ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2021/C 473/01 |
||
2021/C 473/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10374 — BAIN CAPITAL / HITACHI METALS) ( 1 ) |
|
2021/C 473/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10280 — ABP/Slaney/Linden) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2021/C 473/04 |
||
2021/C 473/05 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2021/C 473/06 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2021/C 473/07 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2021/C 473/08 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/1 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering
(2021/C 473/01)
1. INLEIDING
1. |
Op 19 maart 2020 heeft de Commissie haar mededeling “Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak” (1) (“de tijdelijke kaderregeling”) vastgesteld. Op 3 april 2020 heeft zij een eerste wijziging vastgesteld om onderzoek, tests en productie van voor COVID-19 relevante producten te versnellen, banen te beschermen en de economie tijdens de huidige crisis verder te stutten (2). Op 8 mei 2020 heeft zij een tweede wijziging vastgesteld om de toegang tot kapitaal en liquiditeit voor door de crisis getroffen ondernemingen verder te vergemakkelijken (3). Op 29 juni 2020 heeft zij een derde wijziging vastgesteld om micro- en kleine ondernemingen en start-ups verder te ondersteunen en particuliere investeringen te stimuleren (4). Op 13 oktober 2020 heeft zij een vierde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling te verlengen en te voorzien in steun ter compensatie van een deel van de niet-gedekte vaste kosten van door de crisis getroffen ondernemingen (5). Op 28 januari 2021 heeft zij een vijfde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling verder te verlengen, de daarin vastgestelde steunplafonds aan te passen en de omzetting van terugbetaalbare instrumenten in rechtstreekse subsidies onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken (6). |
2. |
De tijdelijke kaderregeling moet zorgen voor een passend evenwicht tussen de positieve effecten van de steunmaatregelen ten gunste van ondernemingen en mogelijke negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt. Een gerichte en evenredige toepassing van het staatssteuntoezicht biedt de garantie dat nationale steunmaatregelen de tijdens de COVID-19-pandemie getroffen ondernemingen doeltreffend ondersteunen, waarbij tegelijkertijd buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven, de integriteit van de interne markt in stand wordt gehouden en een gelijk speelveld verzekerd blijft. Een en ander zal helpen om de economische activiteit tijdens de COVID-19-pandemie gaande te houden en zal de economie een goede springplank bieden om de crisis te boven te komen en de noodzakelijke groene en digitale transitie versnellen, in overeenstemming met het EU-recht en de doelstellingen van de Unie. |
3. |
Het is noodzakelijk de in de tijdelijke kaderregeling vervatte maatregelen te verlengen tot en met 30 juni 2022, de steunplafonds van de maatregel inzake niet-gedekte vaste kosten aan te passen om de aanhoudende economische gevolgen van de huidige crisis aan te pakken, investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel en solvabiliteitssteun mogelijk te maken en de voorwaarden te verduidelijken en te wijzigen voor bepaalde tijdelijke staatssteunmaatregelen die de Commissie in het licht van de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte ernstige verstoring van de economieën van alle lidstaten als verenigbaar op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) beschouwt. Daarnaast moet worden voorzien in de verlenging van de schrapping van de lijst van landen met verhandelbare risico’s die is opgenomen in de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (7). |
4. |
Ten eerste herinnert de Commissie eraan dat de tijdelijke kaderregeling op 31 december 2021 zou aflopen. In de tijdelijke kaderregeling was ook bepaald dat de Commissie die kaderregeling vóór 31 december 2021 zou herzien op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op mededingingsgebied. |
5. |
In die context heeft de Commissie beoordeeld of de steun op grond van de tijdelijke kaderregeling nog nodig is, om te beslissen of de tijdelijke kaderregeling moet worden verlengd tot na 31 december 2021. De Commissie heeft met name de volgende factoren in aanmerking genomen: enerzijds de ontwikkeling van de economische situatie in de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de COVID-19-pandemie; anderzijds de geschiktheid van de tijdelijke kaderregeling als instrument om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen en dat tegelijkertijd buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven en een gelijk speelveld verzekerd blijft. |
6. |
Volgens de economische najaarsprognose 2021 (8) zal het bbp zowel in de Unie als in de eurozone groeien met 5,0 % in 2021 en 4,3 % in 2022. Verwacht wordt dat het outputvolume tegen eind 2021 zal terugkeren naar het niveau van vóór de crisis (2019 - vierde kwartaal). Door de heropflakkerende COVID-19-besmettingen in een aantal lidstaten, die de spanningen op het gebied van toeleveringsketens doen toenemen, en de stijging van de energieprijzen blijven de onzekerheid en de risico’s in verband met de groeivooruitzichten evenwel groot. |
7. |
De lidstaten hebben veel gebruikgemaakt van de mogelijkheden van de tijdelijke kaderregeling als instrument om de ernstige verstoring van hun economieën aan te pakken en om de ontwikkeling van bepaalde economische activiteiten te vergemakkelijken die nodig zijn om de COVID-19-pandemie aan te pakken. |
8. |
Aangezien de tijdelijke kaderregeling haar nut heeft bewezen als instrument om de economische gevolgen van de pandemie aan te pakken, en ook in het licht van de feedback van de lidstaten is de Commissie van oordeel dat een beperkte verlenging van bestaande in die kaderregeling vastgestelde maatregelen tot en met 30 juni 2022 passend is om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen en dat de integriteit van de interne markt wordt gehandhaafd en een gelijk speelveld wordt verzekerd. De beperkte verlenging zal er ook voor zorgen dat ondernemingen die nog steeds door de crisis worden getroffen, niet plotseling zonder de noodzakelijke steun komen te zitten en zal veeleer een gecoördineerde uitfasering van de steun in het licht van het economisch herstel mogelijk maken. Die uitfasering moet worden gezien in het licht van de heterogeniteit van het herstel, waarbij specifieke sectoren en regio’s in verschillende lidstaten achterlopen op andere. Op basis van de momenteel beschikbare informatie gaat de Commissie ervan uit dat een verdere verlenging van de bestaande, onder de punten 3.1 tot en met 3.12 vallende maatregelen tot na 30 juni 2022 niet nodig zal zijn. Dit is met name het geval voor bestaande liquiditeitsmaatregelen, waar de nieuwe toekomstgerichte mogelijkheden voor investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel en solvabiliteitssteun in de herstelfase beter moeten aansluiten bij de behoeften van het bedrijfsleven en bij de beleidsdoelstellingen, onder meer om buitensporige verstoringen op de interne markt te beperken. De Commissie zal de situatie niettemin nauwlettend blijven volgen en beoordelen of bepaalde maatregelen verder moeten worden verlengd en/of aangepast op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op mededingingsgebied. |
9. |
Voorts is de Commissie van mening dat de plafonds van de in het kader van punt 3.1 toegekende steun moeten worden aangepast in het licht van deze verlenging. |
10. |
Ten tweede is de Commissie, rekening houdend met de aanhoudende impact van de COVID-19-pandemie en de tijd die verlopen is sinds de vaststelling van de tijdelijke kaderregeling, van mening dat de steunplafonds in punt 3.12 van die kaderregeling moeten worden verhoogd, zodat gerichte steun kan worden verleend aan ondernemingen die aanzienlijke omzetverliezen hebben geleden. |
11. |
Ten derde hebben meerdere lidstaten gewezen op de noodzaak om het risico op insolventie van ondernemingen te beperken door middel van aanvullende mogelijkheden voor schuldherstructurering en de omzetting van terugbetaalbare steuninstrumenten in andere vormen van steun (bijvoorbeeld rechtstreekse subsidies) (9). Om deze bezorgdheden weg te nemen en het risico op insolventie van ondernemingen te beperken, is de Commissie van oordeel dat terugbetaalbare steuninstrumenten tot en met 30 juni 2023 moeten kunnen worden omgezet in andere vormen van steun in het kader van punt 3.1 en punt 3.12 van de tijdelijke kaderregeling, mits aan de voorwaarden van de toepasselijke punten is voldaan (10). Voorts meent de Commissie dat terugbetaalbare instrumenten in het kader van de punten 3.1, 3.3 en 3.12 wellicht moeten worden geherstructureerd in overeenstemming met de gewone prudentiële praktijken van de betrokken financiële intermediairs. Een dergelijke herstructurering zal als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien zij uiterlijk op 30 juni 2023 en onder de in deze mededeling vermelde voorwaarden wordt afgerond. Met name moet een dergelijke herstructurering de in de toepasselijke punten vastgestelde voorwaarden in acht nemen en mag zij niet leiden tot een verhoging van de oorspronkelijk toegekende bedragen (11). |
12. |
Daarnaast verduidelijkt deze mededeling dat de lidstaten de duur van op grond van de punten 3.1, 3.2 en 3.12 van de tijdelijke kaderregeling verleende garanties ook na het verstrijken van die kaderregeling kunnen verlengen, mits de voorwaarden van die punten en van punt 3.4 in acht worden genomen. De voorwaarden voor een dergelijke verlenging moeten worden vastgelegd in de oorspronkelijke garantieovereenkomsten tussen de Staat en de kredietinstellingen of financiële instellingen. Die voorwaarden mogen de autoriteiten van de lidstaat geen beoordelingsmarge laten bij de verlenging van de duur van de garantie. De eindbegunstigden moeten er op het moment van de oorspronkelijke toekenning van de financiering van in kennis worden gesteld dat zij een verlenging van de looptijd van die financiering kunnen aanvragen, onverminderd het feit dat de kredietinstellingen of financiële instellingen die aanvraag kunnen inwilligen of afwijzen overeenkomstig hun standaardbeleid en standaardprocedures (12). |
13. |
Ten vierde is de Commissie van oordeel dat het herstel van de economie van de Unie grotendeels zal worden bepaald door de snelheid van de vaccinatieprogramma’s en de ontwikkeling van mogelijke varianten van het virus, maar ook door andere onbekende factoren zoals de toestand van de internationale economie en het bestedings- en investeringsgedrag van ondernemingen en huishoudens. |
14. |
De Commissie herinnert eraan dat het risico van een daling van de investeringen na de crisis zich in de Unie daadwerkelijk heeft voorgedaan in de jaren na de crisis van 2008 als gevolg van de toegenomen schuldenlast van de particuliere sector. Wanneer de huidige crisis tot een einde komt, kunnen financiële moeilijkheden, risicoaversie en reservecapaciteit in sommige sectoren ook een rem zetten op bedrijfsinvesteringen en bijgevolg op de langetermijngroei. |
15. |
Er moet worden voorzien in verdere opties voor de lidstaten op basis van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU om investeringen in activa rechtstreeks te ondersteunen, alsook in een instrument om de eigenvermogenspositie van Europese ondernemingen te verbeteren door de invoering van een nieuw punt betreffende investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel, evenals een nieuw punt betreffende solvabiliteitssteun. Parallel hiermee vindt de Commissie dat de verplichtingen inzake individuele aanmelding voor regelingen uit hoofde van specifieke bestaande richtsnoeren die van bijzonder belang zijn voor het herstel, gedurende een beperkte periode flexibeler moeten worden toegepast. |
16. |
Enerzijds moet investeringssteun de ontwikkeling vergemakkelijken van economische activiteiten die nodig zijn om terug te keren naar een duurzame langetermijngroei, en de negatieve economische gevolgen van de crisis, waaronder een vergroting van de investeringskloof, overwinnen. Voorts moet de steun een veerkrachtigere economie voor de toekomst ondersteunen en mogelijke negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer effectief beperken. |
17. |
Dit soort steun kan de lidstaten ook helpen om met name de economische activiteiten te ontwikkelen die nodig zijn om de doelstellingen van de groene en digitale transitie te bereiken en het herstel naar een groenere en digitalere toekomst te ondersteunen, en tegelijkertijd de veerkracht te versterken en een gelijk speelveld te vrijwaren. De steun ook relevant in het kader van een uitfasering van onmiddellijke crisisresponsmaatregelen op korte termijn, voornamelijk wat betreft liquiditeitssteun, en van een transitie naar een herstel van de economie op langere termijn. Om het beoogde effect van versnelde investeringsuitgaven te bereiken, mag deze maatregel niet langer lopen dan 31 december 2022. |
18. |
De pandemie en de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, hebben onmiddellijk geleid tot een daling van de economische activiteit op een nooit geziene schaal, met name wat investeringen betreft. In het licht van de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van deze crisis is de Commissie van oordeel dat de bepalingen van punt 3.13 van deze wijziging kunnen worden toegepast op steun die na 1 februari 2020 is toegekend, mits aan alle voorwaarden is voldaan en met name een stimulerend effect kan worden aangetoond. Dergelijke maatregelen moeten dezelfde doelstelling nastreven als die welke in punt 3.13 is vastgelegd, namelijk voorzien in een stimulans om een investeringskloof in de economie als gevolg van de crisis te dichten. |
19. |
Anderzijds is solvabiliteitssteun een belangrijk element voor de ontwikkeling van economische activiteiten in tal van sectoren in situaties waarin ondernemingen als gevolg van de crisis toegenomen schuldquoten hebben. Gezien de algemene macro-economische toename van de schuldenlast zullen de lidstaten de toegang tot particuliere investeringen in de vorm van eigen vermogen wellicht willen vergemakkelijken en daarbij de mogelijke negatieve effecten op de interne markt beperken. Dergelijke steun kan een belangrijk element zijn om het economisch herstel te versterken. Gezien de complexiteit ervan en de tijd die nodig is om dergelijke regelingen op te zetten, is een langere toepassingsperiode voor dit soort maatregel inzake solvabiliteitssteun wenselijk. Tegen deze achtergrond moet de toepassingsperiode van dit soort maatregel worden verlengd tot en met 31 december 2023. |
20. |
Via het instrument voor technische ondersteuning (13) ondersteunt de Commissie de lidstaten bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen die tot doel hebben de investeringskloof te dichten en de groene en digitale transitie te versnellen. De lidstaten kunnen via het instrument voor technische ondersteuning steun aanvragen voor het ontwerpen en invoeren van maatregelen inzake solvabiliteitssteun. |
21. |
Ten vijfde is uit de toepassing van de tijdelijke kaderregeling gebleken dat met betrekking tot andere punten van die kaderregeling aanvullende verduidelijkingen en wijzigingen nodig zijn, met name in de punten 1.3, 3.11 en 4, en dat in de punten 3.13 en 3.14 nieuwe instrumenten moeten worden toegevoegd. |
22. |
De lidstaten kunnen bijgevolg overwegen bestaande steunmaatregelen die door de Commissie zijn goedgekeurd op grond van de tijdelijke kaderregeling, te wijzigen om de toepassingsperiode ervan te verlengen tot en met 30 juni 2022, de herstructurering of omzetting van bepaalde instrumenten tot en met 30 juni 2023 toe te staan, nieuwe maatregelen ter ondersteuning van investeringen met het oog op een duurzaam herstel tot en met 31 december 2022 of nieuwe maatregelen inzake solvabiliteitssteun tot en met 31 december 2023 in te voeren. De lidstaten kunnen ook overwegen het budget voor bestaande, in het licht van punt 3.12 goedgekeurde maatregelen te verhogen of andere wijzigingen aan te brengen om deze maatregelen in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling, zoals gewijzigd bij deze mededeling. Dit kan ook inhouden dat nieuwe of bestaande steunmaatregelen, binnen de grenzen van de gewijzigde kaderregeling, worden toegesneden op sectoren die in bepaalde lidstaten bijzonder worden getroffen door de crisis. |
23. |
Lidstaten die voornemens zijn bestaande regelingen te verlengen of te wijzigen, wordt verzocht een lijst mee te delen van alle bestaande steunmaatregelen waarvoor zij een wijziging in het vooruitzicht stellen, samen met de nodige informatie die in de bijlage bij deze mededeling is vermeld. Op die manier kan de Commissie één besluit over de lijst van aangemelde maatregelen vaststellen. |
24. |
Tot slot is de Commissie van mening dat de bepalingen van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering ook na 2021 moeten worden toegepast om waar nodig een gecoördineerde overgang naar een normale marktpraktijk of de goedkeuring van specifieke regelingen in het kader van de geldende regels mogelijk te maken. Bijgevolg wordt de tijdelijke schrapping van alle landen op de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering verlengd tot en met 31 maart 2022. |
25. |
In de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering is bepaald dat verhandelbare risico’s niet mogen worden gedekt door exportkredietverzekeringen met steun van lidstaten. In maart 2020 stelde de Commissie vast dat er als gevolg van de COVID-19-pandemie een gebrek was aan voldoende particuliere verzekeringscapaciteit voor kortlopende exportkredieten in het algemeen, en beschouwde zij alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan de uitvoer naar de in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering opgenomen landen, tot en met 31 december 2020 tijdelijk als onverhandelbaar (14). Bij haar mededelingen van 13 oktober 2020 en 28 januari 2021 heeft de Commissie die tijdelijke uitzondering verlengd tot en met respectievelijk 30 juni 2021 en 31 december 2021. De huidige mededeling over kortlopende exportkredietverzekering loopt af op 31 december 2021 en wordt vervangen door een nieuwe mededeling, die eveneens rekening zal houden met het criterium van onverhandelbare risico’s. |
26. |
Gezien de aanhoudende moeilijkheden als gevolg van de COVID-19-pandemie heeft de Commissie overeenkomstig de punten 35 en 36 van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering een openbare raadpleging gehouden om de beschikbaarheid van kortlopende exportkredietverzekeringen te beoordelen, teneinde te bepalen of de schrapping van alle landen van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over exportkredietverzekering op grond van de huidige marktsituatie kan worden verlengd tot na 31 december 2021. |
27. |
Rekening houdend met de resultaten van de openbare raadpleging en met de mondiale tekenen van de aanhoudende ontwrichtende gevolgen van COVID-19 voor de economie van de Unie als geheel, is een verlenging van de schrapping voor een periode van drie maanden volgens de Commissie een geschikte oplossing om een vlotte overgang mogelijk te maken voordat de risico’s van alle in de bijlage vermelde landen vanaf 1 april 2022 opnieuw als verhandelbaar worden beschouwd. Uit bewijsmateriaal dat in het kader van de raadpleging door particuliere verzekeraars en een aantal lidstaten is aangeleverd, blijkt dat particuliere verzekeraars dekking begonnen te bieden aan exporteurs die actief zijn op de meest relevante markten. Tegelijkertijd duidt verdere feedback op een situatie waarin de marktcapaciteit nog steeds ontoereikend is om alle economisch verantwoorde risico’s voor uitvoer naar landen van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering te dekken. Onder die omstandigheden zal de Commissie alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan uitvoer naar de in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering vermelde landen bij wijze van verlenging tot en met 31 maart 2022 tijdelijk als onverhandelbaar beschouwen, om te zorgen voor een vlotte overgang naar een normale marktpraktijk of de goedkeuring van specifieke regelingen in het kader van de geldende regels waar nodig. |
2. WIJZIGINGEN VAN DE TIJDELIJKE KADERREGELING
28. |
De volgende wijzigingen van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie tijdens de huidige COVID-19-uitbraak worden van kracht vanaf 18 november 2021. |
29. |
Het volgende punt 14 bis wordt ingevoegd: “De Commissie erkent dat de COVID-19-pandemie en de genomen coronamaatregelen voor tal van ondernemingen tot uitzonderlijke omstandigheden hebben geleid. In deze unieke situatie, en afhankelijk van het individuele geval, verduidelijkt de Commissie dat het gerechtvaardigd kan zijn dat eigen bijdragen in de zin van de punten 62 tot en met 64 van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (*1) (“de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren”) onder 50 % van de herstructureringskosten blijven zolang zij aanzienlijk blijven en aanvullende nieuwe financiering tegen marktvoorwaarden omvatten. Gezien het uitzonderlijke en onvoorzienbare karakter van de huidige situatie kan overeenkomstig punt 72 (c) van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren ook worden voorzien in uitzonderingen op het eenmaligheidsbeginsel wanneer de hernieuwde problemen het gevolg zijn van de COVID-19-pandemie en de daaruit voortvloeiende economische neergang, d.w.z. wanneer de betrokken onderneming een onderneming in moeilijkheden is geworden als gevolg van de COVID-19-pandemie en de daaropvolgende economische neergang. Om alle twijfel weg te nemen, zij opgemerkt dat de overige bepalingen van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren, en met name de noodzaak van een herstructureringsplan, de terugkeer naar duurzame levensvatbaarheid op lange termijn en lastendeling van toepassing blijven.” (*1) Mededeling van de Commissie (PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1)." |
30. |
Voetnoot 19 bij punt 22, a), wordt vervangen door: |
31. |
(*) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun in het kader van dit punt wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.” |
32. |
In punt 22 wordt punt a) vervangen door:
(*2) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
33. |
In punt 22 wordt punt d) vervangen door:
(*3) Indien de steun in de vorm van een belastingvoordeel wordt toegekend, moet de belastingverplichting waarvoor dat voordeel wordt toegekend, uiterlijk 30 juni 2022 zijn ontstaan.”" |
34. |
In punt 23 wordt punt a) vervangen door:
(*4) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45)." (*5) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1)." (*6) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
35. |
Punt 23 bis wordt vervangen door: “Indien een onderneming actief is in verschillende sectoren waarvoor verschillende maximumbedragen gelden overeenkomstig punt 22, a), en punt 23, a), moet de betrokken lidstaat er met passende middelen, zoals een boekhoudkundige scheiding, voor zorgen dat voor elk van die activiteiten het desbetreffende plafond in acht wordt genomen en dat het totale maximumbedrag van 2,3 miljoen EUR per onderneming niet wordt overschreden. Indien een onderneming actief is in de sectoren die onder punt 23, a), vallen, mag het totale maximumbedrag van 345 000 EUR per onderneming niet worden overschreden.” |
36. |
Voetnoot 27 bij punt 23 wordt vervangen door:
|
37. |
Punt 23 ter wordt vervangen door:
|
38. |
In punt 25 wordt punt c) vervangen door:
|
39. |
In punt 25 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
40. |
In punt 25 wordt punt e) vervangen door:
|
41. |
In punt 27 wordt punt c) vervangen door:
|
42. |
In punt 27 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
43. |
In punt 27 wordt punt e) vervangen door:
|
44. |
Het volgende punt 27 ter wordt ingevoegd:
|
45. |
Punt 33 wordt vervangen door:
|
46. |
In punt 35 wordt punt a) vervangen door:
|
47. |
In punt 37 wordt punt b) vervangen door:
|
48. |
In punt 39 wordt punt b) vervangen door:
|
49. |
Punt 41 wordt vervangen door:
|
50. |
In punt 43 wordt punt c) vervangen door:
|
51. |
Punt 48 wordt vervangen door:
|
52. |
Het volgende punt 77 bis wordt ingevoegd:
(*7) Voor de toepassing van dit punt worden hybride kapitaalinstrumenten die worden uitgegeven tot zes maanden na de uitgifte van de COVID-19-hybride kapitaalinstrumenten, geacht op hetzelfde moment als die instrumenten te zijn uitgegeven." (*8) Dergelijke hybride kapitaalinstrumenten worden in aanmerking genomen bij de beoordeling uit hoofde van punt 54." (*9) Tot het totale bedrag aan bestaande COVID-19-hybride kapitaalinstrumenten." (*10) Verschil tussen de contractueel overeengekomen maximum- en minimumcouponrente over de looptijd van de hybride instrumenten." (*11) Wanneer de begunstigde meerdere tranches van hybride kapitaalinstrumenten met verschillende rentevoeten aflost, moeten deze voorwaarde worden toegepast op elke tranche afzonderlijk.”" |
53. |
In punt 87 wordt punt a) vervangen door:
|
54. |
Voetnoot 75 bij punt 87, b), wordt vervangen door:
|
55. |
In punt 87 wordt punt d) vervangen door:
(*12) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun in het kader van dit punt wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
56. |
Het volgende punt 87 bis wordt ingevoegd:
|
57. |
Het volgende punt wordt ingevoegd:
(*13) In de zin van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*14) In de zin van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*15) In de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13)." (*16) Voor maatregelen die identiek zijn aan die in de door de Raad goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen, wordt de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” geacht te zijn vervuld, aangezien dit reeds is nagegaan." (*17) Als omschreven in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*18) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend." (*19) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend." (*20) Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 (PB C 200 van 28.6.2014, blz. 1)." (*21) Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 198 van 27.6.2014, blz. 1).”" |
58. |
Het volgende punt wordt ingevoegd:
(*22) Zoals gedefinieerd in punt 52, xxvii) van de richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen (PB C 19 van 22.1.2014, blz. 4).”" |
59. |
De punten 88 tot en met 96 worden omgenummerd tot de punten 103 tot en met 111. |
60. |
Punt 90 wordt omgenummerd tot punt 105 en vervangen door:
|
61. |
Punt 93 wordt omgenummerd tot punt 108 en vervangen door:
|
3. VERLENGING VAN DE SCHRAPPING VAN DE LIJST VAN LANDEN MET VERHANDELBARE RISICO’S IN DE MEDEDELING OVER KORTLOPENDE EXPORTKREDIETVERZEKERING
62. |
De Commissie beschouwt alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan uitvoer naar de onderstaande landen tot en met 31 maart 2022 tijdelijk als onverhandelbaar.
|
(1) Mededeling van de Commissie van 19 maart 2020, C(2020)1863 (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1).
(2) Mededeling van de Commissie van 3 april 2020, C(2020) 2215 (PB C 112 I van 4.4.2020, blz. 1).
(3) Mededeling van de Commissie van 8 mei 2020, C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3).
(4) Mededeling van de Commissie van 29 juni 2020, C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3).
(5) Mededeling van de Commissie van 13 oktober 2020, C(2020) 7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1).
(6) Mededeling van de Commissie van 28 januari 2021, C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6).
(7) PB C 392 van 19.12.2012, blz. 1.
(8) Europese Commissie, Economische en financiële zaken: Najaarsprognose 2021 (tussentijds) (november 2021).
(9) Zie ook Europees Comité voor systeemrisico’s: Prevention and management of a large number of corporate insolvencies (april 2021).
(10) De Commissie verduidelijkt dat punt 9 van de mededeling van 13 oktober 2020, C(2020)7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1), ook van toepassing is op steun die wordt toegekend op grond van punt 3.12 van de tijdelijke kaderregeling.
(11) Dit doet niet af aan de bestaande mogelijkheden om nieuwe steun in het kader van deze tijdelijke kaderregeling te verlenen, die kan worden gebruikt om bestaande instrumenten terug te betalen, mits aan de desbetreffende in die kaderregeling vastgestelde voorwaarden is voldaan. Steun die is terugbetaald vóór of op het moment van de toekenning van nieuwe steun, wordt niet in aanmerking genomen om vast te stellen of het desbetreffende plafond is overschreden.
(12) De verlenging mag niet resulteren in een verhoging van de rente of vergoedingen die van toepassing zijn op het onderliggende instrument (onder meer als gevolg van een verlaging van de rating van de eindbegunstigde zelfs wanneer die plaatsvindt voordat over de verlengingsaanvraag wordt beslist).
(13) Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).
(14) Mededeling van de Commissie tot wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (PB C 101 I van 28.3.2020, blz. 1).
BIJLAGE
Informatie die moet worden verstrekt in de lijst van bestaande steunmaatregelen die zijn goedgekeurd krachtens de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, waarvoor een verlenging van de toepassingsperiode, een verhoging van de begroting en/of andere wijzigingen om die maatregelen in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling, als gewijzigd bij deze mededeling, bij de Commissie is aangemeld
De lidstaten wordt verzocht hun wijzigingen te bundelen met behulp van deze lijst in de groepsaanmelding, indien van toepassing.
Lijst van bestaande maatregelen en voorgenomen wijziging |
|||||
Staatssteunnummer van de goedgekeurde maatregel (1) |
Titel |
Aangemelde wijziging (eventueel onder te verdelen in wijzigingen 1, 2, 3 enz.) |
Toepasselijk punt in de tijdelijke kaderregeling voor de voorgenomen wijzigingen |
Bevestig dat er geen andere wijzigingen zijn in de bestaande maatregel |
Nationale rechtsgrondslag voor de wijziging |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) Indien de regeling is gewijzigd, geef dan het staatssteunnummer van het oorspronkelijke goedkeuringsbesluit.
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/16 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10374 — BAIN CAPITAL / HITACHI METALS)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/02)
Op 6 oktober 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10374. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/17 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10280 — ABP/Slaney/Linden)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/03)
Op 2 juli 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10280. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/18 |
Wisselkoersen van de euro (1)
23 november 2021
(2021/C 473/04)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1259 |
JPY |
Japanse yen |
129,36 |
DKK |
Deense kroon |
7,4364 |
GBP |
Pond sterling |
0,84185 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,1330 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,0492 |
ISK |
IJslandse kroon |
147,60 |
NOK |
Noorse kroon |
10,0710 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,445 |
HUF |
Hongaarse forint |
370,91 |
PLN |
Poolse zloty |
4,7119 |
RON |
Roemeense leu |
4,9495 |
TRY |
Turkse lira |
14,1306 |
AUD |
Australische dollar |
1,5581 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4324 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,7744 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6241 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5381 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 340,60 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,8490 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,1943 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5240 |
IDR |
Indonesische roepia |
16 069,18 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7277 |
PHP |
Filipijnse peso |
57,119 |
RUB |
Russische roebel |
84,5002 |
THB |
Thaise baht |
37,275 |
BRL |
Braziliaanse real |
6,3298 |
MXN |
Mexicaanse peso |
23,7773 |
INR |
Indiase roepie |
83,8395 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/19 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2021/C 473/05)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Litouwen wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Litouwen
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Dzūkija (van de reeks “Litouwse etnografische regio’s”)
Beschrijving van het ontwerp: Op het ontwerp wordt een wapenschild afgebeeld met een geharnaste soldaat die in zijn rechterhand een hellebaard vasthoudt en met zijn linkerhand tegen een zilveren Baltisch schild leunt. Het wapenschild staat op een balk en wordt door twee lynxen vastgehouden. Daaronder hangt een lint met de Latijnse inscriptie “EX GENTE BELICOSISSIMA POPULUS LABORIOSUS” (VAN KRIJGSHAFTIGE STAM TOT NAARSTIG VOLK).
Het ontwerp is omgeven door de inscripties “LIETUVA” (Litouwen) en “DZŪKIJA”, het jaar van uitgifte (2021) en het muntteken van de Litouwse Munt. Het ontwerp is van Rolandas Rimkūnas.
Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 500 000
Datum van uitgifte: Derde kwartaal 2021
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/20 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2021/C 473/06)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Finland wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Finland
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Honderd jaar zelfbestuur van Åland
Beschrijving van het ontwerp: Het thema van de munt is het archipellandschap dat bestaat uit reliëfvormen. Op de onderste helft van het ontwerp wordt een zeeroute met boeien afgebeeld, alsook de boeg van een boot en een hand met een kompas. Op de horizontale middellijn van het ontwerp wordt de zeehorizon afgebeeld. Op de bovenste helft van het ontwerp worden de lucht en wolken afgebeeld. Onderaan staat in een halve cirkel de inscriptie “100 JAAR ZELFBESTUUR VAN ÅLAND” in het Fins. Bovenaan staat in een halve cirkel de inscriptie “100 JAAR ZELFBESTUUR VAN ÅLAND” in het Zweeds. Tussen de inscripties staan centraal twee ruitvormige tekens, een aan de linkerkant en een aan de rechterkant. Boven de ruiten staat rechts de inscriptie “2021 FI” en links het muntteken van de Munt van Finland.
Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 800 000
Datum van uitgifte: Najaar 2021
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/21 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2021/C 473/07)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Portugal wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Portugal
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Olympische Spelen in Tokio
Beschrijving van het ontwerp: Op het ontwerp worden de symbolen van het Portugees Olympisch Comité afgebeeld. Het ontwerp werd goedgekeurd door de Raad in 2020, aangezien de munt oorspronkelijk medio 2020 moest worden uitgegeven. Casa da Moeda en het Olympisch Comité zijn echter overeengekomen de uitgifte ervan in overeenstemming met de nieuwe kalender van de Spelen uit te stellen van 23 juli tot 8 augustus 2021 als gevolg van de COVID-19-pandemie. Daarom zijn enkele ontwerpdetails van de tekst bijgewerkt, met name het verkorte formaat van twee cijfers voor het jaar 2020 (door gebruik te maken van een weglatingsteken: “Tóquio’20”), gevolgd door het jaar van uitgifte 2021, en ten slotte de naam van de auteur naast het muntteken.
Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 510 000
Datum van uitgifte: Midden 2021
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/22 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2021/C 473/08)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Malta wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Malta
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Maltese prehistorische tempels van Tarxien (van de reeks “Unesco-werelderfgoedsite”)
Beschrijving van het ontwerp: Op het ontwerp wordt een detail van de prehistorische constructie afgebeeld. Bovenaan staat de inscriptie “TARXIEN TEMPLES 3600-2500 BC”. Onderaan staat de naam van de uitgevende staat “MALTA” en daaronder het jaar van uitgifte “2021”.
Op de buitenste ring van de munt staan de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 181 000
Datum van uitgifte: Oktober 2021
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/23 |
Oproep tot het indienen van voorstellen 2022 — EAC/A09/2021
Programma Erasmus+
(2021/C 473/09)
1. Inleiding en doelstellingen
Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EU) 2021/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs en opleiding, jeugd en sport (1). Het programma Erasmus+ bestrijkt de periode 2021-2027. De doelstellingen van het programma Erasmus+ worden vermeld in artikel 3 van de verordening.
2. Acties
Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de volgende acties van Erasmus+:
Kernactie 1 (KA1) – Individuele leermobiliteit:
— |
Individuele mobiliteit op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken |
— |
Activiteiten op het gebied van jongerenparticipatie |
— |
DiscoverEU – Actie ter bevordering van inclusie |
— |
Virtuele uitwisselingen op het gebied van hoger onderwijs en jeugdzaken |
Kernactie 2 (KA2) – Samenwerking tussen organisaties en instellingen
— |
Partnerschappen ter bevordering van samenwerking:
|
— |
Partnerschappen ter bevordering van excellentie:
|
— |
Partnerschappen ter bevordering van innovatie:
|
— |
Capaciteitsopbouw op het gebied van hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, jeugd en sport |
— |
Europese sportevenementen zonder winstoogmerk |
Kernactie 3 (KA3) – Ondersteuning van beleidsontwikkeling en samenwerking
— |
Europese Jongeren Samen |
Jean Monnet-acties:
— |
Jean Monnet in het hoger onderwijs |
— |
Jean Monnet op andere gebieden van onderwijs en opleiding |
3. Wie komt in aanmerking?
Publieke of particuliere organisaties die actief zijn op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport, kunnen financiële steun aanvragen in het kader van Erasmus+. Voorts kunnen groepen jongeren die actief zijn in het jeugdwerk – maar niet noodzakelijkerwijs in het kader van een jeugdorganisatie – financiële steun aanvragen voor leermobiliteit voor jongeren en jeugdwerkers, activiteiten ter bevordering van de participatie van jongeren en de actie in het kader van DiscoverEU ter bevordering van inclusie.
De volgende landen kunnen volledig deelnemen aan alle acties van Erasmus+ (2):
— |
de 27 lidstaten van de Europese Unie en de landen en gebieden overzee, |
— |
met het programma geassocieerde derde landen:
|
Voorts staan bepaalde acties van Erasmus+ open voor organisaties uit niet met het programma geassocieerde derde landen.
Meer informatie over de regels voor deelname vindt u in de programmagids van Erasmus+ 2022.
4. Budget en duur van de projecten
Het totale budget voor deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt geraamd op 3 179 miljoen EUR:
Onderwijs en opleiding: |
EUR |
2 813,11 miljoen |
Jeugdzaken: |
EUR |
288,13 miljoen |
Sport: |
EUR |
51,89 miljoen |
Jean Monnet: |
EUR |
25,8 miljoen |
Het totale budget voor de oproep tot het indienen van voorstellen en de verdeling ervan zijn indicatief en kunnen worden gewijzigd na een wijziging van het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+. Potentiële aanvragers wordt verzocht om het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+ en de wijzigingen ervan regelmatig te raadplegen op:
https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/documents/annual-work-programmes_nl
om na te gaan welk budget voor elke onder deze oproep vallende actie beschikbaar is.
De toegekende financiële steun en de duur van de projecten variëren afhankelijk van bijvoorbeeld het type project en het aantal betrokken partners.
De begunstigden mogen kosten voor de in het kader van een actie of werkprogramma door vrijwilligers verrichte werkzaamheden declareren op basis van de overeenkomstig Besluit (2019)2646 van de Commissie toegestane en vastgestelde eenheidskosten. Nadere informatie over de subsidiabiliteit van de kosten voor vrijwilligers vindt u in de programmagids van Erasmus+.
5. Termijn voor het indienen van aanvragen
Alle onderstaande termijnen voor het indienen van aanvragen zijn vastgesteld in Brusselse tijd.
Kernactie 1 |
|
Individuele mobiliteit op het gebied van hoger onderwijs |
23 februari om 12:00 uur |
Individuele mobiliteit op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding, schoolonderwijs en volwassenenonderwijs |
23 februari om 12:00 uur |
Internationale mobiliteit waarbij niet met het programma geassocieerde derde landen betrokken zijn |
23 februari om 12:00 uur |
Erasmus-accreditaties op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding, schoolonderwijs en volwassenenonderwijs |
19 oktober om 12.00 uur |
Erasmus-accreditaties op het gebied van jeugdzaken |
19 oktober om 12.00 uur |
Individuele mobiliteit op het gebied van jeugdzaken |
23 februari om 12:00 uur |
Individuele mobiliteit op het gebied van jeugdzaken |
4 oktober om 12.00 uur |
Actie in het kader van DiscoverEU ter bevordering van inclusie |
4 oktober om 12.00 uur |
Virtuele uitwisselingen op het gebied van hoger onderwijs en jeugdzaken |
20 september om 17.00 uur |
Kernactie 2 |
|
Samenwerkingspartnerschappen op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken (met uitzondering van door Europese ngo’s ingediende samenwerkingspartnerschappen) |
23 maart om 12.00 uur |
Door Europese ngo’s ingediende samenwerkingspartnerschappen op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken |
23 maart om 17.00 uur |
Samenwerkingspartnerschappen op het gebied van sport |
23 maart om 17.00 uur |
Kleinschalige partnerschappen op het gebied van schoolonderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, volwassenenonderwijs en jeugdzaken |
23 maart om 12.00 uur |
Kleinschalige partnerschappen op het gebied van schoolonderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, volwassenenonderwijs en jeugdzaken |
4 oktober om 12.00 uur |
Kleinschalige partnerschappen op het gebied van sport |
23 maart om 17.00 uur |
Kenniscentra voor beroepsopleiding |
7 september om 17.00 uur |
Erasmus+ Teacher Academies |
7 september om 17.00 uur |
Erasmus Mundus |
16 februari om 17.00 uur |
Allianties ter bevordering van innovatie |
15 september om 17.00 uur |
Toekomstgerichte projecten |
15 maart om 17.00 uur |
Capaciteitsopbouw op het gebied van hoger onderwijs |
17 februari om 17.00 uur |
Capaciteitsopbouw op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding |
31 maart om 17.00 uur |
Capaciteitsopbouw op het gebied van jeugdzaken |
7 april om 17.00 uur |
Capaciteitsopbouw op het gebied van sport |
7 april om 17.00 uur |
Europese sportevenementen zonder winstoogmerk |
23 maart om 17.00 uur |
Kernactie 3 |
|
Europese Jongeren Samen |
22 maart om 17.00 uur |
Jean Monnet-acties en -netwerken |
1 maart om 17.00 uur |
|
Gedetailleerde instructies voor het indienen van aanvragen vindt u in de programmagids van Erasmus+. |
6. Gedetailleerde informatie
De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen, met inbegrip van de prioriteiten, zijn te vinden in de programmagids 2022 van Erasmus+ op het volgende internetadres:
http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/programme-guide
De programmagids van Erasmus+ vormt een integrerend deel van deze oproep tot het indienen van voorstellen en de daarin vermelde voorwaarden voor deelname en financiering zijn volledig van toepassing op deze oproep.
(1) PB L 189 van 28.5.2021, blz. 1.
(2) Jean Monnet-activiteiten staan open voor organisaties uit de hele wereld.
(3) Mits de bilaterale associatieovereenkomsten zijn ondertekend.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/27 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10523 — Nordic Capital / Rothschild / TA Associates / RLDatix)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/10)
1.
Op 16 november 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Nordic Capital X Limited (“Nordic Capital”, Jersey); |
— |
Five Arrows Managers LLP (Verenigd Koninkrijk) en Five Arrows Managers LLC (“Five Arrows”, Verenigde Staten), beide onder zeggenschap van Rothschild & Co S.C.A. (“Rothschild”, Frankrijk); |
— |
TA Associates Management, L.P. (″TA Associates″, Verenigde Staten); |
— |
Datix (Holdings) Limited (″RLDatix″, Verenigd Koninkrijk). |
Nordic Capital, Five Arrows en TA Associates verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over RLDatix.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
Nordic Capital: private-equityfonds dat gericht is op investeringen hoofdzakelijk in de sectoren gezondheidszorg, technologie en betaaldiensten, financiële diensten, industriële en zakelijke diensten en consumentenproducten in de Noordse regio en geselecteerde Noord-Europese landen; |
— |
Rothschild: financiële adviesgroep voor fusies en overnames, strategische en financiële adviesverlening, alsook oplossingen voor investeringen en vermogensbeheer voor grote instellingen, families, particulieren en overheden over de hele wereld; |
— |
TA Associates: beleggingsadviseur van de TA Associates-fondsen, een belegger in de sectoren technologie, financiële diensten, gezondheidszorg, consumentengoederen en zakelijke diensten in Noord-Amerika; |
— |
RLDatix: aanbieder van een suite van cloud-gebaseerde software voor patiëntveiligheid. RLDatix heeft onlangs Allocate overgenomen, een aanbieder van oplossingen voor personeelsplanning die zich toelegt op de ondersteuning van de operationele en administratieve behoeften van zorgprofessionals in uiteenlopende zorginstellingen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10523 — Nordic Capital / Rothschild / TA Associates / RLDatix
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/29 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10475 — United Group / Wind Hellas)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/11)
1.
Op 16 november 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
United Group B.V. (“United Group”, Nederland); |
— |
Wind Hellas (“Wind”, Griekenland). |
United Group verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Wind.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
United Group: aanbieder van telecommunicatie- en mediadiensten in Zuidoost-Europa. Sedert november 2020 is United Group actief in Griekenland en Cyprus via haar volle dochteronderneming Nova Telecommunication S.M.S.A. (voorheen Forthnet), een telecomoperator die vaste telefonie- en vaste breedbanddiensten aanbiedt in Griekenland en betaaltelevisiediensten in Griekenland en Cyprus. United Group staat uiteindelijk onder uitsluitende zeggenschap van BC Partners LLP, een internationale beleggingsonderneming; |
— |
Wind: aanbieder van mobiele, vaste en internetdiensten, alsook, in beperkte mate, retailbetaaltelevisiediensten in Griekenland. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10475 — United Group / Wind Hellas
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/30 |
BESLUIT TOT AFSLUITING VAN DE FORMELE ONDERZOEKPROCEDURE NA INTREKKING DOOR DE LIDSTAAT
Steunmaatregelen van de staten — Polen
(Artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 108, lid 2, VWEU – Intrekking van een aanmelding
Steunmaatregelen SA.51987 (2019/C) (ex 2018/N) – Polen – Stadsverwarmingsnetwerk – Tarnobrzeg, SA.52084 (2019/C) (ex 2018/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Ropczyce, SA.52238 (2019/C) (ex 2018/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Lesko, SA.54236 (2019/C) (ex 2019/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Dębica, en SA.55273 (2019/C) (ex 2019/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Ustrzyki Dolne
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/12)
De Commissie heeft besloten de formele onderzoeksprocedure van artikel 108, lid 2, VWEU, die zij op 25 oktober 2019 (1) ten aanzien van de bovengenoemde maatregelen had ingeleid, af te sluiten, omdat zij heeft vastgesteld dat Polen zijn aanmeldingen op 21 april 2020 en 11 juni 2021 heeft ingetrokken.
(1) Besluit van de Commissie in de zaken SA.51987 (2019/C) (ex 2018/N) – Polen – Stadsverwarmingsnetwerk – Tarnobrzeg, SA.52084 (2019/C) (ex 2018/N) – Stadsverwarmingsnet – Ropczyce, SA.52238 (2019/C) (ex 2018/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Lesko, SA.54236 (2019/C) (ex 2019/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Dębica, en SA.55273 (2019/C) (ex 2019/N) – Stadsverwarmingsnetwerk – Ustrzyki Dolne (PB C 411 van 6.12.2019, blz. 6).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/31 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10513 — ACCIAIERIA ARVEDI / FINARVEDI / ACCIAI SPECIALI TERNI / THYSSENKRUPP STAINLESS / THYSSENKRUPP STAINLESS TURKEY METAL SANAYI VE T)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/13)
1.
Op 17 november 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Acciaieria Arvedi SpA (Italië) (“Acciaieria Arvedi”), die onder de zeggenschap staat van Finarvedi SpA (Italië); |
— |
Acciai Speciali Terni SpA (Italië) (“AST”); |
— |
Thyssenkrupp Stainless GmbH (Duitsland), die onder de zeggenschap staat van AST; |
— |
Thyssenkrupp Stainless Turkey Metal Sanayi ve Ticaret AS (Turkije), die onder de zeggenschap staat van AST. |
Acciaieria Arvedi verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van AST, Thyssenkrupp Stainless GmbH en Thyssenkrupp Stainless Turkey Metal Sanayi ve Ticaret AS.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
Acciaieria Arvedi: productie en verkoop van koolstofstaalproducten, waaronder koolstofstalen breedband, gelaste koolstofstalen buizen en koudgetrokken koolstofstalen buizen, roestvaste stalen buizen, en andere activiteiten in de staalsector; |
— |
AST, Thyssenkrupp Stainless GmbH en Thyssenkrupp Stainless Turkey Metal Sanayi ve Ticaret AS: productie, distributie en levering van bepaalde roestvaste staalproducten, zoals plaatstaal (voorraadafmetingen of afmetingen op aanvraag) of roestvaste stalen rollen in alle kwaliteiten, gelaste buizen en pijpen en rechthoekige profielen voor diverse sectoren zoals de automobielindustrie, de energieopwekking, de staalproductie, de conservering van levensmiddelen en de bouwnijverheid. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10513 — ACCIAIERIA ARVEDI / FINARVEDI / ACCIAI SPECIALI TERNI / THYSSENKRUPP STAINLESS / THYSSENKRUPP STAINLESS TURKEY METAL SANAYI VE T
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
24.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/33 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M. 10504 — EQT/H&F/Zooplus)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 473/14)
1.
Op 15 november 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
EQT Fund Management S.à.r.l (“EQT”, Luxemburg), die deel uitmaakt van de EQT-groep (Zweden); |
— |
Hellman & Friedman LLC (“H&F”, Verenigde Staten); |
— |
Zooplus AG (“Zooplus”, Duitsland). |
H&F en EQT verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Zooplus.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
EQT: investeringsfonds dat deel uitmaakt van de EQT-groep waarvan de portefeuille-ondernemingen wereldwijd actief zijn in uiteenlopende bedrijfstakken en sectoren, zoals gezondheidszorg, diensten, consumentengoederen, energie en milieu enz.; |
— |
H&F: private- equityinvesteringen in verschillende sectoren over de hele wereld, waaronder software en technologie, financiële diensten, gezondheidszorg, consumentengoederen en kleinhandel en andere zakelijke diensten; |
— |
Zooplus: onlinedetailhandelaar in producten voor huisdieren, die actief is in de meeste EU-lidstaten. Zooplus exploiteert een aantal lokale en grensoverschrijdende webshops die producten verkopen voor honden, katten, vogels, paarden, knaagdieren en aquariumvissen. Het productscala omvat met name huisdiervoeding, alsook accessoires (zoals krabpalen, reismanden, speeltjes, kattenbakken en snacks). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10504 — EQT/H&F/ZOOPLUS
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).