Publicatieblad |
NL C-serie |
C/2024/2913 |
6.5.2024 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgerichts Berlin (Duitsland) op 14 november 2023 – Staatsanwaltschaft Berlin / M.R.
(Zaak C-675/23, Staatsanwaltschaft Berlin II)
(C/2024/2913)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Berlin
Partijen in het hoofdgeding
Strafvervolgingsautoriteit: Staatsanwaltschaft Berlin
Verdachte: M.R.
Prejudiciële vragen
1. Uitlegging van artikel 6, lid 1, onder b), van richtlijn 2014/41 (1) (hierna: EOB-richtlijn)
Staat artikel 6, lid 1, onder b), van de EOB-richtlijn in de weg aan een Europees onderzoeksbevel (hierna: „EOB”) ter fine van overdracht van reeds in de uitvoerende staat (Frankrijk) aanwezige telecommunicatiegegevens, wanneer een vergelijkbare binnenlandse interceptiemaatregel naar het recht van de uitvaardigende lidstaat (Duitsland) ongeoorloofd zou zijn geweest en de daaruit verkregen gegevens om die reden ook niet voor strafvervolging in een andere procedure zouden mogen worden gebruikt?
2. Uitlegging van artikel 6, lid 1, onder a), van de EOB-richtlijn
a) |
Staat artikel 6, lid 1, onder a), van de EOB-richtlijn in de weg aan een EOB ter fine van overdracht van reeds in de uitvoerende staat (Frankrijk) aanwezige gegevens die afkomstig zijn uit een interceptie van telecommunicatie – met name verkeers- en locatiegegevens en opnames van de inhoud van de communicatie –, wanneer
|
b) |
Staat artikel 6, lid 1, onder a), van de EOB-richtlijn aan een dergelijk EOB in de weg, wanneer de integriteit van de door de interceptiemaatregel verkregen gegevens vanwege omvattende geheimhouding door de overheidsinstanties in de uitvoerende staat niet kan worden geverifieerd? |
3. Rechtsgevolgen van bewijsverkrijging in strijd met het Unierecht
Vloeit uit het Unierecht, en in het bijzonder het doeltreffendheidsbeginsel, voort dat schendingen van het Unierecht bij de bewijsverkrijging in een nationale strafprocedure ook in geval van ernstige strafbare feiten niet geheel zonder gevolg mogen blijven en bijgevolg als obstakel voor het gebruik van het bewijs dan wel bij de beoordeling van het bewijs of bij de straftoemeting ten gunste van de verdachte in aanmerking moeten worden genomen?
(1) Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (PB 2014, L 130, blz. 1).
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2913/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)