|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
65e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 327/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10341 — PRINCE / FERRO) ( 1 ) |
|
|
2022/C 327/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10301 — CVC / ETHNIKI) ( 1 ) |
|
|
2022/C 327/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10814 — HEDIN / MOTOR-CAR) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 327/04 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 327/05 |
||
|
2022/C 327/06 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10341 — PRINCE / FERRO)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 327/01)
Op 25 januari 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), in samenhang met artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10341. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10301 — CVC / ETHNIKI)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 327/02)
Op 24 februari 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10301. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10814 — HEDIN / MOTOR-CAR)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 327/03)
Op 22 augustus 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10814. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
29 augustus 2022
(2022/C 327/04)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
0,9986 |
|
JPY |
Japanse yen |
138,49 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4379 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85420 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,6280 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
0,9670 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
141,10 |
|
NOK |
Noorse kroon |
9,7675 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
24,592 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
409,90 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,7450 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,8699 |
|
TRY |
Turkse lira |
18,1605 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4529 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3026 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
7,8368 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6305 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,3950 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 347,47 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,8891 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
6,9044 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5119 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
14 871,09 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,4837 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
56,187 |
|
RUB |
Russische roebel |
|
|
THB |
Thaise baht |
36,399 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,0663 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
19,9876 |
|
INR |
Indiase roepie |
79,8295 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/5 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 327/05)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“Steirisches Kürbiskernöl”
EU-nr.: PGI-AT-1460-AM02 – 9.12.2019
BOB ( ) BGA (X)
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Gemeinschaft der Arbeitsgemeinschaft Steirischer Kürbisbauern Gen.m.b.H. (vereniging van Stiermarkse pompoentelers),
Landesinnung Steiermark des Lebensmittelgewerbes Berufszweig Ölpresser (afdeling oliepersers van het Stiermarkse gilde van de voedingsindustrie).
P/a Gemeinschaft Steirisches Kürbiskernöl g.g.A. (vereniging voor de BGA “Steirisches Kürbiskernöl”)
|
Julius Strauß Weg 1a |
|
8430 Leibnitz |
|
ÖSTERREICH |
|
Tel. +43 345272151 |
|
Fax +43 34527215115 |
|
E-mail: office@steirisches-kuerbiskernoel-gga.at |
2. Lidstaat of derde land
Oostenrijk
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
|
☐ |
Naam van het product |
|
☒ |
Beschrijving van het product |
|
☒ |
Geografisch gebied |
|
☒ |
Bewijs van oorsprong |
|
☒ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
|
☒ |
Verband |
|
☒ |
Etikettering |
|
☒ |
Overige (nationale eisen) |
4. Aard van de wijziging(en)
|
☐ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
|
☒ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
5. Wijziging(en)
Het tot nu toe geldende productdossier, dat uit verschillende afzonderlijke documenten bestond, is samengevoegd tot één document en herzien, voornamelijk om rekening te houden met de voorschriften voor het productieproces en het bewijs van oorsprong en om het geografische gebied, dat oorspronkelijk correct op een kaart was weergegeven maar in de tekst te nauw werd omschreven, af te bakenen en te corrigeren overeenkomstig de wijzigingen in de namen van de districten. De gedetailleerde beschrijving van het controlesysteem moet meer duidelijkheid geven, concurrentieverstoring voorkomen en de kwaliteit en specifieke kenmerken van “Steirisches Kürbiskernöl” helpen waarborgen.
Meer concreet:
Beschrijving van het product:
Punt 5b van het huidige productdossier — Beschrijving:
“Donkerkleurige, dikvloeibare spijsolie die overwegend als slaolie wordt gebruikt. Deze olie wordt verkregen door het behoedzaam persen van Stiermarkse pompoenpitten die van nature geen schil hebben (Cucurbita pepo var. styriaca). De olie heeft een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetten en is zeer voedzaam.”
en de toelichting:
““Steirisches Kürbiskernöl” is een donkerkleurige, dikvloeibare spijsolie met een nootachtige smaak. Een bijzondere kwaliteit is dat de olie zich goed aan slabladeren hecht. Aangezien de olie een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetten heeft, is deze zeer voedzaam.
Analyse:
Soortelijk gewicht: 0,90-0,92 kg/l
Vetgehalte 90 %
waarvan linolzuur 40-60 % en oliezuur 25-40 % samen ongeveer 80 %; palmitoleïnezuur 10-25 %, stearinezuur 3-6 %, overige vetzuren 1-2 %
Het basisproduct voor de olie is de “Stiermarkse oliepompoen”Cucurbita pepo var. styriaca (ook bekend als de oliepompoen zonder schil), een gemuteerd ras waarvan de vier buitenste cellagen (zaadhuiden) niet houtachtig en dik worden. Daardoor krijgen de pitten hun kenmerkende olijfgroene tot donkergroene kleur. Volgens de Oostenrijkse geneticus Erich Tschermak von Seysnegg is de Stiermarkse pompoen waarschijnlijk spontaan ontstaan als gevolg van een verlies-van-functiemutatie in de vorige eeuw.
De pitten hebben de volgende voedingssamenstelling:
De samenstelling hangt af van het oogstjaar:
Vetgehalte: 45-53 %
Eiwitgehalte: 32-38 %
Koolhydraten: 3-5 %
Voedingsvezels: 2-4 %
Mineralen: 4-6 % (kalium, fosfor, calcium, magnesium, ijzer, koper, mangaan, seleen, zink)
Vitaminen: E, B1, B2, B6, C, A, D.
Ongeveer 615 kcal per portie van 100 g.
Andere belangrijke voedingsstoffen:
fytosterol en citrulline (farmacologisch effect op prostaataandoeningen)
squaleen (cholesterolgehalte).
Vanwege de aanwezige voedingsstoffen verschillen Stiermarkse pompoenpitten sterk van normale pitten met schil. Het verschil in voedingswaarde tussen pompoenen “met schil” en “zonder schil” wordt hieronder weergegeven (Eduard von Boguslawski):
|
Pitten |
Abs. drooggewicht |
als % van het drooggewicht |
||
|
Ruw vet |
Ruw eiwit |
Ruwe vezel |
||
|
Pompoenen met schil |
90,0 |
39,6 |
27,7 |
19,6 |
|
Stiermarkse oliepompoen |
90,0 |
48,6 |
36,3 |
4,4 |
“Steirisches Kürbiskernöl” verschilt daarom op twee belangrijke punten van andere spijsoliën: het voor de streek kenmerkende basisproduct (pompoenpitten die van nature geen schil hebben) en het unieke persproces (geen raffinage).”
moeten ter verbetering en verduidelijking van de beschrijving worden vervangen door:
“5b) Beschrijving:
“Steirisches Kürbiskernöl” wordt verkregen uit Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) die van nature geen schil hebben.
De zaden moeten gecertificeerde zaden zijn van een ras van Stiermarkse oliepompoenen dat in Oostenrijk is toegelaten en in de Oostenrijkse rassenlijst is opgenomen.
De pompoenpitten worden altijd geroosterd voordat ze worden geperst. Dit levert een donkerkleurige, dichroïsche olie op die tegen het licht donkergroen/roodachtig lijkt.
“Steirisches Kürbiskernöl” is een dikvloeibare spijsolie met een kenmerkende geur.
Afhankelijk van de intensiteit van het roosteren heeft de olie een minder of een meer nootachtige smaak.
De olie wordt niet gefilterd of geraffineerd en wordt niet ontslijmd, (gedeeltelijk) ontzuurd, gebleekt, gedesodoriseerd en/of gefractioneerd.
“Steirisches Kürbiskernöl” bestaat uit 100 % zuivere olie die wordt verkregen uit de eerste persing van Stiermarkse oliepompoenpitten zonder schil die afkomstig zijn uit het afgebakende teeltgebied en in het afgebakende gebied worden geperst.
Vermenging met andere oliën of pitten is niet toegestaan.
De olie heeft een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetten en is zeer voedzaam.
Gemiddelde parameters voor “Steirisches Kürbiskernöl”:
Het oliegehalte, het soortelijk gewicht en het vetzuurprofiel van de van nature geen schil bevattende pompoenpitten van Stiermarkse oliepompoenen kunnen sterk variëren, afhankelijk van de bodem en de weersgesteldheid in het teeltgebied van de pompoenen en afhankelijk van de rijpheid.
Soortelijk gewicht: 0,90-0,92 kg/l
Vetgehalte minimaal 99 %
waarvan linolzuur 37-60 % en oliezuur 25-44 %, samen ongeveer 80 %,
palmitinezuur 10-20 %,
stearinezuur 3-7 %,
overige vetzuren 1-2 %.
“Steirisches Kürbiskernöl” verschilt op een aantal belangrijke punten van andere spijsoliën. Ten eerste vanwege het voor de streek kenmerkende basisproduct (van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten) uit het geografisch afgebakende teeltgebied en ten tweede vanwege het kenmerkende persproces (mechanisch/hydraulisch) dat plaatsvindt nadat de pitten zijn geroosterd.”
Motivering:
De bijzondere kwaliteit en het uiterlijk van “Steirisches Kürbiskernöl” zijn altijd beschouwd als het resultaat van het regionale klimaat in het afgebakende productiegebied, van de deskundigheid van de landbouwers op het gebied van het telen, verzorgen en oogsten van het gewas, en van de traditionele wijze waarop de olie wordt geperst. Bijgevolg wordt alleen de olie die uit van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) wordt verkregen, omschreven als “Steirisches Kürbiskernöl” van beschermde oorsprong met zijn unieke smaak en aroma. De formulering, waarvan een deel in het oorspronkelijke productdossier stond en een deel nu is toegevoegd, moet ondubbelzinnig tot uitdrukking brengen dat uitsluitend 100 % zuivere olie die is verkregen uit de eerste persing van Stiermarkse oliepompoenpitten zonder schil, afkomstig zijn uit het afgebakende teeltgebied en geperst zijn in het afgebakende gebied, mag worden geëtiketteerd als “Steirisches Kürbiskernöl”. Aangezien voor de teelt alleen gecertificeerd zaad van in Oostenrijk toegelaten en in de Oostenrijkse rassenlijst opgenomen Stiermarkse oliepompoenrassen wordt gebruikt, worden alleen gewassoorten vermeerderd die geschikt zijn voor het Oostenrijkse teeltgebied en waarmee dus de kwaliteit van de pompoenpitten wordt behouden die weer nodig is om de kwaliteit en de kenmerkende smaak van “Steirisches Kürbiskernöl” te waarborgen.
Volgens het tot nu toe gebruikte productdossier bedraagt het vetgehalte 90 %. Dit is nu gewijzigd in “minimaal 99 %” aangezien het gewoonlijk tussen 99 en 100 % ligt. De vermelde vetzuren zijn dienovereenkomstig aangepast.
Het tot dusver geldende overzicht van de voedingssamenstelling van de pompoenpitten is geschrapt. Die waarden zijn namelijk niet van toepassing op de olie die uit de zaden wordt verkregen, en zouden dus mogelijk voor verwarring kunnen zorgen bij de consument, terwijl ze wel van belang zijn voor controles. Evenzo verwijzen de door Eduard von Boguslawski bepaalde waarden in de eerder gepresenteerde tabel over de verschillen in voedingsstoffen tussen Stiermarkse oliepompoenen en pompoenen met schil niet duidelijk naar het eetbare gedeelte van de pitten. Dit heeft tot kritiek geleid en daarom is ook deze tabel geschrapt.
De herziening van de beschrijving dient om de informatie nauwkeuriger te maken en het vertrouwen van de consument in de kwaliteit, het unieke karakter en de reputatie van “Steirisches Kürbiskernöl” te behouden. Dit heeft geen invloed op de kwaliteit van het olieproduct of op de organoleptische eigenschappen ervan, zoals met name kleur, aroma en smaak.
Geografisch gebied:
Punt 5c van het huidige productdossier — Geografisch gebied:
“Het persen van “Steirisches Kürbiskernöl” vindt uitsluitend plaats in het traditionele gebied in Zuid-Stiermarken (districten Deutschlandsberg, Feldbach, Fürstenfeld, Graz-Umgebung, Hartberg, Leibnitz, Radkersburg, Voitsberg en Weiz) en Zuid-Burgenland (districten Jennersdorf, Güssing en Oberwart). Het basisproduct (van nature geen schil bevattende Stiermarkse pompoenpitten) is uitsluitend afkomstig uit het bovengenoemde traditionele gebied en uit delen van Neder-Oostenrijk (districten Hollabrunn, Horn, Mistelbach, Melk, Gänserndorf, beperkt tot de gemeente Zistersdorf, en Korneuburg-Stockerau, beperkt tot de gemeente Stockerau).”
en de toelichting:
“De bijzondere kwaliteit van het product is te danken aan twee componenten. In de eerste plaats aan het bijzondere Illyrische en subalpiene klimaat in het gebied waar de pitten worden geteeld — het traditionele teeltgebied, zie in bijlage 1a de kaart van Zuid-Stiermarken (districten Deutschlandsberg, Feldbach, Fürstenfeld, Graz-Umgebung, Hartberg, Leibnitz, Radkersburg, Voitsberg en Weiz), Zuid-Burgenland (districten Jennersdorf, Güssing en Oberwart), Neder-Oostenrijk (districten Melk, Horn en Mistelbach) — en in de tweede plaats aan de traditionele productiemethode, die vooral in de regio Stiermarken werd ontwikkeld, zie de kaart in bijlage 1b — Zuid-Stiermarken (districten Bad Radkersburg, Deutschlandsberg, Feldbach, Fürstenfeld, Graz-Umgebung, Hartberg, Leibnitz, Voitsberg en Weiz, zie de kaart van Stiermarken) en Zuid-Burgenland (districten Güssing, Jennersdorf en Oberwart).”
moeten worden vervangen door:
“5c) Geografisch gebied
“Het persen van “Steirisches Kürbiskernöl” vindt uitsluitend plaats in het traditionele gebied in Zuid-Stiermarken (districten Deutschlandsberg, Graz, Graz-Umgebung, Hartberg-Fürstenfeld, Leibnitz, Zuidoost-Stiermarken, Voitsberg en Weiz) en Zuid-Burgenland (districten Jennersdorf, Güssing en Oberwart).
Het basisproduct (van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten) is uitsluitend afkomstig uit het bovengenoemde traditionele gebied in Zuid-Stiermarken en Zuid-Burgenland, en uit de volgende districten van Neder-Oostenrijk: Hollabrunn, Horn, Mistelbach, Melk, Gänserndorf, beperkt tot de gemeente Zistersdorf, en Korneuburg-Stockerau, beperkt tot de gemeente Stockerau.”
Motivering:
Om een fout in het oorspronkelijke tekstgedeelte van het productdossier te verbeteren, wordt verduidelijkt dat de districten van het traditionele gebied waarin het persen van “Steirisches Kürbiskernöl” mag plaatsvinden, het district Graz omvatten, dat in het midden ligt van het gebied dat tot nu toe op een kaart in het oorspronkelijke productdossier werd aangegeven. Dit is dus een correctie die in overeenstemming is met de kaart in de oorspronkelijke registratieaanvraag.
Het nieuwe district Zuidoost-Stiermarken, ontstaan door de samenvoeging van de districten Radkersburg en Feldbach, en het nieuwe district Hartberg-Fürstenfeld, ontstaan door de samenvoeging van de districten Fürstenfeld en Hartberg, zijn louter ter verduidelijking en rectificatie opgenomen.
Bewijs van oorsprong:
De informatie in het huidige productdossier over de geschiedenis van het product, die moest worden toegelicht in punt 5d (“Ontstaansgeschiedenis”) toen de benaming werd erkend, is samen met de toelichting verplaatst naar punt 5f (“Verband met het geografische gebied”) (zie de tekst in dat punt). In plaats daarvan moeten de volgende bepalingen inzake het waarborgen van de traceerbaarheid worden opgenomen in punt 5d (“Bewijs van oorsprong”) in het nieuwe productdossier:
“5d) Bewijs van oorsprong
Om de gehele stroom vanaf de teelt tot en met de verwerking te kunnen volgen, moeten de bewegingen van de van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) tot en met het eindproduct met de BGA “Steirisches Kürbiskernöl” worden gedocumenteerd. Om de beteelde arealen, de jaarlijkse oogsten, het gebruik van de pompoenpitten en de geproduceerde hoeveelheden olie duidelijk te kunnen traceren, moeten de producenten alle volgende punten schriftelijk of elektronisch documenteren:
Elke producent moet beschikken over een geldig controlecontract (eventueel geïntegreerd in het teeltcontract) en het bewijs van oorsprong leveren overeenkomstig punt d, afhankelijk van zijn positie in het productieproces.
Wanneer meerdere marktdeelnemers tot een productiecoöperatie zijn gefuseerd, moet de coöperatie een geldig contract sluiten met een controle-instantie en interne contracten over specifieke controletaken sluiten met haar leden, d.w.z. met individuele producenten (landbouwers, oliepersers).
5d1) Beteelde arealen
De producenten van de pitten moeten overeenkomstig het (eventueel in het teeltcontract opgenomen) controlecontract jaarlijks schriftelijk of elektronisch bewijs aan een in het controlesysteem erkende instantie leveren dat de beteelde arealen in het afgebakende teeltgebied van de BGA liggen. Deze instantie kan een erkende controle-instantie zijn of een vereniging van producenten die door een erkende controle-instantie wordt gecontroleerd. Het verslag moet een lijst bevatten van de arealen die zijn onderworpen aan de voorgeschreven controles (bv. meervoudige AMA-aanvraag of een soortgelijk document). Dit verslag maakt het mogelijk alle teeltgebieden van oliepompoenen te registreren die van belang zijn voor de productie van “Steirisches Kürbiskernöl” in het desbetreffende productiejaar.
5d2) Oogsten
Elke individuele producent van pitten moet schriftelijk of elektronisch documenteren hoeveel pompoenpitten rechtstreeks van het areaal zijn geoogst, gedroogd en gereinigd (d.w.z. waaruit pulp en stukjes schil zijn verwijderd) en deze hoeveelheid uiterlijk op 31 december van het oogstjaar melden aan een in het controlesysteem erkende instantie, overeenkomstig het controlecontract (eventueel geïntegreerd in het teeltcontract). Deze instantie kan een erkende controle-instantie zijn of een vereniging van producenten die door een erkende controle-instantie wordt gecontroleerd.
Dit verslag maakt het mogelijk de totale jaarlijks geoogste hoeveelheid van elke producent van pitten in het controlesysteem te registreren. Zo kan de gemiddelde opbrengst per hectare en per producent worden berekend. Vervolgens kan de totale jaarlijkse oogst worden bepaald; dit is op zijn beurt een basisvoorwaarde voor de beheersing van de totale stroom.
De stroom van de rechtstreeks van het veld geoogste pompoenpitten uit oogstjaar XY van de producent van de pitten naar de verschillende contractanten (was-, droog- en reinigingsinstallaties) moet ook schriftelijk (bv. weegbrief nat/droog in kg of factuur) of elektronisch worden gedocumenteerd en worden gemeld aan een in het controlesysteem erkende instantie, overeenkomstig het controlecontract (eventueel geïntegreerd in het teeltcontract).
5d3) Gebruik van de pitten
Indien de pompoenpitten uit het afgebakende teeltgebied, rechtstreeks van het veld geoogst, gedroogd en gereinigd (d.w.z. waaruit pulp en stukjes schil zijn verwijderd), uit oogstjaar XY worden verkocht, moeten de producent van de pitten en alle andere ondernemingen in de productieketen tot aan de oliepersing (groothandelaren, opslagplaatsen, olieperserijen enz.) of een door hen daarmee belaste instantie, de oorsprong van de pitten schriftelijk of elektronisch bevestigen. Deze instantie kan een erkende controle-instantie zijn of een vereniging van producenten die door een erkende controle-instantie wordt gecontroleerd. De volgende belangrijke informatie moet schriftelijk of elektronisch worden gedocumenteerd om de traceerbaarheid van de stroom te waarborgen, ook wanneer het product aan derden wordt geleverd: de producent van de pitten, de hoeveelheid pitten (in kg) die overeenkomstig het productdossier in oogstjaar XY is geproduceerd en de ontvanger.
Het daartoe benodigde document (bv. hoeveelheidsnota, begeleidend document, elektronisch dossier enz.) moet opeenvolgend worden genummerd. Indien de pitten worden doorverkocht, wordt dit document doorgegeven aan de volgende persoon die de pitten in bezit heeft.
Bovendien moet de producent (olieperser, landbouwer) telkens wanneer de zaden worden geperst om de BGA “Steirisches Kürbiskernöl” te verkrijgen, de klant (landbouwer, handelaar), de hoeveelheid pitten (in kg), de productiedatum, de persfactor en de grootte van de recipiënt documenteren. Daarbij worden gelijktijdig ook de perslocatie/olieperserijen gedocumenteerd.
Indien een deelnemer aan het BGA-systeem pitten niet perst om overeenkomstig het productdossier geproduceerde “Steirisches Kürbiskernöl” te verkrijgen, maar gebruikt voor andere doeleinden (bv. voor snacks, zaaigoed, bakkerijproducten, de farmaceutische industrie, vermenging met andere oliën of levensmiddelen enz.), moet de persoon die in het bezit is van de overeenkomstig het productdossier geproduceerde pitten of een vereniging van producenten dit schriftelijk of elektronisch documenteren en de hoeveelheid (in kg) en het beoogde gebruik registreren.
Deze documentatie moet voortdurend worden bijgewerkt en moet om de zes maanden worden samengevat en aan de vereniging van producenten worden toegezonden (uiterlijk op 30 juni voor het eerste semester van het lopende jaar en aan het einde van het lopende jaar voor het tweede semester). De pitten die niet worden geperst om de BGA “Steirisches Kürbiskernöl” te verkrijgen, maar voor andere doeleinden worden gebruikt, moeten bij de berekening van de stroom van de totale hoeveelheid worden afgetrokken. De gecontroleerde bedrijven/verwerkers moeten hun eigen unieke, traceerbare product- of artikelnummers aanmaken (bv. BGA-snackpitten en snackpitten in het algemeen) en gegevens indienen.
Alle verwerkingsbedrijven die aan het BGA-systeem deelnemen en pitten verwerken overeenkomstig het productdossier (bv. bij de productie van snackpitten, bakkerijproducten enz.) moeten de desbetreffende stromen controleren. Overeenkomstig het productdossier geproduceerde pitten moeten gescheiden van andere pompoenpitten worden verwerkt, opgeslagen en geëtiketteerd.
5d4) Controlenummer op recipiënten
Elke recipiënt (behalve voor eigen verbruik) moet een controlenummer krijgen aan de hand waarvan de naam van de directe verkoper of producent van de pompoenpitolie (productiepartijen) of de naam van de contractant (landbouwer, handelaar, olieperser of distributeur) kan worden bepaald. Aan de hand van dit controlenummer moet het ook mogelijk zijn om de productiedatum (de datum waarop de olie is geperst) te bepalen.
Het controlenummer en de hoeveelheid (in liter of kg) moeten zichtbaar zijn op het etiket van het product met de BGA “Steirisches Kürbiskernöl”.
Dit systeem van controlenummers maakt het mogelijk zowel de stroom binnen elk bedrijf als de totale stroom van alle producenten te volgen en te controleren.
De controles moeten betrekking hebben op de volgende punten:
|
— |
de geografische locatie van de teler (van pompoenpitten) en de verwerker (verdere verwerking, met name persen) overeenkomstig het productdossier; |
|
— |
misbruik van documenten (bv. certificaten) of controlenummers, bv. door het kopen of vermengen van goederen en afzonderlijke goederenstromen; |
|
— |
de stroom tussen producenten van pitten, verwerkers of contractanten, olieproducenten en handelaren; |
|
— |
producteigenschappen overeenkomstig het productdossier (bv. alleen uit de eerste persing van Stiermarkse oliepompoenen zonder schil (Cucurbita pepo var. styriaca), 100 % zuiver); |
|
— |
correcte etikettering van het product.” |
Motivering:
Aangezien het huidige productdossier geen informatie over het bewijs van oorsprong bevat, werd het zinvol geacht in punt 5d van het productdossier informatie op te nemen om de traceerbaarheid van het product te verbeteren en te waarborgen. Om de beteelde arealen, de jaarlijkse oogsten, het gebruik van de pitten en de geproduceerde hoeveelheid olie duidelijk te kunnen volgen, ook wanneer pitten/olie aan een derde worden verkocht, vereist het productdossier nu de toepassing van een getrapt bewijs- en controlesysteem, dat zowel een systeem met controlenummers als verslagen over beteelde arealen en oogsten omvat.
Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Punt 5e van het huidige productdossier — Extractieproces:
“De gewassen en gedroogde, van nature geen schil bevattende pompoenpitten worden gemalen, behoedzaam geopend en vervolgens geperst. Dankzij dit behoedzame proces blijven de waardevolle voedingsstoffen van de Stiermarkse pompoenpitten grotendeels behouden.”
en de toelichting:
“De van nature geen schil bevattende pompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) worden grondig gedroogd. De gedroogde pitten worden fijngemalen in een geschikte persinstallatie, gemengd met water en tot pulp gekneed. Vervolgens kan er wat zout worden toegevoegd om de smaak naar voren te brengen. Voor de productie van “Steirisches Kürbiskernöl” moet de pulp vóór het persen langzaam worden verwarmd in een pan met een roersysteem. Daardoor neemt het vochtgehalte sterk af en krijgt de olie zijn kenmerkende smaak. De geroosterde pittenpulp wordt mechanisch behoedzaam geperst om de pompoenpitolie te verkrijgen zonder chemische toevoegingsmiddelen.”
moeten worden vervangen door:
“5e) Productieproces
De van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) zijn een mutatie waarvan de vier buitenste cellagen (schillen) niet houtachtig en dik worden. Daardoor krijgen de pitten hun kenmerkende olijfgroene tot donkergroene kleur.
Voor de teelt mag alleen zaad van Stiermarkse oliepompoenen van de in Oostenrijk toegelaten en in de Oostenrijkse rassenlijst opgenomen rassen worden gebruikt dat is gecertificeerd op basis van de Oostenrijkse veldmethoden of inhoudelijk gelijke veldmethoden van andere lidstaten.
Daardoor wordt gewaarborgd dat alleen gewassoorten worden vermeerderd die geschikt zijn voor het Oostenrijkse teeltgebied. Dit is van essentieel belang voor het behoud van de kwaliteit van de pompoenpitten, die weer noodzakelijk is om de kwaliteit en de kenmerkende smaak van “Steirisches Kürbiskernöl” te waarborgen.
Aangezien de gewassen en gedroogde pompoenpitten goed kunnen worden opgeslagen, worden ze gewoonlijk op verzoek geperst, zodat de in de handel gebrachte pompoenpitolie zo vers en smaakvol mogelijk is.
Het traditionele productieproces bestaat uit het fijnmalen van de gewassen en gedroogde, van nature geen schil bevattende pompoenpitten in een geschikte molen. De gedroogde pitten worden gemengd met water en zout, en tot pulp gekneed.
Om het persen te bevorderen en hoofdzakelijk om de eiwitten in de van nature geen schil bevattende pompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) te denatureren, is het gebruikelijk en toegestaan om tafelzout toe te voegen. Aangezien “Steirisches Kürbiskernöl” wordt verkregen zonder andere chemische toevoegingsmiddelen, blijven de meeste waardevolle voedingsstoffen behouden.
De pulp wordt vóór het persen langzaam verwarmd in een pan met een roersysteem. Daardoor neemt het vochtgehalte sterk af en krijgt de olie zijn kenmerkende smaak.
Afhankelijk van de intensiteit van het roosteren kan de olie een minder of een meer geroosterde smaak hebben.
De olie wordt uit de geroosterde pulp verkregen langs zuiver mechanische/hydraulische weg, zonder verdere verhitting.
“Steirisches Kürbiskernöl” wordt uitsluitend verkregen uit de eerste persing.
De zwevende deeltjes in de natuurlijke olie bezinken na een paar dagen, waarna de olie wordt gebotteld in recipiënten die de olie tegen licht beschermen (meestal flessen van donker glas). Dit is noodzakelijk, omdat de pompoenpitolie gevoelig is voor licht.”
Motivering:
De kenmerkende kwaliteit van “Steirisches Kürbiskernöl” hangt voor een deel af van de deskundigheid van de landbouwers wat betreft het traditionele productieproces van het gewas en van het persen van de olie. In de tekst van het oorspronkelijke productdossier, die nu is aangevuld, wordt dit traditionele productieproces nader beschreven, en met name wordt het persproces nauwkeuriger omschreven door toe te lichten dat de olie uit de geroosterde pulp wordt verkregen “langs zuiver mechanische/hydraulische weg”, zonder verdere verhitting.
Aangezien “Steirisches Kürbiskernöl” gevoelig is voor licht, wordt in het productdossier vermeld dat de olie moet worden gebotteld in recipiënten die de olie tegen licht beschermen, meestal flessen van donker glas. Daardoor wordt de kwaliteit van “Steirisches Kürbiskernöl” gewaarborgd.
Door de eis op te nemen dat alleen zaad van Stiermarkse oliepompoenen van de in Oostenrijk toegelaten en in de Oostenrijkse rassenlijst opgenomen rassen mag worden gebruikt dat is gecertificeerd op basis van de Oostenrijkse veldmethoden of inhoudelijk gelijke veldmethoden van andere lidstaten, moet worden gewaarborgd dat alleen gewassoorten worden vermeerderd en als zaaizaad worden gebruikt die geschikt zijn voor het Oostenrijkse teeltgebied en waarmee dus de kwaliteit van de pompoenpitten kan worden gewaarborgd die weer nodig is om de kwaliteit en de kenmerkende smaak van “Steirisches Kürbiskernöl” te waarborgen.
Deze specifieke eisen voor de grondstof zijn in twee opzichten gerechtvaardigd:
|
1. |
Toelating van specifieke rassen In Oostenrijk zijn er toegelaten rassen van Stiermarkse oliepompoenen. Voor de toelating van pompoenzaad in Oostenrijk moet naast hetgeen vereist is op grond van Richtlijn 2002/55/EG betreffende het in de handel brengen van groentezaad, ook de cultuurwaarde van het ras worden onderzocht (artikel 46, lid 2, van de zaadwet). Tijdens dit onderzoek worden de voor de cultuurwaarde bepalende eigenschappen bepaald aan de hand van vergelijkingen met soortgelijke toegelaten rassen (bv. resistentie tegen schadelijke organismen, opbrengst enz.) om aan te tonen dat de in Oostenrijk toegelaten pompoenrassen bij uitstek geschikt zijn voor de Oostenrijkse teeltgebieden. De Oostenrijkse procedure voor de toelating van rassen staat open voor alle rassen, ongeacht de plaats van oorsprong ervan. |
|
2. |
Vermeerdering van zaaizaad Krachtens de zaadverordening van 2006 mag oliepompoenzaad alleen in Oostenrijk als teeltmateriaal en als gecertificeerd zaad in de handel worden gebracht. Richtlijn 2002/55/EG (artikel 20, lid 2) staat echter ook standaardzaad toe. Standaardzaad is alleen onderworpen aan controles op het in de handel brengen van zaaizaad. Het productieproces wordt niet officieel gemonitord (ook niet tijdens de vermeerdering). Er is dus geen controle in het veld om na te gaan of het aangegeven ras is gebruikt (dit kan in de praktijk alleen in het veld worden bepaald). In het geval van gecertificeerd zaad wordt de authenticiteit van het ras daarentegen geverifieerd tijdens officiële controles in het veld. Deze controles in de vermeerderingsgebieden zijn gebaseerd op de veldmethoden voor de Stiermarkse oliepompoen die door de Bondsdienst voor Voedselveiligheid zijn gepubliceerd in het Oostenrijkse rassen- en zadenblad (Sorten- und Saatgutblatt). Die methoden bevatten specifieke voorschriften voor vermeerderingsgebieden en -gewassen. Ze moeten ook op vergelijkbare wijze worden toegepast in het kader van zaadcertificering in andere lidstaten om ervoor te zorgen dat de geproduceerde oliepompoenen de verwachte kwaliteit hebben. De Oostenrijkse wetgeving inzake de erkenning van rassen (onderzoek naar de cultuurwaarde) en inzake zaadvermeerdering (gecertificeerd zaad) is strenger dan de EU-regelgeving of de regelgeving van andere lidstaten. Deze eisen voor de erkenning van rassen en zaadvermeerdering, die verder gaan dan het EU-recht, waarborgen dus dat het ras in het bijzonder geschikt is voor de Oostenrijkse teeltgebieden, en zorgen ervoor dat daadwerkelijk zaad van het Stiermarkse oliepompoenras wordt vermeerderd. |
Verband met het geografische gebied:
De informatie in punt 5d van het huidige productdossier (“Ontstaansgeschiedenis”):
“De ontwikkeling van “Steirisches Kürbiskernöl” is nauw verbonden met Stiermarken. Er zijn aanwijzingen dat reeds in de 18e eeuw olie uit pompoenpitten werd geperst. In Stiermarken werd op traditionele wijze geperst en werd begonnen met de teelt van pompoenpitten zonder schil. Ook de mechanisering van de oogst en de verwerking van de pompoenpitten werd hier in gang gezet.”
en de toelichting:
“De in Oostenrijk en met name in Stiermarken vervaardigde “Steirisches Kürbiskernöl” wordt verkregen uit van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca).
Het ontstaan en de ontwikkeling van “Steirisches Kürbiskernöl” zijn nauw verbonden met Stiermarken. Uit talrijke literaire verwijzingen blijkt dat er al in het begin van de 18e eeuw pompoenpitolie werd geperst in onze streek (zie de bijdrage van professor Teppner in Die Koralpe, blz. 57-63, 1982).
In Stiermarken zijn nog oude olieperserijen uit de 18e eeuw te vinden die toen al werden gebruikt voor de productie van pompoenpitolie uit pitten met schil. Een voorbeeld is “de oude olieperserij Pechmann”, die in 1774 door de familie Egger (voorouders van de huidige eigenaar, Irmgard Schober) van de heren van Brunnsee werd gekocht en sindsdien als olieperserij wordt geëxploiteerd. Andere voorouders die na de familie Egger eigenaar waren van de olieperserij, waren Georg Friedl, Josef Pechmann, Friedrich Pechmann en nu Irmgard Schober. Aanvullend bewijs van de vervaardiging van pompoenpitolie is bijgevoegd in de vorm van schriftelijke bevestigingen dat olieperserij Karl Hartlieb in 1910 pompoenpitten teelde.
Ervaren persers ontwikkelden een proces van behoedzaam persen om de waardevolle pompoenpitolie te verkrijgen. Anders dan in andere Europese productielanden (in Zuidoost-Europa) werden de pitten, die destijds gewoonlijk een schil hadden, vóór het persen gepeld. De Stiermarkse landbouwers ontdekten later “mutaties met een zachte schil” en begonnen deze waardevolle pompoenpitten te telen. Vervolgens werden deze “van nature geen schil bevattende pompoenpitten” uitsluitend in Stiermarken geteeld. Door de toenemende intensivering van de landbouw was het niet meer rendabel om de pitten handmatig uit de pompoenen te verwijderen. Op initiatief van de Stiermarkse landbouwers werden de oogst en de verwerking gemechaniseerd, waardoor de oogsten vanaf 1970 stegen. Sinds 1978 bestaat er een vereniging van Stiermarkse pompoentelers, die de pompoenpitten van talrijke landbouwers verkoopt. Daarna is het beteelde areaal voortdurend toegenomen.”
zijn verplaatst naar dit punt en moeten, samen met de informatie tot nu toe in punt 5f van het huidige productdossier (“Verband met het geografische gebied”):
“Door het overwegend warme en vochtige weer in het teeltgebied (Illyrisch-subalpien klimaat in Stiermarken) rijpen de Stiermarkse oliepompoenen pas in het najaar. Dit resulteert in een hoog gehalte aan onverzadigde vetten. Dit gewas speelt in deze gebieden een belangrijke economische rol bij de instandhouding van kleinschalige landbouwbedrijven (huidig gewasareaal van ongeveer 10 000 ha). De productie van “Steirisches Kürbiskernöl” zorgt ook voor belangrijke arbeidsplaatsen en voor de inkomsten van ongeveer zeventig commerciële oliepersen in achtergebleven en met leegloop bedreigde gebieden. Er is een bijzondere vraag van de consument naar “Steirisches Kürbiskernöl”.”
en de toelichting:
“Klimaatomstandigheden:
Door het Illyrisch-subalpiene klimaat (warm en vochtig weer) rijpen de Stiermarkse oliepompoenen pas in het najaar. Dit levert een nog hoger gehalte aan uit voedingsoogpunt waardevolle onverzadigde vetten op. Oliepompoenen die in een Pannonisch klimaat worden geteeld, rijpen daarentegen eerder (waardoor de oogst in de warme periode van het jaar plaatsvindt) en hebben dus een lager gehalte aan onverzadigde vetten.
Economisch belang:
De ontwikkeling van “Steirisches Kürbiskernöl” is onlosmakelijk verbonden met Stiermarken (zie punt 5d). In Stiermarken wordt momenteel in totaal tussen 8 000 en 9 000 ha beteeld. Pompoengewassen vormen voor zo’n 2 000 bedrijven in de structureel zwakke grensregio’s een interessant alternatief voor de steeds minder winstgevende graanteelt.
De productie van pompoenpitolie biedt bovendien zeventig commerciële olieperserijen en een aantal agrarische persers (rechtstreekse verkoop) een alternatief voor het steeds onrendabelere malen van graan. De bescherming van de teelt van pompoenpitten is een specifieke doelstelling van het regionale beleid in de zin van de preambule van Verordening (EEG) nr. 2081/92. Als regionale specialiteit zorgt pompoenpitolie in het afgebakende teeltgebied voor veel werkgelegenheid in de landbouw en handel, waardoor de bevolking in dit met leegloop bedreigde gebied blijft en een inkomen kan verdienen. Deze regionale specialiteit biedt kleinschalige bedrijven in de landbouw en nijverheid een aantrekkelijke alternatieve bron van inkomsten.”
als volgt worden geherformuleerd en bijgewerkt:
“5f) Verband met het geografische gebied
Klimaatkenmerken:
Door de in het teeltgebied heersende weersomstandigheden (bv. het Illyrisch-subalpien klimaat in Stiermarken) rijpen de Stiermarkse oliepompoenen pas in de nazomer of het najaar. Dit zorgt ervoor dat het hoge gehalte aan uit voedingsoogpunt waardevolle onverzadigde vetten wordt bereikt (verhoogd).
Economisch belang en reputatie:
De oliepompoenvelden vormen een belangrijk onderdeel van het landschap in het afgebakende gebied en “Steirisches Kürbiskernöl” maakt als een van de belangrijkste producten van de regio onmiskenbaar deel uit van de identiteit van de bevolking.
Dit is ook van groot belang voor het toerisme. De teelt van dit gewas is onlosmakelijk verbonden met Stiermarken en speelt in de betrokken gebieden een belangrijke economische rol voor de instandhouding van kleinschalige landbouwbedrijven. Pompoengewassen vormen voor zo’n 3 000 bedrijven in de structureel zwakke grensregio’s een interessant alternatief voor andere steeds minder winstgevende gewassen.
Sinds de registratie van “Steirisches Kürbiskernöl” in het EU-register voor oorsprongsbescherming in 1996 is het beteelde areaal binnen het geografisch afgebakende gebied bijna verdubbeld. Dit is toe te schrijven aan de consistente specialistische adviesverlening aan landbouwers en aan het systeem voor oorsprongsbescherming, waardoor dit traditionele product nog meer als een hoogwaardig product is gepositioneerd en onder de aandacht is gebracht.
De productie van pompoenpitolie biedt bovendien vijftig commerciële olieperserijen en een aantal agrarische persers (rechtstreekse verkoop) een alternatief voor het steeds onrendabelere malen van graan. De bescherming van de teelt van pompoenen is een specifieke doelstelling van het regionale beleid in de zin van de preambule van Verordening (EEG) nr. 2081/92 en de daaropvolgende verordeningen. Als regionale specialiteit zorgt pompoenpitolie in het afgebakende teeltgebied voor veel werkgelegenheid in landbouw en nijverheid, waardoor de bevolking in dit met leegloop bedreigde gebied blijft en er een inkomen kan verdienen. Deze regionale specialiteit biedt kleinschalige bedrijven in de landbouw en nijverheid een aantrekkelijke alternatieve bron van inkomsten.
Dankzij investeringen van enkele miljoenen euro in zowel de marketing als de productie in de voorbije jaren is “Steirisches Kürbiskernöl” nog bekender geworden bij de consument.
“Steirisches Kürbiskernöl” ontleent zijn bijzondere kwaliteit aan de kwaliteit van de van nature geen schil bevattende pitten van de Stiermarkse oliepompoen in het geografisch afgebakende productiegebied, aan de deskundigheid van de landbouwers op het gebied van het telen, verzorgen en oogsten van het gewas en aan de wijze waarop de olie wordt geperst.
Bijgevolg heeft de reputatie van “Steirisches Kürbiskernöl”, die is gebaseerd op de bijzondere kwaliteit van het product, zich tot buiten de Oostenrijkse grenzen verspreid.
Historische achtergrond:
Het ontstaan en de ontwikkeling van “Steirisches Kürbiskernöl” zijn nauw verbonden met Stiermarken.
Uit talrijke literaire verwijzingen blijkt dat er al in de 18e eeuw pompoenpitolie werd geperst in de streek (professor Teppner, Die Koralpe, blz. 57-63, 1982).
In Stiermarken zijn nog oude olieperserijen uit de 18e eeuw te vinden die toen al werden gebruikt voor de productie van pompoenpitolie uit pitten met schil. Een voorbeeld is “de oude olieperserij Pechmann”, die in 1774 door de familie Egger (voorouders van de huidige eigenaar, Irmgard Schober) van de heren van Brunnsee werd gekocht en sindsdien als olieperserij wordt geëxploiteerd. Andere voorouders die na de familie Egger eigenaar waren van de olieperserij, waren Georg Friedl, Josef Pechmann, Friedrich Pechmann en nu Irmgard Schober. Aanvullend bewijs van de vervaardiging van pompoenpitolie is te vinden in getuigenissen van de teelt van pompoenpitten door de olieperserij van Karl Hartlieb in 1910.
De teelt van pompoenpitten zonder schil begon in Stiermarken. Ook de mechanisering van de oogst en de verwerking van de pompoenpitten werd hier in gang gezet. Volgens de Oostenrijkse geneticus Erich Tschermak von Seysnegg is de Stiermarkse pompoen waarschijnlijk spontaan ontstaan als gevolg van een verlies-van-functiemutatie in de vorige eeuw.
Ervaren persers hebben sinds de 18e eeuw een proces van behoedzaam persen ontwikkeld om de waardevolle pompoenpitolie te produceren. Anders dan in andere Europese productielanden (in Zuidoost-Europa) werden de pitten, die destijds gewoonlijk een schil hadden, vóór het persen gepeld. De Stiermarkse landbouwers ontdekten later de “mutaties met zachte schil” en begonnen deze waardevolle pompoenpitten te telen. Vervolgens werden de “van nature geen schil bevattende pompoenpitten” uitsluitend in Stiermarken geteeld. Door de toenemende intensivering van de landbouw was het niet meer rendabel om de pitten handmatig uit de pompoenen te verwijderen. Op initiatief van de Stiermarkse landbouwers werden de oogst en de verwerking gemechaniseerd, waardoor de oogsten vanaf 1970 stegen. Sinds 1978 bestaat er een vereniging van Stiermarkse pompoentelers die de pompoenpitten van talrijke landbouwers verkoopt. Daarna is het beteelde areaal voortdurend toegenomen.”
Motivering:
De informatie in het huidige productdossier over de geschiedenis van het product in punt 5d (“Ontstaansgeschiedenis”), die moest worden toegelicht in het punt “Bewijs van oorsprong” toen de benaming werd erkend, is samen met de toelichting naar punt 5f (“Verband met het geografische gebied”) verplaatst en met de informatie in het huidige productdossier samengevoegd in punt 5f (“Verband met het geografische gebied”), en louter structureel bewerkt. Dit heeft niet tot inhoudelijke wijzigingen geleid.
Etikettering:
De informatie tot nu toe in het huidige productdossier in punt 5h (“Etikettering”):
“Steirisches Kürbiskernöl”
en de toelichting:
““Steirisches Kürbiskernöl” in de zin van onze aanvraag wordt uitsluitend in de in punt 5e genoemde gebieden geperst uit pompoenpitten met de benaming “Cucurbita pepo var. styriaca”, die ook uitsluitend afkomstig zijn uit de in punt 5e genoemde gebieden. “Steirisches Kürbiskernöl” is de pompoenpitolie uit de eerste persing.”
moeten worden vervangen door:
“De BGA “Steirisches Kürbiskernöl” moet worden geëtiketteerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012.
De eigen logo’s en handelsmerken van de producenten mogen ook op het product worden aangebracht, naast de etikettering die vereist is op grond van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en de uitvoeringsbepalingen daarvan.
Alle onder het controlesysteem van de BGA “Steirisches Kürbiskernöl” vallende pompoenpitolieproducten die in de handel worden gebracht, moeten zijn voorzien van de geregistreerde benaming “Steirisches Kürbiskernöl” en overeenkomstig de wet als BGA worden geëtiketteerd.
Op elke voor de verkoop bestemde recipiënt moet ook een controlenummer zijn aangebracht (zie punt 5d4) en moeten de hoeveelheid (in liter of kg) en de naam van de controle-instantie worden vermeld. Merken moeten ook een controlenummer gebruiken zoals vermeld in punt 5d4.”
Motivering:
De aanvullingen ondersteunen de voorgeschreven controlemaatregelen en verbeteren de transparantie en informatie voor de consument.
Overige:
|
— |
Nationale wetgeving |
De verwijzing tot nu toe naar de “Codex Alimentarius” als algemeen geldige nationale eis onder “nationale wetgeving” is weggelaten, aangezien dit punt niet langer verplicht is in een productdossier.
ENIG DOCUMENT
“Steirisches Kürbiskernöl”
EU-nr.: PGI-AT-1460-AM02 – 9.12.2019
BOB ( ) BGA (X)
1. Naam/namen (van de bob of de bga)
“Steirisches Kürbiskernöl”
2. Lidstaat of derde land
Oostenrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Steirisches Kürbiskernöl” is een 100 % zuivere, donkerkleurige, dikvloeibare, dichroïsche spijsolie die tegen het licht donkergroen/roodachtig lijkt. De olie wordt verkregen uit de eerste persing van van nature geen schil bevattende pitten van een ras van gecertificeerde Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) dat in Oostenrijk is toegelaten en in de Oostenrijkse rassenlijst is opgenomen.
De olie heeft een nootachtige smaak en een kenmerkende geur, heeft een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetten en is zeer voedzaam.
De parameters voor “Steirisches Kürbiskernöl” zijn de volgende:
Soortelijk gewicht: 0,90-0,92 kg/l
Vetgehalte minimaal 99 %
waarvan linolzuur 37-60 % en oliezuur 25-44 %, samen ongeveer 80 %,
palmitinezuur 10-20 %,
stearinezuur 3– 7 %,
overige vetzuren 1-2 %.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
“Steirisches Kürbiskernöl” mag uitsluitend worden verkregen uit van nature geen schil bevattende Stiermarkse oliepompoenpitten (Cucurbita pepo var. styriaca) uit het afgebakende gebied. Voor de teelt mag alleen zaad van Stiermarkse oliepompoenen van de in Oostenrijk toegelaten rassen worden gebruikt dat is gecertificeerd op basis van de Oostenrijkse veldmethoden voor Stiermarkse oliepompoenen of inhoudelijk gelijke veldmethoden van andere lidstaten.
De beperking tot in Oostenrijk toegelaten rassen en tot zaad dat is gecertificeerd op basis van bepaalde veldmethoden, is noodzakelijk om de kwaliteit van “Steirisches Kürbiskernöl” te waarborgen. Daarmee wordt ervoor gezorgd dat alleen soorten worden vermeerderd die geschikt zijn voor de Oostenrijkse teeltgebieden. De in Oostenrijk toegestane oliepompoenrassen zijn getest in het afgebakende teeltgebied en uit de resultaten van die tests is gebleken dat deze rassen zich hebben aangepast aan de heersende klimaat- en bodemomstandigheden in de teeltgebieden. Dit is van essentieel belang voor de kwaliteit van het eindproduct (oliepompoenrassen die niet geschikt zijn voor het gebied, zijn zeer gevoelig voor ziekten) en verkleint ook het financiële risico voor pompoentelers. Hetzelfde geldt voor de certificering, waarbij de gewassen in de teeltgebieden worden geïnspecteerd op basis van de veldmethoden voor Stiermarkse oliepompoenen, waarbij met name eisen gelden op het gebied van de rasechtheid, onzuiverheden en de gezondheid van planten (aantasting door virussen). Aangezien de oliepompoen een kruisbestuiver is, moeten de minimumafstanden in acht worden genomen om vreemde kruisingen met hybriden en ingeteelde stammen te voorkomen.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
“Steirisches Kürbiskernöl” moet worden geperst volgens het traditionele productieproces in het afgebakende geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Steirisches Kürbiskernöl” moet worden gebotteld in recipiënten die de olie tegen licht beschermen (meestal flessen van donker glas). Dit is nodig voor het behoud van de kwaliteit van het product, dat gevoelig is voor licht.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Elke voor de verkoop bestemde recipiënt moet voorzien zijn van een controlenummer aan de hand waarvan kan worden bepaald wie de directe verkoper of producent van de pompoenpitolie dan wel de contractant is en wat de datum van productie (persing) is. Ook moeten de hoeveelheid (in liter of kg) en de naam van de controle-instantie worden vermeld. Merken moeten ook een controlenummer gebruiken.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het persen van “Steirisches Kürbiskernöl” vindt plaats in Zuid-Stiermarken (districten Deutschlandsberg, Graz, Graz-Umgebung, Hartberg-Fürstenfeld, Leibnitz, Zuidoost-Stiermarken, Voitsberg en Weiz) en Zuid-Burgenland (districten Jennersdorf, Güssing en Oberwart). De grondstof (van nature geen schil bevattende Stiermarkse pompoenpitten) is uitsluitend afkomstig uit het bovengenoemde traditionele gebied in Zuid-Stiermarken en Zuid-Burgenland en uit de volgende districten van Neder-Oostenrijk: de districten Hollabrunn, Horn, Mistelbach, Melk, Gänserndorf, beperkt tot de gemeente Zistersdorf, en Korneuburg-Stockerau, beperkt tot de gemeente Stockerau.
5. Verband met het geografische gebied
De registratie van de BGA “Steirisches Kürbiskernöl” is gebaseerd op de kwaliteit van het product, die het resultaat is van de combinatie van een uniek basisproduct, de Stiermarkse oliepompoen (Cucurbita pepo var. styriaca), en een in Stiermarken ontwikkeld proces van behoedzaam persen, alsook op de reputatie van “Steirisches Kürbiskernöl” (een bijna fundamenteel aspect van de identiteit van de bevolking van Stiermarken) en een grote waardering voor “Steirisches Kürbiskernöl”.
Specificiteit van het geografische gebied en menselijke factoren
Er zijn aanwijzingen dat in Stiermarken al ongeveer 300 jaar pompoenen worden geteeld. Het prototype van de Stiermarkse oliepompoen dat in de 19e eeuw uit een mutatie ontstond en werd gekenmerkt door het feit dat de schillen van de pitten niet houtachtig werden, werd in Stiermarken zorgvuldig gekoesterd en aanvankelijk uitsluitend in Stiermarken geteeld. De teelt werd later uitgebreid tot gebieden waar de klimaatomstandigheden gunstig waren voor de rijping van de pompoenen in de nazomer of het najaar.
De oliepompoen is een plant die warmte nodig heeft, relatief goed bestand is tegen droogte en zich goed aanpast aan droge perioden. De plant heeft in het begin van de zomer (eind juni tot medio augustus) echter overvloedige neerslag nodig voor een hoge opbrengst aan pitten. De gemiddelde jaartemperatuur moet ten minste 8 °C bedragen. Er mag geen late voorjaars- of vroege najaarsvorst zijn. Warm najaarsweer is vooral van belang voor de goede rijping van de oliepompoenen. Nat, koud weer en harde wind kunnen zeer schadelijk zijn.
Het Illyrisch klimaatgebied (Zuidoost-Stiermarken, Zuid-Burgenland) is dus bij uitstek geschikt voor de teelt van pompoenen. Het wordt gekenmerkt door hoge temperaturen, voldoende en gelijkmatig verdeelde neerslag (ongeveer 600-800 mm/jaar) en een hoge luchtvochtigheid. Tot de traditionele pompoenteeltgebieden behoren de bovengenoemde gebieden in Neder-Oostenrijk, die tot de even zonnige (ongeveer 1 850-2 100 uur zonneschijn) maar iets drogere (gemiddelde jaarlijkse neerslag tussen 500 en 750 mm/jaar) subalpiene Pannonische klimaatzone behoren.
Dankzij de deskundigheid van de pompoentelers met betrekking tot teelt en gewasbeheer kunnen in Stiermarken technologische ontwikkelingen op het gebied van de teelt, oogst en verwerking van de pompoenpitten vooruit worden geholpen. De pitten zonder schil hebben op hun beurt geleid tot de ontwikkeling van het proces van behoedzaam persen dat kenmerkend is voor Stiermarken, waarbij de kennis van de lokale producenten over de duur en de temperatuur van het roosteren van de pitten een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de kwaliteit van de verkregen olie, met name de donkergroene tot roodachtige kleur en de nootachtige smaak. De pulp die wordt verkregen door de pitten fijn te malen en te mengen met water en zout, wordt vóór het persen langzaam verwarmd in een pan met een roersysteem, waardoor het vochtgehalte aanzienlijk afneemt en de olie zijn kenmerkende smaak krijgt. Afhankelijk van de intensiteit van het roosteren kan de olie een minder of een meer geroosterde smaak hebben. De olie wordt vervolgens uit de geroosterde pulp verkregen langs zuiver mechanische/hydraulische weg, zonder verdere verhitting.
Specifieke kenmerken van het product
Een 100 % zuivere, dikvloeibare, donkerkleurige, dichroïsche spijsolie die tegen het licht donkergroen/roodachtig lijkt en uit de eerste persing van van nature geen schil bevattende pitten van gecertificeerde Stiermarkse oliepompoenen (Cucurbita pepo var. styriaca) wordt verkregen met behulp van een traditioneel persproces dat in de regio is ontwikkeld.
De olie heeft een nootachtige smaak en een kenmerkende geur, heeft een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetten en is zeer voedzaam.
Causaal verband
Door de klimaatomstandigheden in de teeltgebieden rijpen de Stiermarkse oliepompoenen pas in de nazomer of het najaar, wat resulteert in een hoog gehalte aan uit voedingsoogpunt waardevolle onverzadigde vetzuren. De pitten zonder schil, de ervaring en de deskundigheid van de landbouwers en oliepersers op het gebied van de teelt, verzorging en oogst van het gewas en het traditionele persproces dat in het geografisch afgebakende gebied is ontwikkeld, waarborgen de bovengenoemde kenmerkende smaak en bijzondere kwaliteit van “Steirisches Kürbiskernöl”. Er wordt hoge prioriteit gegeven aan het behoud van de kwaliteit. Sensorische workshops en pompoenteeltconferenties dragen ertoe bij dat de traditionele deskundigheid behouden blijft en in het licht van nieuwe bevindingen wordt aangepast.
Het belang van en de waardering voor het product blijkt uit het feit dat het product onlosmakelijk verbonden is met Stiermarken en dat “Steirisches Kürbiskernöl” in hoge mate bekend is bij en deel uitmaakt van de identiteit van de Stiermarkse bevolking. Stiermarkse pompoenpitolie is, naast Stiermarkse appelen, Stiermarkse mierikswortel en Stiermarkse wijn, een van de culinaire ambassadeurs van de regio en wordt “het zwarte goud” of “het groene goud” van Stiermarken genoemd. Volgens de plaatselijke folklore geeft de Stiermarkse pompoenpitolie de bevolking van Stiermarken haar unieke kracht en levenslust. In de media wordt uitgebreid aandacht besteed aan hoe het met het gewas gaat, de opbrengst van het jaar en het begin van de pompoenoogst (bijvoorbeeld in het artikel “Kürbisernte: In den nächsten Tagen geht es los” van Karlheinz Lind over het naderende begin van de pompoenoogst in Neues Land, het weekblad van het Stiermarks Verbond van landbouwers van 25 augustus 2021). De Stiermarkers zijn trots op “hun” olie; in de media wordt uitvoerig bericht over angst voor onregelmatigheden of meldingen van pitten die van buiten het toegestane gebied afkomstig zouden zijn (bv. het artikel “Krieg der Kerne in der Steiermark” van Verena Kainrath over de pittenoorlogen in Stiermarken in Der Standard op 20 mei 2015).
“Steirisches Kürbiskernöl” is nationaal en internationaal erkende reclame voor de Stiermarkse keuken. In de praktijk kan de olie voor veel verschillende doeleinden worden gebruikt bij de bereiding van voor-, hoofd- en nagerechten en bij de verfijning van gebak. Een zoekopdracht op internet naar deze olie levert dan ook talloze receptideeën op.
De stevig verankerde regionale identificatie met “Steirisches Kürbiskernöl” komt tot uiting in tal van traditionele evenementen die rond dit product zijn ontwikkeld (zoals de oliepompoenjaarmarkt in Stiermarken) en heeft er zelfs toe geleid dat er folkloristische kledij is ontworpen met de oliepompoen als thema (dirndl, pak en een speciale “pittenhoed”).
Tijdens prijsuitreikingen met honderden gasten worden door ervaren, gespecialiseerde jury’s, na beraadslagingen op basis van nauwkeurige laboratoriumtests, hoog aangeschreven prijzen voor de olie toegekend, die van bijzonder belang zijn voor de verkoop van de olie. Een zoekopdracht op internet naar deze prijzen levert legio berichten op over de jaarlijkse officiële regionale prijs, het freestyle creëren van een gerecht met deze olie en paddenstoelen, en de jaarlijkse selectie van de beste Stiermarkse pompoenpitolie door de toonaangevende restaurantgids Gault&Millau (zie bijvoorbeeld ook het artikel van Michael Saria over de Gault & Millau-tests in de Kleine Zeitung op 16 juni 2021).
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://www.patentamt.at/herkunftsangaben/steirischeskuerbiskernoel/
|
30.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/20 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 327/06)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“Miele della Lunigiana”
EU-nr.: PDO-IT-0195-AM01 – 8.7.2021
BOB (X) BGA ( )
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Consorzio Miele della Lunigiana DOP (Vereniging ter bescherming van de BOB “Miele della Lunigiana”), c/o Unione dei Comuni - Piazza Libertà, 17 - 54013 Fivizzano
E-mail: mieledellalunigiandop@yahoo.it
Gecertificeerde e-mail: mieledellalunigiandop@arubapec.it
Deze vereniging voldoet aan de vereisten van artikel 13, lid 1, van ministerieel besluit nr. 12511 van 14 oktober 2013.
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
|
☐ |
Naam van het product |
|
☒ |
Beschrijving van het product |
|
☒ |
Geografisch gebied |
|
☐ |
Bewijs van oorsprong |
|
☒ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
|
☐ |
Verband |
|
☒ |
Etikettering |
|
☒ |
Overige: verpakking, informatie over inspectie-orgaan |
4. Aard van de wijziging(en)
|
☒ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
|
☐ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
5. Wijziging(en)
Beschrijving van het product
De wijziging heeft betrekking op artikel 2 van het dossier, punt 4.2 van de gepubliceerde samenvatting en punt 3.2 van het enig document. Met name het gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF) is gewijzigd voor zowel de acacia- als de kastanjehoning met de naam Miele della Lunigiana.
Huidige versie:
“Gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF): niet meer dan 10 mg/kg op het moment van verpakking in glazen potten”.
Nieuwe versie:
“Gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF): niet meer dan 10 mg/kg binnen vier maanden na het winnen van de honing”.
De dynamiek van de imkerijen is veranderd sinds de BOB werd erkend. Vroeger waren de imkerijen zeer kleine bedrijven, die dienden ter aanvulling van een ander inkomen, maar nu zijn veel imkers professionele landbouwers die het product ook in de handel brengen via verpakkers, waardoor de verwerkingstijd van het product langer wordt. Bovendien zijn ook de gebruikte distributiekanalen en de marktdynamiek veranderd. Terwijl het product vroeger te koop werd aangeboden en in de loop van het jaar opraakte, wordt nu met grote detailhandelaren gewerkt, waardoor de aanvoer over een langere periode constant moet blijven en het product altijd op voorraad moet zijn in de supermarkt zodat deze geen marktaandeel verliest, dat moeilijk terug te winnen is.
Doordat de periode voor het verpakken van het product voor verkoop is verlengd, is het moeilijk om de parameter “hydroxymethylfurfural (HMF)” binnen de grenzen van het productdossier te houden. Deze waarde neemt immers toe na verloop van tijd, alsook na het verhitten van de honing, dat soms nodig is om de honing te kunnen verpakken als die ingedikt is.
Dat de periode voor de controle van de parameter verschuift, wil niet zeggen dat er geen controle is op de kwaliteit van het product, aangezien de wettelijk voorgeschreven waarde van deze parameter 40 mg/kg bedraagt, veel hoger dan de waarde in het dossier.
Het doel van deze wijziging van het productdossier is ervoor te zorgen dat HMF wordt gemeten binnen vier maanden na de winning, wanneer de honing is geklaard. Hoe dan ook worden de wettelijk vastgestelde parameters nageleefd bij het in de handel brengen.
Geografisch gebied
Deze wijziging betreft tevens punt 4.3 van de gepubliceerde samenvatting, thans punt 4 van het enig document.
Huidige versie:
“Acaciahoning en kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana” worden gewonnen, verwerkt, bereid en verpakt in het deel de provincie Massa Carrara, regio Toscane, dat overeenkomt met het grondgebied van de Comunità Montana della Lunigiana, en dat een oppervlakte van circa 97 000 ha bestrijkt.”.
Nieuwe versie:
“Het productiegebied van acaciahoning en kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana” omvat de volgende gemeenten in de provincie Massa Carrara: Pontremoli, Zeri, Mulazzo, Tresana, Podenzana, Aulla, Fosdinovo, Filattiera, Bagnone, Villafranca in Lunigiana, Licciana Nardi, Comano, Fivizzano en Casola in Lunigiana.
Het gebied is één aaneengesloten stuk land dat circa 97 000 ha bestrijkt en overeenkomt met het grondgebied van de Comunità Montana della Lunigiana.”.
Het productiegebied is niet gewijzigd, maar de lijst van gemeenten was alleen opgenomen in het productdossier en niet in de gepubliceerde samenvatting. De lijst van gemeenten is daarom toegevoegd aan het enig document.
Werkwijze voor het verkrijgen van het product
De wijziging heeft betrekking op artikel 5 van het productdossier, punt 5.3 — Winning en verwerking en op punt 4.5 van de gepubliceerde samenvatting. De ontvochtigingsfase is toegevoegd.
De volgende zin is toegevoegd:
“Er mag worden ontvochtigd met ontvochtigers die een stroom droge lucht creëren, of met machines die geschikt zijn voor het ontvochtigen van honing, zoals een adsorptiedroger”.
Het is van essentieel belang om het vochtgehalte van de honing te controleren met het oog op het behoud van de kwaliteit en kenmerken van de honing. In de afgelopen jaren is door frequente regenval tijdens de bloeiperiode een aantal malen een te hoog vochtgehalte gedetecteerd in de honing. Daarom is het nodig om een ontvochtigingsfase toe te voegen, zodat vaststaat dat de honing aan de stabiliteitsparameters voldoet. De beste omstandigheden voor het winnen van kwaliteitsvolle honing doen zich voor in koele bloeiseizoenen met een passende, niet al te hoge vochtigheidsgraad, terwijl de omstandigheden ongunstig zijn bij frequentere regenval. Dankzij de ontvochtiging komt de honingwinning juist in die ongunstige seizoenen, waarin er minder honing is, niet in gevaar. Een te hoog vochtgehalte van de honing en de mogelijke hoge temperaturen na het in de handel brengen ervan zouden de wildgroei van osmofiele gisten in de hand kunnen werken, die fermentatie veroorzaken en daarmee de kwaliteit en uitmuntendheid van “Miele della Lunigiana” aantasten.
Etikettering
De wijziging heeft betrekking op artikel 8 van het dossier, punt 4.8 van de gepubliceerde samenvatting en punt 3.6 van het enig document.
Huidige versie:
|
“(1) |
Acaciahoning of kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana”; |
|
(2) |
BOB – Beschermde oorsprongsbenaming; |
|
(3) |
het logo van de beschermde oorsprongsbenaming, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1726/98: dit logo mag op het etiket staan of op het zegel dat op de verpakking dient te worden aangebracht; |
|
4) |
de minimale houdbaarheidstermijn overeenkomstig de artikelen 3 en 9 van Richtlijn 2000/13/EG dient als volgt te worden vermeld “ten minste houdbaar tot einde ...”, voorzien van de aanduiding van de maand en het jaar. Deze datum moet in ieder geval liggen binnen een periode van twee jaar na het verpakken van de honing.”. |
Nieuwe versie:
|
“(1) |
Acaciahoning of kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana”; |
|
(2) |
de afkorting “BOB” of voluit “beschermde oorsprongsbenaming”; |
|
(3) |
EU-logo: dit logo mag op het etiket staan of op het zegel dat op de verpakking dient te worden aangebracht; |
|
(4) |
de wettelijke minimale houdbaarheidsdatum: mag nooit later dan twee jaar na de verpakkingsdatum zijn; |
|
(5) |
de naam van de aanduiding en het EU-logo moeten in duidelijke, onuitwisbare letters worden aangebracht op het etiket of op de verpakking, in een kleur die sterk contrasteert met de kleur van het etiket. Alle andere vermeldingen moeten worden aangebracht in kleinere letters dan die van de beschermde oorsprongsbenaming;”. |
Met deze wijziging kan de afkorting “BOB” worden gebruikt als alternatief voor de volledige vermelding, waardoor deze kan worden aangepast aan verschillende verpakkingsgrootten.
Daarnaast zijn verouderde verwijzingen naar wetgeving geschrapt en wordt verwezen naar de vigerende regels.
Er is voorzien in de mogelijkheid om de grafische weergave van de naam en het logo aan te passen aan de gebruikte verpakking.
Overig
Verpakking
De wijziging heeft betrekking op artikel 5, punt 5.4 van het dossier, punt 4.5 van de gepubliceerde samenvatting en punt 3.5 van het [enig] document over verpakkingstypen. Daarnaast zijn verouderde verwijzingen naar wetgeving geschrapt.
Huidige versie:
“Alleen glazen verpakkingen met een draaidop zijn toegestaan, in de volgende formaten: 30 tot 1 000 g”.
Nieuwe versie:
“Het product mag worden verpakt in om het even welke recipiënt met een wettelijk toegestane capaciteit in een voor levensmiddelen geschikt materiaal dat bij voorkeur geheel is gemaakt van recyclebaar of composteerbaar materiaal. Alleen honing met de BOB Miele della Lunigiana die niet bestemd is voor eindgebruikers, mag worden verpakt in voor levensmiddelen geschikte recipiënten met een grote capaciteit.”.
De verpakkingsmethoden in het huidige dossier zijn een enorme beperking gebleken voor zowel de verkoop als de verkoopbevordering van het product. Dankzij de optie om om het even welke recipiënt te gebruiken voor de verpakking, kan beter worden ingespeeld op de behoeften van de markt.
Wanneer honing die niet voor eindgebruikers bestemd is, in recipiënten met een grote capaciteit mag worden verpakt, kan honing met de BOB “Miele della Lunigiana” als ingrediënt worden gebruikt in verwerkte producten. Door te vermelden dat de voorkeur moet uitgaan naar volledig recyclebare of composteerbare verpakkingsmaterialen, worden marktdeelnemers er sterker toe aangespoord voor dergelijke materialen te kiezen.
Huidige versie:
|
“b) |
het garanderen van de controle en de traceerbaarheid van het product, teneinde erop toe te zien dat de controle die door de controledienst of -organisatie op grond van artikel 7 van het productdossier wordt uitgeoefend in alle stadia van de productie (als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2081/92), efficiënt is.” |
Nieuwe versie:
|
“b) |
het garanderen van de controle en de traceerbaarheid van het product, teneinde erop toe te zien dat de verplichte controles die door de controledienst of -organisatie worden uitgevoerd in alle stadia van de productie als bedoeld in de vigerende wetgeving, efficiënt is.” |
De verwijzing naar de ingetrokken wetgeving is geschrapt.
De wijziging betreft artikel 7 van het productdossier.
Huidige versie:
“Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2081 van 14 juli 1992 controleert een aangewezen particuliere organisatie de naleving van de bepalingen van dit productdossier”.
Nieuwe versie:
“De conformiteit van het product met het productdossier wordt geverifieerd door een inspectieorgaan in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1151/2012. Het inspectieorgaan is: Bioagricert srl, Via dei Macabraccia n.8/3-4-5, Casalecchio di Reno (provincie Bologna). Tel.: 051 562158. Gecertificeerde e-mail: Bioagricert@pec.bioagricert.org;. E-mail: info@bioagricert.org.”.
Het artikel inzake controles is bijgewerkt: de gegevens van het inspectieorgaan zijn toegevoegd en de verwijzingen naar de wetgeving zijn geactualiseerd.
ENIG DOCUMENT
“Miele della Lunigiana”
EU-nr.: PDO-IT-0195-AM01 – 8.7.2021
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/namEN [van de BOB of BGA]
“Miele della Lunigiana”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie (zie bijlage XI)
Categorie 1.4. Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De beschermde oorsprongsbenaming “Miele della Lunigiana” is voorbehouden aan de volgende twee soorten honing: acaciahoning en kastanjehoning.
Acaciahoning “Miele della Lunigiana” is honing die wordt gewonnen uit de bloemen van de Robinia pseudoacacia L. Kastanjehoning “Miele della Lunigiana” is honing die wordt gewonnen uit de bloemen van de Castanea sativa M.
Productkenmerken
Acaciahoning “Miele della Lunigiana”
Acaciahoning “Miele della Lunigiana” heeft de volgende kenmerken:
|
— |
blijft lang vloeibaar en helder. Aan het einde van de verkoopperiode kan er echter sprake zijn van een gekristalliseerd laagje, zonder dat er volledige kristallisatie optreedt; |
|
— |
consistentie: altijd dikvloeibaar, naargelang van het watergehalte; |
|
— |
kleur: heel helder, van welhaast kleurloos tot strogeel; |
|
— |
geur: lichte, weinig indringende, fruitige, gekonfijte geur die op die van de bloemen lijkt; |
|
— |
smaak: uitgesproken zoet, ietwat zurig en niet bitter. Het aroma is heel fijn, gewoonlijk vanilleachtig, weinig indringend en zonder bijsmaak. |
Acaciahoning “Miele della Lunigiana” moet voldoen aan de vigerende wetgeving en moet daarnaast de volgende kenmerken hebben:
|
— |
watergehalte: maximaal 18 %; |
|
— |
gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF): niet meer dan 10 mg/kg binnen vier maanden na het winnen van de honing. |
over het algemeen bevat het honingbezinksel weinig stuifmeel en ligt het aantal acaciastuifmeelkorrels onder de 20 000 per 10 g honing.
Kastanjehoning “Miele della Lunigiana”
Kastanjehoning “Miele della Lunigiana” heeft de volgende kenmerken:
|
— |
blijft lang vloeibaar. Aan het einde van de verkoopperiode kan er sprake zijn van enige onregelmatige kristallisering; |
|
— |
kleur: donker met vaak rossige schakeringen; |
|
— |
geur: vrij sterk en scherp; |
|
— |
smaak: lang aanhoudend, met een meer of minder bittere component. |
Kastanjehoning “Miele della Lunigiana” moet voldoen aan de vigerende wetgeving en moet daarnaast de volgende kenmerken hebben:
|
— |
watergehalte: maximaal 18 %; |
|
— |
gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF): niet meer dan 10 mg/kg binnen vier maanden na het winnen van de honing. |
het honingbezinksel is rijk aan stuifmeel, het aantal kastanjestuifmeelkorrels ligt boven de 100 000 per 10 g honing.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Eventuele kunstmatige voeding mag alleen uit suiker en water bestaan en mag alleen worden gegeven vóór het plaatsen van de raten.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stadia van de productie, de verwerking en de bereiding moeten in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Het product mag worden verpakt in om het even welke recipiënt met een wettelijk toegestane capaciteit in een voor levensmiddelen geschikt materiaal dat bij voorkeur geheel is gemaakt van recyclebaar of composteerbaar materiaal. Alleen honing met de BOB “Miele della Lunigiana” die niet bestemd is voor eindgebruikers, mag worden verpakt in voor levensmiddelen geschikte recipiënten met een grote capaciteit. De verpakking moet altijd in het gebied plaatsvinden. Het verpakken in het afgebakende geografische gebied vindt samen met de andere fasen in het productieproces op traditionele wijze plaats met het oog op:
|
a) |
het vrijwaren van de kwaliteit van het product. Door het product te verpakken in het afgebakende gebied, wordt namelijk het risico vermeden dat de fysisch-chemische en organoleptische kenmerken van het product worden aangetast door de onvermijdelijke verplaatsingen en verschillen in natuurlijke en fysische kenmerken tijdens het vervoer naar een ander gebied; |
|
b) |
het garanderen van de controle en de traceerbaarheid van het product, teneinde erop toe te zien dat de verplichte controles die door de controledienst of -organisatie worden uitgevoerd in alle stadia van de productie als bedoeld in de vigerende wetgeving, efficiënt is. |
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De informatie over de aanduiding en de aanbiedingsvorm van het verpakte product is geregeld in de vigerende wetgeving. Naast de wettelijk verplichte informatie moet het product onderstaande informatie bevatten:
|
(1) |
acaciahoning of kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana”; |
|
(2) |
de afkorting “BOB” of voluit “beschermde oorsprongsbenaming”; |
|
(3) |
EU-logo: dit logo mag op het etiket staan of op het zegel dat op de verpakking dient te worden aangebracht; |
|
(4) |
de minimale houdbaarheidsdatum: mag nooit later dan twee jaar na de verpakkingsdatum zijn; |
|
(5) |
de naam van de aanduiding en het logo moeten in duidelijke, onuitwisbare letters worden aangebracht op het etiket of op de verpakking, in een kleur die sterk contrasteert met de kleur van het etiket. Alle andere vermeldingen moeten worden aangebracht in kleinere letters dan die van de beschermde oorsprongsbenaming. |
Op de etiketten mag ook andere optionele informatie ten behoeve van de consument en/of voedingsinformatie worden vermeld.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het productiegebied van acaciahoning en kastanjehoning met de naam “Miele della Lunigiana” omvat de volgende gemeenten in de provincie Massa Carrara: Pontremoli, Zeri, Mulazzo, Tresana, Podenzana, Aulla, Fosdinovo, Filattiera, Bagnone, Villafranca in Lunigiana, Licciana Nardi, Comano, Fivizzano en Casola in Lunigiana.
Het gebied is één aaneengesloten stuk land dat circa 97 000 ha bestrijkt en overeenkomt met het grondgebied van de Comunità Montana della Lunigiana.
5. Verband met het geografische gebied
Het productieareaal is een typisch bergachtig gebied. Het wordt in het noorden en oosten door de bergketen van de Toscaans-Emiliaanse Apennijnen gescheiden van de Po-streek, terwijl Lunigiana in het zuiden door de kalkrijke Apuaanse Alpen en in het westen door de laatste uitlopers van de Ligurische Apennijnen van de andere aangrenzende dalen wordt afgebakend.
In het centrale deel strekt zich een ruim, te midden van verschillende bergen gelegen alluviaal bekken uit met een complex hydrografisch netwerk. Het belangrijkste onderdeel daarvan is de rivier de Magra, waarin alle waterlopen uit de omgeving samenvloeien.
Door de ligging van Lunigiana in de nabijheid van de zee en door de complexiteit van het bergachtige landschap ontstaan er verschillende microklimatologische gradiënten, waarbij de lagere delen van het gebied de gevolgen ondervinden van de temperatuurverschillen met vaak voorkomende nachtelijke mist, die vaak tot laat in de ochtend blijft hangen, terwijl het heuvelachtige gedeelte een milder klimaat heeft.
Vanwege zijn pedologische en morfologische kenmerken is Lunigiana altijd op weinig intensieve wijze geëxploiteerd. Dit feit, samen met het ontbreken van een industriële ontwikkeling, heeft ervoor gezorgd dat de natuurlijke omgeving intact is gebleven, met een uitbundige bosrijke vegetatie. Momenteel beslaan de bossen van Lunigiana een oppervlakte van ongeveer 65 000 ha en maken deze 67 % van het gebied uit. De soorten die het meest in het gebied voorkomen, zijn de acaciaboom (Robinia pseudo-acacia) en de kastanjeboom (Castanea sativa). De acaciaboom, die gebruikt wordt als houtsoort ter versteviging van de hellingen, komt nu op uitgebreide schaal spontaan voor in verlaten gebieden. Tijdens de korte, maar zeer intense bloei in april-mei maken de bijen grote hoeveelheden nectar van de bloesem.
De kastanjeboom, die al sinds de tijd van de Romeinen wordt geteeld, is altijd een belangrijke hulpbron geweest voor de boerenfamilies uit Lunigiana: de bomen vormen een bron van voedsel en worden daarnaast gebruikt voor andere toepassingen (houtskool, hout en tannine). Gedurende de bloeiperiode, in de maanden juni-juli, worden ze door bijen bezocht. Vanwege de aanwezigheid van deze twee boomsoorten hebben de bijenhouders zich in de loop der tijd gericht op de productie van de twee soorten honing.
Door de geringe bevolkingsdichtheid worden van oudsher bijen in de omgeving gehouden. De activiteit is wijdverbreid in het hele gebied. Door de overvloedige aanwezigheid van de twee boomsoorten (de acacia- en de kastanjeboom) en door het feit dat deze na elkaar bloeien, kan buitengewoon zuivere honing worden geproduceerd.
De bijenteelt wordt in Lunigiana sinds mensenheugenis bedreven en verschillende historische documenten getuigen van deze activiteit en de bekendheid van het product. In een document uit de napoleontische tijd wordt melding gemaakt van het aantal bestaande bijenkorven en van de productie en de verkoop van honing aan verschillende handelaren. In hetzelfde document wordt melding gemaakt van een kaarsenfabriek die de plaatselijke markt bediende. In het gebied wordt de traditie van de productie van honing en bijenkorfproducten al eeuwenlang onafgebroken voortgezet en de oprichting in 1873 van een bijenvereniging die als belangrijkste doelstelling het verspreiden van de rationele imkerijtechnieken heeft, toont duidelijk aan dat deze activiteit diepgeworteld is in Lunigiana.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
De volledige tekst van het productdossier is te vinden op de volgende website: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
of:
door de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.