Publicatieblad |
NL C-serie |
C/2024/4250 |
24.7.2024 |
P9_TA(2023)0425
Verpakkingen en verpakkingsafval
Amendementen (*1) van het Europees Parlement aangenomen op 22 november 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakkingen en verpakkingsafval, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2019/904, en tot intrekking van Richtlijn 94/62/EG (COM(2022)0677 – C9-0400/2022 – 2022/0396(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(C/2024/4250)
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
||
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 quater (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 quinquies (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
||
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 sexies (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 23
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 24
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 28
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 28 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 29
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 31
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 33
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 33 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 35
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 36
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 40
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 44
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 44 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 49
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 50 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 60
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 65
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 66
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Overweging 67
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Overweging 68
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Overweging 71
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Overweging 73 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Overweging 74 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Overweging 91
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Overweging 91 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Overweging 92
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Overweging 96
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Overweging 98
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Overweging 101 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Overweging 103 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Overweging 107
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Overweging 108
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Overweging 113 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
||
|
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Overweging 113 ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Overweging 117 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Overweging 123
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Overweging 130
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij deze verordening worden voor de gehele levenscyclus van verpakkingen eisen vastgesteld voor de milieuduurzaamheid en de etikettering, ten behoeve van het in de handel brengen ervan, en voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met betrekking tot en de inzameling, verwerking en recycling van verpakkingsafval. |
1. Bij deze verordening worden voor de gehele levenscyclus van verpakkingen eisen vastgesteld voor de milieuduurzaamheid en de etikettering, ten behoeve van het in de handel brengen ervan, en voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met betrekking tot verpakkingsafval , preventie, vermindering van onnodige verpakkingen, hergebruik of navulling van verpakkingen, inzameling, verwerking en recycling van verpakkingsafval. |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Daarnaast wordt met deze verordening bijgedragen tot de transitie naar een circulaire economie, door maatregelen te treffen die in overeenstemming zijn met de afvalhiërarchie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG. |
3. Daarnaast wordt met deze verordening bijgedragen tot de transitie naar een circulaire economie en het bereiken van klimaatneutraliteit uiterlijk in 2050, zoals voorzien in Verordening (EU) 2021/1119 , door maatregelen te treffen die in overeenstemming zijn met de afvalhiërarchie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG , en te voorzien in een ondersteunend juridisch kader dat de Europese industrie rechtszekerheid biedt bij hun investeringen in de circulariteit van verpakkingen . |
Amendement 421
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Deze verordening is van toepassing op alle verpakkingen, ongeacht het gebruikte materiaal, en op alle verpakkingsafval, ongeacht of dit afval wordt gebruikt in of afkomstig is van industrie, andere productie, detailhandel of distributie, kantoren, diensten of huishoudens. |
1. Deze verordening is van toepassing op alle verpakkingen, met uitzondering van verpakkingen die zijn goedgekeurd voor het vervoer van gevaarlijke goederen, ongeacht het gebruikte materiaal, en op alle verpakkingsafval, ongeacht of dit afval wordt gebruikt in of afkomstig is van industrie, andere productie, detailhandel of distributie, kantoren, diensten of huishoudens. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – f
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 1 – g
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 4
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 16
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 472
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 1 – punt 19
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 22
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 26
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 28
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 31
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 31 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 32
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 414
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 1 – punt 32 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 34
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 35
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 37
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 38
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 40
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 41
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 41 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 41 ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
||
|
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 50
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 51
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 57
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Naast de in artikel 11 vastgestelde etiketteringseisen kunnen lidstaten voorzien in nadere etiketteringseisen om de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of een andere statiegeldregeling dan de regelingen als omschreven in artikel 44, lid 1, vast te stellen. |
Schrappen |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verpakkingen worden zodanig vervaardigd dat de aanwezigheid en concentratie van zorgwekkende stoffen als bestanddelen van het verpakkingsmateriaal of verpakkingsonderdelen tot een minimum wordt beperkt, ook met betrekking tot de aanwezigheid daarvan in emissies en andere resultaten van afvalbeheer, zoals secundaire grondstoffen, as of ander materiaal voor definitieve verwijdering. |
1. Verpakkingen worden zodanig vervaardigd dat de aanwezigheid en concentratie van zorgwekkende stoffen als bestanddelen van het verpakkingsmateriaal of verpakkingsonderdelen tot een minimum wordt beperkt, ook met betrekking tot de aanwezigheid daarvan in emissies en andere resultaten van afvalbeheer, zoals secundaire grondstoffen, as of ander materiaal voor definitieve verwijdering , en de negatieve gevolgen voor het milieu vanwege microplastics . |
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Verpakkingen die met levensmiddelen in contact komen en opzettelijk toegevoegde per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) bevatten, mogen niet meer in de handel worden gebracht met ingang van ... [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Verpakkingen die met levensmiddelen in contact komen en opzettelijk toegevoegd bisfenol A (BPA, CAS 80-05-7) bevatten, mogen niet meer in de handel worden gebracht met ingang van ... [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening]. |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. In de technische documentatie die wordt opgesteld overeenkomstig bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van lid 2 wordt voldaan. |
3. In de technische documentatie die wordt opgesteld overeenkomstig bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1, 2 , 2 bis en 2 ter wordt voldaan. |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Eisen inzake recyclebaarheid in de uit hoofde van artikel 6, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handelingen mogen de aanwezigheid van stoffen in verpakkingen of verpakkingsonderdelen niet beperken om redenen die hoofdzakelijk verband houden met de chemische veiligheid. Met dergelijke eisen worden , naargelang het geval, zorgwekkende stoffen aangepakt die een negatieve invloed hebben op het hergebruik en de recycling van materialen in verpakkingen waarin zij aanwezig zijn, en worden de specifieke betrokken stoffen en de bijbehorende criteria en beperkingen vastgesteld. |
4. Onverminderd de leden 2 bis en 2 ter beperken de eisen inzake recyclebaarheid in de uit hoofde van artikel 6, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handelingen de aanwezigheid van stoffen in verpakkingen of verpakkingsonderdelen niet om redenen die hoofdzakelijk verband houden met de chemische veiligheid , tenzij sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van de mens of het milieu dat voortvloeit uit het gebruik van een stof in de verpakking in enig stadium van de levenscyclus ervan . Met dergelijke eisen worden ook zorgwekkende stoffen aangepakt die een negatieve invloed hebben op het hergebruik , de sortering en de recycling van materialen in verpakkingen waarin zij aanwezig zijn, en worden de specifieke betrokken stoffen en de bijbehorende criteria en beperkingen vastgesteld. |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Alle verpakkingen moeten recyclebaar zijn . |
Alle verpakkingen die in de handel worden gebracht, zijn recyclebaar in overeenstemming met lid 2 . |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 415
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt d
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 1 – punt e
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Punt a) is van toepassing met ingang van 1 januari 2030 en punt e) is van toepassing met ingang van 1 januari 2035 . |
De punten a) tot en met d) zijn van toepassing met ingang van 36 maanden vanaf de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en punt e) is van toepassing met ingang van 36 maanden vanaf de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen . |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 3
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
3. Vanaf 1 januari 2030 moeten recyclebare verpakkingen voldoen aan de ontwerpcriteria voor recycling van de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen, en vanaf 1 januari 2035 moeten zij ook voldoen aan de criteria voor recycling op grote schaal van de uit hoofde van lid 6 vastgestelde gedelegeerde handelingen. Indien die verpakkingen in overeenstemming zijn met die gedelegeerde handelingen, worden zij ook geacht in overeenstemming te zijn met lid 2, punten a) en e). |
3. Recyclebare verpakkingen: |
||
|
|
||
|
|
||
|
Indien die verpakkingen in overeenstemming zijn met die gedelegeerde handelingen, worden zij ook geacht in overeenstemming te zijn met lid 2, punten a) en e). |
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
3 bis. Met de in lid 3 bedoelde criteria en eisen moet het volgende worden vastgesteld: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4 – alinea 1
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met ontwerpcriteria voor recycling en prestatieklassen voor recycling van verpakkingen op basis van de criteria en parameters in tabel 2 van bijlage II voor in tabel 1 van die bijlage vermelde verpakkingscategorieën, en met regels voor afstemming van financiële bijdragen die producenten moeten betalen om aan de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van artikel 40, lid 1, te voldoen, die zijn gebaseerd op de prestatieklasse voor recycling van de verpakking en voor kunststofverpakkingen op het gehalte aan gerecycled materiaal . In de ontwerpcriteria voor recycling, die voor alle verpakkingscomponenten gelden, wordt rekening gehouden met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen. |
Uiterlijk op 1 januari 2027 stelt de Commissie , na raadpleging van het krachtens artikel 12 bis opgerichte verpakkingsforum en rekening houdend met de door de Europese normalisatieorganisaties ontwikkelde normen , overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen, teneinde: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 4 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om tabel 1 van de bijlage te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen op het gebied van het ontwerp van materialen en producten, en de infrastructuur voor inzameling, sortering en recycling. |
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om tabel 1 van bijlage II te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen op het gebied van het ontwerp van materialen en producten, en de infrastructuur voor inzameling, sortering en recycling. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 5 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Vanaf 1 januari 2030 worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij niet van prestatieklasse E zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. |
Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij van prestatieklasse E zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 5 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Vanaf 96 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als zij van prestatieklasse D of lager zijn, overeenkomstig de ontwerpcriteria voor recycling voor de verpakkingscategorie waartoe zij behoren als vastgesteld in de uit hoofde van lid 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 5 – alinea 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handelingen worden verpakkingen niet als recyclebaar beschouwd als deze niet voldoen aan de criteria voor recyclebaarheid op grote schaal van de uit hoofde van lid 6 vastgestelde gedelegeerde handelingen. |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 5 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Die criteria zijn ten minste gebaseerd op de in tabel 2 van bijlage II vermelde parameters. |
Schrappen |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 6 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De Commissie stelt voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakkingen de methode vast om te beoordelen of verpakkingen op grote schaal kunnen worden gerecycled. Die methode wordt gebaseerd op ten minste de volgende elementen: |
6. De Commissie stelt uiterlijk 60 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast ter aanvulling van deze verordening, voor elke in tabel 1 van bijlage II vermelde soort verpakkingen teneinde de methode vast te stellen om te beoordelen of verpakkingen op grote schaal kunnen worden gerecycled. Die methode wordt gebaseerd op ten minste de volgende elementen: |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 6 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 6 – punt d
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 6 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De in de punten a) tot en met d) bedoelde gegevens zijn beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk voor het publiek. |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 7
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
7. Met de in lid 3 bedoelde criteria en eisen moet het volgende worden vastgesteld: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 7 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
7 bis. Wanneer dat een aantoonbaar milieuvoordeel oplevert en technisch haalbaar is, kunnen de lidstaten, met name door middel van overeenkomstig de artikel 44 opgezette regelingen, voorrang geven aan recycling van verpakkingen, zodat deze vervolgens op dezelfde manier of voor een soortgelijke toepassing kunnen worden gerecycled en gebruikt, met een minimaal verlies aan kwantiteit, kwaliteit of functie, waarbij producenten die verplicht zijn streefcijfers voor gerecycled materiaal te halen, eerlijke toegang hebben tot het materiaal dat van de gerecyclede verpakking afkomstig is. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 8 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 2 en 3 is voldaan. |
In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 2 en 3 is voldaan en moet rekening worden gehouden met de volgende elementen: |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 8 – alinea 2
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Wanneer een verpakkingseenheid geïntegreerde onderdelen bevat, omvat de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal alle geïntegreerde componenten. |
|
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 8 – alinea 3
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Wanneer een verpakkingseenheid afzonderlijke onderdelen bevat, wordt de beoordeling van de conformiteit met de ontwerpcriteria voor recycling en met de eisen voor recyclebaarheid op grote schaal afzonderlijk voor elk afzonderlijk onderdeel uitgevoerd. |
|
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 8 – alinea 4
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Alle onderdelen van een verpakkingseenheid moeten compatibel zijn met de meest geavanceerde inzamelings-, sorteer- en recyclingprocessen en mogen geen afbreuk doen aan de recyclebaarheid van het hoofddeel van de verpakkingseenheid. |
|
Amendement 107
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 9 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Vanaf 1 januari 2030 mogen, in afwijking van de leden 2 en 3 , innovatieve verpakkingen in de handel worden gebracht tot maximaal vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin zij in de handel zijn gebracht. |
Vanaf 36 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en in afwijking van de eisen uit hoofde van dit artikel , mogen innovatieve verpakkingen in de handel worden gebracht tot maximaal vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin zij in de handel zijn gebracht. |
Amendement 108
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 9 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De Commissie houdt voortdurend toezicht op de gevolgen van de in de eerste alinea bedoelde afwijking voor de hoeveelheid in de handel gebrachte verpakkingen. De Commissie stelt in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel vast met het oog op de wijziging van de eerste alinea. |
Amendement 109
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 9 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer van deze afwijking gebruik wordt gemaakt, gaan innovatieve verpakkingen vergezeld van technische documentatie als bedoeld in bijlage VII waaruit het innovatieve karakter ervan en overeenstemming met de definitie in artikel 3, punt 34 , van deze verordening blijkt. |
Innovatieve verpakkingen gaan vergezeld van technische documentatie als bedoeld in bijlage VII waaruit het innovatieve karakter ervan , het algemene milieuvoordeel, en overeenstemming met de definitie in artikel 3, punt 37 , van deze verordening blijkt. |
Amendementen 110 en 369
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 9 – alinea 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Na afloop van de in de eerste alinea bedoelde periode gaan dergelijke verpakkingen vergezeld van de in lid 8 bedoelde technische documentatie. |
Na afloop van de in de eerste alinea bedoelde periode gaan dergelijke verpakkingen vergezeld van de in lid 8 bedoelde technische documentatie en zijn zij derhalve in overeenstemming met de eisen van dit artikel . |
|
De lidstaten streven er voortdurend naar de inzamelings- en sorteerinfrastructuren voor innovatieve verpakkingen te verbeteren met verwachte milieuvoordelen. |
Amendement 111
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. Tot en met 31 december 2034 is dit artikel niet van toepassing op: |
10. Tot 72 maanden na de datum van bekendmaking van de in lid 6 bedoelde gedelegeerde handeling is dit artikel niet van toepassing op: |
Amendement 112
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 113
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 114
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 – punt c bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 392
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis. Totdat de Commissie de status ervan overeenkomstig lid 10 ter van dit artikel heeft beoordeeld, is dit artikel niet van toepassing op houten en wassen verpakkingen die onder Verordening (EG) nr. 1935/2004 vallen. |
Amendement 115
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 10 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 ter. De Commissie beoordeelt of het noodzakelijk is de op grond van lid 10 vastgestelde afwijking te verlengen. In die beoordeling wordt rekening gehouden met de beschikbare wetenschappelijke richtsnoeren van relevante regelgevende instanties, de wetenschappelijke en technische vooruitgang en de beschikbaarheid en prijzen van recyclebare materialen. Op basis daarvan en na relevante belanghebbenden te hebben geraadpleegd, presenteert de Commissie in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel. |
Amendement 116
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. De financiële bijdragen die producenten moeten betalen om te voldoen aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 40 worden afgestemd op de prestatieklasse voor recyclebaarheid als bepaald overeenkomstig de in de leden 4 en 6 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen en overeenkomstig artikel 7, lid 6. |
11. De financiële bijdragen die producenten moeten betalen om te voldoen aan hun verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 40 worden afgestemd op de prestatieklasse voor recyclebaarheid als bepaald overeenkomstig de in de leden 4 en 6 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen en overeenkomstig artikel 7, lid 6. Financiële bijdragen worden in overeenstemming met artikel 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG bestemd voor de financiering van de nettokosten van de inzamelings-, sorteer- en recyclinginfrastructuur voor de soort verpakkingen waarvoor deze bijdragen zijn betaald, waarbij de categorieën uit tabel 1 van bijlage II worden gehanteerd. |
Amendementen 117, 427 en 450
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 6 bis |
|
Inerte verpakkingen |
|
Uiterlijk op 1 januari 2029 stelt de Commissie overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening waar nodig aan te vullen teneinde eventuele problemen bij de toepassing van de bepalingen van deze verordening op te vangen, met name voor verpakkingsmateriaal dat inert is en in zeer kleine hoeveelheden (d.w.z. ongeveer 0,1 gewichtsprocent) in de Unie in de handel wordt gebracht. |
|
De verplichtingen uit hoofde van artikel 6 zijn niet van toepassing op dit soort verpakkingen totdat die gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld. |
Amendement 118
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Vanaf 1 januari 2030 bevat het kunststof gedeelte van elke verpakkingseenheid het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen: |
1. Vanaf 1 januari 2030 bevat het kunststof gedeelte van verpakkingen die in de handel worden gebracht, tenzij dit leidt tot niet-naleving van de op het niveau van de Unie vastgestelde voedselveiligheidsvoorschriften, het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen , per verpakkingsformaat als bedoeld in tabel 1 van bijlage II, berekend als een gemiddelde per productiefaciliteit, per jaar : |
Amendement 119
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 120
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 121
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 – punt d
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 122
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Vanaf 1 januari 2040 bevat het kunststof gedeelte van elke verpakkingseenheid het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen: |
2. Vanaf 1 januari 2040 bevat het kunststof gedeelte van verpakkingen het volgende minimumpercentage aan gerecycled materiaal dat uit kunststofafval na consumptie is teruggewonnen per verpakkingsformaat zoals bedoeld in tabel 1 van bijlage II, per productiefaciliteit, per jaar : |
Amendement 123
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 – punt a bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 124
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 1 en 2 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar beantwoorden aan de definitie van micro-ondernemingen in overeenstemming met Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (1a). |
|
Amendement 125
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 126
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3 – punt d bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 127
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3 – punt d ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 128
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 4
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
4. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op composteerbare verpakkingen. |
4. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 502
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op kunststofverpakkingen die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen, indien de hoeveelheid gerecycled materiaal een bedreiging vormt voor de menselijke gezondheid en de naleving van de voorschriften door de producten in het gedrang dreigt te brengen. |
Amendement 129
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 4 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. De lidstaten zorgen ervoor dat uitgebreide inzamelings- en sorteerinfrastructuur aanwezig is om recycling mogelijk te maken en de beschikbaarheid van kunststof grondstoffen voor recycling te waarborgen. |
Amendement 130
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. In de technische informatie met betrekking tot verpakking als bedoeld in bijlage VII moet worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1 en 3 is voldaan. |
5. In de technische informatie met betrekking tot verpakking als bedoeld in bijlage VII moet door de marktdeelnemers worden aangetoond dat aan de eisen van de leden 1 en 3 is voldaan. |
Amendement 131
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Uiterlijk op 31 december 2026 wordt de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen tot bepaling van de methode voor de berekening en verificatie van het percentage aan gerecycled materiaal dat na consumptie uit kunststofafval is teruggewonnen per kunststof verpakkingseenheid en tot bepaling van het formaat voor de in bijlage VII bedoelde technische documentatie. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld . |
7. Uiterlijk op 31 december 2026 stelt de Commissie in overeenstemming met artikel 58 gedelegeerde handelingen in aanvulling op deze verordening vast tot bepaling van de methode voor de berekening en verificatie van het percentage aan gerecycled materiaal dat na consumptie uit kunststofafval is teruggewonnen en tot bepaling van het formaat voor de in bijlage VII bedoelde technische documentatie. In deze gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met de milieueffecten van het recyclingproces . |
Amendement 132
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Vanaf 1 januari 2029 moet de berekening en verificatie van het percentage gerecycled materiaal in verpakkingen overeenkomstig lid 1 voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in de in lid 7 bedoelde uitvoeringshandeling . |
8. Vanaf 1 januari 2029 moet de berekening en verificatie van het percentage gerecycled materiaal in verpakkingen overeenkomstig lid 1 voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in de in lid 7 bedoelde gedelegeerde handeling . |
Amendement 133
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 9 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 1 januari 2028 beoordeelt de Commissie of het nodig is om van het minimumpercentage van lid 1 , punten b) en d) , af te wijken voor specifieke kunststofverpakkingen , of om de in lid 3 vastgestelde afwijking te herzien voor specifieke kunststofverpakkingen . |
Uiterlijk op 1 januari 2032 beoordeelt de Commissie de situatie met betrekking tot het gebruik van gerecyclede verpakkingsmaterialen in kunststoffen, met bijzondere aandacht voor het gebrek aan beschikbaarheid van gerecyclede kunststoffen of de negatieve gevolgen voor de gezondheid van mens of dier , de continuïteit van de voedselvoorziening en het milieu , indien er geen geschikte technologieën voor de recycling van kunststofverpakkingen beschikbaar zijn omdat daarvoor op grond van de Unieregels geen vergunning is verleend of omdat die in de praktijk niet voldoende zijn geïnstalleerd of onvoldoende hulpbronnen- en energie-efficiënt zijn . |
Amendement 134
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 9 – alinea 2 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 135
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 9 – alinea 2 – punt a bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 136
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 9 – alinea 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
indien er geen geschikte technologieën voor de recycling van kunststofverpakkingen beschikbaar zijn omdat daarvoor op grond van de Unieregels geen vergunning voor is verleend of omdat die in de praktijk niet voldoende zijn geïnstalleerd. |
Schrappen |
Amendement 137
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. Indien dit gerechtvaardigd is door ontbrekende of excessief geprijsde specifieke gerecyclede kunststoffen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van mens of dier, de veiligheid of het milieu, waardoor het uiterst moeilijk wordt om aan de in de leden 1 en 2 vastgestelde minimumpercentages gerecycled materiaal te voldoen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 58 een gedelegeerde handeling vast te stellen om de leden 1 en 2 te wijzigen door de minimumpercentages dienovereenkomstig aan te passen. Wanneer de Commissie evalueert of een dergelijke aanpassing gerechtvaardigd is, beoordeelt zij verzoeken van natuurlijke of rechtspersonen die vergezeld gaan van relevante informatie en gegevens over de marktsituatie voor dit kunststofafval na consumptie en het beste beschikbare bewijsmateriaal met betrekking tot de daaraan verbonden risico’s voor de gezondheid van mens en dier, voor de continuïteit van de voedselvoorziening of voor het milieu. |
Schrappen |
Amendement 138
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 11 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
11 bis. Uiterlijk op 31 december 2025 publiceert de Commissie een verslag waarin wordt beoordeeld of het mogelijk is streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde kunststofgrondstoffen in verpakkingen om de in artikel 7, leden 1 en 2, vastgestelde streefcijfers te halen. |
||
|
In voorkomend geval en op basis van het in lid 1 bedoelde verslag dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in om: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 461
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 7 bis |
||
|
Biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen |
||
|
Uiterlijk op 31 december 2025 publiceert de Commissie een verslag waarin wordt beoordeeld of het mogelijk is streefcijfers vast te stellen voor het gebruik van biogebaseerde grondstoffen in kunststofverpakkingen. In voorkomend geval en op basis van dat verslag dient de Commissie een wetgevingsvoorstel in om: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 139
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] moeten in artikel 3, lid 1, punten f ) en g ), bedoelde verpakkingen, stickers op fruit en groenten en zeer lichte plastic draagtassen composteerbaar zijn onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval. |
1. Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] moeten in artikel 3, lid 1, punt f), bedoelde verpakkingen, stickers op fruit en groenten composteerbaar zijn volgens de normen voor thuiscomposteren of onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval. |
Amendement 140
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Uiterlijk ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] moeten zeer lichte plastic draagtassen die noodzakelijk zijn voor losse levensmiddelen omwille van de hygiëne of die worden verstrekt als primaire verpakking voor losse levensmiddelen wanneer dit bijdraagt tot het voorkomen van voedselverspilling, composteerbaar zijn onder industrieel gecontroleerde omstandigheden in installaties voor de verwerking van bioafval, en derhalve moet worden toegestaan dat zij worden ingezameld in bakken voor biologisch afval. |
Amendement 141
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien er passende afvalinzamelingsregelingen en afvalverwerkingsinfrastructuur beschikbaar zijn om te waarborgen dat de in lid 1 bedoelde verpakkingen in de beheerstroom voor organisch afval terechtkomen, zijn de lidstaten bevoegd te vereisen dat lichte plastic draagtassen alleen voor het eerst op hun grondgebied in de handel mogen worden gebracht als kan worden aangetoond dat die lichte plastic draagtassen volledig zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren die onder industrieel gecontroleerde omstandigheden composteerbaar zijn. |
2. Indien er passende afvalinzamelingsregelingen en afvalverwerkingsinfrastructuur beschikbaar zijn om te waarborgen dat de in lid 1 bedoelde verpakkingen in de beheerstroom voor organisch afval terechtkomen, mogen de lidstaten die artikel 22 van Richtlijn 2008/98/EG ten uitvoer hebben gelegd, vereisen dat lichte plastic draagtassen alleen voor het eerst op hun grondgebied in de handel mogen worden gebracht als kan worden aangetoond dat die lichte plastic draagtassen composteerbaar zijn. |
Amendement 142
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Uiterlijk op [PB: gelieve de datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] moet materiaal van andere verpakkingen dan de in de leden 1 en 2 bedoelde verpakkingen, met inbegrip van verpakkingen die zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren, kunnen worden gerecycled zonder afbreuk te doen aan de recyclebaarheid van andere afvalstromen. |
3. Uiterlijk op ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening] moet materiaal van andere verpakkingen dan de in de leden 1 en 2 bedoelde verpakkingen, met inbegrip van verpakkingen die zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare kunststofpolymeren en andere biologisch afbreekbare materialen , kunnen worden gerecycled in overeenstemming met artikel 6 en zonder afbreuk te doen aan de recyclebaarheid van andere afvalstromen. |
Amendement 143
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. In afwijking van artikel 8, lid 3, zijn de lidstaten bevoegd te vereisen dat verpakkingen die composteerbaar zijn op hun grondgebied in het kader van de bioafvalstroom mogen worden verwerkt. |
Amendement 144
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de leden 1 en 2 van dit artikel te wijzigen door andere soorten verpakking toe te voegen aan de soorten verpakking die onder die leden vallen, indien dit gerechtvaardigd en passend is als gevolg van technologische en regelgevingsontwikkelingen die van invloed zijn op de verwijdering van composteerbare verpakkingen, en onder de in bijlage III vastgestelde voorwaarden. |
5. De Commissie is bevoegd om, na raadpleging van deskundigengroepen, overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de leden 1 , 1 bis en 2 van dit artikel te wijzigen door andere soorten verpakking toe te voegen aan de soorten verpakking die onder die leden vallen, indien dit gerechtvaardigd en passend is als gevolg van technologische en regelgevingsontwikkelingen , onder meer met betrekking tot de etikettering van composteerbaarheid, die van invloed zijn op de verwijdering van composteerbare verpakkingen, en onder de in bijlage III vastgestelde voorwaarden. |
Amendement 145
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Uiterlijk op 31 mei 2025 verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties de geharmoniseerde norm “Eisen voor verpakking terugwinbaar door compostering en biodegradatie – beproevingsschema en evaluatiecriteria” (EN 13432) bij te werken. |
|
Uiterlijk op 31 mei 2025 verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties tevens geharmoniseerde normen op te stellen met de gedetailleerde technische specificaties van de vereisten voor thuiscomposteerbare verpakkingen in dit artikel. |
Amendement 416
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verpakkingen worden zodanig ontworpen dat het gewicht en volume ervan worden beperkt tot het minimum dat nodig is om de functionaliteit ervan te waarborgen, rekening houdend met het materiaal waaruit de verpakkingen bestaan. |
1. Uiterlijk op 1 januari 2030 worden verpakkingen zodanig ontworpen dat het gewicht en volume ervan worden beperkt tot het minimum dat nodig is om de functies ervan zoals vastgesteld in bijlage IV, deel 1, en het doel van het product te waarborgen, rekening houdend met de vorm van de verpakkingen en het materiaal waaruit de verpakkingen bestaan. |
Amendement 147
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Verpakkingen die niet nodig zijn om aan een van de prestatiecriteria van bijlage IV te voldoen en verpakkingen met kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld om de indruk van een groter productvolume te wekken, zoals dubbele wanden, valse bodems en onnodige lagen, mogen niet in de handel worden gebracht, tenzij het verpakkingsontwerp onder krachtens het Unierecht beschermde herkomstaanduidingen valt . |
2. Verpakkingen die niet nodig zijn om aan een van de prestatiecriteria van bijlage IV te voldoen , en verpakkingen met kenmerken die uitsluitend zijn bedoeld om de indruk van een groter productvolume te wekken, zoals dubbele wanden, valse bodems en onnodige lagen, mogen niet in de handel worden gebracht, tenzij het verpakkingsontwerp onder herkomstaanduidingen krachtens het Unierecht valt of krachtens Verordening (EG) nr. 6/2002 wettelijk beschermd is . |
Amendement 148
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Uiterlijk ... [PB: gelieve de datum in te voegen = 36 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening] verzoekt de Commissie de Europese normalisatieorganisaties geharmoniseerde normen op te stellen of bij te werken, waar passend, om een methode vast te stellen om de voorschriften inzake de minimalisering van verpakkingen uit hoofde van deze verordening te berekenen en de naleving van deze voorschriften te verifiëren. Voor de meest gangbare verpakkingstypes en -formaten moeten in dergelijke normen de maximale gewichts- en volumegrenzen en, indien van toepassing, de wanddikte en de maximale lege ruimte worden gespecificeerd. |
Amendement 149
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 4 – alinea 1 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 150
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Micro-ondernemingen als bedoeld in artikel 22, lid 3, zijn vrijgesteld van de in dit lid vastgestelde verplichting. |
Amendement 151
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Verpakkingen worden als herbruikbaar beschouwd indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen: |
1. In de handel gebrachte verpakkingen worden als herbruikbaar beschouwd indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen: |
Amendement 152
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 153
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 154
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – punt h bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 155
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Uiterlijk ... [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie een gedelegeerde handeling vast tot vaststelling van een minimaal aantal omlopen, zoals bedoeld in lid 1, punt b), voor herbruikbare verpakkingen van verschillende en relevante materiaal- en verpakkingscategorieën. |
Amendement 156
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 10 ter |
|
Rechtvaardige transitie |
|
Vanaf 2025 voeren de lidstaten om de twee jaar werkgelegenheidseffectbeoordelingen (WEB’s) uit, waarmee de gevolgen worden beoordeeld van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen voor het aantal gecreëerde, gewijzigde en geschrapte banen, alsook voor het anticiperen op vaardigheden en competenties, voor de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van gezondheid en veiligheid op het werk, en voor de gendergelijkheid, zowel op nationaal als regionaal niveau en in alle sectoren die onder deze verordening vallen, en leggen deze voor aan de Commissie en het Europees Parlement. In de WEB wordt vastgelegd hoe de lidstaat zijn bevindingen wil verwerken in wetgevende en niet-wetgevende maatregelen, met inbegrip van publieke en private investeringen. |
|
Alvorens de WEB’s bij de Commissie en het Europees Parlement in te dienen, informeren en raadplegen de lidstaten de nationale sociale partners die werknemers en werkgevers vertegenwoordigen in de sectoren die onder deze verordening vallen, over de WEB’s. |
Amendement 157
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 42 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] wordt op verpakkingen een etiket aangebracht met informatie over de materiële samenstelling ervan. Deze verplichting geldt niet voor verzendverpakkingen. Deze verplichting geldt echter wel voor verpakkingen voor de elektronische handel. |
Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de vaststelling van de in de leden 5 en 6 bedoelde uitvoeringshandelingen] wordt op in de handel gebrachte verpakkingen een etiket aangebracht met informatie over de materiële samenstelling ervan , teneinde het sorteren van afval door de consument te vergemakkelijken. Het etiket is uitsluitend gebaseerd op pictogrammen en is eenvoudig te begrijpen, ook voor personen met een handicap . Deze verplichting geldt niet voor verzendverpakkingen. Deze verplichting geldt echter wel voor verpakkingen voor de elektronische handel. |
Amendement 158
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het etiket mag vergezeld gaan van een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager op de verpakking die informatie bevat over de bestemming van elk afzonderlijk onderdeel van de verpakking om het sorteren door de consument te vergemakkelijken. |
Amendement 159
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verpakkingen die vallen onder een statiegeldregeling als bedoeld in artikel 44, lid 1, worden naast de in de eerste alinea bedoelde etikettering ook voorzien van een geharmoniseerd etiket dat wordt vastgelegd in de desbetreffende overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling. |
Verpakkingen die vallen onder een statiegeldregeling als bedoeld in artikel 44, lid 1, worden voorzien van een gekleurd geharmoniseerd etiket dat wordt vastgelegd in de desbetreffende overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling. |
Amendement 160
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Etiketten van statiegeldregelingen die zijn vastgesteld vóór de inwerkingtreding van deze verordening mogen tot 36 maanden na de vaststelling van de overeenkomstig lid 5 vastgestelde uitvoeringshandeling samen met het geharmoniseerde etiket worden gebruikt. |
Amendement 161
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 48 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] worden verpakkingen voorzien van een etiket over de herbruikbaarheid van de verpakking en van een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager waarmee nadere informatie wordt verstrekt over de herbruikbaarheid van de verpakking, met inbegrip van de beschikbaarheid van een systeem voor hergebruik en inzamelpunten, en waarmee het traceren van de verpakking en het berekenen van het aantal trajecten en omlopen wordt vergemakkelijkt. Daarnaast worden herbruikbare verkoopverpakkingen duidelijk op het verkooppunt geïdentificeerd en onderscheiden van wegwerpverpakkingen. |
2. Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 30 maanden na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 5 bedoelde uitvoeringshandeling] worden in de handel gebrachte, herbruikbare verpakkingen voorzien van een etiket over de herbruikbaarheid van de verpakking . Nadere informatie over de herbruikbaarheid kan worden verstrekt met een QR-code of een ander soort digitale gegevensdrager waarmee nadere informatie wordt verstrekt over de herbruikbaarheid van de verpakking, met inbegrip van de beschikbaarheid van een systeem voor hergebruik en inzamelpunten, en waarmee het traceren van de verpakking en het berekenen van het aantal trajecten en omlopen wordt vergemakkelijkt. Daarnaast worden herbruikbare verkoopverpakkingen duidelijk op het verkooppunt geïdentificeerd en onderscheiden van wegwerpverpakkingen. |
Amendement 162
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Indien een onder artikel 7 vallende verpakkingseenheid voorzien is van een etiket waarop het gehalte aan gerecycled materiaal is aangegeven, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld en worden gebaseerd op de methode van artikel 7, lid 7. Indien een kunststof verpakkingseenheid is voorzien van een etiket met informatie over het gehalte aan biogebaseerde kunststof, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld. |
3. Indien een onder artikel 7 vallende verpakking voorzien is van een etiket waarop het gehalte aan gerecycled materiaal is aangegeven, moet dat etiket , en, in voorkomend geval, de QR-code of andere soort digitale gegevensdrager voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld en worden gebaseerd op de methode van artikel 7, lid 7. Indien een verpakking is voorzien van een etiket met informatie over het gehalte aan biogebaseerde kunststof, moet dat etiket voldoen aan de specificaties in de desbetreffende uitvoeringshandeling die uit hoofde van artikel 11, lid 5, is vastgesteld. |
Amendement 370
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 4 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde etiketten en de in lid 2 bedoelde QR-code of andere soort digitale gegevensdrager worden zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar op de verpakking aangebracht, afgedrukt of gegraveerd. Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is, worden deze aangebracht op de verzamelverpakking. |
De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde etiketten en de in lid 2 bedoelde QR-code of andere soort digitale gegevensdrager worden zichtbaar, duidelijk leesbaar en vast op de verpakking aangebracht, afgedrukt of gegraveerd , zodat ze niet eenvoudig kunnen worden gewist. Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is, worden deze aangebracht op de verzamelverpakking. |
|
Indien dit vanwege de aard en afmeting van de verpakking niet mogelijk of niet gegrond is of wanneer het relevant is te voorzien in niet-discriminerende toegang tot informatie voor kwetsbare groepen, met name visueel gehandicapten, worden de in de leden 1 en 3 bedoelde etiketten verstrekt via één elektronisch leesbare code of andere soort gegevensdrager. |
Amendement 164
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 4 –alinea 1 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Wanneer informatie overeenkomstig de leden 2 en 3 langs elektronische weg wordt verstrekt, zijn de volgende vereisten van toepassing: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 165
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van een geharmoniseerd etiket en geharmoniseerde specificaties voor de etiketteringseisen en de formaten van de etikettering van verpakkingen als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, en van de etikettering van afvalbakken als bedoeld in artikel 12. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
5. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van een geharmoniseerd etiket en geharmoniseerde specificaties voor de etiketteringseisen en de formaten van de etikettering , ook bij verstrekking langs digitale weg, van verpakkingen als bedoeld in de leden 1 tot en met 3, en van de etikettering van afvalbakken als bedoeld in artikel 12. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 166
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast om de methode voor het identificeren van de materiële samenstelling van verpakkingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen door middel van digitale markeringstechnologieën. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
6. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast om de methode voor het identificeren van de materiële samenstelling van verpakkingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen door middel van digitale markeringstechnologieën. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. |
Amendement 167
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Onverminderd de eisen voor andere geharmoniseerde EU-etiketten, mogen marktdeelnemers geen etiketten, markeringen, symbolen of opschriften verstrekken of tonen waarmee consumenten of andere eindgebruikers waarschijnlijk worden misleid of in verwarring worden gebracht met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor verpakkingen, andere eigenschappen van verpakkingen of opties voor het beheer van verpakkingsafval, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etikettering is vastgesteld. |
7. Onverminderd de eisen voor andere geharmoniseerde EU-etiketten, mogen marktdeelnemers geen etiketten, markeringen, symbolen of opschriften verstrekken of tonen waarmee consumenten of andere eindgebruikers waarschijnlijk worden misleid of in verwarring worden gebracht met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor verpakkingen, andere eigenschappen van verpakkingen of opties voor het beheer van verpakkingsafval, waarvoor in deze verordening geharmoniseerde etikettering is vastgesteld. |
|
Vanaf [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie richtsnoeren vast ter verduidelijking van aspecten die misleidend of verwarrend kunnen zijn voor consumenten of andere eindgebruikers. |
Amendement 169
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. Verpakkingen als bedoeld in de leden 1, 2 en 3, die vóór de in die leden bedoelde termijnen zijn vervaardigd of ingevoerd, mogen tot 36 maanden na de datum van inwerkingtreding van de in de leden 1, 2 en 3 vastgestelde etiketteringsvoorschriften in de handel worden gebracht. |
Amendement 170
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 1 januari 2028 worden op alle bakken voor de inzameling van verpakkingsafval zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar etiketten aangebracht, afgedrukt of gegraveerd waardoor elke materiaalspecifieke fractie van verpakkingsafval dat moet worden verwijderd in afzonderlijke bakken gescheiden kan worden ingezameld. |
Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 30 maanden na de vaststelling van de in de leden 5 en 6 bedoelde uitvoeringshandelingen] worden op alle bakken voor de inzameling van verpakkingsafval zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar etiketten aangebracht, afgedrukt of gegraveerd waardoor elke materiaalspecifieke fractie van verpakkingsafval dat moet worden verwijderd in afzonderlijke bakken gescheiden kan worden ingezameld. |
Amendement 171
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 12 bis |
|
Verpakkingsforum |
|
De Commissie zorgt bij de uitvoering van haar activiteiten voor een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en alle belanghebbende partijen die betrokken zijn bij de verpakkingsindustrie, met inbegrip van vertegenwoordigers van de afvalverwerkingssector, fabrikanten en leveranciers van verpakkingen, distributeurs, detailhandelaren, kmo’s, milieubeschermingsorganisaties en consumentenorganisaties. Deze partijen worden met name geraadpleegd ter voorbereiding van de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen waarin deze verordening voorziet om de duurzaamheidseisen verder te ontwikkelen en uit te werken en om de doeltreffendheid van de vastgestelde markttoezichtmechanismen te onderzoeken. Hiertoe richt de Commissie een deskundigengroep op, het “Verpakkingsforum” genoemd, in het kader waarvan die partijen bijeenkomen. |
Amendement 172
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 12 ter |
||
|
Claims |
||
|
Milieuclaims zoals gedefinieerd in artikel 2, punt o), van Richtlijn 2005/29/EG mogen alleen worden gedaan in verband met in de handel gebrachte verpakkingen indien zij aan de volgende vereisten voldoen: |
||
|
|
||
|
|
||
|
In de technische documentatie met betrekking tot verpakking in bijlage VII wordt aangetoond dat aan de eisen van punt b) van dit artikel is voldaan. |
Amendement 173
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 1 – punt b bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 174
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Voor geneesmiddelen als omschreven in Richtlijn 2001/83/EG is de houder van de vergunning voor het in de handel brengen verantwoordelijk voor de verstrekte informatie. |
Amendement 175
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Fabrikanten die van oordeel zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte verpakkingen niet voldoen aan een of meer van de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11, treffen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om die verpakkingen conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Fabrikanten stellen in de lidstaat waar zij de verpakkingen op de markt hebben aangeboden onmiddellijk de markttoezichtautoriteit in kennis van de vermeende niet-naleving en van de eventueel genomen corrigerende maatregelen. |
8. Fabrikanten die van oordeel zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen na de inwerkingtreding van deze verordening in de handel gebrachte verpakkingen niet voldoen aan een of meer van de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11, treffen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om die verpakkingen conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Fabrikanten stellen in de lidstaat waar zij de verpakkingen op de markt hebben aangeboden onmiddellijk de markttoezichtautoriteit in kennis van de vermeende niet-naleving en van de eventueel genomen corrigerende maatregelen. |
Amendement 176
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
8 bis. In afwijking van lid 8, is de verplichting om verpakkingen waarvan wordt aangenomen dat zij niet voldoen aan de toepasselijke vereisten, conform te maken, uit de handel te nemen of terug te roepen, niet van toepassing op herbruikbare verpakkingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening in de handel zijn gebracht. |
Amendement 177
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de verpakking aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal of talen die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld. Fabrikanten werken samen met de nationale autoriteit aan alle maatregelen die worden getroffen om gevallen van niet-naleving van de eisen van de artikelen 5 tot en met 10 te verhelpen. |
9. Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de verpakking aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal of talen die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld. Fabrikanten werken samen met de nationale autoriteit aan alle maatregelen die worden getroffen om gevallen van niet-naleving van de eisen van de artikelen 5 tot en met 10 te verhelpen. |
Amendement 178
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 9 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
9 bis. De leden 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing op op maat gemaakte verzendverpakkingen voor configureerbare medische hulpmiddelen en medische systemen die zijn bedoeld voor gebruik in industriële en gezondheidszorgomgevingen te worden gebruikt. |
Amendement 179
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis. Om te voldoen aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen kunnen de lidstaten instrumenten ter beschikking stellen om marktdeelnemers die producten invoeren op het grondgebied van de Unie, te ondersteunen. |
Amendement 180
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 2 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 181
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De door de producent meegedeelde informatie wordt door de distributeur niet gebruikt voor andere doeleinden dan het verifiëren van de naleving van de toepasselijke eisen. Het is distributeurs verboden dergelijke informatie te misbruiken voor commerciële doeleinden. |
Amendement 182
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Fulfilmentdienstverleners waarborgen dat de omstandigheden bij het opslaan, hanteren en verpakken, adresseren of verzenden van de verpakkingen die zij hanteren de conformiteit van de verpakking met de eisen van de artikelen 5 tot en met 11 niet in gevaar brengen. |
Fulfilmentdienstverleners en onlineplatforms waarborgen dat de omstandigheden bij het opslaan, hanteren en verpakken, adresseren of verzenden van de verpakkingen die zij hanteren of aanbieden op hun onlineplatforms de conformiteit van de verpakking met de toepasselijke eisen van de artikelen 5 tot en met 11 niet in gevaar brengen. |
Amendement 183
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 18 bis |
|
Verplichtingen van aanbieders van onlineplatforms |
|
Aanbieders van onlineplatforms voldoen onverwijld aan de desbetreffende eisen van Verordening (EU) 2022/2065 en zorgen ervoor dat zij over interne nalevingsprocedures beschikken. |
Amendement 184
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Een importeur of distributeur wordt beschouwd als fabrikant voor de toepassing van deze verordening en is onderworpen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel 14 , wanneer hij/zij verpakkingen onder zijn/haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of al in de handel gebrachte verpakkingen zodanig wijzigt dat de naleving van de relevante eisen van deze verordening in het gedrang kan komen. |
Een importeur of distributeur wordt beschouwd als fabrikant voor de toepassing van deze verordening en is onderworpen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel 13 , wanneer hij/zij verpakkingen onder zijn/haar eigen naam of merknaam in de handel brengt of al in de handel gebrachte verpakkingen zodanig wijzigt dat de naleving van de relevante eisen van deze verordening in het gedrang kan komen. |
Amendement 439
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Marktdeelnemers die producten in verzamelverpakkingen, verzendverpakkingen of verpakkingen voor de elektronische handel aan een einddistributeur of eindgebruiker leveren, waarborgen dat het percentage lege ruimte maximaal 40 % bedraagt . |
1. Uiterlijk op 1 januari 2030 waarborgen marktdeelnemers die producten in verzamelverpakkingen, verzendverpakkingen of verpakkingen voor de elektronische handel aan een einddistributeur of eindgebruiker leveren, dat het percentage lege ruimte tot een minimum wordt beperkt overeenkomstig de bepalingen van bijlage IV, deel 1, tenzij dit vereist is om breekbare goederen te beschermen en te vervoeren of zou leiden tot een grotere hoeveelheid verpakkingsmateriaal als gevolg van de specifieke vorm van het product of de verkoopverpakking . |
Amendement 186
Voorstel voor een verordening
Artikel 21 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen gebruiken binnen een systeem voor hergebruik, zijn vrijgesteld van de in lid 1 vastgestelde verplichting. |
Amendementen 437 en 499
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
1. Marktdeelnemers brengen geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in bijlage V. |
1. Vanaf 1 januari 2030 brengen marktdeelnemers geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in bijlage V , tenzij: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 440
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Het bepaalde in lid 1 laat artikel 8, lid 3 bis, onverlet. |
Amendement 445
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In afwijking van lid 1 brengen marktdeelnemers vanaf 1 januari 2030 geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in punt 3 van bijlage V. |
2. In afwijking van lid 1 brengen marktdeelnemers vanaf 1 januari 2030 geen verpakkingen in de handel in de formaten en voor de doeleinden die zijn vermeld in punt 3 van bijlage V , behalve als zij kunnen aantonen dat ten minste 85 gewichtsprocent van het verpakkingsafval dat zij op de markt brengen voor directe consumptie gescheiden wordt ingezameld bij het verkooppunt, uitgaande van het hoofdmateriaal van de verpakking . |
|
Marktdeelnemers waarop de in de eerste alinea bedoelde verplichting van toepassing is, brengen jaarlijks verslag uit aan de lidstaten over het gewicht van het gescheiden ingezamelde verpakkingsafval per materiaal. Elke lidstaat verstrekt de Commissie geaggregeerde gegevens per gescheiden ingezameld verpakkingsmateriaal. |
Amendement 188
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De lidstaten kunnen marktdeelnemers van punt 3 van bijlage V vrijstellen indien die marktdeelnemers overeenkomstig de op [PB: gelieve datum in te voegen = datum van inwerkingtreding van deze verordening] geldende regels van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie voldoen aan de definitie van “micro-onderneming” en indien het technisch niet haalbaar is geen verpakking te gebruiken of toegang te krijgen tot de infrastructuur die nodig is voor de werking van een systeem voor hergebruik. |
3. Marktdeelnemers moeten worden vrijgesteld van de toepassing van punt 3 van bijlage V indien die marktdeelnemers overeenkomstig de op [PB: gelieve datum in te voegen = datum van inwerkingtreding van deze verordening] geldende regels van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie voldoen aan de definitie van “micro- onderneming” . Daarnaast verlenen de lidstaten vrijstelling wanneer is aangetoond dat het technisch niet haalbaar is geen verpakking te gebruiken of toegang te krijgen tot de infrastructuur die nodig is voor de werking van een systeem voor hergebruik. |
Amendement 373
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage V, teneinde deze aan te passen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang met het oog op de vermindering van verpakkingsafval. Bij het vaststellen van die gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met het potentieel van de beperkingen van het gebruik van specifieke verpakkingsformaten voor het verminderen van de productie van verpakkingsafval terwijl zij waarborgt dat het totale milieueffect positief is, en houdt zij rekening met de beschikbaarheid van alternatieve verpakkingsoplossingen die voldoen aan de eisen van wetgeving die van toepassing is op contactgevoelige verpakkingen, alsook met de vraag of met die alternatieven microbiologische besmetting van het verpakte product kan worden voorkomen. |
4. Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de beperkingen van het gebruik van specifieke verpakkingsformaten voor het verminderen van de productie van verpakkingsafval terwijl zij waarborgt dat het totale milieueffect positief is, en houdt zij rekening met de beschikbaarheid van alternatieve verpakkingsoplossingen die voldoen aan de eisen van wetgeving die van toepassing is op contactgevoelige verpakkingen, alsook met de vraag of met die alternatieven microbiologische besmetting van het verpakte product kan worden voorkomen. Hiertoe dient de Commissie een verslag in, indien nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel, bij het Europees Parlement en de Raad. |
Amendement 190
Voorstel voor een verordening
Artikel 22 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 22 bis |
|
Beperking van het gebruik van bepaalde zeer lichte plastic draagtassen |
|
1. Marktdeelnemers brengen geen zeer lichte plastic draagtassen in de handel. |
|
2. Onverminderd artikel 8, lid 1 bis, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing op zeer lichte plastic draagtassen die noodzakelijk zijn om hygiënische redenen of die worden verstrekt als primaire verpakking voor losse levensmiddelen wanneer dit voedselverspilling helpt te voorkomen. |
Amendement 191
Voorstel voor een verordening
Artikel 23 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen in de handel brengen, waarborgen dat er een systeem voor hergebruik van dergelijke verpakkingen beschikbaar is dat aan de eisen van artikel 24 en bijlage VI voldoet. |
1. Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen in de handel brengen, waarborgen dat er een systeem voor hergebruik van dergelijke verpakkingen , met inbegrip van een stimulans om inzameling te waarborgen, beschikbaar is dat aan de eisen van artikel 24 en bijlage VI voldoet. Aan dit lid wordt geacht te zijn voldaan indien er in de lidstaten reeds systemen voor hergebruik bestaan. |
Amendement 192
Voorstel voor een verordening
Artikel 24 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Marktdeelnemers die herbruikbare verpakkingen gebruiken, kunnen derden aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor een of meer gemeenschappelijke systemen voor hergebruik. De aangewezen derden zorgen ervoor dat de systemen voor hergebruik waarvan de herbruikbare verpakking deel uitmaakt, voldoen aan de eisen van deel A van bijlage VI. |
|
Wanneer marktdeelnemers een derde als bedoeld in lid 2 bis hebben aangewezen, voldoet de derde namens hen aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen. |
Amendement 193
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Marktdeelnemers die navulling aanbieden, waarborgen dat verpakkingen die bij navulstations aan eindgebruikers worden verstrekt alleen tegen betaling worden verstrekt of worden verstrekt in het kader van een statiegeldregeling. |
3. Marktdeelnemers die navulling aanbieden, waarborgen dat , als verpakkingen bij navulstations aan eindgebruikers worden verstrekt , deze alleen tegen betaling worden verstrekt of worden verstrekt in het kader van een statiegeldregeling. |
Amendement 194
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Marktdeelnemers mogen weigeren een door de eindgebruiker verstrekte houders na te vullen indien de eindgebruiker niet voldoet aan de door de marktdeelnemer overeenkomstig lid 1 meegedeelde eisen. |
4. Marktdeelnemers mogen weigeren een door de eindgebruiker verstrekte houder na te vullen indien de eindgebruiker niet voldoet aan de door de marktdeelnemer overeenkomstig lid 1 meegedeelde eisen , met name indien zij de houder onhygiënisch vinden of ongeschikt achten voor de levensmiddelen of dranken die worden verkocht . |
|
Marktdeelnemers zijn niet aansprakelijk voor problemen in verband met hygiëne of voedselveiligheid die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van houders die door de eindgebruiker worden verstrekt. |
Amendement 195
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Vanaf 1 januari 2030 streven einddistributeurs met een oppervlakte van meer dan 400 m, met uitzondering van alle opslag- en verzendingsgebieden, ernaar 10 % van hun verkoopoppervlakte te wijden aan navulstations voor zowel levensmiddelen als niet-voedingsproducten. |
Amendement 196
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Streefcijfers voor hergebruik en navulling |
Streefcijfers voor hergebruik |
Amendementen 197, 374 en 442
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 1
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
1. Vanaf 1 januari 2030 waarborgen marktdeelnemers die in punt 2 van bijlage II bij Richtlijn 2012/19/EU vermelde grote huishoudelijke apparaten voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden dat 90 % van die producten worden aangeboden in een herbruikbare verzendverpakking die onder een systeem voor hergebruik valt. |
1. Marktdeelnemers, met inbegrip van onlineplatforms, die in punt 1 van bijlage II bij Richtlijn 2012/19/EU vermelde grote huishoudelijke apparaten voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden: |
||
|
|
||
|
|
||
|
Beschermende verpakkingen die zijn ontworpen om kwetsbare en/of zware goederen te beschermen en die op maat zijn toegesneden om speciale apparaten te beschermen, zijn vrijgesteld van de verplichting tot hergebruik. |
Amendement 198
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 2
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
2. Einddistributeurs die op het grondgebied van een lidstaat koude of warme dranken op de markt aanbieden waarmee op het verkooppunt een houder wordt gevuld om deze mee te nemen, waarborgen: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
Amendement 199
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 3
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
3. Einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die bereide afhaalmaaltijden op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie zonder dat verdere bereiding nodig is en die doorgaans vanuit het bakje wordt geconsumeerd, waarborgen: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
Amendement 394
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Wanneer een einddistributeur alcoholvrije dranken, met uitzondering van melk, in een verkoopverpakking op de markt aanbiedt: a) waarborgt hij dat op het grondgebied van een lidstaat vanaf 1 januari 2030 ten minste 20 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen; b) streeft hij ernaar dat vanaf 1 januari 2040 ten minste 35 % van die producten wordt aangeboden in herbruikbare verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen. |
Amendement 201
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 3 ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
3 ter. Wanneer een einddistributeur alcoholische dranken, met uitzondering van wijn en mousserende wijn, in een verkoopverpakking op de markt aanbiedt op het grondgebied van een lidstaat: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 202
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 4
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
4. Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholhoudende dranken in de vorm van bier, koolzuurhoudende alcoholhoudende dranken, andere gegiste dranken dan wijn, gearomatiseerde wijnbouwproducten en vruchtenwijn, op gedistilleerde dranken gebaseerde producten, wijn of andere gegiste dranken gemengd met dranken, frisdrank, cider of sap op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
Amendement 203
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 5
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
5. Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholhoudende dranken in de vorm van wijn, met uitzondering van mousserende wijn, op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
Amendement 204
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 6
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
6. Fabrikanten en einddistributeurs die alcoholvrije dranken in de vorm van water, water met toegevoegde suiker, water met andere zoetstoffen, gearomatiseerd water, frisdranken, koolzuurhoudende frisdranken, ijsthee en vergelijkbare dranken die onmiddellijk klaar zijn om te drinken, puur sap, sap of most van vruchten of groenten en smoothies zonder melk en alcoholvrije dranken die melkvet bevatten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden in een verkoopverpakking, waarborgen: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
Amendement 396
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. De lidstaten stellen marktdeelnemers vrij van de verplichting uit hoofde van lid 3 bis, punt a), en lid 3 ter, punt a), van dit artikel indien het recyclingpercentage zoals door de lidstaten gerapporteerd aan de Commissie uit hoofde van artikel 50, lid 2, punt c), meer bedraagt dan 85 gewichtsprocent van dergelijk verpakkingsmateriaal dat in die lidstaat in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel wordt gebracht. |
|
Indien uit die verslaglegging blijkt dat het recyclingpercentage van het respectieve verpakkingsmateriaal minder dan 85 % bedraagt, dient de lidstaat bij de Commissie een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema, om ervoor te zorgen dat het recyclingpercentage van 85 gewichtsprocent van het respectieve verpakkingsmateriaal binnen twee jaar wordt gehaald. |
Amendement 205
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 7 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken in de vorm van pallets, kunststofkratten, vouwbare plastic dozen, emmers en vaten voor het vervoer of de verpakking van producten onder andere omstandigheden dan bedoeld in de leden 12 en 13, waarborgen : |
7. Marktdeelnemers die verzendverpakkingen of uitsluitend voor het vervoer binnen het grondgebied van de Unie gebruikte verkoopverpakkingen gebruiken in de vorm van pallets, kunststofkratten, vouwbare plastic dozen, emmers en vaten voor het vervoer of de verpakking van producten onder andere omstandigheden dan bedoeld in de leden 5 en 6 : |
Amendement 206
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 7 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 378
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 7 – punt b
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 208
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 8 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
8. Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken voor het vervoer en de levering van non-foodartikelen die door middel van elektronische handel voor het eerst op de markt worden aangeboden , waarborgen : |
8. Marktdeelnemers die binnen het grondgebied van de Unie verzendverpakkingen gebruiken voor het vervoer en de levering van non-foodartikelen die door middel van elektronische handel voor het eerst op de markt worden aangeboden: |
Amendement 209
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 8 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 379
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 8 – punt b
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 211
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 9 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. Marktdeelnemers die verzendverpakkingen gebruiken in de vorm van pallethoesverpakkingen en riemen voor het stabiliseren en beschermen van producten die op pallets worden vervoerd, waarborgen : |
9. Marktdeelnemers die op het grondgebied van de Unie verzendverpakkingen gebruiken voor het stabiliseren en beschermen van producten die op pallets worden vervoerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot pallethoesverpakkingen en riemen : |
Amendement 212
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 9 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 380
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 9 – punt b
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 214
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 10 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. Marktdeelnemers die verzamelverpakkingen gebruiken in de vorm van dozen, met uitzondering van kartonnen dozen, die buiten de verkoopverpakking worden gebruikt om een bepaald aantal producten te groeperen om een inventariseenheid te vormen , waarborgen : |
10. Marktdeelnemers , met inbegrip van onlineplatforms, die op het grondgebied van de Unie verzamelverpakkingen gebruiken in de vorm van dozen, met uitzondering van kartonnen dozen, die buiten de verkoopverpakking worden gebruikt om een bepaald aantal producten te groeperen om een inventaris- of distributie-eenheid te vormen: |
Amendement 215
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 10 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 382
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 10 – punt b
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 458
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
10 bis. De in de leden 3 bis en 3 ter vastgestelde streefcijfers kunnen ook worden bereikt door navulling mogelijk te maken. |
Amendement 217
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
11. De in de leden 1 tot en met 10 vastgestelde streefcijfers worden berekend voor de periode van een kalenderjaar. |
11. De in dit artikel vastgestelde streefcijfers worden berekend voor de periode van een kalenderjaar. |
Amendement 218
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 12 – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Door een marktdeelnemer gebruikte verzendverpakkingen moeten herbruikbaar zijn indien zij worden gebruikt voor het vervoer van producten: |
Uiterlijk op 1 januari 2030 is 95 % van de door een marktdeelnemer gebruikte verzendverpakkingen herbruikbaar indien zij worden gebruikt voor het vervoer van producten: |
Amendement 219
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 13 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Marktdeelnemers die producten aan andere marktdeelnemers binnen dezelfde lidstaat leveren mogen voor het vervoer van die producten alleen herbruikbare verzendverpakkingen gebruiken . |
Vanaf 1 januari 2030 gebruiken marktdeelnemers , met inbegrip van onlineplatforms, die producten aan andere marktdeelnemers binnen dezelfde lidstaat leveren voor het vervoer van die producten alleen herbruikbare verzendverpakkingen. |
Amendement 417
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 13 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
13 bis. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen, wanneer het recyclingpercentage van het belangrijkste verpakkingsmateriaal zoals door de lidstaten aan de Commissie gerapporteerd overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt c), of wanneer het recyclingpercentage van verpakkingsformaten — zoals petflessen of aluminiumblikken — meer dan 85 % van het gewicht bedraagt van dergelijke verpakkingen die in het kalenderjaar 2027 of een daaropvolgend kalenderjaar op het grondgebied van die lidstaat in de handel zijn gebracht. |
Amendement 504
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 13 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
13 ter. De in dit artikel vastgestelde streefcijfers zijn niet van toepassing op verkoopverpakkingen van zeer bederfelijke dranken zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1169/2011. |
Amendement 505/rev1
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 13 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
13 quater. De in dit artikel vastgestelde streefcijfers zijn niet van toepassing op verkoopverpakkingen van wijn, mousserende wijn, gearomatiseerde wijnbouwproducten en dranken die gedistilleerde alcohol bevatten zoals gedefinieerd in nomenclatuurcode 2208 . |
Amendement 220
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 14 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
14. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 2 tot en met 10 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar: |
14. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien zij gedurende een kalenderjaar: |
Amendement 418
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 14 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
14 bis. Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast met betrekking tot de vereisten voor de opstelling van een levenscyclusanalyse om een vrijstelling uit hoofde van dit artikel te rechtvaardigen. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien hergebruik niet de optie is die over het geheel genomen het beste milieuresultaat oplevert op grond van een dergelijke levenscyclusanalyse. |
Amendement 385
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 15
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
15. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van de leden 2 tot en met 6 te halen indien zij gedurende een kalenderjaar een verkoopoppervlakte (met inbegrip van alle opslag- en verzendruimten) hebben van maximaal 100 m. |
15. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de streefcijfers van dit artikel te halen indien: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 386
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 15 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
15 bis. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichtingen die voortvloeien uit dit artikel indien het percentage van het desbetreffende verpakkingsmateriaal dat overeenkomstig artikel 43, leden 3, 4 en 4 ter, gescheiden moet worden ingezameld, volgens de verslaglegging aan de Commissie overeenkomstig artikel 50, lid 1, punt c), meer dan 85 gewichtsprocent bedraagt van dergelijke verpakkingen die op het grondgebied van de lidstaat waarin zij actief zijn, in de kalenderjaren 2026 en 2027 in de handel worden gebracht. |
|
Indien uit die verslaglegging blijkt dat het percentage van het desbetreffende verpakkingsmateriaal dat gescheiden moet worden ingezameld minder dan 85 % bedraagt, dient de lidstaat een uitvoeringsplan in met een strategie met concrete acties, met inbegrip van een tijdschema om ervoor te zorgen dat binnen twee jaar een gescheiden inzameling van 85 gewichtsprocent van het verpakkingsmateriaal in kwestie wordt bereikt. |
Amendement 506
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 15 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
15 ter. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de in de leden 7, 12 en 13 van dit artikel vastgestelde streefcijfers te halen voor alle verzendverpakkingen die rechtstreeks in contact komen met levensmiddelen zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 178/2002 en diervoeders. |
Amendement 507
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 15 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
15 quater. Marktdeelnemers worden vrijgesteld van de verplichting om de in dit artikel vastgestelde streefcijfers te halen voor alle producten die onder krachtens het Unierecht beschermde herkomstaanduidingen vallen. |
Amendement 222
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 16 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
16. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen, teneinde: |
16. Om rekening te houden met de recentste wetenschappelijke en economische gegevens en ontwikkelingen, en om het algemene milieuresultaat te verbeteren, waarvoor het nodig kan zijn dat voor specifieke afvalstromen wordt afgeweken van de hiërarchie wanneer dit gerechtvaardigd wordt door een onafhankelijke en collegiaal getoetste levenscyclusbeoordeling, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 58 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen, teneinde: |
Amendement 387
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 16 – punt a
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 224
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 16 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 225
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 16 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 389
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 16 – punt c bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 395
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
17. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de situatie met betrekking tot het hergebruik van verpakkingen en beoordeelt op basis daarvan of het passend is maatregelen te treffen , de streefcijfers in dit artikel te herzien en nieuwe streefcijfers voor het hergebruik van verpakkingen vast te stellen , en dient zij indien nodig een wetgevingsvoorstel in. |
17. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie de situatie met betrekking tot het hergebruik van verpakkingen . Bij de beoordeling van het effect van de streefcijfers voor hergebruik van verpakkingen evalueert de Commissie ten minste de vermindering van verpakkingsafval die is verkregen door de streefcijfers voor hergebruik voor 2030, de vermindering van CO2-emissies, de vermindering van voedselverspilling, de vermindering van de hoeveelheden gebruikte nieuwe grondstoffen, het water- en energieverbruik, de waterverontreiniging en het gebruik van detergenten en ontsmettingsmiddelen op basis van een onafhankelijke en collegiaal getoetste levenscyclusanalyse. De Commissie beoordeelt ook de ontwikkeling van kartonnen verpakkingsafval en de milieueffecten en materiaalvervangingseffecten daarvan die zouden kunnen optreden als gevolg van materiële vrijstellingen in artikel 22 in combinatie met bijlage V en als gevolg van artikel 26 , leden 7, 10, 12 en 13. Op grond van die evaluatie kan de Commissie in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel indienen: a) tot wijziging of bevestiging van de in dit artikel vastgestelde streefcijfers voor 2040 , en b) tot vaststelling, indien nodig , van nieuwe streefcijfers voor hergebruik in andere sectoren en voor andere verpakkingsformaten en -materialen . |
Amendement 227
Voorstel voor een verordening
Artikel 26 – lid 17 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
17 bis. Vanaf 1 januari 2030 moeten alle herbruikbare verpakkingsformaten die door distributeurs op het grondgebied van een lidstaat zijn verstrekt, overeenkomstig de leden 3 bis en 3 ter, door die einddistributeur worden teruggenomen. |
Amendement 228
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Regels om te berekenen of de streefcijfers voor hergebruik en navulling zijn gehaald |
Regels om te berekenen of de streefcijfers voor hergebruik zijn gehaald |
Amendement 229
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Om aan te tonen dat de in artikel 26, leden 2 tot en met 6 , vastgestelde streefcijfers zijn gehaald, berekent de einddistributeur of de fabrikant, naargelang het geval, die dergelijke producten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbiedt voor elk streefcijfer afzonderlijk: |
2. Om aan te tonen dat de in artikel 26, leden 3 bis en 3 ter , vastgestelde streefcijfers zijn gehaald, berekent de einddistributeur of de fabrikant, naargelang het geval, die dergelijke producten op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbiedt voor elk streefcijfer afzonderlijk: |
Amendement 230
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 231
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – punt b
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 232
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 2 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 233
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 3 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 234
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 3 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 235
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 4 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op 31 december 2028 stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin gedetailleerde regels en methoden voor de berekening van de streefcijfers van artikel 26 worden vastgesteld. |
Uiterlijk op 31 december 2027 stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast waarin gedetailleerde regels en methoden voor de berekening van de streefcijfers van artikel 26 worden vastgesteld. |
Amendement 236
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 4 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 59, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. |
Schrappen |
Amendement 237
Voorstel voor een verordening
Artikel 27 – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De verplichting om aan te tonen dat de in artikel 26 vastgestelde doelstellingen zijn bereikt, is van toepassing met ingang van 1 januari 2030 of [18 maanden] na de datum van inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde gedelegeerde handelingen, indien dat later is. |
Amendement 238
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 - titel
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Verslaglegging over streefcijfers voor hergebruik en navulling aan de bevoegde autoriteiten |
Verslaglegging over streefcijfers voor hergebruik aan de bevoegde autoriteiten |
Amendement 239
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 – lid 6 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
6 bis. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening] richt de Commissie een Europees waarnemingscentrum voor hergebruik op. Het waarnemingscentrum is verantwoordelijk voor de monitoring van de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde maatregelen, het verzamelen van gegevens over praktijken voor hergebruik en het bijdragen aan de ontwikkeling van beste praktijken op het gebied van hergebruik. |
Amendement 240
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 28 bis |
||
|
Verplichte navulling voor de afhaalsector |
||
|
1. Uiterlijk op ... [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening]: |
||
|
|
||
|
|
||
|
2. De onder a) en b) bedoelde einddistributeurs bieden de goederen waarmee zij de door de consument binnengebrachte houder vullen aan tegen een lagere prijs en onder minstens even goede voorwaarden dan de verkoopeenheid bestaande uit dezelfde goederen in een wegwerpverpakking. |
||
|
De einddistributeurs moeten de eindgebruikers op het verkooppunt door middel van duidelijk zichtbare en leesbare informatieborden informeren over de mogelijkheid om de goederen in een navulbare, door de consument verstrekte verpakking te verkrijgen. |
Amendement 241
Voorstel voor een verordening
Artikel 28 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 28 ter |
|
Hergebruik in de afhaaldrankensector |
|
1. Uiterlijk ... [PB: gelieve datum in te voegen: 36 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bieden einddistributeurs die hun bedrijfsactiviteiten in de horecasector uitoefenen en die op het grondgebied van een lidstaat in een verkoopverpakking koude of warme dranken op de markt aanbieden waarmee op het verkooppunt een houder wordt gevuld om deze mee te nemen, consumenten de optie van verpakkingen die onder een systeem voor hergebruik vallen. |
|
2. De einddistributeurs moeten de eindverbruikers op het verkooppunt door middel van duidelijk zichtbare en leesbare informatieborden informeren over de mogelijkheid om de goederen in herbruikbare verpakkingen te verkrijgen. |
|
3. De einddistributeurs mogen de goederen in een herbruikbare verpakking niet tegen een hogere prijs of onder slechtere voorwaarden aanbieden dan de verkoopeenheid bestaande uit dezelfde goederen in een wegwerpverpakking. |
|
4. De einddistributeurs worden vrijgesteld van de toepassing van dit artikel indien zij onder de definitie van micro-onderneming vallen die is opgenomen in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie. |
Amendement 242
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De door de lidstaten getroffen maatregelen om het streefcijfer van lid 1 te halen, kunnen verschillen naar gelang het milieueffect van lichte plastic draagtassen bij de productie, de recycling of verwijdering ervan en de composteringskenmerken, de duurzaamheid of het specifieke beoogde gebruik ervan. In afwijking van artikel 4 kunnen dergelijke maatregelen handelsbeperkingen omvatten, mits die evenredig en niet-discriminerend zijn. |
2. De door de lidstaten getroffen maatregelen om het streefcijfer van lid 1 te halen, houden rekening met het milieueffect van lichte plastic draagtassen bij de productie, de recycling of verwijdering ervan en de composteringskenmerken, de duurzaamheid of het specifieke beoogde gebruik ervan. In afwijking van artikel 4 kunnen dergelijke maatregelen handelsbeperkingen omvatten, mits die evenredig en niet-discriminerend zijn. |
Amendement 243
Voorstel voor een verordening
Artikel 29 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Uiterlijk op 31 december 2027 stelt de Commissie een verslag op over de noodzaak en de haalbaarheid van een vermindering van het gebruik van papieren draagtassen, en dient zij indien toepasselijk een wetgevingsvoorstel in met streefcijfers voor de reductie van papieren draagtassen evenals maatregelen om deze streefcijfers te verwezenlijken. |
Amendement 435
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Uiterlijk op 31 december 2025 ontwikkelt de Commissie een methode om te certificeren dat materialen die zijn geëtiketteerd en gedocumenteerd als gerecycled materiaal dat in de Unie in de handel wordt gebracht, inderdaad worden geproduceerd uit teruggewonnen en gerecyclede materialen en niet uit nieuwe materialen. De Commissie zorgt ervoor dat deze methode in aanmerking wordt genomen bij de overeenkomstig dit artikel verrichte controles. |
Amendement 244
Voorstel voor een verordening
Artikel 34 – lid 4 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. De bevoegde autoriteiten controleren de nauwkeurigheid van ten minste 10 % van de conformiteitsverklaringen per jaar, die op willekeurige basis worden beoordeeld, en treffen de maatregelen die nodig zijn om niet-naleving aan te pakken, bijvoorbeeld door non-conforme producten uit de handel te nemen. |
|
Onverminderd de krachtens lid 1 op voorhand geplande controles voeren de bevoegde autoriteiten controles uit wanneer zij relevante informatie ontvangen of daarvan op de hoogte worden gebracht, onder meer op basis van door derden verstrekte concrete aanwijzingen met betrekking tot mogelijke niet-naleving van deze verordening. |
|
De controles worden voor de marktdeelnemer onaangekondigd uitgevoerd, behalve in gevallen waarin een voorafgaande kennisgeving van de marktdeelnemer of handelaar noodzakelijk is om de doeltreffendheid van die controles te waarborgen. |
|
De bevoegde autoriteiten houden een register van de controles bij, waarbij met name de aard en de resultaten van de controles en de maatregelen die in geval van niet-naleving zijn getroffen, worden vermeld. De registers van alle controles worden ten minste tien jaar bewaard. |
|
Registers van de in het kader van deze verordening uitgevoerde controles en verslagen over de resultaten daarvan vormen milieu-informatie in de zin van Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (1a) en worden openbaar gemaakt. |
|
|
|
|
Amendement 245
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 1 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
1 bis. Elke lidstaat vermindert het geproduceerde kunststof verpakkingsafval per hoofd van de bevolking, in vergelijking met het in 2018 geproduceerde kunststof verpakkingsafval per hoofd van de bevolking als overeenkomstig Besluit 2005/270/EG van de Commissie gerapporteerd aan de Commissie, met: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 246
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Onverminderd de leden 1 en 1 bis kunnen lidstaten die een tweeledig stelsel hebben ingevoerd voor het beheer van verpakkingsafval, met een systeem voor huishoudelijk verpakkingsafval en een systeem voor industrieel en commercieel verpakkingsafval, deze specifieke systemen blijven gebruiken. |
Amendement 247
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten treffen maatregelen om de productie van verpakkingsafval te voorkomen en de milieueffecten van verpakking tot een minimum te beperken . |
2. De lidstaten treffen de nodige aanvullende duurzaamheidsmaatregelen en voeren deze uit om een ambitieuze en duurzame vermindering van het geproduceerde verpakkingsafval per hoofd van de bevolking te bereiken, in overeenstemming met de algemene doelstellingen van het afvalbeleid van de Unie, met name afvalpreventie, en om de in dit artikel vastgestelde streefcijfers te verwezenlijken . |
Amendement 248
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Voor de toepassing van lid 2 zorgen de lidstaten ervoor dat klanten in restaurants, kantines, bars, cafés en cateringdiensten kunnen verzoeken om gratis of tegen een lage vergoeding leidingwater geserveerd te krijgen. |
Amendement 249
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Voor de toepassing van lid 2 kunnen lidstaten economische instrumenten en andere maatregelen gebruiken om stimulansen te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie, zoals de in de bijlagen IV en IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG genoemde maatregelen of andere passende instrumenten en maatregelen, waaronder stimulansen door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en verplichtingen voor producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid om afvalpreventieplannen vast te stellen. Dergelijke maatregelen moeten evenredig en niet-discriminerend zijn, en zodanig zijn ontworpen dat, in overeenstemming met het Verdrag, handelsbelemmeringen of verstoringen van de mededinging worden voorkomen. |
3. Voor de toepassing van lid 2 kunnen de lidstaten maatregelen invoeren inzake onder meer het gebruik van economische instrumenten en andere maatregelen om stimulansen te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie, zoals de in de bijlagen IV en IV bis bij Richtlijn 2008/98/EG genoemde maatregelen of andere passende instrumenten en maatregelen, waaronder stimulansen door middel van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en verplichtingen voor producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid om afvalpreventieplannen vast te stellen. Dergelijke maatregelen moeten evenredig en niet-discriminerend zijn, en zodanig zijn ontworpen dat, in overeenstemming met het Verdrag en met artikel 4 van deze verordening , handelsbelemmeringen of verstoringen van de mededinging worden voorkomen. |
Amendement 250
Voorstel voor een verordening
Artikel 38 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de in lid 1 vastgestelde streefcijfers. De Commissie dient daartoe een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, dat, indien de Commissie dat passend acht, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel. |
4. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] herziet de Commissie de in leden 1 en 1 bis vastgestelde streefcijfers en beoordeelt zij of er specifieke streefcijfers moeten worden toegevoegd voor papier, karton, glas, metaal en samengesteld materiaal . De Commissie dient daartoe een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, dat, indien de Commissie dat passend acht, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel. |
Amendement 251
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 1 – alinea 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Dat register moet verwijzingen naar andere nationale registers van producentenwebsites bevatten om in alle lidstaten de registratie van producenten of aangewezen vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vergemakkelijken. |
Dat register moet verwijzingen naar andere nationale registers van producentenwebsites bevatten om in alle lidstaten de registratie van producenten of gemachtigde vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vergemakkelijken. De bevolking kan het register gemakkelijk online en kosteloos raadplegen. |
Amendement 252
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Producenten zijn verplicht zich in het in lid 1 bedoelde register te registreren. Te dien einde dienen zij in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst op de markt aanbieden een registratieaanvraag in. Indien een producent een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 41, lid 1, heeft aangewezen, moet die organisatie aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen voldoen , tenzij de lidstaat waarin het register is gevestigd anders bepaalt . |
2. Producenten zijn verplicht zich in het in lid 1 bedoelde register te registreren. Te dien einde dienen zij in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst op de markt aanbieden een registratieaanvraag in. Indien een producent een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 41, lid 1, heeft aangewezen, moet die organisatie aan de in dit artikel vastgestelde verplichtingen voldoen . Micro-ondernemingen zijn vrijgesteld van de verplichtingen van dit lid, tenzij zij een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangewezen . |
Amendement 253
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Producenten bieden geen verpakkingen op de markt aan indien zij, of in voorkomend geval de door hen aangewezen vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, niet in de desbetreffende lidstaat zijn geregistreerd. |
4. Producenten bieden geen verpakkingen op de markt aan indien zij, of in voorkomend geval , conform artikel 40, hun gemachtigde vertegenwoordigers voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, niet in de desbetreffende lidstaat zijn geregistreerd. |
Amendement 254
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Indien een aangewezen vertegenwoordiger voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid meer dan één producent vertegenwoordigt, verstrekt deze vertegenwoordiger naast de overeenkomstig lid 5 te verstrekken informatie ook de naam en de contactgegevens van elk van de afzonderlijke vertegenwoordigde producenten. |
6. Indien een gemachtigde vertegenwoordiger voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid meer dan één producent vertegenwoordigt, verstrekt deze vertegenwoordiger naast de overeenkomstig lid 5 te verstrekken informatie ook de naam en de contactgegevens van elk van de afzonderlijke vertegenwoordigde producenten. |
Amendement 255
Voorstel voor een verordening
Artikel 39 – lid 10
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
10. Indien de informatie in het producentenregister niet openbaar toegankelijk is, waarborgen de lidstaten dat aanbieders van onlineplatforms die consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, gratis toegang tot de informatie in het register krijgen. |
10. De informatie in het producentenregister is openbaar toegankelijk. De lidstaten waarborgen dat fulfilmentdienstverleners en aanbieders van onlineplatforms die consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, gratis toegang krijgen, inclusief online, tot de informatie in het register krijgen , onder meer door middel van uittreksels uit het digitale register. De vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie overeenkomstig het toepasselijke Unierecht en intern recht wordt evenwel gewaarborgd. De lijst van geregistreerde producenten is machineleesbaar, sorteerbaar en doorzoekbaar, waarbij open standaarden voor gebruik door derden in acht worden genomen. |
Amendement 256
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid berust bij producenten van verpakkingen in het kader van de overeenkomstig de artikelen 8 en 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG en deze afdeling vastgestelde regelingen voor de verpakkingen die zij voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden. |
1. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid berust bij producenten in het kader van de overeenkomstig de artikelen 8 en 8 bis van Richtlijn 2008/98/EG en deze afdeling vastgestelde regelingen voor de verpakkingen die zij voor het eerst op het grondgebied van een lidstaat op de markt aanbieden. |
Amendement 257
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Producenten wijzen bij schriftelijk mandaat een aangewezen vertegenwoordiger aan voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst aanbieden die niet de lidstaat is waar zij gevestigd zijn. |
2. Producenten wijzen bij schriftelijk mandaat een gemachtigde vertegenwoordiger aan voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in elke lidstaat waar zij verpakkingen voor het eerst aanbieden die niet de lidstaat is waar zij gevestigd zijn. |
Amendement 258
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, verkrijgen van producenten die verpakkingen aan consumenten in de Unie aanbieden de volgende informatie: |
3. Aanbieders van onlineplatforms die onder het toepassingsgebied van hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EU) nr. 2022/2065 vallen en consumenten in staat stellen overeenkomsten op afstand met producenten te sluiten, en fulfilmentdienstverleners moeten voldoen aan de eisen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid waarnaar wordt verwezen in de leden 1 en 2 van dit artikel, tenzij zij kunnen aantonen dat producenten die verpakkingen aan consumenten in de Unie aanbieden , aan die eisen voldoen, door de volgende informatie te verkrijgen : |
Amendement 259
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 3 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 260
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Wanneer producenten hun producten via de elektronische marktplaats verkopen en niet overeenkomstig artikel 39, lid 2, zijn geregistreerd, kan de onlinemarktplaats waar de producten te koop worden aangeboden, voldoen aan de gezamenlijke verplichtingen van die producenten uit hoofde van artikel 39, lid 7. |
Amendement 261
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Na de in lid 3 bedoelde informatie te hebben ontvangen en alvorens de betrokken producent toe te staan van zijn diensten gebruik te maken, beoordelen de aanbieder van onlineplatforms en de fulfilmentdienstverleners of de in de punten a) en b) bedoelde informatie betrouwbaar en volledig is. |
Amendement 262
Voorstel voor een verordening
Artikel 40 – lid 3 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten de kosten dekken overeenkomstig de bepalingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van Richtlijnen 2008/98/EG en 94/62/EG en, voor zover zij nog niet onder die bepalingen vallen, ten minste de kosten dekken van de inzameling van afval dat in openbare inzamelingssystemen wordt weggegooid, met inbegrip van de infrastructuur en de exploitatie daarvan, net als het daaropvolgende vervoer en de verwerking van dat afval. |
|
De te dekken kosten worden op transparante en kostenefficiënte wijze vastgesteld. De kosten voor het opruimen van zwerfafval blijven beperkt tot kosten voor werkzaamheden door of namens overheidsinstanties. De berekeningsmethode is zodanig ontwikkeld dat de kosten voor het opruimen van zwerfafval kunnen worden vastgesteld op evenredige wijze en rekening houdend met verpakkingsformaten waarbij een groter risico bestaat dat ze als zwerfafval eindigen en niet afzonderlijk worden ingezameld. |
Amendement 263
Voorstel voor een verordening
Artikel 41 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien op het grondgebied van een lidstaat meerdere organisaties voor producentenverantwoordelijkheid bevoegd zijn om namens producenten verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te leven, waarborgt die lidstaat dat die organisaties voor producentenverantwoordelijkheid samen het gehele grondgebied van de lidstaat bestrijken wat betreft de in artikel 42, lid 3, en de artikelen 43 en 44 bedoelde activiteiten. De lidstaten belasten de bevoegde autoriteit ermee erop toe te zien dat organisaties voor producentenverantwoordelijkheid hun verplichtingen op gecoördineerde wijze nakomen, of wijzen daar een onafhankelijke derde partij voor aan. |
2. Indien op het grondgebied van een lidstaat meerdere organisaties voor producentenverantwoordelijkheid bevoegd zijn om namens producenten verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te leven, waarborgt die lidstaat dat die organisaties voor producentenverantwoordelijkheid en de producenten die geen organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangewezen samen het gehele grondgebied van de lidstaat bestrijken wat betreft de in artikel 42, lid 3, en de artikelen 43 en 44 bedoelde activiteiten. De lidstaten belasten de bevoegde autoriteit ermee erop toe te zien dat organisaties voor producentenverantwoordelijkheid hun verplichtingen op gecoördineerde wijze nakomen, of wijzen daar een onafhankelijke derde partij voor aan. |
Amendement 264
Voorstel voor een verordening
Artikel 42 – lid 3 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 265
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat systemen worden opgezet voor het inleveren en gescheiden inzamelen van alle verpakkingsafval van eindgebruikers om te waarborgen dat dit afval overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG wordt verwerkt, en om de voorbereiding voor hergebruik en de hoogwaardige recycling ervan te vergemakkelijken. |
1. De lidstaten zorgen ervoor dat systemen en infrastructuur worden opgezet voor het inleveren en gescheiden inzamelen van alle verpakkingsafval van eindgebruikers om te waarborgen dat dit afval overeenkomstig de artikelen 4 , 10 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG wordt verwerkt, en om de voorbereiding voor hergebruik en de hoogwaardige recycling ervan te vergemakkelijken. |
Amendement 266
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Teneinde hoogwaardige recycling mogelijk te maken, garanderen de lidstaten dat er een systeem bestaat dat een veilige en billijke toegang biedt tot gerecyclede materialen voor gebruik in toepassingen waarbij de unieke kwaliteit van het gerecyclede materiaal behouden blijft of zodanig wordt teruggewonnen dat het verder kan worden gerecycled en op dezelfde manier of voor een vergelijkbare toepassing kan worden gebruikt, met minimale kwantitatieve, kwalitatieve en functionele verliezen. |
Amendement 267
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten kunnen afwijkingen van lid 1 toestaan , mits het inzamelen van verpakkingen of fracties verpakkingsafval samen of samen met ander afval niet afdoet aan de mogelijkheid om dergelijke verpakkingen of fracties verpakkingsafval voor te bereiden voor hergebruik, te recyclen of anderszins nuttig toe te passen overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG, en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling. |
2. De lidstaten kunnen afwijkingen toestaan van de in lid 1 genoemde verplichting tot het inleveren en gescheiden inzamelen van bepaalde soorten afval , mits het inzamelen van verpakkingen of fracties van dergelijk verpakkingsafval samen of samen met ander afval niet afdoet aan de mogelijkheid om dergelijke verpakkingen of fracties verpakkingsafval voor te bereiden voor hergebruik, te recyclen of anderszins nuttig toe te passen overeenkomstig de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 2008/98/EG, en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling. |
Amendement 268
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 3 – punt c bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
Punt c bis) doet geen afbreuk aan commercieel gevoelige informatie of wetgeving inzake gegevensbescherming. |
Amendement 269
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Uiterlijk op 1 januari 2029 zorgen de lidstaten ervoor dat in openbare ruimten voldoende systemen voor gescheiden inzameling worden opgezet voor de verschillende afvalfracties van verpakkingsmaterialen. |
Amendement 446
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 3 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Uiterlijk op 1 januari 2029 zorgen einddistributeurs die voeding en drank in de handel brengen die ter plaatse in de horecasector worden aangeboden en verbruikt ervoor dat systemen voor gescheiden inzameling worden opgezet voor de verschillende afvalfracties van verpakkingsmaterialen om de consument te helpen bij het sorteren van het verpakkingsafval. |
|
Marktdeelnemers waarop de in lid 3 bedoelde verplichting van toepassing is, brengen jaarlijks verslag uit aan de lidstaat over het gewicht van het gescheiden ingezamelde verpakkingsafval per materiaal. Elke lidstaat verstrekt de Commissie geaggregeerde gegevens per gescheiden ingezameld verpakkingsmateriaal. |
Amendement 270
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. In afwijking van de verplichting tot gescheiden inzameling van lid 3, mogen bepaalde soorten verpakkingsafval samen worden ingezameld indien die inzameling niet afdoet aan de mogelijkheid om dat afval aan recyclinghandelingen te onderwerpen en dat die handelingen resulteren in een output van vergelijkbare kwaliteit als de output van gescheiden inzameling. |
Schrappen |
Amendement 271
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 – lid 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Met ingang van 1 januari 2030 kunnen de lidstaten ervoor zorgen dat verpakkingsafval dat niet gescheiden wordt ingezameld, voorafgaand aan verwijderings- of energieterugwinningsprocessen wordt gesorteerd om voor recycling ontworpen verpakkingen eruit te halen met het oog op recycling. |
Amendement 272
Voorstel voor een verordening
Artikel 43 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 43 bis |
|
Verplichte gescheiden inzameling |
|
1. Uiterlijk op 1 januari 2029 nemen de lidstaten de maatregelen die noodzakelijk zijn om elk jaar de gescheiden inzameling te waarborgen van 90 gewichtsprocent van de materialen die worden vermeld in artikel 46. |
|
De in de eerste alinea genoemde doelstelling kan worden bereikt aan de hand van alle maatregelen waarnaar in deze verordening wordt verwezen alsmede door middel van maatregelen voor gescheiden inzameling buiten de woning. |
|
2. Lid 1 vormt een aanvulling op de streefcijfers voor gescheiden inzameling van kunststof flessen voor eenmalig gebruik uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2019/904. |
Amendement 273
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 1 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 274
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 1 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendementen 275 en 430
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt een lidstaat onder de volgende voorwaarden vrijgesteld van de verplichting van lid 1: |
3. Onverminderd lid 1 van dit artikel worden lidstaten vrijgesteld van de verplichting van lid 1 als op zijn minst aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan : |
Amendement 276
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 3 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 277
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 3 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 278
Voorstel voor een verordening
Artikel 44 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene voorschriften van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in dit artikel vastgestelde minimumeisen. |
7. Een lidstaat kan, met inachtneming van de algemene voorschriften van het Verdrag en de bepalingen van deze verordening, bepalingen vaststellen die verder gaan dan de in dit artikel vastgestelde minimumeisen , met de mogelijkheid verpakkingen voor andere producten toe te voegen . |
Amendement 279
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten treffen maatregelen om te stimuleren dat op milieuvriendelijke wijze systemen voor hergebruik van verpakkingen en systemen voor navulling worden opgezet. Die systemen moeten voldoen aan de eisen van de artikelen 24 en 25 van en bijlage VI bij deze verordening en mogen geen afbreuk doen aan de levensmiddelenhygiëne of de veiligheid van consumenten. |
1. Uiterlijk op 31 december 2028 treffen de lidstaten maatregelen om ervoor te zorgen dat op milieuvriendelijke wijze systemen voor hergebruik van verpakkingen met voldoende stimulansen voor terugname en systemen voor navulling worden opgezet. Die systemen moeten voldoen aan de eisen van de artikelen 24 en 25 van en bijlage VI bij deze verordening en mogen geen afbreuk doen aan de levensmiddelenhandel of de veiligheid van consumenten. |
Amendement 280
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 281
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie verzoekt de Europese normalisatie-instellingen vrijwillige normen voor herbruikbare verpakkingen te ontwikkelen, met als doel het gebruik van verpakkingen te bevorderen die eenvoudig herbruikbaar zijn met behulp van deugdelijk ontworpen systemen voor hergebruik. Dergelijke normen hebben onder andere betrekking op het ontwerp, de etikettering, de reiniging en de traceerbaarheid van herbruikbare verpakkingen. De Commissie ondersteunt de ontwikkeling en verspreiding van dergelijke normen. |
Amendement 282
Voorstel voor een verordening
Artikel 45 – lid 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. De lidstaten zien erop toe dat er in de begroting van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en statiegeldregelingen een minimumbedrag wordt uitgetrokken voor de financiering van maatregelen voor afvalvermindering en -preventie en het opzetten van infrastructuur voor systemen voor hergebruik. |
Amendement 283
Voorstel voor een verordening
Artikel 46 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd lid 1, punt a), kan een lidstaat de in lid 1, punt b), i) tot en met vi), vastgestelde termijnen met maximaal vijf jaar uitstellen, onder de volgende voorwaarden: |
2. Onverminderd lid 1, punt a), en rekening houdend met de verschillende uitgangspositie van elke lidstaat met betrekking tot de specifieke streefcijfers die per materiaal zijn vastgesteld, kan een lidstaat de in lid 1, punt b), i) tot en met vi), vastgestelde termijnen met maximaal vijf jaar uitstellen, onder de volgende voorwaarden: |
Amendement 284
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegerekend als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan aantonen dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van deze verordening en dat de recycling van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden van de relevante Uniewetgeving. |
Schrappen |
Amendement 285
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De hoeveelheid verpakkingsafvalmaterialen die niet langer afval zijn als gevolg van een voorbereidende handeling voorafgaand aan herverwerking, mag als gerecycled worden meegeteld, mits die materialen bestemd zijn voor verdere herverwerking tot producten, materialen of stoffen voor gebruik voor de oorspronkelijke of andere doeleinden. Materialen in de eindeafvalfase voor gebruik als brandstof of andere middelen voor het opwekken van energie, voor verbranding, voor gebruik als opvulling of voor storting, mogen echter niet als gerecycled worden meegeteld. |
9. De hoeveelheid verpakkingsafvalmaterialen die niet langer afval zijn als gevolg van een nuttige toepassing waardoor materialen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen voor de oorspronkelijke dan wel andere doeleinden , mag als gerecycled worden meegeteld . Materialen in de eindeafvalfase voor gebruik als brandstof of andere middelen voor het opwekken van energie, voor verbranding, voor gebruik als opvulling of voor storting, mogen echter niet als gerecycled worden meegeteld. |
Amendement 286
Voorstel voor een verordening
Artikel 47 – lid 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
12. Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegeteld als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien aan de eisen van lid 3 is voldaan en de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 kan aantonen dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van die verordening, onder meer dat de verwerking van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan de eisen van de relevante milieuwetgeving van de Unie. |
12. Verpakkingsafval dat uit de Unie wordt uitgevoerd, wordt alleen meegeteld als gerecycled door de lidstaat waarin het is ingezameld indien aan de eisen van lid 3 is voldaan en de exporteur overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1013/2006 door de bevoegde autoriteit van bestemming goedgekeurde bewijsstukken overlegt waaruit blijkt dat de overbrenging van afvalstoffen voldoet aan de eisen van die verordening, onder meer dat de verwerking van verpakkingsafval buiten de Unie heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de eisen van de relevante milieuwetgeving van de Unie. |
Amendement 287
Voorstel voor een verordening
Artikel 49 – lid 1 – punt f
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 288
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 1 – alinea 1 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 289
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De lidstaten brengen voor elk kalenderjaar voor elk in tabel 1 van bijlage IX genoemd verpakkingsmateriaal en elke in die tabel genoemde soort verpakking verslag uit over: |
2. De lidstaten brengen voor elk kalenderjaar verslag uit over: |
Amendement 290
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 2 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 291
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 2 – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 292
Voorstel voor een verordening
Artikel 50 – lid 2 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 293
Voorstel voor een verordening
Artikel 51 – lid 2 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 294
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 – lid 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Onverminderd artikel 19 van Verordening (EU) 2019/1020 voeren markttoezichtautoriteiten van een lidstaat die voldoende redenen hebben om aan te nemen dat onder deze verordening vallende verpakkingen een risico voor het milieu of de gezondheid van de mens inhouden een beoordeling van de desbetreffende verpakkingen uit aan de hand van alle in deze verordening vastgestelde eisen die verband houden met het risico. De betrokken marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen. |
Onverminderd artikel 19 van Verordening (EU) 2019/1020 voeren markttoezichtautoriteiten van een lidstaat die voldoende redenen hebben om aan te nemen dat onder deze verordening vallende verpakkingen een risico voor het milieu of de gezondheid van mens en dier inhouden onverwijld een beoordeling van de desbetreffende verpakkingen uit aan de hand van alle in deze verordening vastgestelde eisen die verband houden met het risico. De betrokken marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen. |
Amendement 295
Voorstel voor een verordening
Artikel 52 – lid 6 – inleidende formule
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 296
Voorstel voor een verordening
Artikel 53 – lid 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer na voltooiing van de procedure van artikel 52, leden 3 en 4 , bezwaren tegen een door een lidstaat getroffen maatregel worden ingebracht of de Commissie van oordeel is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Op grond van de resultaten van die evaluatie besluit de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is. |
Wanneer na voltooiing van de procedure van artikel 52, leden 5 en 6 , bezwaren tegen een door een lidstaat getroffen maatregel worden ingebracht of de Commissie van oordeel is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Op grond van de resultaten van die evaluatie besluit de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is. |
Amendement 297
Voorstel voor een verordening
Artikel 54 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Indien een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 52, vaststelt dat verpakkingen weliswaar aan de toepasselijke eisen van artikel 5 tot en met 11 voldoen maar toch een risico inhouden voor het milieu of de gezondheid van de mens , eist deze lidstaat onverwijld dat de betrokken marktdeelnemer binnen een door de markttoezichtautoriteiten voorgeschreven redelijke termijn die evenredig is met de aard en in voorkomend geval de ernst van het risico, alle passende maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de desbetreffende verpakkingen wanneer zij op de markt worden aangeboden dat risico niet meer inhouden, of dat die marktdeelnemer de verpakkingen uit de handel neemt of terugroept. |
1. Indien een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 52, vaststelt dat verpakkingen weliswaar aan de toepasselijke eisen van artikel 5 tot en met 11 voldoen maar toch een risico inhouden voor het milieu of de gezondheid van mens en dier , eist deze lidstaat onverwijld dat de betrokken marktdeelnemer binnen een door de markttoezichtautoriteiten voorgeschreven redelijke termijn die evenredig is met de aard en in voorkomend geval de ernst van het risico, alle passende maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de desbetreffende verpakkingen wanneer zij op de markt worden aangeboden dat risico niet meer inhouden, of dat die marktdeelnemer de verpakkingen uit de handel neemt of terugroept. |
Amendement 298
Voorstel voor een verordening
Artikel 55 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De autoriteiten die uit hoofde van artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1020 worden aangewezen, gebruiken de op grond van lid 1 van dit artikel doorgegeven informatie om de risicoanalyse uit hoofde van artikel 25, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1020 uit te voeren. |
Amendement 299
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt k bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 300
Voorstel voor een verordening
Artikel 56 – lid 1 – punt k ter (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 301
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 9, 10 en 11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. |
2. De in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 7 en 9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. |
Amendement 302
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 9, 10 en 11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 7 en 9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
Amendement 303
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. |
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie het verpakkingsforum en de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. |
Amendement 304
Voorstel voor een verordening
Artikel 58 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een uit hoofde van artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 9, 10 en 11 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16, en artikel 57, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd. |
6. Een uit hoofde van artikel 5, lid 5, artikel 6, leden 4 en 6, artikel 7, leden 7 en 9 , artikel 8, lid 5, artikel 22, lid 4, artikel 26, lid 16 , artikel 27, lid 4 , en artikel 57, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de bekendmaking van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd. |
Amendement 305
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 – lid 1
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
1. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] leggen de lidstaten de regels vast inzake de sancties voor inbreuken op deze verordening en treffen zij alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Niet-naleving van de eisen van de artikelen 21 tot en met 26 wordt bestraft met een administratieve boete die aan de betrokken marktdeelnemer wordt opgelegd. |
1. Uiterlijk op [PB: gelieve datum in te voegen = 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] leggen de lidstaten de regels vast inzake de sancties voor inbreuken op deze verordening en treffen zij alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. Overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (1a) stellen de lidstaten de Commissie in kennis van die regels en maatregelen en, onverwijld, van eventuele latere wijzigingen daarvan. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
||
|
Deze sancties kunnen onder meer de vorm aannemen van: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
Amendement 306
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 62 bis |
|
Toegang tot de rechter |
|
1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voldoende belang heeft, zoals bepaald overeenkomstig de bestaande nationale rechtsmiddelenstelsels, met inbegrip van personen die voldoen aan de eventuele criteria die zijn vastgesteld in het nationale recht, onder wie personen die overeenkomstig artikel 62 bis gegronde zorg kenbaar hebben gemaakt, heeft toegang tot administratieve of rechterlijke procedures ter toetsing van de besluiten, het handelen of het verzuim van de krachtens deze verordening bevoegde autoriteiten. |
|
2. Deze verordening laat alle nationale wettelijke bepalingen tot regeling van de toegang tot de rechter en die volgens welke alle administratieve beroepsprocedures moeten zijn gevolgd alvorens er een gerechtelijke procedure kan worden ingeleid, onverlet. |
Amendement 307
Voorstel voor een verordening
Artikel 62 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 62 ter |
|
Verzoek om maatregelen |
|
1. Natuurlijke of rechtspersonen die worden benadeeld of dreigen te worden benadeeld door een inbreuk op deze verordening of die voldoende belang hebben bij milieubesluitvorming met betrekking tot een inbreuk op deze verordening, zijn gerechtigd met betrekking tot gevallen van een dergelijke inbreuk of een onmiddellijk gevaar op een dergelijke inbreuk de bevoegde autoriteiten te verzoeken maatregelen te treffen uit hoofde van deze verordening. |
|
Niet-gouvernementele organisaties die opkomen voor milieubescherming en voldoen aan de eisen van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad worden geacht een voldoende belang te hebben voor de toepassing van de eerste alinea. |
|
2. Het verzoek tot maatregelen gaat vergezeld van de relevante informatie en gegevens die dat verzoek ondersteunen. |
|
3. Indien het verzoek om maatregelen en de bijbehorende informatie en gegevens aannemelijk maken dat er sprake is van een inbreuk op deze verordening of dat er een onmiddellijk gevaar op een dergelijke inbreuk is, nemen de bevoegde autoriteiten deze verzoeken om maatregelen en de informatie en gegevens in overweging. In die gevallen bieden de bevoegde autoriteiten de betrokken marktdeelnemer de gelegenheid zijn standpunt met betrekking tot het verzoek om maatregelen en de bijbehorende opmerkingen kenbaar te maken. |
|
4. De bevoegde autoriteiten stellen onverwijld en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Unierecht, de personen die een dergelijk verzoek op grond van lid 1 hebben ingediend in kennis van hun besluit inzake het al dan niet treffen van maatregelen, en motiveren dat besluit. |
|
5. Ingeval de bevoegde autoriteit het verzoek om maatregelen inwilligt, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. De Commissie beoordeelt of er ook buiten de bewuste lidstaat sprake is van een inbreuk op de verordening. Als zij vaststelt dat er ook buiten de bewuste lidstaat sprake is van een inbreuk, treft zij passende maatregelen om naleving van de verordening te waarborgen. |
Amendement 509
Voorstel voor een verordening
Artikel 63 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Uiterlijk op [PB: PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van toepassing van deze verordening] voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening en van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de milieuduurzaamheid van verpakkingen. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dit verslag. |
Uiterlijk op [PB: PB: gelieve datum in te voegen = acht jaar na de datum van toepassing van deze verordening] voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening en van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de milieuduurzaamheid van verpakkingen. Die evaluatie heeft onder meer betrekking op het effect van deze verordening op het agrovoedingssysteem en op voedselverspilling. De Commissie brengt verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dit verslag. |
Amendement 308
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 – alinea 2 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 309
Voorstel voor een verordening
Artikel 64 – alinea 2 – punt a bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 510/rev1
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – alinea 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bloempotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer van planten en niet bedoeld zijn voor de hele levensduur van de plant |
Transporttrays en draagverpakkingen voor bloem- en plantenpotten die alleen worden gebruikt voor de verkoop en het vervoer |
Amendement 310
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – alinea 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Capsules voor dranksystemen (bv. koffie , cacao, melk ) |
Zakjes of pads voor koffie en thee, capsules voor dranksystemen (bv. capsules voor koffie of thee ) |
Amendement 311
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – alinea 14 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Doosjes die worden gebruikt voor tandpastatubes |
Amendement 511/rev1
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – alinea 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bloempotten die voor de hele levensduur van de plant zijn bedoeld |
Bloem- en plantenpotten, met inbegrip van direct vulbare packs voor perkgoed, die in verschillende productiestadia worden gebruikt of bestemd zijn om samen met de plant te worden verkocht |
Amendement 312
Voorstel voor een verordening
Bijlage I – alinea 44 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Bandenetiketten in de vorm van een sticker (Verordening (EU) 2020/740) |
Amendement 313
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 2
Door de Commissie voorgestelde tekst
2 |
Glas |
Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit glas bestaat |
Flessen, potten, flacons, (cosmetica)potjes |
|
Amendement
2 |
Glas |
Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit glas bestaat |
Flessen, potten, flacons, (cosmetica)potjes , spuitbussen |
|
Amendement 314
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 4
Door de Commissie voorgestelde tekst
4 |
Papier/karton |
Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit papier/karton bestaat |
Onder meer drinkpakken, borden en bekers, d.w.z. gemetalliseerd of met kunststof gelamineerd papier/karton, karton voor vloeistoffen, papier/karton met kunststof voering/vensters |
|
Amendement
4 |
Papier/karton |
Samengestelde verpakking die hoofdzakelijk uit papier/karton bestaat |
Onder meer drinkpakken en niet-drinkpakken , borden en bekers, d.w.z. gemetalliseerd of met kunststof gelamineerd papier/karton, karton voor vloeistoffen, papier/karton met kunststof voering/vensters |
|
Amendement 315
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 5
Door de Commissie voorgestelde tekst
5 |
Metaal |
Staal |
Harde verpakkingsformaten (spuitbussen, blikken, verfblikken, dozen enz.) van staal, met inbegrip van blik |
|
Amendement
5 |
Metaal |
Staal |
Harde verpakkingsformaten (spuitbussen, blikken , verfblikken, dozen enz.) van staal, met inbegrip van blik |
|
Amendement 316
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 11 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
11 bis |
Kunststof |
Harde pet |
Flessen en flacons |
Ondoorzichtig wit |
Amendement 317
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 12
Door de Commissie voorgestelde tekst
12 |
Kunststof |
Harde pet |
Harde verpakkingen met uitzondering van flessen en flacons (onder meer potten en bakken) |
Transparant |
Amendement
12 |
Kunststof |
Harde pet |
Harde verpakkingen met uitzondering van flessen en flacons (onder meer potten en bakken), spuitbussen |
Transparant |
Amendement 397
Voorstel voor een verordening
Bijlage II
Bijlage II
Bijlage II
Door de Commissie voorgestelde tekst
Tabel 1
26 |
Kunststof |
Andere harde kunststoffen, met inbegrip van harde pvc en polycarbonaat |
Hard |
27 |
Kunststof |
Andere flexibele kunststoffen, met inbegrip van meerlagige plasticfolie en materialen van gemende samenstelling |
Zakjes |
Amendement
Tabel 1
26 |
Kunststof |
Andere harde kunststoffen, met inbegrip van harde pvc , polycarbonaat en biologisch afbreekbare polymeren |
Hard |
27 |
Kunststof |
Andere flexibele kunststoffen, met inbegrip van meerlagige plasticfolie , materialen van gemende samenstelling en biologisch afbreekbare materialen |
Zakjes |
Amendement 318
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 26 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
26 bis |
Kunststof |
Harde kunststoffen die voor industriële verpakkingen worden gebruikt |
IBC’s, vaten |
|
Amendement 319
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 1 – regel 27 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
27 bis |
Kunststof |
Flexibele kunststoffen die voor industriële verpakkingen worden gebruikt |
FIBC’s, zakken |
|
Amendement 320
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 2
Door de Commissie voorgestelde tekst
Prestatieklasse voor recyclebaarheid |
Beoordeling van de recyclebaarheid per exemplaar, in gewichtspercent |
Klasse A |
95 gewichtspercent of meer |
Klasse B |
90 gewichtspercent of meer |
Klasse C |
80 gewichtspercent of meer |
Klasse D |
70 gewichtspercent of meer |
Klasse E |
minder dan 70 gewichtspercent |
Amendement
Prestatieklasse voor recyclebaarheid |
Beoordeling van de recyclebaarheid per exemplaar, in gewichtspercent |
Klasse A |
hoger dan of gelijk aan 95 % – hoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling De verpakking moet meerdere malen kunnen worden gerecycled en voldoet volledig aan de ontwerpcriteria voor recycling. De gegenereerde secundaire grondstof is van een kwaliteit die hoog genoeg in om als input voor een gesloten materiaalkringloop te dienen. |
Klasse B |
hoger dan of gelijk aan 90 % – hoge tot middelhoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling De verpakking kan enkele kleine problemen met betrekking tot de recyclebaarheid vertonen die enige afbreuk doen aan de kwaliteit van de gegenereerde secundaire grondstof. Het merendeel van de uit deze verpakking gegenereerde secundaire grondstof zou echter nog steeds als input kunnen dienen voor een gesloten materiaalkringloop . |
Klasse C |
hoger dan of gelijk aan 80 % – middelhoge compatibiliteit met ontwerp voor recycling De verpakking vertoont enkele problemen met betrekking tot de recyclebaarheid die afbreuk kunnen doen aan de kwaliteit van de gegenereerde secundaire grondstof en mogelijk zullen leiden tot het verlies van materiaal tijdens de recycling. |
Klasse D |
hoger dan of gelijk aan 70 % – middelhoge tot lage compatibiliteit met ontwerp voor recycling De verpakking heeft aanzienlijke ontwerpproblemen die sterk afbreuk doen aan de recyclebaarheid ervan of grote verliezen van materiaal veroorzaken tijdens de recycling. |
Klasse E |
lager dan 70 % – lage compatibiliteit met ontwerp voor recycling De verpakking is niet recyclebaar wegens ontwerpproblemen en mag niet in de handel worden gebracht. |
Amendement 321
Voorstel voor een verordening
Bijlage II – tabel 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Indicatieve parameters waarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van ontwerpcriteria voor recycling uit hoofde van artikel 6
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
Amendement 322
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – alinea 1 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Mogelijke voorwaarden om het gebruik van composteerbare verpakkingsformaten verplicht te stellen: |
Mogelijke voorwaarden om het gebruik van composteerbare verpakkingsformaten verplicht te stellen of in te voeren : |
Amendement 323
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – alinea 1 – punt c
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 324
Voorstel voor een verordening
Bijlage III – alinea 1 – punt e
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 325
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV – deel I – punt 1
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 419
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV – deel I – punt 3 bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 441
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV – deel I – punt 6
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 327
Voorstel voor een verordening
Bijlage IV – deel II – alinea 1 – punt a
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 328
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 1
Door de Commissie voorgestelde tekst
1. |
Kunststof verzamelverpakkingen voor eenmalig gebruik |
Kunststof verpakkingen die in de detailhandel worden gebruikt om goederen te verkopen in blikken, potten en pakketten die zijn ontworpen voor het gemak om eindgebruikers in staat te stellen of aan te moedigen om meer dan één product te kopen. Verzamelverpakkingen die nodig zijn om de hantering tijdens de distributie te vergemakkelijken, vallen hier niet onder. |
Wikkelfolie, krimpfolie |
Amendement
1. |
Kunststof verzamelverpakkingen voor eenmalig gebruik |
Kunststof verpakkingen die op het verkooppunt worden gebruikt om goederen te verkopen in flessen, blikken, potten en pakketten die zijn ontworpen voor het gemak om consumenten in staat te stellen of aan te moedigen om meer dan één product te kopen. Verzamelverpakkingen die nodig zijn om de hantering tijdens business-to-businessdistributie te vergemakkelijken, vallen hier niet onder. |
Wikkelfolie, krimpfolie |
Amendementen 391cp1 en 512
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 2
Door de Commissie voorgestelde tekst
2. |
Kunststof wegwerpverpakkingen, samengestelde wegwerpverpakkingen of andere wegwerpverpakkingen voor verse groenten en fruit |
Wegwerpverpakkingen voor minder dan 1,5 kg verse groenten en fruit, tenzij is aangetoond dat waterverlies of turgescentieverlies, microbiologische gevaren of fysieke schokken moeten worden voorkomen |
Netten, zakken, bakjes, potten |
Amendement
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Amendementen 391 cp2 en 513
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 3
Door de Commissie voorgestelde tekst
3. |
Kunststof wegwerpverpakkingen, samengestelde wegwerpverpakkingen of andere wegwerpverpakkingen |
Wegwerpverpakkingen voor voedsel en dranken die worden gevuld en geconsumeerd op locaties in de horecasector, met inbegrip van alle eetruimten binnen en buiten een bedrijfsruimte die is voorzien van tafels en zitplekken of staanplaatsen, en van eetruimten die door verschillende marktdeelnemers of derden samen worden aangeboden voor de consumptie van voedsel en dranken |
Bakjes, borden en bekers voor eenmalig gebruik, zakken, folie, dozen |
Amendement
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Amendement 391cp3
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 4
Door de Commissie voorgestelde tekst
4. |
Wegwerpverpakkingen voor smaakstoffen, conserven, sauzen, koffiemelk, suiker en kruiderijen in de horecasector |
Wegwerpverpakkingen in de horecasector die afzonderlijke porties of maaltijden bevatten of gebruikt worden voor smaakstoffen, conserven, sauzen, koffiemelk, suiker en kruiderijen, met uitzondering van verpakkingen die samen worden verstrekt met kant-en-klare afhaalmaaltijden die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie zonder dat verdere bereiding nodig is |
Zakjes, potten, bakjes, dozen |
Amendement
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Schrappen |
Amendement 332
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 5
Door de Commissie voorgestelde tekst
5. |
Miniatuurverpakkingen in hotels voor eenmalig gebruik |
Voor cosmetica, producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen met een inhoud van minder dan 50 ml voor vloeibare producten of minder dan 100 g voor vaste producten |
Shampooflessen, flessen voor hand- of bodylotion, zakjes voor miniatuurstukken zeep |
Amendement
5. |
Kunststof miniatuurverpakkingen in hotels voor eenmalig gebruik |
Voor cosmetica zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1223/2009 , producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen met een inhoud van minder dan 100 ml voor vloeibare producten of minder dan 100 g voor vaste producten |
Shampooflessen, flessen voor hand- of bodylotion, zakjes voor miniatuurstukken zeep |
Amendement 333
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5 bis. |
Kunststof wegwerpverpakkingen op luchthavens |
Voor koffers en tassen |
Krimpfolie |
Amendement 334
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 5 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5 ter. |
Secundaire verpakking die niet nodig is om te voldoen aan de prestatiecriteria in bijlage IV |
Voor cosmetica, met uitzondering van parfums, producten voor persoonlijke verzorging en toiletartikelen |
Dozen voor tandpasta en crèmes |
Amendement 436
Voorstel voor een verordening
Bijlage V – regel 5 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
5 quater. |
Kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik die als vulmateriaal worden gebruikt |
Kunststofverpakkingen die worden gebruikt om bepaald materiaal tijdens het hanteren te beschermen |
Chips van polystyreen |
Amendement 335
Voorstel voor een verordening
Bijlage VI – deel A – punt 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Systemen met een open kringloop die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingesteld, zijn vrijgesteld van de eisen van deel A, punt 1, a), b), c), d), f) en g). |
Amendement 336
Voorstel voor een verordening
Bijlage VI – deel B – punt 1
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 337
Voorstel voor een verordening
Annex VI – deel C – punt b
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 338
Voorstel voor een verordening
Bijlage X – alinea 2 – punt j
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 339
Voorstel voor een verordening
Bijlage X – alinea 2 – punt l bis (nieuw)
|
|||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 340
Voorstel voor een verordening
Bijlage X – alinea 2 – punt o
|
|||||
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 341
Voorstel voor een verordening
Bijlage X – alinea 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Naast de minimumeisen kunnen de lidstaten waar nodig aanvullende eisen vaststellen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening worden verwezenlijkt, met name wat betreft het verbeteren van de zuiverheid van ingezameld verpakkingsafval, het terugdringen van zwerfvuil of het verwezenlijken van andere doelstellingen van de circulaire economie. |
Naast de minimumeisen kunnen de lidstaten waar nodig aanvullende eisen vaststellen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening worden verwezenlijkt, met name wat betreft het verbeteren van de zuiverheid van ingezameld verpakkingsafval, het terugdringen van zwerfvuil of het verwezenlijken van andere doelstellingen van de circulaire economie , zoals het waarborgen van veilige en billijke toegang tot gerecyclede grondstoffen voor gebruik in toepassingen die verdere recyclebaarheid mogelijk maken en die kunnen worden gebruikt op dezelfde manier of voor dezelfde of een vergelijkbare productcategorie als die waaruit ze afkomstig zijn . |
(*1) Verwijzingen naar 'cp' in de kopjes van goedgekeurde amendementen worden opgevat als het overeenkomstige deel van deze amendementen.
(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0319/2023).
(30) Statistieken over verpakkingsafval van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Packaging_waste_statistics
(30) Statistieken over verpakkingsafval van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=Packaging_waste_statistics
(33) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM%3A2019%3A640%3AFIN
(33) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM%3A2019%3A640%3AFIN
(34) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:98:FIN&WT.mc_id=Twitter
(34) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:98:FIN&WT.mc_id=Twitter
(41) Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
(41) Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
(1a) Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).
(1a) https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/3978
(50) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
(50) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
(51) Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).
(51) Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).
(52) Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).
(52) Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1).
(53) Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).
(53) Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).
(53a) Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35).
(55) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(55) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(57) Verpakking — Specifieke eisen voor fabricage en samenstelling — Preventie door reductie aan de bron.
(57) Verpakking — Specifieke eisen voor fabricage en samenstelling — Preventie door reductie aan de bron.
(57a) Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (PB L 3 van 5.1.2002, blz. 1).
(58) https://www.pro-e.org/the-green-dot-trademark
(66) Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een interne markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).
(66) Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een interne markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).
(1a) Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1).
(73) Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).
(73) Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).
(1a) Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).
(1a) Mededeling van 30 november 2022 over een EU-beleidskader inzake biogebaseerde, biologisch afbreekbare en composteerbare kunststoffen (COM(2022)0682).
(1a) Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).
(1a) Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/ EEG van de Raad (PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26).
(1a) Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4250/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)