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien aan de eisen van lid 3 is voldaan en de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 door de bevoegde autoriteit van bestemming goedgekeurde bewijsstukken overlegt waaruit blijkt dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van die verordening, onder meer dat de verwerking van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de eisen van de relevante milieuwetgeving van de Unie.

Amendement 287

Voorstel voor een verordening

Artikel 49 – lid 1 – punt f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f)

de composteringskenmerken en de opties voor het correcte afvalbeheer van composteerbare verpakkingen.

f)

de composteringskenmerken en de opties voor het correcte afvalbeheer van composteerbare verpakkingen , met inbegrip van informatie om consumenten op de hoogte te brengen dat composteerbare verpakkingen die onder industrieel gecontroleerde omstandigheden composteerbaar zijn, niet geschikt zijn voor thuiscompostering of in de natuur mogen worden gegooid .

Amendement 288

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 1 – alinea 1 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

het jaarlijkse verbruik van zeer lichte plastic draagtassen, lichte plastic draagtassen en dikke plastic draagtassen per persoon, voor elke categorie afzonderlijk;

b)

het jaarlijkse verbruik van zeer lichte plastic draagtassen, lichte plastic draagtassen , dikke plastic draagtassen, zeer dikke plastic draagtassen en papieren draagtassen per persoon, voor elke categorie afzonderlijk;

Amendement 289

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De lidstaten brengen voor elk kalenderjaar voor elk in tabel 1 van bijlage IX genoemd verpakkingsmateriaal en elke in die tabel genoemde soort verpakking verslag uit over:

2.   De lidstaten brengen voor elk kalenderjaar verslag uit over:

Amendement 290

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

de hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen voor elke in tabel 1 van bijlage  IX genoemde soort verpakking en elk in die tabel genoemd verpakkingsmateriaal;

a)

de hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen voor elke in tabel 1 van bijlage  II genoemde soort verpakking en elk in die tabel genoemd verpakkingsmateriaal;

Amendement 291

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 2 – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

de hoeveelheden gescheiden ingezameld verpakkingsafval voor elk in tabel  1 van bijlage  IX genoemd verpakkingsmateriaal;

b)

de hoeveelheden gescheiden ingezameld verpakkingsafval voor elk in tabel  3 van bijlage  XII genoemd verpakkingsmateriaal;

Amendement 292

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 2 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

de recyclingpercentages;

c)

de recyclingpercentages van verpakkingsafval zoals vermeld in tabel 4 van bijlage XII ;

Amendement 293

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.

De verpakkingsdatabanken zijn toegankelijk voor het bredere publiek in een open formaat dat machinaal leesbaar is en de interoperabiliteit en het hergebruik van gegevens waarborgt.

Amendement 294

Voorstel voor een verordening

Artikel 52 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd artikel 19 van Verordening (EU) 2019/1020 voeren markttoezichtautoriteiten van een lidstaat die voldoende redenen hebben om aan te nemen dat onder deze verordening vallende verpakkingen een risico voor het milieu of de gezondheid van de mens inhouden een beoordeling van de desbetreffende verpakkingen uit aan de hand van alle in deze verordening vastgestelde eisen die verband houden met het risico. De betrokken marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.

Onverminderd artikel 19 van Verordening (EU) 2019/1020 voeren markttoezichtautoriteiten van een lidstaat die voldoende redenen hebben om aan te nemen dat onder deze verordening vallende verpakkingen een risico voor het milieu of de gezondheid van mens en dier inhouden onverwijld een beoordeling van de desbetreffende verpakkingen uit aan de hand van alle in deze verordening vastgestelde eisen die verband houden met het risico. De betrokken marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.

Amendement 295

Voorstel voor een verordening

Artikel 52 – lid 6 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.

De in lid  4 bedoelde informatie voor de Commissie en de andere lidstaten wordt meegedeeld via het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem en omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om non-conforme verpakkingen te identificeren en om de oorsprong van die verpakkingen, de aard van de veronderstelde niet-naleving en van het daarmee samenhangende risico, de aard en de duur van de getroffen nationale maatregelen, alsmede de door de betrokken marktdeelnemer aangevoerde argumenten, en in voorkomend geval de in artikel  54 , lid 1, bedoelde informatie in kaart te brengen. De markttoezichtautoriteiten vermelden ook of de non-conformiteit een van de volgende oorzaken heeft:

6.

De in lid  5 bedoelde informatie voor de Commissie en de andere lidstaten wordt meegedeeld via het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem en omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om non-conforme verpakkingen te identificeren en om de oorsprong van die verpakkingen, de aard van de veronderstelde niet-naleving en van het daarmee samenhangende risico, de aard en de duur van de getroffen nationale maatregelen, alsmede de door de betrokken marktdeelnemer aangevoerde argumenten, en in voorkomend geval de in artikel  55 , lid 1, bedoelde informatie in kaart te brengen. De markttoezichtautoriteiten vermelden ook of de non-conformiteit een van de volgende oorzaken heeft:

Amendement 296

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer na voltooiing van de procedure van artikel 52, leden  3 en  4 , bezwaren tegen een door een lidstaat getroffen maatregel worden ingebracht of de Commissie van oordeel is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Op grond van de resultaten van die evaluatie besluit de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.

Wanneer na voltooiing van de procedure van artikel 52, leden  5 en  6 , bezwaren tegen een door een lidstaat getroffen maatregel worden ingebracht of de Commissie van oordeel is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Op grond van de resultaten van die evaluatie besluit de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.

Amendement 297

Voorstel voor een verordening

Artikel 54 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Indien een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 52, vaststelt dat verpakkingen weliswaar aan de toepasselijke eisen van artikel 5 tot en met 11 voldoen maar toch een risico inhouden voor het milieu of de gezondheid van de mens , eist deze lidstaat onverwijld dat de betrokken marktdeelnemer binnen een door de markttoezichtautoriteiten voorgeschreven redelijke termijn die evenredig is met de aard en in voorkomend geval de ernst van het risico, alle passende maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de desbetreffende verpakkingen wanneer zij op de markt worden aangeboden dat risico niet meer inhouden, of dat die marktdeelnemer de verpakkingen uit de handel neemt of terugroept.

1.   Indien een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 52, vaststelt dat verpakkingen weliswaar aan de toepasselijke eisen van artikel 5 tot en met 11 voldoen maar toch een risico inhouden voor het milieu of de gezondheid van mens en dier , eist deze lidstaat onverwijld dat de betrokken marktdeelnemer binnen een door de markttoezichtautoriteiten voorgeschreven redelijke termijn die evenredig is met de aard en in voorkomend geval de ernst van het risico, alle passende maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de desbetreffende verpakkingen wanneer zij op de markt worden aangeboden dat risico niet meer inhouden, of dat die marktdeelnemer de verpakkingen uit de handel neemt of terugroept.

Amendement 298

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.     De autoriteiten die uit hoofde van artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1020 worden aangewezen, gebruiken de op grond van lid 1 van dit artikel doorgegeven informatie om de risicoanalyse uit hoofde van artikel 25, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1020 uit te voeren.

Amendement 299

Voorstel voor een verordening

Artikel 56 – lid 1 – punt k bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k bis)

er is niet voldaan aan de eisen voor recyclebare verpakkingen;

Amendement 300

Voorstel voor een verordening

Artikel 56 – lid 1 – punt k ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k ter)

er is niet voldaan aan de eisen voor het minimumgehalte aan gerecycled materiaal voor verpakkingen.

Amendement 301

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  9, 10 en 11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

2.   De in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  7 en 9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

Amendement 302

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  9, 10 en 11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  7 en 9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

Amendement 303

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie het verpakkingsforum en de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

Amendement 304

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.   Een uit hoofde van artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  9, 10 en  11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

6.   Een uit hoofde van artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden  7 en  9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

Amendement 305

Voorstel voor een verordening

Artikel 62 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] leggen de lidstaten de regels vast inzake de sancties voor inbreuken op deze verordening en treffen zij alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Niet-naleving van de eisen van de artikelen 21 tot en met 26 wordt bestraft met een administratieve boete die aan de betrokken marktdeelnemer wordt opgelegd.

1.   Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] leggen de lidstaten de regels vast inzake de sancties voor inbreuken op deze verordening en treffen zij alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. Overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (1a) stellen de lidstaten de Commissie in kennis van die regels en maatregelen en, onverwijld, van eventuele latere wijzigingen daarvan. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

 

Deze sancties kunnen onder meer de vorm aannemen van:

 

a)

boeten die evenredig zijn aan de milieuschade en aan de waarde van de desbetreffende producten, en waarvan de hoogte zo wordt berekend dat wordt gewaarborgd dat aan de verantwoordelijke personen de economische voordelen die zij aan hun inbreuken te danken hebben, daadwerkelijk worden ontnomen en die geleidelijk worden verhoogd bij herhaling van een ernstige inbreuk;

 

b)

inbeslagneming van inkomsten die de fabrikant, producent, leverancier, distributeur, importeur, gemachtigde of aangewezen vertegenwoordiger voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid heeft verworven uit een transactie in verband met de desbetreffende producten;

 

c)

tijdelijke uitsluiting gedurende maximaal 12 maanden van aanbestedingsprocedures en van toegang tot publieke financiering, met inbegrip van aanbestedingsprocedures, subsidies en concessies;

 

d)

een tijdelijk verbod op het in de handel brengen of op de markt aanbieden, of het uitvoeren van de desbetreffende producten, in het geval van een ernstige inbreuk of van herhaalde inbreuken.

 

Amendement 306

Voorstel voor een verordening

Artikel 62 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 62 bis

 

Toegang tot de rechter

 

1.     Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voldoende belang heeft, zoals bepaald overeenkomstig de bestaande nationale rechtsmiddelenstelsels, met inbegrip van personen die voldoen aan de eventuele criteria die zijn vastgesteld in het nationale recht, onder wie personen die overeenkomstig artikel 62 bis gegronde zorg kenbaar hebben gemaakt, heeft toegang tot administratieve of rechterlijke procedures ter toetsing van de besluiten, het handelen of het verzuim van de krachtens deze verordening bevoegde autoriteiten.

 

2.     Deze verordening laat alle nationale wettelijke bepalingen tot regeling van de toegang tot de rechter en die volgens welke alle administratieve beroepsprocedures moeten zijn gevolgd alvorens er een gerechtelijke procedure kan worden ingeleid, onverlet.

Amendement 307

Voorstel voor een verordening

Artikel 62 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 62 ter

 

Verzoek om maatregelen

 

1.     Natuurlijke of rechtspersonen die worden benadeeld of dreigen te worden benadeeld door een inbreuk op deze verordening of die voldoende belang hebben bij milieubesluitvorming met betrekking tot een inbreuk op deze verordening, zijn gerechtigd met betrekking tot gevallen van een dergelijke inbreuk of een onmiddellijk gevaar op een dergelijke inbreuk de bevoegde autoriteiten te verzoeken maatregelen te treffen uit hoofde van deze verordening.

 

Niet-gouvernementele organisaties die opkomen voor milieubescherming en voldoen aan de eisen van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad worden geacht een voldoende belang te hebben voor de toepassing van de eerste alinea.

 

2.     Het verzoek tot maatregelen gaat vergezeld van de relevante informatie en gegevens die dat verzoek ondersteunen.

 

3.     Indien het verzoek om maatregelen en de bijbehorende informatie en gegevens aannemelijk maken dat er sprake is van een inbreuk op deze verordening of dat er een onmiddellijk gevaar op een dergelijke inbreuk is, nemen de bevoegde autoriteiten deze verzoeken om maatregelen en de informatie en gegevens in overweging. In die gevallen bieden de bevoegde autoriteiten de betrokken marktdeelnemer de gelegenheid zijn standpunt met betrekking tot het verzoek om maatregelen en de bijbehorende opmerkingen kenbaar te maken.

 

4.     De bevoegde autoriteiten stellen onverwijld en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Unierecht, de personen die een dergelijk verzoek op grond van lid 1 hebben ingediend in kennis van hun besluit inzake het al dan niet treffen van maatregelen, en motiveren dat besluit.

 

5.     Ingeval de bevoegde autoriteit het verzoek om maatregelen inwilligt, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. De Commissie beoordeelt of er ook buiten de bewuste lidstaat sprake is van een inbreuk op de verordening. Als zij vaststelt dat er ook buiten de bewuste lidstaat sprake is van een inbreuk, treft zij passende maatregelen om naleving van de verordening te waarborgen.

Amendement 509

Voorstel voor een verordening

Artikel 63 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk op [PB: PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van toepassing van deze verordening] voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening en van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de milieuduurzaamheid van verpakkingen. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dit verslag.

Uiterlijk op [PB: PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van toepassing van deze verordening] voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening en van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de milieuduurzaamheid van verpakkingen. Die evaluatie heeft onder meer betrekking op het effect van deze verordening op het agrovoedingssysteem en op voedselverspilling. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dit verslag.

Amendement 308

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – alinea 2 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

artikel 8, lid 2, van Richtlijn 94/62/EG blijft van toepassing tot en met [PB: gelieve datum in te voegen = 42  maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ];

a)

artikel 8, lid 2, van Richtlijn 94/62/EG blijft van toepassing tot en met [PB: gelieve datum in te voegen = 30  maanden na de inwerkingtreding van de in artikel 11, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling ];

Amendement 309

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – alinea 2 – punt a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)

Artikel 9, leden 1 en 2, van Richtlijn 94/62/EG blijven van toepassing met betrekking tot de essentiële eisen van bijlage II, punt 1, eerste streepje, tot en met 31 december 2029;

Amendement 510/rev1

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bloempotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer van planten en niet bedoeld zijn voor de hele levensduur van de plant

Transporttrays en draagverpakkingen voor bloem- en plantenpotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer

Amendement 310

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 12

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Capsules voor dranksystemen (bv. koffie , cacao, melk )

Zakjes of pads voor koffie en thee, capsules voor dranksystemen (bv. capsules voor koffie of thee )

Amendement 311

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 14 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Doosjes die worden gebruikt voor tandpastatubes

Amendement 511/rev1

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bloempotten die voor de hele levensduur van de plant zijn bedoeld

Bloem- en plantenpotten, met inbegrip van direct vulbare packs voor perkgoed, die in verschillende productiestadia worden gebruikt of bestemd zijn om samen met de plant te worden verkocht

Amendement 312

Voorstel voor een verordening

Bijlage I – alinea 44 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bandenetiketten in de vorm van een sticker (Verordening (EU) 2020/740)

Amendement 313

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

2

Glas

Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit glas bestaat

Flessen, potten, flacons, (cosmetica)potjes

 

Amendement

2

Glas

Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit glas bestaat

Flessen, potten, flacons, (cosmetica)potjes , spuitbussen

 

Amendement 314

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

4

Papier/karton

Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit papier/karton bestaat

Onder meer drinkpakken, borden en bekers, d.w.z. gemetalliseerd of met kunststof gelamineerd papier/karton, karton voor vloeistoffen, papier/karton met kunststof voering/vensters

 

Amendement

4

Papier/karton

Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit papier/karton bestaat

Onder meer drinkpakken en niet-drinkpakken , borden en bekers, d.w.z. gemetalliseerd of met kunststof gelamineerd papier/karton, karton voor vloeistoffen, papier/karton met kunststof voering/vensters

 

Amendement 315

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

5

Metaal

Staal

Harde verpakkingsformaten (spuitbussen, blikken, verfblikken, dozen enz.) van staal, met inbegrip van blik

 

Amendement

5

Metaal

Staal

Harde verpakkingsformaten (spuitbussen, blikken , verfblikken, dozen enz.) van staal, met inbegrip van blik

 

Amendement 316

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

11 bis

Kunststof

Harde pet

Flessen en flacons

Ondoorzichtig wit

Amendement 317

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

12

Kunststof

Harde pet

Harde verpakkingen met uitzondering van flessen en flacons (onder meer potten en bakken)

Transparant

Amendement

12

Kunststof

Harde pet

Harde verpakkingen met uitzondering van flessen en flacons (onder meer potten en bakken), spuitbussen

Transparant

Amendement 397

Voorstel voor een verordening

Bijlage II

Bijlage II

Bijlage II

Door de Commissie voorgestelde tekst

Tabel 1

26

Kunststof

Andere harde kunststoffen, met inbegrip van harde pvc en polycarbonaat

Hard

27

Kunststof

Andere flexibele kunststoffen, met inbegrip van meerlagige plasticfolie en materialen van gemende samenstelling

Zakjes

Amendement

Tabel 1

26

Kunststof

Andere harde kunststoffen, met inbegrip van harde pvc , polycarbonaat en biologisch afbreekbare polymeren

Hard

27

Kunststof

Andere flexibele kunststoffen, met inbegrip van meerlagige plasticfolie , materialen van gemende samenstelling en biologisch afbreekbare materialen

Zakjes

Amendement 318

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 26 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

26 bis

Kunststof

Harde kunststoffen die voor industriële verpakkingen worden gebruikt

IBC’s, vaten

 

Amendement 319

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 1 – regel 27 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

27 bis

Kunststof

Flexibele kunststoffen die voor industriële verpakkingen worden gebruikt

FIBC’s, zakken

 

Amendement 320

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Prestatieklasse voor recyclebaarheid

Beoordeling van de recyclebaarheid per exemplaar, in gewichtspercent

Klasse A

95 gewichtspercent of meer

Klasse B

90 gewichtspercent of meer

Klasse C

80 gewichtspercent of meer

Klasse D

70 gewichtspercent of meer

Klasse E

minder dan 70 gewichtspercent

Amendement

Prestatieklasse voor recyclebaarheid

Beoordeling van de recyclebaarheid per exemplaar, in gewichtspercent

Klasse A

hoger dan of gelijk aan 95 % – hoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling

De verpakking moet meerdere malen kunnen worden gerecycled en voldoet volledig aan de ontwerpcriteria voor recycling. De gegenereerde secundaire grondstof is van een kwaliteit die hoog genoeg in om als input voor een gesloten materiaalkringloop te dienen.

Klasse B

hoger dan of gelijk aan 90 % – hoge tot middelhoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling

De verpakking kan enkele kleine problemen met betrekking tot de recyclebaarheid vertonen die enige afbreuk doen aan de kwaliteit van de gegenereerde secundaire grondstof. Het merendeel van de uit deze verpakking gegenereerde secundaire grondstof zou echter nog steeds als input kunnen dienen voor een gesloten materiaalkringloop .

Klasse C

hoger dan of gelijk aan 80 % – middelhoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling

De verpakking vertoont enkele problemen met betrekking tot de recyclebaarheid die afbreuk kunnen doen aan de kwaliteit van de gegenereerde secundaire grondstof en mogelijk zullen leiden tot het verlies van materiaal tijdens de recycling.

Klasse D

hoger dan of gelijk aan 70 % – middelhoge tot lage compatibiliteit met ontwerp voor recycling

De verpakking heeft aanzienlijke ontwerpproblemen die sterk afbreuk doen aan de recyclebaarheid ervan of grote verliezen van materiaal veroorzaken tijdens de recycling.

Klasse E

lager dan 70 % – lage compatibiliteit met ontwerp voor recycling

De verpakking is niet recyclebaar wegens ontwerpproblemen en mag niet in de handel worden gebracht.

Amendement 321

Voorstel voor een verordening

Bijlage II – tabel 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indicatieve parameters waarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van ontwerpcriteria voor recycling uit hoofde van artikel 6

1.

Additieven

2.

Etiketten/wikkels

3.

Sluitsysteem en kleine onderdelen

4.

Kleefstoffen

5.

Inkten/bedrukking

6.

Kleuren

7.

Materiële samenstelling

8.

Barrières/coatings

9.

Productresten/leeggemak

10.

Eenvoudige ontmanteling (ontwerpkenmerken van de verpakking)

Amendement 322

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – alinea 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Mogelijke voorwaarden om het gebruik van composteerbare verpakkingsformaten verplicht te stellen:

Mogelijke voorwaarden om het gebruik van composteerbare verpakkingsformaten verplicht te stellen of in te voeren :

Amendement 323

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – alinea 1 – punt c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

de verpakking is biologisch afbreekbaar van aard en kan daardoor fysisch, chemisch, thermisch of biologisch worden afgebroken, onder meer door middel van anaerobe vergisting, en wordt uiteindelijk omgezet in koolstofdioxide of methaan , in afwezigheid van zuurstof , minerale zouten, biomassa en water ;

c)

de verpakking is dusdanig biologisch afbreekbaar dat zij fysisch, chemisch, thermisch of biologisch kan worden afgebroken, onder meer door middel van anaerobe vergisting, en wordt uiteindelijk omgezet in koolstofdioxide en water , nieuwe microbiële biomassa , minerale zouten en , in afwezigheid van zuurstof, methaan ;

Amendement 324

Voorstel voor een verordening

Bijlage III – alinea 1 – punt e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)

het gebruik van de verpakking leidt tot aanzienlijk minder verontreiniging van compost met niet-composteerbare verpakkingen; en

e)

het gebruik van de verpakking leidt tot aanzienlijk minder verontreiniging van compost met niet-composteerbare verpakkingen en veroorzaakt geen problemen bij de verwerking van bioafval;

Amendement 325

Voorstel voor een verordening

Bijlage IV – deel I – punt 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.

Bescherming van het product: met het verpakkingsontwerp wordt gewaarborgd dat het product wordt beschermd van het punt van verpakking of vulling tot aan het eindgebruik ervan, teneinde aanzienlijke schade aan of verlies, beschadiging of verspilling van het product te voorkomen. De eisen kunnen onder meer betrekking hebben op bescherming tegen mechanische of chemische schade, trillingen, compressie, vocht, licht, zuurstof, microbiologische besmetting, plaagorganismen en achteruitgang van de organoleptische eigenschappen, en kunnen verwijzingen naar specifieke wetgeving met eisen over productkwaliteit bevatten.

1.

Bescherming van het product: met het verpakkingsontwerp wordt gewaarborgd dat het product wordt beschermd van het punt van verpakking of vulling tot aan het eindgebruik ervan, teneinde aanzienlijke schade aan of verlies, beschadiging of verspilling van het product te voorkomen. De eisen kunnen onder meer betrekking hebben op bescherming tegen mechanische of chemische schade, trillingen, compressie, vocht, licht, zuurstof, microbiologische besmetting, plaagorganismen en achteruitgang van de organoleptische eigenschappen, en kunnen verwijzingen naar specifieke wetgeving met eisen over productkwaliteit bevatten. De beschermingsmaatregelen kunnen de nodige voorzieningen ter preventie van manipulatie, diefstal en namaak omvatten.

Amendement 419

Voorstel voor een verordening

Bijlage IV – deel I – punt 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.

Verpakkingsfunctionaliteit: het verpakkingsontwerp waarborgt de functionaliteit ervan, met inbegrip van criteria voor de aanvaarding van producten door consumenten. Ontwerpelementen die vereist zijn voor het herkennen van onderscheidende producterkenning, intellectuele-eigendomsrechten of herkomstaanduidingen uit hoofde van de wetgeving van de Unie, worden in acht genomen.

Amendement 441

Voorstel voor een verordening

Bijlage IV – deel I – punt 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.

Wettelijke eisen: met het verpakkingsontwerp moet worden gewaarborgd dat de verpakking en het verpakte product aan de toepasselijke wetgeving kunnen voldoen.

6.

Wettelijke eisen: met het verpakkingsontwerp moet worden gewaarborgd dat de verpakking en het verpakte product aan de toepasselijke wetgeving kunnen voldoen, met inbegrip van de bescherming van geografische aanduidingen uit hoofde van de Uniewetgeving of de wettelijke bescherming uit hoofde van intellectuele-eigendomsrechten .

Amendement 327

Voorstel voor een verordening

Bijlage IV – deel II – alinea 1 – punt a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

voor elk van de in deel I vermelde prestatiecriteria, een lijst van ontwerpeisen waardoor een verdere vermindering van het gewicht of volume van een verpakking onmogelijk wordt zonder de functionaliteit van de verpakking, met inbegrip van de veiligheid en hygiëne van het verpakte product, de verpakking en de gebruiker, in gevaar te brengen. De methode voor de identificatie van deze ontwerpeisen wordt beschreven en de redenen waarom een verdere vermindering van het gewicht of volume van de verpakking onmogelijk is, moeten worden toegelicht. Alle mogelijkheden voor vermindering die een bepaald verpakkingsmateriaal biedt, moeten worden onderzocht . Het volstaat niet het ene verpakkingsmateriaal door een ander te vervangen ;

a)

voor elk van de in deel I vermelde prestatiecriteria, een lijst van ontwerpeisen waardoor een verdere vermindering van het gewicht of volume van een verpakking onmogelijk wordt zonder de functionaliteit van de verpakking, met inbegrip van de veiligheid en hygiëne van het verpakte product, de verpakking en de gebruiker, in gevaar te brengen. De methode voor de identificatie van deze ontwerpeisen wordt beschreven en de redenen waarom een verdere vermindering van het gewicht of volume van de verpakking onmogelijk is, moeten worden toegelicht. Alle mogelijkheden voor vermindering die een bepaald verpakkingsmateriaal biedt, moeten worden onderzocht , zoals de vermindering van elke overbodige laag die geen verpakkingsfunctie vervult. Vervanging van het ene verpakkingsmateriaal door een ander wordt niet voldoende geacht ;

Amendement 328

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

1.

Kunststof verzamelverpakkingen voor eenmalig gebruik

Kunststof verpakkingen die in de detailhandel worden gebruikt om goederen te verkopen in blikken, potten en pakketten die zijn ontworpen voor het gemak om eindgebruikers in staat te stellen of aan te moedigen om meer dan één product te kopen. Verzamelverpakkingen die nodig zijn om de hantering tijdens de distributie te vergemakkelijken, vallen hier niet onder.

Wikkelfolie, krimpfolie

Amendement

1.

Kunststof verzamelverpakkingen voor eenmalig gebruik

Kunststof verpakkingen die op het verkooppunt worden gebruikt om goederen te verkopen in flessen, blikken, potten en pakketten die zijn ontworpen voor het gemak om consumenten in staat te stellen of aan te moedigen om meer dan één product te kopen. Verzamelverpakkingen die nodig zijn om de hantering tijdens business-to-businessdistributie te vergemakkelijken, vallen hier niet onder.

Wikkelfolie, krimpfolie

Amendementen 391cp1 en 512

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

2.

Kunststof wegwerpverpakkingen, samengestelde wegwerpverpakkingen of andere wegwerpverpakkingen voor verse groenten en fruit

Wegwerpverpakkingen voor minder dan 1,5 kg verse groenten en fruit, tenzij is aangetoond dat waterverlies of turgescentieverlies, microbiologische gevaren of fysieke schokken moeten worden voorkomen

Netten, zakken, bakjes, potten

Amendement

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Amendementen 391 cp2 en 513

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

3.

Kunststof wegwerpverpakkingen, samengestelde wegwerpverpakkingen of andere wegwerpverpakkingen

Wegwerpverpakkingen voor voedsel en dranken die worden gevuld en geconsumeerd op locaties in de horecasector, met inbegrip van alle eetruimten binnen en buiten een bedrijfsruimte die is voorzien van tafels en zitplekken of staanplaatsen, en van eetruimten die door verschillende marktdeelnemers of derden samen worden aangeboden voor de consumptie van voedsel en dranken

Bakjes, borden en bekers voor eenmalig gebruik, zakken, folie, dozen

Amendement

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Amendement 391cp3

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

4.

Wegwerpverpakkingen voor smaakstoffen, conserven, sauzen, koffiemelk, suiker en kruiderijen in de horecasector

Wegwerpverpakkingen in de horecasector die afzonderlijke porties of maaltijden bevatten of gebruikt worden voor smaakstoffen, conserven, sauzen, koffiemelk, suiker en kruiderijen, met uitzondering van verpakkingen die samen worden verstrekt met kant-en-klare afhaalmaaltijden die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie zonder dat verdere bereiding nodig is

Zakjes, potten, bakjes, dozen

Amendement

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Schrappen

Amendement 332

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

5.

Miniatuurverpakkingen in hotels voor eenmalig gebruik

Voor cosmetica, producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen met een inhoud van minder dan 50  ml voor vloeibare producten of minder dan 100 g voor vaste producten

Shampooflessen, flessen voor hand- of bodylotion, zakjes voor miniatuurstukken zeep

Amendement

5.

Kunststof miniatuurverpakkingen in hotels voor eenmalig gebruik

Voor cosmetica zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1223/2009 , producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen met een inhoud van minder dan 100  ml voor vloeibare producten of minder dan 100 g voor vaste producten

Shampooflessen, flessen voor hand- of bodylotion, zakjes voor miniatuurstukken zeep

Amendement 333

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 bis.

Kunststof wegwerpverpakkingen op luchthavens

Voor koffers en tassen

Krimpfolie

Amendement 334

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 ter.

Secundaire verpakking die niet nodig is om te voldoen aan de prestatiecriteria in bijlage IV

Voor cosmetica, met uitzondering van parfums, producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen

Dozen voor tandpasta en crèmes

Amendement 436

Voorstel voor een verordening

Bijlage V – regel 5 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5 quater.

Kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik die als vulmateriaal worden gebruikt

Kunststofverpakkingen die worden gebruikt om bepaald materiaal tijdens het hanteren te beschermen

Chips van polystyreen

Amendement 335

Voorstel voor een verordening

Bijlage VI – deel A – punt 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Systemen met een open kringloop die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingesteld, zijn vrijgesteld van de eisen van deel A, punt 1, a), b), c), d), f) en g).

Amendement 336

Voorstel voor een verordening

Bijlage VI – deel B – punt 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1

Het herstelproces mag geen risico opleveren voor de gezondheid en veiligheid van degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, en er moet worden gestreefd naar vermindering van de milieueffecten van dat proces. Dat proces moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake contactgevoelige materialen.

1

Het herstelproces mag geen risico opleveren voor de gezondheid en veiligheid van degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, en de milieueffecten van dat proces moeten worden verminderd . Dat proces moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake contactgevoelige materialen , afval en industriële emissies .

Amendement 337

Voorstel voor een verordening

Annex VI – deel C – punt b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

zij moeten voorzien zijn van een weegschaal waarmee de houder van de eindgebruiker kan worden afgewogen ;

b)

zij moet voorzien zijn van een meetapparaat dat de eindgebruiker precies laat zien hoeveel wordt gekocht ;

Amendement 338

Voorstel voor een verordening

Bijlage X – alinea 2 – punt j

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

j)

ten minste 1 % van de jaaromzet van de systeembeheerder (exclusief het statiegeld) wordt gebruikt voor voorlichtingscampagnes over het beheer van verpakkingsafval;

j)

een deel van de jaaromzet van de systeembeheerder wordt gebruikt voor voorlichtingscampagnes over het beheer van verpakkingsafval;

Amendement 339

Voorstel voor een verordening

Bijlage X – alinea 2 – punt l bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

l bis)

wanneer een digitale statiegeldregeling wordt ingevoerd die niet op het niveau van de einddistributeurs wordt georganiseerd, houden de lidstaten houden rekening met de in de punten l) tot en met v) bedoelde factoren;

Amendement 340

Voorstel voor een verordening

Bijlage X – alinea 2 – punt o

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

o)

alle statiegeldverpakkingen zijn duidelijk geëtiketteerd, zodat eindgebruikers gemakkelijk kunnen vaststellen dat die verpakkingen moeten worden ingeleverd;

o)

alle statiegeldverpakkingen die in het kader van een statiegeldregeling moeten worden verzameld, zijn duidelijk geëtiketteerd, zodat eindgebruikers gemakkelijk kunnen vaststellen dat die verpakkingen moeten worden ingeleverd;

Amendement 341

Voorstel voor een verordening

Bijlage X – alinea 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Naast de minimumeisen kunnen de lidstaten waar nodig aanvullende eisen vaststellen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening worden verwezenlijkt, met name wat betreft het verbeteren van de zuiverheid van ingezameld verpakkingsafval, het terugdringen van zwerfvuil of het verwezenlijken van andere doelstellingen van de circulaire economie.

Naast de minimumeisen kunnen de lidstaten waar nodig aanvullende eisen vaststellen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening worden verwezenlijkt, met name wat betreft het verbeteren van de zuiverheid van ingezameld verpakkingsafval, het terugdringen van zwerfvuil of het verwezenlijken van andere doelstellingen van de circulaire economie , zoals het waarborgen van veilige en billijke toegang tot gerecyclede grondstoffen voor gebruik in toepassingen die verdere recyclebaarheid mogelijk maken en die kunnen worden gebruikt op dezelfde manier of voor dezelfde of een vergelijkbare productcategorie als die waaruit ze afkomstig zijn .


(*1)  Verwijzingen naar 'cp' in de kopjes van goedgekeurde amendementen worden opgevat als het overeenkomstige deel van deze amendementen.

(1)  De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0319/2023).

(30)  Statistieken over verpakkingsafval van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Packaging_waste_statistics

(30)  Statistieken over verpakkingsafval van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Packaging_waste_statistics

(33)   https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM%3A2019%3A640%3AFIN

(33)   https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM%3A2019%3A640%3AFIN

(34)   https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:98:FIN&WT.mc_id=Twitter

(34)   https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:98:FIN&WT.mc_id=Twitter

(41)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

(41)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

(1a)   Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).

(1a)   https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/3978

(50)  Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

(50)  Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

(51)  Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).

(51)  Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).

(52)  Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).

(52)  Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).

(53)  Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).

(53)  Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).

(53a)   Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35).

(55)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(55)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(57)  Verpakking — Specifieke eisen voor fabricage en samenstelling — Preventie door reductie aan de bron.

(57)  Verpakking — Specifieke eisen voor fabricage en samenstelling — Preventie door reductie aan de bron.

(57a)   Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (PB L 3 van 5.1.2002, blz. 1).

(58)   https://www.pro-e.org/the-green-dot-trademark

(66)  Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een interne markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).

(66)  Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een interne markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).

(1a)   Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1).

(73)  Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

(73)  Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

(1a)   Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).

(1a)   Mededeling van 30 november 2022 over een EU-beleidskader inzake biogebaseerde, biologisch afbreekbare en composteerbare kunststoffen (COM(2022)0682).

(1a)   Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(1a)   Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/ EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).

(1a)   Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4250/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)