|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
65e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 234/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10743 — TOWERBROOK / GSF) ( 1 ) |
|
|
2022/C 234/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10686 — LOV GROUP / BETCLIC EVEREST GROUP) ( 1 ) |
|
|
2022/C 234/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10731 — APOLLO MANAGEMENT / PRIMAFRIO) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 234/04 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 234/05 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10560 - SIKA / MBCC GROUP) ( 1 ) |
|
|
2022/C 234/06 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (ZAAK M.10649 – PKN ORLEN / NORMBENZ / SELECTED HUNGARIAN AND SLOVAK ASSETS OF MOL) ( 1 ) |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 234/07 |
||
|
2022/C 234/08 |
||
|
2022/C 234/09 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10743 — TOWERBROOK / GSF)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 234/01)
Op 8 juni 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10743. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10686 — LOV GROUP / BETCLIC EVEREST GROUP)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 234/02)
Op 10 juni 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10686. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10731 — APOLLO MANAGEMENT / PRIMAFRIO)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 234/03)
Op 10 juni 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10731. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
16 juni 2022
(2022/C 234/04)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,0400 |
|
JPY |
Japanse yen |
138,24 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4386 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85550 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,6942 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0142 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
137,50 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,4588 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
24,742 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
398,10 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,7138 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9443 |
|
TRY |
Turkse lira |
18,0126 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4939 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3446 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,1638 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6608 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,4451 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 346,88 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,6052 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
6,9844 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5245 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
15 427,31 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5786 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
55,700 |
|
RUB |
Russische roebel |
|
|
THB |
Thaise baht |
36,566 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,2559 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
21,4115 |
|
INR |
Indiase roepie |
81,1945 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/5 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10560 - SIKA / MBCC GROUP)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 234/05)
1.
Op 7 juni 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Sika International AG (“Sika”, Zwitserland), voor 100 % een dochteronderneming van SIKA AG (“Sika AG”, Zwitserland); |
|
— |
LSF11 Skyscraper Holdco S.à.r.l. (“MBCC”, Luxemburg), de uiteindelijke moederonderneming van MBCC Group. |
Sika verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van MBCC.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
wat betreft Sika: groep die wereldwijd actief is op het gebied van de ontwikkeling, productie en levering van chemische mengsels, species, afdichtingsmiddelen en kleefstoffen, dempings- en versterkingsmaterialen, structurele versterkingssystemen, industriële vloerbedekking en dak- en waterbestendige systemen die in de bouwsector en de be- en verwerkende industrie worden gebruikt; |
|
— |
wat betreft MBCC: groep bestaande uit twee bedrijfseenheden die wereldwijd actief zijn: i) de eenheid “chemische mengsels”, die oplossingen biedt aan klanten in de sectoren betonproductie, cement en ondergrondse bouw, en ii) de eenheid “bouwsystemen”, die oplossingen biedt voor de bescherming en reparatie van gebouwen en structuren. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10560 - SIKA / MBCC GROUP
Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/7 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(ZAAK M.10649 – PKN ORLEN / NORMBENZ / SELECTED HUNGARIAN AND SLOVAK ASSETS OF MOL)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 234/06)
1.
Op 10 juni 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Polski Koncern Naftowy ORLEN SA (“PKN ORLEN”, Polen), |
|
— |
Normbenz Magyarország Kft. (“Normbenz”, Hongarije), |
|
— |
bepaalde activa in Hongarije en Slowakije die momenteel onder de zeggenschap staan van MOL Magyar Olaj- és Gázipari Nyrt. (“MOL”, Hongarije). |
|
— |
PKN Orlen zal uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening verkrijgen over het geheel van Normbenz en bepaalde activa in Hongarije en Slowakije die momenteel onder de zeggenschap staan van MOL. |
|
— |
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen en activa. |
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
PKN ORLEN is de moedermaatschappij van de ORLEN Group, een geïntegreerde, multi-utility-onderneming die in Centraal-Europa en Canada actief is in de petroleumraffinage, de productie van biobrandstoffen en petrochemische producten, de opwekking van elektriciteit, de groothandels- en detailshandelsverkoop van motorbrandstoffen, de detailshandelsverkoop van fast-moving consumer goods, alsmede in de winning van aardolie en aardgas, |
|
— |
Normbenz exploiteert in Hongarije tankstations onder de merknaam Lukoil, |
|
— |
de geselecteerde activa in Hongarije en Slowakije die momenteel onder de zeggenschap staan van MOL, vormen samen activa die als basis dienen voor de exploitatie van tankstations in Hongarije en Slowakije. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:
M.10649 – PKN ORLEN / NORMBENZ / SELECTED HUNGARIAN AND SLOVAK ASSETS OF MOL
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Bruxelles/Brussel |
|
BELGIQUE/BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/9 |
Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
(2022/C 234/07)
De Europese Commissie heeft deze minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).
De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de eAmbrosia-databank van de Commissie.
ENIG DOCUMENT
“Roquefort”
EU-nr.: PDO-FR-0131-AM05 – 18.2.2022
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen
“Roquefort”
2. Lidstaat of derde land
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.3. Kaas
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Roquefort” is een geaderde kaas die uitsluitend met rauwe, volle schapenmelk wordt bereid en geproduceerd overeenkomstig lokale, eerlijke en vaste praktijken.
Het is een niet-geperste, niet-gekookte, gefermenteerde en gezouten kaas, geënt met sporen van Penicillium roqueforti, met vochtige korst, die minstens 52 gram vet voor 100 gram droge stof en minstens 55 gram droge stof per 100 gram gerijpte kaas bevat.
De kaas heeft de vorm van een cilinder met een diameter van 19 tot 20 centimeter en een hoogte van 8,5 tot 11,5 centimeter, waarvan het gewicht varieert van 2,5 tot 3 kilogram.
Het zuivel is romig en valt niet uit elkaar, is gelijkmatig blauw-groen geaderd en heeft een zeer specifiek aroma met een lichte geur van schimmel; de smaak is fijn en uitgesproken.
De kaas ondergaat een affinage- en rijpingsproces gedurende ten minste negentig dagen vanaf de dag van bereiding.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De gebruikte melk is afkomstig van melkveestapels die bestaan uit schapen van het ras lacaune.
De schapen worden op traditionele wijze gehouden met voeding op basis van gras, voedergewassen en granen die minstens voor driekwart, gemeten als droge stof en per jaar, van het geografische productiegebied afkomstig is.
Van buiten het bedrijf afkomstige voedergewassen, granen en aanvullende diervoeders voor schapen en vermeerderingsooien, met uitzondering van stro en speciaal geproduceerd of soortgelijk voeder, zijn ongeacht de herkomst ervan, gemiddeld per kudde en per jaar beperkt tot 200 kilogram droge stof per melkschaap dat op het bedrijf aanwezig is.
Niet alle voeders, inclusief aanvullende voeders, komen noodzakelijkerwijs uit het geografische gebied: de teelgrond is schaars en de voedselproductie wordt beperkt door de klimatologische omstandigheden, met veelvuldige zomerse droogtes.
Wanneer vers gras beschikbaar is en zodra de weersomstandigheden het toelaten, is het verplicht de dieren dagelijks op de weide te houden.
In de periode dat de dieren in de stal worden gehouden, omvat het individuele dagrantsoen minstens één kilogram droog hooi, gemiddeld in de kudde.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stappen, vanaf de productie van de melk tot de rijping van de kazen, moeten in het geografische gebied plaatsvinden.
De affinage vindt plaats in de kelders in het gebied met puinhellingen van de berg Combalou (gemeente Roquefort-sur-Soulzon), zoals afgebakend op grond van de uitspraak van het “tribunal de grande instance” van Millau van 12 juli 1961.
In het verlengde van de affinage, vindt de rijping uitsluitend plaats in de gemeente Roquefort-sur-Soulzon.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Het versnijden van “Roquefort” is toegestaan.
De activiteiten inzake opslag vóór verpakking, versnijding, primaire verpakking, voorverpakking en eindverpakking van de kazen worden uitsluitend uitgevoerd in de gemeente Roquefort-sur-Soulzon, om de volgende redenen:
|
a) |
Om de integriteit van “Roquefort” te waarborgen en rekening houdend met de rijpingsomstandigheden van de kaas in de gemeente Roquefort-sur-Soulzon bij een temperatuur tot -5 °C, is het van belang dat de versnijding en verpakking vóór verzending worden uitgevoerd met bijzondere aandacht voor de eerbiediging van de koudeketen, waarbij elke plotse temperatuurschommeling van de “Roquefort”-kaas wordt vermeden om elk risico op aantasting van het product te voorkomen. |
|
b) |
Alleen door de kaas zo snel mogelijk te verpakken, onmiddellijk nadat hij de temperatuurgecontroleerde ruimten waar de rijping plaatsvindt, heeft verlaten, kunnen de fysieke en organoleptische kenmerken van “Roquefort” na de affinage en rijping tot bij de consument worden bewaard. Daarom zijn de verpakkingsbedrijven in dezelfde gemeente gevestigd als de ruimten met temperatuurregeling. De “Roquefort”-kaas is immers een kwetsbaar product dat zeer langzaam affineert en rijpt, beschut tegen het licht. Wanneer deze geaffineerd, gerijpt en dus gebruiksklaar is, mag deze nog slechts beperkte handelingen ondergaan, die worden uitgevoerd door werknemers die een specifieke kennis van het product bezitten, zodat het product zo snel mogelijk kan worden verpakt, teneinde elk risico op uitdroging, oxidatie of ongewone verkleuringen te vermijden. |
|
c) |
Om de microbiologische gezondheidsstatus van “Roquefort” tot bij de consument te waarborgen, is het belangrijk dat de kaas dankzij de identificatie van elke productiepartij (aan de hand van een markering) kan worden gevolgd en gecontroleerd tijdens alle activiteiten van versnijding, primaire verpakking, voorverpakking en eindverpakking tot het eindproduct dat bestemd is voor de consument. Deze acties vereisen een specifieke deskundigheid en hebben een rechtstreekse invloed op de kwaliteit van deze kaas die met rauwe melk wordt geproduceerd. |
De bovenstaande bepalingen betreffende het versnijden en verpakken zijn niet van toepassing op distributiewinkels die de kaas op verzoek van de consument versnijden of die de kaas versnijden/verpakken met het oog op onmiddellijke verkoop in de zin van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van 25 oktober 2011.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De “Roquefort”-kazen die geheel of versneden op de markt worden gebracht, zijn verpakt in verpakkingen die, naast de verplichte vermeldingen die in de regelgeving betreffende de etikettering en de presentatie van voedingsmiddelen zijn voorgeschreven, zijn voorzien van:
|
— |
de oorsprongsbenaming “Roquefort”, aangebracht in een lettertype dat minstens even groot is als twee derde van het grootste op het etiket voorkomende lettertype; |
|
— |
in hetzelfde gezichtsveld het BOB-symbool van de Europese Unie. |
Deze vermeldingen zijn ook aangebracht op de dozen of andere verpakkingen die deze kazen bevatten.
Het collectief merk van de aanvragende groepering, het zogenaamde “rode schaap”, is eveneens opgenomen op de etikettering. Op etiketten waarop het BOB-symbool in kleur is aangebracht, wordt het collectief merk eveneens in kleur aangebracht; op verpakkingen waarop het BOB-symbool in zwart-wit of negatief is aangebracht, wordt het collectief merk eveneens in zwart-wit of negatief aangebracht.
Met uitzondering van dit collectief merk en andere specifieke merken of bedrijfsnamen of -tekens, is het toevoegen van om het even welke kwalificatie of andere vermelding aan de naam “Roquefort” verboden bij etikettering, publiciteit, communicatie, facturen of handelsdocumenten.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Departement Aude:
De gemeenten Belpech*, Brousses-et-Villaret, Castans, Caudebronde, Cenne-Monestiés, Cuxac-Cabardès, Fanjeaux*, Fontiers-Cabardès, Fraisse-Cabardès, Labastide-Esparbairenque, Lacombe, Laprade, Lespinassière, Les Martys, Mas-Cabardès, Mayreville, Miraval-Cabardès, Montolieu, Pradelles-Cabardès, Roquefère, Saint-Denis, Saissac, La Tourette-Cabardès, Verdun-en-Lauragais, Villardonnel, Villemagne.
Departement Aveyron:
De kantons Causse-Comtal, Causses-Rougiers, Ceor-Ségala, Millau-1, Millau-2, Monts du Réquistanais, Nord-Lévezou, Raspes-et-Lévezou, Rodez-2, Rodez-Onet, Vallon, Saint-Affrique, Tarn en Causses.
De gemeenten Les Albres, Anglars-Saint-Félix, Asprières, Auzits, Le Bas Ségala, Belcastel, Bertholène, Bessuéjouls, Bor-et-Bar, Bournazel, Brandonnet, La Capelle-Bleys, Castelmary, Castelnau-de-Mandailles*, Compolibat, Conques-en-Rouergue*, Crespin, Drulhe, Escandolières, Espalion, La Fouillade, Gaillac-d’Aveyron, Galgan, Goutrens, Laissac-Sévérac l’Église, Lanuéjouls, Lassouts, Lescure-Jaoul, Lugan, Lunac, Maleville, Mayran, Millau, Montbazens, Morlhon-le-Haut, Najac, Palmas d’Aveyron, Peyrusse-le-Roc, Pierrefiche, Pomayrols, Prades-d’Aubrac*, Prévinquières, Privezac, Rieupeyroux, Rignac, Rodez, Roussennac, Saint-André-de-Najac, Saint-Côme-d’Olt, Saint Geniez d’Olt et d’Aubrac, Sainte-Eulalie-d’Olt, La Salvetat-Peyralès, Sanvensa, Sébrazac, Sonnac, Tayrac, Valzergues, Vaureilles, Villecomtal, Vimenet.
Departement Gard:
De gemeenten Alzon, Blandas, Campestre-et-Luc, Causse-Bégon, Dourbies, Lanuéjols, Montdardier, Revens, Rogues, Saint-Sauveur-Camprieu, Trèves, Vissec.
Departement Hérault:
De gemeenten Les Aires, Avène, Bédarieux, Le Bousquet-d’Orb, Brenas, Cambon-et-Salvergues, Camplong, Carlencas-et-Levas, Cassagnoles, Castanet-le-Haut, Le Caylar, Ceilhes-et-Rocozels, Colombières-sur-Orb, Combes, Courniou, Le Cros, Dio-et-Valquières, Ferrals-les-Montagnes, Fraisse-sur-Agout, Graissessac, Hérépian, Joncels, Lamalou-les-Bains, Lauroux, Lavalette, Liausson, Lodève, Lunas, Mérifons, Mons, Mourèze, Octon, Olargues, Olmet-et-Villecun, Pégairolles-de-l’Escalette, Pézènes-les-Mines, Les Plans, Le Poujol-sur-Orb, Le Pradal, Prémian, Le Puech, Riols, Les Rives, Romiguières, Roqueredonde, Rosis, Saint-Étienne-d’Albagnan, Saint-Étienne-Estréchoux, Saint-Félix-de-l’Héras, Saint-Geniès-de-Varensal, Saint-Gervais-sur-Mare, Saint-Julien, Saint-Martin-de-l’Arçon, Saint-Maurice-Navacelles, Saint-Michel, Saint-Pierre-de-la-Fage, Saint-Pons-de-Thomières, Saint-Vincent-d’Olargues, Salasc, La Salvetat-sur-Agout, Sorbs, Le Soulié, Taussac-la-Billière, La Tour-sur-Orb, La Vacquerie-et-Saint-Martin-de-Castries, Valmascle, Verreries-de-Moussans, Vieussan, Villemagne-l’Argentière.
Departement Lozère:
Kanton Chirac.
De gemeenten Allenc, Badaroux, Banassac-Canilhac, Les Bondons, Brenoux, La Canourgue, Cans et Cévennes*, Chadenet, Chanac, Florac Trois Rivières*, Fraissinet-de-Fourques, Gatuzières, Gorges du Tarn Causses, Les Hermaux, Hures-la-Parade, Ispagnac, Lachamp–Ribennes*, Lanuéjols, Laval-du-Tarn, La Malène, Marvejols, Mas-Saint-Chély, Massegros Causses Gorges, Mende, Meyrueis, Monts-de-Randon*, Le Rozier, Saint-Bauzile, Saint-Étienne-du-Valdonnez, Saint-Pierre-de-Nogaret, Saint-Pierre-des-Tripiers, Saint-Saturnin, Sainte-Hélène, La Tieule, Trélans, Vebron.
Departement Tarn:
De kantons Carmaux-1 Le Ségala, Les Hautes Terres d’Oc, Mazamet-1, Mazamet-2 Vallée du Thoré, La Montagne noire.
De gemeenten Alban, Amarens*, Ambialet, Arifat, Arthès*, Bellegarde-Marsal*, Bernac*, Brousse, Burlats, Cagnac-les-Mines, Carmaux, Castanet, Castelnau-de-Lévis*, Castres, Cestayrols*, Cordes-sur-Ciel*, Curvalle, Dénat*, Fauch, Le Fraysse, Le Garric, Graulhet*, Labessière-Candeil, Lacapelle-Ségalar, Laparrouquial, Lasgraisses*, Lautrec, Lempaut*, Lescure-d’Albigeois, Lombers, Mailhoc*, Massals, Mazamet, Miolles, Monestiés, Montfa, Montirat, Montredon-Labessonnié, Mont-Roc, Mouzens*, Mouzieys-Panens*, Navès*, Paulinet, Peyregoux*, Poulan-Pouzols, Pratviel*, Puéchoursi*, Puylaurens*, Rayssac, Réalmont, Roquecourbe, Rouffiac, Saint-André, Saint-Christophe, Saint-Jean-de-Vals, Saint-Julien-du-Puy, Saint-Marcel-Campes, Saint-Martin-Laguépie, Saint-Salvy-de-la-Balme, Sainte-Croix, Salles, Le Ségur, Sieurac, Soual, Souel*, Técou*, Teillet, Terre-de-Bancalié, Trévien, Vénès, Villefranche-d’Albigeois, Viviers-lès-Montagnes.
|
* |
gedeeltelijk |
5. Verband met het geografische gebied
“Roquefort” wordt gemaakt van rauwe, volle melk van schapen van het ras lacaune, dat perfect is aangepast aan de milieuomstandigheden van het geografische gebied. De rijpingskelders, die zijn ingericht in de puinhellingen waarop zich het dorp bevindt dat de kaas zijn naam heeft gegeven, bieden de voorwaarden die nodig zijn voor de ontwikkeling in de kaas van Penicillium roqueforti, waaraan de kaas zijn typische smaak te danken heeft. Tijdens de langzame rijping die daarop volgt, krijgt het product zijn romige textuur en optimale organoleptische kenmerken.
Het geografische gebied komt overeen met het middelgebergte in het zuidelijke gedeelte van het Centraal Massief, evenals de gebieden aan de voet van het gebergte en de bekkens binnen het gebergte. Het klimaat, gekenmerkt door een hoogte van meer dan 400 m, ondergaat zowel mediterrane als Atlantische invloeden. Dit veroorzaakt lange winters, wat de ontwikkeling van vegetatie in de lente beperkt, en zomerse droogtes, die vaak nog worden verergerd door een geringe waterreserve in de bodem. Als gevolg van geologische onderlagen die afkomstig zijn van hercynische gebergtevorming of kalkafzetting uit het mesozoïcum en van erosie, is de topografie vaak grillig en is de bodem bezaaid met keien. Het geografische gebied omvat beweidingsgebieden, met weiden en grasland. De teelgrond is schaars en wordt gebruikt voor tijdelijk grasland en granen voor eigen gebruik.
De rijpingskelders van “Roquefort”, die zich onder het dorp Roquefort-sur-Soulzon bevinden, zijn volledig uitgehold in de puinhellingen aan de voet van de kalkrotsen van Combalou, die doorheen de eeuwen onderhevig zijn geweest aan breuken en instortingen. Door de scheuren in de puinhellingen, die echte natuurlijke schoorstenen vormen, “fleurines” genaamd, verplaatst zich een min of meer hevige stroom van frisse en vochtige lucht. In feite functioneren de luchtspleten, naargelang de schommelingen in de buitentemperatuur en de luchtdruk, als een enorme generator van vochtige en koude lucht: de lucht die in de bodem binnendringt wordt afgekoeld door de frisse wanden van de rotsen die naar het noordoosten zijn gericht; deze daalt naar de voet van de puinhellingen en wordt bevochtigd door contact met het grondwater. Zo ontwikkelen, stabiliseren en behouden de luchtspleten een bijzonder en natuurlijk microklimaat in de grotten, waar zich Penicillium roqueforti heeft ontwikkeld.
“Roquefort” is ontstaan in een ver verleden. Er wordt in 1070 naar verwezen in het cartularium van de abdij van Conques in Aveyron. In 1666 worden in een arrest van het Parlement van Toulouse alle koninklijke privileges die sinds Karel VI werden toegekend voor de verdediging van “Roquefort”, bevestigd en kregen de inwoners van Roquefort-sur-Soulzon het exclusieve recht om de “Roquefort”-kaas te affineren. In de 18e eeuw wordt “Roquefort” door Diderot en d’Alembert uitgeroepen tot de “koning der kazen”. Daarna beperken talrijke vonnissen de affinage van de “Roquefort”-kazen uitsluitend tot het gebied met puinhellingen van de Combalou. Op 26 juli 1925 stemt het Parlement een wet die “Roquefort” erkent als eerste kaas met een oorsprongsbenaming.
Het systeem van veehouderij in het geografische gebied is kenmerkend voor “Roquefort”. Het is gebaseerd op het houden van schapen van het ras lacaune en het gebruik van voedermiddelen uit de nabije omgeving, met uitsluiting van transhumance. Het lacaune-schaap is bij uitstek aangepast aan de omgeving. Zijn wollige vacht, die zich concentreert op de rug, biedt bescherming tegen zonnestralen tijdens de zomerperiode en zorgt ervoor dat hij de warmte kan verdragen. Zijn hoeven zijn aangepast aan de stenige bodem. Tijdens het beweidingsseizoen kan hij zo de vegetatie van het geografische gebied, die vaak slechts geringe voedingswaarde heeft, optimaal benutten. Dankzij de decennialange genetische selectie in het geografische gebied is lacaune een schapenvariëteit met erkende melkkwaliteiten. De schapen worden op traditionele wijze gehouden, met voeder afkomstig van weiden en tijdelijk en permanent grasland in het geografische gebied, dat wordt gebruikt voor de begrazing en de samenstelling van voedergewassen. De aankoop van voeder buiten het bedrijf is beperkt.
Bij de productie van “Roquefort” wordt specifieke deskundigheid ten uitvoer gelegd. Er wordt gebruikgemaakt van rauwe, volle melk. De poeders en culturen van Penicillium roqueforti die bestemd zijn voor het enten van de kaas, worden bereid van bestaande traditionele stammen in het microklimaat van de natuurlijke grotten van de gemeente Roquefort-sur-Soulzon. Het uitlekken gebeurt zonder persing. Er wordt een doorprikking uitgevoerd om de kaas te beluchten. De “Roquefort”-kaas rijpt vervolgens in de grotten die zich in het gebied met puinhellingen van de berg Combalou bevinden, die een natuurlijke stroming van frisse en vochtige lucht bieden gedurende de periode die nodig is voor een goede ontwikkeling van Penicillium roqueforti. Vervolgens wordt deze in een beschermende wikkel gevouwen om de groei van Penicillium roqueforti te vertragen, waarna de rijping langzaam doorgaat.
“Roquefort” is een geaderde kaas die uitsluitend met rauwe, volle schapenmelk wordt geproduceerd met een affinage en rijping van minstens negentig dagen vanaf de dag van bereiding.
Het zuivel is romig, gelijkmatig blauw-groen geaderd en heeft een zeer specifiek aroma met een lichte geur van schimmel; de smaak is fijn en uitgesproken.
Gebruikmaking van het ras lacaune, het systeem van traditionele veehouderij en voeding die is gebaseerd op de natuurlijke hulpbronnen van het geografische gebied, hebben een invloed op de samenstelling van de schapenmelk, met name de vetzuren die de aroma’s ondersteunen. Deze melk, die rauw wordt gebruikt, draagt bij tot het specifieke bouquet van “Roquefort” dat tijdens de affinage en rijping tot ontwikkeling komt door Penicillium roqueforti.
De productie van “Roquefort” uit rauwe, volle melk vergt voortdurende aanpassing van de kaasmakers. De deskundigheid die bij de productie aan de dag wordt gelegd, zoals het uitlekken zonder persing die de grondslag vormt voor het vormen van gelijkmatige openingen in de kaas en de doorprikking die lucht laat binnendringen in de kaas, zijn onontbeerlijk voor de ontwikkeling van Penicillium roqueforti bij de affinage, waardoor een geaderde kaas met gelijkmatige aders kan worden verkregen.
De rijpingskelders, die in de puinhellingen van de berg Combalou zijn ingericht, worden verlucht dankzij de luchtspleten en bieden natuurlijke fysieke en biologische omstandigheden die bijzonder gunstig zijn voor de rijping van “Roquefort”. Dit bijzondere klimaat vormt een uiterst gunstige omgeving voor de ontwikkeling van Penicillium roqueforti. Deze verspreidt zich door de kaas, transformeert de kaasmassa, kleurt de kaas blauw-groen en geeft hem zijn al zijn smaak.
De langzame rijping die op de affinage volgt, ontwikkelt de romige textuur van de “Roquefort”-kaas en zorgt ervoor dat na een minimale periode van negentig dagen, zijn zeer specifieke bouquet met een lichte geur van schimmel ten volle tot uiting komt.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
http://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-ce7087ff-374d-4ef9-bb80-df1367047144
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/14 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 234/08)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“Chianti Classico”
EU-nr.: PDO-IT-0108-AM03 — 20.3.2019
BOB (X) BGA ( )
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Consorzio olio DOP Chianti Classico, gevestigd te Via Sangallo, 41 – loc. Sambuca – Tavernelle Val di Pesa- (FI).
Dit consortium voldoet aan de vereisten van artikel 13, lid 1, van ministerieel besluit nr. l2511 van 14 oktober 2013.
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
|
☐ |
Naam van het product |
|
☒ |
Beschrijving van het product |
|
☒ |
Geografisch gebied |
|
☐ |
Bewijs van de oorsprong |
|
☒ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
|
☒ |
Verband |
|
☒ |
Etikettering |
|
☒ |
Vrijgave voor consumptie; vormen van verpakking; inspecties |
4. Aard van de wijziging(en)
|
☒ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
|
☐ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
5. Wijziging(en)
Beschrijving van het product
|
— |
Er worden enkele wijzigingen in artikel 10 van het productdossier en in punt 3.2 van het enig document voorgesteld. |
Deze wijzigingen hebben betrekking op de chemische beoordeling van extra olijfolie van eerste persing met de BOB “Chianti Classico”. Meer in het bijzonder is de analyse van de ultravioletabsorptie geschrapt, is de verwijzing naar de analysemethode voor totale polyfenolen geschrapt, is de analyse van biofenolen met een laag moleculair gewicht ingevoerd en is de analyse van de totale tocoferolen vervangen door een alfa-tocoferolanalyse.
Derhalve moet de huidige passage:
“Chemische beoordeling
|
a) |
Zuurgraad uitgedrukt in oliezuur: ≤ 0,5 %; |
|
b) |
Peroxiden: ten hoogste 12 (meq zuurstof); |
|
c) |
Absorptie bij ultraviolette straling K232 ten hoogste 2,1 en K270 ten hoogste 0,2; |
|
d) |
Hoog gehalte aan oliezuur van >72 %; |
|
e) |
Totaal CMP (fenolische anti-oxidantia) hoger dan 150 ppm; |
|
f) |
Totaal tocoferolen: meer dan 140 ppm.” |
worden vervangen door:
“Chemische beoordeling
|
a) |
Zuurgraad uitgedrukt in oliezuur: ≤ 0,5 % |
|
b) |
Peroxiden: ten hoogste 12 (meq zuurstof) |
|
c) |
Hoog gehalte aan oliezuur van >72 % |
|
d) |
Totaal polyfenolen hoger dan 150 ppm |
|
e) |
Alfa-tocoferol hoger dan 140 ppm.” |
De analyse van de ultravioletabsorptie kan worden geschrapt.
Deze analyse wordt verricht om de K270- en de K232-waarde te bepalen.
Aan de hand van K270 kan de aanwezigheid van gerectificeerde olie in een olie van eerste persing worden aangetoond aangezien bij dit soort fraude de K270-waarde stijgt.
Na jarenlange controles kan dit soort fraude met Italiaanse BOB- en/of BGA-olie met zekerheid worden uitgesloten. Daarom wordt er de voorkeur aan gegeven om deze analytische beoordeling te vervangen door andere, nuttigere methoden om olie met de BOB “Chianti Classico” te beschermen en de waarde ervan te verhogen.
K232 verschaft kwalitatieve informatie over de mate van oxidatie van de olie en deze waarde stijgt met het ouder worden van de olie.
Een analyse van de peroxidewaarde levert echter ook bevredigende informatie dienaangaande op. Producenten hoeven daardoor geen extra kosten te maken.
Deze wijzigingen zijn derhalve bedoeld om de kwaliteit van de analytische informatie over olie met de BOB “Chianti Classico” te verbeteren zonder dat de kosten verder oplopen.
Wat de totale polyfenolen betreft, wordt voorgesteld om de verwijzing naar de door het proefstation Milaan ontwikkelde analysemethode te schrappen omdat deze methode niet meer bestaat en alle Italiaanse laboratoria met een vergunning voor de certificering van BOB-oliën, een identieke, erkende methode toepassen.
De chemische analyse van biofenolen levert informatie op waarvan inmiddels bekend dat deze van groot belang is voor de consument, omdat daaruit de echte kwaliteit van een olie met de BOB “Chianti Classico” kan worden afgeleid.
Voor een algemene analyse van tocoferolen (vitaminen), die een indicatie geeft van het totaal van deze verbindingen in een olie, komt de analyse van alfa-tocoferol, d.w.z. een van de normaal aanwezige tocoferolen, in de plaats.
Deze parameter is geschikter en relevanter omdat alfa-tocoferol alleen al goed is voor ongeveer 90-95 % van de totale tocoferolen in een olie en de krachtigste bioactieve werking heeft. Door de ondergrens van 140 ppm te handhaven, maar uitsluitend op alfa-tocoferol te betrekken, wordt derhalve ingestaan voor een olie met een hoger totaal vitaminegehalte (de andere zijn gamma-tocoferol, delta-tocoferol en bèta-tocoferol).
Geografisch gebied
|
— |
Het geografische gebied verandert niet. De wijziging heeft betrekking op artikel 3 van het productdossier en op punt 4 van het enig document. Met dat artikel wordt uitvoering gegeven aan regionale wet nr. 63 van 26 november 2019 tot vorming van de gemeente Barberino-Tavernelle. Deze gemeente is ontstaan uit een fusie van de gemeenten Barberino Val di Elsa en Tavernelle Val di Pesa. |
Derhalve moet de huidige passage:
“Het productiegebied van de olie “Chianti Classico” omvat het bestuurlijke grondgebied van de volgende gemeenten in de provincies Siena en Firenze: Castellina in Chianti, Gaiole in Chianti, Greve in Chianti en Radda in Chianti in hun geheel en gedeelten van Barberino Val d’Elsa, Castelnuovo Berardenga, Poggibonsi, San Casciano in Val di Pesa en Tavarnelle Val di Pesa.”
worden vervangen door:
“Het productiegebied van de olie “Chianti Classico” omvat het bestuurlijke grondgebied van de volgende gemeenten in de provincies Siena en Firenze: Castellina in Chianti, Gaiole in Chianti, Greve in Chianti en Radda in Chianti in hun geheel en gedeelten van Barberino-Tavarnelle, Castelnuovo Berardenga, Poggibonsi en San Casciano in Val di Pesa.”.
Werkwijze voor het verkrijgen van het product
|
— |
Artikel 2 van het productdossier en punt 3.2 van het enig document zijn gewijzigd. Bovendien is de betrokken informatie verplaatst naar punt 3 van het enig document, waar deze relevanter is. |
De passage:
“De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” wordt geproduceerd met ten minste 80 % vruchten van geregistreerde olijfbomen van de variëteiten Frantoio, Correggiolo, Moraiolo en Leccino (afzonderlijk of gemengd) en maximaal 20 % olijven van andere regionale variëteiten, die altijd moeten zijn ingeschreven in het register met het genetisch materiaal van Toscaanse olijfolie.”
moet worden vervangen door:
“Olie van de “Chianti Classico” mag uitsluitend worden gemaakt van olijven van olijfbomen in het geografische productiegebied die in het in artikel 3 van het productdossier omschreven geografische gebied liggen en in het register zijn ingeschreven. Ten minste 80 % van de planten van een bedrijf moet bestaan uit de soorten “Frantoio”, “Correggiolo”, “Moraiolo”, “Leccino”, “Leccio del Corno”, alleen of in combinatie, en maximaal 20 % van de olijven mag afkomstig zijn van andere lokale soorten, die altijd moeten zijn ingeschreven in het register met het genetisch materiaal van Toscaanse olijfolie.”.
Daarmee wordt verduidelijkt dat percelen die zijn beplant met één soort olijfbomen, ook al behoren deze niet tot de hoofdsoorten (Frantoio, Correggiolo, Leccino en Moraiolo), mogen worden ingeschreven. Om in overeenstemming te zijn met het productdossier, moet ten minste 80 % van de bomen van een individuele olijfgaard als geheel tot de hoofdsoorten behoren. Olijfgaarden met “mindere” cultivars kunnen dus in het olijfbomenregister van de BOB “Chianti Classico” worden ingeschreven, mits de minimumpercentages van het productdossier in acht worden genomen.
Bovendien is Leccio del Corno, afkomstig van en ontdekt op een bedrijf in het gebied, namelijk in de gemeente San Casciano Val di Pesa, toegevoegd aan de lijst van hoofdsoorten die ten minste 80 % moeten uitmaken van de olijfbomen die geschikt zijn voor de productie van olijven voor olie met de BOB “Chianti Classico”. De kwaliteitskenmerken van Leccio del Corno vertonen, met intense fruitige toetsen en een uitgesproken bittere en pikante smaak, sterke gelijkenis met die van de hoofdsoorten.
De soort is toegevoegd omdat uit een jarenlange analyse blijkt dat het gemiddelde organoleptische profiel van olie met de BOB “Chianti Classico” enerzijds en het gemiddelde organoleptische profiel van olie van alleen Leccio del Corno en de chemische en fysische kenmerken van olie van alleen Leccio del Corno anderzijds volledig in overeenstemming zijn met de kenmerken van de BOB “Chianti Classico”.
|
— |
De volgende wijziging betreft artikel 5 van het productdossier betreffende de opbrengst. |
De passage:
“De olijfolieproductie mag niet hoger zijn dan 650 kg per jaar voor olijfgaarden met een plantdichtheid van ten minste 200 planten.
Voor olijfgaarden met een geringere plantdichtheid mag de productie niet hoger zijn dan 3,25 kg per plant.
Dit maximum mag niet hoger zijn dan 2 kg olie per boom in olijfgaarden met een dichtheid van meer dan 500 bomen per hectare.”
moet worden vervangen door:
“De olijvenopbrengst mag niet hoger zijn dan:
20 kg per boom in olijfgaarden met een dichtheid van ten hoogste 250 planten per hectare en per bedrijfseenheid;
12 kg per boom in olijfgaarden met een dichtheid van 251 tot 500 bomen per hectare en per bedrijfseenheid;
8 kg per boom in olijfgaarden met een dichtheid van meer dan 501 bomen per hectare en per bedrijfseenheid.
De maximale olijfolieproductie van een bedrijf per 100 kg olijven mag nooit hoger zijn dan 20 %.
Deze maxima moeten ook in acht worden genomen wanneer olijven uit partijen van meerdere bedrijfseenheden worden gemengd. De vastgestelde productie is de gemiddelde opbrengst van de verwerkte partij.”.
De wijziging van dit artikel betreft de “omzetting” van olijfolie in olijven aan de hand van de drie al in artikel 5 vermelde beplantingsdichtheidsklassen zonder dat de facto beperkingen of verhogingen van de productiecapaciteit van olijfolieproducerende eenheden worden ingevoerd.
Daarmee wordt de controle van de olijventelers vergemakkelijkt.
|
— |
De volgende wijziging betreft artikel 7 van het productdossier betreffende de wijze van oogsten en de opslag. |
De passage:
“De olijven moeten rechtstreeks van de boom worden geoogst, eventueel op netten of doeken, worden vervoerd en bewaard in stapelbare kisten met luchtdoorlatende wanden en bodem, in lagen van niet meer dan 30 cm dik, in luchtdoorlatende bakken of in karretjes. De olijven mogen eventueel worden bewaard in frisse en verluchte lokalen, tot maximaal drie dagen na de oogst. Ze moeten in dezelfde kisten of in andere geschikte recipiënten naar de olieslagerij worden vervoerd. Daarvoor mogen geen zakken of balen worden gebruikt.
Indien bakken en/of karretjes worden gebruikt, moeten de olijven op de dag waarop ze zijn geoogst, naar de olieslagerij worden vervoerd.
De bewaring in de olieslagerij voordat ze worden vermalen, moet plaatsvinden in geschikte lokalen en recipiënten die garanderen dat de aangevoerde producten hun kwaliteitskenmerken behouden.
De olijven moeten binnen 24 uur na de levering aan de olieslagerij, die in het in artikel 3 van dit productdossier omschreven gebied moet zijn gelegen, worden verwerkt overeenkomstig de voorwaarden van artikel 8 van dit productdossier.”
moet worden vervangen door:
“De olijven moeten rechtstreeks van de boom worden geoogst. Daarbij worden ze eventueel opgevangen op netten of doeken. Ze worden vervoerd en bewaard in stapelbare kisten met luchtdoorlatende wanden en bodem, in lagen van niet meer dan 30 cm dik, of in luchtdoorlatende bakken of in karretjes. De olijven mogen eventueel worden bewaard in frisse en verluchte ruimten, tot maximaal drie dagen na de oogst. Ze moeten in dezelfde kisten of in andere geschikte recipiënten naar de olieslagerij worden vervoerd. Daarvoor mogen geen zakken of balen worden gebruikt.
De bewaring in de olieslagerij voordat ze worden vermalen, moet plaatsvinden in geschikte ruimten en recipiënten die waarborgen dat de aangevoerde producten hun kwaliteitskenmerken behouden.
Indien bakken en/of karretjes voor de oogst worden gebruikt, moeten de olijven op de dag waarop ze worden geoogst, naar de olieslagerij worden vervoerd.
De olijven moeten binnen 24 uur na levering aan de olieslagerij, die in het in artikel 3 van dit productdossier bedoelde gebied moet zijn gelegen, worden verwerkt overeenkomstig de voorwaarden van artikel 8 van dit productdossier.”.
Om de zin duidelijker te maken, is na “30 cm” het woord “of” ingevoegd.
De toevoeging van de voorlaatste alinea is bedoeld om aan te geven dat bij gebruik van bakken of karretjes voor de geoogste olijven de olijven op de dag waarop ze worden geoogst, naar de olieslagerij moeten worden vervoerd. Deze wijziging is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de olijven, die gemakkelijk beschadigd raken, snel worden verwerkt.
|
— |
De volgende wijziging betreft artikel 8 van het productdossier betreffende de wijze van verkrijgen van de olie en de samenstelling van de partijen. |
De passage:
“Na het reinigen van de olijven met water of lucht op omgevingstemperatuur moet de “Chianti Classico”-olie worden gewonnen volgens degelijke en constante mechanische en fysische methoden. De temperatuur van de winningsinstallaties moet zodanig worden gereguleerd dat deze niet hoger is dan 27°C.”
moet worden vervangen door:
“Na het reinigen van de olijven met water, met of zonder lucht, op omgevingstemperatuur moet de “Chianti Classico”-olie worden gewonnen volgens degelijke en constante mechanische en fysische methoden. De temperatuur van de winningsinstallaties moet zodanig worden gereguleerd dat deze niet hoger is dan 27 C.”.
Met deze toevoeging wordt verduidelijkt dat in de reinigingsfase zowel water als lucht mag worden gebruikt.
Verband
|
— |
Dit punt is geen echte wijziging. Het verband komt niet voor in het huidige productdossier, maar alleen in het gepubliceerde enig document. Daarom moet de tekst van het enig document worden ingevoegd in een specifiek artikel van het productdossier. |
De in het productdossier opgenomen tekst luidt als volgt:
“Verband
Artikel 18
Het productiegebied van de “Chianti Classico”-olie onderscheidt zich door zijn typische klimaat- en hydrogeologische kenmerken. De geografische grenzen ervan lagen al in de 14e eeuw vast.
Wat bodem en klimaat betreft, is het productiegebied tamelijk homogeen. Het wordt gekenmerkt door een redelijk zacht, droog najaar, gevolgd door harde winters. De omgeving als zodanig heeft eigenschappen die, ook op de grens van het natuurlijke verspreidingsgebied, de teelt van olijfbomen mogelijk maken en die het proces van vruchtvorming en -rijping hebben beïnvloed en dat nog altijd doen.
Volgens de van oudsher in dit gebied toegepaste teelttechnieken worden de vruchten rechtstreeks van de boom geoogst voordat ze fysiologisch rijp zijn.
Thermische omstandigheden beïnvloeden ook de door de plaatselijke telers toegepaste snoeivorm van de olijfbomen (doorgaans wijduitstaande, bekervormige kruin). Daardoor kunnen warmte en licht zich beter verspreiden, wat goed is voor de ontwikkeling van de olijfbomen gedurende korte perioden van het jaar.
De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” wordt gemaakt van soorten die van oudsher in Toscane geteeld worden, en onderscheidt zich door zijn sensorische profiel, en met name zijn intense, bittere en pikante smaak met fruitige aromatische toetsen.
De chemische en organoleptische eigenschappen van de extra olijfolie van eerste persing met de BOB “Chianti Classico” zijn gerelateerd aan de klimatologische omstandigheden in het productiegebied, die bepalend zijn voor de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de fenolen, de mate van bitterheid en pikantheid van de smaak en de intensiteit van de fruitige tonen.
Omdat de vruchten tegen de eerste najaarsvorst beschermd moeten worden, is het traditie geworden om vroeg te oogsten, dat wil zeggen voordat de olijven helemaal rijp zijn. Hoewel deze praktijk leidt tot een kleinere hoeveelheid olie, kunnen de olijven zo geplukt worden wanneer het polyfenolgehalte nog hoog is, wat zorgt voor de intens bittere en pikante smaaktonen waarmee “Chianti Classico”-olie zich onderscheidt. Bovendien verlenen de grote temperatuurschommelingen die typisch zijn voor dit gebied in de herfst, de extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” zijn intense fruitige aroma.
Een nog duidelijkere erkenning van het productiegebied was de afkondiging van een edict in 1716 waarmee hertog Cosimo III het huidige grondgebied afbakende om de waarde en de bijzondere eigenschappen van de wijnbouw- en olijfbouwproducten van het gebied te bevestigen; een soort voorloper van de BOB. In het “Trattato teorico-pratico completo sull’ulivo” van G. Tavanti werden al in 1819 de voornaamste soorten van het Chianti Classico-gebied vermeld.”.
Etikettering
|
— |
Deze wijziging heeft betrekking op artikel 17 van het productdossier (Benaming en presentatie) en op punt 3.6 van het enig document. |
In de tweede regel is “wet en handelsnormen” vervangen door het accuratere “vigerende wetgeving”.
Het woord “onmiddellijk”, dat verwijst naar de plaats van de woorden “Denominazione di Origine Protetta”, die na de benaming moeten staan, is geschrapt en het gebruik van het acroniem “DOP” (BOB) is voortaan toegestaan.
De passage:
“Naast de gebruikelijke, in de wet en de handelsnormen vastgelegde normen moet op het etiket van de verpakking als bedoeld in het voorgaande artikel, ook de vermelding “Olio Extravergine di Oliva Chianti Classico” worden aangebracht, onmiddellijk gevolgd door de woorden “Denominazione di Origine Protetta” (beschermde oorsprongsbenaming) en het jaar van productie in duidelijke, onuitwisbare tekens overeenkomstig artikel 6 van dit productdossier.
Aan de benaming mogen geen kwalificaties worden toegevoegd waarin niet uitdrukkelijk door het productdossier is voorzien. Het is wel toegestaan op de etiketten merken van producentengroeperingen, namen van bedrijven, landgoederen, gaarden en plaatsaanduidingen die verwijzen naar werkelijke plaatsen waar de olijven zijn geproduceerd, te vermelden.
De beschermde benaming moet op het etiket worden vermeld in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters, in een kleur die duidelijk afsteekt tegen die van het etiket. De letters die voor eventuele aanvullende aanduidingen worden gebruikt, mogen in geen geval groter zijn dan 50 % van de hoogte van de letters waarmee de benaming wordt vermeld.”
moet worden vervangen door:
“Naast de gebruikelijke, in de vigerende wetgeving vastgelegde normen moeten op het etiket van de verpakking als bedoeld in het voorgaande artikel, ook de vermelding “Olio Extravergine di Oliva Chianti Classico” en de woorden “Denominazione di Origine Protetta” of het acroniem DOP (beschermde oorsprongsbenaming), alsmede het jaar van productie worden aangebracht in duidelijke, onuitwisbare tekens overeenkomstig artikel 6 van dit productdossier.”
Aan de benaming mag geen aanprijzende kwalificatie worden toegevoegd indien het productdossier niet uitdrukkelijk daarin voorziet. Wel mogen op de etiketten merktekens van producentengroeperingen worden gezet en namen van bedrijven, landgoederen, gaarden en plaatsaanduidingen worden vermeld die verwijzen naar de plaatsen waar de olijven daadwerkelijk zijn geproduceerd.
De benaming moet op het etiket worden vermeld in duidelijk leesbare en onuitwisbare tekens, in een kleur die duidelijk afsteekt tegen die van het etiket. De grafische tekens die voor eventuele aanvullende aanduidingen worden gebruikt, mogen in geen geval groter zijn dan 50 % van de grootte van de tekens die voor de benaming worden gebruikt.”.
Met deze wijzigingen wordt de mogelijkheid geschapen om de wijze van invoeging van deze woorden aan te passen aan het type etiket.
Vrijgave voor consumptie; vormen van verpakking; inspecties
Vrijgave voor consumptie
|
— |
De volgende wijziging betreft artikel 13 van het productdossier. De desbetreffende informatie is ook opgenomen in punt 3.5 van het enig document inzake het moment van vrijgave voor consumptie en inzake de uiterste datum van botteling. |
De passage:
“De “Chianti Classico”-olie mag worden gebotteld tot en met 31 oktober van het jaar waarin ze is geproduceerd, en uiterlijk in februari van het daaropvolgende jaar worden vrijgegeven voor consumptie.
Op de etikettering van de “Chianti Classico”-olie moet steeds duidelijk het productiejaar worden vermeld.”
moet worden vervangen door:
““Chianti Classico”-olie mag tot en met 31 januari van het tweede jaar na het jaar van productie worden gebotteld. Op het etiket van de “Chianti Classico”-olie moet steeds duidelijk het productiejaar worden vermeld.”.
Voorgesteld wordt de verplichting om de olie uiterlijk op 28 februari vrij te geven voor consumptie (d.w.z. verkoop door de verpakker), te schrappen omdat is aangetoond dat deze beperking te strikt is en de bedrijven in hun activiteiten belemmert. De consument krijgt sowieso de juiste informatie omdat het jaar duidelijk op het etiket moet worden vermeld en bovenal de uiterste gebruiksdatum van de olie op het etiket staat. Ook wordt voorgesteld om de uiterste datum van botteling vast te stellen op 31 januari van het tweede jaar na het oogstjaar.
In bulk blijft de olie in de onderhavige situatie van nature beter goed dan wanneer deze wordt gebotteld. Daarom geven producenten er doorgaans de voorkeur aan om pas tot botteling over te gaan als er een bestelling binnenkomt, en om het aantal flessen of blikken olie in voorraad tot een minimum te beperken om de versheid en kwaliteit van het product te behouden.
In het licht van het bovenstaande en om problemen met de bewaring en het in de handel brengen van olie met de BOB “Chianti Classico” op te lossen en in de toekomst te voorkomen, en gezien het feit dat olie met de BOB “Chianti Classico” sowieso een uiterste gebruiksdatum op het etiket moet vermelden, wordt het passend geacht de nieuwe uiterste bottelingsdatum vast te stellen op 31 januari van het tweede jaar na het oogstjaar.
|
— |
De volgende wijziging heeft betrekking op artikel 15 van het productdossier betreffende de nieuwe uiterste bottelingsdatum voor bewaarde olie die geen zuivering en filtering ondergaat. |
De passage:
“In afwijking van de eerste alinea van dit artikel mag olie die aan de voorschriften van het productdossier voldoet, uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat volgt op het oogstjaar van de olijven, worden gebotteld indien de olie uiterlijk op 31 december van het productiejaar en in ieder geval uiterlijk op de datum van de certificeringsaanvraag is gezuiverd en gefilterd.”
moet worden vervangen door:
“In afwijking van de eerste alinea van dit artikel mag olie die aan het productdossier voldoet, uiterlijk op 31 januari van het tweede jaar na het oogstjaar van de olijven worden gebotteld indien de olie uiterlijk op 31 december van het productiejaar, en in elk geval uiterlijk op de datum van de certificeringsaanvraag is gezuiverd en gefilterd.”.
Voorgesteld wordt om de uiterste datum van botteling vast te stellen op 31 januari van het tweede jaar na het oogstjaar.
Deze wijziging vloeit voort uit de wijziging van artikel 13 hierboven.
De volgende zin is geschrapt:
“Wanneer de olie uiterlijk op 31 december van het oogstjaar geen onmiddellijke zuivering en filtering heeft ondergaan, moet deze ook onder inert gas worden bewaard.”.
Voorgesteld wordt om de verplichting om ongefilterde olie onder inert gas te bewaren, te schrappen maar de termijn voor het verpakken op 45 dagen na de datum van certificering te houden.
Ongefilterde olie die onder inert gas wordt bewaard, behoudt weliswaar zijn kenmerken, in tegenstelling tot ongefilterde olie die zonder gas wordt bewaard, maar er wordt van uitgegaan dat de door exploitanten na te leven verplichting om de olie binnen 45 dagen na de datum van certificering te bottelen, de consument al een goede bescherming kan bieden. Wanneer het bottelen niet binnen 45 dagen plaatsvindt, moeten de chemische en organoleptische controles worden herhaald.
Vormen van verpakking
|
— |
Artikel 16 van het productdossier en punt 3.5 van het enig document zijn gewijzigd. |
De huidige passage:
“Chianti Classico”-olie moet in het productiegebied worden verpakt, in glazen of metalen houders met een vastgestelde inhoud van nominaal niet meer dan 5 (vijf) liter. Ook glazen, metalen of petflessen van minder dan 100 ml zijn toegestaan mits voldaan wordt aan de huidige regelgeving voor de totaal toegestane inhoud. Iedere verpakking moet hermetisch gesloten zijn en wel zodanig dat het garantielabel bij het openen wordt verbroken.”
moet worden vervangen door:
“Chianti Classico”-olie moet in het in artikel 3 bedoelde productiegebied worden verpakt in recipiënten van een wettelijk toegestaan materiaal en met een wettelijk toegestane inhoud.
De verpakking moet overeenkomstig de wet worden gesloten en voorzien zijn van een garantielabel. Bij recipiënten met een inhoud van minder dan 100 ml mag de inhoudsvermelding achterwege blijven.”.
Voorgesteld wordt om het gebruik van recipiënten van uiteenlopend materiaal en met een uiteenlopende inhoud toe te staan, zodat exploitanten beter kunnen inspelen op de vraag.
Het biedt de exploitanten ook de mogelijkheid om het garantielabel aan te brengen op de meest aangewezen wijze, afhankelijk van het type recipiënt.
Inspecties
|
— |
In het productdossier is een artikel betreffende inspecties ingevoegd. Het bevat alle informatie over het controleorgaan. |
Het nieuwe artikel luidt als volgt:
“Inspecties
Artikel 19
Het controleorgaan verricht overeenkomstig de bepalingen van de vigerende EU-wetgeving controles om na te gaan of het product aan het productdossier voldoet. Het verantwoordelijke controleorgaan is Valbeit alia Srl, gevestigd te Via Piave 24, 00187 Rome, Tel. +39 0645437975, Fax +39 0645438908, E-mail: info@valoritalia.it.”.
ENIG DOCUMENT
“Chianti Classico”
EU-nr.: PDO-IT-0108-AM03 — 20.3.2019
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen [van de BOB of de BGA]
Chianti Classico
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie [zie bijlage XI]
Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, olie, enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Chianti Classico” is een extra olijfolie van eerste persing die bij de vrijgave ervan voor consumptie de volgende kenmerken heeft:
|
a) |
Zuurgraad uitgedrukt in oliezuur: ≤ 0,5 % |
|
b) |
Peroxiden: ten hoogste 12 (meq zuurstof) |
|
c) |
Hoog gehalte aan oliezuur van >72 % |
|
d) |
Totaal polyfenolen hoger dan 150 ppm |
|
e) |
Alfa-tocoferol hoger dan 140 ppm. |
De olie moet:
|
— |
een kleur hebben die varieert van intens groen tot groen met gouden glans; |
|
— |
een fruitig aroma hebben dat duidelijk kenmerkend is voor olijfolie. |
De smaaktests moeten het volgende resultaat te zien geven:
|
a) |
groen-fruitigheid 3-8 |
|
b) |
bitterheid 2-8 |
|
c) |
pikantheid 2-8 |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” wordt gemaakt van olijven van geregistreerde olijfbomen waarvan ten minste 80 % op een bedrijf tot de soorten Frantoio, Correggiolo, Moraiolo en Leccino (afzonderlijk of gemengd) moet behoren en maximaal 20 % mag behoren tot andere plaatselijke soorten, die altijd moeten zijn ingeschreven in het register met het genetisch materiaal van Toscaanse olijfolie.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stadia van het productieproces — de teelt, de oogst en de oliewinning — mogen uitsluitend plaatsvinden in het in punt 4 bedoelde geografische productiegebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De olijfolie “Chianti Classico” mag tot en met 31 januari van het tweede jaar na het jaar van productie worden verpakt. Op het etiket moet steeds duidelijk het productiejaar worden aangegeven.
De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” moet in het in artikel 4 bedoelde productiegebied worden verpakt in recipiënten van een wettelijk toegestaan materiaal en met een wettelijk toegestane inhoud. De verpakking moet overeenkomstig de wet worden gesloten en voorzien zijn van een garantielabel. Bij recipiënten met een inhoud van minder dan 100 ml mag de inhoudsvermelding achterwege blijven.
De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” moet binnen het geografische productiegebied worden verpakt om de oorsprong van het product beter te kunnen controleren en om te voorkomen dat het product buiten het gebied in bulk wordt vervoerd met als gevolg een verlies aan kwaliteit en aan intensiteit van de in punt 3.2 genoemde specifieke kenmerken, en met name de typische bittere en pikante toetsen van de extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico”, die terug te voeren zijn op het gehalte aan fenolhoudende antioxidanten en het profiel van de geur- en smaakstoffen. De invloed van de zuurstof in de lucht tijdens verrichtingen als het overhevelen, pompen, vervoeren en lossen (die vaker plaatsvinden als het product buiten het afgebakende gebied wordt gebotteld) kan tot gevolg hebben dat de typische kenmerken van de extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” die zijn beschreven in punt 3.2, verloren gaan.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Naast de gebruikelijke, in de vigerende wetgeving vastgelegde normen moeten op het etiket van de verpakking ook de vermelding “Olio Extravergine di Oliva Chianti Classico” en de woorden “Denominazione di Origine Protetta” of het acroniem DOP (beschermde oorsprongsbenaming), alsmede het jaar van productie worden aangebracht in duidelijke, onuitwisbare tekens.
Aan de benaming mag geen aanprijzende kwalificatie worden toegevoegd waarin het productdossier niet uitdrukkelijk voorziet. Wel mogen op de etiketten merktekens van producentengroeperingen worden gezet en namen van bedrijven, landgoederen, gaarden en plaatsaanduidingen worden vermeld die verwijzen naar de plaatsen waar de olijven daadwerkelijk zijn geproduceerd.
De benaming moet op het etiket worden vermeld in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters, in een kleur die duidelijk afsteekt tegen die van het etiket. De grafische tekens die voor eventuele aanvullende aanduidingen worden gebruikt, mogen in geen geval groter zijn dan 50 % van de grootte van de tekens die voor de benaming worden gebruikt.”
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het productiegebied van de olie “Chianti Classico” omvat het bestuurlijke grondgebied van de volgende gemeenten in de provincies Siena en Firenze: Castellina in Chianti, Gaiole in Chianti, Greve in Chianti en Radda in Chianti in hun geheel en gedeelten van Barberino-Tavarnelle, Castelnuovo Berardenga, Poggibonsi en San Casciano in Val di Pesa.
Dit gebied komt overeen met het productiegebied van de wijn “Chianti Classico”, dat reeds is beschreven in het interministerieel decreet van 31 juli 1932, bekendgemaakt in het Italiaanse publicatieblad (Gazzetta ufficiale) nr. 209 van 9 september 1932.
5. Verband met het geografische gebied
Specificiteit van het geografische gebied
Het productiegebied van de “Chianti Classico”-olie onderscheidt zich door zijn typische hydrogeologische en klimaatkenmerken. De geografische grenzen ervan lagen al in de 14e eeuw vast.
Wat bodem en klimaat betreft, is het productiegebied tamelijk homogeen. Het wordt gekenmerkt door een redelijk zacht, droog najaar, gevolgd door harde winters. De omgeving als zodanig heeft eigenschappen die, ook op de grens van het natuurlijke verspreidingsgebied, de teelt van olijfbomen mogelijk maken en die het proces van vruchtvorming en -rijping hebben beïnvloed en dat nog altijd doen.
Volgens de van oudsher in dit gebied toegepaste teelttechnieken worden de vruchten rechtstreeks van de boom geoogst voordat ze fysiologisch rijp zijn.
Thermische omstandigheden beïnvloeden ook de door de plaatselijke telers toegepaste snoeivorm van de olijfbomen (doorgaans wijduitstaande, bekervormige kruin). Daardoor kunnen warmte en licht zich beter verspreiden, wat goed is voor de ontwikkeling van de olijfbomen gedurende korte perioden van het jaar.
Specificiteit van het product
De extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” wordt gemaakt van soorten die van oudsher in Toscane geteeld worden, en onderscheidt zich door zijn sensorische profiel, en met name zijn intense, bittere en pikante smaak met fruitige aromatische toetsen.
Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De chemische en organoleptische eigenschappen van de extra olijfolie van eerste persing met de BOB “Chianti Classico” zijn gerelateerd aan de klimatologische omstandigheden in het productiegebied, die bepalend zijn voor de kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de fenolen, de mate van bitterheid en pikantheid van de smaak en de intensiteit van de fruitige tonen.
Omdat de vruchten tegen de eerste najaarsvorst beschermd moeten worden, is het traditie geworden om vroeg te oogsten, dat wil zeggen voordat de olijven helemaal rijp zijn. Hoewel deze praktijk leidt tot een kleinere hoeveelheid olie, kunnen de olijven zo geplukt worden wanneer het polyfenolgehalte nog hoog is, wat zorgt voor de intens bittere en pikante smaaktonen waarmee “Chianti Classico”-olie zich onderscheidt. Bovendien verlenen de grote temperatuurschommelingen die typisch zijn voor dit gebied in de herfst, de extra olijfolie van eerste persing “Chianti Classico” zijn intense fruitige aroma.
Een nog duidelijkere erkenning van het productiegebied was de afkondiging van een edict in 1716 waarmee hertog Cosimo III het huidige grondgebied afbakende om de waarde en de bijzondere eigenschappen van de wijnbouw- en olijfbouwproducten van het gebied te bevestigen; een soort voorloper van de BOB. In het “Trattato teorico-pratico completo sull’ulivo” van G. Tavanti werden al in 1819 de voornaamste soorten van het Chianti Classico-gebied vermeld.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
De volledige tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
of:
door op de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di produzione all’esame dell’UE”.
|
17.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 234/24 |
Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging op grond van artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) Nr. 1151/2012
(2022/C 234/09)
De Europese Commissie heeft deze minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).
De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de eAmbrosia-databank van de Commissie.
ENIG DOCUMENT
“Farina di Neccio della Garfagnana”
EU-nr.: PDO-IT-0196-AM01 – 12.1.2022
BOB (x) BGA ( )
1. Naam
“Farina di Neccio della Garfagnana”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.6 - Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De beschermde oorsprongsbenaming “Farina di Neccio della Garfagnana” is voorbehouden aan zoet meel van kastanjes, verkregen van kastanjebomen (Castanea sativa Mill.) van de in punt 3.3 hieronder beschreven rassen, waarvan de kenmerken uitsluitend aan natuurlijke factoren en menselijke activiteit zijn toe te schrijven.
Het product met de BOB “Farina di Neccio della Garfagnana” moet de volgende kenmerken hebben voordat het in de handel mag worden gebracht:
|
— |
korrelgrootte: voelt fijn aan en smaakt eveneens fijn; |
|
— |
maximumvochtgehalte: 13 %; |
|
— |
kleur: kan variëren van wit tot donker-ivoorkleurig; |
|
— |
smaak: zoet met een licht bittere nasmaak; |
|
— |
geur: die van kastanjes. |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Het meel is bereid uit kastanjes van de volgende variëteiten uit het in punt 4 van dit document beschreven gebied: carpinese, pontecosi, mazzangaia, pelorosa, rossola, verdola, nerona en capannaccia, samen met andere kastanjevariëteiten uit de in punt 4 van dit document beschreven gebieden van oorsprong met louter lokale namen.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
—
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Alle stadia van de productie, van het oogsten van de kastanjes op het veld tot drogen, malen en voorbereiden van het meel voor consumptie, moeten plaatsvinden in het in punt 4 afgebakende geografisch gebied.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Farina di Neccio della Garfagnana” BOB wordt in de handel gebracht vanaf 1 december, in verzegelde recyclebare of composteerbare zakken van materiaal dat geschikt is voor levensmiddelen, overeenkomstig de geldende wetgeving, met een meerlagige rechthoekige bodem en een buitenste laag van papier met de kleur Pantone 4026 C.
De zakken hebben een inhoud van 500 g en 1 kg. Er bestaan ook grotere zakken voor meel dat niet bestemd is voor verkoop aan het grote publiek.
Naast de verplichte vermeldingen overeenkomstig de regelgeving inzake de etikettering en de presentatie van levensmiddelen moet op elke verpakkingseenheid het volgende worden vermeld:
|
— |
het logo van de benaming, onmiddellijk gevolgd door de vermelding “Denominazione Origine Protetta” [beschermde oorsprongsbenaming] of het acroniem D.O.P. [BOB] en het BOB-symbool van de Europese Unie in hetzelfde gezichtsveld; |
|
— |
de naam en het adres van de verpakker. |
De naam “Farina di Neccio della Garfagnana” BOB mag niet worden aangevuld met een kwalificerend adjectief, ook niet als het grafisch van de naam gescheiden is.
Onverminderd het verbod in de vorige alinea, zijn informatieve beschrijvingen zoals “langzame droging”, “met stenen gemalen” of “watermolen” wel toegestaan;
|
— |
verwijzingen naar bedrijfsnamen of particuliere handelsmerken zijn toegestaan, mits ze de consument niet misleiden. |
Logo:
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische gebied waar “Farina di Neccio della Garfagnana” wordt geproduceerd, omvat de volgende gemeenten van de provincie Lucca: Castelnuovo di Garfagnana; Castiglione Garfagnana; Pieve Fosciana; San Romano di Garfagnana; Sillano Giucugnano; Piazza al Serchio; Minucciano; Camporgiano; Careggine; Fosciandora; Molazzana; Vagli; Villa Collemandina; Gallicano; Borgo a Mozzano; Barga; Coreglia Antelminelli; Bagni di Lucca; Fabbriche di Vergemoli.
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
De aard zelf van de kastanjeboom, een bossoort, getuigt van een band met het gebied, die los staat van de aanwezigheid van de mens en de intensieve exploitatie van de boom.
In het algemeen groeit de kastanjeboom uitsluitend in gebieden met een buitengewoon gunstig klimaat en zeer goede bodemgesteldheid. Het is dan ook moeilijk de kastanjeboom te introduceren in nieuwe gebieden waar deze niet spontaan groeit, zelfs wanneer de bodem- en klimaatomstandigheden vergelijkbaar zijn met die in de oorspronkelijke gebieden.
Met betrekking tot de provincie Lucca en in het bijzonder de Garfagnana zijn er een groot aantal documenten die getuigen van de voordelen van de kastanjeboom en de vruchten daarvan voor de plaatselijke bevolking — zowel in economische zin als in termen van voedingswaarde — die ertoe hebben geleid dat de mens een speciale band met de betrokken boomsoort is gaan onderhouden om maximaal profijt te hebben van de producten ervan.
5.2. Specificiteit van het product
“Farina di Neccio della Garfagnana” BOB wordt gemaakt van kastanjes van rassen die te klein worden geacht voor de markt van verse groenten en fruit, maar die zeer zoet zijn. Dit beïnvloedt de kastanjesmaak van het product, die zoet is met een enigszins bittere nasmaak als gevolg van het traditionele proces van langzaam drogen bij een vuur in de typische “metati”-drogers in de kastanjevelden. De goede reputatie is ook toe te schrijven aan de fijne korrelgrootte die wordt verkregen door het malen met stenen, wat langzaam gebeurt zodat het meel niet oververhit en bederft.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
Als we ons beperken tot kastanjemeel, en in dit geval de “Farina di Neccio della Garfagnana”, is het de moeite waard erop te wijzen dat de specifieke bewerking die het product vereist, sinds mensenheugenis aanleiding heeft gegeven tot de ontwikkeling van kleine gebouwtjes om de verwerking te vergemakkelijken. Zo treffen we in het betrokken gebied veel structuren aan die gebruikt worden voor het drogen van de kastanjes, de “metati”, en molens voor het malen daarvan. Naar schatting waren er in het productiegebied in 1950 ongeveer 5000 “metati” en waren er in 1800 ongeveer 245 molens.
Deze gebouwen zijn in architectonisch en bouwkundig opzicht zo bijzonder dat zowel in het productdossier als in de gemeentelijke bouwverordeningen waarborgen zijn opgenomen opdat zij bewaard kunnen blijven als uitingsvorm van de plaatselijke cultuur en van de sterke band met de omgeving.
Een ander belangrijk aspect is zeker ook de mate waarin het kastanjemeel de plaatselijke keuken heeft beïnvloed. Typische gerechten zijn onder meer polenta van kastanjemeel, de zogenaamde “manafregoli” (koekjes van kastanjemeel met melk), de “castagnaccio” (in de oven gebakken taart van kastanjemeel, olijfolie, walnoten en pijnboompitten), en tot slot de zogenaamde “neccio”, gemaakt van kastanjemeel, water en zout, die we wel het brood van de Garfagnana zouden kunnen noemen.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan via de volgende link worden geraadpleegd: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
ofwel:
door op de startpagina van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te klikken op “Qualità” (rechtsboven op het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di produzione all’esame dell’UE”.