|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
65e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 115/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10568 — IIF INTERNATIONAL HOLDING / G+E GETEC HOLDING) ( 1 ) |
|
|
2022/C 115/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10605 — MACQUARIE REAL ESTATE / CPG VAN OOSTROM BEHEER / EDGE) ( 1 ) |
|
|
2022/C 115/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10570 — ADVENT / PERMIRA / MCAFEE) ( 1 ) |
|
|
2022/C 115/04 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10609 — EURAZEO / PSPIB / FST HOTELS) ( 1 ) |
|
|
III Voorbereidende handelingen |
|
|
|
EUROPESE CENTRALE BANK |
|
|
2022/C 115/05 |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2022/C 115/06 |
||
|
2022/C 115/07 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 115/08 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2022/C 115/09 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2022/C 115/10 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10568 — IIF INTERNATIONAL HOLDING / G+E GETEC HOLDING)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 115/01)
Op 3 maart 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10568. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10605 — MACQUARIE REAL ESTATE / CPG VAN OOSTROM BEHEER / EDGE)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 115/02)
Op 4 maart 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10605. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10570 — ADVENT / PERMIRA / MCAFEE)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 115/03)
Op 24 februari 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10570. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/4 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10609 — EURAZEO / PSPIB / FST HOTELS)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 115/04)
Op 25 februari 2022 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32022M10609. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
III Voorbereidende handelingen
EUROPESE CENTRALE BANK
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/5 |
ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 29 december 2021
inzake een voorstel voor een verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie
(CON/2021/40)
(2022/C 115/05)
Inleiding en rechtsgrondslag
Op 3 november 2021 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies inzake een voorstel (1) voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie (Wet op de artificiële intelligentie) en tot wijziging van bepaalde wetgevingshandelingen van de Unie (hierna “de ontwerpverordening” genoemd).
De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de ontwerpverordening bepalingen bevat die onder de bevoegdheid van de ECB vallen, met name met betrekking tot de taken van de ECB met betrekking tot het prudentieel toezicht op kredietinstellingen overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.
1. Algemene opmerkingen
|
1.1. |
De ECB is ingenomen met de doelstelling van de ontwerpverordening om de werking van de interne markt te verbeteren door een uniform rechtskader vast te stellen voor de ontwikkeling, het op de markt brengen en het gebruik van betrouwbare artificiële intelligentie (AI) in overeenstemming met de waarden van de Unie. De ECB erkent het belang van het vaststellen van specifieke geharmoniseerde vereisten voor AI-systemen om een consistent en hoog niveau van bescherming van dwingende redenen van algemeen belang, zoals gezondheid, veiligheid en grondrechten, te waarborgen. |
|
1.2. |
De ECB erkent voorts het toenemende belang van op AI gebaseerde innovatie in de banksector. Rekening houdend met de inherente grensoverschrijdende aard en de mogelijkheden voor AI-innovatie in bankactiviteiten, is de ECB, zijnde de prudentiële toezichthouder op het niveau van de Unie, een groot voorstander van de noodzaak om de geharmoniseerde uitvoering van de ontwerpverordening door kredietinstellingen te waarborgen voor wat betreft prudentiële risico’s en vereisten. In dezelfde geest, en gezien het toenemende belang van AI, wordt de Uniewetgever verzocht in de toekomst na te denken over de mogelijkheid om op het niveau van de Unie een onafhankelijke AI-autoriteit op te richten die verantwoordelijk is voor de geharmoniseerde toepassing van de ontwerpverordening in de gehele interne markt met betrekking tot aangelegenheden die specifiek zijn voor gezondheid, veiligheid en grondrechten. |
|
1.3. |
Wat betreft AI-systemen met een hoog risico die door kredietinstellingen worden aangeboden of gebruikt, begrijpt de ECB dat de ontwerpverordening bepaalde verplichtingen integreert in de procedures van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) (hierna de “RKV” genoemd). De ontwerpverordening beoogt met name de samenhang met de RKV te verbeteren door een aantal van de risicobeheers- en governanceverplichtingen van aanbieders en gebruikers te integreren in het interne governancesysteem van kredietinstellingen (3). Gezien de nieuwheid en complexiteit van AI en de hoge normen van de ontwerpverordening is verdere begeleiding nodig om de verwachtingen van het toezicht inzake de verplichtingen met betrekking tot interne governance te verduidelijken. |
|
1.4. |
De ECB is ingenomen met het voornemen van de ontwerpverordening om overlappingen met het bestaande wetgevingskader te voorkomen door sommige bepalingen ervan op te nemen in de relevante bepalingen van de RKV (4). In dit verband is de ECB ingenomen met het feit dat de verplichting voor kredietinstellingen die aanbieders zijn van AI-systemen met een hoog risico om een kwaliteitsbeheersysteem op te zetten en de verplichting voor kredietinstellingen die gebruikers zijn van AI-systemen met een hoog risico om toezicht te houden op de werking van het systeem, geacht wordt te zijn nagekomen wanneer zij de regels inzake regelingen, processen en mechanismen voor interne governance naleven die zijn vastgesteld in de desbetreffende bepalingen van de RKV (5). |
|
1.5. |
De ECB benadrukt dat de ontwerpverordening geen afbreuk mag doen aan de specifiekere of strengere prudentiële verplichtingen van kredietinstellingen die zijn vastgelegd in sectorale regelgeving en zijn aangevuld met begeleidend toezicht. Zo strekken de interne governanceverplichtingen van de kredietinstellingen die gebruikers zijn van AI-systemen in het kader van de RKV (6) zich uit tot de effectieve controle op uitbestedingsregelingen, met inbegrip van de identificatie, beoordeling en beperking van alle daaraan verbonden risico’s, zoals verder uitgewerkt in de EBA-richtsnoeren inzake uitbesteding (7). Hoewel de ontwerpverordening verschillende verplichtingen toekent aan aanbieders en gebruikers van AI-systemen met een hoog risico, wordt in de EBA-richtsnoeren inzake uitbesteding een dergelijk onderscheid niet gemaakt in de context van uitbesteding tussen derden-aanbieders van technologische oplossingen en kredietinstellingen. In dit verband doet uitbesteding niet af aan de verplichting van kredietinstellingen om aan de regelgevingsvereisten te voldoen, en blijft de prudentiële toezichthouder bevoegd om toezicht te houden op de prudentiële risico’s die verbonden zijn aan uitbestede taken. Tegen deze achtergrond zou de ECB verdere verduidelijkingen toejuichen met betrekking tot de toepasselijke vereisten en de bevoegde autoriteiten met betrekking tot de uitbesteding van AI-systemen met een hoog risico door kredietinstellingen die gebruikers zijn. |
|
1.6. |
De rol van de ECB in het kader van de ontwerpverordening moet worden verduidelijkt, met name wat betreft: 1) de prudentiële toezichtbevoegdheden van de ECB in het algemeen en met betrekking tot markttoezicht en conformiteitsbeoordeling; en 2) de toepassing van de ontwerpverordening op de uitvoering van de taken van de ECB uit hoofde van het Verdrag. |
|
1.7. |
De ECB blijft zich inzetten voor een technologieneutrale aanpak bij het prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Het is de taak van de ECB om de veiligheid en soliditeit van kredietinstellingen te waarborgen en een hoog niveau van prudentieel toezicht te handhaven, ongeacht de toepassing van een specifieke technologische oplossing. De ECB streeft ernaar een gelijk speelveld te handhaven voor het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, volgens het leidende beginsel “dezelfde activiteit, dezelfde risico’s, hetzelfde toezicht” (8). |
2. De rol van de ECB uit hoofde van de ontwerpverordening
2.1. Verduidelijking van de prudentiële toezichtbevoegdheden van de ECB met betrekking tot markttoezicht
|
2.1.1. |
De ontwerpverordening bepaalt dat Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad (9) van toepassing is op AI-systemen die onder de ontwerpverordening (10) vallen, en dat elke verwijzing naar een product uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1020 moet worden opgevat als een verwijzing naar alle AI-systemen die binnen het toepassingsgebied van de ontwerpverordening vallen (11). In dit verband merkt de ECB op dat Verordening (EU) 2019/2020 tot doel heeft de werking van de interne markt te verbeteren door het markttoezicht op producten die onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallen, te versterken teneinde ervoor te zorgen dat alleen conforme producten die voldoen aan vereisten die een hoog niveau van bescherming van algemene belangen bieden, zoals gezondheid en veiligheid in het algemeen, gezondheid en veiligheid op het werk, consumentenbescherming, milieubescherming en openbare veiligheid en andere door de harmonisatiewetgeving van de Unie beschermde openbare belangen, in de Unie in de handel worden gebracht (12). |
|
2.1.2. |
In de ontwerpverordening wordt de markttoezichtautoriteit gedefinieerd als de nationale autoriteit die de activiteiten uitvoert en de maatregelen neemt als bedoeld in Verordening (EU) 2019/1020 (13). In Verordening (EU) 2019/1020 wordt de markttoezichtautoriteit gedefinieerd als een autoriteit die krachtens Verordening (EU) 2019/1020 door een lidstaat is aangewezen als verantwoordelijk voor het uitvoeren van markttoezicht op het grondgebied van die lidstaat (14). Bovendien wordt in overweging 9 van Verordening (EU) 2019/1020 verduidelijkt dat de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de harmonisatiewetgeving van de Unie bij de lidstaten moet berusten en dat hun markttoezichtautoriteiten erop toe moeten zien dat de wetgeving volledig wordt nageleefd (15). Op basis hiervan begrijpt de ECB dat de ECB op grond van de ontwerpverordening op geen enkele wijze een markttoezichtautoriteit is. |
|
2.1.3. |
De ontwerpverordening bepaalt evenwel ook dat voor AI-systemen die in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of worden gebruikt door financiële instellingen die onder Uniewetgeving inzake financiële diensten vallen, de markttoezichtautoriteit voor de toepassing van de ontwerpverordening de relevante autoriteit is die verantwoordelijk is voor het financiële toezicht op die instellingen krachtens die wetgeving (16). Bovendien wordt in overweging 80 van de ontwerpverordening verduidelijkt dat de wetgeving van de Unie inzake financiële diensten regels en voorschriften omvat met betrekking tot interne governance en risicobeheer die van toepassing zijn op gereguleerde financiële instellingen bij het verlenen van deze diensten, ook wanneer zij gebruikmaken van AI-systemen. Voorts wordt verduidelijkt dat met het oog op een coherente toepassing en handhaving van de verplichtingen uit hoofde van de ontwerpverordening en de relevante regels en voorschriften van de Uniewetgeving inzake financiële diensten, de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en de handhaving van de wetgeving inzake financiële diensten, met inbegrip van de ECB, moeten worden aangewezen als bevoegde autoriteiten met het oog op het toezicht op de uitvoering van de ontwerpverordening, waaronder voor markttoezichtactiviteiten, met betrekking tot AI-systemen die worden geleverd of gebruikt door gereguleerde en gecontroleerde financiële instellingen. In dit verband wordt ook gewezen op de noodzaak om de samenhang tussen de ontwerpverordening en de regels die van toepassing zijn op kredietinstellingen die onder de RKV vallen, verder te verbeteren. |
|
2.1.4. |
Krachtens artikel 127, lid 6, van het Verdrag kan de Raad met eenparigheid van stemmen aan de ECB specifieke taken toevertrouwen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en andere financiële instellingen, met uitzondering van verzekeringsondernemingen. Op grond daarvan worden bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (17) (hierna de “GTM-verordening” genoemd) aan de ECB specifieke taken betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen opgedragen, teneinde bij te dragen aan de veiligheid en de soliditeit van kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie en elke lidstaat, daarbij ten volle rekening houdend met en zorg dragend voor de eenheid en integriteit van de interne markt, die op gelijke behandeling van kredietinstellingen berust teneinde regelgevingsarbitrage te voorkomen (18). In dit verband is de ECB met het oog op prudentieel toezicht exclusief bevoegd om te zorgen voor de naleving van alle relevante handelingen van de Unie op grond waarvan kredietinstellingen moeten beschikken over onder meer solide risicobeheerprocessen en mechanismen voor interne controle (19). De rol van de ECB op het gebied van prudentieel toezicht is in dit verband beperkt tot het waarborgen dat kredietinstellingen beleid en processen ten uitvoer leggen om hun blootstelling aan prudentieel risico te evalueren en te beheren, met inbegrip van risico’s die verband houden met verschillende aspecten van de bedrijfsmodellen, governance en operationele risico’s van banken, en die voortvloeien uit het gebruik van technologische oplossingen om de veiligheid en soliditeit van kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel te waarborgen (20). |
|
2.1.5. |
Markttoezicht heeft niet tot doel de veiligheid en soliditeit van kredietinstellingen te waarborgen, maar is in plaats daarvan gericht op de bescherming van de belangen van personen die mogelijk gevolgen ondervinden van onrechtmatige AI-systemen door ervoor te zorgen dat dergelijke systemen voldoen aan de vereisten die nodig zijn om een hoog niveau van bescherming van openbare belangen, zoals de gezondheid en veiligheid van personen, te waarborgen. De ECB begrijpt dan ook dat het niet de bedoeling is van de Uniewetgever dat de ECB op grond van de ontwerpverordening optreedt als markttoezichtautoriteit met betrekking tot kredietinstellingen die onder haar toezicht vallen. Deze conclusie is in overeenstemming met de overwegingen van de GTM-verordening, waarin wordt verduidelijkt dat de nationale autoriteiten bevoegd zijn om een hoog niveau van consumentenbescherming te verzekeren (21). |
|
2.1.6. |
Op basis daarvan stelt de ECB voor dat, met het oog op consistentie met de prudentiële toezichtbevoegdheden van de ECB uit hoofde van artikel 127, lid 6, van het Verdrag en de GTM-verordening, de tekst van de ontwerpverordening ondubbelzinnig moet verduidelijken dat de ECB niet wordt aangewezen als markttoezichtautoriteit of belast is met enige markttoezichttaak. |
|
2.1.7. |
Hoewel de taken op het gebied van markttoezicht niet aan de ECB zijn opgedragen, kunnen bepaalde lidstaten overwegen om nationale bevoegde autoriteiten die betrokken zijn bij het toezicht op kredietinstellingen aan te wijzen als verantwoordelijk voor het markttoezicht in het kader van de ontwerpverordening, voor zover hun mandaat dit toelaat en in ieder geval voor zover markttoezichttaken van toepassing zijn op situaties waarin een AI-systeem voor eigen gebruik in gebruik wordt genomen. De aanwijzing van nationale bevoegde autoriteiten die momenteel betrokken zijn bij het toezicht op kredietinstellingen als verantwoordelijke voor dergelijk markttoezicht, kan worden gezien als een waarborg voor de samenhang en kosteneffectiviteit van de toezichtresultaten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de deskundigheid die deze autoriteiten hebben benut bij het aanwenden van hun onderzoeks- en toezichtbevoegdheden met betrekking tot kredietinstellingen. |
|
2.1.8. |
Tot slot merkt de ECB op dat de bepalingen inzake markttoezicht van de ontwerpverordening onvoldoende betrekking hebben op situaties waarin een AI-systeem voor eigen gebruik in bedrijf wordt gesteld. Zo kan bijvoorbeeld de bevoegdheid van markttoezichtautoriteiten uit hoofde van de ontwerpverordening om een AI-systeem terug te roepen of uit de handel te nemen, mogelijkerwijs niet de stopzetting van dat systeem teweegbrengen in situaties van eigen gebruik (22). De Uniewetgever wordt derhalve verzocht te verduidelijken welke beperkende maatregelen en aanverwante bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten van toepassing moeten zijn op situaties van eigen gebruik. |
2.2. Verduidelijking van de prudentiële toezichtbevoegdheden van de ECB op het gebied van conformiteitsbeoordeling
|
2.2.1. |
De ontwerpverordening bepaalt (23) dat voor AI-systemen met een hoog risico die bestemd zijn om te worden gebruikt om de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen of hun kredietscore vast te stellen (24), en die door kredietinstellingen in de handel worden gebracht of in gebruik worden gesteld, in het kader van het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (SREP) een conformiteitsbeoordeling moet worden uitgevoerd (25). In de ontwerpverordening wordt de conformiteitsbeoordeling gedefinieerd (26) als het proces om na te gaan of aan de in de ontwerpverordening vastgestelde verplichte eisen voor AI-systemen met een hoog risico (27) is voldaan. |
|
2.2.2. |
Zoals eerder opgemerkt, heeft de Raad krachtens artikel 127, lid 6, van het Verdrag aan de ECB specifieke taken opgedragen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, om onder meer bij te dragen aan de veiligheid en soliditeit van kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie en in elke lidstaat (28). Om te voorkomen dat de haar bij het Verdrag opgedragen taken worden overschreden, benadrukt de ECB dat zij mogelijk in staat is toezicht te houden op de uitvoering van de relevante vereisten in het kader van het SREP en zich daarbij te concentreren op de prudentiële risico’s waaraan kredietinstellingen kunnen worden blootgesteld. In dit verband wordt de Uniewetgever verzocht na te gaan in hoeverre verschillende elementen van de conformiteitsbeoordeling mogelijk niet prudentieel van aard zijn, voor zover zij grotendeels betrekking hebben op de technische beoordeling van AI-systemen om de gezondheid en veiligheid van personen te waarborgen en ervoor te zorgen dat de grondrechten worden geëerbiedigd door het risico op onjuiste of vooringenomen processen met AI-ondersteuning tot een minimum te beperken. Met name vereisen de relevante bepalingen van de ontwerpverordening dat AI-systemen met een hoog risico worden ontworpen of ontworpen en ontwikkeld 1) op basis van datareeksen voor training, validatie en tests die voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria, indien zij technieken gebruiken die het trainen van modellen met data omvatten; 2) met capaciteiten die de automatische registratie van gebeurtenissen (hierna “logs” genoemd) mogelijk maken, zodat een mate van traceerbaarheid wordt gewaarborgd van de werking van het systeem tijdens de levensduur ervan die passend is voor het beoogde doel van het systeem; 3) zodanig dat hierop op doeltreffende wijze toezicht kan worden uitgeoefend door natuurlijke personen, inclusief mens/machine-interface-instrumenten, teneinde de risico’s voor de gezondheid, de veiligheid of de grondrechten die zich bij het gebruik van een AI-systeem met een hoog risico kunnen voordoen, te voorkomen of tot een minimum te beperken; en 4) met het oog op het bereiken van een passend niveau van nauwkeurigheid, robuustheid en cyberbeveiliging (29). Zoals verduidelijkt in de overwegingen van de ontwerpverordening, zijn deze vereisten met betrekking tot de kwaliteit van de gebruikte datareeksen, technische documentatie en het bijhouden van registers, transparantie en de verstrekking van informatie aan gebruikers, menselijk toezicht en robuustheid, nauwkeurigheid en cyberbeveiliging noodzakelijk om de risico’s voor de gezondheid, de veiligheid en de grondrechten doeltreffend te beperken (30). |
|
2.2.3. |
Tegen deze achtergrond wordt de Uniewetgever verzocht verder na te denken over de noodzaak om de relevante bevoegde autoriteiten aan te wijzen als verantwoordelijk voor het toezicht op de door kredietinstellingen uitgevoerde conformiteitsbeoordeling op het gebied van gezondheid, veiligheid en grondrechten, en na te denken over de noodzaak om de geharmoniseerde toepassing van de ontwerpverordening in de gehele interne markt te waarborgen door in de toekomst een AI-autoriteit op het niveau van de Unie op te richten. |
|
2.2.4. |
Bovendien zijn bepaalde vereisten voor AI-systemen met een hoog risico niet geheel duidelijk of specifiek genoeg om voldoende inzicht te geven ter onderbouwing van de verwachtingen van het toezicht. Zo zou bijvoorbeeld het vereiste dat datareeksen voor training, validatie en tests relevant, representatief, foutenvrij en volledig (31) moeten zijn, wellicht verder verduidelijkt moeten worden. Gezien de ruime reikwijdte van het mandaat dat aan de Europese normalisatie-instellingen (32) is verleend en bijgevolg het potentiële risico dat de in de ontwerpverordening vastgestelde normen worden verzwakt, moeten de in de ontwerpverordening vastgestelde vereisten met betrekking tot AI-systemen met een hoog risico voldoende specifiek zijn. |
|
2.2.5. |
Tot slot begrijpt de ECB dat de conformiteitsbeoordeling voor AI-systemen die door kredietinstellingen worden verstrekt om de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen of hun kredietscore vast te stellen, deel uitmaakt van een voorafgaande door de kredietinstelling uitgevoerde interne controle (33). In dit verband moet de ontwerpverordening (34) worden gewijzigd om rekening te houden met het ex-postkarakter van de specifieke beoordeling die door de prudentiële toezichthouder in het kader van het SREP moet worden uitgevoerd. |
2.3. Algemene verduidelijking van de prudentiële toezichtbevoegdheden van de ECB
De ECB kan slechts als een bevoegde autoriteit worden beschouwd voor zover dit voor haar noodzakelijk is voor de uitvoering van de haar bij de GTM-verordening opgedragen taken. Om rechtsonzekerheid over de vraag of de ontwerpverordening nieuwe taken toekent aan de ECB te voorkomen, stelt de ECB voor dat de ontwerpverordening niet rechtstreeks verwijst naar de ECB als bevoegde autoriteit, maar in plaats daarvan zou moeten verwijzen naar bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in de desbetreffende handelingen van het Unierecht, zoals de RKV. Uit de GTM-verordening zou dan volgen dat de ECB alleen voor de uitoefening van haar taken op het gebied van prudentieel toezicht als bevoegde autoriteit moet worden beschouwd (35).
2.4. Verduidelijking van de onafhankelijkheid van de ECB bij de uitvoering van haar taken uit hoofde van het Verdrag
De ECB begrijpt dat wanneer zij optreedt als aanbieder die AI-systemen in de Unie in de handel brengt of in gebruik neemt, of als gebruiker van AI-systemen in de Unie, zij mogelijk zelf onder de ontwerpverordening valt (36). Hetzelfde geldt voor de nationale centrale banken (NCB’s). De ontwerpverordening bepaalt dat wanneer instellingen van de Unie binnen het toepassingsgebied daarvan vallen, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) optreedt als de bevoegde autoriteit voor het toezicht daarop en als hun markttoezichtautoriteit (37). De NCB’s kunnen onder toezicht staan van nationale bevoegde autoriteiten (38). In dit verband is het van belang te benadrukken dat de ECB en de NCB’s in staat moeten zijn om de hun bij het Verdrag (39) opgedragen taken onafhankelijk uit te voeren, bijvoorbeeld wanneer zij een AI-toepassing gebruiken om monetair beleid te bepalen en uit te voeren en de goede werking van betalingssystemen te bevorderen (40). Niettemin moet worden erkend dat de onafhankelijkheid van het ESCB bij de uitoefening van zijn taken het ESCB niet vrijstelt van elke regel van het recht van de Unie (41). De ECB begrijpt dat elk eventueel toezicht op de ECB door de EDPS en op de NCB’s door de nationale bevoegde autoriteiten beperkt zou blijven tot behoorlijke controle op en governance van een AI-systeem, en geenszins bedoeld zou zijn om afbreuk te doen aan het vermogen van de ECB en de NCB’s om de hun bij het Verdrag opgedragen taken onafhankelijk uit te voeren.
3. Indeling van AI-systemen
|
3.1. |
De ontwerpverordening is bedoeld om te zorgen voor een evenredig regelgevingskader ten opzichte van de doelstellingen ervan door een risicogebaseerde aanpak te hanteren die alleen regelgevingslasten met zich meebrengt wanneer een AI-systeem waarschijnlijk grote risico’s voor de grondrechten en de veiligheid met zich meebrengt. Niettemin geeft de ontwerpverordening, die vooruitloopt op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van AI-technologie, een ruime definitie van software die als AI-systeem kan worden aangemerkt. Als gevolg daarvan wordt software die wordt ontwikkeld om resultaten te genereren zoals inhoud, voorspellingen, aanbevelingen of beslissingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van statistische benaderingen en benaderingen voor machinaal leren, alsook zoek- en optimaliseringsmethoden, aangemerkt als een AI-systeem (42). Deze ruime definitie zou een verscheidenheid aan activiteiten van kredietinstellingen omvatten, met name met betrekking tot systemen die bedoeld zijn om de kredietscore van natuurlijke personen vast te stellen. |
|
3.2. |
Op grond van de ontwerpverordening (43) zou het overgrote deel van de kredietscoringactiviteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van AI-systemen automatisch worden onderworpen aan de horizontale minimumeisen die worden opgelegd aan AI-systemen met een hoog risico. Als gevolg daarvan zouden verschillende activiteiten, met inbegrip van acquisitiedoelstellingen voor marketing, het modelleren van collecties en standaardmodellen voor kredietscores (bv. een scorecard met logistieke regressie), aan dezelfde vereisten moeten voldoen. Om de verwachtingen omtrent toezicht duidelijker te maken en in overeenstemming met de technologieneutrale benadering van de ECB, wordt voorgesteld dat AI-systemen die bedoeld zijn om de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen of hun kredietscore vast te stellen en die een hefboomeffect hebben op het op zichzelf staande gebruik van lineaire of logistieke regressie of beslissingsbomen onder menselijk toezicht, niet als AI-systemen met een hoog risico mogen worden geclassificeerd, mits het effect van dergelijke benaderingen op de beoordeling van de kredietwaardigheid of de kredietscore van natuurlijke personen gering is. |
|
3.3. |
Aangezien kredietinstellingen in de dagelijkse praktijk regelmatig kredietscoringactiviteiten uitvoeren, stelt de ECB voor dat de inwerkingtreding van vereisten die betrekking hebben op de kwalificatie van AI-systemen die bedoeld zijn om te worden gebruikt om de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen of hun kredietscore als “AI-systemen met een hoog risico” vast te stellen, moet worden uitgesteld tot de Commissie ten aanzien hiervan gemeenschappelijke specificaties (44) heeft vastgesteld. Met name moeten deze gemeenschappelijke specificaties zowel de voorwaarden omschrijven waaronder AI-systemen met een hoog risico op dit gebied geacht worden in overeenstemming te zijn met de toepasselijke eisen, als bepalen wanneer AI-systemen moeten worden beschouwd als “door kleine aanbieders voor eigen gebruik in gebruik genomen”, en derhalve binnen het toepassingsgebied vallen van de uitzondering op de kwalificatie als AI-systeem met een hoog risico (45). Tegen deze achtergrond moet de ECB worden opgenomen in de lijst van organen die worden geraadpleegd vóór de vaststelling van dergelijke gemeenschappelijke specificaties, wanneer deze betrekking hebben op AI-systemen die bedoeld zijn om de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen of hun kredietscore vast te stellen (46). |
|
3.4. |
Tot slot is de ECB ingenomen met de mogelijkheid om de lijst van AI-systemen met een hoog risico in bijlage III bij de ontwerpverordening te actualiseren (47), en staat zij klaar om samen te werken met en te worden geraadpleegd door de Commissie bij het identificeren van verdere potentiële risico’s van AI-systemen die een risico op schade aan de gezondheid en veiligheid of een risico op negatieve gevolgen voor de grondrechten kunnen vormen. Afgezien van AI-systemen die worden gebruikt om de kredietscore of kredietwaardigheid van natuurlijke personen te beoordelen, worden in de ontwerpverordening andere systemen die specifiek door kredietinstellingen in gebruik kunnen worden genomen, niet als risicovol aangemerkt. Niettemin ontwikkelen of overwegen kredietinstellingen de ontwikkeling en het gebruik van AI-gegevensmodellen die verkoop-, transactie- en prestatiegegevens met elkaar verbinden om een duidelijk overzicht te krijgen van het gedragsrisico op een bepaald gebied. Op dezelfde wijze kunnen AI-systemen worden gebruikt bij het realtime monitoren van betalingen of het opstellen van profielen van cliënten of transacties voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering.
Daar waar de ECB een wijziging van de ontwerpverordening aanbeveelt, wordt daartoe in een apart technisch werkdocument een specifiek onderbouwd formuleringsvoorstel opgenomen, aangevuld met een toelichting. Het technische werkdocument is in de Engelse taal beschikbaar op Eur-Lex. |
Gedaan te Frankfurt am Main, 29 december 2021.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) COM (2021) 206 final.
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(3) Zie artikel 9, lid 9, artikel 18, lid 2, artikel 20, lid 2, en artikel 29, lid 5, van de ontwerpverordening en artikel 74 van de RKV.
(4) Zie artikel 74 van de RKV.
(5) Zie artikel 17, lid 3, en artikel 29, lid 4, van de ontwerpverordening.
(6) Zie artikel 74 van de RKV.
(7) Zie de EBA-Richtsnoeren inzake uitbesteding (https://www.eba.europa.eu/regulation-and-policy/internal-governance/guidelines-on-outsourcing-arrangements).
(8) Zie Andrea Enria, voorzitter van de raad van toezicht van de ECB, “A binary future? How digitalisation might change banking”, De Nederlandsche Bank, Amsterdam, 11 maart 2019, beschikbaar in het Engels op de ECB-website voor bankentoezicht onder: www.bankingsupervision.europa.eu.
(9) Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB l 169 van 25.6.2019, blz. 1).
(10) Zie artikel 63, lid 1, van de ontwerpverordening.
(11) Zie artikel 63, lid 1, punt b), van de ontwerpverordening.
(12) Zie artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1020.
(13) Zie artikel 3, lid 26, van de ontwerpverordening.
(14) Zie artikel 3, lid 4, van Verordening (EU) 2019/1020.
(15) Zie overweging 9 van Verordening (EU) 2019/1020.
(16) Zie artikel 63, lid 4, van de ontwerpverordening.
(17) Verordening (EU) nr. 1024/2013 van 15 oktober 2013 van de Raad waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).
(18) Zie artikel 1, lid 1 van de GTM-verordening.
(19) Zie artikel 4, lid 1, punt e), van de GTM-verordening.
(20) Zie overweging 30 van de GTM-verordening, alsook bladzijden 53 en 54 van de “Reactie van ESCB/Europees bankentoezicht op de openbare raadpleging van de Europese Commissie over een nieuwe strategie voor het digitale geldwezen voor Europa/FinTech-actieplan” (augustus 2020), beschikbaar op de website van het bankentoezicht van de ECB.
(21) Zie de overwegingen 28 en 29 van de GTM-verordening.
(22) Zie artikel 3, punten (16) en (17), artikel 65, lid 2, tweede alinea, en de artikelen 65, lid 5 en 67, lid 1 van de ontwerpverordening.
(23) Zie artikel 19, lid 2, en artikel 43, lid 2, van de ontwerpverordening.
(24) Zie punt 5 b) van bijlage III bij de ontwerpverordening.
(25) Het SREP wordt behandeld in de artikelen 97 tot en met 101 van de RKV.
(26) Zie artikel 3, lid 20, van de ontwerpverordening.
(27) Zie de artikelen 8 tot en met 15 van hoofdstuk 2 van titel III van de ontwerpverordening.
(28) Zie artikel 1, lid 1 van de GTM-verordening.
(29) Zie de artikelen 10, 12, 14 en 15 van de ontwerpverordening.
(30) Zie overweging 43 van de ontwerpverordening.
(31) Zie artikel 10, lid 3, van de ontwerpverordening.
(32) Zie artikel 40 en overweging 61 van de ontwerpverordening.
(33) Zie de eerste zin van artikel 43, lid 2 en bijlage VI van de ontwerpverordening.
(34) Zie artikel 19, lid 2, en in het bijzonder de tweede zin van artikel 43, lid 2, van de ontwerpverordening.
(35) Zie artikel 6 van de GTM-verordening.
(36) Zie artikel 2 van de ontwerpverordening.
(37) Zie artikel 59, lid 8, en artikel 63, lid 6, van de ontwerpverordening.
(38) Zie artikel 59, lid 2, van de ontwerpverordening.
(39) Zie artikel 130 van het Verdrag.
(40) Zie het eerste en vierde streepje van artikel 127, lid 2, van het Verdrag.
(41) Zie arrest van het Hof van Justitie van 10 juli 2003, Commissie/Europese Centrale Bank, C-11/00, ECLI:EU:C:2003:3, punten 130 tot en met 135.
(42) Zie artikel 3, lid 1, en bijlage I van de ontwerpverordening.
(43) Zie punt 5 b) van bijlage III bij de ontwerpverordening.
(44) Zie artikel 41, lid 1 van de ontwerpverordening.
(45) Overeenkomstig punt 5 b) van bijlage III bij de ontwerpverordening.
(46) Zie artikel 41, lid 2 van de ontwerpverordening.
(47) Zie artikel 7, lid 1 van de ontwerpverordening.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/12 |
Kennisgeving aan de personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2022/411 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/408 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen
(2022/C 115/06)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen en entiteiten die worden genoemd in de bijlage bij Besluit 2014/145/GBVB (1) van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2022/411 (2) van de Raad, en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 269/2014 (3) van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/408 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (4).
De Raad van de Europese Unie heeft, na evaluatie van de lijst van personen en entiteiten die in bovengenoemde bijlagen worden aangewezen, vastgesteld dat de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB en Verordening (EU) nr. 269/2014 van toepassing moeten blijven op die personen en entiteiten.
De betrokken personen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij de bevoegde instanties van de desbetreffende lidstaat of lidstaten, vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 269/2014, kunnen verzoeken om toestemming voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).
De betrokken personen en entiteiten kunnen vóór 1 juni 2022 een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit hen op de bovengenoemde lijst te plaatsen, vergezeld van bewijsstukken, op onderstaand adres:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX.1 |
|
Rue de la Loi/Wetstraat 175 |
|
1048 Bruxelles/BRUSSEL |
|
BELGIQUE/BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
Tevens worden de betrokken personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.
(2) PB L 84 van 11.3.2022, blz. 28.
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/14 |
Kennisgeving aan de betrokkenen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen
(2022/C 115/07)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).
De rechtsgronden voor deze verwerking zijn Besluit 2014/145/GBVB van de Raad (2), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2022/411 van de Raad (3), en Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (4), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/408 van de Raad (5).
De verwerkingsverantwoordelijke is de afdeling RELEX.1 in het directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen - Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX.1 |
|
Rue de la Loi/Wetstraat 175 |
|
1048 Bruxelles/BRUSSEL |
|
BELGIQUE/BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
De functionaris voor gegevensbescherming van het SGR kan worden gecontacteerd op:
Functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen die aan beperkende maatregelen zijn onderworpen overeenkomstig Besluit 2014/145/GBVB, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2022/411, en Verordening (EU) nr. 269/2014, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/408.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit 2014/145/GBVB en Verordening (EU) nr. 269/2014.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokkene, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen op grond van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van toegang, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen die aan beperkende maatregelen zijn onderworpen of de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventuele gerechtelijke procedures.
Onverminderd een eventueel rechterlijk, administratief of buitengerechtelijk beroep, kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
(2) PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.
(3) PB L 84 van 11.3.2022, blz. 28.
Europese Commissie
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/15 |
Wisselkoersen van de euro (1)
10 maart 2022
(2022/C 115/08)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1084 |
|
JPY |
Japanse yen |
128,54 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4401 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,84175 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,7073 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0270 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
145,50 |
|
NOK |
Noorse kroon |
9,9190 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,316 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
381,63 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,8239 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9491 |
|
TRY |
Turkse lira |
16,5740 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5109 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4189 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,6688 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6185 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5058 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 360,48 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,7264 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,0063 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5665 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
15 824,95 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6414 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
57,825 |
|
RUB |
Russische roebel |
|
|
THB |
Thaise baht |
36,710 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,5958 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
23,3153 |
|
INR |
Indiase roepie |
84,6070 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/16 |
Bekendmaking overeenkomstig artikel 5, lid 2
Oprichting van een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS)
(Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19))
(2022/C 115/09)
I.1)
Naam, adres en contactpersoonOfficiële naam: Parc naturel européen Plaines Scarpe-Escaut
Statutaire zetel: Rue des Sapins 31 — 7603 Bon-Secours, België
Contactpersoon: Isabelle Zarlenga, directeur
Website van de groepering: https://plaines-scarpe-escaut.eu
I.2)
Duur van de groepering:Duur van de groepering: onbeperkt
Datum van registratie: 6 september 2021
Datum van publicatie: 28 oktober 2021
II. DOELSTELLINGEN
Het belangeloze doel van de groepering, zowel in België als in het buitenland, is voor eigen rekening of voor rekening van haar leden op te treden om de grensoverschrijdende samenwerking tussen haar leden op het in artikel 3 van haar statuten omschreven grondgebied te vergemakkelijken, te bevorderen en gestalte te geven.
In dit verband voert de groepering projecten uit in het kader van de taken van haar leden zoals omschreven in het Handvest van het regionaal natuurpark Scarpe-Escaut, verlengd bij ministerieel besluit nr. 2010-1021 van 30 augustus 2010, en in het beheersplan voor het natuurpark Plaines de l’Escaut, dat op 1 april 2015 door de Waalse minister van Landbouw, Natuur en Plattelandszaken is goedgekeurd.
Deze projecten hebben tot doel de grensoverschrijdende identiteit van het betrokken gebied te versterken. De groepering stelt een actieplan op en voert dit uit.
De groepering heeft het recht om werken uit te voeren of bouwheer te zijn voor werken die nodig zijn voor de verwezenlijking van haar doel en wel op het in artikel 3 omschreven grondgebied. De groepering kan contracten en overeenkomsten sluiten. De groepering kan ook op zoek gaan naar alle soorten financiering — publieke, particuliere en met name EU-financiering — voor de uitvoering van programma’s en projecten voor territoriale samenwerking. De groepering coördineert de uitvoering van de aldus medegefinancierde projecten.
De groepering bezit in het algemeen de volledige rechtsbevoegdheid om alle handelingen en verrichtingen te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met haar doel verband houden of die rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele, de verwezenlijking van dat doel ten goede komen.
III. AANVULLENDE GEGEVENS OVER DE NAAM VAN DE GROEPERING
Naam in het Engels: European Natural Park Plaines Scarpe Scheldt
Naam in het Frans: Parc naturel européen Plaines Scarpe-Escaut
IV. LEDEN
|
IV.1) |
Totale aantal leden van de groepering: 2 |
|
IV.2) |
Nationaliteit van de leden van de groepering: FR, BE |
|
IV.3) |
Informatie over de leden (1)
Officiële naam: ASBL Commission de gestion du Parc naturel des Plaines de l’Escaut Postadres: Rue des Sapins 31 — 7603 Bon-Secours, België Website: http://plainesdelescaut.be Soort lid: groepering bestaande uit 8 lokale overheden Officiële naam: Syndicat mixte de gestion du Parc naturel régional Scarpe-Escaut Postadres: 59731 Saint-Amand-les-Eaux, France Website: http://www.pnr-scarpe-escaut.fr/ Soort lid: publiekrechtelijke instelling |
(1) Graag voor elk lid invullen.
V Bekendmakingen
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
11.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/18 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 115/10)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Derecske alma”
EU-nr.: PGI-HU-02586 — 4 september 2019
BOB ( ) BGA (X)
1. Naam van de BGA
“Derecske alma”
2. Lidstaat of derde land
Hongarije
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.6: Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De beschermde geografische aanduiding “Derecske alma” mag worden gebruikt voor appelen voor verse consumptie van de soort Malus domestica en met name de rassen braeburn, gala, golden delicious reinders, granny smith, jonagold, idared, pinova en topaz en alle andere rassen van de in het geografische gebied geteelde fruitsoort die de volgende kwaliteitskenmerken hebben:
|
— |
calciumgehalte: ten minste 75 mg/kg; |
|
— |
magnesiumgehalte: ten minste 75 mg/kg; |
|
— |
hardheid van het vruchtvlees: 6,5-7,5 kg/cm2; |
|
— |
zuurgraad uitgedrukt in appelzuur: 2-4,1 g/kg; |
|
— |
suikergehalte: ten minste 10° Brix (gala, golden delicious reinders, jonagold, pinova, granny smith, braeburn); ten minste 8° Brix (idared, topaz); |
|
— |
verhouding suiker/zuren: ten minste 28 (gala, golden delicious reinders, jonagold, pinova); ten hoogste 24 (braeburn, granny smith, idared, topaz). |
|
— |
grootte: 65 tot 85 mm in diameter (afhankelijk van het appelras); |
|
— |
het vruchtvlees van “Derecske alma” heeft een hoog calciumgehalte en is dus zeer stevig. Dat betekent dat de appelen zeer knapperig zijn en gedurende lange tijd kunnen worden bewaard; |
|
— |
wegens zijn hoge suikergehalte en lage zuurgraad heeft “Derecske alma” een licht zoete smaak. |
Afhankelijk van het specifieke appelras is de schil van “Derecske alma” intens geel (golden delicious reinders, gala, pinova, topaz), intens rood (braeburn, idared, jonagold) of intens groen (granny smith) van kleur.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De “Derecske alma”-appelen mogen alleen worden geteeld en geoogst in het in punt 4 beschreven afgebakende geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
“Derecske alma” wordt geteeld binnen de bestuurlijke grenzen van de stad Derecske en de dorpen Sáránd, Hajdúbagos, Konyár en Tépe in het comitaat Hajdú-Bihar.
5. Verband met het geografische gebied
Het verband tussen “Derecske alma” en het geografische gebied is gebaseerd op kwaliteit.
De bodem- en klimaatomstandigheden in de regio Derecske en de knowhow zorgen samen voor de hoge kwaliteit van “Derecske alma”.
Met zijn hoog calcium- en magnesiumgehalte (allebei ≥ 75mg/kg) heeft “Derecske alma” stevig vruchtvlees (6.5 – 7.5 kg/cm2) en een enigszins zoete smaak vanwege de lage zuurgraad, uitgedrukt in appelzuur (2 – 4,1 g/kg), en het hoge suikergehalte (≥ 8 of 10° Brix, afhankelijk van het appelras). Tevens vertoont de schil een zeer heldere kleur, afhankelijk van de variëteit. Deze kenmerken zijn toe te schrijven aan de specifieke natuurlijke factoren van het geografische gebied en aan menselijke vaardigheden.
Het productiegebied van “Derecske alma” is een alluviale vlakte die is bedekt met löss-slib en in het oostelijke deel van de Grote Hongaarse Laagvlakte is gelegen. De bodem bestaat er uit löss en chernozem, en op een dieper niveau uit een laag carbonaat, waardoor hij licht alkalisch is. Wegens de laag carbonaat is er genoeg calcium, magnesium en fosfor aanwezig. De wortels van de fruitbomen gedijen in de matig humusrijke, niet al te harde en enigszins zandige lössbodem, die gemakkelijk opwarmt en goed wordt bewaterd en over een dikke laag bovengrond met een korrelige textuur. De zuurstoftoevoer in de bodem is ideaal voor appelbomen.
Het hele geografische gebied heeft een droog, continentaal klimaat met gematigd warme temperaturen. Het beschikt over een hoog aantal uur zonneschijn per jaar, gaande van 1 960 tot 2 000 zonuren.
De gemiddelde jaarlijkse temperatuur bedraagt 10 tot 11 °C en de gemiddelde temperatuur in het groeiseizoen 17 °C. Wegens de continentale klimaatinvloeden schommelt de temperatuur in het productiegebied binnen een etmaal fors, in het bijzonder in de zomer. De afgelopen jaren varieerde de dagschommeling van de temperatuur in de zomermaanden tussen 7 °C en 17 °C.
Menselijke vaardigheden zijn bepalend voor de kwaliteit van de geteelde “Derecske alma”-appelen. De vruchthoutsnoei wordt gevolgd door wortelsnoei in maart/april. Twee weken voor de oogst wordt zomersnoei toegepast.
Het druppelirrigatiesysteem voorziet de boomwortels regelmatig van kleine hoeveelheden licht alkalisch water met een laag gehalte aan opgelost zout. Aangezien het water slechts gedeeltelijk verzadigd is, lost de grote hoeveelheid magnesium en calcium in de bodem gemakkelijker op, waardoor de appelboom deze nutriënten gemakkelijk kan absorberen en gebruiken. Als gevolg daarvan is “Derecske alma” rijk aan magnesium en calcium.
Dankzij zijn hoge calciumgehalte heeft “Derecske alma” stevig, knapperig vruchtvlees en kan de appel dus gedurende langere tijd worden bewaard met nauwelijks enig effect op zijn natuurlijke kenmerken.
Het hoge magnesiumgehalte van de bodem bevordert eveneens de fosforopname, waardoor de boom voldoende energie krijgt.
Dankzij de gunstige voorziening van magnesium en fosfor heeft de boom een stevig wortelstelsel, dat de opname van calcium in de appelen bevordert. Dankzij die goed ontwikkelde wortels, de bodemstructuur en de wortelsnoei verloopt de groei van de bomen aanzienlijk harmonieuzer. Het snoeien zorgt voor een optimale verhouding blad/vrucht, hetgeen helpt de productie in evenwicht te houden. Deze factoren dragen bij tot de beter dan gemiddelde eigenschappen van het fruit.
De magnesiumrijke bodem biedt de boom een grote hoeveelheid magnesium en draagt samen met het hoge aantal uren zonneschijn bij tot actieve fotosynthese. Op haar beurt wordt zo de suikerproductie bevorderd, zodat het suikergehalte van de appelen toeneemt.
Het feit dat de nachttemperaturen in het groeiseizoen aanzienlijk dalen, draagt eveneens bij tot de licht zoete smaak en het hogere suikergehalte van “Derecske alma”. In het groeiseizoen (gewoonlijk tussen 1 en 20 augustus) bedraagt het verschil tussen de temperaturen overdag en ’s nachts doorgaans 12-16 °C. Naarmate de nachten kouder worden, neemt de boom de overdag geproduceerde assimilaten niet meer op, hetgeen dan weer de ontwikkeling van de vruchten bevordert. De nachtelijke afkoeling zorgt ervoor dat ook de bodem afkoelt, waardoor de wortelwerking stabiel is. Een stabiele wortelfunctie zorgt voor een betere nutriëntenvoorziening en zodoende ook voor een betere voedingswaarde.
Naast het bovenstaande draagt de zomersnoei vóór de oogst bij tot de licht zoete smaak en zeer intense kleur van de schil, die typisch zijn voor “Derecske alma”-appelen. Die snoei heeft tot doel de appelen meer licht te geven, wat zorgt voor een intense kleur en een hoog suikergehalte. De intense kleur van de schil bij de verschillende rassen is tevens te danken aan het gebruik van netten tegen de vrieskou, hetgeen tijdens de teelt een gunstig, gesloten microklimaat oplevert en rechtstreeks van invloed is op de kleuring van de appelen.
“Derecske alma” heeft prestigieuze prijzen gekregen voor zijn teeltcultuur (de “Hortico Product Grand Prix” van Debrecen in 2006 en de “Greennovation Grand Prix” in 2014) en voor zijn specifieke kwaliteit (de “Kitüntetett Minőségi Termék” (kwaliteitsprijs) in 2011 en de “Kiváló Magyar Élemiszer” (kwaliteitsproducten uit Hongarije) in 2011).
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://gi.kormany.hu/foldrajzi-arujelzok