European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie C


C/2023/662

13.11.2023

Beroep ingesteld op 21 augustus 2023 — Lucaccioni/Commissie

(Zaak T-516/23)

(C/2023/662)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Arnaldo Lucaccioni (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: A. Silvestri, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van het TABG van de Commissie van 7 september 2022, tot afwijzing van klacht R/553/22 die verzoeker heeft ingediend, nietig te verklaren;

de mogelijkheid van een minnelijke schikking van het geschil te onderzoeken,

de Europese Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twaalf middelen aan.

1.

Het TABG (tot aanstelling bevoegde gezag) heeft een onregelmatigheid begaan door de medische commissie op 14 februari 2020 bijeen te roepen zonder de derde arts aan te wijzen.

2.

Het TABG heeft een onregelmatigheid begaan door ermee in te stemmen dat de tweede en de derde arts het mandaat van de medische commissie systematisch niet hebben toegepast, in het bijzonder de eerste drie punten van het mandaat, alsmede het specifieke antwoord op de punten 103, 105, 107, 108, 110 en 111 van het arrest van Gerecht van 25 oktober 2017, in zaak T-551/16, Lucaccioni/Commissie.

3.

Het TABG heeft een onregelmatigheid begaan omdat het ermee heeft ingestemd om op de notulen van de tweede en de derde vergadering van de medische commissie het handvest van de medische commissie niet toe te passen.

4.

Het TABG heeft een onregelmatigheid begaan door verzoeker ambtshalve en zonder geldige reden uit te sluiten van twee vergaderingen van de medische commissie, terwijl zijn aanwezigheid door het mandaat vereist was.

5.

Het TABG heeft een onregelmatigheid begaan door ermee in te stemmen dat in het eindverslag van de medische commissie drie medische basisverslagen niet als betwist waren aangemerkt, ondanks het feit dat het mandaat dit vereiste.

6.

Het TABG heeft een onregelmatigheid begaan door ermee in te stemmen dat de tweede en de derde arts, die geen specialisatie in psychiatrie hadden en die van buitenaf kwamen, in het eindrapport het medisch-psychiatrisch rapport van een gerenommeerde arts, die door de derde arts zelf was gekozen, hebben betwist, na een moeizaam persoonlijk bezoek.

7.

Een zeer ernstige assimilatie, door de tweede en de derde arts, van de psychologische schade die werd vergoed om tot 1994 geldende redenen, met de psychiatrische schade die werd vergoed om na 1994 geldende redenen, hetgeen reeds door het Gerecht in zaak T-551/16, Lucaccioni/Commissie is bekritiseerd.

8.

De tweede en de derde arts hebben tijdens de vergadering van de medische commissie van 14 februari 2020 louter gestemd, wat niet valt binnen de uitoefening van de medische wetenschap.

9.

Met betrekking tot de rechtvaardiging van de ademhalingsinsufficiëntie van 70 %, die verzoeker nooit heeft aangegeven, maar die vóór 1994 is erkend en door de derde arts zelf juist is geacht, blijkt duidelijk dat dit zich na die datum heeft voorgedaan en niet na 2000, de datum van aangifte door verzoeker.

10.

Dit middel betreft de rechtvaardiging van het percentage van 50 % voor een zware depressie, die door verzoeker nooit is aangegeven en die nooit is toegelaten vóór 1994, en is erkend door de gerenommeerde arts, maar die uitdrukkelijk is betwist door de derde arts omdat de depressie zich heeft voorgedaan na 1994 en vóór 2000, datum van vaststelling van de eerste verslechtering in de zin van artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ongevallen en beroepsziekten, in de versie die vóór 1 januari 2006 gold.

11.

Dit middel betreft de betwisting van de waardevermindering van 10 % voor “functionele slaapstoornis door verandering van de linker laterale decubituspositie”, gecertificeerd door een medisch ziekenhuisverslag en beschouwd als een minimumpercentage onder de “slaapstoornissen” voorzien in het OBSI (Officiële Belgische Schaal, ter bepaling van de graad van Invaliditeit).

12.

Dit middel betreft de tweede verslechtering, die is gemeld op 8 maart 2021.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/662/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)