ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 154

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

65e jaargang
8 april 2022


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 154/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10602 — SWISS LIFE INTERNATIONAL HOLDING / ELIPS LIFE) ( 1 )

1

2022/C 154/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10582 — GAMALIFE / GOING CONCERN OF ZURICH INVESTMENTS LIFE SPA) ( 1 )

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 154/03

Wisselkoersen van de euro — 7 april 2022

3

2022/C 154/04

Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

4

 

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2022/C 154/05

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

7

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2022/C 154/06

Lijst van lidstaten en hun bevoegde autoriteiten met betrekking tot artikel 15, lid 2, artikel 17, lid 8, en artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad; lijst van bevoegde autoriteiten in Noord-Ierland met betrekking tot artikel 17, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad overeenkomstig het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

10


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2022/C 154/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10691 — CDP GROUP / FOMAS GROUP / PUNCH GROUP / JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

17

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2022/C 154/08

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

19


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10602 — SWISS LIFE INTERNATIONAL HOLDING / ELIPS LIFE)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 154/01)

Op 1 april 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10602. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10582 — GAMALIFE / GOING CONCERN OF ZURICH INVESTMENTS LIFE SPA)

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 154/02)

Op 24 februari 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10582. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/3


Wisselkoersen van de euro (1)

7 april 2022

(2022/C 154/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0916

JPY

Japanse yen

135,32

DKK

Deense kroon

7,4378

GBP

Pond sterling

0,83450

SEK

Zweedse kroon

10,3130

CHF

Zwitserse frank

1,0185

ISK

IJslandse kroon

141,00

NOK

Noorse kroon

9,5595

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,512

HUF

Hongaarse forint

379,26

PLN

Poolse zloty

4,6370

RON

Roemeense leu

4,9419

TRY

Turkse lira

16,0929

AUD

Australische dollar

1,4578

CAD

Canadese dollar

1,3704

HKD

Hongkongse dollar

8,5554

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5816

SGD

Singaporese dollar

1,4848

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 330,92

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,0520

CNY

Chinese yuan renminbi

6,9448

HRK

Kroatische kuna

7,5562

IDR

Indonesische roepia

15 692,35

MYR

Maleisische ringgit

4,6046

PHP

Filipijnse peso

56,114

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

36,541

BRL

Braziliaanse real

5,1460

MXN

Mexicaanse peso

21,9806

INR

Indiase roepie

82,9510


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/4


Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

(2022/C 154/04)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt a), van Verordening (EEG) nr. 2658/87 (1) van de Raad worden de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (2) als volgt gewijzigd:

Op bladzijde 402:

De volgende tekst wordt ingevoegd in de toelichting op post 9403 na de zin “Deze post omvat geen “informatiedisplays” zoals “straatborden” en “oprolbare banners”.”:

“Informatiedisplays zijn ontworpen om gemakkelijk te kunnen worden opgesteld, weggenomen (opgeklapt/opgevouwen) en vervoerd/verplaatst waar ze ook maar nodig zijn. Zij zijn ontworpen voor gebruik buitenshuis of binnenshuis of beide. Zij dienen voornamelijk om informatie te verstrekken en/of reclame te maken.

Zij hebben bijgevolg niet het karakter van meubelen overeenkomstig de toelichting op het GS bij hoofdstuk 94, Algemeen, tweede paragraaf, A), om woningen, hotels, theaters, kantoren, scholen, ... of schepen, caravans enz. uit te rusten.”

Op bladzijde 404:

De tabel in de toelichting op post 9403 na de zin “Voorbeelden van “informatiedisplays”, die moeten worden ingedeeld naargelang van het materiaal waarvan zij zijn vervaardigd, onder een post die betrekking heeft op verschillende artikelen van dat materiaal:” wordt geschrapt en vervangen door de volgende tabel:

Image 1

Image 2

Een voet van harde kunststoffen, een bovenzijde bestaande uit een kader van aluminium waarin een paneel van kunststof is gevat dat aan beide zijden met een transparant pvc-folie is bedekt.

Een voet en een kader van aluminium met rubberen aanhechtpunten en transparante pvc-folie die een vel papier bedekken.

Post 7616 (het wezenlijke karakter wordt verleend door het kader van aluminium).

Post 7616 (het wezenlijke karakter wordt verleend door het kader van aluminium).


Image 3

Image 4

Een centrale plaat van kunststof die bevestigd is aan vijf roeden (latten) van kunststof van bijna gelijke lengte, die alle in verschillende richtingen kunnen worden gekanteld. Vier daarvan hebben een haak van kunststof aan het uiteinde, en op de vijfde roede is een dop van kunststof gemonteerd.

Een kader in de vorm van een concaaf gebogen scherm, vervaardigd van buizen van aluminium en voeten van staal, dat op de grond wordt geplaatst (ongeveer 2 m hoog en 2 m breed). Het kader is ontworpen om er een stof van textiel aan te bevestigen. De stof van textiel is niet inbegrepen bij invoer. Het niet-gemonteerde product wordt vervoerd in een zak.

Post 3926 (het artikel is uitsluitend van kunststof vervaardigd).

Post 7616 (het wezenlijke karakter wordt verleend door het kader van aluminium).


Image 5

Image 6

Inklapbaar harmonicakader van onedel metaal (aluminium met hulpstukken van kunststof) dat op de grond wordt geplaatst (ongeveer 2 m hoog). Het is ontworpen om er een bedrukte stof (niet inbegrepen bij invoer) aan te bevestigen door middel van magneten. Het niet-gemonteerde product wordt vervoerd in een koffer op wielen.

Kader vervaardigd van aluminium dat op de grond wordt geplaatst (ongeveer 2 m hoog). Het kader is ontworpen om er een stof van textiel aan te bevestigen door middel van magneten. De stof van textiel in de afbeelding van het gemonteerde product is niet inbegrepen bij invoer. Het niet-gemonteerde product wordt vervoerd in een zak.

Post 7616 (het wezenlijke karakter wordt verleend door het kader van aluminium).

Post 7616 (het wezenlijke karakter wordt verleend door het kader van aluminium).


(1)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(2)  PB C 119 van 29.3.2019, blz. 1.


Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/7


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

(2022/C 154/05)

De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 een voorstel aangenomen voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten. Het voorstel maakt deel uit van een breder wetgevingspakket, “EU-code voor politiële samenwerking” genoemd, dat ook een voorstel omvat voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (“Prüm II”) en tot wijziging van de Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad (de “Prümbesluiten”) en de Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (hierover wordt een afzonderlijk advies van de EDPS uitgebracht), en een voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking.

Het voorstel heeft tot doel rechtshandhavingsinstanties gelijkwaardige toegang te bieden tot informatie die bij andere lidstaten berust, met inachtneming van de grondrechten, waaronder de vereisten inzake gegevensbescherming. Het heeft eveneens tot doel ervoor te zorgen dat alle lidstaten beschikken over een doeltreffend functionerend centraal contactpunt en dat een einde wordt gemaakt aan het aan communicatiekanalen voor de uitwisseling van informatie op het gebied van rechtshandhaving tussen de lidstaten. Tegelijkertijd wordt in het voorstel beoogd de rol van Europol als het EU-informatiecentrum over criminaliteit te versterken.

Hoewel de EDPS begrijpt dat de rechtshandhavingsinstanties moeten kunnen profiteren van de best mogelijke juridische en technische instrumenten voor de uitwisseling van informatie om strafbare feiten te voorkomen, op te sporen of te onderzoeken, is hij van mening dat bepaalde elementen van het voorstel moeten worden gewijzigd om de naleving van de vereisten inzake gegevensbescherming te waarborgen.

Ten eerste moet in het voorstel de personele werkingssfeer van de uitwisseling van informatie duidelijk worden omschreven en moeten in ieder geval de categorieën persoonsgegevens worden beperkt die over getuigen en slachtoffers mogen worden uitgewisseld, in overeenstemming met artikel 6 van de richtlijn wetshandhaving (Richtlijn (EU) 2016/680) en naar analogie met de aanpak in bijlage II bij de Europol-verordening.

De EDPS is ook van mening dat, in overeenstemming met het beginsel van opslagbeperking, in de toekomstige richtlijn uitdrukkelijk moet worden bepaald dat persoonsgegevens in de casemanagementsystemen van de centrale contactpunten alleen mogen worden opgeslagen voor zeer korte perioden, die in het algemeen moeten overeenstemmen met de termijnen voor het verstrekken van informatie zoals bepaald in artikel 5 van het voorstel.

Tot slot is de EDPS van mening dat van de lidstaten moet worden verlangd dat zij per geval beoordelen of Europol een kopie van de uitgewisselde informatie dient te ontvangen, en voor welk doel. In het voorstel moet ook uitdrukkelijk worden bepaald dat dit doel, samen met eventuele beperkingen uit hoofde van artikel 19 van de Europol-verordening, aan Europol moeten worden meegedeeld.

In het advies wordt ook een aantal andere specifieke vraagstukken geanalyseerd en worden hiervoor aanbevelingen gedaan, zoals het verband tussen de voorgestelde richtlijn en het bestaande rechtskader voor gegevensbescherming en het gebruik van Siena als belangrijkste communicatiekanaal tussen de lidstaten.

1.   INLEIDING EN ACHTERGROND

1.

De Europese Commissie heeft op 8 december 2021 een voorstel aangenomen voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en tot intrekking van Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad (hierna “het voorstel” genoemd) (1).

2.

Het voorstel maakt deel uit van een breder wetgevingspakket, “EU-code voor politiële samenwerking” genoemd, dat ook het volgende omvat:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking (“Prüm II”) en tot wijziging van de Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad en de Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (2); en

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking (3).

3.

Het doel van de EU-code voor politiële samenwerking is de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de betrokken nationale instanties te stroomlijnen, te verbeteren, te ontwikkelen, te moderniseren en te vergemakkelijken (4). In dit verband beoogt het voorstel voor een richtlijn ervoor te zorgen dat de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten gelijkwaardige toegang hebben tot informatie die in andere lidstaten beschikbaar is om strafbare feiten te voorkomen en op te sporen en strafrechtelijke onderzoeken of operaties uit te voeren, waardoor men niet vast komt te zitten door momenteel bestaande nationale regels die een doeltreffende en efficiënte informatiestroom in de weg staan (5). Met het voorstel wordt daarom beoogd een rechtskader tot stand te brengen dat zorgt voor convergentie van de nationale praktijken en het mogelijk maakt de regels op EU- en nationaal niveau beter te monitoren en te handhaven. Daarnaast wordt met het voorstel gestreefd naar de onderlinge aanpassing van de minimumnormen om een efficiënte en doeltreffende werking van de centrale contactpunten te waarborgen. Deze gemeenschappelijke minimumnormen hebben betrekking op de samenstelling, de structuren, de verantwoordelijkheden, het personeelsbestand en de technische capaciteiten.

4.

Het voorstel, en meer in het algemeen de EU-code voor politiële samenwerking, houdt verband met de beleidsdoelstellingen van verschillende strategische EU-documenten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, met name de EU-strategie voor de veiligheidsunie (6), de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit 2021-2025 (7) en de strategie van 2021 voor een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied (8). Bovendien moeten de voorstellen tot vaststelling van de code voor politiële samenwerking worden gezien in het licht van de lopende hervorming van Europol en de groeiende rol van het agentschap als een centraal informatiecentrum over criminaliteit van de Europese Unie, waarbij steeds grotere hoeveelheden gegevens worden verzameld en verwerkt (9).

5.

De Commissie heeft de EDPS op 7 januari 2022 overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 geraadpleegd over het voorstel voor een richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties. De opmerkingen en aanbevelingen in dit advies zijn beperkt tot de bepalingen in het voorstel die vanuit het oogpunt van gegevensbescherming het meest relevant zijn.

4.   CONCLUSIES

33.

In het licht van het voorgaande beveelt de EDPS in hoofdzaak het volgende aan:

Het verband met het bestaande rechtskader inzake gegevensbescherming moet duidelijker worden toegelicht in de overwegingen. Bovendien bevat het voorstel beter geen verwijzingen naar de AVG, aangezien deze niet relevant lijkt te zijn in de context van de in het voorstel beoogde verwerking van persoonsgegevens.

In het voorstel moet de personele werkingssfeer van de beoogde informatie-uitwisseling duidelijk worden omschreven en de categorieën persoonsgegevens worden beperkt die over getuigen en slachtoffers kunnen worden uitgewisseld, in overeenstemming met artikel 6 van de richtlijn wetshandhaving en naar analogie met de aanpak in bijlage II bij de Europol-verordening (EU).

De EDPS is van mening dat, in overeenstemming met het beginsel van opslagbeperking, in het voorstel uitdrukkelijk moet worden bepaald dat de persoonsgegevens slechts gedurende een zeer korte periode in het CMS van het centrale contactpunt mogen worden opgeslagen, hetgeen in het algemeen moet overeenstemmen met de termijnen voor het verstrekken van informatie zoals bepaald in artikel 5 van het voorstel.

De EDPS is van mening dat in het voorstel de lidstaten uitdrukkelijk moeten worden verplicht per geval te beoordelen of en voor welk doel een kopie van de uitgewisselde informatie aan Europol moet worden toegezonden. In het voorstel moet ook uitdrukkelijk worden bepaald dat dit doel, samen met de mogelijke beperkingen uit hoofde van artikel 19 van de Europol-verordening, aan Europol moet worden meegedeeld. De EDPS beveelt tevens aan de laatste zin van overweging 18 te schrappen.

Brussel, 7 maart 2022

Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI


(1)  COM(2021) 782 final.

(2)  COM(2021) 784 final.

(3)  COM(2021) 780 final.

(4)  Toelichting, blz. 2.

(5)  Toelichting, blz. 3.

(6)  Mededeling van de Commissie betreffende de EU-strategie voor de veiligheidsunie (COM/2020 605 final).

(7)  Mededeling van de Commissie over de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) (COM(2021) 170 final)

(8)  Mededeling van de Commissie, “Een strategie voor een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied” (COM/2021 277 final).

(9)  Zie voor meer informatie Advies 4/2021 van de EDPS, https://edps.europa.eu/system/files/2021-03/21-03-08_opinion_europol_reform_en.pdf


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/10


Lijst van lidstaten en hun bevoegde autoriteiten met betrekking tot artikel 15, lid 2, artikel 17, lid 8, en artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad; lijst van bevoegde autoriteiten in Noord-Ierland met betrekking tot artikel 17, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad overeenkomstig het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

(2022/C 154/06)

Deze lijst wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 (1). De bevoegde autoriteiten zijn aangemeld overeenkomstig de volgende artikelen van die verordening:

a)

Artikel 15, lid 1: Vangsten van vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen slechts worden uitgevoerd met een vangstcertificaat dat overeenkomstig artikel 12, lid 4, door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat is gevalideerd, indien zulks vereist is in het kader van de bij artikel 20, lid 4, ingestelde samenwerking.

Artikel 15, lid 2: De vlaggenlidstaten stellen de Commissie in kennis van hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de validering van de in lid 1 bedoelde vangstcertificaten.

b)

Artikel 17, lid 8: De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met de controles en verificaties van de vangstcertificaten overeenkomstig artikel 16 en de leden 1 tot en met 6 van onderhavig artikel.

c)

Artikel 21, lid 3: De lidstaten melden hun voor de validering en de verificatie van het gedeelte “wederuitvoer” van vangstcertificaten bevoegde nationale autoriteiten overeenkomstig de in artikel 15 bedoelde procedure bij de Commissie aan.

Lidstaat

Bevoegde autoriteiten

België

a), b), c):

Vlaamse Overheid; dienst Zeevisserij

Bulgarije

a), b), c):

Изпълнителна Aгенция по Pибарство и Aквакултури (Nationaal Agentschap voor Visserij en Aquacultuur)

Tsjechië

a):

niet van toepassing

b), c):

Celní úřad pro Středočeský kraj (douanekantoor van de regio Midden-Bohemen)

Celní úřad pro hlavní město Prahu (douanekantoor van de hoofdstad Praag)

Celní úřad Praha Ruzyně (douanekantoor van het vliegveld Praag Ruzyně)

Celní úřad pro Jihočeský kraj (douanekantoor van de regio Zuid-Bohemen)

Celní úřad pro Plzeňský kraj (douanekantoor van de regio Pilsen)

Celní úřad pro Karlovarský kraj (douanekantoor van de regio Karlsbad)

Celní úřad pro Ústecký kraj (douanekantoor van de regio Ústí nad Labem)

Celní úřad pro Liberecký kraj (douanekantoor van de regio Liberec)

Celní úřad pro Královéhradecký kraj (douanekantoor van de regio Hradec Králové)

Celní úřad pro Pardubický kraj (douanekantoor van de regio Pardubice)

Celní úřad pro Kraj Vysočina (douanekantoor van de regio Vysočina)

Celní úřad pro Jihomoravský kraj (douanekantoor van de regio Zuid-Moravië)

Celní úřad pro Olomoucký kraj (douanekantoor van de regio Olomouc)

Celní úřad pro Moravskoslezský kraj (douanekantoor van de regio Moravië-Silezië)

Celní úřad pro Zlínský kraj (douanekantoor van de regio Zlín)

Denemarken

a):

Fiskeristyrelsen (Deens visserijagentschap)

b):

Fiskeristyrelsen – kun direkte landinger (Deens visserijagentschap – alleen rechtstreekse aanlandingen)

Fødevarestyrelsen – anden import (Deense dienst voor Veterinaire Zaken en Voedsel – andere invoer)

c):

Fødevarestyrelsen (Deense dienst voor Veterinaire Zaken en Voedsel)

Duitsland

a), b), c):

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (Federaal Agentschap voor Landbouw en Voedselvoorziening)

Estland

(a):

Veterinaar- ja Toiduamet Kalapüügikorralduse büroo (Raad voor Veterinaire en Levensmiddelenaangelegenheden – Bureau voor visserijregelgeving)

(b):

Maksu-ja Tolliamet; Veterinaar-ja Toiduamet; Keskkonnaministeerium (Estse Belasting- en douaneraad; Raad voor Veterinaire en Levensmiddelenaangelegenheden; Ministerie van Milieu)

(c):

Maksu-ja Tolliamet (Estse Belasting- en douaneraad)

Ierland

a), b), c):

The Sea Fisheries Protection Authority (Autoriteit ter bescherming van de zeevisserij)

Griekenland

a):

Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων, Γενική Διεύθυνση Αλιείας, Διεύθυνση Ελέγχου Αλιευτικών Δραστηριοτήτων και Προϊόντων, Τμήμα Καταπολέμησης Παράνομης, Λαθραίας και Άναρχης Αλιείας (Ministerie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening, directoraat-generaal Visserij, directoraat Controle van visserijactiviteiten en -producten, afdeling Bestrijding van IOO-visserij)

b), c):

Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων, Γενική Διεύθυνση Αλιείας, Διεύθυνση Ελέγχου Αλιευτικών Δραστηριοτήτων και Προϊόντων, Τμήμα Καταπολέμησης Παράνομης, Λαθραίας και Άναρχης Αλιείας (Ministerie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening, directoraat-generaal Visserij, directoraat Controle van visserijactiviteiten en -producten, afdeling Bestrijding van IOO-visserij)

Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων, Γενική Διεύθυνση Αλιείας, Διεύθυνση Ελέγχου Αλιευτικών Δραστηριοτήτων και Προϊόντων, Τμήμα Καταπολέμησης Παράνομης, Λαθραίας και Άναρχης Αλιείας, Γραφείο Ελέγχου Αλιευτικών Προϊόντων (Ministerie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening, directoraat-generaal Visserij, directoraat Controle van visserijactiviteiten en -producten, afdeling Bestrijding van IOO-visserij, bureau voor de Controle van visserijproducten – gevestigd op de internationale luchthaven van Athene)

Spanje

a), b), c):

MINISTERIO DE AGRICULTURA, PESCA Y ALIMENTACIÓN, SECRETARÍA GENERAL DE PESCA (MINISTERIE VAN LANDBOUW, VISSERIJ EN VOEDSELVOORZIENING, SECRETARIAAT-GENERAAL VISSERIJ)

Dirección General de Ordenación Pesquera y Acuicultura, Subdirección General de Control e Inspección (Directoraat-generaal Visserij- en aquacultuurbeheer, subdirectoraat-generaal Controle en Inspectie)

Frankrijk

a):

Les directions départementales des territoires et de la mer — délégations à la mer et au littoral; direction de la mer Guadeloupe; direction de la mer Martinique; direction de la mer Guyane; direction de la mer Sud Océan Indien (departementale directoraten van land en zee – maritieme en kustdelegaties; maritiem directoraat Guadeloupe; maritiem directoraat Martinique; maritiem directoraat Frans-Guyana; maritiem directoraat Zuid-Indische Oceaan)

Le Centre nationale de surveillance des pêches (Nationaal Centrum voor de bewaking van de visserij)

b):

Les bureaus de douane des directions régionales (douanekantoren van de regionale directoraten)

La Direction des Pêches Maritimes et de l’Aquaculture (directoraat voor Zeevisserij en Aquacultuur)

c):

Les bureaus de douane des directions régionales (douanekantoren van de regionale directoraten)

Kroatië

a):

Ministarstvo poljoprivrede; Uprava ribarstva (Ministerie van Landbouw; directoraat Visserij)

b), c):

Ministarstvo financija; Carinska uprava (Ministerie van Financiën; dienst Douane)

Italië

a), c):

Autorità Marittime (Guardia Costiera) (Maritieme Autoriteit (kustwacht))

b):

Agenzia delle Dogane (Bureau van de douane)

Ministero della Salute (Ministerie van Volksgezondheid)

Cyprus

a), b), c):

Υπουργείο Γεωργίας, Αγροτικής Ανάπτυξης και Περιβάλλοντος; Τμήματος Αλιείας και Θαλασσίων Ερευνών (Ministerie van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu; afdeling Visserij en Zeeonderzoek)

Letland

a):

Zemkopības ministrijas Zivsaimniecības departaments (Ministerie van Landbouw; afdeling Visserij)

b):

Nozvejas sertifikātu pārbaudes un verifikācijas procedūras (voor de controle en verificatie van de vangstcertificaten):

Valsts vides dienesta Zvejas kontroles departaments (Nationale Milieudienst; afdeling Visserijcontrole)

Muitas kontroles (voor douanecontrole):

Valsts ieņēmumu dienesta Muitas pārvalde (Nationale Douaneraad; dienst Staatsinkomsten)

c):

Valsts vides dienesta Zvejas kontroles departaments (Nationale Milieudienst; afdeling Visserijcontrole).

Litouwen

a):

Žuvininkystės tarnyba prie Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministerijos (dienst Visserij, ressorterend onder het Ministerie van Landbouw van de Republiek Litouwen)

b), c):

Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (afdeling Douane, ressorterend onder het Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen)

Luxemburg

a):

niet van toepassing

b), c):

Administration des services vétérinaires (Veterinaire Dienst)

Hongarije

a):

niet van toepassing

b), c):

Nemzeti Élelmiszerlánc-biztonsági Hivatal (Nationaal Bureau voor de Veiligheid van de Voedselketen)

Malta

a), b), c):

Dipartiment tas-Sajd u l-Akwakultura; Ministeru għall-Iżvilupp Sostenibbli, l-Ambjent u l-bidla fil-klima (afdeling Visserij en Aquacultuur; Ministerie voor Duurzame Ontwikkeling, Milieu en Klimaatverandering)

Nederland

a), c):

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

b):

Douane

Nederlandse Voedsel - en Warenautoriteit

Oostenrijk

a):

niet van toepassing

b), c):

Bundesamt für Ernährungssicherheit (Federale Dienst voor Voedselveiligheid)

Polen

a):

Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi — Departament Rybołówstwa (ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling; afdeling Visserij)

b):

 

w przypadku importu drogą lądową i lotniczą (voor invoer via land of lucht):

Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi — Departament Rybołówstwa (ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling; afdeling Visserij)

 

w przypadku importu drogą morską (voor invoer via de zee):

Główny Inspektorat Rybołówstwa Morskiego Ośrodek Zamiejscowy w Gdyni (Hoofdinspectie voor de Zeevisserij, regionaal centrum in Gdynia)

Główny Inspektorat Rybołówstwa Morskiego Ośrodek Zamiejscowy w Szczecinie (Hoofdinspectie voor de Zeevisserij, regionaal centrum in Szczecin)

c):

Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi — Departament Rybołówstwa (ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling; afdeling Visserij) Główny Inspektorat Rybołówstwa Morskiego Ośrodek Zamiejscowy w Gdyni (Hoofdinspectie voor de Zeevisserij, regionaal centrum in Gdynia)

Główny Inspektorat Rybołówstwa Morskiego Ośrodek Zamiejscowy w Szczecinie (Hoofdinspectie voor de Zeevisserij, regionaal centrum in Szczecin)

Portugal

a), c):

Continente: Direção-Geral de Recursos Naturais, Segurança e Serviços Marítimos; Autoridade Nacional de Pesca (Vasteland: directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen, Veiligheid en Maritieme Diensten; Nationale Visserijautoriteit)

Açores: Secretaria Regional do Ambiente e do Mar; Gabinete do Subsecretário Regional das Pescas (Azoren: Regionaal secretariaat voor het Milieu en de Zee; Bureau van de regionale ondersecretaris van Visserij)

Açores: Inspeção Regional das Pescas (Azoren: Regionale Visserijinspectie)

Madeira: Direção Regional de Pescas (Madeira: regionaal directoraat Visserij)

b):

Continente: Direção-Geral de Recursos Naturais, Segurança e Serviços Marítimos; Autoridade Nacional de Pesca; Direção de Serviços de Inspeção (Vasteland: directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen, Veiligheid en Maritieme Diensten; Nationale Visserijautoriteit); directoraat Inspectiediensten)

Açores: Direcção Regional das Pescas (Azoren: directoraat Visserij)

Madeira: Direção Regional de Pescas (Madeira: regionaal directoraat Visserij)

Alfândega de Viana do Castelo (douanekantoor van Viana do Castelo)

Alfândega de Leixões (douanekantoor van Leixões)

Alfândega do Aeroporto do Porto (douanekantoor van de luchthaven van Porto)

Alfândega de Aveiro (douanekantoor van Aveiro)

Alfândega de Peniche (douanekantoor van Peniche)

Alfândega Marítima de Lisboa (kantoor van de maritieme douane van Lissabon)

Alfândega do Aeroporto de Lisboa (douanekantoor van de luchthaven van Lissabon)

Alfândega de Setúbal (douanekantoor van Setúbal)

Delegação Aduaneira de Sines; Alfândega de Setúbal (delegatie van de douane in Sines, douanekantoor van Setúbal)

Delegação Aduaneira do Aeroporto de Faro (delegatie van de douane op de luchthaven van Faro)

Alfândega de Ponta Delgada (douanekantoor van Ponta Delgada)

Delegação Aduaneira da Horta (delegatie van de douane in Horta)

Alfândega do Fuchal (douanekantoor van Funchal)

Delegação Aduaneira do Aeroporto da Madeira (delegatie van de douane op de luchthaven van Madeira)

Roemenië

a), b), c):

Agenția Națională pentru Pescuit și Acvacultură (Nationaal Bureau voor Visserij en Aquacultuur)

Slovenië

a):

Finančni urad Koper (Financieel Bureau van Koper)

b), c):

Finančni urad Celje (Financieel Bureau van Celje)

Finančni urad Koper (Financieel Bureau van Koper)

Finančni urad Kranj (Financieel Bureau van Kranj)

Finančni urad Ljubljana (Financieel Bureau van Ljubljana)

Finančni urad Maribor (Financieel Bureau van Maribor)

Finančni urad Murska Sobota (Financieel Bureau van Murska Sobota)

Finančni urad Nova Gorica (Financieel Bureau van Nova Gorica)

Finančni urad Novo mesto (Financieel Bureau van Novo Mesto)

Slowakije

a):

niet van toepassing

b), c):

Štátna veterinárna a potravinová správa Slovenskej republiky (Nationale Veterinaire en Voedselautoriteit van Slowakije)

Finland

a), b), c):

Varsinais-Suomen elinkeino-, liikenne- ja ympäristökeskus (Centrum voor Economische Ontwikkeling, Vervoer en Milieu van Zuid-West-Finland)

Zweden

a), b), c):

Havs- och vattenmyndigheten (Agentschap voor Maritiem en Waterbeheer)

Lijst van bevoegde autoriteiten in Noord-Ierland met betrekking tot artikel 17, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad overeenkomstig het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Bevoegde autoriteiten die belast zijn met de controles en verificaties van de vangstcertificaten overeenkomstig artikel 16 en artikel 17, leden 1 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad

Noord-Ierland

Department for Agriculture, the Environment and Rural Affairs (Departement Landbouw, Milieu en Plattelandszaken)

UK Port Health Authorities (Havengezondheidsautoriteiten van het VK): Belfast, Warrenpoint, Larne en Foyle


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10691 — CDP GROUP / FOMAS GROUP / PUNCH GROUP / JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 154/07)

1.   

Op 4 april 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

CDP Venture Capital SGR S.p.A. (“CDP VC”, Italië), die onder uiteindelijke zeggenschap staat van Cassa Depositi e Prestiti S.p.A. (Italië);

MIMETE S.r.l. (“MIMETE”, Italë), die onder uiteindelijke zeggenschap staat van FOMAS HOP S.p.A. (Italië);

PUNCH Torino S.p.A. (“PUNCH”, Italië), die behoort tot de PUNCH Group, die onder uiteindelijke zeggenschap staat van twee natuurlijke personen;

een nieuw opgerichte onderneming (“NewCo”, Italië).

CDP VC, MIMETE en PUNCH verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over NewCo.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen en de nieuw opgerichte joint venture zijn:

CDP VC: bevordert en beheert investeringsfondsen ter ondersteuning van start-ups,

MIMETE: een leverancier van metaalpoeders voor additieve productie;

PUNCH: verleent ingenieursadviesdiensten voor de ontwikkeling, productie en integratie van technologieën, systemen en processen voor de verwezenlijking van kant-en-klare oplossingen;

NewCo: zal actief zijn in de sector additieve productie/3D-printing.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

Zaak M.10691 – CDP GROUP / FOMAS GROUP / PUNCH GROUP / JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

8.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 154/19


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2022/C 154/08)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Hrušovský lepník”

EU-nr.: PGI-SK-02474 – 8.6.2018

BGA ( ) BGA (x)

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Hrušovský lepník”

2.   Lidstaat of derde land

Slowakije

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 2.3. Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Hrušovský lepník is een ronde of in de helft gevouwen pastei met een diameter van 25-35 cm, gemaakt van zuur brood-en-aardappeldeeg met een vulling of topping, gebakken in een stenen oven.

Soorten Hrušovský lepník:

Hartige Hrušovský lepník met een knoflookvulling, besmeerd met gesmolten boter, plantaardige olie of dierlijk vet.

Zoete Hrušovský lepník met een jamvulling (pruimen- of kersenjam), besmeerd met gesmolten boter, plantaardige olie of dierlijk vet.

Hrušovský lepník met een zuurkoolvulling en de bovenkant besmeerd met gesmolten boter, plantaardige olie of dierlijk vet.

Hrušovský lepník met een topping, de bovenkant besmeerd met gesmolten boter, plantaardige olie of dierlijk vet en met een topping van wrongel en aardappel, bestrooid met gemalen kaneel en suiker, vanillesuiker, vanillinesuiker of kaneelsuiker.

Kenmerken:

Visueel aspect: ronde pastei met een diameter 25-35 cm doorsnede, of in de helft gevouwen

Kleur:

goud gebakken

Geur:

delicate geur van zuurdeeg, hout en as, licht rokerig

Smaak:

een intense maar delicate mix van de afzonderlijke ingrediënten door het bakken in de oven, en een specifieke smaak die afhankelijk is van de vulling of topping

Consistentie:

het deeg is zacht, compact en soepel, met een delicate textuur, en vochtig, niet droog

Gewicht van het rauwe deeg: 350 – 450 g

Dikte van het deeg na het bakken: minimaal 0,5 cm

De volgende ingrediënten worden gebruikt om het zure brood-en-aardappeldeeg te bereiden:

tarwe-, rogge- of speltmeel, gekookte aardappelen, zout, rijsmiddel. Per 1 kg meel wordt ongeveer 100 g gekookte gestampte aardappelen gebruikt.

Rijsmiddel: bakkersgist, lauw water, melk, kristalsuiker.

De volgende ingrediënten worden gebruikt om de vullingen en toppings te bereiden:

boter, plantaardige olie of dierlijk vet (varkens, eenden, ganzen), knoflook, jam (pruimen, kersen), zuurkool, ui, gemalen zwarte peper, zout, varkenskanen of geroosterd gerookt varkensrugspek, gekookte gestampte aardappelen, wrongel, eieren, gemalen kaneel, kristalsuiker, vanillesuiker of vanillinesuiker, of kaneelsuiker.

Vullingen en toppings:

Knoflookvulling/-topping: geplette knoflook, zout, water

Jamvulling/-topping: jam (pruimen, kersen)

Wrongel- en aardappelvulling/-topping: wrongel, gekookte gestampte aardappelen, eieren, kristalsuiker, en gemalen kaneel met kristalsuiker, kaneelsuiker, vanillesuiker of vanillinesuiker, om te bestrooien. De verhouding tussen wrongel en aardappelen is 1 : 2. Het gewicht van de vulling/topping in ruwe toestand bedraagt 30 % tot 45 % van het gewicht van het deeg, wat betekent dat het productgewicht wordt verhoogd met het gewicht van de vulling/topping.

Kooltopping/-vulling: plantaardige olie of dierlijk vet, ui, kristalsuiker, zuurkool, zout, gemalen zwarte peper, varkenskanen of geroosterd gerookt varkensrugspek. Het gewicht van de vulling/topping in ruwe toestand bedraagt 15 % tot 25 % van het gewicht van het deeg, wat betekent dat het productgewicht wordt verhoogd met het gewicht van de vulling/topping.

Onmiddellijk na het bakken wordt elke lepník besmeerd met: gesmolten boter of plantaardige olie of dierlijk vet.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Er zijn geen beperkingen ten aanzien van de oorsprong van de grondstoffen.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het productieproces vindt plaats in de volgende fasen:

bereiding van het deeg met de hand,

bereiding van de vullingen/toppings met de hand,

bakken in een stenen oven die gemaakt is van natuursteen,

besmeren met gesmolten boter of plantaardige olie, of met dierlijk vet,

vervolgens de bovenkant van het baksel bestrijken met de topping.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied bestaat uit de gemeente Hrušov. Het dorp Hrušov ligt in de regio Banská Bystrica aan de zuidelijke verhoogde rand van het Krupinská Planina-plateau, nabij de steden Veľký Krtíš, Krupina en Šahy in wat vroeger bekend stond als het comitaat Hont.

5.   Verband met het geografische gebied

Het causale verband is gebaseerd op de knowhow van de producenten uit het geografische gebied en op de reputatie en tradities van de Hrušovský lepník.

Het afgebakende geografische gebied is dunbevolkt met hier en daar een boerengehucht. Door de geïsoleerde aard van het gebied en de afgelegen ligging van de dorpen en hoeven was de lokale bevolking gedwongen om zelfvoorzienend te zijn. De mensen maakten alles wat ze nodig hadden, van natuurlijke materialen. Ze bouwden ovens van natuursteen, waarin hout werd gestookt uit de eigen omgeving (robinia, beuk, eik, haagbeuk). Voor hun basisbehoeften vervaardigden ze gereedschap uit de beschikbare materialen, bijvoorbeeld schietplanken om het deeg in de oven te plaatsen, ganzen- of eendenvleugels voor het wegvegen van de as, een traditioneel werktuig in de vorm van een schop, “ohrablo” genoemd, dat werd gebruikt om de sintels in de oven te verplaatsen, de temperatuur te controleren (als er bij gebruik van de ohrablo vonken ontstaan, is de oven op de juiste temperatuur) en om het kool opzij te schuiven, en een borstel (maïskolfblad met een draad op een langere stok gebonden) om de oven schoon te vegen.

Het deeg en de vullingen/toppings voor het maken van Hrušovský lepník worden uitsluitend met de hand bereid. Door het uitrollen van het deeg in een ronde vorm wordt het dun, compact en glad na het bakken en krijgt het een delicate structuur. De grootte van de pastei is afhankelijk van de grootte van de schietplank, waarvan het hele oppervlak wordt gebruikt.

Oorspronkelijk werden de grondstoffen voor het maken van lepník vanwege de afgelegen ligging van de dorpen en boerderijen uit de directe omgeving betrokken. Tegenwoordig ligt de nadruk op het feit dat het deeg en de vullingen/toppings uitsluitend met de hand worden bereid en het product in een stenen oven wordt gebakken.

Hrušovský lepník wordt gebakken in een stenen oven op een temperatuur van meer dan 300 °C. De oven wordt gestookt met hardhout (robinia, beuk, eik, haagbeuk). De oven heeft de juiste temperatuur bereikt als het steen vonken produceert bij het rakelen. Nadat het hout is verbrand, wordt het kool naar de achterkant van de oven gerakeld en wordt de as met een natte borstel weggeveegd in de rest van de oven. De Hrušovský lepník-pasteien worden naast elkaar gebakken terwijl ze steeds met een rakelijzer worden verplaatst zodat ze aan alle kanten goed worden gebakken. Hrušovský lepník zonder topping of vulling wordt ongeveer vijf minuten in de oven gebakken en met topping of vulling ongeveer zeven à tien minuten.

Aangezien het deeg en de vullingen/toppings met de hand worden bereid en het bakken in een stenen oven op hoge temperatuur plaatsvindt, droogt het deeg niet uit; het blijft zacht, soepel en vochtig, met een delicaat aroma van zuurdeeg, hout en as, die tijdens het bakken met elkaar vermengen. De kenmerkende smaak van het product wordt met de vulling/topping, die zoet of hartig is, afgerond.

De vaardigheden van de mensen uit het afgebakende geografische gebied die “Hrušovský lepník” produceren, zijn ontstaan uit de kennis en ervaring die van generatie op generatie is doorgegeven, wat tot uiting komt in de kwaliteit van het eindproduct. De bereiding van het rijsmiddel, het deeg, de vullingen en de toppings en de tijd die nodig is om de steenoven op de juiste temperatuur te stoken, evenals het gebruik van traditionele hulpmiddelen zoals ganzen- of eendenvleugels, een rakelijzer en een bezem, geven Hrušovský lepník zijn karakteristieke geur en smaak.

Het product is vanwege de bijzondere kenmerken die het gevolg zijn van de bereiding met de hand en de wijze waarop het wordt gebakken, zeer populair en gewild. Organisatoren van gastronomische evenementen en tentoonstellingen nodigen de producenten uit om een demonstratie te geven van de authentieke bereiding van het deeg, de vullingen en toppings van het product en van de manier waarop het wordt gebakken. Hrušovský lepník wordt bereid en geproduceerd in het afgebakende geografische gebied, waarmee het historisch is verbonden.

Vanwege de reputatie en het feit dat Hrušovský lepník kan bogen op een traditie van 300 jaar, kreeg het product in 2014 een certificaat dat recht geeft op het gebruik van het label “HONT regionaal product”, omdat het een uniek regionaal product is dat op traditionele wijze en veelal met de hand wordt gemaakt.

Sinds 1996 treedt Hrušov regelmatig op als gastheer voor het folkorefestival “Hontianska paráda”. Het festival staat in het teken van lang vergeten landbouwmethoden en van het bakken van brood en Hrušovský lepník https://sk.m.wikipedia.org/wiki/Hontianska_par%C3%A1da

Op de reputatie van het product is ook gewezen in televisieprogramma’s als “Nebíčko v papuľke” (Hemels in de mond) en “Slovensko v obrazoch” (Slowakije in beelden).

In 2015 werden in de krant Živnostenské noviny traditionele Slowaakse ambachten besproken, waarbij werd vermeld dat bezoekers bij demonstraties van deze ambachten ook Hrušovský lepník konden proeven, zoals tijdens het evenement “Dni majstrov ÚĽUV 2015”.

Hrušovský lepník wordt bereid op basis van historische recepten uit het afgebakende geografische gebied. In dit afgelegen gebied hebben de mensen hun onderscheidende manier van leven kunnen vasthouden. In de publicatie HONT Tradície ľudovej kultúry verklaarde Professor J. Botík het volgende: “In zijn meest originele vorm werd het gekneed van ongegist deeg en gebakken in een oven op lage temperatuur voor de maaltijd op kerstavond”. In het begin van de twintigste eeuw, nog voordat broodbakken in zwang was, was dit soort brood al in de hele Hont-streek bekend en werd het er regelmatig gebakken.

De naam “Hrušovský lepník” is afgeleid van de naam van het dorp Hrušov, dat historisch is verbonden met het bakken van lepník. Het tweede deel van de naam, “lepník” (of “ľepňik” vóór de standaardisatie van het geschreven Slowaaks) is de term die in het lokale dialect wordt gebruikt voor een soort ronde pastei die in een stenen oven wordt gebakken. Deze naam wordt sinds de eerste helft van de achttiende eeuw in het gebied gebruikt. Professor J. Botík: “Huisvrouwen uit ambachtelijke families in het dorp smeerden vaak gekookte aardappelen, jam, wrongel of bryndza-kaas op uit brooddeeg geknede lepník. Vervolgens bleven ze dergelijke baksels “ľepňik” noemen. De Slowaakse kolonisten die naar de Grote Laagvlakte verhuisden, namen deze oude vorm van brood mee [...]”.

In de eerste decennia van de twintigste eeuw werd Hrušovský lepník bij feestelijke gelegenheden genuttigd. Het was het meest gegeten baksel. Hrušovský lepník werd in een stenen oven gebakken voor de maaltijd op kerstavond en alle gezinsleden en de huisdieren aten er een stuk van. Ook werd het geserveerd tijdens de vastentijd, tijdens traditionele activiteiten zoals “páračky” (verwerking van ganzenveren) en “priadky” (spinnen van garen) en met Pasen. Later werd het eenmaal per week vóór het broodbakken gebakken. Brood werd altijd op zaterdag gebakken, zodat het vers was voor zondag, en het werd voor de hele week in voorraad gehouden. Elk gezin bakte meerdere (vier tot zes) broden, afhankelijk van de grootte van het gezin. Hrušovský lepník werd gebakken in de afgelegen hoeven van Hrušov, waar het tegenwoordig nog steeds wordt gemaakt.

Het leven in afgelegen gebieden en op boerderijen gaat hand in hand met het behoud van tradities. Hrušovský lepník was lang geleden al een delicatesse en dat is het tot op de dag van vandaag.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

https://www.indprop.gov.sk/swift_data/source/pdf/specifikacie_op_oz/Hrusovsky%20lepnik.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.