ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 367

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

65e jaargang
26 september 2022


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 367/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10850 — ASMENT DE TEMARA / VEOM / JV) ( 1 )

1

2022/C 367/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10871 — E.ON / FSI / WESTENERGIE BREITBAND) ( 1 )

2


 

III   Voorbereidende handelingen

 

EUROPESE CENTRALE BANK

2022/C 367/03

Advies van de Europese Centrale Bank van 28 juli 2022 inzake een voorstel voor een verordening tot wijziging van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen (CON/2022/25)

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 367/04

Wisselkoersen van de euro — 23 september 2022

10

2022/C 367/05

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 oktober 2022 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie )

11


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2022/C 367/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10935 – DNB / DANSKE BANK / SB1 / EIKA / BALDER / VIPPS / MOBILEPAY) ( 1 )

12

2022/C 367/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Case M.10840 – INFINIGATE / NUVIAS) ( 1 )

14

2022/C 367/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10863 – HANWHA Q CELLS / ENERCITY / LYNQTECH) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

15

2022/C 367/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10909 – KFW / NEDERLANDSE GASUNIE / JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

17

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2022/C 367/10

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

19

2022/C 367/11

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

31

2022/C 367/12

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

42

2022/C 367/13

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

53


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10850 — ASMENT DE TEMARA / VEOM / JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/01)

Op 7 september 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10850. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10871 — E.ON / FSI / WESTENERGIE BREITBAND)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/02)

Op 7 september 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10871. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


III Voorbereidende handelingen

EUROPESE CENTRALE BANK

26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/3


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 28 juli 2022

inzake een voorstel voor een verordening tot wijziging van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen

(CON/2022/25)

(2022/C 367/03)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 13 april 2022 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad een verzoek om advies ontvangen over een voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (1) (hierna de “ontwerpverordening” genoemd).

De bevoegdheid van de ECB om advies uit te brengen over de ontwerpverordening is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), aangezien de ontwerpverordening betrekking heeft op: 1) de fundamentele taak van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) om de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen krachtens artikel 127, lid 2, het vierde streepje, VWEU en artikel 3.1 van de statuten van het ESCB en de ECB (hierna de “ESCB-statuten” genoemd), en: 2) de bijdrage van het ESCB aan het goede verloop van het beleid van de bevoegde autoriteiten ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel overeenkomstig artikel 127, lid 5, VWEU en artikel 3.3 van de ESCB-statuten. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

De ECB is ingenomen met de ontwerpverordening, die zowel de prioriteiten van de Unie op het gebied van kapitaalmarkten en transactieverwerking ondersteunt als een van de kernacties in het actieplan van de Commissie voor de kapitaalmarktenunie (KMU) van 2020 om grensoverschrijdende afwikkelingsdiensten te ontwikkelen. Dit gebeurt onder meer door vereenvoudiging van paspoortproces uit hoofde van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) (hierna de “verordening centrale effectenbewaarinstellingen” of “CSDR” genoemd) en versterking van de samenwerking tussen bevoegde en relevante autoriteiten. De ECB steunt ten zeerste de algemene doelstelling om de integratie van de kapitaalmarkten verder te vergemakkelijken door de belemmeringen voor het grensoverschrijdend verrichten van afwikkelingsdiensten te verminderen. De ontwerpverordening is ook in grote lijnen afgestemd op het internationaal gevoerde beleid in de nasleep van de wereldwijde financiële crisis van 2008-2009, dat gericht is op het versterken van de veerkracht en doeltreffendheid van systeemrelevante basismarktinfrastructuren — met inbegrip van effectenafwikkelingssystemen — als voorwaarde voor gezonde en robuuste kapitaalmarkten en de bevordering van financiële stabiliteit (3).

Specifieke opmerkingen

1.   Regeling inzake afwikkelingsdiscipline

1.1

De ECB is ingenomen met de doelstelling van de Uniewetgever om een gerichter toepassingsgebied voor de regeling inzake afwikkelingsdiscipline van de CSDR vast te stellen door marktgedragingen die tot inefficiënte afwikkelingen leiden aan te pakken, maar zonder elke mislukte afwikkelingsoperatie ongeacht de context en de betrokken partijen automatisch te bestraffen. Het toepassingsgebied en de werking van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline moeten gebaseerd zijn op het evenredigheidsbeginsel. Dit vereist onder meer dat een onderscheid wordt gemaakt tussen mislukte afwikkelingsoperaties die nadelige financiële gevolgen hebben voor de niet-nalatige partij bij een financiële transactie, en mislukte afwikkelingsoperaties die in het geheel geen nadelige financiële gevolgen hebben of enkel de financiële belangen van de nalatige partij schaden. De opneming van deze laatste mislukte afwikkelingsoperaties in het toepassingsgebied van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline zou niet stroken met de logica van de regeling. Daarom moet bij de herziening van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline worden uitgegaan van het doel om alleen die mislukte afwikkelingsoperaties te bestraffen die nadelige financiële gevolgen hebben voor de tegenpartij van de nalatige partij.

1.2

In dezelfde geest is de ECB ingenomen met de voorgestelde uitsluiting van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline van zowel mislukte afwikkelingsoperaties die zijn veroorzaakt door factoren die niet kunnen worden toegeschreven aan de deelnemers aan de transactie, als mislukte afwikkelingsoperaties wanneer bij de transacties niet “twee handelspartijen” betrokken zijn. De ECB verzoekt de Uniewetgever echter te overwegen de reikwijdte van de tweede voorgestelde uitsluiting te verduidelijken, welke zich voor uiteenlopende interpretaties leent. De ECB gaat ervan uit dat deze voorgestelde uitsluiting ook betrekking heeft op overdrachten van effecten zonder betaling (free-of-payment – FOP) naar effectenrekeningen bij centrale effectenbewaarinstellingen (Central Securities Depositories - CSD’s) in het kader van de (de)mobilisatie van onderpand, ongeacht of deze overdrachten tussen particuliere partijen of tussen leden van het ESCB en hun tegenpartijen plaatsvinden. De ECB zou graag zien dat dit in de ontwerpverordening expliciet wordt verduidelijkt. In dit verband moet in de gedelegeerde handelingen van de Commissie de reikwijdte van de tweede voorgestelde uitsluiting verder worden verduidelijkt om te specificeren welke transacties niet worden beschouwd als transacties waarbij twee handelspartijen betrokken zijn. Op dit moment zijn CSD’s wellicht niet toegerust om afwikkelingsinstructies vast te stellen die krachtens de ontwerpverordening moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline. Om een dergelijke identificatie te vergemakkelijken, zou het nuttig kunnen zijn in de gedelegeerde handelingen van de Commissie definities op te nemen die het mogelijk maken de beoogde uitsluitingen concreet te identificeren, waardoor CSD’s geholpen worden bij het realiseren van een geautomatiseerd proces. De ECB is bereid de Uniewetgever te ondersteunen bij de uitwerking van deze verduidelijkingen, en merkt op dat de ontwerpen van gedelegeerde handelingen van de Commissie worden aangemerkt als “voorstel voor een besluit van de Unie” in de zin van de artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5, van het Verdrag, waarin is bepaald dat de ECB moet worden geraadpleegd over ontwerpen van handelingen van de Unie die onder haar bevoegdheid vallen (4).

1.3

Daarnaast moet in dergelijke gedelegeerde handelingen van de Commissie waarin wordt verduidelijkt welke transacties niet mogen worden beschouwd als transacties waarbij twee handelspartijen betrokken zijn, voor CSD’s en financiële marktdeelnemers voldoende aanlooptijd worden overwogen om hun systemen aan te passen. Zo zou, wat TARGET2-Securities (T2S) betreft, een dialoog met de markt raadzaam zijn om mogelijke implementatieproblemen en mogelijke oplossingen in kaart te brengen indien bepaalde transacties moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de afwikkelingsdiscipline op CSD-niveau. Daarom beveelt de ECB aan dat de in de ontwerpverordening voorziene periode van 24 maanden tussen de vaststelling van de herziene CSDR en de inwerkingtreding van het gewijzigde toepassingsgebied van de regeling inzake afwikkelingsdiscipline (5), pas mag aanvangen vanaf de vaststelling van de relevante gedelegeerde handelingen van de Commissie.

1.4

Het bestaan van regelgebaseerde verplichte buy-ins is een aanzienlijke inmenging in de uitvoering van effectentransacties en de werking van de effectenmarkten. Gezien de gevolgen die de inzet van verplichte buy-ins door de Europese Commissie kan hebben (ook met betrekking tot de mogelijke niet-beschikbaarheid van een buy-in-agent), verdient het de voorkeur de mogelijkheid van verplichte buy-ins volledig uit te sluiten. Elke latere wijziging in dit verband moet vervolgens door de Uniewetgever worden beoordeeld.

1.5

Indien de Uniewetgever niettemin besluit de voorgestelde bepalingen betreffende de uitvoeringshandeling van de Europese Commissie voor de invoering van het verplichte buy-in-mechanisme te handhaven, wil de ECB de volgende punten opmerken. Ten eerste is de ECB ingenomen met de herzieningen van het verplichte buy-in-mechanisme in de ontwerpverordening. De toepassing, door middel van een uitvoeringshandeling, van de voorwaarden voor het activeren van een verplicht buy-in-mechanisme met betrekking tot bepaalde financiële instrumenten of categorieën transacties moet worden afgewogen tegen de impact van verplichte buy-ins op de werking van effectenmarkten. Voorts moet in een dergelijke uitvoeringshandeling rekening worden gehouden met de mogelijke gevolgen van het verplichte buy-in-mechanisme voor de financiële stabiliteit van de Unie en voor de efficiëntie van de afwikkeling in de Unie (6) — allebei aangelegenheden die moeten worden beschouwd als aangelegenheden die onder de adviesbevoegdheid van de ECB vallen — en moet een dergelijke uitvoeringshandeling derhalve vóór de vaststelling ervan ter raadpleging van de ECB worden voorgelegd. Het moet de marktdeelnemers ook voldoende tijd geven voor de uitvoering, zodat zij operationele paraatheid kunnen bereiken. Wat betreft de vereisten met betrekking tot op de uitvoering van buy-ins toepasselijke modaliteiten, is het belangrijk dat de uitvoeringskosten niet onevenredig zijn ten opzichte van de bij de onderliggende transactie uitgewisselde waarde. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel moet bovendien enige flexibiliteit worden geboden aan marktdeelnemers op wie de buy-in in een bepaald geval van toepassing zou zijn. Er moet worden nagedacht over een aanpak waarbij marktdeelnemers, in plaats van wetgeving die de exacte methode voor de uitvoering van buy-ins voorschrijft, verplicht zijn onderling contractuele afspraken te maken over dergelijke details. Bovendien zou aan de niet-nalatige partij de mogelijkheid kunnen worden geboden om te beslissen of het buy-in-proces al of niet moet worden geactiveerd. Deze flexibiliteit zou een niet-nalatige partij in staat stellen de onevenredige last te vermijden van de uitvoering van de complexe operationele, technische en juridische wijzigingen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van buy-ins.

1.6

Tenslotte nodigt de ECB de Uniewetgever uit te overwegen effectenfinancieringstransacties uit te sluiten van het toepassingsgebied van verplichte buy-ins. Een effectenfinancieringstransactie creëert geen rechtstreekse open positie tussen de handelspartijen die een buy-in tegen de nalatige partij rechtvaardigt. Bijgevolg zou de toepassing van verplichte buy-ins in het kader van effectenfinancieringstransacties niet in verhouding staan tot het voornemen van de wetgever om het aantal mislukte afwikkelingsoperaties door middel van verplichte buy-ins te verminderen.

2.   Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en relevante autoriteiten: herziening en evaluatie

2.1

De ECB is ingenomen in de ontwerpverordening voorziene versterking van de rol van de betrokken autoriteiten bij de vergunningverlening aan CSD’s om kerndiensten en bancaire nevendiensten te verrichten, alsook bij de regelmatige toetsing en evaluatie van CSD’s, waarin naar behoren wordt erkend dat dergelijke autoriteiten een rechtmatig belang hebben bij de goede werking van de relevante infrastructuren. Tegelijkertijd is de ECB ingenomen met de evenwichtige aanpak van de ontwerpverordening wat betreft de frequentie van de toetsing en evaluatie van CSD-kerndiensten, alsook met de langere termijn waarbinnen de betrokken autoriteiten een met redenen omkleed advies kunnen uitbrengen over de vergunningverlening aan CSD’s om bancaire nevendiensten te verlenen. Teneinde consistentie te waarborgen zou het zinvol zijn de voorgestelde minimumfrequentie waarmee de bevoegde autoriteiten de naleving van de CSDR van bancaire nevendiensten toetsen en beoordelen af te stemmen op de frequentie van de toetsing en evaluatie van CSD-kerndiensten.

2.2

Wat de toetsing en evaluatie van de CSD-kerndiensten betreft, voorziet de ontwerpverordening erin dat een bevoegde autoriteit de relevante autoriteiten raadpleegt. Voor de toetsing en evaluatie van bancaire nevendiensten wordt echter geen overeenkomstige procedure overwogen. Om deze inconsistentie aan te pakken beveelt de ECB aan in de ontwerpverordening een overeenkomstige raadplegingsprocedure op te nemen voor de herziening en evaluatie van bancaire nevendiensten.

2.3

Voor de ESCB-leden die als relevante autoriteit optreden zou een dergelijke raadplegingsprocedure de vervulling van de taak van het ESCB om te zorgen voor efficiënte en deugdelijke verrekeningssystemen binnen de Unie vergemakkelijken. Bovendien zijn CSD’s met een vergunning als aanbieder van bancaire nevendiensten in het kader van hun dagelijkse activiteiten sterk afhankelijk van centralebankdiensten (7), hetgeen de betrokkenheid van centrale banken verder rechtvaardigt. De veiligheid en efficiëntie van de afwikkeling van contanten in commerciële-bankgeld zijn met name relevant voor de centrale banken van uitgifte, aangezien een gebrekkig beheer van krediet- en liquiditeitsrisico’s door CSD’s die bancaire nevendiensten verlenen de soepele werking van de geldmarkten zou kunnen beïnvloeden.

2.4

In hun rol van toezichthouder op clearing- en betalingssystemen beschikken centrale banken over uitgebreide deskundigheid op het gebied van afwikkeling in contanten in centralebank- en commerciële-bankgeld (met inbegrip daarmee gepaard gaande bancaire nevendiensten), met name vanuit het oogpunt van het beheer van financiële risico’s. Bij de uitoefening van hun oversightactiviteiten passen centrale banken een kader toe dat — in overeenstemming met mondiale normen — een systeemperspectief weerspiegelt. Daarom het raadzaam hen als relevante autoriteiten uit hoofde van de CSDR te betrekken bij de regelmatige toetsing en evaluatie van bancaire nevendiensten.

3.   Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en relevante autoriteiten: oprichting van colleges

3.1

De ECB is ingenomen met de invoering van colleges van toezichthouders om de toezichtconvergentie te vergroten en de uitwisseling van informatie tussen de betrokken autoriteiten te vergemakkelijken (8). Niettemin zou de structuur van de paspoortcolleges baat kunnen hebben bij verdere aanpassingen om ervoor te zorgen dat enerzijds verschillende soorten grensoverschrijdende activiteiten worden bestreken en anderzijds de samenwerking binnen het college efficiënt is en geen last oplevert wanneer deelname aan meerdere colleges vereist is. De paspoortactiviteit omvat niet alle CSD-diensten met een grensoverschrijdende dimensie. Daarom stelt de ECB voor het mandaat van de paspoortcolleges uit te breiden tot andere soorten grensoverschrijdende activiteiten, waaronder afwikkeling in relevante vreemde valuta’s en de werking van interoperabele koppelingen, met uitzondering van interoperabele koppelingen van CSD’s die sommige van hun diensten (in verband met die interoperabele koppelingen) uitbesteden aan een publieke entiteit zoals bedoeld in artikel 19, lid 5, van de CSDR (9). De ECB stelt ook voor om de paspoortcolleges te hernoemen tot grensoverschrijdende activiteitencolleges. Bovendien is deelname aan de colleges van cruciaal belang voor de autoriteiten van de lidstaten waarin de activiteiten van een CSD belangrijk zijn voor hun markten. Het zou echter minder relevant kunnen zijn voor de autoriteiten van de lidstaten waarin de activiteiten van een CSD beperkt zijn en niet verplicht mogen worden

3.2

Wat groepscolleges betreft, steunt de ECB de oprichting ervan en met name in de ontwerpverordening ingevoerde keuzemogelijkheid om colleges samen te voegen in één college. Daarnaast zou meer flexibiliteit kunnen worden ingevoerd door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst toe te staan de bevoegde en relevante autoriteiten van landen die geen lidstaat zijn uit te nodigen als waarnemers voor paspoort- en/of groepscolleges.

4.   Bancaire nevendiensten

4.1

De ontwerpverordening bevat wijzigingen van de CSDR die de afwikkeling van contante betalingen mogelijk maken in een door een andere CSD geëxploiteerd effectenafwikkelingssysteem via een andere CSD die een vergunning heeft verkregen om bancaire nevendiensten te verlenen. Samen met de voorgestelde verhoging van de drempel voor afwikkeling via aangewezen kredietinstellingen zouden deze wijzigingen de afwikkeling in vreemde valuta vergemakkelijken en grensoverschrijdende afwikkeling binnen de Unie bevorderen. Tegelijkertijd zou het mogelijke beroep op FOP-afwikkeling waarbij geld- en effectenoverdrachten niet van elkaar afhankelijk zijn — en waardoor het afwikkelingsrisico wordt verhoogd — beperkt zijn.

4.2

Desalniettemin kan de verlening van bancaire nevendiensten door vergunninghoudende CSD’s (hierna “bancaire CSD’s” genoemd) aan andere CSD’s (hierna “gebruiker-CSD’s” genoemd) gevolgen hebben voor het financiële risicoprofiel van de bancaire CSD’s en voor het speelveld voor CSD’s en voor deelnemers in door CSD’s geëxploiteerde effectenafwikkelingssystemen, alsmede voor wat betreft belangenconflicten. Al deze implicaties moeten verder worden aangepakt door de Uniewetgever. Daarom zou de ontwerpverordening kunnen worden gewijzigd door de mogelijkheid op te nemen om technische reguleringsnormen te ontwikkelen om de in de punten 4.3 tot en met 4.8 beschreven gevolgen van de verlening van bancaire nevendiensten door bancaire CSD’s aan gebruiker-CSD’s aan te pakken.

4.3

Artikel 40 CSDR verplicht CSD’s de geldzijde van effectentransacties die in hun effectenafwikkelingssystemen worden verwerkt af te wikkelen via bij een centrale bank geopende rekeningen die specifiek bestemd zijn voor transacties luidende in de valuta van het land waar de afwikkeling plaatsvindt, voor zover dit praktisch en mogelijk is. De in de ontwerpverordening beoogde wijzigingen mogen niet leiden tot een onbedoelde verschuiving van afwikkeling in centralebankgeld naar afwikkeling in commerciële-bankgeld, noch de inspanningen van CSD’s om afwikkeling in centralebankgeld te bewerkstelligen ontmoedigen. In dit verband moet worden opgemerkt dat alle nationale centrale banken van de lidstaten momenteel, behoudens één uitzondering, toegang verlenen tot afwikkeling in centralebankgeld voor niet in de Unie gevestigde CSD’s en hun deelnemers. Afwikkeling in centralebankgeld voor niet-Unievaluta’s kan echter moeilijk te verwezenlijken zijn.

4.4

De met de ontwerpverordening beoogde wijzigingen hebben weliswaar tot doel de afwikkeling in vreemde valuta’s te vergemakkelijken (10), maar bieden de bancaire CSD’s ook de mogelijkheid om onbeperkt bancaire nevendiensten aan te bieden aan gebruiker-CSD’s. De reikwijdte van de diensten die door bancaire CSD’s aan gebruiker-CSD’s moeten worden aangeboden, moet worden beperkt tot diensten die worden verleend met het oog op afwikkeling in vreemde valuta’s. Een dergelijke beperking zou de bancaire CSD’s beletten een breed scala aan activiteiten uit te oefenen en buitensporige risico’s te nemen. Bovendien zou een dergelijke beperking gebruiker-CSD’s er ook van weerhouden gebruik te maken van de diensten van bancaire CSD’s, waarbij voor EU-valuta’s ook afwikkeling in contanten in centralebankgeld mogelijk zou zijn.

4.5

De verlening door CSD’s van bancaire nevendiensten aan gebruiker-CSD’s zou extra blootstellingen met zich meebrengen. Met name de diensten die een bancaire CSD aan gebruiker-CSD’s kan verlenen, zouden financiële risico’s voor de CSD’s opleveren (bv. beleggings-, krediet- en/of liquiditeitsrisico’s) (11). De omvang van deze risico’s hangt af van de omvang van de door de gebruiker-CSD’s gebruikte diensten en van de waarde van de activiteit van die CSD’s op de rekeningen bij de bancaire CSD’s. Indien afwikkeling in vreemde valuta’s geconcentreerd is in één of twee bancaire CSD’s binnen de Unie, kan dit bovendien leiden tot een besmettingsrisico. De prudentiële vereisten van de CSD-verordening vormen een solide prudentieel kader en pakken risico’s met betrekking tot bancaire nevendiensten aan. Het vaststellen van maatregelen om risico’s te beheersen wanneer een bancaire CSD diensten aanbiedt aan gebruiker-CSD’s, kan echter complex blijken te zijn in een context waarin de deelnemers van de gebruiker-CSD, alsmede de activiteit die deze risico’s genereert en de ontwikkeling van die risico’s, niet rechtstreeks onder de zeggenschap van die bancaire CSD staan. Daarom kan het nodig zijn dat de Uniewetgever overweegt een vereiste in te voeren voor bancaire CSD’s om een kader te ontwikkelen waarin wordt uiteengezet hoe de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van de gebruiker-CSD’s kunnen worden ingeperkt. In het algemeen is de ECB voorstander van een evenwichtige aanpak die ervoor moet zorgen dat de potentiële uitbreiding van deze activiteit door bancaire CSD’s (en dus ook de toegenomen risicoblootstellingen, alsmede het concentratie- en potentiële besmettingsrisico als gevolg van deze uitbreiding) in verhouding staat tot de beoogde doelstelling om afwikkeling in vreemde valuta’s door gebruiker-CSD’s te vergemakkelijken, en de financiële soliditeit van bancaire CSD’s niet in gevaar brengt.

4.6

Uit hoofde van de ontwerpverordening kunnen bancaire CSD’s niet alleen diensten voor de clearing en afwikkeling van contanten aan hun deelnemers aanbieden, maar ook aan deelnemers van gebruiker-CSD’s. Dit kan aanleiding geven tot potentiële belangenconflicten waarbij een bancaire CSD besluiten neemt of beleid invoert dat haar eigen deelnemers of CSD’s binnen dezelfde groep bevoordeelt. Dit kan met name relevant zijn in een crisissituatie, bijvoorbeeld wanneer onvoorziene liquiditeitstekorten of ongedekte kredietverliezen ontstaan. Daarom moet het regelgevingskader een vereiste bevatten voor CSD’s om te beschikken over duidelijke regels en procedures om mogelijke belangenconflicten aan te pakken en het risico van discriminerende behandeling jegens gebruiker-CSD’s en hun deelnemers te beperken.

4.7

De verlening van bancaire nevendiensten door bancaire CSD’s aan gebruiker-CSD’s zou gevolgen hebben voor het risicoprofiel van die bancaire CSD’s en kan ook extra kosten en operationele complexiteit met zich meebrengen. Niet alle bancaire CSD’s zijn wellicht bereid of in staat om hun blootstelling aan krediet- en liquiditeitsrisico’s te vergroten en middelen toe te wijzen om een uitbreiding van de afwikkelingsactiviteit in vreemde valuta van gebruiker-CSD’s mogelijk te maken. De ECB begrijpt dat de verlening van bancaire nevendiensten aan gebruiker-CSD’s een zakelijke beslissing van elke bancaire CSD blijft (waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de instelling van koppelingen en de open toegang tot andere CSD’s, hetgeen uiteraard moet worden gewaarborgd (12)).

4.8

Om daarnaast de transparantie met betrekking tot de voorwaarden voor het verlenen van bancaire nevendiensten te bevorderen, moeten in alle toekomstige technische reguleringsnormen de openbaarmakingsvereisten worden vastgesteld waaraan de bancaire CSD’s moeten voldoen met betrekking tot het minimumgamma aan aangeboden diensten, alsmede de voorwaarden van die diensten en de daaraan verbonden kosten en risico’s. Hiermee zou kunnen worden voorkomen dat CSD’s binnen dezelfde groep als een bancaire CSD een voorkeursbehandeling genieten en derhalve een concurrentievoordeel ten opzichte van andere gebruiker-CSD’s behalen wat betreft afwikkelingsdiensten in vreemde valuta.

5.   Saldering

5.1

De ECB is ingenomen met het bij de ontwerpverordening ingevoerde vereiste voor bancaire CSD’s om alle risico’s die voortvloeien uit salderingsovereenkomsten met betrekking tot de geldzijde van hun toegepaste afwikkelingsmodel adequaat te monitoren en te beheren (13). De ECB begrijpt dat er in de Unie gevestigde CSD’s zijn die effectenafwikkelingssystemen exploiteren waarin contanten en/of effecten met betrekking tot effectentransacties op nettobasis worden afgewikkeld. Dergelijke CSD’s zijn momenteel niet onderworpen aan specifieke vereisten voor het aanpakken van de risico’s die voortvloeien uit hun salderingsovereenkomsten.

5.2

De risico’s die verbonden zijn aan salderingsovereenkomsten en de vereisten die beogen die risico’s aan te pakken komen tot uiting in verschillende beginselen van de beginselen voor financiële marktinfrastructuren (“Principles for financial market infrastructures”) die door het Comité betalingen en verrekeningen (CPSS) en de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (IOSCO) (14) zijn gepubliceerd. Er zij op gewezen dat het in punt 5.1 bedoelde vereiste van de ontwerpverordening alleen van toepassing is op bancaire CSD’s. Zij dient echter van toepassing te zijn op alle CSD’s die effectenafwikkelingssystemen exploiteren en gebruikmaken van salderingsovereenkomsten, ongeacht of die CSD’s bancaire nevendiensten verlenen of niet. Gezien de technische aard van het aanvullende vereiste dat krachtens de ontwerpverordening op dergelijke systemen van toepassing is, zou dit vereiste verder kunnen worden uitgewerkt in technische reguleringsnormen, waaraan de ECB bereid is bij te dragen.

6.   Wanbetaling

6.1

Het is nuttig de reikwijdte van de definitie van wanbetaling in de CSDR (15), die momenteel beperkt is tot het openen van een insolventieprocedure tegen een deelnemer aan een door een CSD geëxploiteerd effectenafwikkelingssysteem (hierna de “CSD-deelnemer” genoemd), uit te breiden. Daartoe zou de definitie kunnen worden afgestemd op de definitie in de beginselen voor financiële marktinfrastructuren (16) (17), waarin wordt verwezen naar gebeurtenissen die in de interne regels van de CSD zijn gespecificeerd als wanbetaling, met inbegrip van gebeurtenissen die verband houden met het niet voltooien van een overdracht van activa in overeenstemming met de voorwaarden en regels van het betrokken systeem.

6.2

Het is van cruciaal belang dat wanneer een CSD-deelnemer niet in staat is zijn verplichtingen na te komen wanneer deze om welke reden dan ook opeisbaar worden, de betrokken CSD onmiddellijk maatregelen kan nemen om verliezen en liquiditeitsdruk te beperken. Daarom zou de Uniewetgever kunnen nadenken over een verduidelijking die een CSD de mogelijkheid geeft om aanvullende gebeurtenissen vast te stellen die een wanbetaling door een CSD-deelnemer vormen, indien de in de CSDR genoemde regels en procedures inzake wanbetalingsbeheer niet volstaan om materiële gebeurtenissen die zich in een systeem kunnen voordoen aan te pakken.

Voor zover de ECB wijzigingen van het voorstel aanbeveelt, worden daartoe in een apart technisch werkdocument specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen opgenomen. Het technische werkdocument is beschikbaar in het Engels op Eur-Lex.

Gedaan te Frankfurt am Main, 28 juli 2022.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  COM (2022) 120 final.

(2)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz.1).

(3)  Er wordt verwezen naar de belangrijke werkzaamheden van de Raad voor financiële stabiliteit getiteld “Reducing the moral hazard posed by systemically important financial institutions — FSB Recommendations and Time Lines”, 20 oktober 2010, beschikbaar op de website van de Raad voor financiële stabiliteit op www.fsb.org

(4)  Zie punt 4.1 van Advies CON/2017/39. Alle ECB-adviezen worden gepubliceerd op EUR-Lex.

(5)  Zie Artikel 2 van de ontwerpverordening.

(6)  Zie artikel 1, lid 2, punt b), van de ontwerpverordening.

(7)  Zo deponeren CSD’s bijvoorbeeld hun lange kassaldi op rekeningen bij centrale banken, organiseren zij de financiering en definanciering van hun afwikkelingsactiviteit door middel van overboekingen via rekeningen bij door centrale banken beheerde betalingssystemen, en maken zij gebruik van kredietfaciliteiten van centrale banken als belangrijke bron van gekwalificeerde liquide middelen.

(8)  Zie artikel 1, lid 9, van de ontwerpverordening.

(9)  Artikel 19, lid 5, van de CSDR voorziet in een speciale behandeling van dergelijke interoperabele koppelingen.

(10)  Zie overweging 25 van de ontwerpverordening.

(11)  Zo moeten bijvoorbeeld intraday/girale deposito’s van deelnemers van gebruiker-CSD’s op rekeningen bij een bancaire CSD opnieuw worden belegd, hetgeen leidt tot risicoblootstellingen. De verlenging van intraday-krediet kan leiden tot krediet- en liquiditeitsrisico’s indien een of meer deelnemers van niet-bancaire CSD’s de verschuldigde bedragen niet terugbetalen wanneer zij opeisbaar worden. Kredietlijnen die door de bancaire CSD in verschillende valuta’s worden verstrekt, zouden ook een bron van markt-, krediet- en liquiditeitsrisico’s vormen. Betalingen van coupons of terugbetalingen van effecten uitgegeven via/gehouden door de gebruiker-CSD genereren ook intraday-of overnight-risicoblootstellingen voor de bancaire CSD.

(12)  Zie hoofdstuk III, afdeling 2, van de CSDR over toegang tussen CSD’s.

(13)  Zie artikel 1,punt 19, a), iii), van de ontwerpverordening.

(14)  Zie CPSS-IOSCO-beginselen voor financiële marktinfrastructuren, beschikbaar op de BIS-website onder www.bis.org.

(15)  Zie artikel 2, punt 26, van de CSD-verordening.

(16)  Overeenkomstig bijlage H bij de PFMI’s betekent “wanbetaling” een gebeurtenis die in een overeenkomst is vastgelegd als een wanbetaling. In het algemeen hebben dergelijke gebeurtenissen betrekking op het niet voltooien van een overdracht van gelden of effecten overeenkomstig de voorwaarden en regels van het betrokken systeem.

(17)  In dit verband wordt erop gewezen dat in overweging 6 van de CSDR wordt benadrukt dat het belangrijk is te zorgen voor convergentie van de wetgeving inzake CSDR en de internationale normen.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/10


Wisselkoersen van de euro (1)

23 september 2022

(2022/C 367/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

0,9754

JPY

Japanse yen

139,43

DKK

Deense kroon

7,4365

GBP

Pond sterling

0,88201

SEK

Zweedse kroon

10,9328

CHF

Zwitserse frank

0,9565

ISK

IJslandse kroon

139,90

NOK

Noorse kroon

10,2335

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,658

HUF

Hongaarse forint

406,30

PLN

Poolse zloty

4,7543

RON

Roemeense leu

4,9433

TRY

Turkse lira

17,9515

AUD

Australische dollar

1,4828

CAD

Canadese dollar

1,3177

HKD

Hongkongse dollar

7,6567

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6846

SGD

Singaporese dollar

1,3897

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 381,97

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

17,3853

CNY

Chinese yuan renminbi

6,9442

HRK

Kroatische kuna

7,5228

IDR

Indonesische roepia

14 697,30

MYR

Maleisische ringgit

4,4659

PHP

Filipijnse peso

57,217

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

36,636

BRL

Braziliaanse real

5,0456

MXN

Mexicaanse peso

19,5708

INR

Indiase roepie

79,0705


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/11


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 oktober 2022 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (1) )

(2022/C 367/05)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 306 van 11.8.2022, blz. 20.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.10.2022

1,03

1,03

0,00

1,03

6,95

1,03

1,45

1,03

1,03

1,03

1,03

1,03

0,26

11,15

1,03

1,03

1,03

1,03

1,03

1,03

1,03

7,17

1,03

6,58

1,55

1,03

1,03

1,76

1.9.2022

30.9.2022

0,71

0,71

0,00

0,71

6,95

0,71

1,12

0,71

0,71

0,71

0,71

0,71

0,26

9,23

0,71

0,71

0,71

0,71

0,71

0,71

0,71

7,17

0,71

6,58

1,22

0,71

0,71

1,52

1.8.2022

31.8.2022

0,38

0,38

0,00

0,38

5,73

0,38

0,81

0,38

0,38

0,38

0,38

0,38

0,26

7,67

0,38

0,38

0,38

0,38

0,38

0,38

0,38

5,81

0,38

5,10

0,82

0,38

0,38

1,19

1.7.2022

31.7.2022

0,02

0,02

0,00

0,02

5,73

0,02

0,44

0,02

0,02

0,02

0,02

0,02

0,26

6,24

0,02

0,02

0,02

0,02

0,02

0,02

0,02

5,81

0,02

5,10

0,50

0,02

0,02

1,19

1.6.2022

30.6.2022

-0,19

-0,19

0,00

-0,19

4,85

-0,19

0,24

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

0,26

6,24

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

-0,19

4,88

-0,19

4,40

0,22

-0,19

-0,19

1,02

1.5.2022

31.5.2022

-0,35

-0,35

0,00

-0,35

4,85

-0,35

0,08

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

0,26

5,40

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

-0,35

4,06

-0,35

3,38

0,08

-0,35

-0,35

0,86

1.4.2022

30.4.2022

-0,49

-0,49

0,00

-0,49

4,00

-0,49

0,00

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

0,26

4,66

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

3,42

-0,49

3,38

-0,01

-0,49

-0,49

0,66

1.3.2022

31.3.2022

-0,49

-0,49

0,00

-0,49

4,00

-0,49

-0,03

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

0,26

4,02

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

2,85

-0,49

2,74

-0,04

-0,49

-0,49

0,66

1.2.2022

28.2.2022

-0,49

-0,49

0,00

-0,49

3,29

-0,49

-0,03

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

0,26

3,17

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

2,04

-0,49

2,74

-0,05

-0,49

-0,49

0,66

1.1.2022

31.1.2022

-0,49

-0,49

0,00

-0,49

2,49

-0,49

-0,01

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

0,26

2,38

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

-0,49

1,21

-0,49

2,27

-0,03

-0,49

-0,49

0,51


(1)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10935 – DNB / DANSKE BANK / SB1 / EIKA / BALDER / VIPPS / MOBILEPAY)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/06)

1.   

Op 16 september 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Vipps AS (“Vipps”, Noorwegen),

DNB Bank ASA (“DNB”, Noorwegen),

SpareBank 1 Betaling AS (“SB1”, Noorwegen),

Eika VBB AS (“Eika”, Noorwegen),

Balder Betaling AS (“Balder”, Noorwegen), en

MobilePay A/S (“MobilePay”, Denemarken), die volledig eigendom is en onder de zeggenschap staat van Danske Bank A/S (“Danske Bank”, Denemarken).

Vipps en MobilePay zullen worden samengevoegd tot een nieuwe entiteit en DNB, SB1, Eika, Balder en Danske Bank zullen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening verkrijgen over de nieuw opgerichte entiteit.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Vipps: aanbieder van mobiele betaaldiensten in Noorwegen. Vipps biedt betaaldiensten aan voor een breed scala uiteenlopende betaalsituaties, waaronder person-to-person-betalingen (“P2P”), betalingen op locatie (“POS”), betaling van facturen en onlinebetalingen (e-commerce),

Mobile Pay: levert in Denemarken mobiele betaaldiensten voor een breed scala uiteenlopende betaalsituaties, waaronder POS, P2P, betaling van facturen en e-commerce,

DNB: een algemene bank en de moedermaatschappij van DNB Group. Zij is genoteerd aan de beurs van Oslo. DNB Group biedt aan retailcliënten, zakelijke cliënten en de publieke sector diensten aan op het gebied van bankieren, beleggen, verzekeringen, vermogensbeheer en vastgoed,

SB1: een holdingmaatschappij die momenteel eigendom is van 14 onafhankelijke Noorse banken, met als naam “SpareBank 1”. Deze banken werken samen op een gemeenschappelijk platform en onder een gemeenschappelijke merknaam,

Eika: een holdingmaatschappij die onderdeel is van Eika Alliance, een alliantie die momenteel 63 onafhankelijke Noorse banken telt,

Balder: een holdingmaatschappij die momenteel eigendom is van 13 onafhankelijke Noorse banken,

Danske Bank: een Deense onderneming die financiële diensten aanbiedt in de Noordse landen. Danske Bank is een algemene bank die aan retailcliënten, zakelijke cliënten en de publieke sector diensten aanbiedt op het gebied van retail- en wholesalebanking, pensioenfondsen, levensverzekeringen, hypotheken, vermogensbeheer, effectenbemiddeling, vastgoed en leasing.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:

M.10935 - DNB / DANSKE BANK / SB1 / EIKA / BALDER / VIPPS / MOBILEPAY

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Case M.10840 – INFINIGATE / NUVIAS)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/07)

1.   

Op 16 september 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Infinigate Holding AG (“Infinigate”, Zwitserland), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Bridgepoint Group plc (UK),

RPE Investments Limited (“RPE”, Verenigd Koninkrijk), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Rigby Group (RG) plc (UK).

Infinigate zal uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening verkrijgen over het geheel van RPE.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Infinigate is een groothandelsdistributeur van IT-producten met nadruk op cybersecurityproducten (zoals firewalls, VPN gateways, intrusion detection and prevention systemen (IDS en IPS), encryptie, virusbescherming, beveiligingsoplossingen voor e-mail en content, en cloudgebaseerde beveiligingsoplossingen) in West-Europa,

RPE is de holdingmaatschappij van Nuvias Group (“Nuvias”), die bestaat uit Nuvias Group Ltd. (Verenigd Koninkrijk) en Nuvias UC Overseas Limited (Verenigd Koninkrijk). Nuvias is een groothandelsdistributeur van IT-producten, met klemtoon op cybersecurityproducten en netwerkoplossingen in West-Europa.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:

M.10840 – INFINIGATE / NUVIAS

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10863 – HANWHA Q CELLS / ENERCITY / LYNQTECH)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/08)

1.   

Op 19 september 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Hanwha Q CELLS GmbH (“Hanwha Q CELLS”, Duitsland), die onder de zeggenschap staat van Hanwha Corporation (Zuid-Korea),

Enercity digital GmbH (“enercity”, Duitsland), die onder de zeggenschap staat van Versorgungs- und Verkehrsgesellschaft Hannover mbH (“VVG”, Duitsland),

LynqTech GmbH (“LynqTech”, Duitsland), die thans onder de zeggenschap staat van enercity.

Hanwha Q CELLS en enercity zullen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening verkrijgen over het geheel van LynqTech.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Hanwha Q CELLS: aanbieder van energieoplossingen, gaande van midstream toepassingen als cellen en modules tot downstream zonne-oplossingen voor woningen, commerciële klanten en industriële panden, maar ook grote zonne-installaties,

enercity: nutsbedrijf dat elektriciteit, aardgas, stadsverwarming, brandhout en pellets, en drinkwater distribueert. Daarnaast levert zij ook energiediensten en exploiteert zij stroomcentrales en Power-to-Heat (P2H)-installaties voor stadsverwarming, alsmede biogasinstallaties. Enercity staat onder de uiteindelijke zeggenschap van VVG, een holdingmaatschappij die wordt gehouden door de stad Hannover en de regio Hannover. VVG is actief op het gebied van openbaar vervoer, infrastructuur (lightrail) en nutsdiensten,

LynqTech: ontwikkeling, implementatie, exploitatie, op de markt brengen en licentiering van IT-gebaseerde verkoopsoplossingen voor bedrijven (van het afsluiten van contracten tot de facturatie), met name in de energiesector.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:

M.10863 – HANWHA Q CELLS / ENERCITY / LYNQTECH

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10909 – KFW / NEDERLANDSE GASUNIE / JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 367/09)

1.   

Op 16 september 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Kreditanstalt für Wiederaufbau (“KfW”, Duitsland), eigendom van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Duitse deelstaten,

NV Nederlandse Gasunie (“Nederlandse Gasunie”, Nederland), de moedermaatschappij van de ondernemingen van de Gasunie-groep (“Gasunie Group”, Nederland),

German LNG Terminal GmbH (“GLNG”, Duitsland), die volledig in handen is van Nederlandse Gasunie.

KfW en Nederlandse Gasunie zullen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening verkrijgen over GLNG.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

KfW is een nationale ontwikkelingsbank die zich, in opdracht van de Duitse Bondsrepubliek en de Duitse deelstaten, inzet om economische, sociale en ecologische leefomstandigheden wereldwijd duurzaam te verbeteren,

Nederlandse Gasunie ontwikkelt, beheert en onderhoudt energie-infrastructuur – gastransportnetwerken, internationale transitpijpleidingen, gasopslagfaciliteiten, installaties voor de omzetting van gas en LNG-infrastructuur –, alsmede virtuele tradingplatforms voor gas.

3.   

GLNG gaat optreden als bouwer, eigenaar en exploitant van een hervergassingsfaciliteit (“terminal”) voor vloeibaar aardgas (“LNG”) in het Noord-Duitse Brunsbüttel. De terminal zal dienen voor de invoer van LNG en als distributieterminal.

4.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

5.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:

M.10909 – KFW / NEDERLANDSE GASUNIE / JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/19


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2022/C 367/10)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Alsace grand cru Schoenenbourg”

PDO-FR-A0418-AM02

Datum van mededeling: 20.7.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Aanvullende vermelding

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn de volgende gangbare namen toegevoegd: “Sylvaner” en “Pinot noir”, alsook de overeenkomstige druivenrassen “sylvaner B”, respectievelijk “pinot noir N”.

De gangbare naam “Sylvaner” is toegevoegd om een omissie in de eerste versie van het productdossier recht te zetten. In die eerste versie stond in hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), dat de toegestane rassen “onder hun respectieve naam mogen worden gevinifieerd en in de handel gebracht”, maar de overeenkomstige gangbare naam was niet opgenomen in de lijst van mogelijke gangbare namen. Vóór de goedkeuring van de eerste versie van het productdossier was het druivenras sylvaner B bij nationaal besluit toegevoegd aan de rassen die zijn toegestaan voor de productie van wijnen met de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Zotzenberg”, rekening houdend met de plaatselijke gebruiken en de faam van deze wijnen.

De gangbare naam “Pinot noir” is toegevoegd aan het productdossier omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze aanvraag tot erkenning voor een rode wijn is gebaseerd op de geschiedenis, de bekendheid en de kenmerken van de wijnen waarvoor druiven van het druivenras pinot noir N worden gebruikt die afkomstig zijn van de voor deze “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen afgebakende percelen. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid.

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn voor de druivenrassen muscats à petits grains, die overeenkomen met de gangbare naam “Muscat”, de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

2.   Producttypes

In hoofdstuk I, deel III, van het productdossier is de tekst gewijzigd om aan te geven dat de in het productdossier bedoelde gecontroleerde oorsprongsbenamingen niet langer uitsluitend worden gebruikt voor niet-mousserende witte wijnen.

De gecontroleerde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen die worden gebruikt voor niet-mousserende witte én rode wijnen, worden bij naam genoemd (“Alsace grand cru Hengst”, “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3.   Geografisch gebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 1, van het productdossier is een alinea toegevoegd waarin de data zijn vermeld waarop het geografische gebied door het bevoegde nationale comité van het INAO is gevalideerd, en waarin wordt verwezen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeenten Kientzheim en Sigolsheim zijn opgegaan in de gemeente Kaysersberg Vignoble en werden dus geschrapt.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het geografische gebied.

In punt 1 worden ook de volgende zinnen toegevoegd:

“De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeente is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeente staan aangegeven.”

Door deze wijzigingen moet ook punt 6 van het enig document worden gewijzigd.

4.   Afgebakend perceelgebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier:

is aan de eerste alinea de vermelding “6 en 7 september 2006”, een van de data van goedkeuring van het perceelgebied door het bevoegde nationale comité, toegevoegd om een omissie recht te zetten;

is de formulering in de tweede alinea gewijzigd om rekening te houden met de naamswijzigingen van gemeenten in deel IV, punt 1;

is de kolom “Gemeenten” van de tabel geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met de in deel IV, punt 1, vermelde namen van gemeenten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

5.   Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, van het productdossier is een alinea gewijzigd om te verwijzen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeente Kaysersberg is geschrapt en de gemeente Kaysersberg Vignoble is toegevoegd, met de vermelding dat alleen de deelgemeente Kaysersberg deel uitmaakt van het gebied.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het gebied in de onmiddellijke nabijheid.

Door deze wijzigingen moet ook punt 9 van het enig document worden gewijzigd.

6.   Wijnstokrassenbestand

In hoofdstuk I, deel V, punt 1, a), van het productdossier zijn de woorden “- voor de witte wijnen:” en “- voor de rode wijnen: uit het ras pinot noir N” toegevoegd omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid. Het is ook het enige druivenras dat mag worden gebruikt voor de productie van rode wijn met de oorsprongsbenaming “Alsace”.

In deel V, punt 1), a), b) en e), en punt 2, b), zijn de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

7.   Beplantingsdichtheid

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a),van het productdossier zijn de woorden “voor de productie van witte wijn” en “voor de productie van rode wijn” toegevoegd om de minimale beplantingsdichtheid te differentiëren naargelang de kleur van de wijnen. Ook is de beplantingsdichtheid voor de benamingen die voor rode wijnen mogen worden gebruikt, in het productdossier opgenomen.

Deze aanvullingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a), van het productdossier is de feitelijke datum opgenomen waarop de regel betreffende de mogelijke aanpassing van de beplantingsdichtheid door rooiing, van toepassing is geworden, namelijk “25 oktober 2011”, in plaats van de woorden “op de datum van goedkeuring van dit productdossier”.

Door deze wijziging moet ook punt 5 van het enig document worden gewijzigd.

8.   Snoeiregels

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, b), van het productdossier is de regel inzake het aantal ogen per vierkante meter grondoppervlakte voor de witte wijnen, die verschilde naargelang de gebruikte druivenrassen, vervangen door één algemene regel van 18 ogen per wijnstok.

Dat maakt het mogelijk de formulering van de productdossiers voor de oorsprongsbenamingen van de Elzas te harmoniseren en de controlemethoden te vereenvoudigen.

Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.

Aan het begin van de zin zijn de woorden “Voor de witte wijnen” toegevoegd vanwege de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

De snoeiregels voor de rode wijnen zijn toegevoegd en er is bepaald dat elke wijnstok maximaal 14 ogen mag hebben. Dat is minder dan is toegestaan voor de productie van witte wijnen. Deze regel maakt het mogelijk om consistent te zijn met de opbrengsten en om kwaliteitsdruiven te produceren.

Deze laatste wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

9.   Regels voor het opbinden en de hoogte van het opgebonden gebladerte

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, c), van het productdossier is de maximumhoogte van de steundraad van de booggeleiding geschrapt en is de methode voor het meten van de hoogte van het opgebonden gebladerte gewijzigd.

Dankzij deze wijzigingen kan tijdens de groeiperiode worden nagegaan of de regels voor de hoogte van het gebladerte worden nageleefd. Voorheen gold slechts een inspanningsverbintenis.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10.   Gemiddelde maximale druivendracht per perceel

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, d), van het productdossier is de gemiddelde maximale druivendracht per perceel voor de witte wijnen verlaagd van 10 000 naar 8 500 kg per hectare, in overeenstemming met de verlaging van de opbrengsten voor deze wijnen.

Voor de rode wijnen is een waarde vastgesteld die lager is dan die voor de witte wijnen, in overeenstemming met de opbrengsten van deze wijnen.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

11.   Rijpheid van de druiven en minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

In hoofdstuk I, deel VII, punt 2, a), van het productdossier is de tabel gewijzigd om rekening te houden met de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

Voor deze rode wijnen met een “Alsace grand cru”-oorsprongsbenaming zijn de minimale suikergehalten van de druiven bij de oogst en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte vastgelegd.

Deze vermeldingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

Voor de witte wijnen is het minimale suikergehalte van de druiven met 2 of 3 gram per liter most verhoogd om hetzelfde verschil van 1 % vol ten opzichte van elk minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte te behouden als in de vorige versie van het productdossier. Het “organisme de défense et de gestion” heeft ervoor gekozen om voor de omzetting van suiker in alcohol voor witte wijnen een omzettingsfactor van 17 gram suiker voor 1 % vol te gebruiken, terwijl in de oorspronkelijke versie van het productdossier een factor 16,83 werd gebruikt. Deze factor 17 was aanbevolen door het bevoegde nationale comité van het INAO bij de opstelling van de eerste versie van het productdossier.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

12.   Opbrengsten

In hoofdstuk I, deel VIII, punten 1 en 2, van het productdossier zijn de opbrengsten en de maximumopbrengsten voor witte wijn en voor witte wijn met de vermelding “Vendanges tardives” verlaagd, in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas. Hierdoor is een betere kwaliteitsbeheersing mogelijk.

In punt 5 van het enig document worden de maximumopbrengsten gewijzigd.

Voor wijnen zonder vermelding is “witte wijnen” toegevoegd, omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht.

De opbrengst en de maximumopbrengst voor de rode wijnen zijn vastgesteld in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas, en liggen voor deze “grand cru”-benamingen dus lager.

Deze laatste wijzigingen leiden niet tot een wijziging van het enig document.

13.   Malolactische gisting, gehalte aan fermenteerbare suikers voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, c), van het productdossier is gepreciseerd dat bij de rode wijnen de malolactische gisting is voltooid.

Met het oog op de controle van de naleving van deze regel is een appelzuurgehalte van ten hoogste 0,4 gram per liter op het moment van het verpakken vastgelegd.

In deel IX, punt 1, d), is voor rode wijnen een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van ten hoogste 2 gram per liter na gisting vastgelegd.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

14.   Verbod op verhoging van het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, e), van het productdossier is gepreciseerd dat rode wijnen op geen enkele manier mogen worden verrijkt. Deze beperking op de wijnbereiding is in overeenstemming met de afbakening van de voor de druivenproductie bestemde percelen, de minimale beplantingsdichtheid, de snoeiregels en de lage opbrengstwaarden.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

15.   Capaciteit van de vinificatietanks

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, g), van het productdossier is de coëfficiënt voor de berekening van de capaciteit van de vinificatietanks verlaagd.

De verhouding tussen het volume van de vorige oogst en de capaciteit van de vinificatietanks hoeft niet zo groot te zijn.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

16.   Datums voor opvoeding en in de handel brengen voor consumptie van rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 2, van het productdossier is een minimale opvoedingsperiode voor rode wijnen vastgesteld die loopt tot 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst. Wijnen die worden bereid uit lokale pinot noir N-druiven, hebben een minimale rijpingsperiode nodig om hun kenmerken goed tot uitdrukking te brengen.

In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, a), is vermeld dat rode wijnen na de rijpingsperiode pas op 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst voor consumptie in de handel mogen worden gebracht.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

17.   Controles van verpakte partijen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 3, b), van het productdossier is de regel inzake het bewaren van testflessen voor de controle van verpakte partijen geschrapt.

Deze controlemaatregel wordt opgenomen in het controleplan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

18.   Opslag van verpakte wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 4, van het productdossier zijn de kenmerken van de opslagplaatsen voor verpakte wijnen gepreciseerd.

Dit geeft exploitanten een beter inzicht in deze regel en vergemakkelijkt de controle ervan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

19.   Menselijke factoren die bijdragen tot het verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), van het productdossier is de tekst gewijzigd om rekening te houden met de erkenning van de niet-mousserende rode wijnen voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”:

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 500 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden;

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 000 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden.

In deel X, punt 1, b), is de vermelding dat de erkenning van deze twee oorsprongsbenamingen geldt voor witte druivenrassen, geschrapt en zijn de woorden “voor de witte wijnen” toegevoegd wanneer dit nodig is voor een beter begrip van de tekst.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

De woorden “blancs” en “roses” zijn toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten. Deze toevoegingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

20.   Beschrijving van de wijn(en)

In hoofdstuk I, deel X, punt 2, van het productdossier is een beschrijving van het uiterlijk van de witte wijnen toegevoegd om ze beter te karakteriseren.

Voor de eerste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.”

Voor de laatste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.”

Punt 4 van het enig document wordt gewijzigd.

Voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” wordt een beschrijving van de belangrijkste organoleptische kenmerken van de rode wijnen toegevoegd.

Deze beschrijvingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

21.   Verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 3, van het productdossier is voor de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” de informatie over het verband tussen de geografische oorsprong en de kenmerken van de wijnen, die ook van toepassing kan zijn op de rode wijnen die onder deze benaming vallen, aangevuld met specifieke gegevens voor de rode wijnen.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

22.   Overgangsmaatregelen

In hoofdstuk I, deel XI, punt 2, van het productdossier is, in overeenstemming met de wijzigingen van hoofdstuk I, deel VI, de maximale hoogte van de boogdraad geschrapt en het maximumaantal ogen per wijnstok verlaagd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

23.   Verplichte vermelding van het suikergehalte op de etikettering en andere informatiedragers voor witte wijnen

In hoofdstuk I, deel XII, punt 2, d), van het productdossier is de tekst vervangen door nieuwe tekst om de nu facultatieve vermelding van het suikergehalte, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/33, te verplichten.

Dankzij deze informatie kan de consument gemakkelijker nagaan om welke soort wijn het gaat.

Deze nieuwe regel is niet van toepassing op wijnen met de traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”.

Punt 9 van het enig document wordt aangevuld.

In deel XII, punt 2), wordt punt d) hernummerd tot punt e).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

24.   Voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming

In hoofdstuk II, deel I, punt 1, van het productdossier is een verduidelijking aangebracht bij de regels inzake de voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming die marktdeelnemers moeten indienen bij het “organisme de défense et de gestion” van de “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen wanneer zij afzien van de productie onder die benaming.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Alsace grand cru Schoenenbourg

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorie wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.

KORTE BESCHRIJVING

Het betreft niet-mousserende witte wijnen.

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 12,5 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 11 % voor de andere druivenrassen. Na verrijking bedraagt het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen niet meer dan 15 % in geval van gewurztraminer B en pinot gris G en niet meer dan 14 % in geval van de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Deze witte wijnen met een uitstekende houdbaarheid worden gekenmerkt door een grote frisheid dankzij de sterke aanwezigheid van wijnsteenzuur in combinatie met de goede rijpheid van de druiven. De oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt. Het zijn wijnen met veel substantie, een grote complexiteit en een hoge aromatische kracht met diverse nuances. Ze hebben een lange afdronk en winnen gaandeweg aan complexiteit.

Er zijn twee soorten wijnen: - droge, minerale wijnen; - aromatische, fruitige, vette en rijke wijnen. Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

2.   Benaming aangevuld met “Vendanges Tardives”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 16 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 14,5 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “vendanges tardives” hebben vaak zeer exotische aroma’s van gekonfijt fruit en een frisse afdronk. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

3.   Benaming aangevuld met “Sélection de grains nobles”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 18,2 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 16,4 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “sélection de grains nobles” zijn meer geconcentreerde, krachtige wijnen, vaak met aroma’s van vruchtenpasta. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Teeltwijzen: beplantingsdichtheid

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 500 wijnstokken per hectare.

De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 m bedragen.

De plantafstand van de wijnstokken in de rij bedraagt ten minste 0,75 m en ten hoogste 1,50 m.

Vanaf 25 oktober 2011 mag na het rooien van rijen binnen een perceel geen afstand tussen de rijen van meer dan 3 meter ontstaan.

2.   Teeltwijzen: snoeiregels

Teeltwijze

De wijnstokken worden gesnoeid in enkele of dubbele Guyot-snoei met ten hoogste 18 ogen per stok.

3.   Oogst

Teeltwijze

De wijnen worden gemaakt van druiven die handmatig zijn geoogst.

4.   Verhoging van het minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

Specifiek oenologisch procedé

Het minimale gemiddelde natuurlijke alcoholvolumegehalte mag met niet meer worden verhoogd dan:

0,5 % vol voor wijnen van de druivenrassen gewurztraminer B en pinot gris G,

1,5 % vol voor wijnen van andere rassen.

Wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, mogen niet worden verrijkt.

5.   Bereiding

Beperking op de wijnbereiding

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

6.   Opvoeding van de wijnen

Specifiek oenologisch procedé

Specifiek oenologisch procedé

De opvoeding van de wijnen vindt plaats tot ten minste 1 juni van het jaar dat volgt op het oogstjaar.

De opvoeding van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles” vindt plaats tot ten minste 1 juni van het tweede jaar na het oogstjaar.

5.2.   Maximumopbrengsten

1.

Opbrengst – Benaming al dan niet aangevuld met “vendanges tardives”

60 hectoliter per hectare

2.

Opbrengst – Benaming aangevuld met “sélection de grains nobles”

48 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druivenoogst, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Ammerschwihr, Beblenheim, Bennwihr, Bergheim, Bergholtz, Eguisheim, Gueberschwihr, Guebwiller, Hattstatt, Hunawihr, Ingersheim, Katzenthal, Mittelwihr, Niedermorschwihr, Orschwihr, Pfaffenheim, Ribeauvillé, Riquewihr, Rodern, Rouffach, Saint-Hippolyte, Soultzmatt, Thann, Turckheim, Vieux-Thann, Voegtlinshoffen, Westhalten, Wettolsheim, Wintzenheim, Wuenheim, Zellenberg.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeenten Kientzheim en Sigolsheim).

Departement Bas-Rhin: Andlau, Barr, Bergbieten, Blienschwiller, Dahlenheim, Dambach-la-Ville, Eichhoffen, Kintzheim, Marlenheim, Mittelbergheim, Molsheim, Nothalten, Scharrachbergheim-Irmstett, Wolxheim.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeenten is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeenten staan aangegeven.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

7.   Wijndruivenrassen

Gewurztraminer Rs

Muscat Ottonel B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains blancs B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains roses Rs - Muscat, Moscato

Pinot gris G

Riesling B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De beschermde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Schoenenbourg” profiteert van de gunstige klimaatomstandigheden die kenmerkend zijn voor het wijngebied van de Elzas, en neemt er een van de beste locaties in. De wijngaarden in het pittoreske landschap van de Elzas maken de productie mogelijk van wijnen met een hoge expressie, een uitgesproken karakter en een unieke persoonlijkheid.

De diepe mergelgronden zorgen voor weelderige, robuuste, diepe en complexe wijnen, die als ze jong zijn, zeer ingetogen zijn. De zuurstructuur is bijzonder opmerkelijk en zeer origineel en wordt gekenmerkt door gipsachtige toetsen en mooie bitters.

De uitstekende klimaatomstandigheden in het naseizoen, die gunstig zijn voor concentratie op de wijnstok en de ontwikkeling van edelrot, maken het mogelijk wijnen te produceren uit overrijpe druiven.

Dankzij de opvoeding overeenkomstig het productdossier neemt de kwaliteit van de wijnen verder toe.

Door de toepassing van strenge productieregels, zoals het behoud van een groot bladoppervlak en het oogsten met de hand, behouden de wijnbouwers van de Elzas het sterke karakter van de wijnen, die bekend staan om hun complexiteit en hun lange houdbaarheid.

Ze vertegenwoordigen het hoogste marktsegment in deze regio. Deze wijnen worden hoger gewaardeerd dan wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace”.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Bergholtz-Zell, Berrwiller, Buhl, Cernay, Colmar, Gundolsheim, Hartmanswiller, Herrlisheim, Houssen, Husseren-les-Châteaux, Jungholtz, Leimbach, Obermorschwihr, Osenbach, Ostheim, Rorschwihr, Soultz, Steinbach, Uffholtz, Walbach, Wattwiller, Wihr-au-Val, Zimmerbach.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeente Kaysersberg).

Departement Bas-Rhin: Albé, Avolsheim, Balbronn, Bernardswiller, Bernardvillé, Bischoffsheim, Boersch, Bourgheim, Châtenois, Cleebourg, Dachstein, Dangolsheim, Dieffenthal, Dorlisheim, Epfig, Ergersheim, Ernolsheim- Bruche, Fessenheim-le-Bas, Flexbourg, Furdenheim, Gertwiller, Gimbrett-Berstett, Goxwiller, Heiligenstein, Itterswiller, Kienheim, Kirchheim, Kuttolsheim, Mittelhausen, Mutzig, Nordheim, Oberhoffen-les-Wissenbourg, Obernai, Odratzheim, Orschwiller, Osthoffen, Ottrott, Petersbach, Reichsfeld, Riedseltz, Rosenwiller, Rosheim, Rott, Saint-Nabor, Saint-Pierre, Scherwiller, Seebach, Soultz-les-Bains, Steinseltz, Stotzheim, Strasbourg, Traenheim, Villé, Wangen, Westhoffen, Wissembourg, Zellwiller.

Verpakking in het gebied

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De wijnen worden verpakt in flessen van het type “Vin du Rhin” die voldoen aan de bepalingen van decreet nr. 55-673 van 20 mei 1955, het besluit van 13 mei 1959 en het decreet van 19 maart 1963, met uitsluiting van alle andere soorten flessen.

Sinds de wet van 5 juli 1972 moeten wijnen in de departementen Bas-Rhin en Haut-Rhin worden gebotteld in hoge, smalle flessen van het type “Vin du Rhin”, zoals beschreven in het decreet van 1955.

Vermelding van het oogstjaar

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Het oogstjaar moet samen met de benaming worden vermeld in de oogst- en voorraadaangiften, begeleidende documenten, advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook.

Gangbare naam

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met een van de gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt.

Het gebruik van twee of meer gangbare namen op hetzelfde etiket is verboden.

Het gaat om de volgende gangbare namen:

Gewurztraminer,

Muscat,

Muscat Ottonel,

Pinot gris,

Riesling.

Traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, moet het volgende worden vermeld:

het oogstjaar,

een van de gangbare namen.

Vermelding van het suikergehalte

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Witte wijnen waarvoor volgens de voorwaarden van dit productdossier een van de 51 oorsprongsbenamingen “Alsace Grand Cru – plaatsnaam” wordt aangevraagd en die onder deze benaming worden aangeboden, met uitzondering van wijnen met de aanduidingen “Vendanges Tardives” en “Sélection de Grains nobles”, mogen alleen aan de consument worden aangeboden, worden verzonden, te koop worden aangeboden of worden verkocht indien in advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook het suikergehalte, zoals gedefinieerd in de Europese regelgeving, in duidelijk zichtbare letters wordt vermeld.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-4cec3ff9-abd4-4253-a1db-245ddd809faa


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/31


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2022/C 367/11)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Alsace grand cru Saering”

PDO-FR-A0375-AM02

Datum van mededeling: 20.7.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Aanvullende vermelding

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn de volgende gangbare namen toegevoegd: “Sylvaner” en “Pinot noir”, alsook de overeenkomstige druivenrassen “sylvaner B”, respectievelijk “pinot noir N”.

De gangbare naam “Sylvaner” is toegevoegd om een omissie in de eerste versie van het productdossier recht te zetten. In die eerste versie stond in hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), dat de toegestane rassen “onder hun respectieve naam mogen worden gevinifieerd en in de handel gebracht”, maar de overeenkomstige gangbare naam was niet opgenomen in de lijst van mogelijke gangbare namen. Vóór de goedkeuring van de eerste versie van het productdossier was het druivenras sylvaner B bij nationaal besluit toegevoegd aan de rassen die zijn toegestaan voor de productie van wijnen met de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Zotzenberg”, rekening houdend met de plaatselijke gebruiken en de faam van deze wijnen.

De gangbare naam “Pinot noir” is toegevoegd aan het productdossier omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze aanvraag tot erkenning voor een rode wijn is gebaseerd op de geschiedenis, de bekendheid en de kenmerken van de wijnen waarvoor druiven van het druivenras pinot noir N worden gebruikt die afkomstig zijn van de voor deze “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen afgebakende percelen. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid.

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn voor de druivenrassen muscats à petits grains, die overeenkomen met de gangbare naam “Muscat”, de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

2.   Producttypes

In hoofdstuk I, deel III, van het productdossier is de tekst gewijzigd om aan te geven dat de in het productdossier bedoelde gecontroleerde oorsprongsbenamingen niet langer uitsluitend worden gebruikt voor niet-mousserende witte wijnen.

De gecontroleerde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen die worden gebruikt voor niet-mousserende witte én rode wijnen, worden bij naam genoemd (“Alsace grand cru Hengst”, “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3.   Geografisch gebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 1, van het productdossier is een alinea toegevoegd waarin de data zijn vermeld waarop het geografische gebied door het bevoegde nationale comité van het INAO is gevalideerd, en waarin wordt verwezen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeenten Kientzheim en Sigolsheim zijn opgegaan in de gemeente Kaysersberg Vignoble en werden dus geschrapt.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het geografische gebied.

In punt 1 worden ook de volgende zinnen toegevoegd:

“De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeente is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeente staan aangegeven.”

Door deze wijzigingen moet ook punt 6 van het enig document worden gewijzigd.

4.   Afgebakend perceelgebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier:

is aan de eerste alinea de vermelding “6 en 7 september 2006”, een van de data van goedkeuring van het perceelgebied door het bevoegde nationale comité, toegevoegd om een omissie recht te zetten;

is de formulering in de tweede alinea gewijzigd om rekening te houden met de naamswijzigingen van gemeenten in deel IV, punt 1;

is de kolom “Gemeenten” van de tabel geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met de in deel IV, punt 1, vermelde namen van gemeenten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

5.   Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, van het productdossier is een alinea gewijzigd om te verwijzen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeente Kaysersberg is geschrapt en de gemeente Kaysersberg Vignoble is toegevoegd, met de vermelding dat alleen de deelgemeente Kaysersberg deel uitmaakt van het gebied.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het gebied in de onmiddellijke nabijheid.

Door deze wijzigingen moet ook punt 9 van het enig document worden gewijzigd.

6.   Wijnstokrassenbestand

In hoofdstuk I, deel V, punt 1, a), van het productdossier zijn de woorden “- voor de witte wijnen:” en “- voor de rode wijnen: uit het ras pinot noir N” toegevoegd omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid. Het is ook het enige druivenras dat mag worden gebruikt voor de productie van rode wijn met de oorsprongsbenaming “Alsace”.

In deel V, punt 1), a), b) en e), en punt 2, b), zijn de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

7.   Beplantingsdichtheid

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a),van het productdossier zijn de woorden “voor de productie van witte wijn” en “voor de productie van rode wijn” toegevoegd om de minimale beplantingsdichtheid te differentiëren naargelang de kleur van de wijnen. Ook is de beplantingsdichtheid voor de benamingen die voor rode wijnen mogen worden gebruikt, in het productdossier opgenomen.

Deze aanvullingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a), van het productdossier is de feitelijke datum opgenomen waarop de regel betreffende de mogelijke aanpassing van de beplantingsdichtheid door rooiing, van toepassing is geworden, namelijk “25 oktober 2011”, in plaats van de woorden “op de datum van goedkeuring van dit productdossier”.

Door deze wijziging moet ook punt 5 van het enig document worden gewijzigd.

8.   Snoeiregels

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, b), van het productdossier is de regel inzake het aantal ogen per vierkante meter grondoppervlakte voor de witte wijnen, die verschilde naargelang de gebruikte druivenrassen, vervangen door één algemene regel van 18 ogen per wijnstok.

Dat maakt het mogelijk de formulering van de productdossiers voor de oorsprongsbenamingen van de Elzas te harmoniseren en de controlemethoden te vereenvoudigen.

Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.

Aan het begin van de zin zijn de woorden “Voor de witte wijnen” toegevoegd vanwege de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

De snoeiregels voor de rode wijnen zijn toegevoegd en er is bepaald dat elke wijnstok maximaal 14 ogen mag hebben. Dat is minder dan is toegestaan voor de productie van witte wijnen. Deze regel maakt het mogelijk om consistent te zijn met de opbrengsten en om kwaliteitsdruiven te produceren.

Deze laatste wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

9.   Regels voor het opbinden en de hoogte van het opgebonden gebladerte

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, c), van het productdossier is de maximumhoogte van de steundraad van de booggeleiding geschrapt en is de methode voor het meten van de hoogte van het opgebonden gebladerte gewijzigd.

Dankzij deze wijzigingen kan tijdens de groeiperiode worden nagegaan of de regels voor de hoogte van het gebladerte worden nageleefd. Voorheen gold slechts een inspanningsverbintenis.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10.   Gemiddelde maximale druivendracht per perceel

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, d), van het productdossier is de gemiddelde maximale druivendracht per perceel voor de witte wijnen verlaagd van 10 000 naar 8 500 kg per hectare, in overeenstemming met de verlaging van de opbrengsten voor deze wijnen.

Voor de rode wijnen is een waarde vastgesteld die lager is dan die voor de witte wijnen, in overeenstemming met de opbrengsten van deze wijnen.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

11.   Rijpheid van de druiven en minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

In hoofdstuk I, deel VII, punt 2, a), van het productdossier is de tabel gewijzigd om rekening te houden met de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

Voor deze rode wijnen met een “Alsace grand cru”-oorsprongsbenaming zijn de minimale suikergehalten van de druiven bij de oogst en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte vastgelegd.

Deze vermeldingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

Voor de witte wijnen is het minimale suikergehalte van de druiven met 2 of 3 gram per liter most verhoogd om hetzelfde verschil van 1 % vol ten opzichte van elk minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte te behouden als in de vorige versie van het productdossier. Het “organisme de défense et de gestion” heeft ervoor gekozen om voor de omzetting van suiker in alcohol voor witte wijnen een omzettingsfactor van 17 gram suiker voor 1 % vol te gebruiken, terwijl in de oorspronkelijke versie van het productdossier een factor 16,83 werd gebruikt. Deze factor 17 was aanbevolen door het bevoegde nationale comité van het INAO bij de opstelling van de eerste versie van het productdossier.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

12.   Opbrengsten

In hoofdstuk I, deel VIII, punten 1 en 2, van het productdossier zijn de opbrengsten en de maximumopbrengsten voor witte wijn en voor witte wijn met de vermelding “Vendanges tardives” verlaagd, in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas. Hierdoor is een betere kwaliteitsbeheersing mogelijk.

In punt 5 van het enig document worden de maximumopbrengsten gewijzigd.

Voor wijnen zonder vermelding is “witte wijnen” toegevoegd, omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht.

De opbrengst en de maximumopbrengst voor de rode wijnen zijn vastgesteld in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas, en liggen voor deze “grand cru”-benamingen dus lager.

Deze laatste wijzigingen leiden niet tot een wijziging van het enig document.

13.   Malolactische gisting, gehalte aan fermenteerbare suikers voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, c), van het productdossier is gepreciseerd dat bij de rode wijnen de malolactische gisting is voltooid.

Met het oog op de controle van de naleving van deze regel is een appelzuurgehalte van ten hoogste 0,4 gram per liter op het moment van het verpakken vastgelegd.

In deel IX, punt 1, d), is voor rode wijnen een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van ten hoogste 2 gram per liter na gisting vastgelegd.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

14.   Verbod op verhoging van het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, e), van het productdossier is gepreciseerd dat rode wijnen op geen enkele manier mogen worden verrijkt. Deze beperking op de wijnbereiding is in overeenstemming met de afbakening van de voor de druivenproductie bestemde percelen, de minimale beplantingsdichtheid, de snoeiregels en de lage opbrengstwaarden.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

15.   Capaciteit van de vinificatietanks

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, g), van het productdossier is de coëfficiënt voor de berekening van de capaciteit van de vinificatietanks verlaagd.

De verhouding tussen het volume van de vorige oogst en de capaciteit van de vinificatietanks hoeft niet zo groot te zijn.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

16.   Datums voor opvoeding en in de handel brengen voor consumptie van rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 2, van het productdossier is een minimale opvoedingsperiode voor rode wijnen vastgesteld die loopt tot 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst. Wijnen die worden bereid uit lokale pinot noir N-druiven, hebben een minimale rijpingsperiode nodig om hun kenmerken goed tot uitdrukking te brengen.

In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, a), is vermeld dat rode wijnen na de rijpingsperiode pas op 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst voor consumptie in de handel mogen worden gebracht.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

17.   Controles van verpakte partijen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 3, b), van het productdossier is de regel inzake het bewaren van testflessen voor de controle van verpakte partijen geschrapt.

Deze controlemaatregel wordt opgenomen in het controleplan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

18.   Opslag van verpakte wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 4, van het productdossier zijn de kenmerken van de opslagplaatsen voor verpakte wijnen gepreciseerd.

Dit geeft exploitanten een beter inzicht in deze regel en vergemakkelijkt de controle ervan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

19.   Menselijke factoren die bijdragen tot het verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), van het productdossier is de tekst gewijzigd om rekening te houden met de erkenning van de niet-mousserende rode wijnen voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”:

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 500 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden;

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 000 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden.

In deel X, punt 1, b), is de vermelding dat de erkenning van deze twee oorsprongsbenamingen geldt voor witte druivenrassen, geschrapt en zijn de woorden “voor de witte wijnen” toegevoegd wanneer dit nodig is voor een beter begrip van de tekst.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

De woorden “blancs” en “roses” zijn toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten. Deze toevoegingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

20.   Beschrijving van de wijn(en)

In hoofdstuk I, deel X, punt 2, van het productdossier is een beschrijving van het uiterlijk van de witte wijnen toegevoegd om ze beter te karakteriseren.

Voor de eerste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.”

Voor de laatste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.”

Punt 4 van het enig document wordt gewijzigd.

Voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” wordt een beschrijving van de belangrijkste organoleptische kenmerken van de rode wijnen toegevoegd.

Deze beschrijvingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

21.   Verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 3, van het productdossier is voor de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” de informatie over het verband tussen de geografische oorsprong en de kenmerken van de wijnen, die ook van toepassing kan zijn op de rode wijnen die onder deze benaming vallen, aangevuld met specifieke gegevens voor de rode wijnen.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

22.   Overgangsmaatregelen

In hoofdstuk I, deel XI, punt 2, van het productdossier is, in overeenstemming met de wijzigingen van hoofdstuk I, deel VI, de maximale hoogte van de boogdraad geschrapt en het maximumaantal ogen per wijnstok verlaagd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

23.   Verplichte vermelding van het suikergehalte op de etikettering en andere informatiedragers voor witte wijnen

In hoofdstuk I, deel XII, punt 2, d), van het productdossier is de tekst vervangen door nieuwe tekst om de nu facultatieve vermelding van het suikergehalte, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/33, te verplichten.

Dankzij deze informatie kan de consument gemakkelijker nagaan om welke soort wijn het gaat.

Deze nieuwe regel is niet van toepassing op wijnen met de traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”.

Punt 9 van het enig document wordt aangevuld.

In deel XII, punt 2), wordt punt d) hernummerd tot punt e).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

24.   Voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming

In hoofdstuk II, deel I, punt 1, van het productdossier is een verduidelijking aangebracht bij de regels inzake de voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming die marktdeelnemers moeten indienen bij het “organisme de défense et de gestion” van de “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen wanneer zij afzien van de productie onder die benaming.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Alsace grand cru Saering

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorie wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.

KORTE BESCHRIJVING

Het betreft niet-mousserende witte wijnen.

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 12,5 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 11 % voor de andere druivenrassen. Na verrijking bedraagt het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen niet meer dan 15 % in geval van gewurztraminer B en pinot gris G en niet meer dan 14 % in geval van de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Deze witte wijnen met een uitstekende houdbaarheid worden gekenmerkt door een grote frisheid dankzij de sterke aanwezigheid van wijnsteenzuur in combinatie met de goede rijpheid van de druiven. De oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt. Het zijn wijnen met veel substantie, een grote complexiteit en een hoge aromatische kracht met diverse nuances. Ze hebben een lange afdronk en winnen gaandeweg aan complexiteit.

Er zijn twee soorten wijnen: - droge, minerale wijnen; - aromatische, fruitige, vette en rijke wijnen. Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

2.   Benaming aangevuld met “Vendanges Tardives”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 16 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 14,5 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “vendanges tardives” hebben vaak zeer exotische aroma’s van gekonfijt fruit en een frisse afdronk. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

3.   Benaming aangevuld met “Sélection de grains nobles”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 18,2 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 16,4 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “sélection de grains nobles” zijn meer geconcentreerde, krachtige wijnen, vaak met aroma’s van vruchtenpasta. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Teeltwijzen: beplantingsdichtheid

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 500 wijnstokken per hectare.

De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 m bedragen.

De plantafstand van de wijnstokken in de rij bedraagt ten minste 0,75 m en ten hoogste 1,50 m.

Vanaf 25 oktober 2011 mag na het rooien van rijen binnen een perceel geen afstand tussen de rijen van meer dan 3 meter ontstaan.

2.   Teeltwijzen: snoeiregels

Teeltwijze

De wijnstokken worden gesnoeid in enkele of dubbele Guyot-snoei met ten hoogste 18 ogen per stok.

3.   Oogst

Teeltwijze

De wijnen worden gemaakt van druiven die handmatig zijn geoogst.

4.   Verhoging van het minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

Specifiek oenologisch procedé

Het minimale gemiddelde natuurlijke alcoholvolumegehalte mag met niet meer worden verhoogd dan:

0,5 % vol voor wijnen van de druivenrassen gewurztraminer B en pinot gris G,

1,5 % vol voor wijnen van andere rassen.

Wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, mogen niet worden verrijkt.

5.   Bereiding

Beperking op de wijnbereiding

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

6.   Opvoeding van de wijnen

Specifiek oenologisch procedé

De opvoeding van de wijnen vindt plaats tot ten minste 1 juni van het jaar dat volgt op het oogstjaar.

De opvoeding van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles” vindt plaats tot ten minste 1 juni van het tweede jaar na het oogstjaar.

5.2.   Maximumopbrengsten

1.

Opbrengst – Benaming al dan niet aangevuld met “vendanges tardives”

60 hectoliter per hectare

2.

Opbrengst – Benaming aangevuld met “sélection de grains nobles”

48 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druivenoogst, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Ammerschwihr, Beblenheim, Bennwihr, Bergheim, Bergholtz, Eguisheim, Gueberschwihr, Guebwiller, Hattstatt, Hunawihr, Ingersheim, Katzenthal, Mittelwihr, Niedermorschwihr, Orschwihr, Pfaffenheim, Ribeauvillé, Riquewihr, Rodern, Rouffach, Saint-Hippolyte, Soultzmatt, Thann, Turckheim, Vieux-Thann, Voegtlinshoffen, Westhalten, Wettolsheim, Wintzenheim, Wuenheim, Zellenberg.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeenten Kientzheim en Sigolsheim).

Departement Bas-Rhin: Andlau, Barr, Bergbieten, Blienschwiller, Dahlenheim, Dambach-la-Ville, Eichhoffen, Kintzheim, Marlenheim, Mittelbergheim, Molsheim, Nothalten, Scharrachbergheim-Irmstett, Wolxheim.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeenten is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeenten staan aangegeven.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

7.   Wijndruivenrassen

Gewurztraminer Rs

Muscat Ottonel B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains blancs B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains roses Rs - Muscat, Moscato

Pinot gris G

Riesling B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De beschermde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Saering” profiteert van de gunstige klimaatomstandigheden die kenmerkend zijn voor het wijngebied van de Elzas, en neemt er een van de beste locaties in. De wijngaarden in het pittoreske landschap van de Elzas maken de productie mogelijk van wijnen met een hoge expressie, een uitgesproken karakter en een unieke persoonlijkheid.

De uitgesproken ziltigheid van de wijnen houdt verband met de steenachtige textuur en het zandsteen. De aanwezige kalksteen geeft de wijnen een meer persisente zuurgraad, waardoor ze een lange houdbaarheid hebben.

De uitstekende klimaatomstandigheden in het naseizoen, die gunstig zijn voor concentratie op de wijnstok en de ontwikkeling van edelrot, maken het mogelijk wijnen te produceren uit overrijpe druiven.

Dankzij de opvoeding overeenkomstig het productdossier neemt de kwaliteit van de wijnen verder toe.

Door de toepassing van strenge productieregels, zoals het behoud van een groot bladoppervlak en het oogsten met de hand, behouden de wijnbouwers van de Elzas het sterke karakter van de wijnen, die bekend staan om hun complexiteit en hun lange houdbaarheid.

Ze vertegenwoordigen het hoogste marktsegment in deze regio. Deze wijnen worden hoger gewaardeerd dan wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace”.

Het boek van Médard Barth uit 1958, “Der Rebbau des Elsass und die Absatzgebieten seiner Weine”, bevatte al een eerbetoon aan deze nu zo gewaardeerde streek.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Bergholtz-Zell, Berrwiller, Buhl, Cernay, Colmar, Gundolsheim, Hartmanswiller, Herrlisheim, Houssen, Husseren-les-Châteaux, Jungholtz, Leimbach, Obermorschwihr, Osenbach, Ostheim, Rorschwihr, Soultz, Steinbach, Uffholtz, Walbach, Wattwiller, Wihr-au-Val, Zimmerbach.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeente Kaysersberg).

Departement Bas-Rhin: Albé, Avolsheim, Balbronn, Bernardswiller, Bernardvillé, Bischoffsheim, Boersch, Bourgheim, Châtenois, Cleebourg, Dachstein, Dangolsheim, Dieffenthal, Dorlisheim, Epfig, Ergersheim, Ernolsheim- Bruche, Fessenheim-le-Bas, Flexbourg, Furdenheim, Gertwiller, Gimbrett-Berstett, Goxwiller, Heiligenstein, Itterswiller, Kienheim, Kirchheim, Kuttolsheim, Mittelhausen, Mutzig, Nordheim, Oberhoffen-les-Wissenbourg, Obernai, Odratzheim, Orschwiller, Osthoffen, Ottrott, Petersbach, Reichsfeld, Riedseltz, Rosenwiller, Rosheim, Rott, Saint-Nabor, Saint-Pierre, Scherwiller, Seebach, Soultz-les-Bains, Steinseltz, Stotzheim, Strasbourg, Traenheim, Villé, Wangen, Westhoffen, Wissembourg, Zellwiller.

Verpakking in het gebied

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De wijnen worden verpakt in flessen van het type “Vin du Rhin” die voldoen aan de bepalingen van decreet nr. 55-673 van 20 mei 1955, het besluit van 13 mei 1959 en het decreet van 19 maart 1963, met uitsluiting van alle andere soorten flessen.

Sinds de wet van 5 juli 1972 moeten wijnen in de departementen Bas-Rhin en Haut-Rhin worden gebotteld in hoge, smalle flessen van het type “Vin du Rhin”, zoals beschreven in het decreet van 1955.

Vermelding van het oogstjaar

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Het oogstjaar moet samen met de benaming worden vermeld in de oogst- en voorraadaangiften, begeleidende documenten, advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook.

Gangbare naam

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met een van de gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt.

Het gebruik van twee of meer gangbare namen op hetzelfde etiket is verboden.

Het gaat om de volgende gangbare namen:

Gewurztraminer,

Muscat,

Muscat Ottonel,

Pinot gris,

Riesling.

Traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, moet het volgende worden vermeld:

het oogstjaar,

een van de gangbare namen.

Vermelding van het suikergehalte

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Witte wijnen waarvoor volgens de voorwaarden van dit productdossier een van de 51 oorsprongsbenamingen “Alsace Grand Cru – plaatsnaam” wordt aangevraagd en die onder deze benaming worden aangeboden, met uitzondering van wijnen met de aanduidingen “Vendanges Tardives” en “Sélection de Grains nobles”, mogen alleen aan de consument worden aangeboden, worden verzonden, te koop worden aangeboden of worden verkocht indien in advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook het suikergehalte, zoals gedefinieerd in de Europese regelgeving, in duidelijk zichtbare letters wordt vermeld.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-4cec3ff9-abd4-4253-a1db-245ddd809faa


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/42


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2022/C 367/12)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Alsace grand cru Winzenberg”

PDO-FR-A0641-AM02

Datum van mededeling: 20.7.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Aanvullende vermelding

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn de volgende gangbare namen toegevoegd: “Sylvaner” en “Pinot noir”, alsook de overeenkomstige druivenrassen “sylvaner B”, respectievelijk “pinot noir N”.

De gangbare naam “Sylvaner” is toegevoegd om een omissie in de eerste versie van het productdossier recht te zetten. In die eerste versie stond in hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), dat de toegestane rassen “onder hun respectieve naam mogen worden gevinifieerd en in de handel gebracht”, maar de overeenkomstige gangbare naam was niet opgenomen in de lijst van mogelijke gangbare namen. Vóór de goedkeuring van de eerste versie van het productdossier was het druivenras sylvaner B bij nationaal besluit toegevoegd aan de rassen die zijn toegestaan voor de productie van wijnen met de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Zotzenberg”, rekening houdend met de plaatselijke gebruiken en de faam van deze wijnen.

De gangbare naam “Pinot noir” is toegevoegd aan het productdossier omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze aanvraag tot erkenning voor een rode wijn is gebaseerd op de geschiedenis, de bekendheid en de kenmerken van de wijnen waarvoor druiven van het druivenras pinot noir N worden gebruikt die afkomstig zijn van de voor deze “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen afgebakende percelen. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid.

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn voor de druivenrassen muscats à petits grains, die overeenkomen met de gangbare naam “Muscat”, de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

2.   Producttypes

In hoofdstuk I, deel III, van het productdossier is de tekst gewijzigd om aan te geven dat de in het productdossier bedoelde gecontroleerde oorsprongsbenamingen niet langer uitsluitend worden gebruikt voor niet-mousserende witte wijnen.

De gecontroleerde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen die worden gebruikt voor niet-mousserende witte én rode wijnen, worden bij naam genoemd (“Alsace grand cru Hengst”, “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3.   Geografisch gebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 1, van het productdossier is een alinea toegevoegd waarin de data zijn vermeld waarop het geografische gebied door het bevoegde nationale comité van het INAO is gevalideerd, en waarin wordt verwezen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeenten Kientzheim en Sigolsheim zijn opgegaan in de gemeente Kaysersberg Vignoble en werden dus geschrapt.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het geografische gebied.

In punt 1 worden ook de volgende zinnen toegevoegd:

“De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeente is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeente staan aangegeven.”

Door deze wijzigingen moet ook punt 6 van het enig document worden gewijzigd.

4.   Afgebakend perceelgebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier:

is aan de eerste alinea de vermelding “6 en 7 september 2006”, een van de data van goedkeuring van het perceelgebied door het bevoegde nationale comité, toegevoegd om een omissie recht te zetten;

is de formulering in de tweede alinea gewijzigd om rekening te houden met de naamswijzigingen van gemeenten in deel IV, punt 1;

is de kolom “Gemeenten” van de tabel geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met de in deel IV, punt 1, vermelde namen van gemeenten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

5.   Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, van het productdossier is een alinea gewijzigd om te verwijzen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeente Kaysersberg is geschrapt en de gemeente Kaysersberg Vignoble is toegevoegd, met de vermelding dat alleen de deelgemeente Kaysersberg deel uitmaakt van het gebied.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het gebied in de onmiddellijke nabijheid.

Door deze wijzigingen moet ook punt 9 van het enig document worden gewijzigd.

6.   Wijnstokrassenbestand

In hoofdstuk I, deel V, punt 1, a), van het productdossier zijn de woorden “- voor de witte wijnen:” en “- voor de rode wijnen: uit het ras pinot noir N” toegevoegd omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid. Het is ook het enige druivenras dat mag worden gebruikt voor de productie van rode wijn met de oorsprongsbenaming “Alsace”.

In deel V, punt 1), a), b) en e), en punt 2, b), zijn de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

7.   Beplantingsdichtheid

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a),van het productdossier zijn de woorden “voor de productie van witte wijn” en “voor de productie van rode wijn” toegevoegd om de minimale beplantingsdichtheid te differentiëren naargelang de kleur van de wijnen. Ook is de beplantingsdichtheid voor de benamingen die voor rode wijnen mogen worden gebruikt, in het productdossier opgenomen.

Deze aanvullingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a), van het productdossier is de feitelijke datum opgenomen waarop de regel betreffende de mogelijke aanpassing van de beplantingsdichtheid door rooiing, van toepassing is geworden, namelijk “25 oktober 2011”, in plaats van de woorden “op de datum van goedkeuring van dit productdossier”.

Door deze wijziging moet ook punt 5 van het enig document worden gewijzigd.

8.   Snoeiregels

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, b), van het productdossier is de regel inzake het aantal ogen per vierkante meter grondoppervlakte voor de witte wijnen, die verschilde naargelang de gebruikte druivenrassen, vervangen door één algemene regel van 18 ogen per wijnstok.

Dat maakt het mogelijk de formulering van de productdossiers voor de oorsprongsbenamingen van de Elzas te harmoniseren en de controlemethoden te vereenvoudigen.

Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.

Aan het begin van de zin zijn de woorden “Voor de witte wijnen” toegevoegd vanwege de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

De snoeiregels voor de rode wijnen zijn toegevoegd en er is bepaald dat elke wijnstok maximaal 14 ogen mag hebben. Dat is minder dan is toegestaan voor de productie van witte wijnen. Deze regel maakt het mogelijk om consistent te zijn met de opbrengsten en om kwaliteitsdruiven te produceren.

Deze laatste wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

9.   Regels voor het opbinden en de hoogte van het opgebonden gebladerte

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, c), van het productdossier is de maximumhoogte van de steundraad van de booggeleiding geschrapt en is de methode voor het meten van de hoogte van het opgebonden gebladerte gewijzigd.

Dankzij deze wijzigingen kan tijdens de groeiperiode worden nagegaan of de regels voor de hoogte van het gebladerte worden nageleefd. Voorheen gold slechts een inspanningsverbintenis.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10.   Gemiddelde maximale druivendracht per perceel

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, d), van het productdossier is de gemiddelde maximale druivendracht per perceel voor de witte wijnen verlaagd van 10 000 naar 8 500 kg per hectare, in overeenstemming met de verlaging van de opbrengsten voor deze wijnen.

Voor de rode wijnen is een waarde vastgesteld die lager is dan die voor de witte wijnen, in overeenstemming met de opbrengsten van deze wijnen.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

11.   Rijpheid van de druiven en minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

In hoofdstuk I, deel VII, punt 2, a), van het productdossier is de tabel gewijzigd om rekening te houden met de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

Voor deze rode wijnen met een “Alsace grand cru”-oorsprongsbenaming zijn de minimale suikergehalten van de druiven bij de oogst en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte vastgelegd.

Deze vermeldingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

Voor de witte wijnen is het minimale suikergehalte van de druiven met 2 of 3 gram per liter most verhoogd om hetzelfde verschil van 1 % vol ten opzichte van elk minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte te behouden als in de vorige versie van het productdossier. Het “organisme de défense et de gestion” heeft ervoor gekozen om voor de omzetting van suiker in alcohol voor witte wijnen een omzettingsfactor van 17 gram suiker voor 1 % vol te gebruiken, terwijl in de oorspronkelijke versie van het productdossier een factor 16,83 werd gebruikt. Deze factor 17 was aanbevolen door het bevoegde nationale comité van het INAO bij de opstelling van de eerste versie van het productdossier.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

12.   Opbrengsten

In hoofdstuk I, deel VIII, punten 1 en 2, van het productdossier zijn de opbrengsten en de maximumopbrengsten voor witte wijn en voor witte wijn met de vermelding “Vendanges tardives” verlaagd, in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas. Hierdoor is een betere kwaliteitsbeheersing mogelijk.

In punt 5 van het enig document worden de maximumopbrengsten gewijzigd.

Voor wijnen zonder vermelding is “witte wijnen” toegevoegd, omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht.

De opbrengst en de maximumopbrengst voor de rode wijnen zijn vastgesteld in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas, en liggen voor deze “grand cru”-benamingen dus lager.

Deze laatste wijzigingen leiden niet tot een wijziging van het enig document.

13.   Malolactische gisting, gehalte aan fermenteerbare suikers voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, c), van het productdossier is gepreciseerd dat bij de rode wijnen de malolactische gisting is voltooid.

Met het oog op de controle van de naleving van deze regel is een appelzuurgehalte van ten hoogste 0,4 gram per liter op het moment van het verpakken vastgelegd.

In deel IX, punt 1, d), is voor rode wijnen een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van ten hoogste 2 gram per liter na gisting vastgelegd.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

14.   Verbod op verhoging van het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, e), van het productdossier is gepreciseerd dat rode wijnen op geen enkele manier mogen worden verrijkt. Deze beperking op de wijnbereiding is in overeenstemming met de afbakening van de voor de druivenproductie bestemde percelen, de minimale beplantingsdichtheid, de snoeiregels en de lage opbrengstwaarden.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

15.   Capaciteit van de vinificatietanks

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, g), van het productdossier is de coëfficiënt voor de berekening van de capaciteit van de vinificatietanks verlaagd.

De verhouding tussen het volume van de vorige oogst en de capaciteit van de vinificatietanks hoeft niet zo groot te zijn.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

16.   Datums voor opvoeding en in de handel brengen voor consumptie van rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 2, van het productdossier is een minimale opvoedingsperiode voor rode wijnen vastgesteld die loopt tot 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst. Wijnen die worden bereid uit lokale pinot noir N-druiven, hebben een minimale rijpingsperiode nodig om hun kenmerken goed tot uitdrukking te brengen.

In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, a), is vermeld dat rode wijnen na de rijpingsperiode pas op 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst voor consumptie in de handel mogen worden gebracht.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

17.   Controles van verpakte partijen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 3, b), van het productdossier is de regel inzake het bewaren van testflessen voor de controle van verpakte partijen geschrapt.

Deze controlemaatregel wordt opgenomen in het controleplan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

18.   Opslag van verpakte wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 4, van het productdossier zijn de kenmerken van de opslagplaatsen voor verpakte wijnen gepreciseerd.

Dit geeft exploitanten een beter inzicht in deze regel en vergemakkelijkt de controle ervan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

19.   Menselijke factoren die bijdragen tot het verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), van het productdossier is de tekst gewijzigd om rekening te houden met de erkenning van de niet-mousserende rode wijnen voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”:

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 500 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden;

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 000 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden.

In deel X, punt 1, b), is de vermelding dat de erkenning van deze twee oorsprongsbenamingen geldt voor witte druivenrassen, geschrapt en zijn de woorden “voor de witte wijnen” toegevoegd wanneer dit nodig is voor een beter begrip van de tekst.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

De woorden “blancs” en “roses” zijn toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten. Deze toevoegingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

20.   Beschrijving van de wijn(en)

In hoofdstuk I, deel X, punt 2, van het productdossier is een beschrijving van het uiterlijk van de witte wijnen toegevoegd om ze beter te karakteriseren.

Voor de eerste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.”

Voor de laatste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.”

Punt 4 van het enig document wordt gewijzigd.

Voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” is een beschrijving van de belangrijkste organoleptische kenmerken van de rode wijnen toegevoegd.

Deze beschrijvingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

21.   Verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 3, van het productdossier is voor de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” de informatie over het verband tussen de geografische oorsprong en de kenmerken van de wijnen, die ook van toepassing kan zijn op de rode wijnen die onder deze benaming vallen, aangevuld met specifieke gegevens voor de rode wijnen.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

22.   Overgangsmaatregelen

In hoofdstuk I, deel XI, punt 2, van het productdossier is, in overeenstemming met de wijzigingen van hoofdstuk I, deel VI, de maximale hoogte van de boogdraad geschrapt en het maximumaantal ogen per wijnstok verlaagd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

23.   Verplichte vermelding van het suikergehalte op de etikettering en andere informatiedragers voor witte wijnen

In hoofdstuk I, deel XII, punt 2, d), van het productdossier is de tekst vervangen door nieuwe tekst om de nu facultatieve vermelding van het suikergehalte, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/33, te verplichten.

Dankzij deze informatie kan de consument gemakkelijker nagaan om welke soort wijn het gaat.

Deze nieuwe regel is niet van toepassing op wijnen met de traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”.

Punt 9 van het enig document wordt aangevuld.

In deel XII, punt 2), wordt punt d) hernummerd tot punt e).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

24.   Voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming

In hoofdstuk II, deel I, punt 1, van het productdossier is een verduidelijking aangebracht bij de regels inzake de voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming die marktdeelnemers moeten indienen bij het “organisme de défense et de gestion” van de “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen wanneer zij afzien van de productie onder die benaming.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Alsace grand cru Winzenberg

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorie wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.

KORTE BESCHRIJVING

Het betreft niet-mousserende witte wijnen.

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 12,5 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 11 % voor de andere druivenrassen. Na verrijking bedraagt het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen niet meer dan 15 % in geval van gewurztraminer B en pinot gris G en niet meer dan 14 % in geval van de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Deze witte wijnen met een uitstekende houdbaarheid worden gekenmerkt door een grote frisheid dankzij de sterke aanwezigheid van wijnsteenzuur in combinatie met de goede rijpheid van de druiven. De oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt. Het zijn wijnen met veel substantie, een grote complexiteit en een hoge aromatische kracht met diverse nuances. Ze hebben een lange afdronk en winnen gaandeweg aan complexiteit.

Er zijn twee soorten wijnen: - droge, minerale wijnen; - aromatische, fruitige, vette en rijke wijnen. Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

2.   Benaming aangevuld met “Vendanges Tardives”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 16 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 14,5 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “vendanges tardives” hebben vaak zeer exotische aroma’s van gekonfijt fruit en een frisse afdronk. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

3.   Benaming aangevuld met “Sélection de grains nobles”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 18,2 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 16,4 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “sélection de grains nobles” zijn meer geconcentreerde, krachtige wijnen, vaak met aroma’s van vruchtenpasta. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Teeltwijzen: beplantingsdichtheid

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 500 wijnstokken per hectare.

De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 m bedragen.

De plantafstand van de wijnstokken in de rij bedraagt ten minste 0,75 m en ten hoogste 1,50 m.

Vanaf 25 oktober 2011 mag na het rooien van rijen binnen een perceel geen afstand tussen de rijen van meer dan 3 meter ontstaan.

2.   Teeltwijzen: snoeiregels

Teeltwijze

De wijnstokken worden gesnoeid in enkele of dubbele Guyot-snoei met ten hoogste 18 ogen per stok.

3.   Oogst

Teeltwijze

De wijnen worden gemaakt van druiven die handmatig zijn geoogst.

4.   Verhoging van het minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

Specifiek oenologisch procedé

Het minimale gemiddelde natuurlijke alcoholvolumegehalte mag met niet meer worden verhoogd dan:

0,5 % vol voor wijnen van de druivenrassen gewurztraminer B en pinot gris G,

1,5 % vol voor wijnen van andere rassen.

Wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, mogen niet worden verrijkt.

5.   Bereiding

Beperking op de wijnbereiding

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

6.   Opvoeding van de wijnen

Specifiek oenologisch procedé

De opvoeding van de wijnen vindt plaats tot ten minste 1 juni van het jaar dat volgt op het oogstjaar.

De opvoeding van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles” vindt plaats tot ten minste 1 juni van het tweede jaar na het oogstjaar.

5.2.   Maximumopbrengsten

1.

Benaming al dan niet aangevuld met “vendanges tardives”

60 hectoliter per hectare

2.

Benaming aangevuld met “sélection de grains nobles”

48 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druivenoogst, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Ammerschwihr, Beblenheim, Bennwihr, Bergheim, Bergholtz, Eguisheim, Gueberschwihr, Guebwiller, Hattstatt, Hunawihr, Ingersheim, Katzenthal, Mittelwihr, Niedermorschwihr, Orschwihr, Pfaffenheim, Ribeauvillé, Riquewihr, Rodern, Rouffach, Saint-Hippolyte, Soultzmatt, Thann, Turckheim, Vieux-Thann, Voegtlinshoffen, Westhalten, Wettolsheim, Wintzenheim, Wuenheim, Zellenberg.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeenten Kientzheim en Sigolsheim).

Departement Bas-Rhin: Andlau, Barr, Bergbieten, Blienschwiller, Dahlenheim, Dambach-la-Ville, Eichhoffen, Kintzheim, Marlenheim, Mittelbergheim, Molsheim, Nothalten, Scharrachbergheim-Irmstett, Wolxheim.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeenten is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeenten staan aangegeven.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

7.   Wijndruivenrassen

Gewurztraminer Rs

Muscat Ottonel B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains blancs B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains roses Rs - Muscat, Moscato

Pinot gris G

Riesling B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De beschermde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Winzenberg” profiteert van de gunstige klimaatomstandigheden die kenmerkend zijn voor het wijngebied van de Elzas, en neemt er een van de beste locaties in. De wijngaarden in het pittoreske landschap van de Elzas maken de productie mogelijk van wijnen met een hoge expressie, een uitgesproken karakter en een unieke persoonlijkheid.

Het mesoklimaat is bevorderlijk voor de productie van elegante, fijne wijnen. De specifieke geologische omstandigheden geven de wijnen een levendigheid en een kristalheldere zuiverheid die op elk proefniveau naar voren komt.

De uitstekende klimaatomstandigheden in het naseizoen, die gunstig zijn voor concentratie op de wijnstok en de ontwikkeling van edelrot, maken het mogelijk wijnen te produceren uit overrijpe druiven.

Dankzij de opvoeding overeenkomstig het productdossier neemt de kwaliteit van de wijnen verder toe.

Door de toepassing van strenge productieregels, zoals het behoud van een groot bladoppervlak en het oogsten met de hand, behouden de wijnbouwers van de Elzas het sterke karakter van de wijnen, die bekend staan om hun complexiteit en hun lange houdbaarheid.

Ze vertegenwoordigen het hoogste marktsegment in deze regio. Deze wijnen worden hoger gewaardeerd dan wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace”.

Het boek van Médard Barth uit 1958, “Der Rebbau des Elsass und die Absatzgebieten seiner Weine”, bevatte al een eerbetoon aan deze nu zo gewaardeerde streek. Een perkament met een akte uit 1477 verwijst al naar de Winzenberg.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Bergholtz-Zell, Berrwiller, Buhl, Cernay, Colmar, Gundolsheim, Hartmanswiller, Herrlisheim, Houssen, Husseren-les-Châteaux, Jungholtz, Leimbach, Obermorschwihr, Osenbach, Ostheim, Rorschwihr, Soultz, Steinbach, Uffholtz, Walbach, Wattwiller, Wihr-au-Val, Zimmerbach.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeente Kaysersberg).

Departement Bas-Rhin: Albé, Avolsheim, Balbronn, Bernardswiller, Bernardvillé, Bischoffsheim, Boersch, Bourgheim, Châtenois, Cleebourg, Dachstein, Dangolsheim, Dieffenthal, Dorlisheim, Epfig, Ergersheim, Ernolsheim- Bruche, Fessenheim-le-Bas, Flexbourg, Furdenheim, Gertwiller, Gimbrett-Berstett, Goxwiller, Heiligenstein, Itterswiller, Kienheim, Kirchheim, Kuttolsheim, Mittelhausen, Mutzig, Nordheim, Oberhoffen-les-Wissenbourg, Obernai, Odratzheim, Orschwiller, Osthoffen, Ottrott, Petersbach, Reichsfeld, Riedseltz, Rosenwiller, Rosheim, Rott, Saint-Nabor, Saint-Pierre, Scherwiller, Seebach, Soultz-les-Bains, Steinseltz, Stotzheim, Strasbourg, Traenheim, Villé, Wangen, Westhoffen, Wissembourg, Zellwiller.

Verpakking in het gebied

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De wijnen worden verpakt in flessen van het type “Vin du Rhin” die voldoen aan de bepalingen van decreet nr. 55-673 van 20 mei 1955, het besluit van 13 mei 1959 en het decreet van 19 maart 1963, met uitsluiting van alle andere soorten flessen.

Sinds de wet van 5 juli 1972 moeten wijnen in de departementen Bas-Rhin en Haut-Rhin worden gebotteld in hoge, smalle flessen van het type “Vin du Rhin”, zoals beschreven in het decreet van 1955.

Vermelding van het oogstjaar

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Het oogstjaar moet samen met de benaming worden vermeld in de oogst- en voorraadaangiften, begeleidende documenten, advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook.

Gangbare naam

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met een van de gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt.

Het gebruik van twee of meer gangbare namen op hetzelfde etiket is verboden.

Het gaat om de volgende gangbare namen:

Gewurztraminer,

Muscat,

Muscat Ottonel,

Pinot gris,

Riesling.

Traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, moet het volgende worden vermeld:

het oogstjaar,

een van de gangbare namen.

Vermelding van het suikergehalte

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Witte wijnen waarvoor volgens de voorwaarden van dit productdossier een van de 51 oorsprongsbenamingen “Alsace Grand Cru – plaatsnaam” wordt aangevraagd en die onder deze benaming worden aangeboden, met uitzondering van wijnen met de aanduidingen “Vendanges Tardives” en “Sélection de Grains nobles”, mogen alleen aan de consument worden aangeboden, worden verzonden, te koop worden aangeboden of worden verkocht indien in advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook het suikergehalte, zoals gedefinieerd in de Europese regelgeving, in duidelijk zichtbare letters wordt vermeld.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-4cec3ff9-abd4-4253-a1db-245ddd809faa


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


26.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/53


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2022/C 367/13)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 (1) van de Commissie.

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Alsace grand cru Rosacker”

PDO-FR-A0341-AM02

Datum van mededeling: 20.7.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Aanvullende vermelding

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn de volgende gangbare namen toegevoegd: “Sylvaner” en “Pinot noir”, alsook de overeenkomstige druivenrassen “sylvaner B”, respectievelijk “pinot noir N”.

De gangbare naam “Sylvaner” is toegevoegd om een omissie in de eerste versie van het productdossier recht te zetten. In die eerste versie stond in hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), dat de toegestane rassen “onder hun respectieve naam mogen worden gevinifieerd en in de handel gebracht”, maar de overeenkomstige gangbare naam was niet opgenomen in de lijst van mogelijke gangbare namen. Vóór de goedkeuring van de eerste versie van het productdossier was het druivenras sylvaner B bij nationaal besluit toegevoegd aan de rassen die zijn toegestaan voor de productie van wijnen met de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Zotzenberg”, rekening houdend met de plaatselijke gebruiken en de faam van deze wijnen.

De gangbare naam “Pinot noir” is toegevoegd aan het productdossier omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze aanvraag tot erkenning voor een rode wijn is gebaseerd op de geschiedenis, de bekendheid en de kenmerken van de wijnen waarvoor druiven van het druivenras pinot noir N worden gebruikt die afkomstig zijn van de voor deze “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen afgebakende percelen. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid.

In hoofdstuk I, deel II, punt 1, van het productdossier zijn voor de druivenrassen muscats à petits grains, die overeenkomen met de gangbare naam “Muscat”, de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

2.   Producttypes

In hoofdstuk I, deel III, van het productdossier is de tekst gewijzigd om aan te geven dat de in het productdossier bedoelde gecontroleerde oorsprongsbenamingen niet langer uitsluitend worden gebruikt voor niet-mousserende witte wijnen.

De gecontroleerde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen die worden gebruikt voor niet-mousserende witte én rode wijnen, worden bij naam genoemd (“Alsace grand cru Hengst”, “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3.   Geografisch gebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 1, van het productdossier is een alinea toegevoegd waarin de data zijn vermeld waarop het geografische gebied door het bevoegde nationale comité van het INAO is gevalideerd, en waarin wordt verwezen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeenten Kientzheim en Sigolsheim zijn opgegaan in de gemeente Kaysersberg Vignoble en werden dus geschrapt.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het geografische gebied.

In punt 1 worden ook de volgende zinnen toegevoegd:

“De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeente is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeente staan aangegeven.”

Door deze wijzigingen moet ook punt 6 van het enig document worden gewijzigd.

4.   Afgebakend perceelgebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier:

is aan de eerste alinea de vermelding “6 en 7 september 2006”, een van de data van goedkeuring van het perceelgebied door het bevoegde nationale comité, toegevoegd om een omissie recht te zetten;

is de formulering in de tweede alinea gewijzigd om rekening te houden met de naamswijzigingen van gemeenten in deel IV, punt 1;

is de kolom “Gemeenten” van de tabel geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met de in deel IV, punt 1, vermelde namen van gemeenten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

5.   Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, van het productdossier is een alinea gewijzigd om te verwijzen naar de officiële geografische code 2021, het referentiekader voor de in het productdossier vastgelegde gebiedsgrenzen. Met deze vermelding wordt de afbakening van het gebied juridisch verankerd.

Samen met de opneming van de verwijzing naar de officiële geografische code 2021 is de lijst van namen van gemeenten geactualiseerd. De gemeente Kaysersberg is geschrapt en de gemeente Kaysersberg Vignoble is toegevoegd, met de vermelding dat alleen de deelgemeente Kaysersberg deel uitmaakt van het gebied.

Deze redactionele wijzigingen hebben geen gevolgen voor de perimeter van het gebied in de onmiddellijke nabijheid.

Door deze wijzigingen moet ook punt 9 van het enig document worden gewijzigd.

6.   Wijnstokrassenbestand

In hoofdstuk I, deel V, punt 1, a), van het productdossier zijn de woorden “- voor de witte wijnen:” en “- voor de rode wijnen: uit het ras pinot noir N” toegevoegd omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht. Deze rode wijnen mogen uitsluitend uit pinot noir N worden bereid. Het is ook het enige druivenras dat mag worden gebruikt voor de productie van rode wijn met de oorsprongsbenaming “Alsace”.

In deel V, punt 1), a), b) en e), en punt 2, b), zijn de woorden “blancs” en “roses” toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

7.   Beplantingsdichtheid

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a),van het productdossier zijn de woorden “voor de productie van witte wijn” en “voor de productie van rode wijn” toegevoegd om de minimale beplantingsdichtheid te differentiëren naargelang de kleur van de wijnen. Ook is de beplantingsdichtheid voor de benamingen die voor rode wijnen mogen worden gebruikt, in het productdossier opgenomen.

Deze aanvullingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, a), van het productdossier is de feitelijke datum opgenomen waarop de regel betreffende de mogelijke aanpassing van de beplantingsdichtheid door rooiing, van toepassing is geworden, namelijk “25 oktober 2011”, in plaats van de woorden “op de datum van goedkeuring van dit productdossier”.

Door deze wijziging moet ook punt 5 van het enig document worden gewijzigd.

8.   Snoeiregels

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, b), van het productdossier is de regel inzake het aantal ogen per vierkante meter grondoppervlakte voor de witte wijnen, die verschilde naargelang de gebruikte druivenrassen, vervangen door één algemene regel van 18 ogen per wijnstok.

Dat maakt het mogelijk de formulering van de productdossiers voor de oorsprongsbenamingen van de Elzas te harmoniseren en de controlemethoden te vereenvoudigen.

Punt 5 van het enig document wordt gewijzigd.

Aan het begin van de zin zijn de woorden “Voor de witte wijnen” toegevoegd vanwege de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

De snoeiregels voor de rode wijnen zijn toegevoegd en er is bepaald dat elke wijnstok maximaal 14 ogen mag hebben. Dat is minder dan is toegestaan voor de productie van witte wijnen. Deze regel maakt het mogelijk om consistent te zijn met de opbrengsten en om kwaliteitsdruiven te produceren.

Deze laatste wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

9.   Regels voor het opbinden en de hoogte van het opgebonden gebladerte

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, c), van het productdossier is de maximumhoogte van de steundraad van de booggeleiding geschrapt en is de methode voor het meten van de hoogte van het opgebonden gebladerte gewijzigd.

Dankzij deze wijzigingen kan tijdens de groeiperiode worden nagegaan of de regels voor de hoogte van het gebladerte worden nageleefd. Voorheen gold slechts een inspanningsverbintenis.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10.   Gemiddelde maximale druivendracht per perceel

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, d), van het productdossier is de gemiddelde maximale druivendracht per perceel voor de witte wijnen verlaagd van 10 000 naar 8 500 kg per hectare, in overeenstemming met de verlaging van de opbrengsten voor deze wijnen.

Voor de rode wijnen is een waarde vastgesteld die lager is dan die voor de witte wijnen, in overeenstemming met de opbrengsten van deze wijnen.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

11.   Rijpheid van de druiven en minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

In hoofdstuk I, deel VII, punt 2, a), van het productdossier is de tabel gewijzigd om rekening te houden met de aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen die voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau is onderzocht.

Voor deze rode wijnen met een “Alsace grand cru”-oorsprongsbenaming zijn de minimale suikergehalten van de druiven bij de oogst en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte vastgelegd.

Deze vermeldingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

Voor de witte wijnen is het minimale suikergehalte van de druiven met 2 of 3 gram per liter most verhoogd om hetzelfde verschil van 1 % vol ten opzichte van elk minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte te behouden als in de vorige versie van het productdossier. Het “organisme de défense et de gestion” heeft ervoor gekozen om voor de omzetting van suiker in alcohol voor witte wijnen een omzettingsfactor van 17 gram suiker voor 1 % vol te gebruiken, terwijl in de oorspronkelijke versie van het productdossier een factor 16,83 werd gebruikt. Deze factor 17 was aanbevolen door het bevoegde nationale comité van het INAO bij de opstelling van de eerste versie van het productdossier.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

12.   Opbrengsten

In hoofdstuk I, deel VIII, punten 1 en 2, van het productdossier zijn de opbrengsten en de maximumopbrengsten voor witte wijn en voor witte wijn met de vermelding “Vendanges tardives” verlaagd, in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas. Hierdoor is een betere kwaliteitsbeheersing mogelijk.

In punt 5 van het enig document worden de maximumopbrengsten gewijzigd.

Voor wijnen zonder vermelding is “witte wijnen” toegevoegd, omdat voor bepaalde “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen op nationaal niveau een aanvraag tot erkenning voor de niet-mousserende rode wijnen is onderzocht.

De opbrengst en de maximumopbrengst voor de rode wijnen zijn vastgesteld in overeenstemming met de hiërarchische structuur van de benamingen in de Elzas, en liggen voor deze “grand cru”-benamingen dus lager.

Deze laatste wijzigingen leiden niet tot een wijziging van het enig document.

13.   Malolactische gisting, gehalte aan fermenteerbare suikers voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, c), van het productdossier is gepreciseerd dat bij de rode wijnen de malolactische gisting is voltooid.

Met het oog op de controle van de naleving van deze regel is een appelzuurgehalte van ten hoogste 0,4 gram per liter op het moment van het verpakken vastgelegd.

In deel IX, punt 1, d), is voor rode wijnen een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van ten hoogste 2 gram per liter na gisting vastgelegd.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

14.   Verbod op verhoging van het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte voor rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, e), van het productdossier is gepreciseerd dat rode wijnen op geen enkele manier mogen worden verrijkt. Deze beperking op de wijnbereiding is in overeenstemming met de afbakening van de voor de druivenproductie bestemde percelen, de minimale beplantingsdichtheid, de snoeiregels en de lage opbrengstwaarden.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

15.   Capaciteit van de vinificatietanks

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, g), van het productdossier is de coëfficiënt voor de berekening van de capaciteit van de vinificatietanks verlaagd.

De verhouding tussen het volume van de vorige oogst en de capaciteit van de vinificatietanks hoeft niet zo groot te zijn.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

16.   Datums voor opvoeding en in de handel brengen voor consumptie van rode wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 2, van het productdossier is een minimale opvoedingsperiode voor rode wijnen vastgesteld die loopt tot 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst. Wijnen die worden bereid uit lokale pinot noir N-druiven, hebben een minimale rijpingsperiode nodig om hun kenmerken goed tot uitdrukking te brengen.

In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, a), is vermeld dat rode wijnen na de rijpingsperiode pas op 1 oktober van het jaar volgend op dat van de oogst voor consumptie in de handel mogen worden gebracht.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

17.   Controles van verpakte partijen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 3, b), van het productdossier is de regel inzake het bewaren van testflessen voor de controle van verpakte partijen geschrapt.

Deze controlemaatregel wordt opgenomen in het controleplan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

18.   Opslag van verpakte wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 4, van het productdossier zijn de kenmerken van de opslagplaatsen voor verpakte wijnen gepreciseerd.

Dit geeft exploitanten een beter inzicht in deze regel en vergemakkelijkt de controle ervan.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

19.   Menselijke factoren die bijdragen tot het verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 1, b), van het productdossier is de tekst gewijzigd om rekening te houden met de erkenning van de niet-mousserende rode wijnen voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr”:

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 500 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden;

voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” zijn de volgende gegevens toegevoegd: erkenning in 2022 voor de rode wijnen, alleen pinot noir N is toegestaan, minimale beplantingsdichtheid van 5 000 wijnstokken per hectare voor de productie van rode wijn, verrijking is niet toegestaan en de opvoedingsperiode duurt ten minste tien maanden.

In deel X, punt 1, b), is de vermelding dat de erkenning van deze twee oorsprongsbenamingen geldt voor witte druivenrassen, geschrapt en zijn de woorden “voor de witte wijnen” toegevoegd wanneer dit nodig is voor een beter begrip van de tekst.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

De woorden “blancs” en “roses” zijn toegevoegd aan de naam van de rassen muscats à petits grains om een omissie in de vorige versie van het productdossier recht te zetten. Deze toevoegingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

20.   Beschrijving van de wijn(en)

In hoofdstuk I, deel X, punt 2, van het productdossier is een beschrijving van het uiterlijk van de witte wijnen toegevoegd om ze beter te karakteriseren.

Voor de eerste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.”

Voor de laatste twee beschreven wijnsoorten is het volgende toegevoegd: “Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.”

Punt 4 van het enig document wordt gewijzigd.

Voor de oorsprongsbenamingen “Alsace grand cru Hengst” en “Alsace grand cru Kirchberg de Barr” is een beschrijving van de belangrijkste organoleptische kenmerken van de rode wijnen toegevoegd.

Deze beschrijvingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

21.   Verband met het geografische gebied

In hoofdstuk I, deel X, punt 3, van het productdossier is voor de oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Hengst” de informatie over het verband tussen de geografische oorsprong en de kenmerken van de wijnen, die ook van toepassing kan zijn op de rode wijnen die onder deze benaming vallen, aangevuld met specifieke gegevens voor de rode wijnen.

Het enig document wordt niet gewijzigd.

22.   Overgangsmaatregelen

In hoofdstuk I, deel XI, punt 2, van het productdossier is, in overeenstemming met de wijzigingen van hoofdstuk I, deel VI, de maximale hoogte van de boogdraad geschrapt en het maximumaantal ogen per wijnstok verlaagd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

23.   Verplichte vermelding van het suikergehalte op de etikettering en andere informatiedragers voor witte wijnen

In hoofdstuk I, deel XII, punt 2, d), van het productdossier is de tekst vervangen door nieuwe tekst om de nu facultatieve vermelding van het suikergehalte, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/33, te verplichten.

Dankzij deze informatie kan de consument gemakkelijker nagaan om welke soort wijn het gaat.

Deze nieuwe regel is niet van toepassing op wijnen met de traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”.

Punt 9 van het enig document wordt aangevuld.

In deel XII, punt 2), wordt punt d) hernummerd tot punt e).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

24.   Voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming

In hoofdstuk II, deel I, punt 1, van het productdossier is een verduidelijking aangebracht bij de regels inzake de voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming die marktdeelnemers moeten indienen bij het “organisme de défense et de gestion” van de “Alsace grand cru”-oorsprongsbenamingen wanneer zij afzien van de productie onder die benaming.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Alsace grand cru Rosacker

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorie wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.

KORTE BESCHRIJVING

Het betreft niet-mousserende witte wijnen.

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 12,5 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 11 % voor de andere druivenrassen. Na verrijking bedraagt het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen niet meer dan 15 % in geval van gewurztraminer B en pinot gris G en niet meer dan 14 % in geval van de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Deze witte wijnen met een uitstekende houdbaarheid worden gekenmerkt door een grote frisheid dankzij de sterke aanwezigheid van wijnsteenzuur in combinatie met de goede rijpheid van de druiven. De oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt. Het zijn wijnen met veel substantie, een grote complexiteit en een hoge aromatische kracht met diverse nuances. Ze hebben een lange afdronk en winnen gaandeweg aan complexiteit.

Er zijn twee soorten wijnen: - droge, minerale wijnen; - aromatische, fruitige, vette en rijke wijnen. Deze twee soorten wijn hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot goudgeel.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

2.   Benaming aangevuld met “Vendanges Tardives”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 16 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 14,5 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “vendanges tardives” hebben vaak zeer exotische aroma’s van gekonfijt fruit en een frisse afdronk. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

3.   Benaming aangevuld met “Sélection de grains nobles”

KORTE BESCHRIJVING

Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de wijnen bedraagt 18,2 % voor gewurztraminer Rs en pinot gris G en 16,4 % voor de andere druivenrassen.

De andere analytische kenmerken zijn die welke in de Europese regelgeving zijn vastgesteld.

Wijnen met de aanduiding “sélection de grains nobles” zijn meer geconcentreerde, krachtige wijnen, vaak met aroma’s van vruchtenpasta. Ze hebben een opmerkelijke concentratie en een hoge aromatische persistentie. Deze wijnen hebben een diepe, intense kleur, die varieert tot amber.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

in milli-equivalent per liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Teeltwijzen: beplantingsdichtheid

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 500 wijnstokken per hectare.

De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 m bedragen.

De plantafstand van de wijnstokken in de rij bedraagt ten minste 0,75 m en ten hoogste 1,50 m.

Vanaf 25 oktober 2011 mag na het rooien van rijen binnen een perceel geen afstand tussen de rijen van meer dan 3 meter ontstaan.

2.   Teeltwijzen: snoeiregels

Teeltwijze

De wijnstokken worden gesnoeid in enkele of dubbele Guyot-snoei met ten hoogste 18 ogen per stok.

3.   Oogst

Teeltwijze

De wijnen worden gemaakt van druiven die handmatig zijn geoogst.

4.   Verhoging van het minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

Specifiek oenologisch procedé

Het minimale gemiddelde natuurlijke alcoholvolumegehalte mag met niet meer worden verhoogd dan:

 

0,5 % vol voor wijnen van de druivenrassen gewurztraminer B en pinot gris G,

 

1,5 % vol voor wijnen van andere rassen.

Wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, mogen niet worden verrijkt.

5.   Bereiding

Beperking op de wijnbereiding

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

6.   Opvoeding van de wijnen

Specifiek oenologisch procedé

De opvoeding van de wijnen vindt plaats tot ten minste 1 juni van het jaar dat volgt op het oogstjaar.

De opvoeding van wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles” vindt plaats tot ten minste 1 juni van het tweede jaar na het oogstjaar.

5.2.   Maximumopbrengsten

1.   Benaming al dan niet aangevuld met “vendanges tardives”

60 hectoliter per hectare

2.   Benaming aangevuld met “sélection de grains nobles”

48 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druivenoogst, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Ammerschwihr, Beblenheim, Bennwihr, Bergheim, Bergholtz, Eguisheim, Gueberschwihr, Guebwiller, Hattstatt, Hunawihr, Ingersheim, Katzenthal, Mittelwihr, Niedermorschwihr, Orschwihr, Pfaffenheim, Ribeauvillé, Riquewihr, Rodern, Rouffach, Saint-Hippolyte, Soultzmatt, Thann, Turckheim, Vieux-Thann, Voegtlinshoffen, Westhalten, Wettolsheim, Wintzenheim, Wuenheim, Zellenberg.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeenten Kientzheim en Sigolsheim).

Departement Bas-Rhin: Andlau, Barr, Bergbieten, Blienschwiller, Dahlenheim, Dambach-la-Ville, Eichhoffen, Kintzheim, Marlenheim, Mittelbergheim, Molsheim, Nothalten, Scharrachbergheim-Irmstett, Wolxheim.

Voor de gedeeltelijk tot het gebied behorende gemeenten is er op het gemeentehuis een cartografisch document beschikbaar waarop de grenzen van het geografische gebied voor deze gemeenten staan aangegeven.

De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO.

7.   Wijndruivenrassen

Gewurztraminer Rs

Muscat Ottonel B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains blancs B - Muscat, Moscato

Muscat à petits grains roses Rs - Muscat, Moscato

Pinot gris G

Riesling B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De beschermde oorsprongsbenaming “Alsace grand cru Rosacker” profiteert van de gunstige klimaatomstandigheden die kenmerkend zijn voor het wijngebied van de Elzas, en neemt er een van de beste locaties in. De wijngaarden in het pittoreske landschap van de Elzas maken de productie mogelijk van wijnen met een hoge expressie, een uitgesproken karakter en een unieke persoonlijkheid.

De diepe bodems van de Rosacker in combinatie met een klimaat waarin later wordt geoogst, leveren wijnen op die gestructureerd zijn met een stevige en rijpe zuurgraad (wijnsteenzuur), met een lange afdronk en veel frisheid als gevolg. De lange, regelmatige en volledige rijping van de druiven staat garant voor finesse en aromatische complexiteit.

De uitstekende klimaatomstandigheden in het naseizoen, die gunstig zijn voor concentratie op de wijnstok en de ontwikkeling van edelrot, maken het mogelijk wijnen te produceren uit overrijpe druiven.

Dankzij de opvoeding overeenkomstig het productdossier neemt de kwaliteit van de wijnen verder toe.

Door de toepassing van strenge productieregels, zoals het behoud van een groot bladoppervlak en het oogsten met de hand, behouden de wijnbouwers van de Elzas het sterke karakter van de wijnen, die bekend staan om hun complexiteit en hun lange houdbaarheid.

Ze vertegenwoordigen het hoogste marktsegment in deze regio. Deze wijnen worden hoger gewaardeerd dan wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Alsace”.

Het boek van Médard Barth uit 1958, “Der Rebbau des Elsass und die Absatzgebieten seiner Weine”, bevatte al een eerbetoon aan deze nu zo gewaardeerde streek.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2021:

Departement Haut-Rhin: de volgende gemeenten in hun geheel: Bergholtz-Zell, Berrwiller, Buhl, Cernay, Colmar, Gundolsheim, Hartmanswiller, Herrlisheim, Houssen, Husseren-les-Châteaux, Jungholtz, Leimbach, Obermorschwihr, Osenbach, Ostheim, Rorschwihr, Soultz, Steinbach, Uffholtz, Walbach, Wattwiller, Wihr-au-Val, Zimmerbach.

Delen van de volgende gemeente: Kaysersberg Vignoble (alleen de deelgemeente Kaysersberg).

Departement Bas-Rhin: Albé, Avolsheim, Balbronn, Bernardswiller, Bernardvillé, Bischoffsheim, Boersch, Bourgheim, Châtenois, Cleebourg, Dachstein, Dangolsheim, Dieffenthal, Dorlisheim, Epfig, Ergersheim, Ernolsheim- Bruche, Fessenheim-le-Bas, Flexbourg, Furdenheim, Gertwiller, Gimbrett-Berstett, Goxwiller, Heiligenstein, Itterswiller, Kienheim, Kirchheim, Kuttolsheim, Mittelhausen, Mutzig, Nordheim, Oberhoffen-les-Wissenbourg, Obernai, Odratzheim, Orschwiller, Osthoffen, Ottrott, Petersbach, Reichsfeld, Riedseltz, Rosenwiller, Rosheim, Rott, Saint-Nabor, Saint-Pierre, Scherwiller, Seebach, Soultz-les-Bains, Steinseltz, Stotzheim, Strasbourg, Traenheim, Villé, Wangen, Westhoffen, Wissembourg, Zellwiller.

Verpakking in het gebied

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De wijnen worden verpakt in flessen van het type “Vin du Rhin” die voldoen aan de bepalingen van decreet nr. 55-673 van 20 mei 1955, het besluit van 13 mei 1959 en het decreet van 19 maart 1963, met uitsluiting van alle andere soorten flessen.

Sinds de wet van 5 juli 1972 moeten wijnen in de departementen Bas-Rhin en Haut-Rhin worden gebotteld in hoge, smalle flessen van het type “Vin du Rhin”, zoals beschreven in het decreet van 1955.

Vermelding van het oogstjaar

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Het oogstjaar moet samen met de benaming worden vermeld in de oogst- en voorraadaangiften, begeleidende documenten, advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook.

Gangbare naam

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met een van de gangbare namen, op voorwaarde dat de wijnen uitsluitend afkomstig zijn van druivenrassen waarvoor de betrokken naam mag worden gebruikt.

Het gebruik van twee of meer gangbare namen op hetzelfde etiket is verboden.

Het gaat om de volgende gangbare namen:

 

Gewurztraminer,

 

Muscat,

 

Muscat Ottonel,

 

Pinot gris,

 

Riesling.

Traditionele aanduidingen “vendanges tardives” en “sélection de grains nobles”

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op wijnen die in aanmerking komen voor de aanduiding “vendanges tardives” of “sélection de grains nobles”, moet het volgende worden vermeld:

het oogstjaar,

een van de gangbare namen.

Vermelding van het suikergehalte

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Witte wijnen waarvoor volgens de voorwaarden van dit productdossier een van de 51 oorsprongsbenamingen “Alsace Grand Cru – plaatsnaam” wordt aangevraagd en die onder deze benaming worden aangeboden, met uitzondering van wijnen met de aanduidingen “Vendanges Tardives” en “Sélection de Grains nobles”, mogen alleen aan de consument worden aangeboden, worden verzonden, te koop worden aangeboden of worden verkocht indien in advertenties en folders en op etiketten, facturen, en recipiënten van welke aard dan ook het suikergehalte, zoals gedefinieerd in de Europese regelgeving, in duidelijk zichtbare letters wordt vermeld.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-4cec3ff9-abd4-4253-a1db-245ddd809faa


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.