European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/3542

31.5.2024

Conclusies van de Raad over het versterken van de culturele en creatieve sector door middel van datagestuurde publieksontwikkeling

(C/2024/3542)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

ERKENNENDE HETGEEN VOLGT:

1.

De digitale transformatie is een steeds belangrijker thema geworden in het Europees beleid, wat tot uiting komt in initiatieven zoals het programma Creatief Europa, het beleidsprogramma voor het digitale decennium, de strategie voor het industriebeleid van de EU, de Europese vaardighedenagenda, de Europese Onderwijsruimte en de Europese datastrategie, en heeft geleid tot de totstandbrenging van gemeenschappelijke Europese dataruimten, waaronder een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed (1) en de Europese collaboratieve cloud voor cultureel erfgoed in het kader van het programma Horizon Europa (2).

2.

In het EU-werkplan voor cultuur 2023-2026 (3) wordt de intrinsieke waarde van cultuur, met inbegrip van cultureel erfgoed, benadrukt. In dit verband wijst het werkplan erop dat de digitale transformatie in de culturele en creatieve sector (CCS) moet worden bevorderd, dat cultuurparticipatie prioriteit heeft, en het bevat een specifieke maatregel om diverse Europese culturele inhoud in de digitale omgeving vindbaar te maken.

3.

Publieksontwikkeling biedt de mogelijkheid om betekenisvolle en interactieve relaties met uiteenlopende publieksgroepen op te bouwen, de gebruikerservaring te verbeteren en de culturele diversiteit en ontwikkeling, sociale cohesie en democratie te bevorderen (4). Een van de beoogde doelstellingen van het programma Creatief Europa (2021-2027) (5) is het aanspreken van een breed en divers publiek. De culturele en creatieve sectoren onderzoeken innovatieve instrumenten en richtsnoeren voor het verzamelen en beheren van publieksdata teneinde betere en meer gebruikersgerichte diensten te ontwikkelen. Hierdoor kunnen er mogelijk ook stappen worden gezet richting empirisch onderbouwde beleidsvorming (6). Verdere gezamenlijke inspanningen zijn evenwel wenselijk.

4.

Nieuwe technologieën bieden veel kansen om inclusie te bevorderen en het bereik onder bestaande en potentiële publieksgroepen te vergroten. Culturele organisaties bevinden zich echter op verschillende niveaus van digitale ontwikkeling en maken op verschillende manieren gebruik van de diensten van technologieaanbieders.

5.

Na de COVID-19-pandemie, die de digitale transformatie in de samenleving heeft versneld, wordt aan de rol van data bij het begrijpen, vasthouden en terugwinnen van publiek door veel culturele actoren steeds meer prioriteit toegekend (7).

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

6.

De digitalisering in de culturele en creatieve sector genereert steeds meer data die kunnen worden gebruikt voor publieksontwikkeling. Het benutten van publieksdata biedt de culturele en creatieve sector de gelegenheid om beter inzicht te krijgen in de behoeften en gedragingen van publieksgroepen, betekenisvolle relaties met ze op te bouwen, innovatieve culturele inhoud en diensten op maat te ontwikkelen en gerichte campagnes op te zetten om zo een breder publiek te bereiken en de cultuurparticipatie, met name fysiek, te maximaliseren. Hierdoor wordt de culturele diversiteit in Europa bevorderd en kunnen culturele plaatsen worden versterkt in hun functie van ontmoetingsruimten voor informele, vrije sociale interactie, die van wezenlijk belang zijn voor de democratie, in de sociologie “third places” (“derde plaatsen”) genoemd.

7.

Datagestuurde publieksontwikkeling biedt de culturele en creatieve sector mogelijkheden om nieuwe bedrijfsmodellen te verkennen en extra inkomsten te genereren door middel van innovatie en samenwerking.

8.

De culturele en creatieve sector is zeer divers en omvat organisaties, sectoren en industrieën die actief zijn op verschillende beleids- en organisatieniveaus, zowel publiek als particulier, waarbij sprake is van verschillende cultuuruitingen, artistieke disciplines, stadia van digitale innovatie en verschillende digitale infrastructuur; daarom moet er een gedifferentieerde aanpak worden gehanteerd bij de benadering van datagestuurde publieksontwikkeling.

9.

Om vooruitgang te boeken met de digitale transformatie en de ontwikkeling van technische, digitale en creatieve vaardigheden zijn leiderschap en ondernemerschap nodig zodat datagestuurde oplossingen en geavanceerde technologieën zoals artificiële intelligentie ten volle kunnen worden benut. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de digitale vaardigheden van het publiek. Er moet derhalve worden nagedacht over een brede aanpak en passende ondersteuning voor culturele organisaties met beperkte capaciteit, deskundigheid en middelen om de kansen en uitdagingen van de digitale transformatie op te pakken (8).

10.

Sommige organisaties in de culturele en creatieve sector zijn afhankelijk van technologiebedrijven, sociale media, platforms of tussenpersonen om hun publiek uit te bouwen. Deze spelers op de technologiemarkt delen mogelijk niet altijd publieksdata die specifiek betrekking hebben op de activiteiten, de inhoud of het werk van die organisaties in de culturele en creatieve sector. Dit kan een invloed hebben op de mogelijkheden van de culturele en creatieve sector om het potentieel van de digitalisering ten volle te benutten, evenals op hun concurrentievermogen.

11.

Verschillende lidstaten hebben financiering voor de ontwikkeling van digitaliseringsprogramma’s en -strategieën voor de culturele en creatieve sector opgenomen in hun nationale herstel- en veerkrachtplannen in verband met COVID-19 (sommige met een nadruk op participatie). Een gedeelde ambitie om samenwerking op grotere schaal te bewerkstelligen, kan de vooruitgang echter stimuleren.

12.

Het gebruik van data voor publieksontwikkeling en -participatie biedt tal van mogelijkheden, maar vereist ook dat de culturele en creatieve sector anticipeert op de risico’s en gevolgen van een dergelijk gebruik en de werkmethoden dienovereenkomstig aanpast. Dit houdt onder meer in dat rekening moet worden gehouden met juridische overwegingen (waaronder intellectuele-eigendomsrechten, auteursrechten, privacyrechten en rechten inzake de bescherming van persoonsgegevens) en met ethische, duurzaamheids- en ecologische overwegingen, en dat het effect van artificiële intelligentie en andere geavanceerde digitale technologieën zorgvuldig moet worden beoordeeld.

VERZOEKT DE LIDSTATEN OM:

13.

na te denken over de ontwikkeling van beleidskaders en het scheppen van voorwaarden die een datagestuurde aanpak in de culturele en creatieve sector bevorderen en aanmoedigen, onder meer door ondersteuning op nationaal en regionaal niveau voor het verzamelen, beschermen, beheren en gebruiken van publieksdata;

14.

aanmoediging en steun te verlenen aan organisaties in de culturele en creatieve sector bij de ontwikkeling van een strategie voor datagestuurde oplossingen als onderdeel van hun beleid voor publieksontwikkeling; aanmoediging en steun te verlenen aan organisaties in de culturele en creatieve sector om publieksdata op een slimmere en ethische wijze te delen en te gebruiken. Het doel is ervoor te zorgen dat de sectoren vertrouwder raken met nieuwe publieksgroepen, in staat zijn nieuwe doelgroepen te identificeren en aan te trekken en Europese inhoud makkelijker vindbaar maken, alsook dat publieksgroepen in staat zijn geschikte en diverse culturele en creatieve diensten te vinden;

15.

organisaties in de culturele en creatieve sector aan te moedigen en te helpen om deel te nemen aan toepasselijke door de EU gefinancierde programma’s die gericht zijn op het ondersteunen van datagestuurde samenwerking en innovatieve oplossingen in de culturele en creatieve sector;

16.

de digitale vaardigheden van organisaties en professionals in de culturele en creatieve sector te bevorderen en de ontwikkeling van interoperabele instrumenten, capaciteitsopbouwactiviteiten en programma’s ter ondersteuning van digitale processen in organisaties te faciliteren, om hen aldus in staat te stellen op doeltreffende wijze door het zich ontwikkelende digitale landschap te navigeren.

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, BINNEN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL, OM:

17.

onderzoek aan te moedigen en steun te verlenen aan sector- en grensoverschrijdende samenwerking (bijvoorbeeld met andere bestuursniveaus, de academische wereld en commerciële spelers) inzake het testen en toepassen van standaarden voor toegankelijke, basale en duurzame digitale infrastructuur die veilige, betrouwbare en interoperabele data-uitwisseling mogelijk maakt, met inachtneming van de regels van de Unie inzake intellectueel eigendom, auteursrecht en de bescherming van data en privacy, en voortbouwend op bestaande infrastructuur;

18.

aan te zetten tot de ontwikkeling en het gebruik van standaarden en kaders om de culturele en creatieve sector te ondersteunen bij het verzamelen en beheren van hun publieksdata, zodat de data toegankelijk, vergelijkbaar, bruikbaar en interoperabel worden en aldus kunnen worden gebruikt voor nieuwe (meer gebruikersgerichte) diensten;

19.

de culturele en creatieve sector aan te moedigen om, waar mogelijk, de beginselen van open data (9) en de FAIR-principes (10) toe te passen om het delen en verspreiden van data te schragen, zoals specifiek vastgelegd in de richtlijn inzake open data en overheidsinformatie, en de “MyData”-beginselen toe te passen om het recht van personen op toegang tot de over hen verzamelde data te waarborgen (11), terwijl deze data tegelijkertijd doeltreffend beschermd worden als troef voor het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sector;

20.

de ontwikkeling van datageletterdheid te stimuleren, evenals programma’s voor capaciteitsopbouw binnen de culturele en creatieve sector op het gebied van dataverzameling, -analyse, -bescherming, -beheer en -governance, ter ontwikkeling van een strategie voor datagebruik bij publieksontwikkeling en publieksbeheer, en ter vergroting van de bekendheid van en kennis over de Europese Verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium en de manier waarop deze kan worden toegepast bij datagestuurde publieksontwikkeling, waarbij wordt gezorgd voor transparantie voor het publiek van wie gevoelige data worden verwerkt;

21.

onderzoek aan te moedigen en te stimuleren om het potentieel van digitale hulpmiddelen voor publieksontwikkeling te benutten, waarbij opkomende trends en de toekomstbestendige vaardigheden die de culturele en creatieve sector nodig heeft, in kaart worden gebracht, alsmede de manier waarop deze vaardigheden kunnen worden ontwikkeld in onderwijs- en beroepsopleidingsprogramma’s die leiden tot banen in de culturele en creatieve sector. Op Europees niveau kunnen de Europese Onderwijsruimte, de Europese vaardighedenagenda, het pact voor vaardigheden (12), de Europese blauwdrukallianties in het kader van Erasmus+ en het platform voor digitale vaardigheden en banen hieraan bijdragen (13);

22.

aan te moedigen dat er overleg, uitwisseling van kennis en goede praktijken plaatsvinden, evenals samenwerking tussen de lidstaten en relevante partners op Europees niveau, over de ontwikkeling en/of implementatie van digitale ecosystemen, strategieën en gedeelde digitale instrumenten voor het verzamelen van data over publieksparticipatie en -ontwikkeling, rekening houdend met kleinere culturele organisaties met beperkte middelen en verschillen in de beschikbaarheid van technologische infrastructuur tussen de lidstaten;

23.

een inventarisatie te maken van goede praktijken in de culturele en creatieve sector voor het verzamelen, beveiligen en beheren van data en de analyse van publieksparticipatie en -ontwikkeling.

VERZOEKT DE COMMISSIE, BINNEN HAAR BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN, OM:

24.

de toegang van de culturele en creatieve sector tot andere voor digitale transformatie en innovatie relevante Europese programma’s dan het programma Creatief Europa, waar passend te bevorderen met beschikbare financiële steun, bijvoorbeeld het programma Digitaal Europa, Horizon Europa en het programma voor de interne markt, onder meer door duidelijke richtsnoeren en informatie te verstrekken;

25.

na te gaan hoe initiatieven voor datatransparantie verder kunnen worden aangemoedigd ten gunste van de culturele en creatieve sector, zodat de sector meer inzicht krijgt in de impact van zijn werk en activiteiten en kan voortbouwen op belangrijke inzichten tijdens het creatieve proces;

26.

in het kader van Europese initiatieven na te gaan hoe hulpvragen rond de digitale transformatie en de veranderende behoeften van de culturele en creatieve sector verder kunnen worden ondervangen, door datagestuurde oplossingen in te zetten en door innovatieve digitale projecten te bevorderen.

(1)  Aanbeveling van de Commissie betreffende een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed (PB L 401 van 12.11.2021, blz. 5).

(2)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(3)  Resolutie van de Raad over het EU-werkplan voor cultuur 2023-2026 (PB C 466 van 7.12.2022, blz. 1).

(4)  Rapport “Culture and Democracy: the evidence. How citizens’ participation in cultural activities enhances civic engagement, democracy and social cohesion: lessons from international research” (2023) van de Europese Commissie, en het Handvest van Porto Santo (2021).

(5)  Verordening (EU) 2021/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1295/2013 (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 34).

(6)  Conclusies van de Raad over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg, met de nadruk op publieksontwikkeling (PB C 425 van 12.12.2017, blz. 4).

(7)  Rapport “(Re)-Engaging digital audiences in the cultural sectors: improving audience data” van Voices of Culture.

(8)  Rapport van de Groep open coördinatiemethode over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg.

(9)  Met “open data” worden data bedoeld die openbaar toegankelijk, exploiteerbaar, bewerkbaar en deelbaar zijn. Toegang tot het gebruik van open data wordt verleend middels een open licentie, die makers toestemming geeft het werk van andere makers naar believen te hergebruiken. Zonder speciale licentie is hergebruik normaliter verboden op grond van het auteursrecht, een octrooi of een commerciële licentie.

(10)  De FAIR-principes behelzen internationale richtlijnen voor gegevensbeheer die tot doel hebben om het hergebruik van gegevens te optimaliseren. Dit wordt bereikt door data vindbaar (“Findable”), toegankelijk (“Accessible”), uitwisselbaar (“Interopable”) en herbruikbaar (“Reusable”) te maken. Belangrijk voor FAIR-gegevens zijn gedetailleerde metagegevens en documentatie, met gebruik van open of standaardbestandsformaten en licenties voor hergebruik.

(11)   “MyData” verwijst naar een mensgerichte benadering van het beheer van persoonsgegevens, waarbij de databehoefte van de sector wordt gecombineerd met digitale mensenrechten. Het doel is om mensen meer controle over hun persoonsgegevens te geven door ze in staat te stellen om zelf te bepalen onder welke omstandigheden deze gegevens worden gebruikt.

(12)  Grootschalig partnerschap voor vaardigheden voor de culturele en creatieve sector. Zie het manifest van het creatief pact voor vaardigheden (“Creative Pact for Skills Manifesto”) op https://ecbnintra.notion.site/Creative-Pact-for-Skills-C-P4S-Manifesto-7ab34b220bf54dfc98fb7bac8ad93627.

(13)  Zie bijvoorbeeld het rapport “(Re)-engaging digital audiences in the cultural sectors: improving audience data” van Voices of Culture uit 2022 en het creatief pact voor vaardigheden.


BIJLAGE

Referenties

Aanbeveling van de Commissie betreffende een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed (PB L 401 van 12.11.2021, blz. 5).

Conclusies van de Conferentie “European Audiences: 2020 and beyond” (2012).

Conclusies van de Raad over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg, met de nadruk op publieksontwikkeling (PB C 425 van 12.12.2017, blz. 4).

Resolutie van de Raad over het EU-werkplan voor cultuur 2023-2026 (PB C 466 van 7.12.2022, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (de richtlijn open data of PSI-richtlijn). (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

Rapport “Culture and Democracy: the evidence. How citizens’ participation in cultural activities enhances civic engagement, democracy and social cohesion: lessons from international research” (2023) van de Europese Commissie.

Europese industriestrategie: https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age/european-industrial-strategy_nl.

Werkdocument van de diensten van de Commissie “Annual Single Market Report 2021” (Jaarverslag eengemaakte markt 2021), waarin het ecosysteem van de culturele en creatieve sector wordt beschreven, blz. 98-104 (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/en/TXT/?uri=CELEX%3A52021SC0351).

“European Pact for Skills” (Europees pact voor vaardigheden): https://pact-for-skills.ec.europa.eu/index_en.

Platform voor innovatiebeleid voor de culturele en creatieve sector: https://ekipengine.eu/policy-areas/.

Rapport van de Groep open coördinatiemethode (OCM) over het bevorderen van de toegang tot cultuur langs digitale weg (2017).

“CORDIS results pack on digital cultural heritage” (CORDIS-resultatenpakket over digitaal cultureel erfgoed), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2020, https://data.europa.eu/doi/10.2830/941375.

Handvest van Porto Santo (2021), https://portosantocharter.eu/the-charter.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

“The Cultural Heritage Cloud” (de cloud voor cultureel erfgoed): https://research-and-innovation.ec.europa.eu/research-area/social-sciences-and-humanities/cultural-heritage-and-cultural-and-creative-industries-ccis/cultural-heritage-cloud_en.

“Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk”, prioriteit van de Europese Commissie, https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age_nl.

Rapport “(Re)-engaging digital audiences in the cultural sectors: improving audience data” (Publiek vasthouden en terugwinnen in de culturele sector: de verbetering van publieksgegevens) van Voices of Culture (2022).

Vuylsteke, Devoldere, et al. (2023), Digital transformation of the cultural and creative sectors in preparation for the 2024 Belgian EU presidency.

Definities

In deze conclusies van de Raad gelden de volgende definities:

onder “publieksdata” wordt verstaan informatie die door culturele organisaties wordt verzameld en verwerkt over personen of een groep personen die (beoogde) gebruikers van culturele producten, activiteiten, locaties, diensten of inhoud zijn. Publieksdata kunnen demografische informatie, data over bezoekersopkomst en -gedrag, interacties met en participatie door het publiek, lidmaatschapsdata, enquête- en feedbackreacties of informatie over culturele voorkeuren omvatten;

onder “publieksontwikkeling” wordt verstaan de inspanningen en activiteiten van culturele organisaties om hun publiek te ontwikkelen, te diversifiëren en uit te breiden met een grotere betrokkenheid, participatie en verbondenheid als doel. Publieksontwikkeling kan op verschillende manieren worden begrepen, afhankelijk van de doelstellingen en doelgroepen: het publiek vergroten (waarbij mensen met hetzelfde sociaal-demografische profiel als het bestaande publiek worden aangetrokken), de relatie met het publiek verdiepen (waarbij de beleving van het bestaande publiek wordt versterkt) of het publiek diversifiëren (waarbij mensen met een ander sociaal-demografisch profiel dan het bestaande publiek worden aangetrokken). Dit proces vereist inzicht in de behoeften, voorkeuren en belangen van het huidige en potentiële publiek en het ontplooien van activiteiten om het bereik te vergroten, teneinde een breder en diverser publiek aan te trekken;

onder “digitale infrastructuur” wordt verstaan communicatiediensten en -platforms, diensten voor gegevensopslag en de onderliggende softwarefunctionaliteit, protocollen en normen. Digitale infrastructuur verwijst niet noodzakelijkerwijs naar de materiële en technische infrastructuur (zoals kabels, draadloze netwerken, datacentra en internetknooppunten), maar vooral naar de diensten en platforms die de verbinding en uitwisseling tussen culturele organisaties mogelijk maken;

onder “interoperabiliteit” wordt verstaan het vermogen van informatiesystemen en software om onderling data uit te wisselen en gebruik te maken van gedeelde informatie, hetgeen voor culturele organisaties een randvoorwaarde is om naadloos publieksdata te kunnen uitwisselen en gebruiken. Hiervoor moeten verschillende softwaresystemen samen kunnen werken zodat ze de onderling gedeelde data kunnen begrijpen, interpreteren en gebruiken. In een interoperabele dataomgeving kunnen verschillende systemen doeltreffend samenwerken en communiceren, waarbij data kan worden overgedragen, geraadpleegd en gebruikt op verschillende platforms en met verschillende technologieën, zonder dat er grote problemen met compatibiliteit optredenk;

onder “third places” (derde plaatsen) worden ontmoetingsruimtes verstaan voor informele, vrije sociale interactie, die van wezenlijk belang zijn voor een democratie. Wat de culturele en creatieve sector betreft, kunnen onder andere musea, buurthuizen, openbare bibliotheken, boekenwinkels, theaters en operagebouwen tot de “derde plaatsen” worden gerekend.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3542/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)