ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 174

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

66e jaargang
16 mei 2023


Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2023/C 174/01

Advies van de Commissie van 10 mei 2023 met betrekking tot het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de nieuwe onderhoudswerkplaats AMC2 op het industrieterrein Tricastin in Frankrijk

1


 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2023/C 174/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10561 — CINTRA / ABERTIS / ITINERE / BIP & DRIVE) ( 1 )

3

2023/C 174/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.11067 — HG / EFMS / TRUSTQUAY / VIEWPOINT) ( 1 )

4

2023/C 174/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.11089 — AXPO IBERIA / ACSA OBRAS E INFRAESTRUCTURAS / NOGUERA RENOVABLES) ( 1 )

5

2023/C 174/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.11079 — BNP PARIBAS FORTIS / MATEXI / R2O JV) ( 1 )

6


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2023/C 174/06

Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad en van Verordening (EU) 2019/796 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen, van toepassing zijn

7

2023/C 174/07

Kennisgeving aan de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2023/964 van de Raad, en van Verordening (EU) 2019/796 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen

9

 

Europese Commissie

2023/C 174/08

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

11

2023/C 174/09

Wisselkoersen van de euro — 15 mei 2023

12

 

Rekenkamer

2023/C 174/10

Speciaal verslag 12/2023 — EU-toezicht op het kredietrisico van banken — De ECB heeft haar inspanningen opgevoerd, maar er is meer nodig om beter te verzekeren dat het kredietrisico naar behoren wordt beheerd en gedekt

13

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2023/C 174/11

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten ( 1 )

14

2023/C 174/12

Mededeling van de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen ( 1 )

15


 

V   Bekendmakingen

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2023/C 174/13

Bekendmaking van een goedgekeurde standaardwijziging van een productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding in de sector landbouwproducten en levensmiddelen, als bedoeld in artikel 6 ter, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie

16

2023/C 174/14

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

24

2023/C 174/15

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

30


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 2023

met betrekking tot het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de nieuwe onderhoudswerkplaats AMC2 op het industrieterrein Tricastin in Frankrijk

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2023/C 174/01)

De onderstaande evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Euratom-Verdrag, onverminderd eventuele aanvullende beoordelingen op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit het afgeleide recht voortvloeien (1).

Op 6 juli 2022 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Franse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen (2) van de nieuwe onderhoudswerkplaats AMC2.

Op basis van deze gegevens en de aanvullende informatie die op 29 september 2022 door de Commissie is aangevraagd en op 31 januari 2023 door de Franse autoriteiten is verstrekt, brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit.

1.

De afstand tussen de locatie en de dichtstbijzijnde grens met een andere lidstaat, in dit geval Italië, bedraagt 170 km.

2.

Onder normale bedrijfsomstandigheden veroorzaken de geplande lozingen van vloeibare of gasvormige radioactieve effluenten voor de inwoners van andere lidstaten waarschijnlijk geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde dosislimieten (3).

3.

Vast radioactief afval zal worden overgebracht naar een vergunninghoudende behandelingsfaciliteit (TRIDENT behandelingsfaciliteit op het industrieterrein van Tricastin) of naar bergingsfaciliteiten in Frankrijk.

4.

In het geval van niet-geplande lozingen van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren die lozingen naar verwachting niet in een voor de volksgezondheid aanzienlijk niveau van radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat, overeenkomstig de basisnormenrichtlijn.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm dan ook, afkomstig van de verplaatsing van verpakt radioactief afval naar de nieuwe onderhoudswerkplaats AMC2 op het industrieterrein Tricastin in Frankrijk, zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, waarschijnlijk geen radioactieve besmetting tot gevolg heeft die voor de volksgezondheid, het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat significant is, overeenkomstig de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde bepalingen.

Gedaan te Brussel, 10 mei 2023.

Voor de Commissie

Kadri SIMSON

Lid van de Commissie


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten bijvoorbeeld de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU, alsmede op Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.

(2)  De lozing van radioactieve afvalstoffen in de zin van punt 1 van Aanbeveling 2010/635/Euratom van de Commissie van 11 oktober 2010 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag (PB L 279 van 23.10.2010, blz. 36).

(3)  Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1).


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10561 — CINTRA / ABERTIS / ITINERE / BIP & DRIVE)

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/02)

Op 14 februari 2023 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32023M10561. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/4


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.11067 — HG / EFMS / TRUSTQUAY / VIEWPOINT)

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/03)

Op 5 mei 2023 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32023M11067. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/5


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.11089 — AXPO IBERIA / ACSA OBRAS E INFRAESTRUCTURAS / NOGUERA RENOVABLES)

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/04)

Op 8 mei 2023 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32023M11089. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/6


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.11079 — BNP PARIBAS FORTIS / MATEXI / R2O JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/05)

Op 10 mei 2023 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32023M11079 . EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/7


Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad en van Verordening (EU) 2019/796 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen, van toepassing zijn

(2023/C 174/06)

De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).

De rechtsgronden voor deze verwerking zijn Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad (2), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2023/964 van de Raad (3), en Verordening (EU) 2019/796 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen.

De verwerkingsverantwoordelijke is de Raad van de Europese Unie, die wordt vertegenwoordigd door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Buitenlandse Zaken (Relex) van het secretariaat-generaal van de Raad, en de dienst die met de verwerking is belast, is RELEX.1, die bereikbaar is op het volgende adres:

Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie

RELEX.1

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

De functionaris voor gegevensbescherming van de Raad is bereikbaar op het volgende adres:

Functionaris voor gegevensbescherming data.protection@consilium.europa.eu

Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn overeenkomstig Besluit (GBVB) 2019/797, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2023/964, en Verordening (EU) 2019/796.

De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgelegd in Besluit (GBVB) 2019/797 en Verordening (EU) 2019/796.

De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokkene, de motivering en eventuele andere gegevens die verband houden met de redenen voor opname op de lijst.

De rechtsgronden voor de verwerking van persoonsgegevens zijn de op grond van artikel 29 VEU vastgestelde besluiten van de Raad en de op grond van artikel 215 VWEU vastgestelde verordeningen van de Raad waarbij natuurlijke personen (betrokkenen) worden aangewezen, tegoeden worden bevroren en reisbeperkingen worden opgelegd.

De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak in het algemeen belang overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt a), en om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die zijn vastgelegd in bovengenoemde rechtshandelingen en die op de verwerkingsverantwoordelijke rusten overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1725.

De verwerking is noodzakelijk om redenen van zwaarwegend algemeen belang overeenkomstig artikel 10, lid 2, punt g), van Verordening (EU) 2018/1725.

De Raad kan van de lidstaten en/of de Europese Dienst voor extern optreden persoonsgegevens van betrokkenen verkrijgen. De ontvangers van de persoonsgegevens zijn de lidstaten, de Europese Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden.

Alle persoonsgegevens die door de Raad in het kader van autonome beperkende maatregelen van de EU worden verwerkt, worden bewaard gedurende vijf jaar na het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de bevriezing van tegoeden van toepassing is of de geldigheid van de maatregel is verstreken of, indien een gerechtelijke procedure wordt ingesteld bij het Hof van Justitie, totdat een definitieve uitspraak is gedaan. Persoonsgegevens in door de Raad geregistreerde documenten worden door de Raad bewaard met het oog op archivering in het algemeen belang in de zin van artikel 4, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2018/1725.

Bij het omzetten van VN-aanwijzingen of bij internationale samenwerking met betrekking tot het EU-beleid inzake beperkende maatregelen moet de Raad mogelijk persoonsgegevens over een betrokkene uitwisselen met een derde land of internationale organisatie.

Bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit of van passende waarborgen geschiedt de doorgifte van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie op basis van de volgende voorwaarde(en), overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) 2018/1725:

de doorgifte is noodzakelijk wegens gewichtige redenen van algemeen belang;

de doorgifte is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.

Bij de verwerking van de persoonsgegevens van de betrokkene wordt geen geautomatiseerde besluitvorming gebruikt.

Betrokkenen hebben het recht op informatie over en inzage in hun persoonsgegevens. Zij hebben ook het recht op rectificatie en aanvulling van hun gegevens. Onder bepaalde omstandigheden hebben zij het recht hun persoonsgegevens te laten wissen, het recht bezwaar te maken tegen de verwerking van hun persoonsgegevens, of het recht te verzoeken om een beperkte verwerking.

Betrokkenen kunnen deze rechten doen gelden door de verwerkingsverantwoordelijke een e-mail te sturen met een kopie naar de functionaris voor gegevensbescherming. Beiden staan hierboven vermeld.

De betrokkenen moeten ter staving van hun identiteit bij hun verzoek een kopie van een identificatiedocument voegen (identiteitskaart of paspoort). Op dit identiteitsbewijs moeten een identificatienummer, het land van uitgifte, de geldigheidsduur, de naam, het adres en de geboortedatum vermeld zijn. Andere gegevens op de kopie van het identiteitsbewijs, zoals een foto of andere persoonlijke kenmerken, kunnen zwart worden gemaakt.

Betrokkenen hebben het recht een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).

Aanbevolen wordt dat betrokkenen, alvorens een klacht in te dienen, eerst trachten verhaal te zoeken bij de verwerkingsverantwoordelijke en/of de functionaris voor gegevensbescherming van de Raad.


(1)  PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.

(2)  PB L 129 I van 17.5.2019, blz. 13.

(3)  PB L 129 van 16.5.2023, blz. 16.

(4)  PB L 129 I van 17.5.2019, blz. 1.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/9


Kennisgeving aan de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2023/964 van de Raad, en van Verordening (EU) 2019/796 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen

(2023/C 174/07)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen, entiteiten en lichamen die worden genoemd in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2019/797 van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2023/964 van de Raad (2), en in bijlage I bij Verordening (EU) 2019/796 van de Raad (3), betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen.

De Raad van de Europese Unie heeft, na evaluatie van de lijst van personen, entiteiten en lichamen die in bovengenoemde bijlagen worden aangewezen, vastgesteld dat de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2019/797 en Verordening (EU) 2019/796 van toepassing moeten blijven op die personen, entiteiten en lichamen.

De betrokken personen, entiteiten en lichamen worden erop geattendeerd dat zij bij de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (of lidstaten), vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) 2019/796 betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen, een machtiging tot het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen kunnen aanvragen.

De betrokken personen, entiteiten en lichamen kunnen vóór 15 januari 2024, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek tot de Raad richten om het besluit om hen op bovengenoemde lijsten te plaatsen, te heroverwegen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

RELEX.1

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Met ontvangen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de periodieke evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 10 van Besluit (GBVB) 2019/797 betreffende beperkende maatregelen tegen cyberaanvallen die de Unie of haar lidstaten bedreigen.

Tevens worden de betrokken personen, entiteiten en lichamen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 129 I van 17.5.2019, blz. 13.

(2)  PB L 129 van 16.5.2023, blz. 16.

(3)  PB L 129 I van 17.5.2019, blz. 1.


Europese Commissie

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/11


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2023/C 174/08)

Image 1

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Spanje wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Land van uitgifte: Spanje

Onderwerp van de herdenkingsmunt: Het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de EU

Beschrijving van het ontwerp: Het ontwerp bestaat uit twee beelden. Het eerste is het logo van het Spaanse voorzitterschap van de Raad van de EU. Rond het logo staat “ESPANA 2023 – PRESIDENCIA ESPANOLA” en “CONSEJO DE LA UNION EUROPEA” (Spanje 2023 – Spaans voorzitterschap en Raad van de Europese Unie). Het tweede beeld, onderaan op de munt, is een “M” met een kroon erop, het muntteken van de Fabrica Nacional de Moneda y Timbre Real Casa de la Moneda.

Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage:1 500 000

Datum van uitgifte:1 juni 2023


(1)  Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/12


Wisselkoersen van de euro (1)

15 mei 2023

(2023/C 174/09)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0876

JPY

Japanse yen

148,15

DKK

Deense kroon

7,4471

GBP

Pond sterling

0,86943

SEK

Zweedse kroon

11,2905

CHF

Zwitserse frank

0,9747

ISK

IJslandse kroon

150,90

NOK

Noorse kroon

11,5830

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

23,574

HUF

Hongaarse forint

369,30

PLN

Poolse zloty

4,5078

RON

Roemeense leu

4,9375

TRY

Turkse lira

21,3896

AUD

Australische dollar

1,6261

CAD

Canadese dollar

1,4684

HKD

Hongkongse dollar

8,5250

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7494

SGD

Singaporese dollar

1,4548

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 453,79

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

20,7496

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5621

IDR

Indonesische roepia

16 089,55

MYR

Maleisische ringgit

4,8915

PHP

Filipijnse peso

60,984

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

36,772

BRL

Braziliaanse real

5,3431

MXN

Mexicaanse peso

19,0872

INR

Indiase roepie

89,4990


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Rekenkamer

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/13


Speciaal verslag 12/2023

“EU-toezicht op het kredietrisico van banken — De ECB heeft haar inspanningen opgevoerd, maar er is meer nodig om beter te verzekeren dat het kredietrisico naar behoren wordt beheerd en gedekt”

(2023/C 174/10)

De Europese Rekenkamer heeft haar speciaal verslag 12/2023 gepubliceerd, getiteld “EU-toezicht op het kredietrisico van banken — De ECB heeft haar inspanningen opgevoerd, maar er is meer nodig om beter te verzekeren dat het kredietrisico naar behoren wordt beheerd en gedekt”.

Het verslag kan rechtstreeks worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: https://www.eca.europa.eu/nl/publications/sr-2023-12


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/14


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap

Openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/11)

Lidstaat

Griekenland

Betrokken route

Ioannina – Heraklion

Datum waarop de openbaredienstverplichtingen van kracht worden

1 oktober 2023

Adres waar de tekst en alle relevante informatie en/of documentatie met betrekking tot de openbaredienstverplichting kosteloos kunnen worden verkregen

Hellenic Civil Aviation Authority

General Directorate for Economic Oversight &

Administrative Support

Athens International Airport, Building 45,

P.O. 190 19, Spata, GREECE

Tel. +30 2103541313, 3541327, 3541349

E-mails: info@hcaa.gov.gr, gd.ecfin@hcaa.gov.gr , a4.a@hcaa.gov.gr , pso@hcaa.gov.gr

Website: https://hcaa.gov.gr/


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/15


Mededeling van de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap

Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 174/12)

Lidstaat

Griekenland

Betrokken route

Ioannina – Heraklion

Looptijd van het contract

1 oktober 2023 – 30 september 2027

Uiterste datum voor de indiening van de offertes

61 dagen na publicatie van de kennisgeving van de openbaredienstverplichting

Adres waar de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie met betrekking tot de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichting kosteloos kan worden verkregen

Hellenic Civil Aviation Authority

General Directorate for Economic Oversight & Administrative Support

Athens International Airport, Building 45,

P.O. 190 19, Spata, GREECE

Tel. +30 2103541313, 3541333

E-mails: info@hcaa.gov.gr , gd.ecfin@hcaa.gov.gr , m.savvidou@hcaa.gov.gr , a5.c@hcaa.gov.gr, pso@hcaa.gov.gr

Website: https://hcaa.gov.gr/

Alle correspondentie, verzoeken om inlichtingen, documentatie en inschrijvingen in verband met deze aanbesteding moeten worden ingediend via de portaalsite voor e-aanbestedingen op www.promitheus.gov.gr


V Bekendmakingen

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/16


Bekendmaking van een goedgekeurde standaardwijziging van een productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding in de sector landbouwproducten en levensmiddelen, als bedoeld in artikel 6 ter, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie

(2023/C 174/13)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 6 ter, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).

Mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding uit een lidstaat

(Verordening (EU) nr. 1151/2012)

“Crottin de Chavignol / Chavignol”

EU-nr.: PDO-FR-0117-AM04 - 27.2.2023

BOB (x) BGA ( )

1.   Naam van het product

“Crottin de Chavignol / Chavignol”

2.   Lidstaat waartoe het geografische gebied behoort

Frankrijk

3.   Autoriteit van de lidstaat die de standaardwijziging meedeelt

Ministerie van Landbouw en Voedselsoevereiniteit

4.   Beschrijving van de goedgekeurde wijziging(en)

1.    Beschrijving van het product

In het productdossier wordt toegevoegd dat het maximale drogestofgehalte van de kaas is verhoogd van 45 g tot 48 g om rekening te houden met het droge extract van de melk, waarvan is vastgesteld dat dat varieert met de seizoenen, wat van invloed is op het droge extract van de kaas. Deze schommeling houdt rechtstreeks verband met de seizoensgebondenheid van de geitenmelkproductie. Het minimale droge extract van de kaas wordt niet gewijzigd, maar het maximale droge extract wordt verhoogd om rekening te houden met de schommeling in het gehalte aan nuttige droge stof in de geitenmelk, afhankelijk van de periode waarin deze geproduceerd is.

Het enig document wordt in dit opzicht gewijzigd (punt 3.2 over de beschrijving van het product).

Punt 3.2 van het enig document, over de beschrijving van het product, wordt ook gewijzigd door de volgende punten te schrappen, omdat ze over de werkwijze voor het verkrijgen van het product gaan en niet over de beschrijving van het product: “De wrongel wordt vooraf uitgelekt op een doek. De minimale rijpingstijd is tien dagen vanaf de datum waarop de wrongel in de vorm wordt geplaatst.”

De wijziging is van invloed op het enig document.

2.   Bewijs van oorsprong

De rubriek van het productdossier wordt aangevuld met de verplichting om registers bij te houden en documenten te bewaren en de aangifteverplichtingen die nodig zijn voor de identificatie van de marktdeelnemers en het toezicht op de nieuwe productievoorwaarden.

Bij de bepaling over de controle van producten wordt ter verduidelijking vermeld dat de controle wordt uitgevoerd aan het einde van de minimale rijpingsperiode.

Bovendien worden er in het productdossier redactionele aanpassingen gedaan en wordt redundante informatie geschrapt.

De wijziging is niet van invloed op het enig document.

3.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verzorging van de geitenkudde:

Er wordt een productievoorwaarde toegevoegd met betrekking tot het toezicht op de gezondheid van de kudde (verplicht mestonderzoek).

Het minimumgewicht van de geitjes voor de eerste dekking wordt vastgesteld op 32 kg. De voorschriften voor de steekproefsgewijze weging worden nader uitgewerkt.

Wat betreft het onderhoud van het strooiselbed zijn aan de productievoorwaarden verplichtingen toegevoegd om

het stro droog te houden;

de temperatuur van het strooisel te bewaken;

de hoeveelheid stro aan te passen aan de frequentie waarmee het vervangen wordt;

de frequentie waarmee het stro vervangen wordt aan te passen aan de ventilatie- en omgevingsomstandigheden van de stallen;

de jonge bokjes en geitjes niet langer dan zeven dagen na het werpen permanent vrij in de leefruimte van de volwassen dieren te laten.

Met al deze nieuwe bepalingen kunnen de omstandigheden op het gebied van dierenwelzijn worden verbeterd en kunnen de hygiëne van het strooisel en de gezondheid van de kudde beter worden gemonitord en beheerst, wat gunstig is voor de rauwmelkse bereiding van “Crottin de Chavignol” of “Chavignol”. Een goed onderhoud van het strooiselbed in combinatie met kennis en beheersing van de ventilatie- en omgevingsomstandigheden van de gebouwen is van cruciaal belang, omdat de gezondheidstoestand van de kudde en in het verlengde daarvan de ongewenste microbiële flora in de gebruikte melk beter kunnen worden beheerst.

Er wordt ook een bepaling toegevoegd over de menskracht die voor de houderij wordt ingezet. Daarmee wordt beoogd het aantal geiten per volwaardige arbeidskracht (VAK) te beperken. Het aantal geiten per VAK wordt beperkt tot 160, met de mogelijkheid om nog eens 40 geiten toe te voegen per mechanisatiehulpmiddel waarmee menskracht kan worden vrijgemaakt. Deze maatregel versterkt het verband tussen het product en het geografische gebied, vooral op het vlak van de menselijke factoren, door te vereisen dat er voldoende menskracht wordt ingezet voor de verzorging van de kudde. Dit maakt een adequaat toezicht op de dieren mogelijk wat bevorderlijk is voor de kwaliteit van de geproduceerde melk, die door de producenten rauw moet worden verwerkt. Met deze bepaling – die niets afdoet aan het verband tussen het product en het geografische gebied maar dit juist versterkt – kunnen de gevolgen van een gebrek aan toezicht op de dieren voor de gezondheidstoestand van de kudde en bijgevolg voor de kwaliteit van de melk, in verband met onvoldoende menskracht, worden beperkt.

Voeding van de geitenkudde:

De bepaling over de wijze van conservering van voedergewassen wordt geschrapt (toestemming voor het gebruik van natriumchloride en gebufferd propionzuur). Daarmee wordt het mogelijk om tal van doeltreffender en minder agressieve stoffen te gebruiken die volgens de algemene regelgeving zijn toegestaan.

De bepaling waarbij het gebruik wordt toegestaan van de toevoegingsmiddelen die op grond van de algemene regelgeving zijn toegestaan in diervoeders voor geiten, wordt geschrapt. Deze bepaling is overbodig, aangezien zij niet restrictiever is dan de geldende regelgeving.

Er worden drie bepalingen toegevoegd om de toediening van krachtvoer te reguleren:

de hoeveelheid toegediend krachtvoer per voerbeurt wordt beperkt tot 400 g;

de dagelijkse hoeveelheid krachtvoer die gemiddeld aan de geitenkudde wordt toegediend, mag niet meer bedragen dan 1,4 kg per melkgeit;

jaarlijks mag er gemiddeld ten hoogste 450 g krachtvoer per liter geproduceerde melk aan de geitenkudde wordt toegediend.

Met deze drie bepalingen moet worden gewaarborgd dat het rantsoen van melkgeiten steeds uitgebalanceerd is, ter bevordering van de gezondheidskwaliteit van de melk met het oog op een rauwmelkse kaasbereiding. De hoeveelheid en de aard van het aanvullende rantsoen, bestaande uit (stikstof- en/of energierijk) krachtvoer en/of kunstmatig gedroogd voer, blijven ongewijzigd en vertegenwoordigen maximaal 50 % van de droge stof van het dagrantsoen van de geiten.

Er wordt een bepaling toegevoegd om het begrip “gemengd bedrijf” te verduidelijken. Aangezien kuilvoer verboden is in de voeding van de geitenkudde, is deze verduidelijking bedoeld om te voorkomen dat er op bedrijven waar ook andere herkauwers worden gehouden, onbedoeld toch kuilvoer wordt gegeten.

In de bepaling waarin wordt gespecificeerd hoe het baalvoer moet worden toegediend, wordt verduidelijkt dat het niet om de geconsumeerde hoeveelheid gaat maar om de toegediende hoeveelheid. De geconsumeerde hoeveelheden zijn immers onmogelijk te controleren. De toegediende hoeveelheden daarentegen kunnen wel worden gecontroleerd.

Gebruikte melk:

Er zijn twee bepalingen in verband met de melkfase toegevoegd ter verbetering van de gezondheidskwaliteit van de melk:

de verplichting om een filtratiesysteem voor macroscopische deeltjes in het melksysteem op te nemen;

de verplichting om het filter na elke melkbeurt te wassen als het een herbruikbaar filter is.

Bovendien is de bepaling inzake de maximale verwerkingstijd voor de melk gewijzigd om de tijd tussen de laatste melking en de toevoeging van stremsel te verkorten. Aangezien het om rauwe melk gaat, die vatbaar is voor microbieel bederf, wordt met deze verkorting met drie uur beoogd de gezondheidskwaliteit van de melk te verbeteren en de reeds in de melk aanwezige flora te behouden.

Bereiding:

De grootte van de kaasvorm wordt gewijzigd. De onderdiameter van de kaasvorm wordt met 1 cm vergroot (van 5,5 tot 6,5 cm). Deze wijziging is het gevolg van een verandering van type vormen: de losse vormen zijn vervangen door vormblokken. Door blokken met verdelers te gebruiken kan het vormen meer gemechaniseerd worden.

De verduidelijking met betrekking tot de voorschriften voor het zouten aan de buitenkant (met een zoutvat of met de hand) is geschrapt. Ze is onnodig, aangezien het zoutvat niet in het productdossier wordt beschreven.

De toevoeging van de woorden “op een doek” voor de fase van het voorafgaand uitlekken corrigeert een omissie in de tekst van het eerdere productdossier. Deze precisering sluit aan bij de huidige praktijk.

Rijping, conditionering:

De voorschriften voor de rijping van de zogenaamde “repassé”-kazen worden gewijzigd. Met deze wijziging wordt gepreciseerd dat rijping “al dan niet afzonderlijk” kan plaatsvinden (precisering toegevoegd). Deze kazen worden gerijpt in een gesloten atmosfeer die het rijpingsproces verandert door de anaerobe flora te bevorderen. Traditioneel vindt deze rijping plaats in hermetisch gesloten aardewerken potten, waarin meerdere kazen worden opgeslagen. De industrie heeft een rijpingstechniek in afzonderlijke verpakkingen ontwikkeld, die tot hetzelfde resultaat heeft geleid. Doel van de wijziging is deze nieuwe rijpingsmethode uitsluitend toe te staan voor deze “repassé”-kazen.

Daarnaast zijn in het productdossier de volgende redactionele aanpassingen aangebracht:

schrapping van de overgangsbepalingen met vervaldatum;

schrapping van redundante en/of onnodige informatie;

verplaatsing/groepering van alinea’s of zinnen binnen de rubriek ten behoeve van de leesbaarheid en de consistentie in de presentatie van de bepalingen;

diverse redactionele wijzigingen (bv. vervanging van de term “gebied van oorsprongsbenaming” door “geografisch gebied”) en spellingscorrecties.

Het enig document wordt eveneens gewijzigd op deze punten (punt 3.3).

De wijziging is van invloed op het enig document.

4.   Verband

In het productdossier is een inleidende zin toegevoegd, waarin het verband wordt samengevat:

“De “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” is een kleine kaas met een platte cilindrische vorm, uitsluitend bereid uit volle rauwe geitenmelk en met een dunne korst met of zonder witte of blauwe schimmels. De knowhow op het gebied van het beheer van de voeding van de melkgeiten en de verwerking van de melk, maar ook de vorm van de kaasvorm waarborgen dat de kwaliteit van de reeds in de melk aanwezige flora behouden blijft en dat de kaas zijn typische kenmerken verkrijgt.”

Daarnaast worden er in het productdossier redactionele aanpassingen en spellingscorrecties aangebracht zonder het verband te wijzigen.

Het enig document wordt eveneens gewijzigd op deze punten (punt 5).

De wijziging is van invloed op het enig document.

5.   Etikettering

Deze rubriek van het productdossier wordt gewijzigd: vanwege het kleine formaat van de kazen en de geringe afmetingen van de etiketten wordt de verplichte vermelding “Appellation d’Origine Protégée” (beschermde oorsprongsbenaming) geschrapt.

Ook de voorschriften voor de etikettering van door een tussenhandelaar verkochte kazen worden gewijzigd. Gepreciseerd wordt dat op het moment van verzending niet alle kazen verplicht een individueel etiket hoeven te hebben. Dit sluit aan bij de specifieke wijze van verzending van de kazen in kisten die door een tussenhandelaar worden verkocht. Bij verzending in kisten worden de afzonderlijke etiketten meestal bij de kazen gevoegd om in een later stadium, op de plaats van verkoop aan de consument, op de kazen te worden aangebracht.

Het voorschrift dat op het etiket van kazen bereid uit ingevroren wrongel niet de term “fermier” mag worden gebruikt, wordt verplaatst vanuit de rubriek van het productdossier over de werkwijze voor het verkrijgen van het product.

Bovendien worden er in het productdossier redactionele wijzigingen aangebracht.

Het enig document wordt eveneens gewijzigd op deze punten (punt 3.6).

De wijziging is van invloed op het enig document.

6.   Overig

In het productdossier wordt het adres van de bevoegde dienst bijgewerkt.

Ook wordt in het productdossier de lijst van gemeenten in het geografische gebied bijgewerkt op basis van de officiële geografische code van 2020, zonder dat dit gevolgen heeft voor de afbakening van het geografische gebied.

Bovendien wordt toegevoegd dat: “Het cartografische materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.”

De zin over de verplichting om de wrongel in het geografische gebied in te vriezen, op te slaan en te ontdooien, wordt verplaatst van de rubriek van het productdossier over de werkwijze voor het verkrijgen van het product naar de rubriek van hetzelfde productdossier met de beschrijving van het geografische gebied.

Het enig document wordt eveneens gewijzigd op deze punten (punt 4).

In het productdossier worden de naam en de contactgegevens van de officiële controlestructuren bijgewerkt. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

In het productdossier worden redactionele aanpassingen gedaan in de tabel met de belangrijkste te controleren punten (nationale eisen) en wordt een fout gecorrigeerd: bij het voederareaal van 1 ha per 24 geiten gaat het om de oppervlakte van het bedrijf en mag ingekocht voer dus niet in aanmerking worden genomen. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

De wijziging is van invloed op het enig document.

ENIG DOCUMENT

“Crottin de Chavignol / Chavignol”

EU-nr.: PDO-FR-0117-AM04 - 27.02.2023

BOB (x) BGA ( )

1.   Naam/Namen

“Crottin de Chavignol / Chavignol”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.3. Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Kaas met de beschermde oorsprongsbenaming “Crottin de Chavignol”/“Chavignol” wordt verkregen via stremming met behulp van zuursel van volle rauwe geitenmelk, met toevoeging van een kleine hoeveelheid stremsel. De kaas heeft een dunne ivoorkleurige korst met of zonder witte of blauwe schimmels; de zogenaamde “repassé”-kazen zijn iets donkerder, tot zelfs bruin. De “repassé”-kaas is een kaas die bedekt is met een blauwe penseelschimmel, die is gerijpt in een gesloten atmosfeer, wat hem een zachte textuur geeft. De “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” heeft een platte cilindrische vorm met aan de rand zeer lichte bollingen. De kaas heeft ronde randen. De middendiameter is groter dan de boven- en onderdiameter.

De “Crottin de Chavignol”- of “Chavignol”-kazen hebben de volgende analytische kenmerken:

het totale gehalte droge stof ligt tussen 37 g en 48 g per kaas;

het vetgehalte bedraagt minimaal 45 % van de droge stof;

bij het verlaten van het productiebedrijf weegt de kaas tussen 60 g en 90 g.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Het voer omvat ten minste 50 % van de droge stof van het dagelijkse rantsoen en bestaat uit minimaal 70 % vers gras, hooi of baalvoer.

Het baalvoer blijft beperkt tot maximaal 50 % van de droge stof van het dagelijkse voer. Ingekuild voer is verboden.

De voedergewassen worden volledig geproduceerd in het geografische gebied.

Het krachtvoer, dat geconcentreerde en/of gedroogde bestanddelen bevat, vormt ten hoogste 50 % van de droge stof van het dagelijkse rantsoen en bestaat uit grondstoffen die in een positieve lijst zijn vastgelegd.

Dit voer wordt ten minste voor de helft in het geografische gebied geproduceerd.

Dit betekent dat ten minste 75 % van de droge stof van het totale dagelijkse rantsoen van het melkvee in het in punt 4 beschreven geografische gebied wordt geproduceerd.

Verder beslaat het minimale jaarlijkse voor het geitenbestand gebruikte voederareaal 1 hectare per 12 geiten. Dit terrein moet dan binnen het in punt 4 beschreven geografische gebied liggen. Het graasoppervlak op het bedrijf moet ten minste 1 ha per 24 geiten bedragen. Om aan deze eis te voldoen, mag echter ook voer uit het geografische gebied worden ingekocht. In dat geval wordt een vergelijkbare oppervlakte vastgesteld op basis van 4 ton droge stof = 1 hectare voederareaal. Dit geldt slechts voor de helft van de jaarlijkse consumptie van de kudde.

De gebruikte melk mag uitsluitend afkomstig zijn van een kudde die enkel en alleen bestaat uit geiten van het ras Alpine.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De melkproductie, de bereiding en de rijping van de kazen en het invriezen, de opslag en het ontdooien van de wrongel vinden plaats in het in punt 4 beschreven geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Naast de verplichte vermeldingen overeenkomstig de regelgeving inzake de etikettering en de presentatie van levensmiddelen staat op het etiket van elke kaas of partij kazen met de beschermde oorsprongsbenaming “Crottin de Chavignol” of “Chavignol”, in hetzelfde gezichtsveld, het volgende:

de geregistreerde oorsprongsbenaming in een lettertype dat minstens even groot is als twee derde van het grootste op het etiket voorkomende lettertype;

het BOB-symbool van de Europese Unie.

Afgezien van de voor alle kazen geldende verplichte vermeldingen zijn op etiketten, in reclame-uitingen, op facturen en in handelsdocumenten geen andere termen of vermeldingen bij de oorsprongsbenaming toegestaan, uitgezonderd:

specifieke handels- of fabrieksmerken;

aanduidingen die op de rijping betrekking hebben.

Elke kaas die door een tussenhandelaar wordt verkocht, moet vergezeld gaan van een afzonderlijk etiket.

De naam “Crottin de Chavignol” of “Chavignol”, gevolgd door de vermelding “Appellation d’origine protégée” moet op alle facturen en handelsdocumenten komen te staan.

Het etiket van “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” verkregen uit ingevroren wrongel mag niet de term “fermier” bevatten, of elke andere aanduiding waaruit kan worden opgemaakt dat de kaas van een boerderij afkomstig is.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De productie van de melk, de bereiding en de rijping van de kazen en het invriezen, de opslag en het ontdooien van de wrongel vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2020).

—   In het departement Cher:

de kantons: Aix-d’Angillon, Baugy, La Chapelle-d’Angillon, Henrichemont, Léré, Levet, Mehun-sur-Yèvre, Nérondes, Saint-Doulchard, Saint-Martin-d’Auxigny, Sancergues, Sancerre en Vailly-sur-Sauldre: alle gemeenten;

en de volgende gemeenten: Argent-sur-Sauldre, Aubigny-sur-Nère, Blancafort, Bourges, Bussy, Cerbois, Civray, Corquoy, Lantan, Lazenay, Limeux, Lunery, Mareuil-sur-Arnon, Morthomiers, Nançay, Neuvy-sur-Barangeon, Oizon, Osmery, Plou, Poisieux, Preuilly, Primelles, Quincy, Raymond, Saint-Denis-de-Palin, Saint-Florent-sur-Cher, Saint-Germain-des-Bois, Saint-Laurent, Serruelles, Le Subdray, Villeneuve-sur-Cher en Vouzeron.

—   In het departement Loiret:

het kanton Châtillon-sur-Loire: alle gemeenten;

en de volgende gemeenten: Bonny-sur-Loire, Cerdon, Coullons, Faverelles, Ousson-sur-Loire, Poilly-lès-Gien, Saint-Brisson-sur-Loire, Saint-Martin-sur-Ocre en Thou.

—   In het departement Nièvre:

de kantons: Cosne-Cours sur Loire Nord en Cosne-Cours sur Loire Sud: alle gemeenten;

en de volgende gemeenten: Arquian, Bulcy, Donzy, Garchy, La Charité-sur-Loire, Mesves-sur-Loire, Narcy, Pouilly-sur-Loire, Raveau, Saint-Andelain, Saint-Laurent-l’Abbaye, Saint-Martin-sur-Nohain, Saint-Quentin-sur-Nohain, Suilly-la-Tour, Saint-Vérain, Tracy-sur-Loire en Varennes-lès-Narcy.

Het cartografische materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.

5.   Verband met het geografische gebied

De “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” is een kleine kaas met een platte cilindrische vorm, uitsluitend bereid uit volle rauwe geitenmelk en met een dunne korst met of zonder witte of blauwe schimmels. De knowhow op het gebied van het beheer van de voeding van de melkgeiten en de verwerking van de melk, maar ook de vorm van de kaasvorm waarborgen dat de kwaliteit van de reeds in de melk aanwezige flora behouden blijft en dat de kaas zijn typische kenmerken verkrijgt.

Het geografische gebied van de “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” ligt grotendeels in de agrarische regio Pays-Fort Sancerrois en strekt zich tevens uit over de naburige regio’s Champagne Berrichonne, Coteaux de la Loire en Sologne, die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van weilanden op (kalkachtige) kleibodems, waar de geiten voedsel kunnen vinden.

Dit gebied was vanouds een arme agrarische regio waar de mensen leefden van gemengde akkerbouw, de productie van voedergewassen, wijnbouw, boomgaarden en het fokken van kleine herkauwers van landrassen. Op de desbetreffende bedrijven was het houden van de geiten en de verwerking tot kaas een taak van de vrouwen. Mede dankzij het uitlekken vooraf hoefden de vrouwen niet langer te wachten totdat de wrongel in de vorm moest worden geplaatst. Ze konden dit tot een later moment uitstellen, zodat ze hun andere huishoudelijke en professionele werkzaamheden zo efficiënt mogelijk konden organiseren. Op deze gemengde bedrijven hadden de vrouwen talrijke taken te vervullen.

De term “crottin” zou afkomstig zijn van de Berrichonse term “crot”, wat gat betekent en die vooral verwees naar de oevers van de rivieren waar de vrouwen de was deden. De kleigrond die bij deze “crots” te vinden was, werd door de boeren voor het pottenbakken gebruikt. Eerst maakten ze er olielampjes van en later kleine kaasvormen.

Het houden van geiten en de kaasproductie vormen dus al sinds ten minste de zestiende eeuw een aanvullende bron van inkomsten voor de landbouwers in het geografische gebied. In Berry werden deze kleine kazen vaak op de akkers of in de wijngaarden door de arbeiders of dagloners genuttigd. Afhankelijk van het seizoen en van de hoeveelheid melk had de “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” al dan niet witte of blauwe schimmels. In de winter werd soms de “repassé” bereid.

De productietechnieken die vandaag de dag gehanteerd worden, zijn voortgevloeid uit de technieken van vroeger. De kaas wordt verkregen via stremming met behulp van zuursel van volle rauwe geitenmelk, met toevoeging van een kleine hoeveelheid stremsel. Tijdens de bereiding moet de wrongel verplicht vooraf op een doek uitlekken. Vervolgens wordt de wrongel in een conische vorm met vaste afmetingen geplaatst, waarbij de kaas ten minste eenmaal wordt gekeerd. De rijping duurt ten minste tien dagen bij een gecontroleerde temperatuur en luchtvochtigheid. Na de minimale rijpingstijd kan de “repassé” in een gesloten atmosfeer worden bereid.

De “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” is een kleine kaas van volle rauwe geitenmelk met een platte cilindrische vorm en met zeer lichte bollingen op de middendiameter. Hij heeft een dunne korst met of zonder witte of blauwe schimmels.

De kaas van het type “repassé” is bedekt met blauwe penseelschimmel en heeft een zachte textuur.

Door het gebruik van een conische kaasvorm met vaste afmetingen krijgt de “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” zijn kenmerkende vorm, die wordt geaccentueerd doordat de kaas halverwege het uitlekken wordt gekeerd. De vorm van de “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” wordt bovendien mede bepaald door een productieschema op basis waarvan de wrongel vooraf wordt uitgelekt.

Het vooraf uitlekken, waardoor de verse kaas de verwachte vochtigheidsgraad krijgt op het moment dat hij uit de vorm wordt genomen, en de vorm (verhouding gewicht/oppervlakte) zorgen tijdens de rijping voor een flora die de “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” zijn karakteristieke eigenschappen geeft. De uiteindelijke vorm van de kaas wordt tevens bepaald door het gebruik van een kaasvorm van aantoonbaar lokale oorsprong.

De “Crottin de Chavignol” of “Chavignol” wordt verder gekenmerkt door zijn gevarieerde uiterlijk (dunne korst, met of zonder witte of blauwe schimmels en een bruine kleur met blauwe schimmels voor de “repassé”).

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-10f7d543-ce73-49ef-b0ce-8eaa6576e2dc


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/24


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2023/C 174/14)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“Fränkischer Karpfen / Frankenkarpfen / Karpfen aus Franken”

EU-nr.: PGI-DE-0688-AM01

☐ BOB ☒ BGA

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Naam: Fischereiverband Mittelfranken e.V. [Visserijvereniging Mittelfranken]

Adres: Maiacher Straße 60d, 90441 Neurenberg

Tel. +49 9114249010

E-mail: info@mfr.de

Rechtmatig belang

De aanvrager is dezelfde die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend. Het betreft een vereniging van producenten van de beschermde producten. De vereniging heeft dus een rechtmatig belang bij deze wijzigingsaanvraag en heeft ook het recht om een aanvraag in te dienen (artikel 53, lid 1, in samenhang met artikel 3, punt 2), van Verordening (EU) nr. 1151/2012).

2.   Lidstaat of derde land

Duitsland

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige [nader aan te geven]

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

1.    Beschrijving van het product

Wijziging van het productdossier

In de derde alinea van deel b) (Beschrijving) moet de huidige formulering van de eerste zin:

“Wanneer het dier drie jaar oud is, bedraagt het levende gewicht van de voor consumptie bestemde karper 1 000-1 700 g” worden gewijzigd in:

“Het levende gewicht van deze voor consumptie bestemde karper (van K3-formaat) bedraagt 1 000-3 000 g.”

Reden: Door de ontwikkeling van automatische fileermachines is de vraag naar filets gestegen, en grotere karpers zijn bijzonder geschikt om te fileren.

Gevolgen voor het enig document

De bovengenoemde wijziging van het productdossier heeft ook gevolgen voor punt 3.2 (Beschrijving van het product) van het enig document.

De eerste zin van de derde alinea: “Wanneer het dier drie jaar oud is, bedraagt het levende gewicht van de voor consumptie bestemde karper 1 000-1 700 g” moet worden gewijzigd in:

“Het levende gewicht van deze voor consumptie bestemde karper (van K3-formaat) bedraagt 1 000-3 000 g.”

2.    Bewijs van oorsprong

Wijziging van het productdossier

In deel d) (Bewijs van oorsprong) moet de huidige formulering van de vierde en de vijfde zin:

“Alle in het controlesysteem geregistreerde producenten worden door de visvijvercoöperatie in een databank opgenomen. De visvijvercoöperatie controleert ...” worden gewijzigd in:

“Alle in het controlesysteem geregistreerde producenten worden door de erkende coördinator (momenteel de “Satzfischerzeugerring Franken e.V.”) in een databank opgenomen. De coördinator controleert ...”

Reden: Omdat noch de Visserijvereniging Mittelfranken, noch een van de visvijvercoöperaties in het geografisch gebied het controlesysteem wilde overnemen, stemde de Satzfischerzeugerring Franken e.V. ermee in als coördinator op te treden.

Gevolgen voor het enig document: geen.

3.    Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Wijziging van het productdossier

De volgende wijzigingen zijn vereist in deel e) (Werkwijze voor het verkrijgen van het product):

(1)

In de eerste alinea moet de huidige formulering van de vierde zin:

 

“... en bereiken in de derde zomer het gewenste gewicht (K3)” worden gewijzigd in:

 

“... en bereiken doorgaans in de derde zomer het gewenste gewicht (K3)”.

(2)

De huidige formulering van de tweede alinea:

 

“... ten minste één groeiperiode (die in april van het desbetreffende jaar begint) in het geografische gebied worden gehouden” moet worden gewijzigd in:

 

“... ten minste één groeiperiode (die in de meeste gevallen in april van het desbetreffende jaar begint) in het geografische gebied worden gehouden”.

(3)

In de derde alinea moet de huidige formulering van de eerste zin:

 

“... de voor consumptie bestemde vissen (K2-K3) mogen worden bijgevoederd met peulgewassen en granen, met uitzondering van maïs” worden gewijzigd in:

 

“... de voor consumptie bestemde vissen (K2) mogen worden bijgevoederd met peulgewassen en granen, met uitzondering van maïs”.

Reden: Aangezien de karper extensief (in de openlucht) wordt gehouden in natuurlijke vijvers, is het weer van grote invloed op de groei van de vis. Als gevolg van de klimaatverandering heeft de voor consumptie bestemde karper in de laatste jaren erg verschillende ontwikkelingen doorgemaakt.

In bepaalde jaren was het vroege voorjaar zo warm dat de vis vroegtijdig uit zijn winterslaap kwam en begon te foerageren. Daardoor waren de natuurlijke voedselbronnen ontoereikend en moesten die worden aangevuld.

Hoewel de karper een warme omgeving verkiest, is in de laatste, extreem warme en droge zomers gebleken dat ook andere factoren de groei negatief beïnvloeden: in de eerste plaats het gebrek aan zuurstof, maar in sommige gevallen ook het grote aantal blauwgroene algen en een laag waterpeil in de visvijvers. Dat veroorzaakte stress bij de vissen, waardoor ze minder aten en trager groeiden. Wanneer het waterpeil te laag was, moest de vis bovendien bij wijze van noodmaatregel uit de vijvers worden gehaald, wat ook weer een negatief effect had op de groei. Omdat onmogelijk kan worden voorspeld hoe het klimaat zich zal ontwikkelen, menen de aanvragers dat de productiemethode (zoals hierboven beschreven) dringend flexibeler moet worden.

Gevolgen voor het enig document

De wijzigingen hebben gevolgen op de volgende punten van het enig document:

NB: de nummering van het enig document is gewijzigd; punt 3.4 (Diervoeders) is nu punt 3.3 en punt 3.5 (Specifieke onderdelen van het productieproces) is nu punt 3.4.

Punt 3.3. (Diervoeders)

De zin in het huidig enig document (punt 3.4, eerste en tweede regel):

“... de voor consumptie bestemde vissen (K2-K3) mogen worden bijgevoederd met peulgewassen...” wordt gewijzigd in:

(nu in punt 3.3, eerste en tweede regel)

“... de voor consumptie bestemde vissen (K2) mogen worden bijgevoederd met peulgewassen...”.

Punt 3.4. (Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden)

In de huidige formulering van de vierde zin van de eerste alinea (in punt 3.5 van het huidig enig document):

“... en bereiken in de derde zomer het gewenste gewicht (K3)” wordt het woord “doorgaans” ingevoegd na “bereiken”.

De zin (nu de vierde zin in punt 3.4) luidt nu als volgt:

“... en bereiken doorgaans in de derde zomer het gewenste gewicht (K3)”.

In de tweede alinea (van punt 3.5 van het huidig enig document) worden in het zinsdeel “(die in april van het desbetreffende jaar begint)” de woorden “in de meeste gevallen” ingevoegd vóór “in april”.

Het zinsdeel (nu in de vijfde zin in punt 3.4) luidt nu als volgt:

“... (die in de meeste gevallen in april van het desbetreffende jaar begint).”

4.    Verband met het geografische gebied

Wijziging van het productdossier

In punt 3 (Causaal verband/faam) moet de huidige formulering van de tweede en de derde zin van de laatste alinea:

“... “Frankenkarpfen” ook opgenomen in de databank voor traditionele Beierse specialiteiten (http://www.foodfrombavaria.de). In deze databank van het “Bayerische Staatsministerium für Landwirtsschaft und Forsten” (Beiers ministerie voor Landbouw en bosbouw) worden slechts die producten opgenomen die onder de Beierse bevolking op aanzien kunnen rekenen”,

worden gewijzigd in:

“... “Frankenkarpfen” ook opgenomen als traditionele Beierse specialiteit in de databank voor Beierse specialiteiten (www.spezialitaetenland-bayern.de). Een product, gerecht of drank moet aan een aantal vereisten voldoen om in de databank te worden opgenomen.

De specialiteit moet al minstens vijftig jaar in de regio worden geproduceerd of verbouwd. Ze moet ook een verhaal en/of oorsprong hebben waaruit blijkt dat het product een nauwe band heeft met de regio waar het wordt geproduceerd of verwerkt. Tot slot moeten consumenten het product beschouwen als typisch Beiers of typisch voor een regio binnen Beieren.”

Reden: De opgegeven URL (www.foodfrombavaria.de) is niet langer geldig.

Gevolgen voor het enig document

De bovengenoemde wijziging van het productdossier heeft ook gevolgen voor punt 5.3 (Causaal verband) van het enig document. De huidige formulering van de tweede en de derde zin van de laatste alinea:

“... “Frankenkarpfen” ook opgenomen in de databank voor traditionele Beierse specialiteiten (http://www.foodfrombavaria.de). In deze databank van het “Bayerische Staatsministerium für Landwirtsschaft und Forsten” (Beiers ministerie voor Landbouw en bosbouw) worden slechts die producten opgenomen die onder de Beierse bevolking op aanzien kunnen rekenen”,

moet worden gewijzigd in:

“... “Frankenkarpfen” ook opgenomen als traditionele Beierse specialiteit in de databank voor Beierse specialiteiten (www.spezialitaetenland-bayern.de). Een product, gerecht of drank moet aan een aantal vereisten voldoen om in de databank te worden opgenomen.

De specialiteit moet al minstens vijftig jaar in de regio worden geproduceerd of verbouwd. Ze moet ook een verhaal en/of oorsprong hebben waaruit blijkt dat het product een nauwe band heeft met de regio waar het wordt geproduceerd of verwerkt. Tot slot moeten consumenten het product beschouwen als typisch Beiers of typisch voor een regio binnen Beieren.”

ENIG DOCUMENT

“Fränkischer Karpfen / Frankenkarpfen / Karpfen aus Franken”

EU-nr.: PGI-DE-0688-AM01— 7.2.2022

BOB ( ) BGA (X)

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Fränkischer Karpfen / Frankenkarpfen / Karpfen aus Franken”

2.   Lidstaat of derde land

Duitsland

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

“Fränkischer Karpfen / Frankenkarpfen / Karpfen aus Franken” (hierna “Frankenkarpfen” genoemd) is een spiegelkarper (Cyprinus carpio) die als levende of als dode vis voor consumptie wordt verkocht.

De rug van de “Frankenkarpfen” is donkergroen, grijs of grijsblauw; de flanken zijn geelgroen tot goudkleurig en de buik is geelwit. De rug- en staartvinnen zijn grijs en de staart- en anaalvinnen hebben een rode schakering; de borstvinnen en buikvinnen zijn gelig of roodachtig van kleur.

Wanneer het dier tot K3 uitgroeit, bedraagt het levende gewicht van deze voor consumptie bestemde karper 1 000-3 000 g. De “Frankenkarpfen” is een spiegelkarper die wordt gekenmerkt door vast, wit en smakelijk vlees en door een laag vetgehalte van maximaal ongeveer 10 %. Het lage vetgehalte wordt bereikt door een beperking van de bezettingsgraad (niet meer dan 800 K2-karpers per ha).

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Het voeder is overwegend natuurlijk (bodemvegetatie, zoöplankton enz.); de voor consumptie bestemde vissen (K2) mogen worden bijgevoederd met peulgewassen en granen, met uitzondering van maïs. Bovendien zijn ook mengvoeders toegestaan die in het kader van het “Bayerische Kulturlandschaftsprogramm” mogen worden geteeld. Deze mengvoeders mogen uitsluitend zijn samengesteld uit plantaardige producten en mogen geen componenten van dierlijke oorsprong bevatten. Het aandeel ruw eiwit mag maximaal 16 % en het totaal fosforgehalte maximaal 0,6 % bedragen. Het aandeel grasmeel moet minstens 10 % bedragen.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Omdat de karper groeit tijdens de warme zomermaanden wordt zijn leeftijd in zomers uitgedrukt. De voor consumptie bestemde karper volgroeit in Franken in de regel in een tijdspanne van drie zomers. Uit de eieren worden in de loop van het eerste jaar de zogenoemde K1-vissen gekweekt. Na de daaropvolgende overwintering groeien de vissen verder tot het K2-formaat, overwinteren opnieuw en bereiken doorgaans in de derde zomer het gewenste gewicht (K3). De “Frankenkarpfen” moet tijdens de kweek ten minste vanaf het stadium van pootvis (K2) tot op het ogenblik dat hij voor consumptie geschikt is (K3), d.w.z. ten minste één groeiperiode (die in de meeste gevallen in april van het desbetreffende jaar begint) in het geografische gebied worden gehouden.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

-

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

-

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied bestrijkt alle karpervijvers in Unterfranken, Mittelfranken en Oberfranken.

5.   Verband met het geografische gebied

1.   Specificiteit van het geografische gebied

De “Frankenkarpfen” wordt al ongeveer 900 jaar in het gebied geproduceerd. De karperproductie is historisch nauw verbonden met de kloosters in Franken.

De visvijvers in Franken vormen een gordel van wisselende breedte dwars door het geologische Rednitzbekken en de valleien van de bovenloop van de Altmühl, Aisch en Wörnitz. Ze bevinden zich voornamelijk in de Midden-Keuper (“bontgekleurde Keuper”) en de Zandsteen-Keuper, met name in de lichte zandgronden van de Löwensteinformatie.

De afwisseling van zandsteenlagen en ondoordringbare kleilagen, die kenmerkend is voor de bodems van de Midden-Keuper, was zeer bevorderlijk voor het ontstaan van vijvers.

Vijvers komen in Franken bijna uitsluitend voor in de geologische Keuperformatie. Die formatie bestaat zoals gezegd uit ondoordringbare bodems waarin slechts zeer weinig water wegsijpelt. Dat betekent dat een geringe toevloed of neerslag al volstaat om het waterniveau in de zomer op peil te houden.

In vergelijking met de rest van Duitsland valt er in Franken zeer weinig neerslag. Gemiddeld valt er ongeveer 600 tot 650 mm neerslag per jaar en de gemiddelde temperatuur bedraagt 7 à 9 °C. Er heerst met andere woorden een warm en droog continentaal klimaat met weinig neerslag. Anders dan in Oberpfalz is in Franken de waterbalans de beperkende factor voor vijverkweek. Dankzij het – in vergelijking met Oberpfalz – warmere klimaat zijn de vijvers vruchtbaarder en brengen ze meer op.

De karperkwekerij drukt niet alleen haar stempel op het landschap maar ook op het culturele leven van Franken. Zo werden er boeken met anekdotes over de viskwekerij geschreven, liederen over de karper gecomponeerd en (kunst)tentoonstellingen rond het thema “karper” opgezet.

De “Frankenkarpfen” wordt als traditioneel gerecht in talrijke restaurants in heel Franken aangeboden en deze restaurants kunnen vaak – zoals de delicatesse zelf – op een eeuwenlange traditie bogen. De meeste restauranthouders, voor wie het aanbieden van karper vaak een lange familietraditie is, bezitten ook bassins waarin de karpers worden gehouden zodat de vis altijd vers kan worden aangevoerd.

De “Frankenkarpfen” wordt als levensmiddel in de hele regio zeer hogelijk gewaardeerd en kan worden bereid op een wijze die typisch is voor Franken (bijvoorbeeld in de lengte doorgesneden en gebakken).

2.   Specificiteit van het product

“Frankenkarpfen” wordt gekenmerkt door vast, wit vlees met een typische, aangename smaak die doet denken aan goede, vers gekookte aardappelen. Er is geen sprake van een muffe of grondsmaak. Door de verplichte beperkte bezettingsgraad heeft de “Frankenkarpfen” een laag vetgehalte van maximaal ongeveer 10 %.

3.   Causaal verband

Het verband is gebaseerd op de kwaliteit en de kenmerken van het product en de natuurlijke factoren in het gebied.

De “Frankenkarpfen” is in en buiten de regio bekend en staat bij de consument hoog in aanzien. De vis dankt zijn karakteristieke en typische smaak aan het hoogwaardige, zuivere water waarin hij in het afgebakende gebied wordt gekweekt, aan de natuurlijke en de geografische omstandigheden voor de karperkweek, aan de specifieke ondergrond in Franken en vooral aan het overwegend natuurlijke voeder (visvoedingsorganismen) in het water van het desbetreffende gebied. De aangename smaak doet denken aan goede, vers gekookte aardappelen. Er is geen sprake van een muffe of grondsmaak. Door het voeder en de beperkte bezettingsgraad (niet meer dan 800 K2-karpers per hectare) blijft de uitstekende kwaliteit van het vlees gegarandeerd.

Zijn faam heeft de “Frankenkarpfen” te danken aan zijn kwaliteit en aan de belangrijke en eeuwenoude traditie van de vijverkweek in Franken. Ook het feit dat de karper verankerd is in het culturele leven van het geografische gebied en een hogelijk gewaardeerd levensmiddel en een vast ingrediënt in de traditionele Frankische keuken is, heeft de “Frankenkarpfen” laten uitgroeien tot een regionale specialiteit die in en ver buiten de regio een goede naam geniet.

Uit een consumentenenquête die in 2002 in Neurenberg werd gehouden, bleek dat 31 % van de consumenten de voorkeur geeft aan “Frankenkarpfen”. “Frankenkarpfen” is ook als traditionele Beierse specialiteit opgenomen in de databank voor Beierse specialiteiten. Een product, gerecht of drank moet aan een aantal vereisten voldoen om in de databank te worden opgenomen.

De specialiteit moet al minstens vijftig jaar in de regio worden geproduceerd of verbouwd. Ze moet ook een verhaal en/of oorsprong hebben waaruit blijkt dat het product een nauwe band heeft met de regio waar het wordt geproduceerd of verwerkt. Tot slot moeten consumenten het product beschouwen als typisch Beiers of typisch voor een regio binnen Beieren.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

Markenblatt nr. 32 van 13.8.2021, deel 7a-bb, blz. 31509

https://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/42259


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


16.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/30


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2023/C 174/15)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Milas Yağlı Zeytini”

EU-nr.: PDO-TR-02628 – 4.8.2020

BOB (X) BGA ( )

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Milas Yağlı Zeytini”

2.   Lidstaat of derde land

Turkije

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De beschermde oorsprongsbenaming Milas Yağlı Zeytini omvat tafelolijven van de variëteit memecik, geteeld in de provincie Milas, die zijn gefermenteerd in pekel en verduurzaamd met olijfolie verkregen uit olijven van de variëteit memecik en verse citroenschijven. De olijven van Milas Yağlı Zeytini zijn volledig rijp, zwart/paars van kleur, heel of verticaal gesneden. Milas Yağlı Zeytini heeft een gemiddeld fruitige smaak. Aroma’s van bittere sinaasappel, sinaasappel, mandarijn en citroen overheersen.

Het product moet de volgende kenmerken vertonen:

Omvang:

170-200 vruchten /kg

Kleur van de vrucht:

paars/zwart

Gehalte aan vrije zuren (oliezuur):

≤ 0,8 %

Zoutgehalte:

≤ 4 %

Totaal fenolgehalte:

≥ 97 mgGAE/100g

Vetgehalte:

27-33 %

Vochtgehalte:

54-62 %


Organoleptische kenmerken

(Methode COI/OT/MO van de Internationale Olijfraad

(Op een schaal van min.: 1 max.: 11)

Zoutheid

Laag of gemiddeld (3,5-5,5)

Bitterheid

Laag of gemiddeld (3,5-5,5)

Zuurgraad

Laag of gemiddeld (2,5-5,5)

Hardheid

Laag of gemiddeld (4-6,4)

Vezelgehalte

Gemiddeld of hoog (4,2-6,2)

Knapperigheid

Gemiddeld of hoog (4-7)


Kwaliteitskenmerken

Mediaan overwegend waargenomen gebreken (abnormale gisting, muf, ranzig, kookeffect, zeepsmaak, metallisch, grondsmaak, wijnachtig-azijnachtig) (methode COI/OT/MO van de Internationale Olijfraad)

< 3

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

“Milas Yağlı Zeytini” wordt uitsluitend verkregen uit olijven, met name van de variëteit memecik, die worden geteeld in het afgebakende geografische gebied. De citroenen moeten vrij zijn van schimmels of andere gebreken en voor de kruiding wordt steenzout gebruikt. De voor de conservering van de olijven gebruikte olijfolie moet afkomstig zijn van dezelfde olijvenvariëteit uit het afgebakende geografische gebied en moet een gehalte aan vrije zuren van ten hoogste 1,0 % hebben. Deze olijfolie heeft een donkergroene/gele kleur en een scherpe fruitige geur die de fruitige smaak van het product versterkt.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen van het productieproces, met inbegrip van de teelt, de oogst en de verwerking van de olijven, moeten plaatsvinden binnen het afgebakende geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

---

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Op de etiketten moet het volgende staan:

de oorsprongsbenaming “Milas Yağlı Zeytini”;

de handelsnaam en het adres, of de korte naam en het adres of het geregistreerde handelsmerk van de producent;

het BOB-logo van de Europese Unie.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het beschermde gebied homvat alle dorpen en steden in de gemeente Milas in de provincie Muğla, gelegen in het zuiden van de Egeïsche regio.

5.   Verband met het geografische gebied

Specificiteit van het geografische gebied

Milas ligt in de regio Menteșe, in het noordwesten van de provincie Muğla. Het is een bergachtig gebied met smalle, diepe valleien en kalkbodems. Het strekt zich in noord-zuidoostelijke richting uit van het meer van Bafa tot de laagvlakte van Milas en van de berg Ilbıra in het westen tot de laagvlakte van Akçay in het oosten. Het beperkte landbouwareaal en de bergmassieven en hellingen van het district vormen een gunstige omgeving voor de olijventeelt. In Milas is de olijventeelt een landbouwactiviteit geworden die volledig door de natuurlijke omstandigheden wordt bepaald.

De voor de productie gebruikte olijfsoort memecik is inheems in het geografische gebied. De soort wordt in de regio Milas al generaties lang geteeld en een groot percentage van de olijfbomen in deze streek is van deze variëteit. Uit een vergelijkend onderzoek naar bioactieve bestanddelen in Turkse olijven (Hasim Kelebek, Songul Kesen & Serkan Selli (2015) Comparative Study of Bioactive Constituents in Turkish Olive Oils by LC-ESI/MS/MS, International Journal of Food Properties, 18:10, 2231-2245) blijkt dat de memecik-variëteit een hoge antioxidantactiviteit en een hoog fenolgehalte heeft in vergelijking met andere in Turkije geteelde olijvencultivars. De unieke kenmerken van de variëteit die voortvloeien uit de specificiteit van het geografische gebied, dragen bij tot de chemische samenstelling van het product, met name het fenolgehalte, wat op zijn beurt bijdraagt tot het fruitige aroma van Milas Yağlı Zeytini.

Het district Milas vertoont de typische kenmerken van het mediterrane klimaat. Olijfbomen hebben tijdens de bloeiperiode en de rijpingstijd gemiddelde temperaturen van 15-20 °C nodig en vanaf de rijpingstijd tot de oogstperiode ten minste 5° C. Bovendien hebben ze tijdens de vorming van de bloemknoppen een zekere koude nodig. Olijven zijn erg gevoelig voor lage temperaturen en raken beschadigd als de minimale dagtemperatuur tot onder -7 °C daalt. De gemiddelde dagtemperatuur in de olijfgaarden van Milas bedraagt ten minste 9,9 °C in december, 8,9 °C in januari en 9,5 °C in februari, hetgeen uiterst geschikt is als koele periode. Tijdens de bloeiperiode in mei is de laagste gemiddelde temperatuur 19,4 °C, en tijdens de rijpingsperiode van de olijven 17,4 °C. Deze temperaturen vormen voor olijfbomen nagenoeg optimale groeiomstandigheden en leiden tot hoge olijfopbrengsten. In Milas bestaat de bodem zowel uit alluviale grond als uit zandige kleigrond. Dit soort bodems houdt het water goed vast en zorgt ervoor dat de olijfbomen sterkere wortels kunnen ontwikkelen en aldus hogere opbrengsten opleveren. Daarnaast kent het district Milas reeds lang een gemiddelde neerslag van 900-1 000 mm, hetgeen geschikt is voor de olijventeelt en irrigatie overbodig maakt. Olijven die worden gebruikt voor de productie van Milas Yağlı Zeytini worden zonder irrigatie geteeld, aangezien het bergreliëf van de regio geen irrigatie van de olijfbomen mogelijk maakt. Tijdens de warme zomermaanden worden de olijfbomen dus niet geïrrigeerd. Het ontbreken van irrigatie resulteert in de vorming van een hoger fenolgehalte en het fruitige aroma van de olijven, die de voornaamste specificiteit van Milas Yağlı Zeytini vormen.

Specificiteit van het product

Het onderscheidende karakter van het product is voornamelijk toe te schrijven aan de organoleptische kenmerken van de in het gebied geteelde olijven en aan het fruitige aroma, dat ontstaat door de toebereiding met olijfolie en citroenen. Omdat olijven gewoonlijk niet met olie en citroenen worden geconserveerd, is het product gemakkelijk herkenbaar. De paarse/zwarte kleur van de olijven is ook zeer kenmerkend.

De fruitigheid en bitterheid van de olijven zijn toe te schrijven aan het hoge polyfenolgehalte van de variëteit memecik. Bovendien heeft de hoogwaardige olijfolie die voor de conservering van de olijven wordt gebruikt, soortgelijke kenmerken als de olijven van dezelfde variëteit, wat de organoleptische eigenschappen van het product ten goede komt.

De citroenenschijven versterken de zuurgraad en de gewenste bitterheid van het product. Het gebruik van olijfolie voor conservering vermindert het contact van de olijven met de lucht, en de citroenen doen de zuurgraad toenemen, zodat tijdens de productie minder zout kan worden gebruikt. Deze methode is ook de reden waarom het product geen pasteurisatie of sterilisatie ondergaat.

Menselijke factoren

In wat nu de stad Milas is, wonen al meer dan vijfduizend jaar mensen. De natuurlijke omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat de olijventeelt en de olijfolieproductie sinds de beschaving van de Kariërs de belangrijkste landbouwactiviteit in de regio zijn. De knowhow van de lokale olijventelers is van essentieel belang voor de start van de oogst. De oogst begint rond december, voordat de olijven volledig zwart worden. De specifieke kennis van de lokale producenten is van essentieel belang om te herkennen wanneer de kleur van de olijven van paars naar zwart overgaat en met de oogst te beginnen. Dit zorgt voor de karakteristieke paarse/zwarte kleur van het product. Om kneuzingen te voorkomen worden de olijven zorgvuldig en, indien mogelijk, manueel geoogst. Aangezien gekneusde of beschadigde olijven zeer gevoelig zijn voor oxidatie, is zorg tijdens de oogst essentieel om voor een laag niveau van gebreken en een laag gehalte aan vrije zuren te zorgen.

Olijven worden bereid volgens een traditionele methode zonder additieven of conserveermiddelen. De methode houdt in dat olijven in schijfjes worden gesneden en in vers water worden geplaatst om in de eerste 24 uur na de oogst te ontbitteren. Het water wordt driemaal ververst, waarbij na de derde verversing 2 % steenzout wordt toegevoegd. Het ontbitteringsniveau wordt door de marktdeelnemers gecontroleerd om de vereiste organoleptische kenmerken te waarborgen. De deskundigheid van de producenten helpt te bepalen wanneer de olijven voldoende ontbitterd zijn.

De methode voor het op smaak brengen, waarbij olijfolie en citroenen worden gebruikt, is gebaseerd op de knowhow van de producenten. De citroenen die voor de productie worden gebruikt, worden door de producenten gesneden en gezouten om ongewenste microbiële groei te voorkomen. De hoeveelheid zout en citroenschijven wordt door de producenten bepaald om het fruitige aroma te waarborgen.

Causaal verband

Milas Yağlı Zeytini kenmerkt zich door het gebruik van memecik, een olijfsoort die goed is ingeburgerd in het gebied en er bijna de totaliteit van de olijfbomen uitmaakt. De unieke kenmerken van de variëteit die voortvloeien uit de specificiteit van het geografische gebied, dragen bij tot de chemische samenstelling van het product, met name het fenolgehalte, dat Milas Yağlı Zeytini een fruitig aroma verleent.

De specificiteit van het product hangt nauw samen met de bodem- en klimaatomstandigheden van het geografische gebied en de lokale knowhow. De productiemethode wordt nauwlettend gevolgd door de producenten, waardoor de kwaliteit wordt gewaarborgd. De olijfolie en citroenen die worden gebruikt om het product te conserveren, onderscheiden het product en versterken zijn natuurlijke smaak en aroma.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

---


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.