|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
66e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen |
|
|
|
ADVIEZEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2023/C 60/01 |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2023/C 60/02 |
Inleiding van een procedure (Zaak M.10807 — VIASAT / INMARSAT) ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen
ADVIEZEN
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/1 |
ADVIES VAN DE COMMISSIE
van 15 februari 2023
betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de ontmanteling van de reactorwerkgebieden R1 en R2 van eenheid 2 van de kerncentrale van Ignalina in Litouwen
(Slechts de tekst in de Litouwse taal is authentiek)
(2023/C 60/01)
De onderstaande evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Euratom-Verdrag, onverminderd eventuele aanvullende beoordelingen op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit het afgeleide recht voortvloeien (1).
Op 22 juni 2022 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Litouwse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen (2) ten gevolge van de buitenbedrijfstelling en de ontmanteling van de reactorwerkgebieden R1 en R2 van eenheid 2 van de kerncentrale van Ignalina.
Op basis van deze gegevens en de aanvullende informatie die op 29 augustus 2022 en 26 oktober 2022 door de Commissie is aangevraagd en op 3 oktober 2022 en 11 november 2022 door de Litouwse autoriteiten is verstrekt, brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:
|
1. |
De afstand tussen de locatie en de dichtstbijzijnde grens met een andere lidstaat, in dit geval de Letland, bedraagt 8 km. De grens met de Republiek Belarus, als buurland, bevindt zich op een afstand van 5 km. |
|
2. |
Normale ontmantelingswerkzaamheden zullen niet tot de lozing van vloeibare radioactieve effluenten leiden. Bij normale ontmantelingswerkzaamheden veroorzaakt de geplande lozing van gasvormige radioactieve effluenten voor de inwoners van andere lidstaten of in een derde land waarschijnlijk geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijn (3) vastgestelde dosislimieten. |
|
3. |
Vast radioactief afval wordt overgebracht naar passende behandelings-, opslag- of verwijderingsfaciliteiten gelegen op de locatie van Ignalina. Niet-radioactieve vaste afvalstoffen en resten zullen worden vrijgegeven van controle zodat ze kunnen worden gestort als conventionele afvalstoffen of worden hergebruikt dan wel gerecycleerd in overeenstemming met de vrijgavecriteria van de basisnormenrichtlijn. |
|
4. |
In het geval van niet-geplande lozingen van radioactieve effluenten ten gevolge van ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren de door de bevolking van andere lidstaten of derde landen ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijnen vastgestelde referentieniveaus. Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm dan ook, die vrijkomen bij de ontmanteling van de reactorwerkgebieden R1 en R2 van eenheid 2 van de kerncentrale van Ignalina, zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, waarschijnlijk geen radioactieve besmetting tot gevolg heeft die voor de volksgezondheid, het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat of een derde land significant is, overeenkomstig de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde bepalingen. |
Gedaan te Brussel, 15 februari 2023.
Voor de Commissie
Kadri SIMSON
Lid van de Commissie
(1) Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten bijvoorbeeld de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU, alsmede op Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
(2) De lozing van radioactieve afvalstoffen in de zin van punt 1 van Aanbeveling 2010/635/Euratom van de Commissie van 11 oktober 2010 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag (PB L 279 van 23.10.2010, blz. 36).
(3) Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1).
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/3 |
Inleiding van een procedure
(Zaak M.10807 — VIASAT / INMARSAT)
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/02)
Op 13 februari 2023 heeft de Commissie besloten in bovengenoemde zaak de procedure in te leiden nadat zij heeft vastgesteld dat er ernstige twijfel bestaat over de verenigbaarheid van de aangemelde concentratie met de gemeenschappelijke markt. De inleiding van de procedure start een tweede fase in het onderzoek naar de aangemelde concentratie, en behoudens de definitieve beschikking in deze zaak. De beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt c), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1).
De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.
Om met deze opmerkingen in de procedure rekening te kunnen houden, dienen deze de Commissie uiterlijk 15 dagen na dagtekening van deze bekendmaking te hebben bereikt. Zij kunnen de Commissie per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van referentienummer M.10807 — VIASAT / INMARSAT, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/4 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 februari 2023
houdende verlenging van de ambtstermijn van een plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol
(2023/C 60/03)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (1), en met name artikel 54, leden 3 tot en met 5, en artikel 55,
Handelend als het gezag dat bevoegd is tot aanstelling van de directeur en de plaatsvervangend uitvoerend directeuren van Europol,
Gezien het voorstel van de raad van bestuur van Europol van 14 oktober 2022,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De heer Jürgen EBNER is bij een besluit van de Raad van 24 oktober 2019 (2) tot plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol benoemd. De ambtstermijn van de heer Jürgen EBNER verstrijkt op 31 oktober 2023. |
|
(2) |
De plaatsvervangend uitvoerend directeuren van Europol worden benoemd voor een periode van vier jaar, die overeenkomstig artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/794 eenmaal kan worden verlengd. |
|
(3) |
Het besluit van de raad van bestuur van Europol van 1 mei 2017 bevat de procedure voor de verlenging van de ambtstermijn van de plaatsvervangend uitvoerend directeuren van Europol. |
|
(4) |
De raad van bestuur heeft het Europees Parlement in kennis gesteld van zijn voornemen de Raad voor te stellen de ambtstermijn van de heer Jürgen EBNER te verlengen, rekening houdend met de in artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2016/794 bedoelde beoordeling. |
|
(5) |
Bij brief van 24 januari 2023 heeft het Europees Parlement de Raad meegedeeld dat het niet voornemens is om de heer Jürgen EBNER te vragen om te verschijnen voor zijn bevoegde commissie op grond van artikel 54, lid 5, van Verordening (EU) 2016/794. |
|
(6) |
De raad van bestuur heeft de Raad in een advies voorgesteld de ambtstermijn van de heer Jürgen EBNER te verlengen en diens rang vast te stellen op het niveau AD 15. |
|
(7) |
Op basis van het voorstel van de raad van bestuur moet de ambtstermijn van de heer Jürgen EBNER als plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol worden verlengd en moet zijn rang op het niveau AD 15 worden vastgesteld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ambtstermijn van de heer Jürgen EBNER als plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol wordt verlengd van 1 november 2023 tot en met 31 oktober 2027 in de rang AD 15.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 februari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. SVANTESSON
(1) PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53.
(2) Besluit van de Raad van 24 oktober 2019 tot benoeming van een plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol (PB C 370 van 31.10.2019, blz. 4).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/6 |
Kennisgeving aan bepaalde personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen vanwege de situatie in Iran
(2023/C 60/04)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van SOLTANI Hodjatoleslam Seyed Mohammad (nr. 17), JAFARI-DOLATABADI Abbas (nr. 19), MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein (nr. 21), SALAVATI Abdolghassem (nr. 25), JAVANI Yadollah (nr. 43), HAJMOHAM-MADI Aziz (alias Aziz Hajmohammadi, Noorollah Azizmohammadi) (nr. 57), BAGHERI Mohammad-Bagher (nr. 58), HOSSEINI Dr Seyyed Mohammad (alias HOSSEYNI Dr Seyyed Mohammad; Seyed, Sayyed en Sayyid) (nr. 60), MIRHEJAZI Ali Ashgar (nr. 66), MORTAZAVI Seyyed Solat (nr. 69), JAFARI Reza (nr. 77), MOUSSAVI Seyed Mohammad Bagher (alias MOUSAVI Sayed Mohammed Baqir) (nr. 81), JAFARI Asadollah (nr. 83), EMADI Hamid Reza (alias Hamidreza Emadi) (nr. 84), ASHTARI Hossein (nr. 92), VASEGHI Leyla (alias VASEQI Layla, VASEGHI Leila, VASEGHI Layla) (nr. 95), Evingevangenis (nr. 2), Fashafouyehgevangenis (ook bekend als Greater Tehran Central Penitentiary, Hasanabad-e Qom Prison, Greater Tehran Prison) (nr. 3), Rajaee Shahrgevangenis (ook bekend als Rajai Shahr Prison, Rajaishahr, Raja'i Shahr, Reja'i Shahr, Rajayi Shahr, Gorhardasht Prison, Gohar Dasht Prison) (nr. 4), zijnde personen en entiteiten die zijn opgenomen in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB van deRaad (1) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad (2) betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran.
De Raad is voornemens vast te houden aan de beperkende maatregelen tegen deze personen en entiteiten, met vermelding van de nieuwe motiveringen. Deze personen en entiteiten worden hierbij op de hoogte gebracht van het feit dat zij bij de Raad een verzoek kunnen indienen om kennis te nemen van de beoogde motivering betreffende hun aanwijzing. Het verzoek dient vóór 24 februari 2023 naar het volgende adres te worden gestuurd:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX.1 Mondiale en Horizontale Zaken |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu.
Vóór 10 maart 2023 ingekomen opmerkingen zullen in aanmerking worden genomen in het kader van de periodieke evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 3 van Besluit 2011/235/GBVB en artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) nr. 359/2011.
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/7 |
Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne van toepassing zijn
(2023/C 60/05)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de heren Viktor Ivanovych Ratushniak, Vitalii Yuriyovych Zakharchenko en Serhiy Vitalyovych Kurchenko, die genoemd worden in de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB van de Raad (1) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad (2) betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne.
De Raad heeft van de Oekraïense autoriteiten informatie ontvangen die in aanmerking zal worden genomen in het kader van de jaarlijkse evaluatie van de beperkende maatregelen. De bovengenoemde personen worden op de hoogte gebracht van het feit dat zij bij de Raad een verzoek kunnen indienen om kennis te nemen van de elementen in het dossier van de Raad betreffende hun plaatsing op de lijst. Het verzoek dient vóór 22 februari 2023 naar het volgende adres te worden gestuurd:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX 1 |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
In dit verband wordt de aandacht van de betrokken personen gevestigd op de regelmatige evaluatie door de Raad van de lijst van personen in Besluit 2014/119/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad.
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/8 |
Wisselkoersen van de euro (1)
16 februari 2023
(2023/C 60/06)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,0700 |
|
JPY |
Japanse yen |
143,31 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4490 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,88883 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
11,1420 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
0,9873 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
154,30 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,9513 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
23,685 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
382,65 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,7765 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9009 |
|
TRY |
Turkse lira |
20,1685 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5500 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4334 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,3985 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7033 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,4287 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 376,52 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
19,4066 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,3351 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
16 193,38 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7123 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
59,011 |
|
RUB |
Russische roebel |
|
|
THB |
Thaise baht |
36,738 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,6090 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
19,8720 |
|
INR |
Indiase roepie |
88,4574 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/9 |
Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)
(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1) )
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/07)
Besluit tot verlening van een autorisatie
|
Referentie van het besluit (2) |
Datum van het besluit |
Naam van de stof |
Houder van de autorisatie |
Nummer van de autorisatie |
Toegestaan gebruik |
Datum van verstrijken van de herbeoordelingstermijn |
Gronden voor het besluit |
|
C(2023) 882 |
10 februari 2023 |
Chroomtrioxide EG-nr. 215-607-8, CAS-nr. 1333-82-0 |
Steel Color S.p.A., Via Per Pieve Terzagni 15, 26033 Pescarolo Ed Uniti (CR), Italië |
REACH/23/1/0 |
Als kleurstof en verhardingsmiddel voor roestvrijstalen platen die in de staalindustrie worden aangebracht voor de vervaardiging van koudgewalst getextureerd plaatmetaal van hoge kwaliteit |
31 december 2028 |
Overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 wegen bij het gebruik van de stof de sociaaleconomische voordelen zwaarder dan het risico voor de gezondheid van de mens en het milieu en zijn er geen geschikte alternatieve stoffen of technieken. |
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) Het besluit is te vinden op de website van de Europese Commissie: Authorisation (europa.eu)
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/10 |
Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)
(bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1) )
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/08)
Besluit tot verlening van een autorisatie
|
Referentie van het besluit (2) |
Datum van het besluit |
Naam van de stof |
Houder van de autorisatie |
Nummer van de autorisatie |
Toegestaan gebruik |
Datum van verstrijken van de herbeoordelingstermijn |
Gronden voor het besluit |
|
C(2023) 884 |
10 februari 2023 |
Chroomtrioxide EG-nr. 215-607-8, CAS-nr. 1333-82-0 |
Husqvarna AB, EM-OFPM/Erk, 56182, Huskvarna, Zweden |
REACH/23/2/0 |
Industrieel gebruik van een mengsel dat chroomtrioxide bevat bij het functioneel verchromen van zaagkettingschakels om te voldoen aan de vereisten inzake scherptebehoud en duurzaamheid, voor gebruik bij kettingzagen |
31 december 2032 |
Overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 wegen bij het gebruik van de stof de sociaaleconomische voordelen zwaarder dan het risico voor de gezondheid van de mens en het milieu en zijn er geen geschikte alternatieve stoffen of technieken. |
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) Het besluit is te vinden op de website van de Europese Commissie: Authorisation (europa.eu)
Rekenkamer
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/11 |
Speciaal verslag 04/2023:
“Het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering + — De resultaten bleven achter bij de ambities”
(2023/C 60/09)
De Europese Rekenkamer heeft haar Speciaal verslag 04/2023 gepubliceerd, getiteld: “Het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering + — De resultaten bleven achter bij de ambities”.
Het verslag kan rechtstreeks worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: https://www.eca.europa.eu/nl/Pages/DocItem.aspx?did=63424
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/12 |
Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 en Verordening (EU) 2021/1230 wat betreft instantovermakingen in euro
(2023/C 60/10)
(De volledige tekst van dit advies is in het Duits, Engels en Frans beschikbaar op de EDPS-website: https://edps.europa.eu)
Op 26 oktober 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 en Verordening (EU) 2021/1230 wat betreft instantovermakingen in euro (1).
Het doel van het voorstel is de beperkte inzet van instantovermakingen in euro uit te breiden, zodat de voordelen ervan kunnen worden gerealiseerd, waaronder efficiëntievoordelen voor consumenten, handelaren, zakelijke gebruikers, betalingsdienstaanbieders en financiële technologiebedrijven, en overheidsdiensten, waaronder belastingdiensten. Een tweede doelstelling is de uitbreiding van de betaalmiddelen op punten van interactie, met name voor grensoverschrijdende transacties. Eind 2021 werd slechts 11 % van de in de EU verstuurde overmakingen in euro uitgevoerd als instantbetaling, hoewel de architectuur voor instantbetalingen in euro reeds bestaat, onder meer dankzij de directebetalingsregeling in de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA) van 2017.
Van de problemen die in het voorstel aan bod komen, zijn er twee van bijzonder belang voor gegevensbescherming: om de bezorgdheid van betalers over de veiligheid van instantbetalingen weg te nemen, zouden betalingsdienstaanbieders in het voorstel ertoe worden verplicht na te gaan of het identificatienummer van de betaalrekening en de naam van de begunstigde die door de betaler is verstrekt, met elkaar overeenstemmen voordat de betaler de betaling toestaat. Wanneer zij niet overeenstemmen, stelt de betalingsdienstaanbieder de betaler in kennis van de geconstateerde verschillen en van de mate waarin zij afwijken. De EDPS is ingenomen met het voorstel en met name met de voorgestelde controle van de overeenstemming, waardoor betalers hun gegevens kunnen vergelijken met de reactie van het systeem en een geïnformeerde beslissing kunnen nemen of het veilig is de betaling toe te staan. Wanneer deze beveiligingsfunctie niet nodig is, biedt het voorstel de betalers de mogelijkheid hiervan af te zien, wat leidt tot minder verwerking van persoonsgegevens.
Op grond van de huidige wetgeving wordt een hoog percentage geweigerde instantbetalingen veroorzaakt doordat personen die bij de instantovermaking betrokken zijn, ten onrechte worden geïdentificeerd als personen op EU-sanctielijsten. Het voorstel voorziet in een verplichte sanctiecontrole in de vorm van een zeer frequente toetsing van cliënten aan EU-sanctielijsten, in plaats van voor elke afzonderlijke transactie, om fout-positieve resultaten te voorkomen. De EDPS is verheugd dat het voorstel ervoor zou zorgen dat in de praktijk wordt overgestapt op een periodieke verificatiemethode die met de nodige zorgvuldigheid kan worden uitgevoerd, zodat fout-positieve resultaten kunnen worden vermeden en de betrokkenen niet te maken krijgen met ongerechtvaardigde betalingsweigeringen.
De EDPS heeft geen opmerkingen over de overige bepalingen van het voorstel.
1. INLEIDING
|
1. |
Op 26 oktober 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 en Verordening (EU) 2021/1230 wat betreft instantovermakingen in euro. |
|
2. |
Het doel van het voorstel is de beperkte inzet van instantovermakingen in euro uit te breiden, zodat de voordelen ervan kunnen worden gerealiseerd, waaronder efficiëntievoordelen voor consumenten, handelaren, zakelijke gebruikers, betalingsdienstaanbieders en financiële technologiebedrijven, en overheidsdiensten, waaronder belastingdiensten. Een tweede doelstelling is de uitbreiding van de betaalmiddelen op punten van interactie, met name voor grensoverschrijdende transacties. |
|
3. |
Twee EU-rechtshandelingen op het gebied van betalingen, de richtlijn betreffende betalingsdiensten in de interne markt van 2015 (2) (PSD2) en de verordening betreffende grensoverschrijdende betalingen (3), zijn reeds van toepassing op instantbetalingen en zullen dat ook blijven na de inwerkingtreding van dit voorstel. De SEPA-verordening (4) is echter door de Commissie gekozen om de nieuwe bepalingen in onder te brengen, omdat daarin technische en bedrijfsmatige vereisten worden vastgesteld voor alle overmakingen in euro en omdat instantbetalingen in euro een nieuwe categorie overmakingen in euro vormen. |
|
4. |
Dit advies van de EDPS wordt uitgebracht naar aanleiding van een raadpleging door de Europese Commissie van 27 oktober 2022, overeenkomstig artikel 42, lid 1, van de EUVG (5). De EDPS is ingenomen met de verwijzing naar deze raadpleging in overweging 23 van het voorstel. |
5. CONCLUSIES
|
17. |
Gelet op het bovenstaande is de EDPS ingenomen met de maatregelen waarin het voorstel voorziet om de gegevens van een begunstigde te verifiëren en om af te zien van het controleren van betalingsdienstgebruikers tijdens een instantovermaking. |
|
18. |
De compenserende regelmatige verificatie met de EU-sanctielijsten, zonder te zijn gekoppeld aan een concrete transactie, geeft geen aanleiding tot bezorgdheid. |
Brussel, 19 december 2022.
Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI
(1) COM(2022) 546 final.
(2) Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt , houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).
(3) Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Unie (PB L 274 van 30.7.2021, blz. 20).
(4) Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22).
(5) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/14 |
Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening betreffende het verzamelen en delen van gegevens met betrekking tot kortetermijnverhuur van accommodatie en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724
(2023/C 60/11)
(De volledige tekst van dit advies is in het Duits, Engels en Frans beschikbaar op de EDPS-website: https://edps.europa.eu)
Op 7 november 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het verzamelen en delen van gegevens met betrekking tot kortetermijnverhuur van accommodatie en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (1).
Het voorstel heeft tot doel de registratieregelingen en andere transparantievereisten voor kortetermijnverhuurdiensten te harmoniseren en moet het via de verwerking van gegevens over kortetermijnverhuurdiensten mogelijk maken passende beleidsmaatregelen te bepalen als het gaat om kwesties als betaalbare huisvesting of de bescherming van het stedelijk milieu. De EDPS herinnert er in dit verband aan dat, voor zover de verwerking persoonsgegevens betreft, de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid in acht moeten worden genomen.
Het voorstel voorziet in regels voor de registratie van aanbieders van kortetermijnverhuur (verhuurders), in informatieverplichtingen waaraan verhuurders moeten voldoen om een registratienummer te ontvangen; in de verplichting voor de bevoegde autoriteiten om de door verhuurders verstrekte informatie te verifiëren, en in de bevoegdheid om verhuurders om aanvullende informatie te verzoeken en de geldigheid van een registratienummer op te schorten. Het voorstel bevat ook regels inzake de verplichting voor onlineplatforms voor kortetermijnverhuur om de geldigheid van registraties door verhuurders te waarborgen.
Daarnaast is in het voorstel bepaald op welke voorwaarde de bevoegde autoriteiten van onlineplatforms voor kortetermijnverhuur specifieke informatie over de activiteiten van verhuurders kunnen ontvangen via het centrale digitale toegangspunt (SDEP). In het voorstel wordt ook gespecificeerd welke autoriteiten toegang hebben tot de gegevens die worden verzameld en gedeeld door onlineplatforms voor kortetermijnverhuur.
In dit advies beveelt de EDPS aan artikel 2 te wijzigen en in het dispositief van het voorstel duidelijk te maken dat dit het gebruik van krachtens het voorstel verwerkte persoonsgegevens voor wetshandhavings- of belasting- en douanedoeleinden uitsluit.
Volgens het voorstel hoeven onlineplatforms voor kortetermijnverhuur geen persoonsgegevens van gasten te melden. De “activiteitsgegevens”, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 11, die door platforms voor kortetermijnverhuur aan de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt, hebben immers alleen betrekking op “het aantal nachten waarvoor een eenheid wordt gehuurd en het aantal gasten dat per nacht in de eenheid is verbleven”. De EDPS is van mening dat dit een essentieel element van het voorstel is, gelet op de noodzaak ervoor te zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens beperkt blijft tot hetgeen noodzakelijk en evenredig is.
De EDPS beveelt tevens aan de categorieën persoonsgegevens te specificeren die overeenkomstig artikel 5, lid 3, door verhuurders bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten worden ingediend, en de formulering betreffende de maximumperiode gedurende welke persoonsgegevens worden bewaard te verduidelijken.
Wat betreft de verificatie door de bevoegde autoriteiten en door onlineplatforms voor kortetermijnverhuur van de door verhuurders ingediende informatie, is de EDPS ingenomen met de vaststelling van de aan verhuurders te verstrekken informatie over de uitkomst van deze verificatie, die de verhuurder in staat moet stellen die uitkomst aan te vechten of de informatie te corrigeren.
De EDPS beveelt ook aan te specificeren of door het SDEP persoonsgegevens worden opslagen.
Tot slot beveelt de EDPS aan in artikel 12, lid 4, te specificeren dat deze bepaling betrekking heeft op de aggregatie van niet-persoonsgebonden gegevens.
1. INLEIDING
|
1. |
Op 7 november 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het verzamelen en delen van gegevens met betrekking tot kortetermijnverhuur van accommodatie en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (hierna “het voorstel” genoemd). |
|
2. |
Doel van het voorstel is het harmoniseren en verbeteren van het kader voor het verzamelen en delen van gegevens over de kortetermijnverhuur van accommodatie in de hele Europese Unie, en het vergroten van de transparantie in de sector voor kortetermijnverhuur (2). |
|
3. |
Meer in het bijzonder wordt met het voorstel beoogd te voorzien in:
|
|
4. |
Dit advies van de EDPS wordt uitgebracht naar aanleiding van een raadpleging door de Europese Commissie van 7 november 2022, overeenkomstig artikel 42, lid 1, EUVG (5). De EDPS is ingenomen met de verwijzing naar deze raadpleging in overweging 38 van het voorstel. In dit verband merkt de EDPS ook met tevredenheid op dat hij al eerder informeel is geraadpleegd overeenkomstig overweging 60 EUVG. |
4. CONCLUSIES
|
23. |
In het licht van het voorgaande beveelt de EDPS aan om:
|
Brussel, 16 december 2022
Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI
(1) COM(2022) 571 final.
(2) Zie de toelichting, blz. 1.
(3) Tevens zij opgemerkt dat artikel 17 van het voorstel voorziet in een wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1). Volgens overweging 32 van het moeten de procedures voor de registratie door verhuurders worden opgenomen in bijlage II van Verordening (EU) 2018/1724, waarbij de digitale toegangspoort is opgericht, die voorziet in algemene regels voor het online verstrekken van informatie, procedures en ondersteunende diensten die relevant zijn voor de werking van de interne markt.
(4) Zie de toelichting, blz. 1.
(5) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39)
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/17 |
Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een “verordening Interoperabel Europa”
(2023/C 60/12)
(De volledige tekst van dit advies is in het Duits, Engel en Frans beschikbaar op de EDPS-website: https://edps.europa.eu)
Op 18 november 2022 heeft de Europese Commissie het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maatregelen voor een hoog niveau van interoperabiliteit van de overheidssector in de Unie (verordening Interoperabel Europa) (1) (hierna “het voorstel”) uitgebracht. Doel van het voorstel is de bevordering van grensoverschrijdende interoperabiliteit van netwerk- en informatiesystemen die worden gebruikt voor het verlenen of beheren van openbare diensten in de Unie, door gemeenschappelijke regels en een kader voor coördinatie van de interoperabiliteit van de overheidssector vast te stellen, teneinde de ontwikkeling van een interoperabele trans-Europese infrastructuur voor digitale overheidsdiensten te ondersteunen.
De EDPS erkent de voordelen die kunnen voortvloeien uit een grotere interoperabiliteit in de overheidssector en verwelkomt de inspanningen van de Commissie om het proces in die richting te organiseren en te institutionaliseren. De EDPS herinnert er ook aan dat interoperabiliteit van netwerk- en informatiesystemen tussen overheidssectoren en op alle bestuursniveaus gevolgen heeft voor een van de meest fundamentele beginselen van gegevensbescherming, namelijk het beginsel van doelbinding. Het is dan ook van cruciaal belang om de risico’s die ontstaan door het wegnemen van technische belemmeringen voor informatie-uitwisseling, in het proces zorgvuldig in aanmerking te nemen. Daarom is de EDPS ingenomen met de bepaling dat de Commissie de EDPS moet raadplegen alvorens toestemming te verlenen voor de oprichting van testomgevingen voor regelgeving in gevallen waarin geen enkele instelling, orgaan of agentschap van de EU aan de testomgeving deelneemt, en stelt hij een wijziging van de formulering voor.
Het voorstel zou een rechtsgrondslag creëren voor de verwerking van persoonsgegevens in testomgevingen voor regelgeving als bedoeld in artikel 11 en 12 van het voorstel. De opmerkingen van de EDPS richten zich derhalve op deze bepalingen.
De EDPS beveelt aan om na te gaan of er mogelijke praktijkvoorbeelden voor de testomgevingen voor regelgeving bestaan die voldoen aan de norm voor noodzakelijkheid, en om, indien dergelijke praktijkvoorbeelden niet kunnen worden vastgesteld, de rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens uit het voorstel te schrappen. Voorts signaleert de EDPS bepalingen die ogenschijnlijk geen regelgevende inhoud hebben en stelt hij voor deze te wijzigen zodat ze een toegevoegde waarde krijgen. Bovendien stelt de EDPS voor een extra waarborg in te voeren om ervoor te zorgen dat testgegevens niet opnieuw gegevens in de productieomgeving worden, vooral niet nadat deze zijn verrijkt met gegevens van andere deelnemers. Ook stelt de EDPS voor te verlangen van deelnemers aan testomgevingen voor regelgeving dat zij bij hun verzoek aan de Commissie om een testomgeving op te zetten, de nodige essentiële informatie verstrekken voor een door de toezichthoudende autoriteit uit te voeren gegevensbeschermingsevaluatie, en stelt hij wijzigingen voor om beter te kunnen inspelen op situaties waarin verschillende toezichthoudende autoriteiten bevoegd zijn om een voorgestelde verwerking in een testomgeving voor regelgeving te beoordelen.
1. INLEIDING
|
1. |
Op 18 november 2022 heeft de Europese Commissie het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maatregelen voor een hoog niveau van interoperabiliteit van de overheidssector in de Unie (verordening Interoperabel Europa) (hierna “het voorstel”) uitgebracht. |
|
2. |
Doel van het voorstel is de bevordering van grensoverschrijdende interoperabiliteit van netwerk- en informatiesystemen die worden gebruikt voor het verlenen of beheren van openbare diensten in de Unie, door gemeenschappelijke regels en een kader voor coördinatie van de interoperabiliteit van de overheidssector vast te stellen, teneinde de ontwikkeling van een interoperabele trans-Europese infrastructuur voor digitale overheidsdiensten te ondersteunen. Het beoogt met name:
|
|
3. |
In verschillende mededelingen van de Commissie, waaronder de mededeling “De digitale toekomst van Europa vormgeven” (2), “Een Europese datastrategie” (3), “In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt” (4) en “Digitalisering van justitie in de Europese Unie – Een instrumentarium met mogelijkheden” (5), werd erkend dat er behoefte is aan krachtiger optreden op dit gebied. Voorts heeft de Europese Raad in zijn mededeling aan de delegaties over de conclusies van de bijzondere bijeenkomst van 1 en 2 oktober 2020 opgeroepen tot een krachtig interoperabiliteitskader (6). Dit initiatief is opgenomen in het werkprogramma van de Commissie voor 2022 (bijlage over Refit-initiatieven) (7). |
|
4. |
Dit advies van de EDPS wordt uitgebracht naar aanleiding van een raadpleging door de Europese Commissie van 18 november 2022, overeenkomstig artikel 42, lid 1, EUVG (8). De EDPS is ingenomen met de verwijzing naar deze raadpleging in overweging 40 van het voorstel. In dit verband merkt de EDPS ook met tevredenheid op dat hij al eerder informeel is geraadpleegd overeenkomstig overweging 60 EUVG. |
6. CONCLUSIES
|
27. |
In het licht van het voorgaande beveelt de EDPS aan om:
|
Brussel, 13 januari 2023.
Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI
(1) COM(2022) 720 final.
(2) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De digitale toekomst van Europa vormgeven” (COM(2020) 67 final).
(3) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een Europese datastrategie” (COM(2020) 66 final).
(4) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt” (COM(2020) 93 final).
(5) Mededeling van de Commissie, “Digitalisering van justitie in de Europese Unie – Een instrumentarium met mogelijkheden, COM(2020) 710 final.
(6) Mededeling van het secretariaat-generaal van de Raad aan de delegaties over de conclusies van de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad (1 en 2 oktober 2020) (EUCO 13/20).
(7) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Werkprogramma van de Commissie voor 2022 – Europa samen sterker maken (COM(2021) 645 final).
(8) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(9) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/20 |
Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening van de Raad inzake afstamming
(2023/C 60/13)
(De volledige tekst van dit advies is in het Duits, Engels en Frans beschikbaar op de EDPS-website: https://edps.europa.eu)
Op 7 december 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming.
Doel van het voorstel is om gemeenschappelijke regels vast te stellen inzake de rechterlijke bevoegdheid en het toepasselijke recht voor de vaststelling van afstamming in een lidstaat in grensoverschrijdende situaties, en gemeenschappelijke regels voor de erkenning of, in voorkomend geval, de aanvaarding in een lidstaat van in een andere lidstaat gegeven rechterlijke beslissingen inzake afstamming en in een andere lidstaat verleden of geregistreerde authentieke akten inzake afstamming vastgesteld, en een Europese akte van afstamming in te voeren.
De EDPS is ingenomen met de duidelijke verwijzingen naar de toepassing van de AVG (1), de EUVG (2) en de e-privacyrichtlijn (3), met de aanwijzing van de verantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens voor de doeleinden van het voorstel en met de verduidelijking van de verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens.
1. INLEIDING
|
1. |
Op 7 december 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming (hierna “het voorstel” genoemd) (4). |
|
2. |
Doel van het voorstel is om gemeenschappelijke regels vast te stellen inzake de rechterlijke bevoegdheid en het toepasselijke recht voor de vaststelling van afstamming in een lidstaat in grensoverschrijdende situaties, en gemeenschappelijke regels voor de erkenning of, in voorkomend geval, de aanvaarding in een lidstaat van in een andere lidstaat gegeven rechterlijke beslissingen inzake afstamming en in een andere lidstaat verleden of geregistreerde authentieke akten inzake afstamming vastgesteld, en een Europese akte van afstamming in te voeren (5). |
|
3. |
Dit initiatief werd aangemerkt als een van de belangrijkste acties in het kader van de EU-strategie voor de rechten van het kind (6) en de EU-strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers (7). |
|
4. |
Dit advies van de EDPS wordt uitgebracht naar aanleiding van een raadpleging door de Europese Commissie van 12 december 2022, overeenkomstig artikel 42, lid 1, van de EUVG. De EDPS is ingenomen met de verwijzing naar deze raadpleging in overweging 96 van het voorstel. In dit verband merkt de EDPS ook met tevredenheid op dat hij al eerder informeel is geraadpleegd overeenkomstig overweging 60 van de EUVG. |
3. CONCLUSIES
|
9. |
In het licht van het bovenstaande heeft de EDPS geen verdere opmerkingen over het voorstel. |
Brussel, 26 januari 2023.
Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI
(1) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(3) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(4) COM(2022) 695 final.
(5) Artikel 1 van de voorgestelde verordening.
(6) EU-strategie voor de rechten van het kind (COM(2021) 142 final).
(7) Een Unie van gelijkheid: strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers 2020-2025(COM(2020) 698 final). Zie de Toelichting, blz. 2 van het voorstel.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/22 |
Lijst van havens in de EU-lidstaten waar vissersvaartuigen van derde landen activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading van visserijproducten mogen verrichten en toegang tot havendiensten krijgen overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad; lijst van havens in Noord-Ierland waar vissersvaartuigen van derde landen activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading van visserijproducten mogen verrichten en toegang tot havendiensten krijgen overeenkomstig het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
(2023/C 60/14)
Deze lijst wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (1).
|
Lidstaat |
Aangewezen havens |
|
|
|
|
België |
Oostende Zeebrugge |
|
|
|
|
Bulgarije |
Бургас (Burgas) Варна (Varna) |
|
|
|
|
Denemarken |
Aalborg Aarhus Esbjerg Fredericia Frederikshavn ((2)) , ((15)) , ((16)) Hanstholm Hirtshals Hvide Sande ((2)) , ((15)) , ((16)) København Skagen |
|
|
|
|
Duitsland |
Bremerhaven Cuxhaven Rostock (overladingen niet toegestaan) Sassnitz/Mukran (overladingen niet toegestaan) |
|
|
|
|
Estland |
Momenteel geen |
|
|
|
|
Ierland |
Killybegs ((2)) Castletownbere ((2)) |
|
Griekenland |
Πειραιάς (Piraeus) Θεσσαλονίκη (Thessaloniki) |
|
|
|
|
Spanje |
A Coruña A Pobra do Caramiñal Algeciras Alicante Almería Arrecife Barbate ((2)) (overladingen en aanlandingen niet toegestaan) Barcelona Bilbao Burela Cádiz Cartagena Castellón Celeiro Gijón Huelva Las Palmas de Gran Canaria Málaga Marín Palma de Mallorca ((2)) Pasaia (Pasajes) Puerto del Rosario Ribeira Santa Cruz de Tenerife Santander Tarragona Valencia Vigo (Área Portuaria) Vilagarcía de Arousa |
|
|
|
|
Frankrijk |
Continentaal Frankrijk: Dunkerque Boulogne Le Havre Caen ((2)) Cherbourg en Cotentin ((2)) Barneville-Carteret Granville ((2)) Saint-Malo Roscoff ((2)) Brest Douarnenez ((2)) Concarneau ((2)) Lorient ((2)) Nantes - Saint-Nazaire ((2)) La Rochelle ((2)) Rochefort sur Mer ((2)) Port la Nouvelle ((2)) Sète Marseille Port Franse overzeese gebieden: Le Port (La Réunion) Fort de France (Martinique) ((2)) Port de Jarry (Guadeloupe) ((2)) Port du Larivot (Guyane) ((2)) |
|
|
|
|
Kroatië |
Ploče Rijeka Zadar – Gaženica Split – Sjeverna luka |
|
|
|
|
Italië |
Ancona Brindisi Civitavecchia Fiumicino ((2)) Genova Gioia Tauro La Spezia Livorno Napoli Olbia Palermo Ravenna Reggio Calabria Salerno Taranto Trapani Trieste Venezia |
|
|
|
|
Cyprus |
Λεμεσός (Limassol) |
|
|
|
|
Letland |
Rīga Ventspils |
|
|
|
|
Litouwen |
Klaipėda |
|
|
|
|
Malta |
Valletta (Deepwater Quay, Laboratory Wharf, Magazine Wharf) Marsaxlokk Port (MT DIS Malta Freeport Distripark, MT MAR Marsaxlokk) |
|
|
|
|
Nederland |
Vlissingen Scheveningen ((2)) IJmuiden Harlingen Eemshaven Den Helder ((2)) Velsen ((6)) Amsterdam ((6)) Rotterdam ((6)) Stellendam ((7)) Den Oever ((7)) Oudeschild ((7)) Urk ((7)) Lauwersoog ((7)) Yerseke ((7)) |
|
Polen |
Gdańsk Gdynia Szczecin Świnoujście ((2)) |
|
|
|
|
Portugal |
Aveiro [PT AVE 1] ((2)) Caniçal [PT CNL 1] Horta [PT HOR 1] ((2)) Lisboa [PT LIS 1] Peniche [PT PEN 1] ((2)) Ponta Delgada [PT PDL 1] Porto [PT OPO 1] Setúbal [PT SET 1] ((2)) Sines [PT SIE 1] Viana do Castelo [PT VDC 1] ((2)) |
|
|
|
|
Roemenië |
Constanța |
|
|
|
|
Slovenië |
Momenteel geen |
|
|
|
|
Finland |
Helsinki (overladingen niet toegestaan) |
|
|
|
|
Zweden |
|
|
|
Ellös ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Karlskrona Handelshamnen ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Kungshamn ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Lysekil ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Nogersund ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Rönnäng ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Simrishamn ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Slite ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Smögen ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Strömstad ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Trelleborg ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Träslövsläge ((2)) , ((3)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) Västervik ((2)) , ((3)) , ((4)) , ((5)) (overladingen niet toegestaan) |
|
|
|
|
Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie |
Aangewezen havens |
|
Noord-Ierland |
Londonderry Kilkeel Portavogie Ardglass Warrenpoint Bangor (Co. Down) Belfast |
(1) PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.
((2)) Geen EU-grenscontrolepost.
((3)) Vaartuigen die de vlag van Noorwegen, IJsland, Andorra of de Faeröer voeren, mogen alle visserijproducten aanlanden.
((4)) Aanlandingen van meer dan 10 ton haring gevangen in gebieden buiten de Oostzee, van makreel en van horsmakreel zijn niet toegestaan.
((5)) Indien de haven met (3) is aangemerkt, is het aanlanden van bevroren vis door andere vaartuigen dan die welke de vlag van Noorwegen, IJsland, Andorra of de Faeröer voeren, niet toegestaan.
((6)) Alleen vissersvaartuigen van meer dan 59 m of met een tonnage van ten minste 1 200 BT mogen aanlanden.
((7)) Alleen voor vissersvaartuigen van het Verenigd Koninkrijk die onderhoudswerkzaamheden moeten uitvoeren, na goedkeuring door de NVWA. De fysieke controle van het scheepsruim moet plaatsvinden op een weekdag tussen 8.00 en 17.00 uur in een haven die niet met (6) of (7) is aangemerkt.
((8)) Alleen vissersvaartuigen die de vlag van het VK voeren en in Noord-Ierland zijn geregistreerd, mogen aanlanden.
((9)) Alleen door vaartuigen van minder dan 18 m en alleen aanlandingen van verse vis van soorten waarvoor geen TAC is vastgesteld.
((10)) Alleen door vaartuigen van minder dan 26 m en alleen demersale soorten (vers en bevroren).
((11)) Alleen vaartuigen < 18 m LOA mogen aanlanden.
((12)) Alleen soorten waarvoor geen TAC-limieten gelden, mogen worden aangeland.
((13)) Alleen levende tweekleppige weekdieren die niet onder de IOO-verordening van de EU vallen, mogen worden aangeland.
((14)) Er mogen alleen aanlandingen plaatsvinden op dinsdagen en woensdagen in februari, maart, oktober, november en december, van 14.00 uur tot 20.00 uur.
((15)) Aanlanden en overladen van verse visserijproducten, alsook havendiensten zijn toegestaan.
((16)) Alleen vaartuigen die de vlag van de Faeröer, IJsland en Noorwegen voeren, mogen bevroren visserijproducten aanlanden of overladen.
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/27 |
Bekendmaking van een vacature voor de functie van directeur voor digitale transformatie (DIGIT.A) bij het directoraat-generaal Informatica (rang AD 14), Brussel
COM/2023/10425
(2023/C 60/15)
De Europese Commissie heeft een vacature (referentie COM/2023/10425) gepubliceerd voor de functie van directeur voor digitale transformatie (DIGIT.A) bij het directoraat-generaal Informatica (rang AD 14).
U kunt de vacature in 24 talen raadplegen en uw sollicitatie indienen op de volgende website van de Europese Commissie: https://europa.eu/!hD8fNd
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/28 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.11002 – BDT CAPITAL PARTNERS / M+W GROUP / EXYTE)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/16)
1.
Op 3 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
BDT Capital Partners, LLC (Verenigde Staten) (“BDT Capital Partners”); |
|
— |
M+W Group GmbH (Duitsland) (“M+W”); |
|
— |
Exyte GmbH (Duitsland) (“Exyte”), die onder zeggenschap staat van M+W. |
BDT Capital Partners en M+W verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Excyte. Exyte staat momenteel onder de uitsluitende zeggenschap van M+W.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
BDT Capital Partners: handelsbank met hoofdkantoor in de VS. BDT is gespecialiseerd in investeringen in familiebedrijven en door de oprichter geleide bedrijven. Zij heeft momenteel zeggenschap over 22 portefeuillemaatschappijen die actief zijn in meer dan 150 landen; |
|
— |
M+W: ingenieurs- en bouwbedrijf dat actief is in energieprojecten; |
|
— |
Exyte: internationaal bedrijf voor ontwerp, engineering, inkoop en bouw in gecontroleerde en gereguleerde omgevingen. Exyte bedient klanten op markten als halfgeleiders, batterijen, geneesmiddelen, biotechnologie en datacentra. Exyte is wereldwijd actief in meer dan 20 landen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.11002 – BDT CAPITAL PARTNERS / M+W GROUP / EXYTE
Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/30 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.11026 — PARTNERS GROUP / GHO / STERLING PHARMA)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/17)
1.
Op 6 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Partners Group Holding AG (“Partners Group”, Zwitserland); |
|
— |
GHO Capital Management Limited (“GHO”, Kaaimaneilanden); |
|
— |
Sterling Pharma Solutions Limited (“Sterling Pharma”, Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staat van GHO. |
Partners Group en GHO zullen gezamenlijke zeggenschap verkrijgen in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Sterling Pharma.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
GHO: een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die een aantal GHO-private-equityfondsen beheert. GHO is gevestigd in Londen en beheert ongeveer 5 miljard EUR aan activa, gespecialiseerd in investeringen in mondiale gezondheidszorg; |
|
— |
Partners Group: een mondiale beleggingsmaatschappij naar Zwitsers recht en genoteerd op de SIX Swiss Exchange. Partners Group beschikt over meer dan 131 miljard USD aan activa op het gebied van private equity, particulier onroerend goed, particuliere infrastructuur en particuliere schuld; |
|
— |
Sterling Pharma: verleent diensten voor contractontwikkeling en productieorganisatie (“CDMO”) met betrekking tot werkzame farmaceutische bestanddelen (“API’s”) voor klein-moleculaire geneesmiddelen en antibody-drugconjugates (“ADC’s”). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.11026 — PARTNERS GROUP / GHO / STERLING PHARMA
Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/32 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.11005 – RENAULT / MINTH / JV)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/18)
1.
Op 10 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Renault SAS (“Renault”, Frankrijk), |
|
— |
Minth Group Limited (“Minth”, China). |
Renault en Minth verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over een joint venture.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Renault is onderverdeeld in drie operationele gebieden: i) de productie en levering van nieuwe voertuigen (personenauto’s, lichte bedrijfsvoertuigen en elektrische voertuigen); ii) afzetfinanciering, leasing, onderhouds- en dienstverleningscontracten; en iii) mobiliteitsdiensten, door te voorzien in mobiliteits- en energieoplossingen voor gebruikers van elektrische voertuigen, |
|
— |
Minth houdt zich hoofdzakelijk bezig met de productie en verkoop van i) auto-onderdelen en ii) werktuigmachines en matrijzen, en met onderzoek en ontwikkeling op die gebieden. |
3.
De activiteiten van de joint venture zijn de productie en levering van behuizingen voor batterijen voor elektrische voertuigen.
4.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
5.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.11005 – RENAULT / MINTH / JV
Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/34 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.11011 — EQT / TRESCAL)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/19)
1.
Op 9 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
EQT Fund Management S.à r.l. (“EFMS”, Luxemburg) die onder zeggenschap staat van EQT AB (“EQT”, Zweden); |
|
— |
Talbot International SAS (“Trescal”, Frankrijk). |
EFMS verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Trescal.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
EFMS treedt op als fondsbeheerder voor en namens een bepaald EQT-fonds dat zeggenschap heeft over en investeert in infrastructuurbedrijven, voornamelijk in Europa en Noord-Amerika; |
|
— |
Trescal is via haar concern actief op het gebied van test-, inspectie- en certificeringsdiensten, met name kalibratiediensten, voor klanten in onder meer de sectoren lucht- en ruimtevaart, defensie, energie en industrie, autobouw en vervoer, biowetenschappen, elektronica, telecommunicatie en voedingsmiddelen en dranken. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.11011 —EQT / TRESCAL
Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/35 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.11039 – ERMENEGILDO ZEGNA / THE ESTEE LAUDER COMPANIES / TOM FORD INTERNATIONAL)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/20)
1.
Op 7 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Ermenegildo Zegna N.V. (“Zegna”, Italië), die onder zeggenschap staat van Monterubello s.s., |
|
— |
The Estée Lauder Companies Inc. (“ELC”, Verenigde Staten), die onder zeggenschap staat van de familie Lauder, |
|
— |
Tom Ford International LLC (“Tom Ford International”, Verenigde Staten), die onder zeggenschap staat van Thomas Ford. |
Zegna en ELC zullen zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening verkrijgen over Tom Ford International.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van lidmaatschapsbelangen (aandelen).
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Zegna is actief op het gebied van ontwerp, creatie en distributie van exclusieve herenkleding en accessoires onder het merk Zegna, en van dameskleding, herenkleding en accessoires onder het merk Thom Browne. Zegna produceert en distribueert ook weefsels en textiel. De producten van Zegna worden verkocht in meer dan 500 winkels in 80 landen over de hele wereld, |
|
— |
ELC houdt zich bezig met de productie, marketing en verkoop van hoogwaardige huidverzorgings-, make-up- en haarverzorgingsproducten en parfum. De producten van ELC worden verkocht in ongeveer 150 landen. Op 30 juni 2022 had ELC wereldwijd circa 63 000 werknemers in dienst, |
|
— |
Tom Ford International biedt een uitgebreide collectie herenkleding, dameskleding, accessoires en sinds kort ook onderkleding en horloges. Momenteel zijn er wereldwijd meer dan 100 TOM FORD-verkooppunten (winkels en in-store boutiques). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.11039 – ERMENEGILDO ZEGNA / THE ESTEE LAUDER COMPANIES / TOM FORD INTERNATIONAL
Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/37 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10998 — MAGNA INTERNATIONAL / MINTH GROUP / HUAINAN MAGNA MINTH EXTERIORS SYSTEMS JV)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2023/C 60/21)
1.
Op 10 februari 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Magna International Inc. (“Magna”, Canada), |
|
— |
Minth Group Limited (“Minth”, Volksrepubliek China), |
|
— |
Huainan Magna Minth Exteriors Systems Co., Ltd (de joint venture (“JV”), Volksrepubliek China). |
Magna en Minth verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de JV.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Magna is een wereldwijde autoleverancier die zich bezighoudt met het ontwerp, de ontwikkeling en de vervaardiging van onderdelen, assemblages, systemen, subsystemen en modules voor OEM’s van personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen, |
|
— |
Minth is hoofdzakelijk actief in de productie en verkoop van i) auto-onderdelen en ii) werktuigmachines en matrijzen, en in O & O op die gebieden. |
3.
De activiteiten van de JV zullen bestaan uit het ontwerp, de ontwikkeling, de vervaardiging en de verkoop van voor- en achterkantassemblage en kunststof laadkleppen en laadklepsystemen voor afnemers in de Volksrepubliek China.
4.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
5.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.10998 — MAGNA INTERNATIONAL / MINTH GROUP / HUAINAN MAGNA MINTH EXTERIORS SYSTEMS JV
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/39 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2023/C 60/22)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Côtes du Rhône Villages”
PDO-FR-A0664-AM06
Datum van mededeling: 23.11.2022
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Hoofdstuk I van het productdossier van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône Villages” wordt gewijzigd in punt IV — Gebieden en zones waarin activiteiten plaatsvinden — 3° a) Gebied in de onmiddellijke nabijheid. Doel hiervan is gemeenten toe te voegen zodat het gebied in de onmiddellijke nabijheid overeenkomt met het bereidingsgebied van de BOB “Côtes du Rhône”, de meest algemene benaming waarvoor de geproduceerde wijnen in aanmerking komen, rekening houdend met de piramidale hiërarchische organisatie van de BOB. Met deze wijziging worden vereenvoudiging en consistentie voor de marktdeelnemers beoogd.
Het punt “Aanvullende voorwaarden — gebied in de onmiddellijke nabijheid” van het enig document wordt gewijzigd.
2. Beheer van de wijngaard
In hoofdstuk I van het productdossier, punt VI “Beheer van de wijngaard”, wordt punt “2° - Andere teeltwijzen” aangevuld met agromilieubepalingen die bedoeld zijn om de kenmerken van het fysisch en biologisch milieu in stand te houden. Deze bepalingen betreffen onkruidbestrijding, het gebruik van plasticfolie en bodembehoud.
Het punt “Wijnbouwpraktijken” van het enig document wordt aangevuld.
3. Aangifteverplichtingen
Hoofdstuk II van het productdossier van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône Villages” wordt gewijzigd in punt I “Aangifteverplichtingen”, namelijk in:
|
— |
1. “Aangifte van een claim (déclaration de revendication)”: nu wordt de termijn vastgesteld waarin de aangifte van een claim voor de geproduceerde hoeveelheden bij het “organisme de défence et de gestion” moet worden ingediend; |
|
— |
10. “Irrigatie-aangifte”: deze bepalingen zijn in het productdossier overbodig geworden omdat ze zijn opgenomen in het controleplan voor de benaming. |
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Côtes du Rhône Villages
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
|
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
Rode wijnen, roséwijnen en witte wijnen
KORTE BESCHRIJVING
Het gaat om stille, droge wijnen (met een gehalte aan fermenteerbare suikers van hoogstens 4 g/l).
De rode wijnen en de roséwijnen vormen het grootste deel van de productie (98 %). Deze volle, genereuze wijnen hebben een goede kleurintensiteit en een bewaartijd die varieert naargelang van het bodemtype en van de assemblage van druivenrassen, zoals bepaald door de producent op basis van zijn knowhow. Het aandeel grenache N in de assemblages bedraagt minstens 40 % en wordt gecombineerd met syrah N en/of mourvèdre N, die als voornaamste rassen ten minste 25 % van het wijnstokrassenassortiment uitmaken.
De witte wijnen hebben een volle smaak en soms toetsen van kruiden en vanille.
De wijnen moeten een natuurlijk alcohol-volumegehalte van ten minste 12 % hebben. Voor de rode wijnen bedraagt het appelzuurgehalte minder dan 0,4 g/l. De overige analysecriteria zijn in overeenstemming met de Europese regelgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
14,5 |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad in milli-equivalent per liter |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
16,33 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbouwpraktijken
5.1. Specifieke oenologische procedés
|
1. |
Oenologische procedés Specifiek oenologisch procedé
|
|
2. |
Afstand tussen de rijen en tussen de wijnstokken Teeltwijze
|
|
3. |
Snoeiwijze – algemene bepalingen Teeltwijze
|
|
4. |
Snoeiwijze – bijzondere bepaling Teeltwijze Voor viognier B zijn de volgende snoeiwijzen toegestaan:
|
|
5. |
Irrigatie Teeltwijze Irrigatie mag worden toegestaan. |
|
6. |
Teeltwijzen die de kenmerken van het fysisch en biologisch milieu in stand houden Teeltwijze Met het oog op de instandhouding van de kenmerken van het fysisch en biologisch milieu, een fundamenteel element van het terroir, geldt het volgende:
|
5.2. Maximumopbrengsten
50 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
De oogst van de druiven en de vinificatie en bereiding van de wijnen worden uitgevoerd op het grondgebied van de volgende gemeenten:
|
— |
departement Ardèche: Bourg-Saint-Andéol, Saint-Just-d’Ardèche, Saint-Marcel-d’Ardèche, Saint-Martin-d’Ardèche; |
|
— |
departement Drôme: Bouchet, Mérindol-les-Oliviers, Mirabel-aux-Baronnies, Mollans-sur-Ouvèze, Montbrison, Nyons, (Le) Pègue, Piégon, Rochegude, Rousset-les-Vignes, Saint-Maurice-sur-Eygues, Saint-Pantaléon-les-Vignes, Suze-la-Rousse, Taulignan, Tulette, Venterol, Vinsobres; |
|
— |
departement Gard: Aiguèze, Bagnols-sur-Cèze, Castillon-du-Gard, Cavillargues, Chusclan, Codolet, Comps, Cornillon, Domazan, Estézargues, Fournès, Gaujac, Laudun, Montfrin, Orsan, Pont-Saint-Esprit, Pujaut, Rochefort-du-Gard, Sabran, Saint-Alexandre, Saint-Etienne-des-Sorts, Saint-Gervais, Saint-Hilaire-d’Ozilhan, Saint-Marcel-de-Careiret, Saint-Michel-d’Euzet, Saint-Nazaire, Saint-Pons-la-Calm, Saint-Victor-la-Coste, Sauveterre, Saze, Tresques, Valliguières, Vénéjan; |
|
— |
departement Vaucluse: Beaumes-de-Venise, Bédarrides, Bollène, Buisson, Cairanne, Camaret-sur-Aigues, Caumont-sur-Durance, Châteauneuf-de-Gadagne, Courthézon, Faucon, Grillon, Jonquières, La Roque-Alric, Lafare, Lagarde-Paréol, Mondragon, Morières-lès-Avignon, Orange, Piolenc, Puyméras, Rasteau, Richerenches, Roaix, Sablet, Saint-Marcellin-lès-Vaison, Saint-Romain-en-Viennois, Saint-Roman-de-Malegarde, Saint-Saturnin-lès-Avignon, Sainte-Cécile-les-Vignes, Séguret, Sérignan-du-Comtat, Sorgues, Suzette, Travaillan, Uchaux, Vaison-la-Romaine, Valréas, Vedène, Villedieu, Violès, Visan. |
7. Wijndruivenrassen
|
|
Clairette B |
|
|
Grenache N |
|
|
Grenache B |
|
|
Marsanne B |
|
|
Roussanne B |
|
|
Viognier B |
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
Het geografische gebied strekt zich uit van Montélimar tot Avignon, in het hart van het zuidelijke deel van het Rhônedal, over vier departementen. De rivier de Rhône vormt de kern ervan en lag aan het ontstaan van deze belangrijke verkeersader.
In het Tertiair was de Rhônevallei een mediterrane fjord die zich tot Vienne uitstrekte. Na de terugtrekking van de zee tijdens het Kwartair heeft het landschap zijn huidige morfologische kenmerken verkregen door de inwerking van erosie (regen, wind en riviererosie). Hellingen en terrassen zijn dan ook typisch voor dit landschap. De bodem is zeer divers van aard: rivierterrassen, mergel en zachte kalksteen, erosiebodems (mergel, zand, zandsteen of molasse).
Het klimaat in het zuidelijke deel van de Rhônevallei is mediterraan, met warme en droge zomers en een geringe jaarlijkse neerslag. Regenen doet het vooral in het najaar en aan het einde van de winter. Kenmerkend voor het klimaat is ook de mistral, een vaak heftige en altijd uitdrogende noordenwind. Deze wind, die gemiddeld 120 dagen per jaar waait, verjaagt de wolken en zorgt voor vele uren zonneschijn. Door de aanwezigheid van bergen en heuvels, die de vallei vormgeven, ontstaat een corridoreffect (venturi-effect van de Rhônecorridor) waardoor de wind aan kracht toeneemt.
In de achttiende eeuw verwierven de Rhônewijngaarden ten volle hun adelbrieven. Aan het eind van de achttiende eeuw en in de negentiende eeuw breidde de wijnbouw op de linkeroever zich uit. In 1864 gaf Napoleon III Jules Guyot, een landbouwkundige, opdracht een rapport op te stellen over de toestand en de toekomst van de wijngaarden in Frankrijk. Guyot gebruikte daarin de term “Côtes du Rhône” (in het meervoud) voor de beschrijving van de wijngaarden die zich uitstrekken van Saint-Gilles over Beaucaire tot Tournon. De nabijheid van de Rhône zorgt voor goede afzetmogelijkheden voor de wijnen.
De wijnbouw werd een belangrijke bron van inkomsten. Deze sterke positie leidde ertoe dat “Côtes du Rhône” al in 1937 als gecontroleerde oorsprongsbenaming werd erkend.
In de periode na de erkenning spraken de producenten de wens uit de beste wijnen te mogen valoriseren en identificeren met een geografische benaming. Dit heeft in 1966 geleid tot de erkenning van de mogelijkheid om de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône” te combineren met de naam van enkele gemeenten van herkomst van de druiven, op basis van de faam die de wijnen inmiddels hadden verworven, en vervolgens, in 1967, tot de erkenning van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône Villages”. Deze piramidale opbouw van de productieorganisatie heeft de erkenning bevorderd van geografische eenheden die een aanvulling kunnen vormen op de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône Villages”.
In 2010 bedroeg de productie ongeveer 350 000 hectoliter, waarvan 5 000 hl witte wijn.
De wijnen zijn stille, droge wijnen. De rode wijnen en de roséwijnen vormen het grootste deel van de productie. Deze volle, genereuze wijnen hebben een goede kleurintensiteit en een bewaartijd die varieert naargelang van het bodemtype (zand- of zandleembodems geven lichtere wijnen, steen- of kleigronden rijkere wijnen met veel tannine) en van de assemblage van druivenrassen, zoals bepaald door de producent op basis van zijn knowhow.
De assemblages bestaan uit het druivenras grenache N, in combinatie met syrah N of mourvèdre N. De drie voornaamste rassen zijn goed voor ten minste 66 % van de assemblage.De witte wijnen (2 % van de productie) hebben een volle smaak en soms toetsen van kruiden en vanille.
Deze wijnen zijn afkomstig van druiven die worden geteeld op zorgvuldig geselecteerde percelen in het productiegebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône”. Zij zijn een bijzondere en originele uitdrukking van het natuurlijke en menselijke potentieel waarop de wijnen van de Rhônevallei kunnen bogen.
Zo vormen de geproduceerde wijnen een getuigenis en zijn zij tevens het resultaat van een “unieke diversiteit” die de producenten hebben weten te benutten door het assortiment wijnstokrassen aan te passen en de beste percelen te selecteren, te profiteren van het gunstige klimaat en optimaal gebruik te maken van de aanwezigheid van de Rhône.
Het klimaat van de Rhônevallei zorgt voor goede teeltomstandigheden, niet alleen dankzij het “gezondheidseffect” van de heftige, koude en droge mistral, die de wijngaarden beschermt tegen schimmelaanvallen, maar ook door de goede rijpingsomstandigheden als gevolg van de vele uren zonneschijn, een geschikte hoeveelheid neerslag en een goede concentratie, die ook in de hand wordt gewerkt door de constante aanwezigheid van de mistral.
De Rhônevallei, een belangrijke verkeersader over water en daarna ook over land en via het spoor, heeft het mogelijk gemaakt om al sinds de tijd van de Griekse kolonisatie wijn te verhandelen en dus om gedurende meer dan 2 000 jaar een wijntraditie in stand te houden.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Aanvullende geografische benamingen
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met een van de volgende aanvullende geografische benamingen voor wijnen die voldoen aan de productievoorwaarden die voor deze aanvullende geografische benamingen in het productdossier zijn vastgesteld:
|
— |
“Chusclan”; |
|
— |
“Gadagne”; |
|
— |
“Laudun”; |
|
— |
“Massif d’Uchaux”; |
|
— |
“Nyons”; |
|
— |
“Plan de Dieu”; |
|
— |
“Puyméras”; |
|
— |
“Roaix”; |
|
— |
“Rochegude”; |
|
— |
“Rousset-les-Vignes”; |
|
— |
“Sablet”; |
|
— |
“Saint-Andéol”; |
|
— |
“Saint-Gervais”; |
|
— |
“Saint-Maurice”; |
|
— |
“Saint-Pantaléon-les-Vignes”; |
|
— |
“Sainte-Cécile”; |
|
— |
“Séguret”; |
|
— |
“Signargues”; |
|
— |
“Suze-la-Rousse”; |
|
— |
“Vaison-la-Romaine”; |
|
— |
“Valréas”; |
|
— |
“Visan”. |
Grotere geografische eenheid
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De etiketten van de wijnen waarvoor de beschermde oorsprongsbenaming “Côtes du Rhône Villages” mag worden gebruikt, mogen de grotere geografische eenheid “Vignobles de la Vallée du Rhône” vermelden volgens de voorwaarden van de overeenkomst die door de verschillende beschermings- en beheersorganisaties is ondertekend.
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de vinificatie en bereiding van de wijnen mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten:
|
— |
departement Ardèche: Alboussière, Andance, Ardoix, Arlebosc, Arras-sur-Rhône, Baix, Beauchastel, Bidon, Boffres, Bogy, Champagne, Champis, Charmes-sur-Rhône, Charnas, Châteaubourg, Cheminas, Colombier-le-Cardinal, Cornas, Eclassan, Etables, Félines, Flaviac, Gilhac-et-Bruzac, Glun, Guilherand-Granges, Gras, Labastide-de-Virac, Lemps, Limony, Mauves, Ozon, Peaugres, Peyraud, Plats, Le Pouzin, Quintenas, Rompon, Saint-Barthélemy-le-Plain, Saint-Cierge-la-Serre, Saint-Cyr, Saint Désirat, Saint Etienne de Valoux, Saint-Georges-les-Bains, Saint-Jean-de Muzols, Saint-Julien-en-Saint-Alban, Saint-Laurent-du-Pape, Saint-Montan, Saint-Péray, Saint-Remèze, Saint-Romain-d’Ay, Saint-Romain-de-Lerps, Saint-Symphorien-sous-Chomérac, Saint-Vincent-de-Durfort, Sarras, Savas, Sécheras, Serrières, Soyons, Talencieux, Thorrenc, Toulaud, Tournon-sur-Rhône, Vernosc-les-Annonay, Vinzieux, Vion, La Voulte; |
|
— |
departement Drôme: Albon, Aleyrac, Allex, Ambonil, Andancette, Aubres, La Baume-de-Transit, Beaumont-Monteux, Beausemblant, Benivay-Ollon, Bourg-les-Valence, Chamaret, Chanos-Curson, Chantemerle-les-Blés, Chantemerle-les-Grignan, Châteauneuf-de-Bordette, Châteauneuf-sur-Isère, Chavannes, Clansaye, Clérieux, Colonzelle, Condorcet, Crozes-Hermitage, Donzère, Erôme, Etoile-sur-Rhône, La Garde-Adhémar, Gervans, Grane, Granges-les-Beaumont, Les Granges-Gontardes, Grignan, Larnage, La Roche-de-Glun, Laveyron, Livron-sur-Drôme, Loriol-sur-Drôme, Mercurol, Montjoux, Montoison, Montaulieu, Montségur-sur-Lauzon, La Motte-de-Galaure, La Penne-sur-l’Ouvèze, Les Pilles, Pierrelatte, Pierrelongue, Le Poët-Laval, Ponsas, Pont-de-l’Isère, Propiac, Roche-Saint-Secret-Béconne, Roussas, Saint-Barthélemy-de-Vals, Saint-Donat-sur-l’Herbasse, Saint-Gervais-sur-Roubion, Saint-Paul-Trois-Châteaux, Saint-Rambert-d’Albon, Saint-Restitut, Saint-Uze, Saint-Vallier, Salles-sous-Bois, Serves-sur-Rhône, Solérieux, Tain-l’Hermitage, Teyssières, Triors, Valaurie, Valence, Veaunes; |
|
— |
departement Gard: Les Angles, Argilliers, Aramon, La Bastide-d’Engras, Beaucaire, Bellegarde, La Capelle-et-Masmolène, Carsan, Collias, Connaux, Flaux, Le Garn, Goudargues, Issirac, Jonquières-Saint-Vincent, Laval-Saint-Roman, Le Pin, Lirac, Meynes, Montfaucon, La Roque-sur-Cèze, Pougnadoresse, Pouzilhac, Remoulins, Roquemaure, Saint-André-d’Olérargues, Saint-André-de-Roquepertuis, Saint-Bonnet-du-Gard, Saint-Christol-de-Rodières, Saint-Geniès-de-Comolas, Saint-Julien-de-Peyrolas, Saint-Laurent-de-Carnols, Saint-Laurent-des-Arbres, Saint-Laurent-la-Vernède, Saint-Paul-les-Fonts, Saint-Paulet-de-Caisson, Salazac, Sernhac, Tavel, Théziers, Vallabrix, Verfeuil, Vers-Pont-du-Gard, Villeneuve-lès-Avignon; |
|
— |
departement Isère: Chonas-l’Amballan, Les Côtes d’Arey, Le-Péage-de-Roussillon, Reventin-Vaugris, Les Roches-de-Condrieu, Sablons, Saint-Alban-du-Rhône, Saint-Clair-du-Rhône, Saint-Maurice-l’Exil, Salaise-sur-Sanne, Seyssuel, Vienne; |
|
— |
departement Loire: Bessey, La Chapelle-Villars, Chavanay, Chuyer, Lupe, Maclas, Malleval, Pélussin, Roisey, Saint-Michel-sur-Rhône, Saint-Pierre-de-Bœuf, Saint Romain-en-Jarez, Vérin; |
|
— |
departement Rhône: Ampuis, Condrieu, Les Haies, Loire-sur-Rhône, Longes, Sainte-Colombe, Saint-Cyr-sur-le-Rhône, Saint-Romain-en-Gal, Tupin-et-Semons; |
|
— |
Departement Vaucluse: Althen-les-Paluds, Aubignan, Avignon, Le Barroux, Beaumont-du-Ventoux, Bédoin, Blauvac, Brantes, Caderousse, Caromb, Carpentras, Cavaillon, Châteauneuf-du-Pape, Le Crestet, Crillon-le-Brave, Entraigues-sur-la-Sorgue, Entrechaux, Flassan, Gigondas, Jonquerettes, Lamotte-du-Rhône, Lapalud, Loriol-du-Comtat, Malaucène, Malemort-du-Comtat, Mazan, Méthamis, Modène, Monteux, Mormoiron, Mornas, Pernes-les-Fontaines, Le Pontet, Saint-Hippolyte-le-Graveyron, Saint-Léger-du-Ventoux, Saint-Pierre-de-Vassols, Savoillan, Sarrians, Le Thor, Vacqueyras, Villes-sur-Auzon. |
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-d1effa7b-3f3e-42de-b294-aa6e27019ae0
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/46 |
Bekendmaking van een aanvraag tot wijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad
(2023/C 60/23)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen twee maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
AANVRAAG TOT WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER
“Bianco di Castelfranco Emilia”
PGI-IT-A0508-AM04
Datum van aanvraag: 19.10.2017
1. Regels die op de wijziging van toepassing zijn
Artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 — Niet-minimale wijziging
2. Beschrijving van en redenen voor de wijziging
2.1. Wijziging van de naam van de BGA “Bianco di Castelfranco Emilia” in “Castelfranco Emilia”
De wijziging van de naam “Bianco di Castelfranco Emilia” in “Castelfranco Emilia” is noodzakelijk om witte wijnen met de op het etiket aangegeven druivenrassen trebbiano en moscato te kunnen promoten. Deze wijnen, die van oudsher in het gebied worden geproduceerd, konden niet als specifiek type worden erkend omdat de naam was gebaseerd op het (witte) type “Bianco”. Zoals beschreven onder “Verbanden”, stond het gebied rond Castelfranco Emilia al in de 19e eeuw bekend om de wijnbouw. Het productiegebied maakte destijds deel uit van de provincie Bologna, waarvan de lokale wijnbouwtradities waren gebaseerd op het verbouwen van witte druiven, terwijl in de naastgelegen provincie Modena voornamelijk rode druiven van het ras lambrusco werden geteeld. De naam “Castelfranco Emilia” wordt daardoor al zeker een paar eeuwen geassocieerd met lichte, aromatische witte wijnen. Hoewel het gebied nu deel uitmaakt van de provincie Modena, is het nog steeds precies gelegen tussen de oude Pauselijke Staat en het hertogdom Modena met zijn voornamelijk rode wijnen op basis van de lambruscodruif.
Deze wijziging heeft betrekking op de artikelen 1 tot en met 9 van het productdossier en op de punten 1, 4, 5, 6 en 8 van het enig document.
2.2. Toevoeging van nieuwe typen
Er is een aantal nieuwe typen toegevoegd op basis van de druivenrassen moscato en trebbiano, die ook op het etiket worden vermeld. Ook is voortaan een combinatie van beide rassen toegestaan, die dan allebei op het etiket worden vermeld in de volgorde van hun aandeel in het eindproduct. De toevoeging van deze nieuwe typen aan het productdossier, met vermelding van het druivenras, is noodzakelijk geworden vanwege de snelle ontwikkelingen in de wijnbouw die zich de afgelopen twintig jaar in het gebied in kwestie hebben voltrokken. Bij het vernieuwen van wijnstokken kozen wijnboeren veelal voor druivenrassen die traditioneel in het gebied worden geteeld en die qua kwaliteit en consumententevredenheid uitstekende resultaten garanderen. De rassen trebbiano en moscato, die tot in de vorige eeuw samen met het dominante ras montù werden geteeld, zijn in de afgelopen twee decennia als zodanig steeds belangrijker geworden en liggen thans aan de basis van nieuwe typen. Grote wijnproducenten in het gebied hebben deze trend gevolgd door hogere prijzen te betalen voor druiven van deze rassen, waardoor wijnboeren worden gestimuleerd om ze te produceren.
Deze wijziging heeft betrekking op de artikelen 2, 4 en 6 van het productdossier en op de punten 4, 5 en 8 van het enig document.
2.3. Druivenproductiegebied — toevoeging van een aantal gemeenten en formele wijziging vanwege een bestuurlijke reorganisatie
De gemeenten Castelnuovo Rangone, Castelvetro di Modena, Formigine en Spilamberto, allemaal gelegen in het heuvelachtige gebied van Modena, zijn aan het bestaande productiegebied toegevoegd. Uit bodemonderzoek in deze gemeenten blijkt dat ze dezelfde bodemtypen hebben als het oorspronkelijke grondgebied. Door deze gemeenten aan het productiegebied toe te voegen, kunnen druiven van de aldaar geteelde rassen trebbiano, moscato en montù beter worden geëxploiteerd. Deze witte druiven hebben uitstekende kwaliteitskenmerken, met name een hoog natuurlijk alcoholvolumegehalte en goede primaire aroma’s. Opgemerkt moet worden dat de voormalige gemeenten Bazzano en Crespellano (beide gelegen in de provincie Bologna), die deel uitmaakten van het oorspronkelijke productiegebied, nu behoren tot de nieuwe gemeente Valsamoggia. De beschrijving van het afgebakende gebied is daarom gewijzigd en luidt nu “evenals het hele grondgebied van Bazzano en Crespellano in de gemeente Valsamoggia” in plaats van “de gemeenten Bazzano en Crespellano”.
De wijziging heeft betrekking op artikel 3 van het productdossier en op punt 6 van het enig document.
2.4. Opbrengsten voor de nieuwe rassen moscato en trebbiano
Aangezien de combinatie van rassen is gewijzigd door de toevoeging van nieuwe typen op basis van het ras moscato, het ras trebbiano of beide (die als zodanig ook op het etiket worden vermeld), zijn de productieopbrengsten vastgesteld op 26 ton/hectare voor moscato en 29 ton/hectare voor trebbiano. In goede jaren kunnen dankzij de bodem- en klimaatkenmerken van het grondgebied wijnen van hoge kwaliteit met de aangegeven maximale opbrengsten worden geproduceerd.
Daarnaast is het artikel van het productdossier verbeterd door de opneming van gedeeltelijk gegiste druivenmosttypen.
De wijziging heeft betrekking op artikel 4 van het productdossier en op punt 5 van het enig document.
2.5. Afbakening van het wijnbereidingsgebied
Het wijngebied is uitgebreid tot het gehele bestuurlijke grondgebied van de regio Emilia-Romagna.
Het toestaan van wijnbereiding in aangrenzende gebieden binnen de regio Emilia-Romagna is in overeenstemming met de afwijking waarin de toepasselijke EU-wetgeving voorziet.
In deze wijziging wordt rekening gehouden met het feit dat parelwijnen en gedeeltelijk gegiste druivenmost van oudsher in de hele regio worden geproduceerd.
De wijziging heeft betrekking op artikel 5 van het productdossier en op punt 9 van het enig document (Andere essentiële voorwaarden — afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied).
2.6. Karakterisering van elk nieuw type op basis van het ras moscato, het ras trebbiano of beide, die als zodanig ook op het etiket worden vermeld
De kenmerken van de wijnen en van gedeeltelijk gefermenteerde most bij consumptie zijn toegevoegd.
Aangezien de combinatie van rassen is gewijzigd door toevoeging van nieuwe typen op basis van het ras moscato, het ras trebbiano of beide (die ook op het etiket staan vermeld), zijn de chemische en organoleptische minimumkenmerken die ze bezitten bij vrijgave ervan voor consumptie, vastgesteld. Het artikel is ook verbeterd door voor elk type in de categorieën wijn, parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost chemische en organoleptische minimumkenmerken vast te stellen. Wanneer wijnen waarvan de rassen moscato en trebbiano (in die volgorde of andersom) op het etiket worden vermeld, worden vrijgegeven voor consumptie, moeten ze de kenmerken van deze rassen bezitten.
De wijziging heeft betrekking op artikel 6 van het productdossier en op punt 4 van het enig document.
2.7. Beschrijving en presentatie — twee op het etiket vermelde rassen
Naast de specifieke EU-regel inzake de vermelding van twee wijndruivenrassen op het etiket, is aangegeven dat druiven van het ras met het kleinste aandeel ten minste 15 % van het totaal moeten uitmaken. Dit is in overeenstemming met de toepasselijke nationale bepalingen en waarborgt dat wanneer op het etiket van een wijnbouwproduct twee druivenrassen worden vermeld, het ras met het kleinste aandeel, dat ten minste 15 % van de totale hoeveelheid uitmaakt, ook bijdraagt tot het karakter van het product.
De wijziging heeft betrekking op artikel 7 van het productdossier en op punt 9 van het enig document (Aanvullende essentiële voorwaarden — aanvullende etiketteringsvoorschriften).
2.8. Verpakking — gebruik van champignonvormige stoppen
Voor de categorie “gedeeltelijk gegiste druivenmost” zijn verpakkingsvoorschriften vastgesteld inzake het gebruik van champignonvormige stoppen met capsules van niet hoger dan 7 cm. De tekst voorzag reeds in het gebruik van dergelijke stoppen voor de categorie “parelwijn” en de regels zijn nu verduidelijkt om uitdrukkelijk te voorzien in de mogelijkheid om dergelijke stoppen ook te gebruiken voor de categorie “gedeeltelijk gegiste druivenmost”.
Er zij opgemerkt dat het gebruik van champignonvormige stoppen voor zowel parelwijn als gedeeltelijk gegiste druivenmost is toegestaan sinds het oorspronkelijke productdossier is goedgekeurd bij ministerieel besluit van 18 november 1995. De wijziging betreft dus geen nieuw voorschrift, maar slechts een verduidelijking, die passend is om de tekst nauwkeuriger te maken.
De wijziging heeft betrekking op artikel 8 van het productdossier en op punt 9 van het enig document.
2.9. Aanpassingen in de BGA-naam en in de verschillende BGA-typen
Er zijn enkele aanpassingen gedaan vanwege het feit dat de BGA-naam, met zijn verschillende typen, is gewijzigd van “Bianco di Castelfranco Emilia” in “Castelfranco Emilia”.
De wijziging heeft betrekking op artikel 9 van het productdossier en op punt 8 van het enig document.
2.10. Verwijzing naar de controle-instantie
De verwijzing naar de controle-instantie is geactualiseerd, waarbij Valoritalia Srl wordt vermeld als de door het Ministerie van Landbouw, Voedselvoorziening, Bosbouw en Toerisme erkende controle-instantie.
Deze wijziging heeft betrekking op artikel 10 van het productdossier en heeft geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Castelfranco Emilia
2. Type geografische aanduiding
BGA — beschermde geografische aanduiding
3. Categorieën wijnbouwproducten
|
1. |
Wijn |
|
8. |
Parelwijn |
|
11. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost |
4. Beschrijving van de wijn(en)
1. “Castelfranco Emilia” Bianco
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn van druiven van het ras montù, die ten minste 60 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 40 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een sterke geur van bloemen en gras. In de mond is de wijn goed gestructureerd en smaakvol, omhullend, harmonieus en delicaat, met een licht zure hint en een lange afdronk. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,5 %
Minimaal suikervrij extract (g/l): 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
2. “Castelfranco Emilia” Bianco Frizzante
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte parelwijn van druiven van het ras montù, die ten minste 60 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 40 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fijn en vluchtig schuim en een sterk bloemige geur met tonen van appel en vers fruit. In de mond is de wijn rond, smaakvol en harmonieus, delicaat, met een aangename zuurgraad en een lange afdronk. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
3. Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Bianco
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Gedeeltelijk gefermenteerde most van witte druiven van het ras montù, die ten minste 60 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 40 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. De wijn heeft een strogele kleur van verschillende intensiteit en produceert een levendig, vluchtig schuim. Sterk bloemige geur met tonen van vers fruit. In de mond is de wijn rond, smaakvol en harmonieus, delicaat en zoet.
Minimaal alcoholvolumegehalte (in %) 10,0 %
Effectief alcoholvolumegehalte: minimaal 1 % en maximaal 3/5 van het totale alcoholvolumegehalte
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
4. “Castelfranco Emilia” Moscato
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn van druiven van het ras moscato bianco, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een aangenaam, intens fruitig aroma met tonen van perzik en banaan, en met bloemige tonen van linde, blauwe regen en witte bloemen die typisch zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn smaakvol en delicaat, fris en aangenaam, met de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,5 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. “Castelfranco Emilia” Moscato Frizzante
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte parelwijn van druiven van het ras moscato bianco, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fijn en vluchtig schuim en een intens fruitig aroma met tonen van perzik en banaan. Bloemige tonen van linde, blauwe regen en witte bloemen die typerend zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn smaakvol en delicaat, fris en aangenaam, met de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
6. Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Moscato
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Gedeeltelijk gefermenteerde most van witte druiven van het ras moscato bianco, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fijn en vluchtig schuim en een aangenaam, intens fruitig aroma met tonen van perzik en banaan. Bloemige tonen van linde, blauwe regen en witte bloemen die typerend zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn smaakvol en delicaat, fris, aangenaam en zoet, met precies de juiste zuurgraad.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10 %
Effectief alcoholvolumegehalte: minimaal 1 % en maximaal 3/5 van het totale alcoholvolumegehalte
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
7. “Castelfranco Emilia” Trebbiano
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn van druiven van het ras montù, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fris en licht aroma van weidebloemen die typisch zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn zacht, smaakvol, delicaat en harmonieus met precies de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,5 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
8. “Castelfranco Emilia” Trebbiano Frizzante
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte parelwijn van druiven van het ras trebbiano, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere niet-aromatische witte druivenrassen die geschikt zijn voor de teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fris en licht aroma van weidebloemen die typisch zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn zacht, smaakvol, delicaat en harmonieus met precies de juiste zuurgraad en een fijn, vluchtig schuim. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
9. Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Trebbiano
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Gedeeltelijk gegiste most van witte druiven van het ras Trebbiano, die ten minste 85 % van de wijn moeten uitmaken, terwijl de resterende 15 % kan worden verkregen uit andere niet-aromatische witte druivenrassen die geschikt zijn voor teelt in de regio Emilia-Romagna. Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fris en licht aroma van weidebloemen die typisch zijn voor het druivenras. In de mond is de wijn zacht, smaakvol, delicaat en zoet met precies de juiste zuurgraad en een fijn, vluchtig schuim.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Effectief alcoholvolumegehalte: minimaal 1 % en maximaal 3/5 van het totale alcoholvolumegehalte
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
10. “Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit met een mild fruitig aroma van perzik en banaan, en met bloemige tonen van linde, blauwe regen en witte bloemen. In de mond is de wijn smaakvol en delicaat, fris en aangenaam, met de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,5 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
11. Parelwijn “Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Parelwijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fijn en vluchtig schuim en een mild fruitig aroma van perzik en banaan. Bloemige noten van linde en witte bloemen. In de mond is de wijn smaakvol en delicaat, fris en aangenaam, met de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
12. Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Gedeeltelijk gegiste most van witte druiven met een strogele kleur van verschillende intensiteit, een fijn en vluchtig schuim en een mild fruitig aroma van perzik en banaan. De most heeft bloemige noten van linde en witte bloemen en een zoete smaak, met precies de juiste zuurgraad. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten.
Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Effectief alcoholvolumegehalte: minimaal 1 % en maximaal 3/5 van het totale alcoholvolumegehalte
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
13. “Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Wijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit met een delicaat en fris aroma van weidebloemen, witte bloemen en linde en fruitige aroma’s van perzik en banaan. In de mond is de wijn zacht, smaakvol en delicaat, met precies de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten. Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,5 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
14. Parelwijn “Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Parelwijn met een strogele kleur van verschillende intensiteit, met een fijn en vluchtig schuim, een delicaat en fris aroma van weidebloemen, witte bloemen en linde en fruitige aroma’s van perzik en banaan. In de mond is de wijn zacht, smaakvol en delicaat, met precies de juiste zuurgraad. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten. Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
15. Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Gedeeltelijk gegiste most van witte ruiven met een strogele kleur van verschillende intensiteit, een fijn en vluchtig schuim, een delicaat en fris aroma van weidebloemen, witte bloemen en linde en fruitige aroma’s van perzik en banaan. De smaak is zoet, met precies de juiste zuurgraad. De wijn kan worden verkregen door de druiven in het vinificatiestadium te mengen, of door wijn die uitsluitend is verkregen van de aangegeven druivenrassen, in een later stadium te blenden. Wanneer de wijn wordt vrijgegeven voor consumptie, moet deze de bovenvermelde kenmerken van de oorspronkelijke druivenrassen bezitten. Minimaal alcoholvolumegehalte: 10,0 %
Effectief alcoholvolumegehalte: minimaal 1 % en maximaal 3/5 van het totale alcoholvolumegehalte
Minimaal suikervrij extract: 13 g/l
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgesteld in nationale en EU-wetgeving.
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
a. Specifieke oenologische procedés
Productie van parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost
Specifiek oenologisch procedé
Methoden voor de nagisting die bij de productie worden gebruikt:
Wijnen in de categorie parelwijn worden geproduceerd door middel van secundaire gisting, meestal in autoclaven (Charmat-proces). De traditionele nagisting op fles wordt echter ook nog steeds toegepast.
Gedeeltelijk gegiste druivenmost die door gisting verkregen koolstofdioxide bevat, wordt geproduceerd door gisting in drukvaten. Most die bij de vrijgave voor consumptie door gisting verkregen koolstofdioxide bevat, wordt geproduceerd in autoclaven om de juiste hoeveelheid koolstofdioxide te behouden en ervoor te zorgen dat de gewenste pareling in het eindproduct ontstaat.
b. Maximumopbrengsten
|
1. |
“Castelfranco Emilia” Bianco 232 hectoliter per hectare |
|
2. |
“Castelfranco Emilia” Bianco Frizzante 232 hectoliter per hectare |
|
3. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Bianco 232 hectoliter per hectare |
|
4. |
“Castelfranco Emilia” Moscato 208 hectoliter per hectare |
|
5. |
“Castelfranco Emilia” Moscato Frizzante 208 hectoliter per hectare |
|
6. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Moscato 208 hectoliter per hectare |
|
7. |
“Castelfranco Emilia” Trebbiano 232 hectoliter per hectare |
|
8. |
“Castelfranco Emilia” Trebbiano Frizzante 232 hectoliter per hectare |
|
9. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Trebbiano 232 hectoliter per hectare |
|
10. |
“Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato 228 hectoliter per hectare |
|
11. |
“Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato Frizzante 228 hectoliter per hectare |
|
12. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Trebbiano-Moscato 228 hectoliter per hectare |
|
13. |
“Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano 219 hectoliter per hectare |
|
14. |
Parelwijn “Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano 219 hectoliter per hectare |
|
15. |
Gedeeltelijk gegiste druivenmost “Castelfranco Emilia” Moscato-Trebbiano 219 hectoliter per hectare |
6. Afgebakend geografisch gebied
Wijnen en gedeeltelijk gegiste druivenmost die in aanmerking komen voor de BGA “Castelfranco Emilia”, zijn gemaakt van druiven die zijn geteeld in een productiegebied dat bestaat uit:
|
— |
het gehele bestuurlijke grondgebied van de volgende gemeenten in de provincie Bologna: Anzola dell’Emilia, Argelato, Bologna, Calderara di Reno, Crevalcore, Sala Bolognese, San Giovanni Persiceto, S. Agata Bolognese en Zola Predosa, evenals het hele grondgebied van Bazzano en Crespellano in de gemeente Valsamoggia; |
|
— |
het gehele bestuurlijke grondgebied van de volgende gemeenten in de provincie Modena: Castelfranco Emilia, Spilamberto, Castelnuovo Rangone, Castelvetro di Modena, Formigine, Nonantola, Ravarino, San Cesario sul Panaro en Savignano sul Panaro. |
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Montù B. — Montuni
Moscato Bianco B. — Moscato
Trebbiano Modenese B. — Trebbiano
Trebbiano Romagnolo B. — Trebbiano
Trebbiano Toscano B. — Trebbiano
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
8.1. “Castelfranco Emilia” — alle categorieën: wijn, parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost
Bodem, klimaat en teeltfactoren die relevant zijn voor het verband
Het productiegebied van wijnen van de BGA “Castelfranco Emilia” is gelegen op de vlakte van centraal Emilia, die zich uitstrekt over de provincies Bologna en Modena. Vanwege de ligging aan de voet van de Apennijnen heeft de vlakte typisch continentale temperaturen en neerslagniveaus, met hete zomers en koude winters. De bodem van de centraal-Emiliaanse vlakte is van alluviale oorsprong en het landschap wordt gekenmerkt door zacht glooiende hellingen. De chemische samenstelling van de bodem wordt gekenmerkt door een goede aanwezigheid van totaal stikstof (N), terwijl kalium (K) de overhand heeft op fosfor (P). De fysisch-mechanische samenstelling van de bodem op de rechteroever van de rivier de Panaro is van gemiddelde consistentie en neigt naar kleiachtig. De diepe en oppervlaktehorizonten bevatten veelal kiezel, die afkomstig is van riviersedimenten die in het afgelopen millennium zijn afgezet. De rivieren de Panaro en de Samoggia en andere, kleinere riviertjes die vanuit de Apennijnen naar beneden stromen, zorgen samen met goede grondwaterstanden voor voldoende aanvoer van water.
Aangezien de bodem- en klimaatomstandigheden van de Modena- en Bolognavlakte de natuurlijke groei van de wijnstok bevorderen, is de teeltmethode gebaseerd op een geleidingssysteem van permanente cordons met hangende takken, dat de krachtige groei van de planten moet beteugelen en ervoor moet zorgen dat de knoppen gelijkmatig zijn verdeeld, stralingsenergie wordt opgenomen en de trossen voldoende licht en lucht krijgen.
De bodem, het klimaat en de groeiomstandigheden zijn uniform op de vlakten en de heuvels van de provincies Bologna en Modena, waar de vruchtbaarheid van de bodem, de beschikbaarheid van kalium (K), waarvan bekend is dat het een rol speelt in het suikeraccumulatieproces in de vruchten, en het door de wijnbouwers toegepaste geleidingssysteem zorgen voor een optimale rijping van de druiven.
Menselijke en historische factoren die relevant zijn voor het verband
Historisch gezien vormde het grondgebied van “Castelfranco Emilia” de grens tussen twee rivaliserende steden, waarbij Bologna tot de Pauselijke Staten behoorde en Modena de hoofdstad was van het hertogdom Modena en Reggio Emilia, dat banden had met het koninklijk huis Habsburg-Lotharingen. Als men vanuit het westen over de rivier de Panaro aankomt op de Sant’Ambrogiobrug nabij Modena, waar de grens tussen het hertogdom en de Pauselijke Staten lag, ziet men wijngaarden met stokken van het ras lambrusco liggen, gevolgd door wijngaarden waar witte druivenrassen worden geteeld, zoals montù, trebbiano en albana. In 1929 werd Castelfranco Emilia, tot dan toe een stad in de provincie Bologna, onderdeel van de provincie Modena.
De aloude traditie van het maken van witte wijn in het gebied wordt bevestigd in vroege ampelografische publicaties. Het ras “montù” (synoniem “montonego”) en de wijn die ervan wordt gemaakt, ook in blends met andere witte druivenrassen, werd al in 1823 genoemd.
De menselijke factoren die een rol spelen, zijn de activiteiten van lokale landbouwers en wijnboeren die dankzij hun agronomische en oenologische expertise bekendheid hebben weten te geven aan “Castelfranco Emilia”-wijnen.
De teelttechniek is gebaseerd op het spaliersysteem met een enkel of dubbel permanent cordon om de groeikracht van de planten te beteugelen en ervoor te zorgen dat de druiventrossen voldoende aan zonlicht worden blootgesteld om de druiven optimaal te laten rijpen.
Wanneer de druiven rijp zijn, hebben ze een goed suikergehalte, in combinatie met een hoge zuurgraad en een goed gehalte aan aromatische stoffen die specifiek zijn voor de geteelde rassen.
Dit komt tot uiting in de technische aspecten van de productie: de combinatie van wijnstokrassen, de geleidingsmethoden — die zorgen voor een uitgebalanceerde productie die is afgestemd op de lokale bodem- en klimaatkenmerken — en de wijnbereidingstechnieken, waaronder een natuurlijke nagisting op fles of in autoclaven.
8.2. “Castelfranco Emilia” — categorie wijn
Informatie over specifieke productkenmerken die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst en het oorzakelijke verband met het geografische gebied.
Producten van de BGA “Castelfranco Emilia” in de categorie wijn hebben een strogele kleur van verschillende intensiteit, met uitgesproken bloemige aroma’s die typisch zijn voor de voornaamste druivenrassen.
Hun frisheid en geurige aroma’s dragen bij aan een evenwichtige smaakervaring. De wijnen zijn goed gestructureerd en smaakvol, met een matig alcoholgehalte en een uitgesproken, maar niet te dominante zure toon. Het suikergehalte varieert van droog tot zoet.
De wijnen zijn klaar om te worden gedronken en zijn niet geschikt voor veroudering. Ze passen goed bij pastagerechten en gerechten met wit vlees of vis. De wijnen kunnen het best worden gedronken in het jaar volgend op het productiejaar. Dan zijn hun specifieke organoleptische kenmerken beter op waarde te schatten.
De kwaliteitskenmerken van de wijnen worden beïnvloed door het klimaat en de bodemgesteldheid van het productiegebied, dat een gematigd, koel en luchtig klimaat en goed afwaterende bodems met een goede beschikbaarheid van water heeft en duidelijke temperatuurfluctuaties tijdens het rijpingsseizoen van de druiven kent. Daardoor rijpen de druiven optimaal en ontwikkelen ze zowel een goed suikergehalte als een goed zuurgehalte, die prima combineren met de andere organoleptische en kwaliteitskenmerken van de gebruikte wijnstokrassen. Deze kenmerken komen vervolgens tot uiting in de wijnen die van die rassen worden gemaakt.
Het oorzakelijke verband is derhalve gebaseerd op specifieke kwaliteitskenmerken van het product die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst.
8.3. “Castelfranco Emilia” — categorie parelwijn
Informatie over specifieke productkenmerken die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst en het oorzakelijke verband met het geografische gebied.
In de regio Emilia-Romagna, met inbegrip van het productiegebied van de wijnen van de BGA “Castelfranco Emilia”, vormt de productie van parelwijnen een lange traditie. Omdat parelwijnen van de BGA “Castelfranco Emilia” zeer worden gewaardeerd door consumenten, is de productie ervan commercieel levensvatbaar.
Wanneer de druiven rijp zijn, hebben ze een goed suikergehalte in combinatie met een hoge zuurgraad en een goed gehalte aan aromatische stoffen die specifiek zijn voor de geteelde rassen, waardoor ze zeer geschikt zijn voor secundaire gisting voor de productie van wijnen in de categorie “parelwijn”.
De productie van parelwijnen van de BGA “Castelfranco Emilia” is gebaseerd op een nagisting in autoclaven (Charmat-proces) of op fles, waardoor parelwijnen met overdruk kunnen worden verkregen als gevolg van de koolstofdioxide die ontstaat bij de gisting.
De parelwijnen zijn strogeel van kleur en hebben een goede zuurgraad en een matig alcoholgehalte. Het schuim, dat wordt verkregen door middel van een nagisting in autoclaven of op fles, is fijn, aanhoudend en vluchtig en brengt de bloemige en fruitige aromatische tonen van de voornaamste wijnstokrassen van elk type naar voren. In het jaar volgend op het productiejaar zijn de parelwijnen klaar om te drinken. Dan zijn ze op hun best.
De kwaliteitskenmerken van de parelwijnen worden beïnvloed door het klimaat en de bodemgesteldheid van het productiegebied, dat een gematigd, koel en luchtig klimaat en goed afwaterende bodems met een goede beschikbaarheid van water heeft en duidelijke temperatuurfluctuaties tijdens het rijpingsseizoen van de druiven kent. Daardoor rijpen de druiven optimaal en ontwikkelen ze zowel een goed suikergehalte als een goed zuurgehalte ontwikkelen, die prima combineren met de andere organoleptische en kwaliteitskenmerken van de gebruikte wijnstokrassen. Deze kenmerken komen vervolgens tot uiting in de wijnen die van die rassen worden gemaakt.
Het oorzakelijke verband is derhalve gebaseerd op specifieke kwaliteitskenmerken van het product die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst.
8.4. “Castelfranco Emilia” — categorie gedeeltelijk gegiste druivenmost
Informatie over specifieke productkenmerken die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst en het oorzakelijke verband met het geografische gebied.
De productie van een zoet en bruisend product in de categorie gedeeltelijk gegiste druivenmost heeft zich ontwikkeld in het productiegebied van de wijnen van de BGA “Castelfranco Emilia”.
De bodemgesteldheid van het productiegebied wordt gekenmerkt door vruchtbare grond van alluviale oorsprong, met gemiddelde consistentie of kleiachtige, soms losse en grindachtige bodems die zorgen voor productieve wijngaarden.
De teelttechnieken, die in de loop der tijd zijn verfijnd, zijn gebaseerd op het spaliersysteem, dat de groeikracht van de planten moet beteugelen en ervoor moet zorgen dat de blootstelling van de druiventrossen aan zonlicht voldoende is om de druiven optimaal te laten rijpen.
Wanneer de druiven rijp zijn, hebben ze een goed suikergehalte in combinatie met een hoge zuurgraad en een goed gehalte aan aromatische stoffen die specifiek zijn voor de geteelde rassen, die meer uitgesproken zijn in gedeeltelijk gegiste most, die wordt gekenmerkt door een fijn, vluchtig schuim.
De gedeeltelijk gegiste druivenmosttypen worden geproduceerd door middel van een nagisting van druivenmost of gedeeltelijk gegiste druivenmost in autoclaven en hebben daardoor een aanzienlijke overdruk als gevolg van de kooldioxide die bij de gisting ontstaat.
De most is strogeel van kleur en heeft een goede zuurgraad, een relatief laag effectief alcoholgehalte en een aanzienlijk restsuikergehalte, wat kenmerkend is voor gedeeltelijk gegiste most. Hij heeft duidelijke bloemige en fruitige aroma’s die eigen zijn aan de voornaamste wijnstokrassen van elk type. Het schuim is fijn en vluchtig. Ook hier zijn de producten klaar om te drinken en zijn ze op hun best in het jaar volgend op het productiejaar.
De kwaliteitskenmerken worden beïnvloed door het klimaat en de bodemgesteldheid van het productiegebied, dat een gematigd, koel en luchtig klimaat en goed afwaterende bodems met een goede beschikbaarheid van water heeft en duidelijke temperatuurfluctuaties tijdens het rijpingsseizoen van de druiven kent. Daardoor rijpen de druiven optimaal en ontwikkelen ze zowel een goed suikergehalte als een goed zuurgehalte ontwikkelen, die goed combineren met de andere organoleptische en kwaliteitskenmerken van de gebruikte wijnstokrassen. Deze kenmerken komen vervolgens tot uiting in de producten die van die rassen worden gemaakt.
Het oorzakelijke verband is derhalve gebaseerd op specifieke kwaliteitskenmerken van het product die zijn toe te schrijven aan de geografische herkomst.
9. Andere essentiële voorwaarden
Etikettering van typen waarbij twee rassen op het etiket worden vermeld (trebbiano-moscato en omgekeerd)
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Naast de specifieke EU-regel inzake de vermelding van twee wijndruivenrassen op het etiket (artikel 50, lid 1, punt a), ii), van Verordening (EU) 2019/33) geldt de eis dat druiven van het ras met het kleinste aandeel ten minste 15 % van het totaal moeten uitmaken. In de nationale wetgeving is dit bepaald in artikel 45 van Wet 238/2016.
“Castelfranco Emilia” — categorieën wijn, parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost
Rechtskader:
EU-wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Voor producten van de categorieën parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost mogen champignonvormige stoppen worden gebruikt, mits elke capsule die de stop bedekt niet hoger is dan 7 cm.
Dit type stop kan worden gebruikt in het kader van een afwijking waarin de EU-wetgeving voorziet (artikel 57, lid 2, van Verordening (EU) 2019/33).
Wijnbereidingsruimte
Rechtskader:
EU-wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied.
Beschrijving van de voorwaarde:
De toepasselijke EU-wetgeving (momenteel artikel 5 van Verordening (EU) 2019/33) staat toe dat het vinificatieproces, met inbegrip van secundaire gisting om parelwijn en gedeeltelijk gegiste druivenmost te verkrijgen, niet alleen plaatsvindt in het afgebakende productiegebied voor de druiven, maar ook in aangrenzende gebieden in de regio Emilia-Romagna.
Link naar het productdossier
https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/15995
|
17.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 60/62 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2023/C 60/24)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Bohusläns blåmusslor”
EU-nr.: PDO-SE-02616 — 17.6.2020
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen [van de BOB of de BGA]
“Bohusläns blåmusslor”
2. Lidstaat of derde land
Zweden
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Soort product
Categorie 1.7: Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Bohusläns blåmusslor” zijn de gewone mosselen (Mytilus edulis) die in de archipel rond Bohuslän wordt geteeld.
“Bohusläns blåmusslor” worden gekenmerkt door:
Fysische eigenschappen:
Uiterlijk: “Bohusläns blåmusslor” hebben een dunne schelp die bestaat uit twee halve schelpen van gelijke lengte die aan een kant spits toelopen. De schelpen zijn vaak iets breder aan de basis en iets platter dan in andere watergebieden. Ze zijn bruinzwart van kleur, met blauwe tinten. De binnenkant van de schelp is glanzend en iriserend. Ze is parelwit met lichtblauwe tinten. De halve schelpen zijn gevuld met wisselende hoeveelheden kuit (vrouwtjes) en hom (mannetjes).
Grootte: maximaal 50 mosselen per kg.
Lengte: varieert van 4,5 tot 10 cm.
Gehalte aan mosselvlees: ten minste 20 % van het levend gewicht is mosselvlees.
Chemische kenmerken:
Water: 85 g/100 g eetbaar deel
Eiwitgehalte: 10-12 g/100 g eetbaar deel
Vet: 1,4-1,6 g/100 g eetbaar deel
waarvan
Verzadigde vetten: 0,25-0,4 g/100 g eetbaar deel
Enkelvoudig onverzadigde vetzuren: 0,3-0,4 g/100 g eetbaar deel
Meervoudig onverzadigde vetzuren: 0,4-0,5 g/100 g eetbaar deel
waarvan
Omega-3-vetzuren: 0,30-0,35 g/100 g eetbaar deel
Omega-6-vetzuren: 0,10-0,15 g/100 g eetbaar deel
Organoleptische kenmerken:
Kleur: het mosselvlees is glanzend, met een gele tot lichtbruine tint die in vrouwelijke mosselen met eitjes een roze schakering kan hebben tijdens het paaiseizoen.
Aroma: een frisse, duidelijke impressie van zee en zeewier, met toetsen van noten en aarde.
Smaak: duidelijk fris, met toetsen van umami, noten en krab. Tijdens het paaiseizoen, tussen mei en juli, zijn deze laatste aroma’s prominenter aanwezig.
Consistentie: glad, met een solide textuur die voor een stevige bite zorgt, zonder taai te zijn.
Houdbaarheid: “Bohusläns blåmusslor” blijven 7-11 dagen vers op voorwaarde dat de koudeketen ononderbroken is.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
“Bohusläns blåmusslor” voedt zich door van het filteren van fytoplankton dat van nature in het water aanwezig is.
Grondstoffen: de soort mossel die wordt geteeld voor de productie van “Bohusläns blåmusslor” is de gewone mossel die van nature voorkomt in het productiegebied (Mytilus edulis). “Bohusläns blåmusslor” worden vrij hangend aan touwen geteeld, zonder contact met de zeebodem, op een maximale diepte van ongeveer negen meter.
“Bohusläns blåmusslor” worden gedurende het hele jaar geoogst op een leeftijd van ten minste 15 maanden.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De teelt en reiniging van “Bohusläns blåmusslor” moeten plaatsvinden in het in punt 4 omschreven geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het productiegebied van “Bohusläns blåmusslor” bestaat uit de archipel rond Bohuslän, van de Noorse grens in het noorden tot de Nordre in het zuiden, en uit het gedeelte van de kust van Bohuslän binnen 5 km van de kustlijn bij een normaal waterpeil in de volgende gemeenten en districten:
de parochies Hodal, Strömstad en Tjärnö in het scheepvaartdistrict Vätte;
de parochies Lur en Tanum in het scheepvaartdistrict Tanum;
de parochies Kville, Svenneby en Bottna in het scheepvaartdistrict Kville;
de parochies Tossene en Askum in het scheepsdistrict Sotenäs;
de parochies Bro, Brasäter en Lyse in het scheepvaartdistrict Stagenäs;
de parochies Håby en Foss in het scheepvaartdistrict Tunge;
de parochies Skredsvik, Herrestad, Högås, Bokenäs, Dragsmark en Bäve in het scheepsdistrict Lane;
de parochies Forshälla, Resteröd en Ljung in het scheepvaartdistrict Fräkne;
de parochies Skaftö, Torp, Myckleby, Långelanda, Stala, Tegneby, Röra en Morlanda in het scheepvaartdistrict Ordost;
de parochies Klövedal, Valla and Stenkyrka in het scheepvaartdistrict Tjörn;
de parochies Ödsmål, Norum, Jörlanda, Solberg en Hålta in het scheepvaartdistrict Inlands Nordre;
de parochies Lycke, Marstrand, Torsby en Harestad in het scheepvaartdistrict Inlands Söndre.
5. Verband met het geografische gebied
Het verband tussen het geografische gebied en de specifieke kenmerken van “Bohusläns blåmusslor” berust zowel op de natuurlijke omstandigheden in het gebied als op menselijke factoren.
Specificiteit van het product
“Bohusläns blåmusslor” worden geteeld op vrij hangende touwen zonder dat de mosselen in contact komen met de zeebodem. Bijgevolg is “Bohusläns blåmusslor”, in tegenstelling tot verschillende andere soorten mosselen op de markt, vrij van zand en klei.
“Bohusläns blåmusslor” zijn dunschalig en vlezig (ten minste 20 % van het levend gewicht is mosselvlees). De halve schelpen zijn gewoonlijk iets platter en breder aan de basis dan de halve schelpen van gewone mosselen die in andere watergebieden worden geteeld.
“Bohusläns blåmusslor” hebben glanzend mosselvlees. “Bohusläns blåmusslor” hebben een frisse geur van zee en zeewier, met toetsen van noten en een frisse smaak met waarneembare toetsen van umami, noten en krab. De textuur is stevig, wat een aangenaam mondgevoel geeft.
Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband
Het productiegebied van “Bohusläns blåmusslor” bevindt zich in het deel van het Skagerrak dat bestaat uit de Bohuslän-archipel. Deze archipel bestaat in wezen uit slechts een of twee eilandketens die het vasteland scheiden van de volle zee, met haar vaak woelige wateren en sterke winden.
De temperatuur, het zoutgehalte en de nutriëntensituatie van het water en de aanwezigheid van pelagische larven van de van nature voorkomende gewone mossel (Mytilus edulis) vormen de natuurlijke omstandigheden waarop de teelt van “Bohusläns blåmusslor” berust.
De natuurlijke teeltomstandigheden worden bepaald door een aantal zeestromen. De belangrijkste hiervan is de Baltische stroom, die nutriëntenrijk water van het Baltische estuarium in Öresund noordwaarts aanvoert in het productiegebied. Naarmate de Baltische stroom zich in noordelijke richting langs de westkust van Zweden beweegt, worden meer nutriënten uit rivieren aangevoerd, met name de Göta en de Nordre.
Wanneer de Baltische stroom het Skagerrak bereikt, heeft ze een zoutgehalte tussen 24 en 28 %. Het relatief lage zoutgehalte betekent dat de stroom een laag boven het veel zoutere water in het Skagerrak (35-37 %) vormt. Het oppervlaktewater van de laag behoudt een gemiddelde temperatuur van 10-11 °C. Dieper in de laag daalt de gemiddelde temperatuur tot 8-9 °C.
Het gehalte aan nutriënten, voornamelijk fosfor en stikstof, in het productiegebied van “Bohusläns blåmusslor” varieert van jaar tot jaar en is, als gevolg van de toegenomen afspoeling van land, in de winter hoger dan in de zomer. Het fosfor- en stikstofgehalte schommelt dus tussen respectievelijk 0,4 en 1,0 μmol en 15 en 21 μmol.
De temperatuur en de gelaagdheid van het nutriëntenrijke oppervlaktewater dat boven het zoutere water in het productiegebied stroomt, bevorderen de groei van fytoplankton, dat het belangrijkste voedsel van “Bohusläns blåmusslor” vormt (het fytoplanktongehalte gemeten als chlorofyl A is 1,2-3,0 μg/liter). De grote beschikbaarheid van voedsel betekent dat “Bohusläns blåmusslor” snel groeit, waardoor de mosselen dunschalig en vlezig zijn, met mosselvlees dat een karakteristieke smaak en aroma heeft.
Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband
De teelt van “Bohusläns blåmusslor” vereist een stroom van nutriëntenrijk water met het juiste zoutgehalte en de juiste temperatuur om ervoor te zorgen dat de mosselen voldoende voedsel kunnen opnemen en dat de kwekerijen van nature van mossellarven worden voorzien.
Tegelijkertijd hebben sterke winden en een woelige zee een negatief effect op de teelt van mosselen en op het vermogen om “Bohusläns blåmusslor” te oogsten in de herfst en winter, wanneer de omstandigheden in het productiegebied vaak worden beïnvloed door stormen en hevige winden.
Bij de keuze van de locatie van de teeltsites voor “Bohusläns blåmusslor” moeten de telers rekening houden met de bovenstaande factoren. De telers kiezen geschikte locaties voor de teelt van “Bohusläns blåmusslor” door traditionele kennis van lokale omstandigheden in verschillende delen van het productiegebied (wind, windrichtingen en stromingen) te combineren met informatie over de kenmerken van het mariene milieu (watertemperatuur, zoutgehalte, nutriëntencondities) uit de regelmatig in het productiegebied uitgevoerde analysen.
De kenmerken van “Bohusläns blåmusslor” hangen ook af van de wijze waarop na de oogst met de mosselen wordt omgegaan. Om de kenmerken van de groeiende mosselen te behouden, koelen de telers de vers geoogste mosselen binnen vijf uur na de oogst met circulerend zeewater (5-6 °C). In de zomer, tussen juni en augustus, wanneer de luchttemperatuur relatief hoog is, worden de mosselen rechtstreeks aan boord van het oogstvaartuig gekoeld. De geoogste mosselen worden gekoeld in waterbekkens of grote zakken. De pas geoogste mosselen kunnen tot zeven dagen in koelwater worden bewaard zonder dat dit de kenmerken van de mosselen aantast, op voorwaarde dat de mosselen tijdens de opslag rusten.
Voordat “Bohusläns blåmusslor” voor verkoop worden verpakt, worden ze ontdaan van zeewier en andere begroeiingen. De mosselen worden vervolgens handmatig geïnspecteerd om te waarborgen dat de verkochte producten aan de kwaliteitseisen van “Bohusläns blåmusslor” voldoen.
De teelt van “Bohusläns blåmusslor” is gebaseerd op het duurzame beheer van de populatie gewone mosselen en vereist dat de telers kennis hebben van de levenscyclus van de gewone mossel en van de omstandigheden voor de teelt van gewone mosselen in de natuurlijke omstandigheden van het productiegebied van “Bohusläns blåmusslor”.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://www.livsmedelsverket.se/globalassets/foretag-regler-kontroll/livsmedelsinformation-markning-halsopastaenden/skyddade-beteckningar/produktspecifikation_blamusslor_2022_10_12.pdf