ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 225

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

65e jaargang
9 juni 2022


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 225/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10579 — PON HOLDING / AUTOHAUS ADELBERT MOLL / FLEXXDRIVE) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2022/C 225/02

Besluit van de Raad van 2 juni 2022 tot benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid die de belangen van het maatschappelijk middenveld en de voedselketen vertegenwoordigen

2

 

Europese Commissie

2022/C 225/03

Wisselkoersen van de euro — 8 juni 2022

5

 

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2022/C 225/04

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (Prüm II) (De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

6


 

V   Bekendmakingen

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2022/C 225/05

Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging op grond van artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

10

2022/C 225/06

BEKENDMAKING – OPENBARE RAADPLEGING — In de Europese Unie als geografische aanduidingen te beschermen geografische aanduidingen uit de Republiek Oezbekistan

14


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10579 — PON HOLDING / AUTOHAUS ADELBERT MOLL / FLEXXDRIVE)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 225/01)

Op 30 mei 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10579. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 2 juni 2022

tot benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid die de belangen van het maatschappelijk middenveld en de voedselketen vertegenwoordigen

(2022/C 225/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 25, lid 1 bis, punt c),

Gezien de lijst van kandidaten die de Europese Commissie bij brief van 20 januari 2022 bij de Raad heeft ingediend,

Gezien het standpunt dat het Europees Parlement bij brief van 18 mei 2022 heeft ingenomen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is van het grootste belang dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) onafhankelijk is, van een hoog wetenschappelijk niveau, transparant en efficiënt. Het is ook essentieel ervoor te zorgen dat de EFSA samenwerkt met de lidstaten.

(2)

Bij Verordening (EU) 2019/1381 van het Europees Parlement en de Raad (2) is Verordening (EG) nr. 178/2002 gewijzigd, onder meer wat betreft de samenstelling van de raad van bestuur van de EFSA.

(3)

Op grond van artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1381 verstrijkt de ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur van de EFSA die op 30 juni 2022 in functie zijn op die datum. De leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de EFSA wier ambtstermijn ingaat op 1 juli 2022, moeten worden benoemd overeenkomstig de nieuwe procedure voor voordracht en benoeming die is ingesteld bij Verordening (EU) 2019/1381.

(4)

De Raad heeft bij besluit van 7 april 2022 (3) reeds vertegenwoordigers van de lidstaten benoemd tot leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de EFSA.

(5)

De nieuwe procedure voor voordracht en benoeming die is ingesteld bij Verordening (EU) 2019/1381 bepaalt dat de raad van bestuur van de EFSA ook vier leden en vier plaatsvervangende leden, met stemrecht, als vertegenwoordigers van de belangen van het maatschappelijk middenveld en de voedselketen omvat, namelijk een lid en een plaatsvervanger uit de kringen van consumentenorganisaties, een lid en een plaatsvervanger uit de kringen van niet-gouvernementele milieuorganisaties, een lid en een plaatsvervanger uit de kringen van landbouworganisaties en een lid en een plaatsvervanger uit de kringen van brancheorganisaties.

(6)

De leden en plaatsvervangende leden die de belangen van het maatschappelijk middenveld en de voedselketen vertegenwoordigen, worden benoemd door de Raad in overleg met het Europees Parlement op basis van een door de Commissie opgestelde lijst. De duur van de ambtstermijn bedraagt vier jaar en kan slechts eenmaal worden verlengd.

(7)

De kandidaten op de door de Commissie ingediende lijst zijn geselecteerd na een oproep tot het tonen van belangstelling op basis van hun relevante ervaring en deskundigheid op het gebied van recht en beleid inzake de veiligheid van de voedselketen, met inbegrip van risicobeoordeling, terwijl ze ook over de nodige deskundigheid op het gebied van bestuurlijke, administratieve, financiële en juridische zaken moeten beschikken.

(8)

Met het oog op de benoeming van de vier leden en vier plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de EFSA die de belangen van het maatschappelijk middenveld en de voedselketen vertegenwoordigen, is de door de Commissie ingediende lijst op basis van de door haar verstrekte gegevens en in het licht van het standpunt van het Europees Parlement. Door de benoeming van die leden en plaatsvervangende leden door middel van het onderhavige besluit wordt er voorts voor gezorgd dat de hoogste graad van bekwaamheid en de meest uitgebreide ervaring en deskundigheid op het gebied van wetgeving en beleid inzake de veiligheid van de voedselketen, met inbegrip van risicobeoordeling, in de raad van bestuur van de EFSA aanwezig is, terwijl ook de nodige deskundigheid op het gebied van bestuurlijke, administratieve, financiële en juridische zaken gewaarborgd is,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2026 worden de volgende personen benoemd tot leden en plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid:

Categorie

Leden

Plaatsvervangende leden

Consumentenorganisaties

Mevrouw Floriana CIMMARUSTI

Mevrouw Eleni IOANNOU-KAKOURI

Niet-gouvernementele milieuorganisaties

De heer Xavier GABARRELL DURANY

Mevrouw Apolline ROGER

Landbouworganisaties

Mevrouw Annette TOFT

Mevrouw Maira DZELZKALĒJA-BURMISTRE

Brancheorganisaties

Mevrouw Rebeca FERNANDEZ

De heer Dimitrios LADIKOS

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 2 juni 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

A. DE MONTCHALIN


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2019/1381 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de transparantie en duurzaamheid van de EU-risicobeoordeling in de voedselketen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 1829/2003, (EG) nr. 1831/2003, (EG) nr. 2065/2003, (EG) nr. 1935/2004, (EG) nr. 1331/2008, (EG) nr. 1107/2009 en (EU) 2015/2283 en Richtlijn 2001/18/EG (PB L 231 van 6.9.2019, blz. 1).

(3)  Besluit van de Raad van 7 april 2022 tot benoeming van vertegenwoordigers van de lidstaten tot leden en plaatsvervangers van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (PB C 159 van 12.4.2022, blz. 6).


Europese Commissie

9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/5


Wisselkoersen van de euro (1)

8 juni 2022

(2022/C 225/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0739

JPY

Japanse yen

143,92

DKK

Deense kroon

7,4386

GBP

Pond sterling

0,85575

SEK

Zweedse kroon

10,4938

CHF

Zwitserse frank

1,0486

ISK

IJslandse kroon

138,90

NOK

Noorse kroon

10,1395

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,622

HUF

Hongaarse forint

391,25

PLN

Poolse zloty

4,5698

RON

Roemeense leu

4,9450

TRY

Turkse lira

18,4530

AUD

Australische dollar

1,4917

CAD

Canadese dollar

1,3467

HKD

Hongkongse dollar

8,4275

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6644

SGD

Singaporese dollar

1,4769

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 349,34

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,4626

CNY

Chinese yuan renminbi

7,1785

HRK

Kroatische kuna

7,5215

IDR

Indonesische roepia

15 577,86

MYR

Maleisische ringgit

4,7187

PHP

Filipijnse peso

56,799

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

37,076

BRL

Braziliaanse real

5,2447

MXN

Mexicaanse peso

21,0458

INR

Indiase roepie

83,4140


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/6


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (“Prüm II”)

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

(2022/C 225/04)

De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 een voorstel aangenomen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (“Prüm II”) en tot wijziging van de Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad en de Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (de zogenoemde “Prümbesluiten”). Het voorstel maakt deel uit van een groter wetgevingspakket, de zogeheten “EU-code voor politiële samenwerking”, dat ook een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (waarover een afzonderlijk advies van de EDPS wordt uitgebracht) en een voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking omvat.

Doel van het voorstel is de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, en in het bijzonder de informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, te verbeteren door de voorwaarden en procedures vast te stellen voor de geautomatiseerde bevraging van DNA-profielen, dactyloscopische gegevens (vingerafdrukken), gezichtsopnamen, politiegegevens en bepaalde voertuigregistratiegegevens, alsmede voor de uitwisseling van gegevens naar aanleiding van een match.

Hoewel de EDPS begrijpt dat de rechtshandhavingsinstanties moeten kunnen beschikken over de best mogelijke juridische en technische instrumenten om misdrijven op te sporen, te onderzoeken en te voorkomen, merkt hij op dat het voorgestelde nieuwe Prümkader niet duidelijk de essentiële elementen voor de uitwisseling van gegevens vastlegt, zoals de soorten misdrijven die een bevraging kunnen rechtvaardigen, en onvoldoende duidelijk is over de soorten betrokkenen die bij de automatische uitwisseling van gegevens zijn betrokken, bijvoorbeeld of de databanken die worden bevraagd alleen gegevens van verdachten en/of veroordeelden bevatten, of ook gegevens van andere betrokkenen, zoals slachtoffers of getuigen.

De EDPS is met name van mening dat het geautomatiseerd bevragen van DNA-profielen en gezichtsopnamen alleen mogelijk zou moeten zijn in het kader van individuele onderzoeken naar ernstige misdrijven, in plaats van bij elk strafbaar feit, zoals in het voorstel is voorzien. Voorts acht de EDPS het noodzakelijk om in het voorstel gemeenschappelijke eisen en voorwaarden op te nemen met betrekking tot de gegevens in de nationale databanken die voor geautomatiseerde bevraging toegankelijk worden gemaakt, naar behoren rekening houdend met de verplichting uit hoofde van artikel 6 van de richtlijn wetshandhaving (Richtlijn (EU) 2016/680) om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën betrokkenen (d.w.z. veroordeelden, verdachten, slachtoffers enz.).

De EDPS is ook bezorgd over de gevolgen van de voorgestelde geautomatiseerde bevraging en uitwisseling van politiegegevens voor de grondrechten van de betrokken personen. Hij is van mening dat de noodzaak van de voorgestelde geautomatiseerde bevraging en uitwisseling van politiegegevens niet voldoende is aangetoond. Indien een dergelijke maatregel desondanks wordt aangenomen, zelfs op vrijwillige basis, dan zouden aanvullende strenge waarborgen nodig zijn om aan het evenredigheidsbeginsel te voldoen. In het bijzonder moet, gezien de uitdagingen op het gebied van de kwaliteit van de gegevens, in de toekomstige verordening onder meer uitdrukkelijk worden gedefinieerd welke soorten en/of ernst van strafbare feiten een geautomatiseerde bevraging van de nationale politiegegevens kunnen rechtvaardigen.

Wat betreft de opneming van Europol in het Prümkader is de EDPS van mening dat zijn opmerkingen en aanbevelingen in Advies 4/2021 over het voorstel tot wijziging van de Europol-verordening volledig van toepassing blijven in de context van de Prümsamenwerking, met name die in verband met het zogenoemde “probleem van big data”, d.w.z. de verwerking door het agentschap van grote en complexe gegevensreeksen. De EDPS wenst twee van de kernboodschappen uit het advies over Europol in herinnering te brengen: met ruimere bevoegdheden moet ook altijd een strenger toezicht gepaard gaan, en even belangrijk is dat eventuele van toepassing zijnde uitzonderingen in de vorm van afwijkingen niet de regel mogen worden.

Het voorstel voorziet in een complexe architectuur voor de geautomatiseerde bevraging en uitwisseling van gegevens binnen het Prümkader met drie afzonderlijke technische oplossingen, ontwikkeld en onderhouden door drie verschillende entiteiten. De EDPS is van mening dat het voorstel explicieter moet zijn over de verantwoordelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens, met name in Eucaris, dat niet op het Unierecht is gebaseerd en een intergouvernementeel karakter heeft. Voorts is de EDPS van mening dat, gezien de schaal en de gevoeligheid van de verwerking van persoonsgegevens, het voorgestelde horizontale governancemodel van het Prümkader niet geschikt is en verder moet worden versterkt, bijvoorbeeld door een centrale coördinerende rol toe te wijzen aan een EU-entiteit, zoals de Commissie.

Daarnaast is de EDPS in het belang van de rechtszekerheid van mening dat de verhouding van de gegevensbeschermingsregels in het voorstel tot het bestaande rechtskader inzake gegevensbescherming in de EU, met name de richtlijn wetshandhaving en Verordening (EU) 1725/2018 (EUDPR), uitdrukkelijk moet worden verduidelijkt.

In het advies wordt ook een aantal andere specifieke vraagstukken geanalyseerd en worden hiervoor aanbevelingen gedaan, zoals het verband tussen het Prümkader en het interoperabiliteitskader, de doorgifte van gegevens aan derde landen en internationale organisaties, en het toezicht op de verwerkingsactiviteiten met het oog op de samenwerking in het kader van Prüm.

1.   INLEIDING EN ACHTERGROND

1.

De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 een voorstel aangenomen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (“Prüm II”) en tot wijziging van de Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad en de Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (hierna het “voorstel” genoemd) (1).

2.

Het voorstel maakt deel uit van een groter wetgevingspakket, de zogeheten “EU-code voor politiële samenwerking”, dat ook het volgende omvat:

een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en tot intrekking van Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad (2); en

een voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking (3).

3.

Het doel van de EU-code voor politiële samenwerking is, zoals de Commissie heeft verklaard, de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van rechtshandhaving, en in het bijzonder de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten, te verbeteren (4). In dit verband worden in het voorstel de voorwaarden en procedures vastgesteld voor de geautomatiseerde bevraging van DNA-profielen, dactyloscopische gegevens (vingerafdrukken), gezichtsopnamen, politiegegevens en bepaalde voertuigregistratiegegevens, alsmede voor de uitwisseling van gegevens naar aanleiding van een match tussen autoriteiten die bevoegd zijn voor het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten.

4.

Het voorstel, net als meer in het algemeen de EU-code voor politiële samenwerking, houdt verband met de beleidsdoelstellingen van verschillende strategische EU-documenten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, met name de EU-strategie voor de veiligheidsunie (5), de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) (6) en de strategie van 2021 voor het Schengengebied (7). Bovendien moeten de voorstellen tot vaststelling van de code voor politiële samenwerking worden gezien in het licht van de lopende hervorming van Europol en de groeiende rol van het agentschap als centraal informatiecentrum over criminaliteit van de Europese Unie, waarbij steeds grotere hoeveelheden gegevens worden verzameld en verwerkt (8).

5.

De Commissie heeft de EDPS op 5 januari 2022 geraadpleegd over het voorstel voor de Prüm II-verordening, overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725. De opmerkingen en aanbevelingen in dit advies zijn beperkt tot de bepalingen in het voorstel die vanuit het oogpunt van gegevensbescherming het meest relevant zijn.

4.   CONCLUSIES

73.

Het voorgestelde nieuwe Prümkader bevat geen duidelijke omschrijving van essentiële elementen van de uitwisseling van gegevens, zoals de soorten misdrijven die een bevraging (zoekopdracht), met name van DNA-profielen, kunnen rechtvaardigen, d.w.z. alle strafbare feiten of alleen zwaardere misdrijven. Bovendien is het voorstel niet duidelijk over de soorten betrokkenen op wie de automatische uitwisseling van gegevens betrekking heeft, d.w.z. of de databanken die worden bevraagd alleen gegevens van verdachten en/of veroordeelden bevatten, of ook gegevens van andere betrokkenen, zoals slachtoffers of getuigen.

74.

Teneinde de noodzakelijkheid en de evenredigheid van de inmenging in het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens in het licht van artikel 52, lid 1, van het Handvest te waarborgen, is het van essentieel belang de persoonlijke en de materiële werkingssfeer van de maatregelen te verduidelijken, d.w.z. de categorieën betrokkenen die rechtstreeks zullen worden getroffen, alsmede de objectieve voorwaarden die een geautomatiseerde zoekopdracht in de betreffende databank van andere lidstaten of van Europol kunnen rechtvaardigen.

75.

De EDPS is met name van mening dat het geautomatiseerd bevragen van DNA-profielen en gezichtsopnamen alleen mogelijk zou moeten zijn in het kader van individuele onderzoeken naar ernstige misdrijven, en niet bij elk strafbaar feit, zoals in het voorstel is voorzien. Voorts moet het voorstel, overeenkomstig de verplichting uit hoofde van artikel 6 van de richtlijn wetshandhaving om een onderscheid te maken tussen de verschillende categorieën betrokkenen, voorzien in een beperking van de categorieën betrokkenen wier in de nationale databanken opgeslagen DNA-profielen en gezichtsopnamen voor geautomatiseerde bevraging toegankelijk moeten worden gemaakt, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de inherente doelbinding voor gegevens van andere categorieën dan veroordeelden of verdachten.

76.

De EDPS is van mening dat de noodzaak van de voorgestelde geautomatiseerde bevraging en uitwisseling van politiegegevens niet voldoende is aangetoond. Indien een dergelijke maatregel desondanks wordt aangenomen, zelfs op vrijwillige basis, dan zouden aanvullende strenge waarborgen nodig zijn om aan het evenredigheidsbeginsel te voldoen. In het bijzonder moet, gezien de uitdagingen op het gebied van de kwaliteit van de gegevens, die niet kunnen worden opgelost door louter technische maatregelen, zoals pseudonimisering, in de toekomstige verordening ten minste uitdrukkelijk worden bepaald welke soorten en/of ernst van strafbare feiten een geautomatiseerde bevraging van de nationale politiegegevens kunnen rechtvaardigen.

77.

Wat betreft de opneming van Europol in het Prümkader is de EDPS van mening dat zijn opmerkingen en aanbevelingen in Advies 4/2021 over het voorstel tot wijziging van de Europol-verordening volledig van toepassing blijven in de context van de Prümsamenwerking, met name die in verband met de verwerking van omvangrijke gegevensreeksen door het agentschap. Daarnaast beveelt de EDPS aan de personele werkingssfeer te verduidelijken, d.w.z. te specificeren op welke categorieën betrokkenen de bevragingen op grond van de artikelen 49 en 50 betrekking hebben, en tevens de bewaartermijnen voor logbestanden op elkaar af te stemmen, om te zorgen voor consistentie met de Europol-verordening.

78.

Het voorstel voorziet in een complexe architectuur voor de geautomatiseerde bevraging en uitwisseling van gegevens binnen het Prümkader met drie afzonderlijke technische oplossingen, ontwikkeld en onderhouden door drie verschillende entiteiten. Bovendien is één ervan, Eucaris, niet gebaseerd op een EU-rechtshandeling, maar heeft een intergouvernementeel karakter. Daarom is de EDPS van mening dat de verantwoordelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens in Eucaris in het voorstel expliciet aan de orde moet komen. Daarnaast is de EDPS van mening dat, gezien de schaal en de gevoeligheid van de verwerking van persoonsgegevens, het huidige horizontale governancemodel van het Prümkader niet geschikt is en verder moet worden versterkt, bijvoorbeeld door een centrale coördinerende rol toe te wijzen aan een EU-entiteit, zoals de Commissie.

79.

Een ander belangrijk element van het voorstel, dat een zorgvuldige analyse van de implicaties voor de grondrechten vergt, is de afstemming van het Prümkader op het interoperabiliteitskader van de EU-informatiesystemen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. De EDPS roept de medewetgever op na te gaan of er in dit verband aanvullende regels nodig zijn, bijvoorbeeld in een uitvoeringshandeling of een gedelegeerde handeling, waarin specifieke problemen zoals de kwaliteit en de prestaties van de matchingalgoritmen voor gezichtsopnamen aan bod moeten komen.

80.

Aangezien de rechtsgrondslag van het voorstel onder meer artikel 16 VWEU omvat, beveelt de EDPS in het belang van de duidelijkheid en de zekerheid aan om in het voorstel te specificeren dat de bepalingen inzake gegevensbescherming in hoofdstuk 6 geen afbreuk doen aan de toepassing van de richtlijn wetshandhaving en de EUDPR voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving op grond van het Prümkader.

81.

Voorts is de EDPS van mening dat de eis van regelmatige audits van de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de Prüm II-verordening moet worden uitgebreid en ook moet gelden voor de verwerking van persoonsgegevens op nationaal niveau. In dit verband beveelt de EDPS aan dat artikel 60, lid 2, van het voorstel in het algemeen verwijst naar de bevoegdheden van de EDPS, overeenkomstig artikel 58 van de EUDPR, en niet slechts naar enkele daarvan.

Brussel, 2 maart 2022

Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI


(1)  COM(2021) 784 final.

(2)  COM(2021) 782 final.

(3)  COM(2021) 780 final.

(4)  https://ec.europa.eu/home-affairs/news/boosting-police-cooperation-across-borders-enhanced-security-2021-12-08_en

(5)  Mededeling van de Commissie betreffende de EU-strategie voor de veiligheidsunie (COM(2020) 605 final).

(6)  Mededeling van de Commissie over de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) (COM(2021) 170 final).

(7)  Mededeling van de Commissie, “Een strategie voor een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied” (COM(2021) 277 final).

(8)  Zie voor meer informatie Advies 4/2021 van de EDPS, https://edps.europa.eu/system/files/2021-03/21-03-08_opinion_europol_reform_en.pdf


V Bekendmakingen

ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/10


Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging op grond van artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

(2022/C 225/05)

De Europese Commissie heeft deze minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).

De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de eAmbrosia-databank van de Commissie.

ENIG DOCUMENT

“Mortadella Bologna”

EU-nr.: PGI-IT-0325 - AM02 - 17.11.2021

BOB ( ) BGA (X)

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Mortadella Bologna”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Bij het in de handel brengen voor consumptie heeft “Mortadella Bologna” de volgende organoleptische, chemische en fysisch-chemische kenmerken:

Organoleptische kenmerken:

Uiterlijk voorkomen: ovaal of cilindervormig.

Consistentie: stevig en onelastisch.

Uitzicht van het snijvlak: glad, met een gelijkmatige, helderroze kleur. De plakken vertonen parelwitte stukjes vetweefsel (ten minste 15 % van de totale massa), eventueel gehecht aan spierweefsel. Die stukjes zijn goed verdeeld en zitten vastgehecht aan het overige vlees. Er stulpt geen vet of gelatine uit en er is slechts een beperkt vetlaagje aanwezig. Kleur: gelijkmatig helderroze.

Geur: karakteristiek aroma.

Smaak: karakteristieke delicate smaak, zonder rookaroma.

Chemische en fysisch-chemische kenmerken:

totaal eiwitgehalte: ten minste 14,50 %;

verhouding collageen/eiwit: ten hoogste 0,18;

verhouding water/eiwit: ten hoogste 4,10;

verhouding vet/eiwit: ten hoogste 2,00;

pH: ten minste 6;

Zout: ten hoogste 2,8 %.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

“Mortadella Bologna” bestaat uit een mengsel van varkensvlees dat is verkregen van dwarsgestreept spierweefsel van karkassen dat met behulp van een vleesmolen is fijngemalen, blokjes vet van varkensnek, zout, en peper (hele peperkorrels of in stukken of fijngemalen). Met het mengsel wordt een natuur- of kunstdarm gevuld die doorlatend is voor waterdamp. Het geheel wordt langdurig gekookt in een heteluchtoven. Dit proces moet ervoor zorgen dat het eindproduct vóór het koken ten minste 3 % van zijn gewicht verliest. Ook de volgende ingrediënten mogen worden gebruikt: varkensmagen ontdaan van slijmvlies, hard varkensvet, water overeenkomstig goede industriële praktijken, natuurlijke aroma’s (maximaal 0,3 % van het totaalgewicht van het mengsel), specerijen en kruiden, pistachenoten, suiker (tot maximaal 0,5 %), natrium- en/of kaliumnitriet (tot maximaal 140 ppm), ascorbinezuur en het natriumzout daarvan. Rookaroma’s, polyfosfaten, technische hulpstoffen en elke stof met een effect op de kleur van het product zijn niet toegestaan, ook al gaat het om een secundair effect. Dit product mag geen separatorvlees bevatten.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle stadia van de productie van Mortadella Bologna, van de bereiding van het mengsel tot het einde van de koelfase, moeten plaatsvinden in het productiegebied waarnaar wordt verwezen in punt 4 van dit document.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

“Mortadella Bologna” mag op de volgende manieren in de handel worden gebracht: onverpakt om in plakken te worden gesneden, vacuümverpakt of verpakt onder beschermende atmosfeer, in zijn geheel, in porties of in plakken. Het verpakken, het in plakken snijden en het in porties verdelen gebeuren onder toezicht van de controle-instantie en vinden uitsluitend plaats in het productiegebied waarnaar wordt verwezen in punt 4 van dit document.

“Mortadella Bologna” is een zeer delicaat product dat gevoelig is voor invloeden van buitenaf, met name licht en lucht. Om “Mortadella Bologna” in plakken te kunnen snijden, moet de darm worden verwijderd. Daardoor wordt het volledige product rechtstreeks blootgesteld aan lucht en licht. Wanneer het product in ongecontroleerde omstandigheden blootstaat aan invloeden van buitenaf, treedt oxidatie op. Bij dat proces veranderen de organoleptische kenmerken van het product onomkeerbaar; daarbij wordt met name de kleur van de plakken donkerder en gaan geur en smaak achteruit. Daarom is het van essentieel belang dat het in plakken snijden in het geografische productiegebied plaatsvindt na afloop van de koelfase.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De naam van de beschermde geografische aanduiding “Mortadella Bologna” mag niet worden vertaald en moet in duidelijke en onuitwisbare letters op het etiket staan en duidelijk te onderscheiden zijn van enige andere tekst op het etiket. De naam moet onmiddellijk worden gevolgd door de woorden “Indicazione Geografica Protetta” en/of de afkorting “IGP”, die moet(en) worden vertaald in de taal van het land waar het product in de handel wordt gebracht (bijvoorbeeld voor het Nederlands: “beschermde geografische aanduiding” en/of “BGA”). Het toevoegen van andere, niet uitdrukkelijk toegestane vermeldingen is verboden. Het gebruik van aanduidingen die refereren aan namen, bedrijfsnamen of merknamen is toegestaan, mits zij niet in lovende bewoordingen zijn gesteld of in termen die de consument zouden kunnen misleiden.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het gebied waar “Mortadella Bologna” wordt bereid, omvat het grondgebied van de volgende regio’s of provincies: Emilia-Romagna, Piemonte, Lombardia, Veneto, de provincie Trento, Toscana, Marche en Lazio.

5.   Verband met het geografische gebied

Het verband tussen “Mortadella Bologna” en het geografische gebied is gebaseerd op de uitstekende reputatie en kwaliteit van het product, die voortvloeien uit de deskundigheid en de specifieke vaardigheden van de producenten.

De band met het productiegebied steunt op de technische vaardigheden van de worstenmakers, die zich in de loop der tijd hebben bewezen als bekwame ambachtslieden en die het mogelijk hebben gemaakt de producten te blijven bereiden volgens de traditionele productiemethoden. In tegenstelling tot gewone mortadella moet “Mortadella Bologna” immers worden geproduceerd volgens een veel strikter proces dat overeenkomt met de methode die al eeuwenlang in het afgebakende geografische gebied wordt gebruikt. Dankzij dat proces kunnen de specifieke kenmerken van het product, en met name zijn textuur, kleur en organoleptische eigenschappen, tot ontwikkeling komen.

De juiste uitvoering van bepaalde stappen in het productieproces, zoals het fijnhakken van het vlees, verleent het product zijn typische stevige consistentie, die zowel in de hele worst als bij het kauwen kan worden waargenomen. Dankzij de in dit stadium opgelegde technologische beperkingen wordt aan het einde van het productieproces tevens een bijzonder heldere en homogene roze kleur verkregen.

Het bovenstaande wordt eveneens bevestigd en erkend in gespecialiseerde publicaties. Zo komt de volgende zin: “Mager, rauw vlees wordt in de vleesmolen in stukken van minder dan een millimeter gemalen; als deze stap op de verkeerde manier wordt uitgevoerd, heeft dat een negatief effect op de kleur, de glans en de consistentie van de mortadella” uit het boek Mortadella che passione (“Een passie voor Mortadella”) van C. Marconi en G. Roversi (Cairo, Milaan 2015), meer bepaald uit het deel over het productieproces van Mortadella Bologna BGA in hoofdstuk 2 “Come si fa la mortadella IGP” (Hoe Mortadella BGA gemaakt wordt), blz. 65 e.v.

Bovendien is het kookproces een essentiële factor voor het verkrijgen van een eindproduct van de hoogste kwaliteit. Het is een langzaam proces, waarvan de duur varieert naargelang van de diameter van de worst, waardoor de kleur en het aromatische bouquet die eigen zijn aan “Mortadella Bologna” tot uitdrukking kunnen komen. Dit blijkt uit de volgende zinnen; “Traditioneel wordt het kookproces voor mortadella “stufatura” genoemd, omdat de worst langzaam en langdurig op lage temperatuur wordt gegaard. Het koken gebeurt in grote heteluchtovens met geforceerde luchtcirculatie. De organoleptische kenmerken van de mortadella zijn dus te danken aan de lange gaartijd. Het garen duurt vele uren, zowel vanwege de omvang van de mortadellaworsten (tot 40 kg) als vanwege de aard van de warmteoverdracht en de lage temperatuur.” Deze passage is afkomstig uit het boek Mortadella che passione van C. Marconi en G. Roversi (Cairo, Milaan 2015), meer bepaald uit het deel over het productieproces van Mortadella Bologna BGA in hoofdstuk 2 “Come si fa la mortadella IGP” (Hoe Mortadella BGA gemaakt wordt), blz. 68 e.v.

In de gastronomische traditie van Bologna is Mortadella Bologna de meest vermaarde worst. De specialiteit gaat op zijn minst terug tot de 16e eeuw. Talrijke literaire en historische documenten die dateren van verschillende tijdstippen sinds de late renaissance maken melding van het product.

De plaatselijke traditie op het vlak van de bereiding van mortadella is al die tijd in stand gehouden, en naarmate de handel in levensmiddelen toenam, breidde die traditie zich van het oorspronkelijke productiegebied uit naar aangrenzende gebieden.

Naast de hierboven genoemde historische getuigenissen lijdt het geen twijfel dat dit product tot het traditioneel gastronomisch erfgoed van de regio Emilia behoort en dat het een belangrijke plaats inneemt in de plaatselijke gewoonten, die mettertijd in aangrenzende gebieden ingang hebben gevonden.

In verschillende regio’s wordt het woord “Bologna” op zichzelf vaak gebruikt om te verwijzen naar “Mortadella Bologna”.

Tot slot is de productie van “Mortadella Bologna” in het afgebakende geografische gebied gelijkmatig verdeeld over de regio’s in Midden- en Noord-Italië, Emilia-Romagna en de regio’s in Midden-Italië.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

De volledige tekst van het productdossier is te vinden op de volgende website: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

ofwel:

door op de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17.


9.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/14


BEKENDMAKING – OPENBARE RAADPLEGING

In de Europese Unie als geografische aanduidingen te beschermen geografische aanduidingen uit de Republiek Oezbekistan

(2022/C 225/06)

Momenteel worden onderhandelingen gevoerd over een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de Republiek Oezbekistan, waarbij geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen bescherming zullen genieten. In deze context wordt overwogen de onderstaande naam in de Europese Unie te beschermen als geografische aanduiding.

De Commissie geeft lidstaten, derde landen en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een lidstaat of een derde land gevestigd of woonachtig is, de mogelijkheid om tegen een dergelijke bescherming bezwaar aan te tekenen door een met redenen omklede verklaring in te dienen.

Eventuele bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen één maand te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking. Zij moeten naar het volgende e-mailadres worden gestuurd: AGRI-NEIGHBOURS@ec.europa.eu

Bezwaarschriften zijn alleen ontvankelijk als ze binnen de bovengenoemde termijn worden ontvangen en als daarin wordt aangetoond dat:

(a)

de bescherming van de voorgestelde naam onverenigbaar zou zijn met de naam van een planten- of dierenras, waardoor de consument zou kunnen worden misleid met betrekking tot de werkelijke oorsprong van het product;

(b)

de voorgestelde naam geheel of gedeeltelijk homoniem is met een naam die in de Unie reeds is beschermd op grond van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), of met een van de geografische aanduidingen uit niet-EU-landen die in de EU beschermd zijn uit hoofde van de bilaterale/multilaterale overeenkomsten die openbaar beschikbaar zijn op het volgende adres:

https://www.tmdn.org/giview/

(c)

de bescherming van de voorgestelde naam, rekening houdend met de faam en de bekendheid van een handelsmerk en de tijd waarin dat merk reeds in gebruik is, de consument zou kunnen misleiden met betrekking tot de werkelijke identiteit van het product;

(d)

de bescherming van de naam schade zou toebrengen aan een bestaande geheel of gedeeltelijk identieke naam, aan een bestaand handelsmerk of aan bestaande producten die, te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking, al ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn;

(e)

de naam waarvoor bescherming wordt overwogen, blijkens verstrekte gegevens generiek is.

De genoemde criteria zullen worden beoordeeld voor wat betreft het grondgebied van de Unie, dat, als het om intellectuele eigendomsrechten gaat, alleen betrekking heeft op het grondgebied of de grondgebieden waar de betrokken rechten beschermd zijn. Of deze namen in de Europese Unie worden beschermd, hangt af van de succesvolle afronding van deze procedure en het daaruit voortvloeiende wetsbesluit waarbij deze namen aan de bovengenoemde overeenkomst worden toegevoegd.

Lijst van in de Europese Unie als geografische aanduidingen voor landbouwproducten en levensmiddelen te beschermen geografische aanduidingen uit de Republiek Oezbekistan  (2)

Naam

Korte beschrijving

“БОГИЗАГОН/BOG‘IZOG‘ON”/“БАГИЗАГАН /BAGIZAGAN”

Wijn


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Door de autoriteiten van de Republiek Oezbekistan verstrekte lijst.