|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 262/01 |
||
|
2021/C 262/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10289 — PSP/Aviva/10 Station Road) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 262/03 |
||
|
|
Rekenkamer |
|
|
2021/C 262/04 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/1 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
EU-richtsnoeren om de activiteiten in de culturele en creatieve sectoren veilig te hervatten — COVID-19
(2021/C 262/01)
I. DE CULTURELE SECTOREN IN DE EU EN DE COVID-19-PANDEMIE
De culturele en creatieve sectoren en industrieën (CCSI) — het zogenaamde industriële ecosysteem — hebben een cruciale rol gespeeld in de ongekende situatie als gevolg van de COVID-19-pandemie. De crisis heeft duidelijk gemaakt dat cultuur belangrijk is voor het welzijn en de geestelijke gezondheid (1). Cultuur heeft mensen geholpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de lockdown en de afstandsregels, dankzij het engagement en de creativiteit van de CCSI om het publiek in innovatieve virtuele omgevingen te bereiken. De grootschalige beperkingen sinds de uitbraak van de pandemie hebben de CCSI bijzonder hard getroffen: veel activiteiten zijn tot stilstand gekomen door de sluiting van locaties en ruimten, de annulering van evenementen, festivals en tournees, en de drastische beperking van de mobiliteit van cultuurwerkers en de verspreiding van culturele werken.
Uit het 2021 Annual Single Market Report (2) blijkt dat het ecosysteem een van de zwaarst getroffen industriële ecosystemen in de EU is geweest. Volgens het verslag “this is particularly the case for activities based on venues and visits: performing arts and “heritage” sectors (e.g. live music, theatres, circus, festivals, cinema, museums and heritage sites). For example cinema operators in the EU report a 70% drop in box office sales in 2020, music venues report a 76% drop in attendance (64% in revenues) and museums lost revenues up to 75-80% (in popular touristic regions).” De gevolgen blijken ook uit de daling met ongeveer 35 % van de royalty’s die door organisaties voor collectief rechtenbeheer worden geïnd voor auteurs en uitvoerende kunstenaars, van wie de inkomsten naar verwachting in 2021 en 2022 zullen blijven dalen (3).
Op een meer geaggregeerd sectoraal niveau blijkt uit gegevens van Eurostat over de toegevoegde waarde dat de sector kunst, amusement en recreatie in 2020 procentueel het zwaarst getroffen is vergeleken met 2019 (zie figuur 1). De impact was bijzonder groot in het tweede en het vierde kwartaal, toen de pandemie het sterkst woedde (4). Een groot deel van de activiteiten in deze sector maakt deel uit van het ecosysteem.
Procentuele verandering ten opzichte van dezelfde periode het voorgaande jaar.
Bron: Eurostat.
Vanwege hun sterke troeven zijn cultuur en de CCSI belangrijk voor het duurzaam herstel in de EU, de versterkte veerkracht van onze samenlevingen en, meer algemeen, onze Europese levenswijze. Er zijn meer gecoördineerde en op maat gesneden inspanningen in alle lidstaten nodig om de sector in staat te stellen de activiteiten veilig en geleidelijk te hervatten, aan veerkracht te winnen en beter op toekomstige crises voorbereid te zijn. Tegelijkertijd hebben de CCSI behoefte aan een duidelijk perspectief.
De Commissie heeft verschillende maatregelen ter aanvulling en ondersteuning van de maatregelen van de lidstaten genomen om de gevolgen van de pandemie voor de sector op te vangen. De CCSI hebben geprofiteerd van transversale onmiddellijke responsmaatregelen van de EU en gerichte steun uit financieringsinstrumenten van de EU. Ze zullen ook steun ontvangen voor inclusief en duurzaam herstel en veerkracht in het kader van het nieuwe meerjarige financiële kader (2021-2027) en NextGeneration EU (5) , (6).
Dankzij de voortschrijdende vaccinatieprogramma’s — die aanleiding geven tot optimisme dat de verspreiding van COVID-19 aanzienlijk zal worden geremd — zijn de lidstaten er geleidelijk toe overgegaan de opheffing van beperkingen te overwegen en uit te voeren, ook op het gebied van cultuur door culturele locaties opnieuw te laten openen en culturele activiteiten en evenementen te laten hervatten. Gezien de dynamische ontwikkeling van de pandemie zijn deze stappen gebaseerd op moeilijke keuzen. Er zijn ook grote verschillen tussen de maatregelen die op nationaal niveau worden genomen.
Om de lidstaten bij hun besluitvorming te helpen, worden in de mededeling “Samen toewerken naar een veilige en duurzame heropening” (7) richtsnoeren van de EU aangekondigd voor de veilige heropening van de culturele sector, en met name de muzieksector, de audiovisuele sector, de uitvoerende kunsten, expositieruimten (zoals musea of galerieën), bibliotheken en culturele-erfgoedlocaties. Deze richtsnoeren beogen de keuzen van de lidstaten te vergemakkelijken en de coördinatie van hun maatregelen op EU-niveau te bevorderen. Twee belangrijke kwesties komen aan bod: de veilige heropening van de culturele sector en het duurzame herstel ervan.
De richtsnoeren worden gepresenteerd op een ogenblik waarop de volksgezondheidssituatie in de EU geleidelijk verbetert (8) dankzij de recente toename van geleverde vaccins en het groter aantal gevaccineerde personen, in combinatie met minder nieuwe gevallen en overlijdens, meer tegen de ziekte beschermde bevolkingsgroepen en niet-farmaceutische maatregelen in alle lidstaten (9). Hoewel er zeker reden voor optimisme is, blijft de overdracht van SARS-CoV-2 wijdverbreid in een groot deel van de EU/EER, met het bijkomende gevaar van zorgwekkende varianten, waardoor toezicht, waakzaamheid en een zorgvuldige risicobeoordeling noodzakelijk blijven.
II. EU-RICHTSNOEREN VOOR EEN VEILIGE HEROPENING VAN DE CULTURELE EN CREATIEVE SECTOREN
Belangrijk is dat bij proefevenementen in verschillende CCSI-omgevingen in de EU is gebleken dat slechts weinig gevallen van COVID-19 het gevolg zijn van overdracht tijdens of rond culturele evenementen. Specifieke voorwaarden voor deelname aan deze proefevenementen en de monitoring van gegevens na afloop van deze experimenten zijn van cruciaal belang geweest voor een veilige organisatie.
In deze EU-richtsnoeren wordt een gemeenschappelijke EU-brede aanpak gepresenteerd voor een gecoördineerde en veilige hervatting van de activiteiten in de CCSI. Ze voorzien in de nodige flexibiliteit zodat met de uiteenlopende epidemiologische situaties in de lidstaten rekening kan worden gehouden, ze aan de vooruitgang bij de bestrijding van de pandemie kunnen worden aangepast en de interoperabiliteit met andere EU- en internationale instrumenten en normen kan worden gewaarborgd. Ze zijn gebaseerd op input van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (European Centre for Disease Prevention and Control, ECDC) en uitwisselingen met het Comité voor de beveiliging van de gezondheid (Health Security Committee, HSC) in mei 2021.
De EU-richtsnoeren worden hierna gepresenteerd in de vorm van:
|
— |
algemene beginselen en indicatoren; en |
|
— |
aanbevelingen. |
De lidstaten worden aangemoedigd de richtsnoeren toe te passen, hoewel de toepassing ervan — in volledige overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel — vrijwillig is.
1. Algemene beginselen en indicatoren voor een veilige heropening van de culturele sector
a) Percentage gevaccineerde personen
Een voldoende hoog percentage gevaccineerde personen is essentieel voor een grootschalige en veilige heropening van de samenleving, met inbegrip van culturele instellingen. Geleidelijk naderen we het streefcijfer van ten minste 70 % gevaccineerde volwassenen in de zomer (10), maar een aanzienlijk aantal mensen is nog niet gevaccineerd. Daarom is het van essentieel belang de hervatting van sociale activiteiten gefaseerd te plannen op basis van de in elke fase getrokken lessen over de wijze waarop het infectierisico doeltreffend kan worden teruggedrongen, en op basis van de onderliggende epidemiologische situatie.
b) Locaties en omstandigheden
Culturele activiteiten vinden op uiteenlopende locaties en onder uiteenlopende omstandigheden plaats (bijvoorbeeld indoor of in openlucht; nu eens kunnen de toeschouwers zich vrij bewegen, dan weer krijgen ze een vaste plaats toegewezen). Het is belangrijk zich bewust te zijn van de mate waarin mensenstromen kunnen worden gecontroleerd en van de mogelijke interactieniveaus. Maatregelen (bijvoorbeeld niet-farmaceutische maatregelen) kunnen het infectierisico reduceren, maar niet volledig uitsluiten. Wanneer een specifiek soort evenement georganiseerd mag worden, moeten de risico’s daarom zorgvuldig worden beoordeeld (11). Wanneer culturele activiteiten worden hervat, moeten de lidstaten rekening houden met de indicatoren in tabel 1 (indicatoren op het niveau van de bevolking) (12), tabel 2 (indicatoren op individueel niveau) en tabel 3 (indicatoren op het niveau van culturele instellingen) (13).
Tabel 1
Indicatoren op het niveau van de bevolking
|
Indicatoren |
Toelichting |
|
De epidemiologische achtergrondsituatie |
De virale circulatie in de gemeenschap heeft een direct effect op het gevaar van mogelijke overdracht op elke locatie, met inbegrip van culturele instellingen. |
|
Het percentage gevaccineerde personen |
Een hoog percentage gevaccineerde personen — te beginnen bij personen met een verhoogd risico op ernstige COVID-19 — wordt beschouwd als de enige duurzame manier om maatregelen op te heffen en de samenleving opnieuw te openen, met inbegrip van culturele instellingen. |
|
De verspreiding van zorgwekkende aan immuniteit ontsnappende varianten |
Het risico op overdracht door gevaccineerde of eerder besmette personen kan groter zijn in gebieden waar aan immuniteit ontsnappende varianten in de gemeenschap worden overgedragen. |
Tabel 2
Indicatoren op individueel niveau
|
Indicatoren |
Toelichting |
|
Leeftijdsmix en onderliggende medische aandoeningen |
Wie ouder dan 60 jaar is en een onderliggende medische aandoening heeft, loopt een hoger risico op ernstige COVID-19. Voorbeelden van onderliggende medische aandoeningen zijn hypertensie, diabetes, hart- en vaatziekten, chronische ademhalingsziekten, chronische nierziekten, immuniteitsproblemen, kanker en obesitas. |
|
Tests, vaccinatiestatus en eerder besmette personen |
Een negatieve snelle antigeentest (RADT) bij de ingang van een locatie kan het risico verminderen dat besmette personen de locatie betreden. Het risico dat gevaccineerde personen COVID-19 overdragen aan andere bezoekers en deelnemers is beperkt. Het risico dat mensen die eerder besmet zijn geweest, het virus overdragen is ook kleiner. Onzeker is hoelang dit beschermend effect vanaf het tijdstip van besmetting aanhoudt. Positieve antilichaamtests worden niet als afdoende bewijs van niet-infectiviteit beschouwd en mogen daarom niet worden gebruikt als criteria voor toegang tot en deelname aan culturele activiteiten (14). |
|
De toepassing van niet-farmaceutische maatregelen |
Het vermijden van fysiek contact en het bewaren van een fysieke afstand van 1 à 2 m wordt beschouwd als een belangrijke preventieve maatregel. Afstandsregels zijn in Europa en de rest van de wereld op grote schaal gepromoot. Het gebruik van gezichtsmaskers wordt geassocieerd met een kleine tot matige daling van de virusoverdracht en kan als aanvullende maatregel worden toegepast om de overdracht indoor en op drukke buitenlocaties te verminderen. Maatregelen ter bevordering van de ademhalingshygiëne worden tijdens de pandemie sterk aanbevolen als goede praktijk ter preventie van alle ziekten die door rechtstreeks contact kunnen worden overgedragen via afscheidingen uit de luchtwegen. Passende maatregelen ter bevordering van de handhygiëne worden tijdens de pandemie sterk aanbevolen als goede praktijk ter preventie van alle ziekten die door rechtstreeks contact kunnen worden overgedragen via afscheidingen uit de luchtwegen of via fecale/orale weg. |
Tabel 3
Indicatoren op het niveau van culturele instellingen
|
Indicatoren |
Toelichting |
|
Soort evenement |
Outdoor evenementen zijn minder risicovol dan indoor evenementen en verdienen waar mogelijk de voorkeur. Indoor moet voor een optimale ventilatie worden gezorgd overeenkomstig de toepasselijke bouwvoorschriften en rekening houdend met de grootte van de locatie en het aantal bezoekers/deelnemers. |
|
Spreiding van bezoekers/deelnemers |
SARS-CoV-2 wordt vooral overgedragen waar veel mensen samen zijn. Ook wanneer deelnemers zich verplaatsen (en niet op een vaste plaats zitten), is het moeilijker om de afstandsregels te doen naleven. De toewijzing van vaste plaatsen levert een meerwaarde op met het oog op contactonderzoek. |
|
Grootte van het evenement |
De grootte van het evenement is recht evenredig met de complexiteit van potentieel contactonderzoek als later positieve gevallen worden ontdekt. Contactonderzoek na grote evenementen met veel deelnemers kan moeilijker te organiseren zijn. |
c) Coördinatie en communicatie
Het is van essentieel belang mechanismen te ontwikkelen om voor coördinatie en communicatie te zorgen tussen de autoriteiten en actoren in de culturele sector en tussen lokale en nationale/regionale overheden. Ook risicocommunicatie (onder meer met behulp van digitale middelen) is van vitaal belang om ervoor te zorgen dat het publiek goed geïnformeerd is over de lokale omstandigheden, de maatregelen bij vermoedelijke gevallen van COVID-19, de toegang tot gezondheidszorg enzovoort, met name wanneer bij grotere evenementen of in grotere culturele instellingen mogelijk personen uit andere regio’s of landen aanwezig zijn. Duidelijke richtsnoeren en duidelijkheid over het tijdstip waarop maatregelen in werking treden of versoepeld worden, zijn van cruciaal belang voor de ondersteuning van de sector.
d) Grondig toezicht en permanente monitoring
Tijdens evenementen in de hele EU zijn de voorwaarden voor deelname en de follow-up van de deelnemers met het oog op contactonderzoek getest om na te gaan of evenementen veilig kunnen worden georganiseerd (15). Hieruit is gebleken dat de lidstaten zouden moeten blijven overwegen om deelnemers onder bepaalde voorwaarden tot culturele evenementen en locaties toe te laten in combinatie met de bovengenoemde risicobeoordeling. Grondig toezicht en monitoring zijn bij elke massabijeenkomst onontbeerlijk om te voorkomen dat dergelijke evenementen “super spreaders” worden.
2. Aanbevelingen inzake gezondheidsprotocollen voor culturele instellingen
Naast de risicobeoordelingen van het ECDC en de aanbevelingen van gezondheidsinstanties (met name de Wereldgezondheidsorganisatie) dienen de onderstaande aanbevelingen als richtsnoer voor het ontwerp en de toepassing van maatregelen en protocollen in de lidstaten met het oog op de hervatting van culturele diensten en evenementen. Doel is een gecoördineerde aanpak in overeenstemming met de specifieke nationale/regionale/lokale omstandigheden te ondersteunen en voor meer veiligheid voor het publiek, cultuurwerkers en werknemers te zorgen door in de CCSI van gezondheidsprotocollen gebruik te maken.
Bij het opstellen van maatregelen en protocollen voor culturele instellingen worden de lidstaten aangemoedigd om:
|
— |
nauw met belanghebbenden samen te werken en ervoor zorgen dat de maatregelen op maat gesneden zijn en in verhouding staan tot de omvang en de aard van de dienst. De lidstaten moeten overwegen de toepassing van de maatregelen te ondersteunen; |
|
— |
de maatregelen ter bescherming van de gezondheid van het publiek en de werknemers en rekening houdend met alle relevante expertise en overwegingen regelmatig opnieuw te evalueren en aan te passen in het licht van de behoeften op het gebied van de volksgezondheid; |
|
— |
te zorgen voor een nauwe intersectorale coördinatie tussen de lokale en/of nationale volksgezondheidsinstanties en de culturele instellingen om ervoor te zorgen dat de meest recente regels en voorschriften binnen een bepaald geografisch gebied worden gedeeld en toegepast en de uitvoering ervan wordt gemonitord; en |
|
— |
de voorgestelde maatregelen en protocollen in gelijke mate toe te passen op alle culturele instellingen, ongeacht of het om overheids-, particuliere, zichzelf besturende of andere instellingen gaat. |
De volgende maatregelen worden aanbevolen (16):
|
1) |
De lidstaten zouden een gefaseerde strategie moeten blijven volgen, te beginnen met een geleidelijke hervatting van de activiteiten met een beperkt aantal deelnemers. De aantallen kunnen worden verhoogd als de epidemiologische situatie niet verslechtert (bijvoorbeeld door de toegenomen circulatie van zorgwekkende varianten) en het percentage gevaccineerde personen in voldoende mate toeneemt. |
|
2) |
Culturele instellingen zouden over een paraatheidsplan moeten beschikken met maatregelen om de overdracht van SARS-CoV-2 tijdens een evenement/in de inrichting te voorkomen. Er zou te allen tijde een specifiek actieplan ter beschikking van alle personeelsleden moeten worden gesteld waarin hun taken en verantwoordelijkheden worden beschreven. Het plan zou ook protocollen moeten omvatten voor het geval er COVID-19-gevallen worden vastgesteld. |
|
3) |
De werkgevers in culturele instellingen zouden er ook voor moeten zorgen dat het personeel zoveel mogelijk aanbevelingen van niet-farmaceutische aard kan volgen als praktisch haalbaar is. Gedacht kan onder meer worden aan passende beschermende maatregelen, de vermindering van het aantal personeelsleden op de locatie, het maximaal beperken van het aantal fysieke contacten en de duur ervan, telewerkregelingen, gespreide rusttijden, het maximale gebruik van elektronische communicatie en een passende opleiding voor alle personeelsleden (17). |
|
4) |
De werkgevers zouden de toegang van hun werknemers tot COVID-19-vaccinaties overeenkomstig de nationale plannen moeten vergemakkelijken en bevorderen, aangezien de werknemers van culturele instellingen in contact komen met het publiek en met andere werknemers. |
|
5) |
Het publiek zou vóór aankomst op de locatie en op de locatie zelf op een toegankelijke manier (onder meer digitaal) alle nodige informatie moeten krijgen over alle actuele richtsnoeren van de lokale volksgezondheidsinstanties en over de specifieke maatregelen op de locatie. |
|
6) |
De toegang tot culturele instellingen zou alleen kunnen worden verleend als de betrokkenen een bewijs kunnen voorleggen dat ze negatief op COVID-19 getest zijn (RT-PCR-test of snelle antigeentest) en/of gevaccineerd zijn en/of binnen een bepaalde termijn met COVID-19 besmet zijn geweest, d.w.z. een bewijsstuk dat vergelijkbaar is met het digitale EU-covidcertificaat. Instellingen kunnen ook overwegen om bij de ingang snelle antigeentests uit te voeren, als zulks haalbaar is. Afhankelijk van de plaatselijke epidemiologische situatie (bijvoorbeeld de circulatie van aan immuniteit ontsnappende varianten) zou dit vereiste kunnen worden uitgebreid tot volledig gevaccineerde personen. |
|
7) |
De instellingen zouden over de contactgegevens van de leden van het publiek moeten beschikken voor het geval deze gegevens nodig zijn voor contactonderzoek. Het contactonderzoek zou slechts één doelstelling mogen dienen, namelijk de uitbraak van COVID-19 bestrijden. De instellingen zouden de deelnemers op de hoogte moeten brengen van de mogelijkheid mobiele apps voor contactonderzoek te gebruiken, aangezien dergelijke apps nuttig zijn om nauwe contacten van personen die na een evenement ziek worden, te melden. Veel lidstaten voorzien in dergelijke apps, die overeenkomstig de gemeenschappelijke EU-toolbox van het e-gezondheidsnetwerk voor mobiele applicaties zijn ontwikkeld ter ondersteuning van contactonderzoek in de strijd van de EU tegen COVID-19. Sommige lidstaten trachten deze apps met nieuwe functies te verbeteren, bijvoorbeeld met het oog op digitaal contactonderzoek om grote groepen personen op de hoogte te brengen van COVID-19-hotspots. |
|
8) |
De deelnemers aan grote evenementen zouden moeten worden gemonitord en uitbraken zouden moeten worden opgespoord en onderzocht om een beter inzicht te krijgen in de wijze waarop culturele activiteiten veilig kunnen worden hervat. |
|
9) |
De instellingen zouden gerichte maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat de afstandsregels worden nageleefd in gemeenschappelijke ruimten waar personen gedurende langere tijd (d.w.z. langer dan 15 minuten) samenkomen. Er kan onder meer worden gedacht aan de beperking van het aantal personen dat in elke gemeenschappelijke ruimte (bijvoorbeeld restaurants, cafés, bars, lobby’s, rijen mensen binnen en buiten locaties) is toegelaten. Als de afstandsregels niet volledig kunnen worden nageleefd, zou het dragen van gezichtsmaskers door de aanwezigen sterk moeten worden overwogen, zelfs bij evenementen in open ruimten. |
|
10) |
Naast afstandsregels zouden ook specifieke persoonlijke beschermingsmaatregelen (bijvoorbeeld hand- en ademhalingshygiëne) en reinigings- en ontsmettingsprotocollen moeten worden toegepast (18). |
|
11) |
Handhygiëne is een essentiële niet-farmaceutische maatregel en het belang ervan zou duidelijk moeten worden gecommuniceerd. De instellingen zouden moeten zorgen voor gemakkelijk toegankelijke en met vloeibare zeep, papieren handdoekjes voor eenmalig gebruik of automatische handdrogers uitgeruste faciliteiten om de handen te wassen en voor alcoholoplossingen om de handen te ontsmetten. |
|
12) |
Het dragen van gezichtsmaskers door zowel het personeel als het publiek zou als een aanvullende maatregel moeten worden beschouwd (als een afstand van 1 à 2 m niet kan worden gegarandeerd) en niet als een alternatief voor essentiële preventieve maatregelen. Een passend gebruik van gezichtsmaskers is belangrijk en zou aan de organisatoren en het publiek moeten worden uitgelegd, met name waar/wanneer de afstandsregels niet kunnen worden nageleefd (19). |
|
13) |
Aanbevolen wordt de lucht frequenter te verversen en zo veel mogelijk buitenlucht in gesloten ruimten aan te voeren door middel van natuurlijke of mechanische ventilatie, afhankelijk van de instelling (20). |
|
14) |
Het is uiterst belangrijk om oppervlakken die vaak worden aangeraakt, zo vaak mogelijk schoon te maken (ten minste dagelijks en zo mogelijk vaker) (21). |
|
15) |
De monitoring van en het toezicht op de uitvoering van de voorschriften zouden zorgvuldig moeten worden ondersteund. |
III. MAATREGELEN TER ONDERSTEUNING VAN HET DUURZAME HERSTEL VAN DE CULTURELE SECTOREN
De heropening van de culturele sector moet gepaard gaan met een reeks maatregelen om te zorgen voor duurzaam herstel en veerkracht van de hele sector, in overeenstemming met de recente actualisering van de industriële strategie van de EU (22), en in overeenstemming met de staatssteunregels. De lidstaten zouden deze maatregelen in nauwe samenwerking met de culturele sector en subsectoren kunnen gebruiken om het herstel van de sectoren te ondersteunen en hun veerkracht te verbeteren.
a) EU-instrumenten om de heropening te vergemakkelijken
Op verzoek van de Commissie heeft het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) gezondheids- en veiligheidsprotocollen voorgesteld om de verspreiding van COVID-19 in het toeristische ecosysteem te voorkomen; deze hebben specifiek betrekking op bepaalde culturele sectoren. Het initiatief omvat ook een speciaal label, het COVID-19-veiligheidslabel voor Europees toerisme dat de lidstaten ter beschikking kunnen stellen. De lidstaten kunnen culturele organisaties die gebruik willen maken van het veiligheidslabel ook helpen om de verschillende financieringsmogelijkheden van de EU voor toerisme en cultuur te gebruiken om de mogelijke kosten te dekken (23).
Als onderdeel van hun nationale oplossingen kunnen de lidstaten ervoor kiezen, en worden zij ertoe aangemoedigd, om het digitale EU-covidcertificaat (24) te gebruiken voor de veilige toegang tot en deelname aan culturele activiteiten (25). Het gebruik van het digitale EU-covidcertificaat zal de formaliteiten vereenvoudigen voor burgers die naar andere lidstaten reizen en culturele evenementen bijwonen.
De lidstaten zouden gebruik moeten maken van de mogelijkheden van het webplatform “Re-open EU” (26), dat essentiële informatie biedt, onder meer over het openstellen van de culturele sector, en waarmee Europeanen in alle vertrouwen hun reis kunnen plannen. De lidstaten zouden tijdige en gevalideerde informatie over de culturele sector moeten blijven aanleveren voor dit platform.
De lokale overheden van de lidstaten worden aangemoedigd gebruik te maken van “Cultural gems” (27) — een open inventarisatieplatform voor culturele en creatieve trefpunten in Europa — om bezoekers informatie te verstrekken over cultuur in steden en gemeenten en zo het cultuurtoerisme te ondersteunen. Lokale overheden kunnen eventueel de lokale bewoners betrekken bij het inventarisatieproces.
b) Het vertrouwen herstellen door verloren publiek te betrekken
De lidstaten zouden moeten helpen bij het ontwerpen en faciliteren van nieuwe bedrijfsmodellen en innovatieve regelingen om tegemoet te komen aan de noodzaak om de capaciteit van de sector te vergroten om uit de crisis te komen.
De sectoren hebben ook geëxperimenteerd met nieuwe vormen van contact met hun publiek via digitale technologieën, bijvoorbeeld op het gebied van audiovisuele technieken, waar bioscopen samenwerkten met onlineplatforms, of op het gebied van podiumkunsten en muziek. In alle sectoren zijn festivals ook begonnen met innovatieve onlinemodellen voor outreach.
In het kader van het programma Creatief Europa is een nieuw instrument, “Perform Europe”, gelanceerd ter ondersteuning van innovatieve, inclusieve en duurzame modellen voor distributie en tournees in de podiumkunsten (28). In 2021 zal ook een innovatieve regeling ter ondersteuning van het duurzame herstel van de Europese muzieksector beschikbaar worden gesteld (29).
c) Experimenteren met nieuwe manieren om culturele inhoud te bevorderen en te reageren op veranderingen in het gedrag van het publiek
De lidstaten zouden de sector moeten helpen zich aan te passen aan nieuwe maatschappelijke behoeften na de pandemie, door acties te combineren die gericht zijn op de digitale en fysieke omgeving. Maatregelen om de betrokkenheid en het begrip van digitale publieksgroepen te vergemakkelijken, zouden moeten worden bevorderd.
In de tweede helft van 2021 zal de Commissie een deskundigengroep inzake het begrijpen van digitale publieksgroepen in het leven roepen om de aandacht te richten op de lessen die zijn getrokken uit COVID-gerelateerde praktijken en innovaties om online publiek te behouden en een nieuw publiek op te bouwen. De lidstaten worden aangespoord om expertise voor deze groep ter beschikking te stellen en relevante goede praktijken die uit de werkzaamheden van de deskundigengroep voortvloeien toe te passen.
d) Het culturele aanbod aanpassen aan specifieke doelstellingen en verschillende contexten en het verband tussen cultuur en welzijn versterken
De lidstaten worden aangemoedigd om een sterkere koppeling tussen cultuur, onderwijs en welzijn te bevorderen. Zij zouden de sector moeten ondersteunen bij zijn inspanningen om tegemoet te komen aan de behoeften van groepen die bijzonder getroffen zijn door de pandemie en ervoor zorgen dat de toegang van kwetsbare groepen tot cultuur een prioriteit blijft. De Commissie heeft een oproep gedaan om bottom-upbeleidsontwikkeling voor cultuur en welzijn te ondersteunen (30).
e) Investeringen vergemakkelijken in strategieën die de duurzaamheid en veerkracht van de sector bevorderen
Het is van essentieel belang dat de lidstaten ten volle gebruikmaken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (31) om de negatieve gevolgen van de pandemie te boven te komen en de CCSI beter bestand te maken tegen toekomstige crises door de structurele uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd aan te pakken.
De lidstaten zouden ook nauw moeten samenwerken met regio’s en lokale overheden om optimaal gebruik te maken van kansen op cltureel vlak die verband houden met het cohesiebeleid voor de programmeringsperiode 2021-2027” (32).
De lidstaten zouden de mogelijkheden voor aanvullende financiering voor cultureel erfgoed moeten blijven onderzoeken. Samen met culturele instellingen zouden zij moeten nagaan hoe de resultaten van beste praktijken in de hele EU, die onlangs door de Commissie in kaart zijn gebracht, kunnen worden bevorderd en toegepast (33).
De lidstaten zouden ook maatregelen moeten onderzoeken voor het gebruik van gemengde bronnen om de extra financiële lasten in verband met de heropening te verlichten (bv. kosten van het toepassen van gezondheidsprotocollen en uitvoeringsmaatregelen, zoals opleiding van personeel en communicatie met het publiek).
f) Investeren in vaardigheden, digitale opleiding en digitale capaciteitsopbouw
De lidstaten en de CCSI worden aangemoedigd om nieuwe opleidingsmodellen, peer learning en bijscholing te bevorderen om cultuurwerkers en professionals de nieuwe vaardigheden aan te leren die nodig zijn voor het digitale herstel.
Op EU-niveau zal het pact voor vaardigheden (34) de toegang van belanghebbenden tot informatie vergemakkelijken. De vaardighedenagenda voor Europa (35) ondersteunt digitale vaardigheden, onder meer met digitale stoomcursussen voor kleine en middelgrote ondernemingen en het programma “digitale vrijwilligers” om het huidige personeelsbestand van de kmo’s op digitaal vlak bij te scholen.
Het programma Creatief Europa zal professionals blijven ondersteunen door hen uit te rusten met de vaardigheden die zij nodig hebben om de mogelijkheden van digitale technologieën volledig te benutten, zowel voor creatieve als voor zakelijke doeleinden. In 2021 is in het kader van het onderdeel cultuur steun voor de ontwikkeling van digitale instrumenten ter bevordering van de transformatie en ter versterking van het concurrentievermogen aangemerkt als een mogelijke prioriteit voor alle sectoren en als onderdeel van relevante capaciteitsopbouw specifiek voor professionals op het gebied van muziek en cultureel erfgoed. De actie voor de ontwikkeling van vaardigheden en talenten in het kader van het onderdeel Media van het programma Creatief Europa zal audiovisuele professionals blijven ondersteunen.
Het nieuwe programma Digitaal Europa (36) zal een essentieel hulpmiddel vormen om de lidstaten en de CCSI in staat te stellen synergieën tot stand te brengen bij digitale beheerders en de digitale capaciteitsopbouw te versterken.
De lidstaten worden aangemoedigd de ontwikkelingen en bevindingen van het CHARTER-project te volgen, de alliantie voor sectorale vaardigheden in het kader van Erasmus+ op het vlak van cultureel erfgoed (37).
g) Verspreiding van gegevens en follow-up van proefevenementen
De lidstaten worden gestimuleerd om gegevens te verzamelen en te verspreiden over de resultaten en de veiligheid van culturele proefevenementen ter ondersteuning van de informatie-uitwisseling binnen de CCSI en, in voorkomend geval, met de wetenschappelijke wereld.
h) Meer middelen in het kader van nieuwe EU-programma’s
De lidstaten zouden binnen de CCSI informatie over nieuwe financieringsmogelijkheden in het kader van de nieuwe (2021-2027) generatie programma’s moeten verspreiden. Culturele autoriteiten en organisaties moeten worden aangemoedigd om het potentieel te vergroten van programma’s zoals Creatief Europa en Horizon Europa, die een aanzienlijk hoger budget voor de CCSI hebben uitgetrokken. Om de meest dringende behoeften van de sectoren aan te pakken, zal het aanvullende programma Creatief Europa zijn steun vervroegen door in 2021 en 2022 728 miljoen EUR beschikbaar te stellen.
In het voorjaar van 2021 is een interactief online-instrument ontwikkeld voor de audiovisuele en mediasector. In het najaar van 2021 zal de Commissie daarop voortbouwen en een speciale onlinegids publiceren over EU-financiering voor cultuur, die 15 EU-fondsen bestrijkt. Het gebruik van de gids wordt de lidstaten en belanghebbenden aanbevolen.
i) Btw-tarieven en andere maatregelen
De lidstaten worden aangespoord om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de werknemers in de culturele sector, in het bijzonder van kunstenaars, en van beroepsbeoefenaren met een uiterst onzekere baan. Om de transitie naar een digitaler en duurzamer cultureel ecosysteem te bevorderen, willen de lidstaten mogelijk verschillende maatregelen nemen, van investeringen tot subsidies, in overeenstemming met de staatssteunregels, om banen en de rechten van werknemers te helpen behouden in de CCSI. Met name toegang tot lagere btw-tarieven voor diensten die door de culturele sector worden verricht, is reeds beschikbaar. De lidstaten kunnen daardoor de btw-tarieven toepassen die zij het meest geschikt achten om deze sector te steunen.
Wat staatssteun betreft, omvat de tijdelijke kaderregeling ter ondersteuning van de economie vanwege de COVID-19-uitbraak (38) alle sectoren, waaronder de CCSI. De meeste aangemelde regelingen omvatten een reeks sectoren. Daarom is het onmogelijk een exact bedrag te vermelden van de subsidies die in dit kader aan de culturele en creatieve sectoren zijn toegekend. Eind mei 2021 bedroegen de aangemelde specifieke staatssteunregelingen voor de CCSI echter ongeveer 268 miljoen EUR (39).
j) Arbeidsvoorwaarden van kunstenaars
De arbeidssituatie en arbeidsvoorwaarden van kunstenaars zullen een belangrijk thema zijn voor samenwerking op het gebied van cultuur in de EU. In april 2021 heeft de Commissie een dialoog (Voices of Culture) met 47 organisaties uit de culturele en creatieve sectoren (40) belegd en in het najaar van 2021 zal een nieuwe groep van deskundigen uit de lidstaten zijn werkzaamheden aanvatten. De Commissie blijft een sectorale sociale dialoog voeren met organisaties van podiumkunstenaars, via het Comité voor Live Performance (41). De Commissie heeft ook opdracht gegeven voor een EU-studie over de gezondheid en het welzijn van muziekmakers (42).
IV. VOLGENDE STAPPEN
De Commissie spoort de lidstaten aan de richtsnoeren in deze mededeling te gebruiken. Dan zal het gemakkelijker zijn tijdig informatie tussen het ECDC en vertegenwoordigers van de lidstaten uit te wisselen over maatregelen om de culturele sectoren in Europa veilig te heropenen. Op EU-niveau zal een gerichte bespreking met de CCSI worden georganiseerd over het gebruik van deze aanbevelingen en over de resultaten van experimenten en de relevantie ervan voor een veilige en duurzame heropening van de betrokken sectoren. De resultaten van deze besprekingen moeten ook als basis dienen voor toekomstige EU-beleidssamenwerking op het gebied van cultuur.
(1) De gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de geestelijke gezondheid zijn aan bod gekomen tijdens een conferentie op 10 mei 2021; https://ec.europa.eu/health/non_communicable_diseases/events/ev_20210510_nl
(2) Werkdocument van de diensten van de Commissie “Annual Single Market Report 2021” bij de mededeling “Actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020: een sterkere eengemaakte markt tot stand brengen voor het herstel van Europa”, SWD(2021) 351; 5 mei 2021.
(3) Rebuilding Europe – the cultural and creative economy before and after the COVID-19 crisis, EY (januari 2021).
(4) Annual Single Market Report 2021.
(5) https://ec.europa.eu/culture/resources/coronavirus-response
https://ec.europa.eu/info/strategy/recovery-plan-europe_nl
(6) Om de uitwisseling van goede praktijken in de sectoren en tussen de EU-lidstaten te intensiveren, heeft de Commissie in het voorjaar van 2020 twee nieuwe platforms opgestart: Creatives Unite — een platform voor en door de CCSI — en een platform voor de EU-lidstaten waar vertegenwoordigers van de Ministeries van Cultuur goede praktijken kunnen uitwisselen.
(7) https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/communication-safe-sustained-reopening_en.pdf
(8) ECDC, Weekly COVID-19 Country overview page: https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19/country-overviews
(9) ECDC Rapid Risk Assessment: Assessing SARS-CoV-2 circulation, variants of concern, non-pharmaceutical interventions and vaccine rollout in the EU/EEA 15th Update, 10 juni 2021, https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-sars-cov-2-circulation-variants-concern
(10) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52021DC0035
(11) Er is een risicobeoordelingstool ontwikkeld voor wie massabijeenkomsten plant: https://www.who.int/publications/i/item/10665-333185. Ook de European COVID-19 Forecast Hub kan bij de planning van grotere evenementen van pas komen door mogelijke uitbraken te voorspellen.
(12) Gegevens over de epidemiologische achtergrondsituatie zijn te vinden in het COVID-19 weekly country overview van het ECDC; Gegevens over het percentage gevaccineerde personen zijn te vinden in de COVID-19 vaccine tracker van het ECDC en informatie over de circulatie van varianten in het SARS-CoV-2 variants dashboard van de ECDC.
(13) Ook andere gegevens en indicatoren kunnen bij de risicobeoordeling worden gebruikt: a) gegevens over de overdracht van SARS-CoV-2 bij culturele proefevenementen; b) gegevens over het risico dat volledig gevaccineerde personen lopen om met SARS-CoV-2 besmet te raken tijdens middelgrote tot grote bijeenkomsten van personen met gemengde of onbekende vaccinatiestatus, met volledige inachtneming van de EU-regels inzake privacy en gegevensbescherming; en c) gegevens over het risico dat niet-gevaccineerde en eerder besmette personen lopen om met SARS-CoV-2 besmet te raken tijdens middelgrote tot grote bijeenkomsten van personen met gemengde of onbekende vaccinatiestatus, met volledige inachtneming van de EU-regels inzake privacy en gegevensbescherming.
(14) https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/use-antibody-tests-sars-cov-2-context-digital-green-certificates
(15) Studies (bijvoorbeeld de studie van de Technische Universiteit van Berlijn over besmetting door aerosoldeeltjes op culturele locaties (GCF 2/2021 — officiële link: http://dx.doi.org/10.14279/depositonce-11401)) dragen wetenschappelijke gronden aan om de hervatting van culturele activiteiten te stimuleren. Uit in december 2020 door het Institut Pasteur gepubliceerd onderzoek blijkt dat culturele evenementen een zeer kleine rol spelen bij de verspreiding van het virus: slechts 2,2 % van de vermoede (maar niet bewezen) positieve gevallen gaat terug op een cultureel evenement. Zie het citaat op bladzijde 7, voorlaatste alinea van dit document, alleen beschikbaar in het Frans. Twee belangrijke voorbeelden van veilige culturele proefevenementen: proefevenement in Barcelona op 27 maart: https://www.thelancet.com/journals/laninf/article/PIIS1473-3099(21)00268-1/fulltext; concert in de Accor Arena (Parijs) op 29 mei (https://www.culturematin.com/publics/securite-accueil/live-le-concert-test-de-l-accor-hotel-arena-s-est-il-bien-passe.html?nl=103306&utm_source=email&utm_id=219248&utm_campaign=newsletter-2021-06-03).
Meer voorbeelden zijn hier te vinden: https://creativesunite.eu
(16) Gezien de epidemiologische situatie volgens de meest recente ECDC Rapid Risk Assessment (10 juni 2021): https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-sars-cov-2-circulation-variants-concern
(17) https://osha.europa.eu/en/themes/covid-19-resources-workplace
(18) Guidelines for the implementation of non-pharmaceutical interventions against COVID-19 https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/covid-19-guidelines-non-pharmaceutical-interventions
(19) Using face masks in the community: first update - Effectiveness in reducing transmission of COVID-19, ECDC: https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/using-face-masks-community-reducing-covid-19-transmission
(20) Heating, ventilation and air-conditioning systems in the context of COVID-19: first update, ECDC: https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/heating-ventilation-air-conditioning-systems-covid-19
(21) https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/disinfection-environments-covid-19
(22) https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age/european-industrial-strategy_nl In de industriële strategie van de EU is de sector aangemerkt als een van de 14 industriële ecosystemen voor inclusief en duurzaam herstel en de tweeledige (groene en digitale) transitie van de EU-economie.
(23) https://ec.europa.eu/growth/content/new-european-tourism-covid-19-safety-seal-available_en De nieuwe overeenkomst van de CEN-workshop voor het toerisme bevat ook protocollen voor musea, erfgoedlocaties, de avondeconomie, podiumkunsten en tentoonstellingen.
(24) EU digital COVID certificate - Consilium (europa.eu)
(25) Door te voorzien in de noodzakelijke rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens in de nationale wetgeving, die in overeenstemming moet zijn met de Uniewetgeving inzake gegevensbescherming.
(26) Re-open EU (europa.eu)
(27) https://culturalgems.jrc.ec.europa.eu
(28) Perform Europe
(29) Voorbereidende actie 2020 Music Moves Europe:Innovatieve steunregeling voor een duurzaam muziekecosysteem.
(30) Voorbereidende actie - Bottom-upbeleidsontwikkeling voor cultuur en welzijn in de EUCultuur en creativiteit (europa.eu)
(31) herstel- en veerkrachtfaciliteit|Europese Commissie (europa.eu)
(32) Cohesiebeleid 2021-2027 - Regionaal beleid - Europese Commissie (europa.eu)
(33) De Commissie heeft tijdens een workshop over aanvullende financiering voor cultureel erfgoed in januari 2021 geholpen manieren in kaart te brengen om de financiering voor cultuur en cultureel erfgoed, naast overheidssubsidies, op te schroeven. Meer dan 100 goede praktijken werden geïdentificeerd en gepubliceerd. Twee door de EU gefinancierde projecten bieden meer inzicht: circulaire modellen die investeringen aantrekken in adaptief hergebruik van cultureel erfgoed (CLIC) - gefinancierd in het kader van Horizon 2020 en financieringseffect op regionale ontwikkeling van valorisatie van cultureel erfgoed (FINCH) — gefinancierd via Interreg Europe. Voor meer informatie, zie: https://ec.europa.eu/culture/cultural-heritage/funding-opportunities-cultural-heritage
(34) Pact voor vaardigheden - Werkgelegenheid, Sociale Zaken & Inclusie - Europese Commissie (europa.eu)
(35) EUR-Lex - 52016DC0381 - NL - EUR-Lex (europa.eu)
(36) DIGITALEUROPE - De stem van bedrijven in digitale transformatie in Europa.
(37) Home - CHARTER (charter-alliance.eu)
(38) EUR-Lex - 52020XC0320(03) - NL - EUR-Lex (europa.eu)
(39) De lijst van besluiten die zijn goedgekeurd op grond van de tijdelijke kaderregeling is te vinden op: Competition - State aid - State aid rules and coronavirus - Europese Commissie (europa.eu)
(40) Situatie en arbeidsvoorwaarden van kunstenaars en professionals in de culturele en creatieve sectoren — Voices of Culture
(41) Sectorale sociale dialoog - Werkgelegenheid, Sociale Zaken & Inclusie - Europese Commissie (europa.eu)
(42) https://ec.europa.eu/culture/sectors/music/music-moves-europe
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/11 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10289 — PSP/Aviva/10 Station Road)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/02)
Op 29 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10289. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/12 |
Wisselkoersen van de euro (1)
2 juli 2021
(2021/C 262/03)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1823 |
|
JPY |
Japanse yen |
131,74 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4360 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,86003 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,1583 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0945 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
147,30 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,2375 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,606 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
352,10 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,5264 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9283 |
|
TRY |
Turkse lira |
10,2780 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5836 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4677 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,1838 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6988 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5969 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 343,49 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,0787 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,6594 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,4887 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
17 191,94 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,9225 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
58,423 |
|
RUB |
Russische roebel |
87,1200 |
|
THB |
Thaise baht |
38,052 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,9421 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
23,5936 |
|
INR |
Indiase roepie |
88,3055 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
Rekenkamer
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/13 |
Speciaal verslag nr. 14/2021
Interreg-samenwerking: het potentieel van de grensoverschrijdende regio’s van de Europese Unie is nog niet volledig ontsloten
(2021/C 262/04)
De Europese Rekenkamer deelt u mee dat Speciaal verslag nr. 14/2021 “Interreg-samenwerking: het potentieel van de grensoverschrijdende regio’s van de Europese Unie is nog niet volledig ontsloten” zojuist is gepubliceerd.
Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/14 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10342 — Leonard Green & Partners/Goldman Sachs Group/AEA Investors/Visual Comfort)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/05)
1.
Op 23 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Leonard Green & Partners, L.P. (“LGP”, Verenigde Staten); |
|
— |
The Goldman Sachs Group, Inc. (“GS”, Verenigde Staten); |
|
— |
AEA Investors LP (“AEA”, Verenigde Staten), die onder uiteindelijke zeggenschap staat van John Garcia en Brian Hoesterey; |
|
— |
Visual Comfort & Co (“Visual Comfort”, Verenigde Staten), die onder zeggenschap staat van AEA. |
LGP, GS en AEA verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Visual Comfort.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
LGP: investeringsonderneming die zich toelegt op ondernemingen die diensten aanbieden, met name aan consumenten, bedrijven en in de gezondheidszorg, alsook op ondernemingen in de detailhandel, distributie en industrie; |
|
— |
GS: wereldwijde zakenbank en effecten- en beleggingsbeheerder; |
|
— |
AEA: analyse van mogelijkheden voor particuliere fondsen, structurering van beleggingstransacties via beleggingsvehikels en afstoting van zulke beleggingen om rendement te creëren voor beleggers in haar particuliere fondsen; |
|
— |
Visual Comfort: aanbieder van decoratieve en functionele verlichtingsproducten. De onderneming verkoopt verschillende soorten decoratieve verlichting (onder de merken Visual Comfort, Tech Lighting, Generation Lighting), decoratieve ventilatoren (onder het merk Monte Carlo) en producten die decoratieve verlichting en ventilatoren combineren. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10342 — Leonard Green & Partners/Goldman Sachs Group/AEA Investors/Visual Comfort
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/16 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10373 — Primonial/Samsung/Target)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/06)
1.
Op 23 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Primonial Real Estate Investment Management, die deel uitmaakt van Primonial Group (“Primonial”, Frankrijk); |
|
— |
Samsung SRA Asset Management, die deel uitmaakt van Samsung Group, (“Samsung”, Korea); |
|
— |
SCI TS Influence (“Target”, Frankrijk). |
Primonial en Samsung verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van de Target.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Primonial: vastgoedgroep die hoofdzakelijk actief is in Frankrijk en onder medezeggenschap staat van Bridgepoint (Verenigd Koninkrijk) en Latour Capital Management SAS (Frankrijk), beide onafhankelijke private-equitygroepen; |
|
— |
Samsung: conglomeraat dat wereldwijd actief is in een brede waaier aan sectoren, waaronder elektronica, scheepsbouw, engineering en verzekeringen; |
|
— |
Target: vastgoedonderneming die momenteel onder zeggenschap staat van Tishman Speyer Group (Verenigde Staten) en eigenaar is van één gebouw (“Influence” genaamd), gelegen in Saint-Ouen (Frankrijk). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10373 — Primonial/Samsung/Target
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/18 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10305 — CDPQ/DWS/Ermewa)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/07)
1.
Op 28 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen (1).Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Caisse de dépôt et placement du Québec (““CDPQ””, Canada); |
|
— |
DWS Alternatives Global Limited (“DWS”, Verenigd Koninkrijk) die onder uiteindelijke zeggenschap staat van Deutsche Bank AG (“DB”, Duitsland); |
|
— |
Ermewa Holding SAS (“Ermewa”, Frankrijk), die deel uitmaakt van SNCF Group (Frankrijk). |
CDPQ en DWS verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Ermewa.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
CDPQ: wereldwijde institutionele langetermijnbelegger die hoofdzakelijk fondsen beheert voor openbare en semi-openbare pensioen- en verzekeringsplannen. CDPQ investeert deze fondsen in belangrijke financiële markten, private equity, vaste inkomens, infrastructuur en vastgoed; |
|
— |
DWS: vermogensbeheerder met een brede investeringsportefeuille, waaronder investeringen in infrastructuuractiva in Europa; |
|
— |
Ermewa: groep voor beheer van vervoersactiva die actief is op het gebied van de leasing van goederenwagons in Europa en de leasing van tankcontainers wereldwijd, ook in Europa. Ermewa bezit vijf werkplaatsen in Frankrijk en drie in Duitsland die diensten verlenen voor het onderhoud, de bouw en het herstellen van goederenwagons. Ermewa is ook actief op het gebied van onderhoud, herstelling en opslag van tankcontainers en tankaanhangwagens via een in Nederland gevestigde dochteronderneming. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10305 — CDPQ/DWS/Ermewa
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/20 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10232 — Brose/Sitech)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/08)
1.
Op 23 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Brose Fahrzeugteile SE & Co. Kommanditgesellschaft (Duitsland) (tezamen met haar gelieerde ondernemingen “BROSE”); |
|
— |
SITECH Sp. z o. o. (Polen) (tezamen met haar gelieerde ondernemingen “SITECH”), die deel uitmaakt van de groep Volkswagen AG (“VW”, Duitsland). |
BROSE verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van SITECH.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
BROSE: producent van auto-onderdelen en mechatronische systemen voor autodeuren, autostoelconstructies (waaronder geïntegreerde autostoelonderdelen), elektromotoren en elektronica, met inbegrip van systemen voor besturing, remmen, versnellingsbakken en motorkoeling; |
|
— |
SITECH: producent van complete autostoelen, metalen stoelconstructies en onderdelen hiervan. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10232 — Brose/Sitech
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/21 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10255 — Triton/Bergman Clinics)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/09)
1.
Op 28 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Triton-groep (“Triton”, Jersey); |
|
— |
Bergman Healthcare Clinics B.V. (“Bergman Clinics”, Nederland); |
Triton verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Bergman Clinics.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Triton: private-equityfonds dat voornamelijk investeert in middelgrote ondernemingen met hoofdkantoor in Midden- en Noord-Europa, met bijzondere aandacht voor ondernemingen in vier kernsectoren, namelijk zakelijke diensten, industrie-, consumenten- en gezondheidsproducten. Een van de portefeuillemaatschappijen van Triton, Aleris Group AB, is zowel in Zweden als in Noorwegen actief op het gebied van oogheelkundige diensten; |
|
— |
Bergman Clinics: focusklinieken die in Nederland, Zweden, Denemarken, Noorwegen en Duitsland actief zijn en planbare medische zorg aanbieden op het gebied van orthopedie, oogheelkunde, gynaecologie, esthetische geneeskunde, cardiologie, gastro-enterologie, dermatologie en vasculaire geneeskunde. Een van de portefeuillemaatschappijen van Bergman Clinics, Memira AB, is actief op het gebied van het aanbieden van oogheelkundige diensten in de Noordse landen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10255 — Triton/Bergman Clinics
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/22 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10321 — DSV/Agility)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 262/10)
1.
Op 28 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen (1).Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
DSV Panalpina A/S (“DSV”, Denemarken); |
|
— |
Agility Logistics International B.V. (Nederland) en Agility International GIL Holdings I Limited (Verenigde Arabische Emiraten) (samen “GIL”), die deel uitmaken van Agility Public Warehousing Company K.S.C.P (“Agility”, Koeweit). |
DSV verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van GIL.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
DSV: levert en beheert oplossingen voor de toeleveringsketen, met inbegrip van expeditie en contractlogistiek. De dienstverleningsportefeuille van DSV bestaat uit drie bedrijfsonderdelen: i) lucht en zee, ii) land, en iii) oplossingen (logistieke diensten met inbegrip van opslag). DSV is actief in Europa, Amerika, Azië en de Stille Oceaan, het Midden-Oosten en Afrika; |
|
— |
GIL: levert logistieke diensten zoals expeditie voor lucht-, zee- en wegvrachtvervoer, en contractlogistiek, met bijzondere aandacht voor opkomende markten. GIL is actief in APAC, het Midden-Oosten en Afrika, Europa en Amerika. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10321 — DSV/Agility
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/24 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2021/C 262/11)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 (1) van de Commissie
MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING DIE GEVOLGEN HEEFT VOOR HET ENIG DOCUMENT
“Bordeaux”
PDO-FR-A0821-AM06
Datum van mededeling: 7 mei 2021
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Verwijzing naar de officiële geografische code
De lijst van gemeenten is geactualiseerd met inachtneming van de officiële geografische code van 2020.
Met deze louter redactionele wijziging wordt het geografische gebied niet gewijzigd.
Naar aanleiding van deze wijziging zijn ook de punten 6 en 9 van het enig document gewijzigd.
2. Toevoeging van een druivenras met het oog op aanpassing
Aan het wijnstokrassenbestand voor rode wijn worden de volgende rassen toegevoegd met het oog op aanpassing: arinarnoa, castets, marselan en touriga nacional. Dit zijn late rassen, wat voordelig kan zijn in de context van de klimaatopwarming. Bovendien zijn deze rassen weinig gevoelig voor rot en echte en valse meeldauw. Deze vier rassen zijn geschikt om gekleurde, complexe, volle en gestructureerde wijnen te produceren die de typische kenmerken hebben van de rode Bordeaux-wijnen.
Aan het wijnstokrassenbestand voor witte wijn worden de volgende rassen toegevoegd met het oog op aanpassing: alvarinho en liliorila. Dit zijn eveneens late rassen met een goede resistentie tegen rot en met organoleptische kenmerken die in overeenstemming zijn met die voor de oorsprongsbenaming Bordeaux.
Aan het wijnstokrassenbestand voor roséwijn worden de volgende rassen toegevoegd met het oog op aanpassing: arinarnoa, castets, marselan, touriga nacional, alvarinho en liliorila.
Het aandeel van deze rassen is beperkt tot 5 % van de wijnstokrassen op het bedrijf en 10 % van de assemblage voor de betrokken kleur.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
3. Wijziging van de ICM voor clairet
Om beter aan te sluiten op de werkelijke waarden van wijnen met de oorsprongsbenaming Bordeaux is de gewijzigde kleurintensiteit (intensité colorante modifiée – ICM) voor clairet gewijzigd van ten hoogste 2,5 tot ten hoogste 3 (d.i. de som van de metingen van de optische dichtheid bij 420 nm, 520 nm en 620 nm).
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
4. Afgebakend perceelgebied
De datum 11 februari 2021 is toegevoegd aan de bijlage met de bijeenkomsten van het bevoegde nationale comité dat de afbakeningen van het perceelgebied heeft goedgekeurd.
Met deze wijziging wordt de datum toegevoegd waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
5. Verband met het geografische gebied
Naar aanleiding van de fusie van gemeenten is het aantal gemeenten in de rubriek over het verband met het geografische gebied geactualiseerd.
Punt 8 van het enig document is gewijzigd.
6. Verwijzing naar de controlestructuur
De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is herzien om die in overeenstemming te brengen met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam/namen
Bordeaux
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
|
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
Niet-mousserende droge witte wijnen
KORTE BESCHRIJVING
De niet-mousserende droge witte wijnen hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 10 % |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers van ≤ 3 g/l. Dit gehalte mag worden verhoogd naar 5 g/l als de totale zuurgraad ≥ 2,7 g/l H2SO4 is. |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 13 %.
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 180 mg/l |
De overige analysenormen zijn in overeenstemming met de Europese regelgeving.
De droge witte wijnen die worden verkregen uit de druivensoort sauvignon B, zijn zeer aromatisch, fris en fruitig, en hebben bloemige toetsen en toetsen van citrusvruchten. Sémillon B geeft volume en body, terwijl de combinatie met muscadelle B voor een bloemig bouquet zorgt. In een assemblage zorgen de accessoire druivensoorten voor een hogere zuurgraad en toetsen van citrusvruchten. Deze frisse wijn is zeer geschikt voor vroege consumptie (binnen een à twee jaar).
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
200 |
Niet-mousserende witte wijnen met suikerresidu
KORTE BESCHRIJVING
Niet-mousserende witte wijnen met fermenteerbare suikers hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 10,5 % |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers > 5 g/l en ≤ 60 g/l. |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 13,5 %.
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 250 mg/l |
De overige analysenormen zijn in overeenstemming met de Europese regelgeving.
De witte wijnen met fermenteerbare suikers zijn opgebouwd rond sémillon B, die zorgt voor een goudkleurige volle, ronde wijn met aroma’s van gekonfijte vruchten en die gecombineerd mag worden met sauvignon B, die deze wijnen frisser maakt. De wijnen kunnen enkele jaren op de fles rijpen, maar ook jong worden gedronken.
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
10 |
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
250 |
Niet-mousserende roséwijnen
KORTE BESCHRIJVING
De niet-mousserende roséwijnen hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 10 %; |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers ≤ 3 g/l. Dit gehalte mag worden verhoogd naar 5 g/l als de totale zuurgraad ≥ 2,7 g/l H2SO4 is; |
|
— |
een gewijzigde kleurintensiteit (OD420 + OD520 + OD620) van ≤ 1,1. |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 13 %.
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 180 mg/l |
De overige analysenormen zijn in overeenstemming met de Europese regelgeving.
De kleur van de roséwijnen varieert van lichtroze tot donkerder roze, afhankelijk van de gebruikte techniek (rechtstreekse persing, lichte maceratie of saigneren). Het aromapalet is fruitig of bloemig en vertoont een goede balans tussen rondheid en levendigheid. Ze hebben een volle smaak. Deze wijnen zijn geschikt voor vroege consumptie (binnen een à twee jaar).
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
200 |
Niet-mousserende rode wijnen
KORTE BESCHRIJVING
De niet-mousserende rode wijnen hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 10,5 % |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers ≤ 3 g/l. |
|
— |
een appelzuurgehalte ≤ 0,3 g/l. |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 13,5 %.
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 140 mg/l |
De overige analysenormen zijn in overeenstemming met de Europese regelgeving.
De rode wijnen, waarin de druivensoort merlot N vaak de boventoon voert, zijn soepel en fruitig en hebben een lage zuurgraad. In jaren met een goede rijping kan frisheid worden toegevoegd door de zuurte van de druivensoorten petit verdot N en cot N. De voornaamste combinatie is echter die van de druivensoort merlot N met de druivensoort cabernet-sauvignon N en in mindere mate met de druivensoort cabernet franc N, die beide een aromatische complexiteit en een krachtige tannine aan de wijn verlenen waardoor het bouquet behouden blijft en verder tot ontwikkeling komt.
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
20 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
150 |
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
1. Beplantingsdichtheid – plantafstand
Teeltwijze
Voor percelen die vanaf 1 augustus 2008 zijn beplant, bedraagt de minimale beplantingsdichtheid 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 0,85 meter. - Deze beplantingsdichtheid kan worden verminderd tot 3 300 wijnstokken per hectare. In dat geval mag de afstand tussen de rijen van de wijngaarden niet meer dan 3 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 0,85 meter.
2. Snoeiregels
Teeltwijze
Enkel snoei met korte vruchttakken (korte snoei) of lange vruchttakken (hoge snoei) is toegestaan. Voor de druivensoorten merlot N, sémillon B en muscadelle B mag het aantal ogen bij de snoei niet meer bedragen dan 45 000 per hectare en 18 per wijnstok. Voor de overige druivensoorten, zoals cabernet franc N, cabernet sauvignon N, sauvignon B en sauvignon gris G, mag het aantal ogen bij de snoei niet meer bedragen dan 50 000 per hectare en 20 per wijnstok. Na het dieven gelden per wijnstok de volgende bovengrenzen voor het aantal vruchtdragende takken: - voor de druivensoorten merlot N, sémillon B en muscadelle B 12 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ten minste 4 000 wijnstokken per hectare, en 15 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare; - voor de overige druivensoorten, zoals cabernet franc N, cabernet sauvignon N, sauvignon B en sauvignon gris G, geldt als bovengrens 14 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare, en 17 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare. Er wordt op zijn laatst gesnoeid wanneer de bladeren zich hebben ontvouwen (Lorenz-fase 9). Het dieven vindt plaats vóór de vruchtzetting.
3. Specifiek oenologisch procedé
Bij de bereiding van de roséwijnen, behalve die welke in aanmerking komen voor de benaming “clairet”, mag voor most koolstof voor oenologische doeleinden worden gebruikt bij ten hoogste 20 % van de hoeveelheid roséwijnen die de betrokken wijnmaker voor de betrokken oogst bereidt.
4. Verrijking
Specifiek oenologisch procedé
Verrijking door een gedeeltelijke concentratie van de rode wijnen is toegestaan, met als bovengrens een concentratie van 15 % van de aldus verrijkte hoeveelheden. Het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen mag na verrijking niet hoger zijn dan: 13,5 % bij rode wijnen en witte wijnen met fermenteerbare suikers en 13 % bij droge roséwijnen en witte wijnen.
5.2. Maximumopbrengsten
Niet-mousserende witte wijnen (droog en met fermenteerbare suikers)
77 hectoliter per hectare
Niet-mousserende roséwijnen
72 hectoliter per hectare
Niet-mousserende rode wijnen – wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ≥ 4 000 wijnstokken/ha
68 hectoliter per hectare
Niet-mousserende rode wijnen – wijngaarden met een beplantingsdichtheid van < 4 000 wijnstokken/ha
64 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
De oogst van de druiven, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Gironde op basis van de officiële geografische code van 26 februari 2020:
Abzac, Aillas, Ambarès-et-Lagrave, Ambès, Anglade, Arbanats, Arcins, Arsac, Artigues-près-Bordeaux, Arveyres, Asques, Aubiac, Auriolles, Auros, Avensan, Ayguemorte-les-Graves, Bagas, Baigneaux, Barie, Baron, Barsac, Bassanne, Bassens, Baurech, Bayas, Bayon-sur-Gironde, Bazas, Beautiran, Bégadan, Bègles, Béguey, Bellebat, Bellefond, Belvès-de-Castillon, Bernos-Beaulac, Berson, Berthez, Beychac-et-Caillau, Bieujac, Birac, Blaignac, Blaignan-Prignac, Blanquefort, Blasimon, Blaye, Blésignac, Bommes, Bonnetan, Bonzac, Bordeaux, Bossugan, Bouliac, Bourdelles, Bourg, Branne, Brannens, Braud-et-Saint-Louis, Brouqueyran, Bruges, Budos, Cabanac-et-Villagrains, Cabara, Cadarsac, Cadaujac, Cadillac, Cadillac-en-Fronsadais, Camarsac, Cambes, Camblanes-et-Meynac, Camiac-et-Saint-Denis, Camiran, Camps-sur-l’Isle, Campugnan, Canéjan, Capian, Caplong, Carbon-Blanc, Cardan, Carignan-de-Bordeaux, Cars, Cartelègue, Casseuil, Castelmoron-d’Albret, Castelnau-de-Médoc, Castelviel, Castets et Castillon, Castillon-la-Bataille, Castres-Gironde, Caudrot, Caumont, Cauvignac, Cavignac, Cazats, Cazaugitat, Cénac, Cenon, Cérons, Cessac, Cestas, Cézac, Chamadelle, Cissac-Médoc, Civrac-de-Blaye, Civrac-sur-Dordogne, Civrac-en-Médoc, Cleyrac, Coimères, Coirac, Comps, Coubeyrac, Couquèques, Courpiac, Cours-de-Monségur, Cours-les-Bains, Coutras, Coutures, Créon, Croignon, Cubnezais, Cubzac-les-Ponts, Cudos, Cursan, Cussac-Fort-Médoc, Daignac, Dardenac, Daubèze, Dieulivol, Donnezac, Donzac, Doulezon, Escoussans, Espiet, Etauliers, Eynesse, Eyrans, Eysines, Faleyras, Fargues, Fargues-Saint-Hilaire, Flaujagues, Floirac, Floudès, Fontet, Fossés-et-Baleyssac, Fours, Francs, Fronsac, Frontenac, Gabarnac, Gaillan-en-Médoc, Gajac, Galgon, Gans, Gardegan-et-Tourtirac, Gauriac, Gauriaguet, Générac, Génissac, Gensac, Gironde-sur-Dropt, Gornac, Gours, Gradignan, Grayan-et-l’Hôpital, Grézillac, Grignols, Guillac, Guillos, Guîtres, Haux, Hure, Illats, Isle-Saint-Georges, Izon, Jau-Dignac-et-Loirac, Jugazan, Juillac, La Brède, La Lande-de-Fronsac, La Réole, La Rivière, La Roquille, La Sauve, Labarde, Labescau, Ladaux, Lados, Lagorce, Lalande-de-Pomerol, Lamarque, Lamothe-Landerron, Landerrouat, Landerrouet-sur-Ségur, Landiras, Langoiran, Langon, Lansac, Lapouyade, Laroque, Laruscade, Latresne, Lavazan, Le Bouscat, Le Fieu, Le Haillan, Le Nizan, Le Pian-Médoc, Le Pian-sur-Garonne, Le Pout, Le Puy, Le Taillan-Médoc, Le Tourne, Le Verdon-sur-Mer, Léogeats, Léognan, Les Artigues-de-Lussac, Les Billaux, Les Eglisottes-et-Chalaures, Les Esseintes, Les Lèves-et-Thoumeyragues, Les Peintures, Les Salles, Lesparre-Médoc, Lestiac-sur-Garonne, Libourne, Lignan-de-Bazas, Lignan-de-Bordeaux, Ligueux, Listrac-de-Durèze, Listrac-Médoc, Lormont, Loubens, Loupes, Loupiac, Loupiac-de-la-Réole, Ludon-Médoc, Lugaignac, Lugasson, Lugon-et-l’Ile-du-Carnay, Lussac, Macau, Madirac, Maransin, Marcenais, Margaux-Cantenac, Margueron, Marimbault, Marions, Marsas, Martignas-sur-Jalle, Martillac, Martres, Masseilles, Massugas, Mauriac, Mazères, Mazion, Mérignac, Mérignas, Mesterrieux, Mombrier, Mongauzy, Monprimblanc, Monségur, Montagne, Montagoudin, Montignac, Montussan, Morizès, Mouillac, Mouliets-et-Villemartin, Moulis-en-Médoc, Moulon, Mourens, Naujac-sur-Mer, Naujan-et-Postiac, Néac, Nérigean, Neuffons, Noaillac, Noaillan, Omet, Ordonnac, Paillet, Parempuyre, Pauillac, Pellegrue, Périssac, Pessac, Pessac-sur-Dordogne, Petit-Palais-et-Cornemps, Peujard, Pineuilh, Plassac, Pleine-Selve, Podensac, Pomerol, Pompéjac, Pompignac, Pondaurat, Porchères, Porte-de-Benauge, Portets, Préchac, Preignac, Prignac-et-Marcamps, Pugnac, Puisseguin, Pujols, Pujols-sur-Ciron, Puybarban, Puynormand, Queyrac, Quinsac, Rauzan, Reignac, Rimons, Riocaud, Rions, Roaillan, Romagne, Roquebrune, Ruch, Sablons, Sadirac, Saillans, Saint-Aignan, Saint-André-de-Cubzac, Saint-André-du-Bois, Saint-André-et-Appelles, Saint-Androny, Saint-Antoine-du-Queyret, Saint-Antoine-sur-l’Isle, Saint-Aubin-de-Blaye, Saint-Aubin-de-Branne, Saint-Aubin-de-Médoc, Saint-Avit-de-Soulège, Saint-Avit-Saint-Nazaire, Saint-Brice, Saint-Caprais-de-Bordeaux, Saint-Christoly-de-Blaye, Saint-Christoly-Médoc, Saint-Christophe-de-Double, Saint-Christophe-des-Bardes, Saint-Cibard, Saint-Ciers-d’Abzac, Saint-Ciers-de-Canesse, Saint-Ciers-sur-Gironde, Sainte-Colombe, Saint-Côme, Sainte-Croix-du-Mont, Saint-Denis-de-Pile, Saint-Emilion, Saint-Estèphe, Saint-Etienne-de-Lisse, Sainte-Eulalie, Saint-Exupéry, Saint-Félix-de-Foncaude, Saint-Ferme, Sainte-Florence, Sainte-Foy-la-Grande, Sainte-Foy-la-Longue, Sainte-Gemme, Saint-Genès-de-Blaye, Saint-Genès-de-Castillon, Saint-Genès-de-Fronsac, Saint-Genès-de-Lombaud, Saint-Genis-du-Bois, Saint-Germain-de-Grave, Saint-Germain-de-la-Rivière, Saint-Germain-d’Esteuil, Saint-Germain-du-Puch, Saint-Gervais, Saint-Girons-d’Aiguevives, Sainte-Hélène, Saint-Hilaire-de-la-Noaille, Saint-Hilaire-du-Bois, Saint-Hippolyte, Saint-Jean-de-Blaignac, Saint-Jean-d’Illac, Saint-Julien-Beychevelle, Saint-Laurent-d’Arce, Saint-Laurent-des-Combes, Saint-Laurent-du-Bois, Saint-Laurent-du-Plan, Saint-Laurent-Médoc, Saint-Léon, Saint-Loubert, Saint-Loubès, Saint-Louis-de-Montferrand, Saint-Macaire, Saint-Magne-de-Castillon, Saint-Maixant, Saint-Mariens, Saint-Martial, Saint-Martin-de-Laye, Saint-Martin-de-Lerm, Saint-Martin-de-Sescas, Saint-Martin-du-Bois, Saint-Martin-du-Puy, Saint-Martin-Lacaussade, Saint-Médard-de-Guizières, Saint-Médard-d’Eyrans, Saint-Médard-en-Jalles, Saint-Michel-de-Fronsac, Saint-Michel-de-Lapujade, Saint-Michel-de-Rieufret, Saint-Morillon, Saint-Palais, Saint-Pardon-de-Conques, Saint-Paul, Saint-Pey-d’Armens, Saint-Pey-de-Castets, Saint-Philippe-d’Aiguille, Saint-Philippe-du-Seignal, Saint-Pierre-d’Aurillac, Saint-Pierre-de-Bat, Saint-Pierre-de-Mons, Saint-Quentin-de-Baron, Saint-Quentin-de-Caplong, Sainte-Radegonde, Saint-Romain-la-Virvée, Saint-Sauveur, Saint-Sauveur-de-Puynormand, Saint-Savin, Saint-Selve, Saint-Seurin-de-Bourg, Saint-Seurin-de-Cadourne, Saint-Seurin-de-Cursac, Saint-Seurin-sur-l’Isle, Saint-Sève, Saint-Sulpice-de-Faleyrens, Saint-Sulpice-de-Guilleragues, Saint-Sulpice-de-Pommiers, Saint-Sulpice-et-Cameyrac, Sainte-Terre, Saint-Trojan, Saint-Vincent-de-Paul, Saint-Vincent-de-Pertignas, Saint-Vivien-de-Blaye, Saint-Vivien-de-Médoc, Saint-Vivien-de-Monségur, Saint-Yzan-de-Soudiac, Saint-Yzans-de-Médoc, Salaunes, Salleboeuf, Samonac, Saucats, Saugon, Sauternes, Sauveterre-de-Guyenne, Sauviac, Savignac, Savignac-de-l’Isle, Semens, Sendets, Sigalens, Sillas, Soulac-sur-Mer, Soulignac, Soussac, Soussans, Tabanac, Taillecavat, Talais, Talence, Targon, Tarnès, Tauriac, Tayac, Teuillac, Tizac-de-Curton, Tizac-de-Lapouyade, Toulenne, Tresses, Uzeste, Val-de-Livenne, Val de Virvée, Valeyrac, Vayres, Vendays-Montalivet, Vensac, Vérac, Verdelais, Vertheuil, Vignonet, Villandraut, Villegouge, Villenave-de-Rions, Villenave-d’Ornon, Villeneuve, Virelade, Virsac, Yvrac.
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Cabernet franc N
Cabernet-Sauvignon N
Carmenère N
Cot N - Malbec
Merlot N
Muscadelle B
Petit Verdot N
Sauvignon B - Sauvignon blanc
Sauvignon gris G - Fié gris
Semillon B
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
Het geografische gebied kent gunstige en relatief homogene klimaatomstandigheden voor de wijnproductie en is gelegen nabij grote watermassa’s (Atlantische Oceaan, Gironde-estuarium, valleien van de Garonne en de Dordogne), die een belangrijke temperatuurregelende rol spelen. Naarmate het gebied verder is verwijderd van de zee en de grote valleien en dichter is gelegen bij de bosgebieden van de Landes, Saintonge en Double Périgourdine, neemt de matigende invloed van de oceaan op de voorjaarsvorst af. Deze kenmerken verklaren het beperkte aantal wijngaarden in de noordelijke en zuidzuidwestelijke uithoeken van het geografische gebied. Dit strekt zich uit over 494 van de 535 gemeenten van het departement Gironde, exclusief het zuidwesten van het departement, dat niet geschikt is voor de wijnbouw en waar aan bosbouw wordt gedaan.
Al in de 17e en 18e eeuw moest voor de druivensoorten van Bordeaux, die worden geteeld in een zeeklimaat, gebruik worden gemaakt van steunpalen. Later werd algemeen gebruikgemaakt van geleidesystemen om te zorgen voor een goede verdeling van de oogst en een voldoende groot bladoppervlak voor een correcte chlorofylsynthese met het oog op een optimale rijping. De uiteenlopende bodemsoorten en gevarieerde blootstellingen hebben geleid tot de selectie van verschillende druivensoorten en de aanpassing ervan aan de kenmerken van de streek. Zo kunnen vier verschillende soorten worden onderscheiden:
|
— |
klei-kalksteenbodems en mergel-kalksteenbodems, die vaak voorkomen op hellingen en uiterst geschikt zijn voor merlot N; |
|
— |
kiezelbodems met klei en kalkhoudende elementen, die ideaal zijn voor bijvoorbeeld merlot N en sauvignon B; |
|
— |
“boulbènes” met fijne kiezelachtige elementen, dit zijn lichtere gronden die geschikt zijn voor de productie van witte wijnen; |
|
— |
grindbodems, samengesteld uit grind, gerolde kwartskorrels en redelijk grof zand, die warme terrassen vormen met een goede afwatering en die ideaal zijn voor de wijnbouw en in het bijzonder voor cabernet-sauvignon N. |
Door de wisselwerking tussen de druivensoorten, de verscheidenheid van de biofysieke omgeving, het beheer van de wijngaard en de bereidingsmethode hebben de wijnen een geheel eigen, zeer aromatisch karakter. Het wijnbouwgebied van Bordeaux is altijd sterk gericht geweest op de rest van de wereld dankzij zijn haven en de nauwe historische banden met andere landen. Daardoor is al vroeg een gestructureerde, levendige handel ontstaan, zijn technische innovaties overgenomen en verspreid en is de dynamiek van de bedrijven gestimuleerd. Dit zorgde weer voor de verbreding, verdieping en verspreiding van knowhow, steeds met inachtneming van eeuwenoude gebruiken.
Met het huwelijk in 1152 van Eleonora, de hertogin van Aquitanië, en Hendrik Plantagenet, de latere koning van Engeland, werden de handelsbetrekkingen met Engeland aangehaald en gingen de Engelsen de wijnen uit Bordeaux importeren, die zij “Claret” noemden vanwege de heldere kleur. Deze traditie heeft de tand des tijds doorstaan en is nog terug te vinden in de benamingen “clairet” en “claret”.
In de 17e eeuw begon een nieuw handelstijdperk met de komst van nieuwe consumenten. Met meer dan 150 landen, die een derde van de geproduceerde hoeveelheden afnemen, is de export nog steeds een belangrijke distributiefactor voor de Bordeauxwijnen. De productie van wijnen met een gecontroleerde oorsprongsbenaming, een belangrijke inkomstenbron in het departement Gironde, heeft een groot stempel gedrukt op stad en land en op de lokale architectuur (wijnkastelen en wijnmakerijen).
De belangrijkste steden van het departement zijn rivierhavens die tot ontwikkeling zijn gekomen rond de wijnhandel.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied |
Beschrijving van de voorwaarde:
|
|
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux”, al dan niet met de toevoeging “clairet” of “claret”, mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 26 februari 2020:
|
Geografische namen - Aanvullende opmerkingen
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering |
Beschrijving van de voorwaarde:
De AOC “Bordeaux” mag worden aangevuld met de benaming “claret” voor rode wijnen en met “clairet” voor donkere roséwijnen, afhankelijk van de bepalingen die voor dit type wijn zijn vastgesteld, met name wat betreft de analysenormen.
De AOC “Bordeaux” mag worden aangevuld met de geografische naam “Haut-Benauge” voor witte wijnen, afhankelijk van de bepalingen die voor deze aanvullende geografische benaming zijn vastgesteld, met name wat betreft het geografische gebied, de druivensoorten, de opbrengst en de analysenormen.
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering |
Beschrijving van de voorwaarde:
|
|
De geografische aanduiding “Haut-Benauge” wordt onmiddellijk na de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux” geschreven in tekens die zowel qua hoogte als qua breedte niet groter mogen zijn dan de tekens van de genoemde gecontroleerde oorsprongsbenaming. |
Rechtskader:
|
|
EU-wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering |
Beschrijving van de voorwaarde:
Op witte wijnen waarvan het gehalte aan fermenteerbare suikers hoger is dan 5 gram per liter en lager is dan 60 gram per liter, moet het desbetreffende suikergehalte worden vermeld, zoals omschreven in de regelgeving van de EU.
Grotere geografische eenheid
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering |
Beschrijving van de voorwaarde:
Op het etiket van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de grotere geografische eenheid “Vin de Bordeaux” worden vermeld. De lettertekens van de vermelding van de grotere geografische eenheid mogen niet hoger noch breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Link naar het productdossier
http://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-f63da9a1-2281-41d3-9e85-431aa741ffa5
|
5.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 262/33 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2021/C 262/12)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 (1) van de Commissie
MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING DIE GEVOLGEN HEEFT VOOR HET ENIG DOCUMENT
“Bordeaux supérieur”
PDO-FR-A0306-AM05
Datum van mededeling: 7 mei 2021
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Verwijzing naar de officiële geografische code
De lijst van gemeenten is geactualiseerd met inachtneming van de officiële geografische code van 2020.
Met deze louter redactionele wijziging wordt het geografische gebied niet gewijzigd.
Naar aanleiding van deze wijziging zijn ook de punten 6 en 9 van het enig document gewijzigd.
2. Toevoeging van een druivenras met het oog op aanpassing
Aan het wijnstokrassenbestand voor rode wijn worden de volgende rassen toegevoegd met het oog op aanpassing: arinarnoa, castets, marselan en touriga nacional. Dit zijn late rassen, wat voordelig kan zijn in de context van de klimaatopwarming. Bovendien zijn deze rassen weinig gevoelig voor rot en echte en valse meeldauw. Deze vier rassen zijn geschikt om gekleurde, complexe, volle en gestructureerde wijnen te produceren die de typische kenmerken hebben van de rode Bordeaux supérieur-wijnen.
Aan het wijnstokrassenbestand voor witte wijn wordt liliorila toegevoegd met het oog op aanpassing. Dit is eveneens een laat ras met een goede resistentie tegen rot en met organoleptische kenmerken die in overeenstemming zijn met die voor de oorsprongsbenaming Bordeaux supérieur.
Het aandeel van deze rassen is beperkt tot 5 % van de wijnstokrassen op het bedrijf en 10 % van de assemblage voor de betrokken kleur.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
3. Afgebakend perceelgebied
De datum 11 februari 2021 is toegevoegd aan de bijlage met de bijeenkomsten van het bevoegde nationale comité dat de afbakeningen van het perceelgebied heeft goedgekeurd.
Met deze wijziging wordt de datum toegevoegd waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
4. Verband met het geografische gebied
Naar aanleiding van de fusie van gemeenten is het aantal gemeenten in de rubriek over het verband met het geografische gebied geactualiseerd.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.
5. Verwijzing naar de controlestructuur
De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is herzien om die in overeenstemming te brengen met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam/namen
Bordeaux supérieur
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
|
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
Niet-mousserende witte wijnen met fermenteerbare suikers
KORTE BESCHRIJVING
De niet-mousserende witte wijnen hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte ≥ 12 % |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers > 17 g/l |
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 260 mg/l |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 15 %.
De witte wijnen met fermenteerbare suikers zijn opgebouwd rond sémillon B, die zorgt voor een goudkleurige volle, ronde wijn met aroma’s van gekonfijte vruchten en die gecombineerd mag worden met sauvignon B en muscadelle B, die deze wijnen frisser maken. Deze bewaarwijnen (vier tot acht jaar) vertonen vaak aroma’s van bloemen, honing en specerijen.
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
11 |
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
300 |
Niet-mousserende rode wijnen
KORTE BESCHRIJVING
De niet-mousserende rode wijnen hebben de volgende eigenschappen:
|
— |
een natuurlijk alcoholvolumegehalte ≥ 11 % |
|
— |
een gehalte fermenteerbare suikers ≤ 3g//l |
|
— |
een appelzuurgehalte ≤ 0,3 g/l. |
Voorafgaand aan de verpakking hebben deze wijnen:
|
— |
een gehalte aan vluchtige zuren ≤ 13,26 meq/l |
|
— |
een totaal SO2-gehalte ≤ 140 mg/l |
Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking is ≤ 13,5 %.
De rode wijnen, die voornamelijk zijn bereid uit een assemblage van merlot N en cabernet-sauvignon N, met in mindere mate cabernet franc N, zijn rond, vol en gestructureerd. Als ze nog jong zijn, ontwikkelen de wijnen gewoonlijk aroma’s van vers en gekonfijt rood fruit. Na rijping ontstaan vaak kruidige toetsen en aroma’s van gekookt fruit.
ALGEMENE ANALYTISCHE KENMERKEN
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimale totale zuurgraad |
|
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
20 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
150 |
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
1. Beplantingsdichtheid – plantafstand
Teeltwijze
Voor percelen die vanaf 1 augustus 2008 zijn beplant, bedraagt de minimale beplantingsdichtheid 4 500 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,20 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 0,85 meter.
Deze beplantingsdichtheid kan worden verminderd tot 3 300 wijnstokken/ha. In dat geval mag de afstand tussen de rijen van de wijngaarden niet meer dan 3 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 meter.
2. Snoeiregels
Teeltwijze
Enkel snoei met korte vruchttakken (korte snoei) of lange vruchttakken (hoge snoei) is toegestaan. Voor de druivensoorten merlot N, sémillon B en muscadelle B mag het aantal ogen bij de snoei niet meer bedragen dan 40 000 per hectare en 17 per wijnstok. Voor de overige druivensoorten, waaronder cabernet franc N, cabernet sauvignon N, sauvignon B en sauvignon gris G, mag het aantal ogen bij de snoei niet meer bedragen dan 45 000 per hectare en 19 per wijnstok. Na het dieven gelden per wijnstok de volgende bovengrenzen voor het aantal vruchtdragende takken: - voor de druivensoorten merlot N, sémillon B en muscadelle B 11 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ten minste 4 500 wijnstokken per hectare, en 14 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 500 wijnstokken per hectare; - voor de overige druivensoorten, zoals cabernet franc N, cabernet sauvignon N, sauvignon B en sauvignon gris G, geldt als bovengrens 13 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ten minste 4 500 wijnstokken per hectare, en 16 takken per wijnstok voor wijngaarden met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 500 wijnstokken per hectare. Er wordt op zijn laatst gesnoeid wanneer de bladeren zich hebben ontvouwen (Lorenz-fase 9).
Het dieven vindt plaats vóór de vruchtzetting.
3. Verrijking
Specifiek oenologisch procedé
Het totale alcoholvolumegehalte van de wijn mag na verrijking niet hoger zijn dan 13,5 % bij rode wijnen en 15 % bij witte wijnen.
Verrijking door een gedeeltelijke concentratie van de rode wijnen is toegestaan, met als bovengrens een concentratie van 15 % van de aldus verrijkte hoeveelheden.
5.2. Maximumopbrengsten
Niet-mousserende witte wijnen met fermenteerbare suikers
60 hectoliter per hectare
Niet-mousserende rode wijnen – wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ≥ 4 500 wijnstokken/ha
66 hectoliter per hectare
Niet-mousserende rode wijnen – wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ≥ 4 000 wijnstokken/ha en < 4 500 wijnstokken/ha
55 hectoliter per hectare
Niet-mousserende rode wijnen – wijngaarden met een beplantingsdichtheid van ≥ 3 300 wijnstokken/ha en < 4 000 wijnstokken/ha
50 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
De oogst van de druiven, de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Gironde op basis van de officiële geografische code van 26 februari 2020: Abzac, Aillas, Ambarès-et-Lagrave, Ambès, Anglade, Arbanats, Arcins, Arsac, Artigues-près-Bordeaux, Arveyres, Asques, Aubiac, Auriolles, Auros, Avensan, Ayguemorte-les-Graves, Bagas, Baigneaux, Barie, Baron, Barsac, Bassanne, Bassens, Baurech, Bayas, Bayon-sur-Gironde, Bazas, Beautiran, Bégadan, Bègles, Béguey, Bellebat, Bellefond, Belvès-de-Castillon, Bernos-Beaulac, Berson, Berthez, Beychac-et-Caillau, Bieujac, Birac, Blaignac, Blaignan-Prignac, Blanquefort, Blasimon, Blaye, Blésignac, Bommes, Bonnetan, Bonzac, Bordeaux, Bossugan, Bouliac, Bourdelles, Bourg, Branne, Brannens, Braud-et-Saint-Louis, Brouqueyran, Bruges, Budos, Cabanac-et-Villagrains, Cabara, Cadarsac, Cadaujac, Cadillac, Cadillac-en-Fronsadais, Camarsac, Cambes, Camblanes-et-Meynac, Camiac-et-Saint-Denis, Camiran, Camps-sur-l’Isle, Campugnan, Canéjan, Capian, Caplong, Carbon-Blanc, Cardan, Carignan-de-Bordeaux, Cars, Cartelègue, Casseuil, Castelmoron-d’Albret, Castelnau-de-Médoc, Castelviel, Castets et Castillon, Castillon-la-Bataille, Castres-Gironde, Caudrot, Caumont, Cauvignac, Cavignac, Cazats, Cazaugitat, Cénac, Cenon, Cérons, Cessac, Cestas, Cézac, Chamadelle, Cissac-Médoc, Civrac-de-Blaye, Civrac-sur-Dordogne, Civrac-en-Médoc, Cleyrac, Coimères, Coirac, Comps, Coubeyrac, Couquèques, Courpiac, Cours-de-Monségur, Cours-les-Bains, Coutras, Coutures, Créon, Croignon, Cubnezais, Cubzac-les-Ponts, Cudos, Cursan, Cussac-Fort-Médoc, Daignac, Dardenac, Daubèze, Dieulivol, Donnezac, Donzac, Doulezon, Escoussans, Espiet, Etauliers, Eynesse, Eyrans, Eysines, Faleyras, Fargues, Fargues-Saint-Hilaire, Flaujagues, Floirac, Floudès, Fontet, Fossés-et-Baleyssac, Fours, Francs, Fronsac, Frontenac, Gabarnac, Gaillan-en-Médoc, Gajac, Galgon, Gans, Gardegan-et-Tourtirac, Gauriac, Gauriaguet, Générac, Génissac, Gensac, Gironde-sur-Dropt, Gornac, Gours, Gradignan, Grayan-et-l’Hôpital, Grézillac, Grignols, Guillac, Guillos, Guîtres, Haux, Hure, Illats, Isle-Saint-Georges, Izon, Jau-Dignac-et-Loirac, Jugazan, Juillac, La Brède, La Lande-de-Fronsac, La Réole, La Rivière, La Roquille, La Sauve, Labarde, Labescau, Ladaux, Lados, Lagorce, Lalande-de-Pomerol, Lamarque, Lamothe-Landerron, Landerrouat, Landerrouet-sur-Ségur, Landiras, Langoiran, Langon, Lansac, Lapouyade, Laroque, Laruscade, Latresne, Lavazan, Le Bouscat, Le Fieu, Le Haillan, Le Nizan, Le Pian-Médoc, Le Pian-sur-Garonne, Le Pout, Le Puy, Le Taillan-Médoc, Le Tourne, Le Verdon-sur-Mer, Léogeats, Léognan, Les Artigues-de-Lussac, Les Billaux, Les Eglisottes-et-Chalaures, Les Esseintes, Les Lèves-et-Thoumeyragues, Les Peintures, Les Salles, Lesparre-Médoc, Lestiac-sur-Garonne, Libourne, Lignan-de-Bazas, Lignan-de-Bordeaux, Ligueux, Listrac-de-Durèze, Listrac-Médoc, Lormont, Loubens, Loupes, Loupiac, Loupiac-de-la-Réole, Ludon-Médoc, Lugaignac, Lugasson, Lugon-et-l’Ile-du-Carnay, Lussac, Macau, Madirac, Maransin, Marcenais, Margaux-Cantenac, Margueron, Marimbault, Marions, Marsas, Martignas-sur-Jalle, Martillac, Martres, Masseilles, Massugas, Mauriac, Mazères, Mazion, Mérignac, Mérignas, Mesterrieux, Mombrier, Mongauzy, Monprimblanc, Monségur, Montagne, Montagoudin, Montignac, Montussan, Morizès, Mouillac, Mouliets-et-Villemartin, Moulis-en-Médoc, Moulon, Mourens, Naujac-sur-Mer, Naujan-et-Postiac, Néac, Nérigean, Neuffons, Noaillac, Noaillan, Omet, Ordonnac, Paillet, Parempuyre, Pauillac, Pellegrue, Périssac, Pessac, Pessac-sur-Dordogne, Petit-Palais-et-Cornemps, Peujard, Pineuilh, Plassac, Pleine-Selve, Podensac, Pomerol, Pompéjac, Pompignac, Pondaurat, Porchères, Porte-de-Benauge, Portets, Préchac, Preignac, Prignac-et-Marcamps, Pugnac, Puisseguin, Pujols, Pujols-sur-Ciron, Puybarban, Puynormand, Queyrac, Quinsac, Rauzan, Reignac, Rimons, Riocaud, Rions, Roaillan, Romagne, Roquebrune, Ruch, Sablons, Sadirac, Saillans, Saint-Aignan, Saint-André-de-Cubzac, Saint-André-du-Bois, Saint-André-et-Appelles, Saint-Androny, Saint-Antoine-du-Queyret, Saint-Antoine-sur-l’Isle, Saint-Aubin-de-Blaye, Saint-Aubin-de-Branne, Saint-Aubin-de-Médoc, Saint-Avit-de-Soulège, Saint-Avit-Saint-Nazaire, Saint-Brice, Saint-Caprais-de-Bordeaux, Saint-Christoly-de-Blaye, Saint-Christoly-Médoc, Saint-Christophe-de-Double, Saint-Christophe-des-Bardes, Saint-Cibard, Saint-Ciers-d’Abzac, Saint-Ciers-de-Canesse, Saint-Ciers-sur-Gironde, Sainte-Colombe, Saint-Côme, Sainte-Croix-du-Mont, Saint-Denis-de-Pile, Saint-Emilion, Saint-Estèphe, Saint-Etienne-de-Lisse, Sainte-Eulalie, Saint-Exupéry, Saint-Félix-de-Foncaude, Saint-Ferme, Sainte-Florence, Sainte-Foy-la-Grande, Sainte-Foy-la-Longue, Sainte-Gemme, Saint-Genès-de-Blaye, Saint-Genès-de-Castillon, Saint-Genès-de-Fronsac, Saint-Genès-de-Lombaud, Saint-Genis-du-Bois, Saint-Germain-de-Grave, Saint-Germain-de-la-Rivière, Saint-Germain-d’Esteuil, Saint-Germain-du-Puch, Saint-Gervais, Saint-Girons-d’Aiguevives, Sainte-Hélène, Saint-Hilaire-de-la-Noaille, Saint-Hilaire-du-Bois, Saint-Hippolyte, Saint-Jean-de-Blaignac, Saint-Jean-d’Illac, Saint-Julien-Beychevelle, Saint-Laurent-d’Arce, Saint-Laurent-des-Combes, Saint-Laurent-du-Bois, Saint-Laurent-du-Plan, Saint-Laurent-Médoc, Saint-Léon, Saint-Loubert, Saint-Loubès, Saint-Louis-de-Montferrand, Saint-Macaire, Saint-Magne-de-Castillon, Saint-Maixant, Saint-Mariens, Saint-Martial, Saint-Martin-de-Laye, Saint-Martin-de-Lerm, Saint-Martin-de-Sescas, Saint-Martin-du-Bois, Saint-Martin-du-Puy, Saint-Martin-Lacaussade, Saint-Médard-de-Guizières, Saint-Médard-d’Eyrans, Saint-Médard-en-Jalles, Saint-Michel-de-Fronsac, Saint-Michel-de-Lapujade, Saint-Michel-de-Rieufret, Saint-Morillon, Saint-Palais, Saint-Pardon-de-Conques, Saint-Paul, Saint-Pey-d’Armens, Saint-Pey-de-Castets, Saint-Philippe-d’Aiguille, Saint-Philippe-du-Seignal, Saint-Pierre-d’Aurillac, Saint-Pierre-de-Bat, Saint-Pierre-de-Mons, Saint-Quentin-de-Baron, Saint-Quentin-de-Caplong, Sainte-Radegonde, Saint-Romain-la-Virvée, Saint-Sauveur, Saint-Sauveur-de-Puynormand, Saint-Savin, Saint-Selve, Saint-Seurin-de-Bourg, Saint-Seurin-de-Cadourne, Saint-Seurin-de-Cursac, Saint-Seurin-sur-l’Isle, Saint-Sève, Saint-Sulpice-de-Faleyrens, Saint-Sulpice-de-Guilleragues, Saint-Sulpice-de-Pommiers, Saint-Sulpice-et-Cameyrac, Sainte-Terre, Saint-Trojan, Saint-Vincent-de-Paul, Saint-Vincent-de-Pertignas, Saint-Vivien-de-Blaye, Saint-Vivien-de-Médoc, Saint-Vivien-de-Monségur, Saint-Yzan-de-Soudiac, Saint-Yzans-de-Médoc, Salaunes, Salleboeuf, Samonac, Saucats, Saugon, Sauternes, Sauveterre-de-Guyenne, Sauviac, Savignac, Savignac-de-l’Isle, Semens, Sendets, Sigalens, Sillas, Soulac-sur-Mer, Soulignac, Soussac, Soussans, Tabanac, Taillecavat, Talais, Talence, Targon, Tarnès, Tauriac, Tayac, Teuillac, Tizac-de-Curton, Tizac-de-Lapouyade, Toulenne, Tresses, Uzeste, Val-de-Livenne, Val de Virvée, Valeyrac, Vayres, Vendays-Montalivet, Vensac, Vérac, Verdelais, Vertheuil, Vignonet, Villandraut, Villegouge, Villenave-de-Rions, Villenave-d’Ornon, Villeneuve, Virelade, Virsac, Yvrac.
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Cabernet franc N
Cabernet-Sauvignon N
Carmenère N
Cot N - Malbec
Merlot N
Muscadelle B
Petit Verdot N
Sauvignon B - Sauvignon blanc
Sauvignon gris G - Fié gris
Semillon B
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
Al in de 17e en 18e eeuw moest voor de druivensoorten van Bordeaux, die worden geteeld in een zeeklimaat, gebruik worden gemaakt van steunpalen. Later werd algemeen gebruikgemaakt van geleidesystemen om te zorgen voor een goede verdeling van de oogst en een voldoende groot bladoppervlak voor een correcte chlorofylsynthese met het oog op een optimale rijping. De uiteenlopende bodemsoorten en gevarieerde blootstellingen hebben geleid tot de selectie van verschillende druivensoorten en de aanpassing ervan aan de kenmerken van de streek. Ze verklaren bovendien de historische keuze voor assemblagewijnen. Zo kunnen vier verschillende soorten worden onderscheiden:
|
— |
klei-kalksteenbodems en mergel-kalksteenbodems, die vaak voorkomen op hellingen en uiterst geschikt zijn voor merlot N; |
|
— |
kiezelbodems met klei en kalkhoudende elementen, die ideaal zijn voor bijvoorbeeld merlot N en sauvignon B; |
|
— |
“boulbènes” met fijne kiezelachtige elementen, dit zijn lichtere gronden die geschikt zijn voor de productie van witte wijnen; |
|
— |
grindbodems, samengesteld uit grind, gerolde kwartskorrels en redelijk grof zand, die warme terrassen vormen met een goede afwatering en die ideaal zijn voor de wijnbouw en in het bijzonder voor cabernet-sauvignon N. |
De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux supérieur” voldoet aan de vereisten die de producenten zichzelf in de loop der tijd hebben opgelegd en die afwijken van die voor de oorsprongsbenaming “Bordeaux” in termen van dichtheid van de wijngaarden (hoger), snoeiregels (kleiner aantal ogen) en maximale belasting van het perceel (kleiner). Dankzij deze productievoorwaarden kunnen sterker geconcentreerde wijnen worden verkregen waarvoor het minimale suikergehalte en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte hoger liggen dan de waarden voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux”. De rode en witte wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux supérieur” hebben een specifieke stijl. Zij worden gekenmerkt door hun harmonie, een zekere elegantie, een goed evenwicht en een aromatische rijkdom. Die eigenschappen zijn onder meer te danken aan de diversiteit van de biofysische omgeving en de gebruikte druivenrassen, maar ook aan de wijnbouw- en vinificatieprocedés, die de wijnen geschikt maken om ze te bewaren. Het wijnbouwgebied van “Bordeaux” is altijd al sterk gericht geweest op de rest van de wereld dankzij zijn haven en de nauwe historische banden met andere landen. Daardoor is al vroeg een gestructureerde, levendige handel ontstaan, zijn technische innovaties overgenomen en verspreid en is de dynamiek van de bedrijven gestimuleerd. Dit zorgde weer voor de verbreding, verdieping en verspreiding van knowhow, steeds met inachtneming van eeuwenoude gebruiken. Met het huwelijk van Eleonora, de hertogin van Aquitanië, en Hendrik Plantagenet, de latere koning van Engeland, in 1152 kwamen zeer belangrijke handelsbetrekkingen tot stand. De Engelsen exporteerden voedsel, textiel en metalen en importeerden wijn uit Bordeaux. In de 17e eeuw begon een nieuw handelstijdperk met de komst van nieuwe consumenten. De export is nog steeds een belangrijke distributiefactor voor de Bordeauxwijnen, die er ook voor heeft gezorgd dat de knowhow, het imago en de bekendheid van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux supérieur” zich over de hele wereld hebben verspreid. Twee derde van deze wijnen wordt momenteel gebotteld op het wijndomein. Zij hebben complexere structuren en kunnen langer worden bewaard dan wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bordeaux”, namelijk tot vijf of zes jaar.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Verpakking in het afgebakende geografische gebied |
Beschrijving van de voorwaarde:
|
|
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de vinificatie, de bereiding en de opvoeding mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 26 februari 2020:
|
Grotere geografische eenheid
Rechtskader:
|
|
Nationale wetgeving |
Soort aanvullende voorwaarde:
|
|
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering |
Beschrijving van de voorwaarde:
|
|
Op het etiket van wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de grotere geografische eenheid “Vin de Bordeaux” of “Grand Vin de Bordeaux” worden vermeld. De lettertekens van de vermelding van de grotere geografische eenheid mogen niet hoger noch breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. |
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-acf2cbea-d0b8-4acf-b65b-40814c3030e0