ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 247

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

64e jaargang
25 juni 2021


Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2021/C 247/01

Besluit van de Raad van 21 juni 2021 tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021

1

2021/C 247/02

Conclusies van de Raad over het beleid inzake intellectuele eigendom

3


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Parlement

2021/C 247/03

Oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen (nr. IX-2022/01) — BIJDRAGEN VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN

7

2021/C 247/04

Oproep tot het indienen van voorstellen (nr. IX-2022/02) — SUBSIDIES VOOR EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN

20


NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

25.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 21 juni 2021

tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021

(2021/C 247/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 44,

Overwegende hetgeen volgt:

De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2021 is definitief vastgesteld op 18 december 2020 (2).

De Commissie heeft op 15 april 2021 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2021,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021 is vastgesteld op 21 juni 2021.

De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu

Gedaan te Brussel, 21 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(2)  PB L 93 van 17.3.2021, blz. 1.


25.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/3


Conclusies van de Raad over het beleid inzake intellectuele eigendom

(2021/C 247/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

HERINNEREND AAN

de conclusies van de Raad van 10 november 2020 over het beleid inzake intellectuele eigendom en de herziening van het stelsel van tekeningen en modellen van nijverheid in de Unie (1);

de mededeling van de Commissie van 25 november 2020, getiteld “Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten: een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen” (2), waarin wordt gesteld dat intellectuele eigendom een belangrijke troef is voor de EU, en dat goed afgestemd beleid moet worden ingevoerd voor de doeltreffendheid ervan teneinde ondernemingen te kunnen helpen bij het benutten van hun uitvindingen en creaties, en om er tegelijkertijd voor te zorgen dat de economie en de samenleving als geheel er baat bij hebben;

de conclusies van de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 mei 2021 (3), waarin de Raad oproept tot grotere inspanningen voor een gelijkwaardige toegang tot COVID-19-vaccins wereldwijd en wordt gesteld dat de EU en de lidstaten willen dat er snel meer vaccins worden gedeeld met landen in nood en ook willen helpen de productiecapaciteit ter plaatse te ontwikkelen, in overeenstemming met de Verklaring van Rome van de mondiale gezondheidstop;

de conclusies van de Raad van 23 april 2021 over Team Europa (4), waarin de mondiale dimensie van de COVID-19-pandemie wordt belicht en wordt gesteld dat het van essentieel belang is te zorgen voor tijdige, eerlijke en billijke wereldwijde toegang tot veilige, betaalbare en doeltreffende vaccins, geneesmiddelen en diagnosemiddelen tegen COVID-19. In dit verband wordt in de conclusies bevestigd dat de EU en haar lidstaten een centrale plaats innemen binnen de relevante multilaterale inspanningen, met name wat betreft de Access to COVID-19 Tools Accelerator en de bijbehorende Covax-faciliteit;

de mededeling van de Commissie van 17 februari 2021, getiteld “HERA Incubator: samen anticiperen op de dreiging van COVID-19-varianten” (5), waarin wordt gesteld dat de uitbreiding van de capaciteit voor productie en “afvullen en afwerken” (“fill and finish”) een van de snelste manieren is om de productie te verhogen en kan betekenen dat de knowhow en de intellectuele eigendom achter de vaccins en de bijbehorende technologie worden gedeeld zodat minder tijd nodig is voor de overdracht van technologie;

de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (GA’s), hetgeen heeft bijgedragen tot betere en modernere mondiale systemen ter bescherming van geografische aanduidingen, waarbij de Raad eraan herinnert bereid te zijn om de invoering van een systeem voor bescherming sui generis van niet-landbouwproducten te overwegen op basis van een grondige effectbeoordeling van de potentiële kosten en baten ervan en de reacties van belanghebbenden op de recente aanvangseffectbeoordeling en openbare raadpleging van de Commissie;

de conclusies van de Raad van 21 september 2020 (6), waarin de Raad aandringt op maatregelen om ervoor te zorgen dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) ten volle kunnen profiteren van de mogelijkheden van de eengemaakte markt, onder meer via bevordering van investeringen in groei door het voor kmo’s makkelijker te maken intellectuele-eigendomsinvesteringen te doen; en waarin ook positief werd gereageerd op de Commissiemededeling van 10 maart 2020, getiteld “Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt” (7), waarin wordt benadrukt dat de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en het verbod op of beperkingen van het in de handel brengen van illegale of nagemaakte goederen in de eengemaakte markt moet worden verbeterd;

Het actieplan inzake intellectuele eigendom

2.

IS INGENOMEN MET het actieplan inzake intellectuele eigendom van de Commissie, en de initiatieven in dat plan voor betere bescherming van intellectuele eigendom, stimulering van het doeltreffende gebruik en de doeltreffende inzet van intellectuele eigendom, betere toegang tot en uitwisseling van door intellectuele eigendom beschermde activa, de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, en fair play op mondiaal niveau;

3.

DRINGT er bij de Commissie OP AAN prioriteit te geven aan de tijdige indiening van de bijbehorende wetgevingsvoorstellen, en zo snel mogelijk een voorstel in te dienen voor de herziening en modernisering van de EU-wetgeving inzake tekeningen en modellen van nijverheid, zodat deze, met name voor kmo’s, toegankelijker wordt; ZIET UIT naar de uitvoering van de in het actieplan aangekondigde niet-wetgevingsagenda, waaronder de samen te stellen EU-toolbox tegen [...] namaakpraktijken en de werkzaamheden op het gebied van kunstmatige intelligentie, de uitwisseling van gegevens en de verbeterde “infrastructuur voor auteursrechten”;

De rol van intellectuele eigendom bij de respons op de COVID-19-pandemie

4.

ZICH ERVAN BEWUST dat de COVID-19-pandemie grote gevolgen heeft gehad en nog heeft voor de mondiale economie en dat er dringend maatregelen nodig waren en zijn om onderzoek en ontwikkeling (O&O) te ondersteunen en de productiecapaciteit voor vaccins te vergroten, zodat de EU weer mondiaal concurrerend wordt en in de nabije toekomst opnieuw economische groei kent;

5.

BENADRUKKEND dat zelfs in tijden van crisis innovatie en creativiteit niet stagneerden in de EU, en dat het stelsel voor intellectuele eigendom een motor is gebleken en moet blijven voor innovatie, concurrentievermogen, economische groei en duurzame ontwikkeling, alsook een belangrijk stimulerend kader voor samenwerking en de overdracht van kennis en technologie;

6.

OVERWEGEND dat nauwe samenwerking tussen alle betrokken publieke en private actoren, indien nodig met behulp van vrijwillige oplossingen voor het delen van intellectuele eigendom, knowhow en gegevens, een veelbelovende manier is om mogelijke uitdagingen aan te pakken, de productiecapaciteit en beschikbaarheid wereldwijd snel te vergroten, en de toegang tot essentiële middelen voor het diagnosticeren, behandelen en voorkomen van COVID-19, waaronder vaccins, te waarborgen;

7.

OVERWEGEND dat de Europese Unie actief deelneemt aan een brede dialoog in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere internationale fora om te verkennen hoe doeltreffende en pragmatische oplossingen, zoals octrooigemeenschappen, licentie-initiatieven en platformen voor het delen van kennis/vaccins, het best kunnen worden ingezet om de rechtvaardige toegang tot betaalbare geneesmiddelen, diagnosemiddelen, vaccins en behandelingen tegen COVID-19 te ondersteunen, ten behoeve van een robuuste, snelle en mondiale respons op de pandemie; OVERWEGEND dat de Europese Unie ook bereid is om andere instrumenten te bespreken, waaronder de in de artikelen 31 en 31 bis van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (de Trips-Overeenkomst) bedoelde flexibiliteiten;

8.

INZIEND dat de pandemie ook gevolgen heeft voor het werk van de bureaus voor intellectuele eigendom; OVERWEGEND dat de bureaus voor intellectuele eigendom zich hebben aangepast aan de situatie, met name door in te zetten op online- en papierloze procedures om zo de veiligheid van de gebruikers van het stelsel van intellectuele eigendom en van hun eigen personeel te waarborgen, alsook de goede werking van het stelsel in de EU, ten dienste van innovatie;

9.

IS INGENOMEN MET de COVID-gerelateerde steunmaatregelen van de Commissie die een robuust, sterk en evenwichtig stelsel van intellectuele eigendom met een groene en digitale grondslag mogelijk maken, hetgeen zal bijdragen tot een duurzamere economie;

10.

ZIET UIT naar verdere besprekingen over mogelijke hulpmiddelen op het gebied van intellectuele eigendom en mogelijkheden voor betere coördinatie bij grensoverschrijdende crisissituaties; ONDERKENT dat de Commissie gereed is om, in het kader van de werkzaamheden van de Taskforce voor de industriële opschaling van de productie van COVID-19-vaccins, ondersteuning te bieden bij alle mogelijke intellectuele-eigendomskwesties;

11.

ERAAN HERINNEREND dat de EU ’s werelds voornaamste exporteur van vaccins is en dat de helft van de in de EU geproduceerde vaccins wordt verscheept naar de rest van de wereld, en dat de EU een van de voornaamste financiële contribuanten van de Covax-faciliteit is; BENADRUKT dat meer wereldwijde steun nodig is voor de Covax-faciliteit en ROEPT alle vaccinproducerende landen OP om de uitvoer van vaccins toe te staan en maatregelen die de toeleveringsketens verstoren te vermijden, om zo een actieve bijdrage te leveren aan de mondiale inspanningen voor meer beschikbare vaccins wereldwijd;

Kmo’s en hun economisch herstel

12.

ZICH ERVAN BEWUST dat er vanwege de verslechterende epidemiologische situatie een groot aantal beperkende maatregelen zijn opgelegd ter voorkoming van en in reactie op de pandemie;

13.

OVERWEGENDE dat er dringend nieuwe instrumenten moeten worden ontwikkeld en toegepast om kmo’s te helpen hun bedrijfskosten te dragen, ook de kosten voor de bescherming en het beheer van hun intellectuele-eigendomsrechten, zodat het effect op hun algemene financiële situatie minder negatief wordt;

14.

ZIET IN dat de huidige crisis en de onvermijdelijke gevolgen ervan voor economische actoren, met name kmo’s, het nog lastiger maken om bedrijfsstrategieën vast te stellen voor het versterken van hun concurrentievermogen en het bespoedigen van economische groei;

15.

BENADRUKT dat de bescherming en valorisatie van intellectuele-eigendomsrechten en handelsgeheimen voor kmo’s van essentieel belang zijn voor concurrentievermogen, innovatie, het creëren van waarde en het garanderen van duurzaamheid;

16.

ERKENT dat onderzoeksinfrastructuren toegevoegde waarde creëren wanneer ze worden gebruikt voor zowel onderzoek als technologische toepassingen, en dat intellectuele eigendom op dit gebied een belangrijke rol speelt in verband met de samenwerking met ondernemingen, met name kmo’s, en dat zo het innovatiepotentieel wordt benut om de bredere strategische prioriteiten van de EU te verwezenlijken;

17.

IS HET EENS met de vaststelling in het actieplan inzake intellectuele eigendom dat een groot deel van de kmo’s en onderzoekers de mogelijkheden en valorisatie van de bescherming van intellectuele eigendom nog niet ten volle benutten, en ROEPT derhalve OP tot verdere maatregelen om het doeltreffend gebruik en de toepassing van intellectueel eigendom in kmo’s te stimuleren;

18.

IS derhalve INGENOMEN met de lancering en uitvoering van het KMO/MKB-fonds van de Commissie en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO), dat kmo’s ondersteuning biedt voor advies over intellectuele eigendom als onderdeel van hun bedrijfsstrategie en over de registratie van merken en tekeningen en modellen van nijverheid via de nationale, regionale en EU-stelsels voor intellectuele eigendom; IS VAN MENING dat het nuttig zou zijn om deze steun in de toekomst uit te breiden tot octrooien;

19.

ERKENT dat het werk van het EUIPO en de nationale en regionale bureaus voor intellectuele eigendom, binnen het kader van het Netwerk voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPN), van essentieel belang zal zijn voor het welslagen van dit nieuwe initiatief, met name in combinatie met algemene ondersteunende instrumenten voor ondernemingen, zoals het Enterprise Europe Network, en met clusterinitiatieven en andere ondersteunende netwerken op het gebied van intellectuele eigendom, zoals informatiecentra voor octrooien;

20.

VERZOEKT de Commissie om meer en nauwer samen te werken met het EUIPO en de verschillende ondersteunende netwerken en dienstverleners op het gebied van intellectuele eigendom, om ervoor te zorgen dat huidige en toekomstige ondersteunende maatregelen voor kmo’s met betrekking tot intellectuele eigendom in alle EU-lidstaten op elkaar afgestemd zijn en elkaar aanvullen, zodat er geen enkel intellectuele-eigendomsrecht over het hoofd wordt gezien, hetgeen het concurrentie- en innovatievermogen van kleine ondernemingen en hun toegang tot buitenlandse markten ten goede komt;

Groene en digitale technologieën

21.

OVERWEGENDE dat een doeltreffende en doelmatige wisselwerking tussen intellectuele eigendom en innovatie vanuit de wetenschap en het bedrijfsleven, nodig is om de volgende generatie een duurzame, veelbelovender toekomst te bieden;

22.

ERKENT dat er een debat moet worden gevoerd over het belang van het beschermen van innovatieve oplossingen op het gebied van groene en digitale technologieën als middel om economische groei en de duurzame ontwikkeling van moderne samenlevingen te stimuleren;

23.

ZIET IN, naar aanleiding van de conclusies van de VN-conferentie over klimaatverandering in 2019, die landen en ondernemingen ertoe hebben aangezet om maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en milieubewuster te handelen, en intellectuele-eigendomsrechten te gebruiken om gezamenlijke strategieën te ontwikkelen voor het delen van technologieën, dat intellectuele-eigendomsrechten onmisbaar zijn als stimulans voor de ontwikkeling en verspreiding van duurzame en milieuvriendelijke technologieën;

24.

BENADRUKT dat groene en digitale thema’s belangrijk zijn voor het economisch herstel en de ontwikkeling van ondernemingen, waaronder kmo’s, met name door middel van de in het actieplan inzake intellectuele eigendom bedoelde groene en digitale technologieën en strategie van open innovatie;

25.

ONDERSTREEPT dat de EU haar uitstekende prestaties op het gebied van onderzoek en innovatie optimaal moet benutten om de groene en digitale transitie van haar economie te ondersteunen, onder meer door doeltreffend gebruik te maken van slimme werkwijzen voor de bescherming en het beheer van intellectuele eigendom via doeltreffende mechanismen voor het delen van intellectuele eigendom en de overdracht van technologie;

26.

IS VAN MENING dat er dringend voor moet worden gezorgd dat intellectuele eigendom een stimulerende factor blijft voor de digitale en groene transitie, en dat dit een belangrijk aandachtspunt moet zijn van een veerkrachtige, productieve en duurzame EU;

27.

ROEPT de Commissie en de lidstaten OP zoveel mogelijk stimulansen te bieden om de mogelijkheden tot creativiteit en innovatie op het gebied van groene en digitale technologieën in de hele EU optimaal te benutten;

Handhaving van intellectuele eigendomsrechten

28.

IS INGENOMEN met de voortdurende inspanningen van de publieke en private sector om de plaag van toenemende offline- en online-inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten te bestrijden en deze trend te keren, en pleit voor meer inspanningen, rekening houdend met de belangrijke rol die nieuwe technologieën kunnen spelen bij de verwezenlijking van de doelstellingen op dit gebied;

29.

IS VAN MENING dat de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten een effectieve toepassing van het bestaande wetgevingskader vereist, en BENADRUKT dat rechtshandhavingsautoriteiten bij de strijd tegen deze inbreuken over voldoende capaciteit moeten beschikken;

30.

PLEIT ERVOOR om, met het oog op doeltreffendere maatregelen tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, na te denken over de preventie van en strijd tegen criminele inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder namaak en piraterij, en, gezien de betrokkenheid van georganiseerde criminele groepen, het verband met internationale economische en financiële criminaliteit, en tevens over de vraag of de juridische verschillen tussen de strafrechtelijke kaders van de lidstaten, de mogelijke lacunes in het strafrecht en de strafvervolging en de juridische en praktische obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking in de EU in kaart moeten worden gebracht;

31.

WAARDEERT het verslag van de Commissie over de werking van het memorandum van overeenstemming over de verkoop van namaakgoederen via het internet (8); ER NOTA VAN NEMEND dat de ondertekenaars het memorandum van overeenstemming beschouwen als een waardevol instrument voor het uitwisselen van informatie en goede praktijken en het waarborgen van effectieve samenwerking tussen houders van rechten en onlineplatformen; VERWACHT, gezien het nog steeds onaanvaardbaar hoge aantal namaakgoederen dat in omloop is, dat deze inspanningen door de wet digitale diensten en de komende EU-toolbox tegen namaakpraktijken veel aan kracht zullen winnen;

32.

ACHT het absoluut noodzakelijk dat de EU tracht de bestaande kwetsbaarheden tot een minimum te beperken, door na te gaan of het bestaande juridisch kader moet worden gemoderniseerd, om zo een slim en strategisch gebruik van intellectuele eigendom mogelijk te maken en inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten doeltreffend te kunnen bestrijden;

33.

BENADRUKT dat de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, waaronder namaak en piraterij, een prioriteit moet zijn bij alle betreffende EU-beleidsmaatregelen;

Octrooien

34.

UIT OPNIEUW ZIJN APPRECIATIE voor de waardevolle besprekingen in de Raad van Bestuur van de Europese Octrooiorganisatie, en in haar Comité Octrooirecht, over de octrooieerbaarheid van werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten of dieren en van de producten die middels deze werkwijzen worden verkregen, die gericht waren op het verkrijgen van meer inzicht, op basis van een wetenschappelijk onderbouwde aanpak, in Richtlijn 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen en de desbetreffende bepalingen van het Europees Octrooiverdrag; NEEMT MET INSTEMMING KENNIS van de toezichts- en rapportageprocedure die door het Europees Octrooibureau (EOB) is geïnitieerd met betrekking tot zijn werkwijze voor het verlenen van octrooien, overeenkomstig advies nr. G 3/19 van 14 mei 2020 van de grote kamer van beroep van het EOB;

35.

IN HERINNERING BRENGEND dat aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s) bedoeld zijn om ontwikkelaars te compenseren voor het verlies aan effectieve octrooibescherming als gevolg van de tijd die verplichte klinische proeven en vergunningsprocedures voor het in de handel brengen van producten vergen, teneinde innovatie in de EU aan te moedigen en te helpen voorkomen dat deze bedrijfstakken wegtrekken uit de EU;

36.

OVERWEGEND dat ABC’s op nationaal niveau worden verleend, hetgeen kan leiden tot verschillende besluiten binnen de EU, en bijgevolg parallelle gerechtelijke procedures, wat inefficiëntie, rechtsonzekerheid, onduidelijkheid en onvoorspelbaarheid zou kunnen veroorzaken in de EU;

37.

ZIET IN dat het belangrijk is om te blijven werken aan een meer samenhangend stelsel, en, in dit verband, nieuwe en meer geharmoniseerde oplossingen te verkennen om alle mogelijke obstakels weg te nemen; IS VERHEUGD OVER de in het actieplan opgenomen maatregelen om het ABC-stelsel te verbeteren.


(1)  PB C 379 I van 10.11.2020, blz. 1.

(2)  Doc. 13354/20.

(3)  Doc. EUCO 5/21, punt 3.

(4)  Doc. 7894/21.

(5)  Doc. 6375/21.

(6)  Doc. 10698/20.

(7)  Doc. 6778/20.

(8)  Doc. 10189/20.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Parlement

25.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/7


Oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen (nr. IX-2022/01)

“BIJDRAGEN VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN”

(2021/C 247/03)

Inhoud

A.

Inleiding en rechtskader 8

B.

Doel van de oproep 8

C.

Doel, categorie en vorm van financiering 9

D.

beschikbare begroting 9

E.

ontvankelijkheidsvereisten voor verzoeken om financiering 9

F.

Criteria voor de beoordeling van verzoeken om financiering 10

F.1.

Uitsluitingscriteria 10

F.2.

Subsidiabiliteitscriteria 10

F.3.

Criteria voor de toekenning en verdeling van middelen 10

G.

gedeelde controle door het Europees Parlement en de autoriteit 11

H.

Voorwaarden 11

I.

tijdschema 11

J.

Openbaarmaking en Verwerking van persoonsgegevens 12

K.

Verdere informatie 12

A.   INLEIDING EN RECHTSKADER

1.

Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dragen de “politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie”.

2.

Overeenkomstig artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stellen het Europees Parlement en de Raad bij verordeningen het statuut van de Europese politieke partijen en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vast. Deze regels zijn vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (1), zoals later gewijzigd.

3.

In artikel 17, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 is bepaald dat een Europese politieke partij die overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorwaarden en procedures is geregistreerd, die door ten minste één van haar leden in het Europees Parlement is vertegenwoordigd, en die zich niet in één van de in artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde uitsluitingsgevallen bevindt, een verzoek om financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie kan indienen, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen die door de ordonnateur van het Europees Parlement in een oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen zijn vastgesteld.

4.

Het Europees Parlement doet deze oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen (“oproep”) dus met het oog op het toekennen van bijdragen aan Europese politieke partijen.

5.

Het juridische basiskader bestaat uit de volgende handelingen:

a)

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014;

b)

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 1 juli 2019 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (2) (“Besluit van het Bureau van 1 juli 2019”);

c)

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (3) (“Financieel Reglement”);

d)

Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie van 2 oktober 2015 betreffende de inhoud en de werking van het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (4);

e)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2246 van de Commissie van 3 december 2015 inzake nadere bepalingen voor het registratienummersysteem die van toepassing zijn op het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en informatie uit standaarduittreksels uit het register (5);

f)

Reglement van het Europees Parlement (6).

B.   DOEL VAN DE OPROEP

6.

Deze oproep heeft tot doel geregistreerde Europese politieke partijen op te roepen verzoeken om financiering uit de Uniebegroting in te dienen (“verzoeken om financiering”).

C.   DOEL, CATEGORIE EN VORM VAN FINANCIERING

7.

Met de financiering wordt beoogd de statutaire activiteiten en doelstellingen van de Europese politieke partij voor het begrotingsjaar 1 januari 2022 t/m 31 december 2022 te ondersteunen, volgens de voorwaarden die zijn neergelegd in de door de begunstigde Europese politieke partij en het Europees Parlement te sluiten bijdrageovereenkomst.

8.

De financiering valt in de categorie bijdragen voor Europese politieke partijen in de zin van titel XI van het Financieel Reglement (“bijdrage”). De bijdrage wordt verstrekt in de vorm van een vergoeding van een percentage van de daadwerkelijk gemaakte kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

9.

Het maximumbedrag dat door het Europees Parlement aan de begunstigde wordt betaald bedraagt niet meer dan 90 % van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven die in de geraamde begroting zijn aangegeven en niet meer dan 90 % van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven die daadwerkelijk zijn gemaakt.

D.   BESCHIKBARE BEGROTING

10.

De geraamde begroting voor het begrotingsjaar 2022 overeenkomstig artikel 402 van de begroting van het Europees Parlement – “Financiering van de Europese politieke partijen” – bedraagt 46 000 000 EUR, zoals aangenomen door het Europees Parlement in de ontwerpraming. De te verdelen beschikbare kredieten worden door de begrotingsautoriteit vastgesteld in de definitief vastgestelde begroting voor het jaar 2022.

E.   ONTVANKELIJKHEIDSVEREISTEN VOOR VERZOEKEN OM FINANCIERING

11.

Verzoeken om financiering zijn ontvankelijk als ze

a)

schriftelijk zijn ingediend via het bij deze oproep gevoegde aanvraagformulier, vergezeld van alle vereiste ondersteunende documenten;

b)

een schriftelijke toezegging bevatten, in de vorm van een ondertekend formulier dat bij deze oproep is gevoegd, volgens welke de aanvrager instemt met de voorwaarden en uitsluitingscriteria als bedoeld in bijlage 1a bij het besluit van het Bureau van 1 juli 2019;

c)

een brief van een wettelijk vertegenwoordiger bevatten waaruit blijkt dat deze gemachtigd is namens de aanvrager juridische verbintenissen aan te gaan;

d)

uiterlijk 30 september 2021, bij voorkeur in pdf-formaat, in elektronische vorm, of als elektronisch origineel (met een gekwalificeerde elektronische handtekening1), zijn toegezonden aan de Voorzitter van het Europees Parlement, en wel naar het volgende e-mailadres: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu.

De aanvraagformulieren moet van hetzij handgeschreven handtekeningen, hetzij gekwalificeerde elektronische handtekeningen (QES) zijn voorzien, de QES in overeenstemming met de verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten (eIDAS) (7).

Indien aanvragen in elektronisch formaat worden ingediend, en wanneer bepaalde documentatie van handgeschreven handtekeningen zijn voorzien, bewaart en produceert de aanvrager de originelen, geheel of gedeeltelijk, op verzoek van de diensten van het Europees Parlement, en stuurt hij deze originelen naar het onderstaande fysieke adres:

Voorzitter van het Europees Parlement

T.a.v. De heer Didier Kléthi, directeur-generaal Financiën

ADENAUER 04T003

L-2929 Luxemburg

LUXEMBURG

12.

Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 4, lid 2, van het besluit van het Bureau van 1 juli 2019 door de gedelegeerd ordonnateur wordt verzocht originele bewijsstukken of toelichtingen op papier in te dienen met betrekking tot de aanvraag, gebruikt de aanvrager daartoe het in paragraaf 11 vermelde fysieke adres. Elektronische documenten die van de gekwalificeerde elektronische handtekening zijn voorzien, worden ook geaccepteerd en worden naar het volgende e-mailadres gestuurd: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu.

Voor alle andere correspondentie met betrekking tot de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van het hierboven vermelde e-mailadres.

13.

Als onvolledig beoordeelde verzoeken kunnen worden afgewezen.

F.   CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN VERZOEKEN OM FINANCIERING

F.1.   Uitsluitingscriteria

14.

Aanvragers worden uitgesloten van de financieringsprocedure indien zij:

a)

zich in een van de in artikel 136, leden 1 en 2, of artikel 141 van het Financieel Reglement bedoelde uitsluitingssituaties bevinden;

b)

aan een van de in artikel 27, lid 1, en artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 opgenomen sancties zijn onderworpen.

F.2.   Subsidiabiliteitscriteria

15.

Om in aanmerking te komen voor Uniefinanciering moet de partij voldoen aan de in de artikelen 17 en 18 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 vermelde voorwaarden, namelijk:

a)

geregistreerd staan bij de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (8) (“de Autoriteit”), overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014;

b)

door ten minste één van haar leden in het Europees Parlement vertegenwoordigd zijn;

c)

voldoen aan de in artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 genoemde verplichtingen, d.w.z. de jaarrekeningen (9), een externe-auditverslag en de lijst van donateurs en contribuanten hebben ingediend;

d)

voldoen aan de in artikel 18, lid 2 bis, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 genoemde verplichtingen, d.w.z. dat de partij bewijsstukken moet hebben overgelegd waaruit blijkt dat de bij haar aangesloten EU-partijen doorgaans gedurende de periode van 1 oktober 2020 en 30 september 2021 op hun website, op een duidelijk zichtbare en gebruikersvriendelijke wijze, het politieke programma en het logo van de Europese politieke partij hebben geplaatst.

16.

Bovendien wordt overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 een lid van het Europees Parlement dat lid is van verschillende Europese politieke partijen beschouwd als lid van slechts één Europese politieke partij, die, indien van toepassing, de partij is waartoe zijn nationale of regionale politieke partij behoort op de uiterste datum voor het indienen van verzoeken voor financiering.

17.

Partijen die zijn aangesloten bij Europese politieke partijen worden aangespoord om op hun website informatie op te nemen over het genderevenwicht.

F.3.   Criteria voor de toekenning en verdeling van middelen

18.

In overeenstemming met artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 worden de kredieten die respectievelijk beschikbaar zijn jaarlijks verdeeld. Zij worden over de Europese politieke partijen waarvan het verzoek om financiering in het licht van de subsidiabiliteits- en uitsluitingscriteria is ingewilligd als volgt verdeeld:

a)

10 % wordt gelijkelijk verdeeld tussen de begunstigde Europese politieke partijen;

b)

90 % wordt in verhouding tot het aantal gekozen leden in het Europees Parlement over de begunstigde Europese politieke partijen verdeeld; op grond van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt ervan uitgegaan dat een lid van het Europees Parlement slechts lid is van één Europese politieke partij, en wel de partij waarbij zijn nationale of regionale politieke partij op de uiterste datum voor het indienen van verzoeken om financiering is aangesloten.

G.   GEDEELDE CONTROLE DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE AUTORITEIT

19.

In artikel 24, leden 1 en 2 (10), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt voorzien in gedeelde controle door het Europees Parlement en de Autoriteit.

20.

Indien overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 de Autoriteit bevoegd is de naleving van de bepalingen van die verordening te controleren, stuurt het Europees Parlement de relevante delen van de verzoeken om financiering door naar de Autoriteit.

21.

In het kader van de daaropvolgende controles en verificaties verstrekken aanvragers de Autoriteit op verzoek documentatie of verduidelijkingen, in origineel of elektronisch formaat, met inbegrip van delen van de oorspronkelijke financieringsaanvraag die overeenkomstig bovenstaande paragraaf11 is bewaard.

22.

De Autoriteit stelt het Europees Parlement in kennis van het resultaat van haar controles en verificaties.

H.   VOORWAARDEN

23.

Aanvragers moeten eventuele wijzigingen met betrekking tot de ingediende documenten of de in het verzoek verstrekte informatie binnen twee weken melden aan het Europees Parlement. Indien de aanvrager dit verzuimt, kan de ordonnateur een besluit nemen op grond van de beschikbare informatie, ongeacht later of via andere kanalen verstrekte informatie.

24.

Het is aan aanvrager om te bewijzen dat hij nog aan de criteria voor financiering voldoet.

25.

De voorwaarden voor de toekenning van Uniefinanciering uit hoofde van deze oproep zijn vastgelegd in bijlage 1a bij het besluit van het Bureau van 1 juli 2019.

26.

Elke aanvrager aanvaardt de in paragraaf 23 van deze oproep bedoelde voorwaarden door het formulier te ondertekenen dat bij deze oproep is gevoegd. Deze voorwaarden zijn bindend voor de begunstigde aan wie de financiering wordt toegekend en worden uiteengezet in de bijdrageovereenkomst.

I.   TIJDSCHEMA

27.

Financieringsaanvragen dienen uiterlijk op 30 september 2021 te worden ingediend.

28.

De ordonnateur van het Europees Parlement neemt binnen drie maanden na de afsluiting van de oproep tot het indienen van verzoeken om bijdragen een besluit. Vervolgens worden de individuele besluiten, ondertekend door de voorzitter van het Europees Parlement, aan de indieners van de verzoeken ter kennis gebracht.

29.

Succesvolle aanvragers ontvangen volgens planning in januari 2022 de door hen te ondertekenen ontwerp-bijdrageovereenkomst. Afgewezen aanvragers zullen op hetzelfde moment worden geïnformeerd. De betaling van de voorfinanciering vindt plaats binnen 30 dagen na de ondertekening van de bijdrageovereenkomst namens het Europees Parlement.

J.   OPENBAARMAKING EN VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

30.

Het Europees Parlement en de Autoriteit maken de informatie overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 openbaar, onder meer op internet.

31.

Alle in het kader van deze oproep verzamelde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (11) en overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU, Euratom), nr. 1141/2014.

32.

Deze gegevens worden verwerkt ten behoeve van de evaluatie van de verzoeken om financiering en de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Dit geldt onverminderd de mogelijkheid dat zij worden meegedeeld aan de organen die overeenkomstig het Unierecht verantwoordelijk zijn voor controle en auditing, zoals de interne controlediensten van het Europees Parlement, de Autoriteit, het Europees Openbaar Ministerie (EOM), de Europese Rekenkamer of het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

33.

Elke natuurlijke persoon die gelieerd is aan de begunstigde kan op schriftelijk verzoek inzage krijgen in zijn of haar persoonsgegevens en eventuele onjuiste of onvolledige gegevens corrigeren. Verzoeken in verband met de verwerking van zijn persoonsgegevens kunnen worden gericht tot het directoraat-generaal Financiën van het Europees Parlement of de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Parlement. De betrokkene kan te allen tijde een klacht over de verwerking van zijn persoonsgegevens indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

34.

Persoonsgegevens kunnen door het Europees Parlement in het systeem voor vroege opsporing en uitsluiting worden geregistreerd als de begunstigde in een van de in artikel 136, lid 1, en artikel 141 van het Financieel Reglement genoemde situaties verkeert.

K.   VERDERE INFORMATIE

35.

Vragen in verband met deze oproep kunnen, onder vermelding van het referentienummer, naar het volgende e-mailadres worden gestuurd: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu

36.

De in paragraaf 5, onder b), van deze oproep gespecificeerde wetgeving die ten grondslag ligt aan deze oproep en het aanvraagformulier financiering dat aan deze oproep is gehecht, zijn te vinden op de website van het Europees Parlement (http://www.europarl.europa.eu/tenders/invitations.htm).

Bijlage: Het aanvraagformulier financiering, met het formulier “Financiële identificatiegegevens”, de verklaring over de voorwaarden en de uitsluitingscriteria, en het model voor de geraamde begroting


(1)  PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1. Twee wijzigingen werden gepubliceerd in PB L 114 I van 4.5.2018, blz. 1, en in PB L 85 I van 27.3.2019, blz. 7.

(2)  PB C 249 van 25.7.2019, blz. 2.

(3)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(4)  PB L 333 van 19.12.2015, blz. 50.

(5)  PB L 318 van 4.12.2015, blz. 28.

(6)  Reglement van het Europees Parlement van januari 2021.

(7)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

(8)  Opgericht overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

(9)  Tenzij de aanvrager niet onderworpen is aan de controle uit hoofde van artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 (bijvoorbeeld omdat de partij net is opgericht).

(10)  Artikel 24, leden 1 en 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 – Algemene regels op het gebied van controle:

“1.

Controle op de naleving door Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen wordt in samenwerking uitgevoerd door de Autoriteit, de ordonnateur van het Europees Parlement en de bevoegde lidstaten.

2.

De Autoriteit controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder wat betreft artikel 3, artikel 4, lid 1, onder a), b) en d) tot en met f), artikel 5, lid 1, onder a) tot en met e) en g), artikel 9, leden 5 en 6, en de artikelen 20, 21 en 22.

De ordonnateur van het Europees Parlement controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen die betrekking hebben op de financiering door de Unie, overeenkomstig het Financieel Reglement. Bij de uitvoering van die controle neemt het Europees Parlement de nodige maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.”

(11)  PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.


BIJLAGE a

AANVRAAGFORMULIER FINANCIERING

BIJDRAGEN (1) VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN

VOOR BEGROTINGSJAAR [JAAR INVOEGEN]

SAMENSTELLING VAN HET VERZOEK OM FINANCIERING

Onderstaande tabel dient als leidraad bij het opstellen van uw verzoek om financiering. U kunt deze tabel gebruiken als checklist om na te gaan of alle vereiste documenten zijn bijgesloten.

Documentnummer

Te verstrekken documenten

 

 

Te verstrekken documenten die niet zijn opgenomen in dit model van het verzoek om financiering

 

1.

De begeleidende brief met vermelding van het aangevraagde bedrag van de bijdrage voor begrotingsjaar n, ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger

2.

Een brief van een wettelijk vertegenwoordiger waaruit blijkt dat deze gemachtigd is namens de aanvrager juridische verbintenissen aan te gaan

3.

Lijst van de personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid ten aanzien van de aanvragende organisatie, zoals de voorzitter, leden van de raad van bestuur, secretaris-generaal of de penningmeester (2)

4.

Bewijs van registratie door de Autoriteit op de datum van het verzoek om financiering (uitsluitend voor aanvragers van wie het besluit tot registratie nog niet openbaar is, d.w.z. nog niet gepubliceerd is op de website van de Autoriteit of in het Publicatieblad)

5.

Lijst van de leden van het Europees Parlement die lid zijn van de partij, met een actueel bewijs van dat lidmaatschap, onder vermelding van naam, land van herkomst, rechtstreekse of niet rechtstreekse banden met de Europese politieke partij (3) en naam van de betreffende nationale of regionale partij (indien van toepassing) (4)

6.

Bewijsstukken waaruit blijkt dat de bij haar aangesloten EU-partijen doorgaans gedurende de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021 op hun website, op een duidelijk zichtbare en gebruikersvriendelijke wijze, het politieke programma en het logo van de Europese politieke partij hebben geplaatst

7.

Alleen in het geval van een nieuwe aanvrager die niet aan de voorwaarden van artikel 23, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 kon voldoen: de meest recente gecontroleerde jaarrekening opgesteld door een professionele accountant

 

Te verstrekken documenten die zijn opgenomen in dit model van het verzoek om financiering

 

8.

Formulier financiële identificatiegegevens (alleen voor een nieuwe aanvrager of in geval van wijzigingen van naam, adres of bankrekening)

9.

Verklaring van aanvaarding van de algemene voorwaarden en de uitsluitingscriteria

10.

Een sluitende geraamde begroting

FORMULIER FINANCIËLE IDENTIFICATIEGEGEVENS

Image 1

VERKLARING VAN AANVAARDING VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN EN UITSLUITINGSCRITERIA

Ik, ondergetekende, wettelijk vertegenwoordiger van [naam aanvrager invoegen], verklaar dat:

ik de algemene voorwaarden die zijn vastgelegd in het model van bijdrageovereenkomst heb gelezen en deze aanvaard;

de aanvrager zich niet in een van de situaties bevindt die worden genoemd in artikel 136, lid 1*, en artikel 141* van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (het “Financieel Reglement”) (5);

de aanvrager niet onderworpen is aan een van de in artikel 27, lid 1*, of artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii) * van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad (6)opgenomen sancties;

de in dit verzoek en de bijlagen aan het Europees Parlement verstrekte informatie waarheidsgetrouw en volledig is.

Geautoriseerde handtekening:

Aanspreektitel (mevrouw, de heer, professor), naam en voornaam:

 

Functie in de aanvragende organisatie:

 

Plaats/datum:

 

Handtekening:

 

(*)

Hieronder volgt een opsomming van bovengenoemde artikelen:

 

Artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement

De bevoegde ordonnateur sluit een in artikel 135, lid 2, bedoelde persoon of entiteit uit van deelname aan onder deze verordening vallende toekenningsprocedures of van selectie voor de uitvoering van middelen van de Unie wanneer die persoon of entiteit zich in één of meer van de volgende uitsluitingssituaties bevindt:

a)

de persoon of entiteit is failliet, onderworpen aan insolventie- of liquidatieprocedures, zijn activa worden beheerd door een curator of een gerecht, hij een regeling met schuldeisers heeft getroffen, zijn bedrijfsactiviteiten zijn geschorst of hij in een andere vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een soortgelijke procedure uit hoofde van Unierecht of nationaal recht;

b)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit zijn verplichtingen, overeenkomstig het toepasselijke recht, tot betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen niet nakomt;

c)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit een ernstige beroepsfout heeft gemaakt doordat hij/zij de toepasselijke wet- of regelgeving of de ethische normen van de beroepsgroep waartoe hij/zij behoort, heeft overtreden of doordat hij/zij onrechtmatig gedrag heeft vertoond dat zijn professionele geloofwaardigheid aantast wanneer dit gedrag blijk geeft van kwaad opzet of grove nalatigheid, waaronder met name:

i)

het op frauduleuze of nalatige wijze afleggen van valse verklaringen met betrekking tot de informatie die wordt verlangd voor de verificatie van de afwezigheid van gronden voor uitsluiting of de vervulling van subsidiabiliteits- of selectiecriteria of bij de uitvoering van de juridische verbintenis;

ii)

het sluiten van een overeenkomst met andere personen of andere entiteiten met als doel de mededinging te vervalsen;

iii)

het schenden van intellectuele-eigendomsrechten;

iv)

het pogen de besluitvorming van de bevoegde ordonnateur tijdens de gunningsprocedure te beïnvloeden;

v)

het pogen vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen kan opleveren in de gunningsprocedure;

d)

in een definitieve rechterlijke beslissing is vastgesteld dat de persoon of entiteit zich schuldig heeft gemaakt aan een van de volgende feiten:

i)

fraude in de zin van artikel 3 van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij akte van de Raad van 26 juli 1995;

ii)

corruptie, als omschreven in artikel 4, lid 2, van Richtlijn (EU) 2017/1371 of actieve corruptie in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn, vastgesteld bij akte van de Raad van 26 mei 1997, of gedragingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad, of corruptie als omschreven in andere toepasselijke regelgeving;

iii)

gedragingen die verband houden met een criminele organisatie als bedoeld in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad;

iv)

witwassen van geld of terrorismefinanciering in de zin van artikel 1, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad;

v)

terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van respectievelijk de artikelen 1 en 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van zodanig misdrijf of strafbaar feit, als bedoeld in artikel 4 van genoemd besluit;

vi)

kinderarbeid of andere strafbare feiten op het gebied van mensenhandel als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad;

e)

de persoon of entiteit is aanzienlijk tekortgeschoten in de nakoming van belangrijke verplichtingen bij de uitvoering van een uit de begroting gefinancierde juridische verbintenis, hetgeen tot

i)

de vroegtijdige beëindiging van een juridische verbintenis heeft geleid;

ii)

oplegging van een schadevergoeding of andere contractuele sancties heeft geleid; of

iii)

na toetsen en audits of onderzoeken door een ordonnateur, OLAF of de Rekenkamer aan het licht is gekomen;

f)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit een onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad heeft begaan;

g)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit in een andere jurisdictie een entiteit heeft opgericht met de bedoeling om fiscale, sociale of enige andere wettelijke verplichtingen te omzeilen die in de jurisdictie waar de statutaire zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging is gevestigd;

h)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat er een entiteit is opgericht met de bedoeling als vermeld onder g).

 

Artikel 141, lid 1, van het Financieel Reglement:

De bevoegde ordonnateur wijst een deelnemer bij een gunningsprocedure af indien deze:

a)

in een uitsluitingssituatie verkeert die overeenkomstig artikel 136 is vastgesteld;

b)

valse verklaringen heeft afgelegd in de informatie die wordt verlangd als voorwaarde voor deelname aan de procedure of die informatie niet heeft verstrekt;

c)

voorheen betrokken was bij het opstellen van in de gunningsprocedure gebruikte documenten, indien zulks een schending van het beginsel van gelijke behandeling inhoudt, met inbegrip van vervalsing van de mededinging die niet op een andere wijze kan worden verholpen.

In overeenstemming met artikel 18, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 mag de verzoekende partij niet aan een van de in artikel 27, lid 1, en artikel 27, lid 2, onder a), v), vi) en vii), opgenomen sancties onderworpen zijn.

 

Artikel 27, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014:

Overeenkomstig artikel 16 besluit de Autoriteit bij wijze van sanctie in elk van de volgende situaties tot schrapping van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting uit het register:

a)

indien de partij of de stichting in kwestie bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel 106, lid 1, van het Financieel Reglement;

b)

indien na toepassing van de procedures van artikel 10, leden 2 tot en met 5, is vastgesteld dat de partij of de stichting niet langer voldoet aan een of meer van de in artikel 3, leden 1 en 2, vastgelegde voorwaarden;

b bis)

indien het besluit tot registratie van de partij of stichting in kwestie berust op onjuiste of misleidende informatie waarvoor de verzoekende partij verantwoordelijk is of indien het besluit met bedrog is verkregen; of

c)

indien een verzoek van een lidstaat tot schrapping uit het register op grond van ernstige niet-naleving van de uit nationaal recht voortvloeiende verplichtingen voldoet aan de in artikel 16, lid 3, onder b), vastgestelde vereisten.

 

Artikel 27, lid 2, onder a), v), vi) en vii), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014:

De Autoriteit legt in de volgende gevallen financiële sancties op:

a)

niet-kwantificeerbare inbreuken:

v)

indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel 106, lid 1, van het Financieel Reglement;

vi)

indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting op enig moment opzettelijk onjuiste of misleidende informatie heeft achtergehouden of geleverd, of indien de organen die op grond van deze verordening gemachtigd zijn de begunstigden van financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie aan audits of controles te onderwerpen fouten in de jaarrekeningen ontdekken die overeenkomstig de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 gedefinieerde internationale standaarden voor jaarrekeningen worden beschouwd als weglatingen of onjuiste weergaves van informatie van materieel belang;

vii)

indien overeenkomstig de in artikel 10 bis bedoelde verificatieprocedure wordt vastgesteld dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens.


(1)  De financiering valt in de categorie bijdragen voor Europese politieke partijen in de zin van titel XI van het Financieel Reglement (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(2)  Bijvoorbeeld onder verwijzing naar de desbetreffende bepalingen van het statuut van de aanvrager, indien van toepassing.

(3)  Voor EP-leden die rechtstreeks of op individuele grondslag aan een Europese politieke partij zijn verbonden moet een lidmaatschapsformulier worden verstrekt voor elk van de EP-leden waarop de aanvrager aanspraak maakt. Voor EP-leden die indirect bij een Europese politieke partij aangesloten zijn via hun aangesloten partij zijn de volgende documenten noodzakelijk: een lidmaatschapsformulier voor elke partij die aangesloten is, ondertekend door een persoon die wettelijk gemachtigd is om die partij te vertegenwoordigen, of, subsidiair, een bewijs van betaling van het lidmaatschapsgeld voor 2020 in de vorm van een bankoverschrijving afkomstig van elke partij die lid is, of, meer subsidiair, een lidmaatschapsformulier van elk van de leden van het Europees Parlement waarop de aanvrager aanspraak maakt. Voorbeeldformulieren voor het lidmaatschap van leden van het Europees Parlement en aangesloten partijen kunnen bij de Autoriteit worden aangevraagd.

(4)  Als een Europese politieke partij onlangs een deel van de hierboven genoemde documentatie aan de Autoriteit heeft verstrekt, zal het EP niet nogmaals om de overlegging van die documentatie verzoeken. Het is echter de taak van elke aanvrager om duidelijk in zijn financieringsaanvraag aan te geven welke documentatie hij aan de Autoriteit heeft verstrekt en wanneer.

(5)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(6)  PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1.


BIJLAGE b

GERAAMDE BEGROTING

Uitgaven

 

Ontvangsten

Vergoedbare kosten

Begroting

Werkelijk

 

 

Begroting

Werkelijk

A.1:

Personeelskosten

1.

Salarissen

2.

Bijdragen

3.

Beroepsopleiding

4.

Reiskosten voor personeel

5.

Andere personeelskosten

 

 

 

D.1-1.

Van jaar n-1 overgedragen financiering van het Europees Parlement

n.v.t.

 

D.1-2.

Voor jaar n toegekende financiering van het Europees Parlement

 

 

 

 

 

D.1.

Financiering van het Europees Parlement die gebruikt is ter dekking van 90 % van de vergoedbare kosten in jaar n

 

 

D.2

Bijdragen van leden

 

 

2.1

van partijen die lid zijn

2.2

van individuele leden

 

 

A.2:

Infrastructuur- en exploitatiekosten

1.

Huur, lasten en onderhoudskosten

2.

Kosten van installatie, exploitatie en onderhoud van uitrusting

3.

Afschrijvingskosten van roerende en onroerende goederen

4.

Papier en kantoorbenodigdheden

5.

Porto en telecommunicatie

6.

Druk-, vertaal- en reproductiekosten

7.

Andere infrastructuurkosten

 

 

D.3

Giften

 

 

 

 

 

D.4

Andere eigen middelen

 

 

 

(te preciseren)

 

 

A.3:

Administratieve kosten

1.

Documentatiekosten (kranten, persagentschappen, databanken)

2.

Studie- en onderzoekskosten

3.

Juridische kosten

4.

Kosten boekhouding en auditing

5.

Diverse administratieve kosten

6.

Steun aan verbonden entiteiten

 

 

 

 

 

A.4:

Vergader- en representatiekosten

1.

Kosten voor vergaderingen

2.

Deelname aan seminars en conferenties

3.

Representatiekosten

4.

Kosten voor uitnodigingen

5.

Andere vergaderkosten

 

 

A.5:

Informatie- en publicatiekosten

1.

Publicatiekosten

2.

Opzetten en beheren van websites

3.

Publiciteitskosten

4.

Communicatiemateriaal (gadgets)

5.

Seminars en tentoonstellingen

6.

Verkiezingscampagnes

7.

Andere informatiekosten

 

 

A.

TOTAAL VAN VERGOEDBARE KOSTEN

 

 

Niet-vergoedbare kosten

1.

Toewijzingen voor andere voorzieningen

2.

Financiële kosten

3.

Wisselkoersverliezen

4.

Dubieuze vorderingen aan derden

5.

Andere (te preciseren)

6.

Bijdragen in natura

 

 

B.

TOTAAL VAN DE NIET- VERGOEDBARE KOSTEN

 

 

D.5

Bijdragen in natura

 

 

C.

TOTAAL UITGAVEN

 

 

D:

TOTAAL ONTVANGSTEN

 

 

 

 

E.

Winst/verlies (D-C)

 

 

 

 

 

 

F.

Overmaking van eigen middelen naar reserverekening

 

 

G.

Winst/verlies voor verificatie van de naleving van de regel dat financiering geen winst mag opleveren (E-F)

 

 

H.

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

 

 

I.

Naar jaar n+1 overgedragen financiering van het Europees Parlement

 

 


25.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/20


Oproep tot het indienen van voorstellen (nr. IX-2022/02)

“SUBSIDIES VOOR EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN”

(2021/C 247/04)

Inhoud

A.

INLEIDING EN RECHTSKADER 20

B.

DOEL VAN DE OPROEP 21

C.

DOEL, CATEGORIE EN VORM VAN FINANCIERING 21

D.

BESCHIKBARE BEGROTING 21

E.

ONTVANKELIJKHEIDSVEREISTEN VOOR VERZOEKEN OM FINANCIERING 22

F.

CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN VERZOEKEN OM FINANCIERING 22

F.1.

Uitsluitingscriteria 4

F.2.

Subsidiabiliteitscriteria 4

F.3.

Selectiecriteria 5

F.4.

Criteria voor de toekenning en verdeling van middelen 5

G.

GEDEELDE CONTROLE DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE AUTORITEIT 23

H.

VOORWAARDEN 24

I.

TIJDSCHEMA 24

J.

OPENBAARMAKING EN VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS 24

K.

VERDERE INFORMATIE 25

A.   INLEIDING EN RECHTSKADER

1.

Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dragen de “politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie”.

2.

Overeenkomstig artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stellen het Europees Parlement en de Raad bij verordeningen het statuut van de Europese politieke partijen en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vast. Deze regels zijn vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (1), zoals gewijzigd.

3.

Krachtens artikel 2, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 is een Europese politieke stichting “een entiteit die formeel verbonden is met een Europese politieke partij, die in overeenstemming met de voorwaarden en procedures van deze verordening bij de Autoriteit is geregistreerd, en waarvan de activiteiten, binnen de doelstellingen en fundamentele waarden die de Unie nastreeft, het bereiken van de doelstellingen van de Europese politieke partij dichterbij kunnen helpen brengen”.

4.

Krachtens artikel 17, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 kan een Europese politieke stichting die is verbonden met een Europese politieke partij die overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de verordening een verzoek om financiering kan indienen, die overeenkomstig de in de verordening vastgestelde voorwaarden en procedures is geregistreerd, en die zich niet in een van de in artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde uitsluitingsgevallen bevindt, een verzoek om financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie indienen, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen die door de ordonnateur van het Europees Parlement in een oproep tot het indienen van voorstellen zijn neergelegd.

5.

Het Europees Parlement doet deze oproep tot het indienen van voorstellen (“oproep”) dus met het oog op het toekennen van subsidies aan Europese politieke stichtingen.

6.

Het juridische basiskader bestaat uit de volgende handelingen:

a)

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014;

b)

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 1 juli 2019 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (2) (“besluit van het Bureau van 1 juli 2019”);

c)

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (3) (“Financieel Reglement”);

d)

Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) 2015/2401 van de Commissie van 2 oktober 2015 betreffende de inhoud en de werking van het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (4);

e)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2246 van de Commissie van 3 december 2015 inzake nadere bepalingen voor het registratienummersysteem die van toepassing zijn op het register van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en informatie uit standaarduittreksels uit het register (5);

f)

Reglement van het Europees Parlement (6).

B.   DOEL VAN DE OPROEP

7.

Deze oproep heeft tot doel geregistreerde Europese politieke stichtingen op te roepen verzoeken om financiering uit de Uniebegroting in te dienen (“verzoeken om financiering”).

C.   DOEL, CATEGORIE EN VORM VAN FINANCIERING

8.

Met de financiering wordt beoogd het werkprogramma van de Europese politieke stichting voor het begrotingsjaar 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 te ondersteunen, volgens de voorwaarden die zijn neergelegd in de door de begunstigde Europese politieke stichting en het Europees Parlement te sluiten subsidieovereenkomst.

9.

De financiering valt in de categorie subsidies voor Europese politieke stichtingen in de zin van titel VIII van het Financieel Reglement (“subsidie”). De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een vergoeding van een percentage van de daadwerkelijk gemaakte kosten die voor subsidie in aanmerking komen.

10.

Het maximumbedrag dat door het Europees Parlement aan de begunstigde wordt betaald bedraagt niet meer dan 95 % van de subsidiabele kosten die in de geraamde begroting zijn aangegeven en niet meer dan 95 % van de subsidiabele kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt.

D.   BESCHIKBARE BEGROTING

11.

De geraamde begroting voor het begrotingsjaar 2022 overeenkomstig artikel 403 van de begroting van het Europees Parlement – “Financiering van de Europese politieke stichtingen” – bedraagt 23 000 000 EUR, zoals aangenomen door het Europees Parlement in de ontwerpraming. De te verdelen beschikbare kredieten worden door de begrotingsautoriteit vastgesteld in de definitief vastgestelde begroting voor het jaar 2022.

E.   ONTVANKELIJKHEIDSVEREISTEN VOOR VERZOEKEN OM FINANCIERING

12.

Verzoeken om financiering zijn ontvankelijk als ze:

a)

schriftelijk zijn ingediend via het bij deze oproep gevoegde aanvraagformulier, vergezeld van alle vereiste ondersteunende documenten;

b)

een schriftelijke toezegging bevatten, in de vorm van een ondertekend formulier dat bij deze oproep is gevoegd, volgens welke de aanvrager instemt met de voorwaarden en uitsluitingscriteria als bedoeld in bijlage 1b bij het besluit van het Bureau van 1 juli 2019;

c)

een brief van een wettelijk vertegenwoordiger bevatten waaruit blijkt dat hij gemachtigd is juridische verbintenissen aan te gaan namens de aanvrager;

d)

uiterlijk 30 september 2021 bij voorkeur in pdf-formaat, in elektronische vorm, of als elektronisch origineel (met een gekwalificeerde elektronische handtekening), zijn toegezonden aan de Voorzitter van het Europees Parlement, en wel naar het volgende e-mailadres: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu;

De aanvraagformulieren moeten van hetzij handgeschreven handtekeningen, hetzij gekwalificeerde elektronische handtekeningen (QES) zijn voorzien, de QES in overeenstemming met de verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten (7) (eIDAS).

Indien aanvragen in elektronisch formaat worden ingediend, en wanneer bepaalde documentatie van handgeschreven handtekeningen zijn voorzien, bewaart en produceert de aanvrager de originelen, geheel of gedeeltelijk, op verzoek van de diensten van het Europees Parlement, en stuurt hij deze originelen naar het onderstaande fysieke adres:

Voorzitter van het Europees Parlement

t.a.v. de heer Didier Kléthi, directeur-generaal Financiën

ADENAUER 04T003

L-2929 Luxemburg

LUXEMBURG

13.

Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 4, lid 2, van het besluit van het Bureau van 1 juli 2019 door de gedelegeerd ordonnateur wordt verzocht originele bewijsstukken of toelichtingen op papier in te dienen met betrekking tot de aanvraag, gebruikt de aanvrager daartoe het in paragraaf 12 vermelde fysieke adres. Elektronische documenten die van de gekwalificeerde elektronische handtekening zijn voorzien, worden ook geaccepteerd en worden naar het volgende e-mailadres gestuurd: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu.

Voor alle andere correspondentie met betrekking tot de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van het hierboven vermelde e-mailadres.

14.

Als onvolledig beoordeelde verzoeken kunnen worden afgewezen.

F.   CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN VERZOEKEN OM FINANCIERING

F.1.   Uitsluitingscriteria

15.

Aanvragers worden uitgesloten van de financieringsprocedure indien zij:

a)

zich in een van de in artikel 136, leden 1 en 2, of artikel 141 van het Financieel Reglement bedoelde uitsluitingssituaties bevinden;

b)

aan een van de in artikel 27, lid 1, of artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 opgenomen sancties zijn onderworpen.

F.2.   Subsidiabiliteitscriteria

16.

Om in aanmerking te komen voor Uniefinanciering moet de partij voldoen aan de in de artikelen 17 en 18 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 vermelde voorwaarden, namelijk:

a)

geregistreerd staan bij de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (8) (“de Autoriteit”), overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014;

b)

zijn aangesloten bij een Europese politieke partij die voldoet aan alle criteria voor toekenning van een bijdrage aan Europese politieke partijen (9);

c)

voldoen aan de in artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 genoemde verplichtingen, d.w.z. de jaarrekeningen (10), een externe-auditverslag en de lijst van donateurs en contribuanten hebben ingediend.

F.3.   Selectiecriteria

17.

Overeenkomstig artikel 198 van het Financieel Reglement “[beschikt] de aanvrager (…) over stabiele en toereikende financieringsbronnen om zijn of haar activiteit gedurende de periode waarvoor de subsidie wordt toegekend, te handhaven en aan de financiering ervan bij te dragen (“financiële draagkracht”)”, alsook over “de vereiste beroepsbekwaamheden en -kwalificaties om de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde te brengen, behoudens specifieke andersluidende bepalingen in de basishandeling (“operationele capaciteit”)”.

F.4.   Criteria voor de toekenning en verdeling van middelen

18.

In overeenstemming met artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 worden de kredieten die respectievelijk beschikbaar zijn jaarlijks verdeeld. Zij worden als volgt verdeeld over de Europese politieke stichtingen waarvan het verzoek om financiering is ingewilligd in het licht van de subsidiabiliteits- en uitsluitingscriteria:

a)

10 % wordt gelijkelijk verdeeld onder de begunstigde Europese politieke stichtingen;

b)

90 % wordt verdeeld onder de begunstigde Europese politieke stichtingen op grond van het aantal gekozen leden in het Europees Parlement van de begunstigde Europese politieke partijen waarbij de aanvragers zijn aangesloten.

G.   GEDEELDE CONTROLE DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE AUTORITEIT

19.

In artikel 24, leden 1 en 2 (11), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 wordt voorzien in gedeelde controle door het Europees Parlement en de Autoriteit.

20.

Indien overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 de Autoriteit bevoegd is de naleving van de bepalingen van die verordening te controleren, stuurt het Europees Parlement de relevante delen van de verzoeken om financiering door naar de Autoriteit.

21.

In het kader van de daaropvolgende controles en verificaties verstrekken aanvragers de Autoriteit op verzoek documentatie of verduidelijkingen, in origineel of elektronisch formaat, met inbegrip van delen van de oorspronkelijke financieringsaanvraag die overeenkomstig bovenstaande paragraaf 12 is bewaard.

22.

De Autoriteit stelt het Europees Parlement in kennis van het resultaat van haar controles en verificaties.

H.   VOORWAARDEN

23.

Aanvragers moeten eventuele wijzigingen met betrekking tot de ingediende documenten of de in het verzoek verstrekte informatie binnen twee weken melden aan het Europees Parlement. Indien de aanvrager dit verzuimt, kan de ordonnateur een besluit nemen op grond van de beschikbare informatie, ongeacht later of via andere kanalen verstrekte informatie.

24.

Het is aan de aanvrager om te bewijzen dat hij nog aan de criteria voor financiering voldoet.

25.

De voorwaarden voor de toekenning van Uniefinanciering uit hoofde van deze oproep zijn vastgelegd in bijlage 1b bij het besluit van het Bureau van 1 juli 2019.

26.

Elke aanvrager aanvaardt de in paragraaf 23 van deze oproep bedoelde voorwaarden door het formulier te ondertekenen dat bij deze oproep is gevoegd. Deze voorwaarden zijn bindend voor de begunstigde aan wie de financiering wordt toegekend en worden uiteengezet in de subsidieovereenkomst.

I.   TIJDSCHEMA

27.

Financieringsaanvragen dienen uiterlijk op 30 september 2021 te worden ingediend.

28.

De ordonnateur van het Europees Parlement neemt binnen drie maanden na de sluiting van de oproep tot het indienen van voorstellen een besluit. Vervolgens worden de individuele besluiten, ondertekend door de Voorzitter van het Europees Parlement, aan de indieners van de verzoeken ter kennis gebracht.

29.

Succesvolle aanvragers ontvangen volgens planning in januari 2022 de door hen te ondertekenen ontwerp-subsidieovereenkomst. Afgewezen aanvragers zullen op hetzelfde moment worden geïnformeerd. De betaling van de voorfinanciering vindt plaats binnen 30 dagen na de ondertekening van de subsidieovereenkomst namens het Europees Parlement.

J.   OPENBAARMAKING EN VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

30.

Het Europees Parlement en de Autoriteit maken de informatie overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 openbaar, onder meer op internet.

31.

Alle in het kader van deze oproep verzamelde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (12) en overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU, Euratom), nr. 1141/2014.

32.

Deze gegevens worden verwerkt ten behoeve van de evaluatie van de verzoeken om financiering en de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Dit geldt onverminderd de mogelijkheid dat zij worden meegedeeld aan de organen die overeenkomstig het Unierecht verantwoordelijk zijn voor controle en auditing, zoals de interne controlediensten van het Europees Parlement, de Autoriteit, het Europees Openbaar Ministerie (EOM), de Europese Rekenkamer of het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

33.

Elke natuurlijke persoon die gelieerd is aan de begunstigde kan op schriftelijk verzoek inzage krijgen in zijn persoonsgegevens en eventuele onjuiste of onvolledige gegevens corrigeren. Verzoeken in verband met de verwerking van zijn persoonsgegevens kunnen worden gericht tot het directoraat-generaal Financiën van het Europees Parlement of de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Parlement. De betrokkene kan te allen tijde een klacht over de verwerking van zijn persoonsgegevens indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

34.

Persoonsgegevens kunnen door het Europees Parlement in het systeem voor vroege opsporing en uitsluiting worden geregistreerd als de begunstigde in een van de in artikel 136, lid 1, en artikel 141 van het Financieel Reglement genoemde situaties verkeert.

K.   VERDERE INFORMATIE

35.

Vragen in verband met deze oproep kunnen, onder vermelding van het referentienummer, naar het volgende e-mailadres worden gestuurd: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu

36.

De in paragraaf 6, onder b), van deze oproep gespecificeerde wetgeving die ten grondslag ligt aan deze oproep en het aanvraagformulier financiering dat aan deze oproep is gehecht, zijn te vinden op de website van het Europees Parlement (http://www.europarl.europa.eu/tenders/invitations.htm).

Bijlage: het aanvraagformulier financiering, met inbegrip van het formulier financiële identificatiegegevens, de verklaring over de voorwaarden en de uitsluitingscriteria, en het model voor de geraamde begroting en de verklaring dat de aanvraag is ingediend via de verbonden Europese politieke partij


(1)  PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1. Twee wijzigingen werden gepubliceerd in PB L 114 I van 4.5.2018, blz. 1, en in PB L 85 I van 27.3.2019, blz. 7.

(2)  PB C 249 van 25.7.2019, blz. 2.

(3)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(4)  PB L 333 van 19.12.2015, blz. 50.

(5)  PB L 318 van 4.12.2015, blz. 28.

(6)  Reglement van het Europees Parlement van januari 2021.

(7)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

(8)  Opgericht overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

(9)  Overeenkomstig titel XI van het Financieel Reglement.

(10)  Tenzij de aanvrager niet werd onderworpen aan de controle uit hoofde van artikel 23 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 (bijvoorbeeld pas opgericht, enz.).

(11)  Artikel 24, leden 1 en 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 – Algemene regels op het gebied van controle:

“1.

Controle op de naleving door Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen wordt in samenwerking uitgevoerd door de Autoriteit, de ordonnateur van het Europees Parlement en de bevoegde lidstaten.

2.

De Autoriteit controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder wat betreft artikel 3, artikel 4, lid 1, onder a), b) en d) tot en met f), artikel 5, lid 1, onder a) tot en met e) en g), artikel 9, leden 5 en 6, en de artikelen 20, 21 en 22.

De ordonnateur van het Europees Parlement controleert de naleving door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen die betrekking hebben op de financiering door de Unie, overeenkomstig het Financieel Reglement. Bij de uitvoering van die controle neemt het Europees Parlement de nodige maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.”

(12)  PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.


BIJLAGE a

AANVRAAGFORMULIER FINANCIERING

SUBSIDIES (1) VOOR EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN

VOOR BEGROTINGSJAAR [JAAR INVOEGEN]

SAMENSTELLING VAN HET VERZOEK OM FINANCIERING

Onderstaande tabel dient als leidraad bij de voorbereiding van uw verzoek om financiering. U kunt deze tabel gebruiken als checklist om na te gaan of alle vereiste documenten zijn bijgesloten.

Documentnummer

Te verstrekken documenten

 

 

Te verstrekken documenten die niet zijn opgenomen in dit model van het verzoek om financiering

 

1.

De begeleidende brief met vermelding van het aangevraagde bedrag van de subsidie voor begrotingsjaar n, ondertekend door de wettelijk vertegenwoordiger

2.

Een brief van een wettelijk vertegenwoordiger waaruit blijkt dat hij gemachtigd is om juridische verbintenissen aan te gaan namens de aanvrager

3.

Lijst van de personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid ten aanzien van de aanvragende organisatie, zoals de voorzitter, leden van de raad van bestuur, secretaris-generaal of de penningmeester (2)

4.

Bewijs van registratie door de Autoriteit op de datum van het verzoek om financiering (uitsluitend voor aanvragers van wie het besluit tot registratie nog niet openbaar is, d.w.z. nog niet gepubliceerd is op de website van de Autoriteit of in het Publicatieblad)

5.

Werkprogramma

6.

Alleen in het geval van een nieuwe aanvrager die niet aan de voorwaarden van artikel 23, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 kon voldoen: de meest recente gecontroleerde jaarrekening opgesteld door een professionele accountant

 

Te verstrekken documenten die zijn opgenomen in dit model van het verzoek om financiering

 

7.

Formulier financiële identificatiegegevens (alleen voor een nieuwe aanvrager of in geval van wijzigingen van naam, adres of bankrekening)

8.

Verklaring van aanvaarding van de algemene voorwaarden en de uitsluitingscriteria

9.

Een sluitende geraamde begroting

10.

Verklaring dat de aanvraag is ingediend via de verbonden Europese politieke partij

FORMULIER FINANCIËLE IDENTIFICATIEGEGEVENS

Image 2

VERKLARING VAN AANVAARDING VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN EN UITSLUITINGSCRITERIA

Ik, ondergetekende, wettelijk vertegenwoordiger van [naam aanvrager invoegen] verklaar dat:

ik de algemene voorwaarden die zijn vastgelegd in het model van subsidieovereenkomst heb gelezen en deze aanvaard;

de aanvrager zich niet in een van de situaties bevindt die worden genoemd in artikel 136, lid 1*, en artikel 141* van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (“Financieel Reglement”) (3);

de aanvrager niet onderworpen is aan een van de in artikel 27, lid 1*, of artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii)* van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 (4) van het Europees Parlement en de Raad opgenomen sancties;

de aanvrager financieel en organisatorisch in staat is de subsidieovereenkomst ten uitvoer te leggen;

de in dit verzoek en de bijlagen aan het Europees Parlement verstrekte informatie waarheidsgetrouw en volledig is.

Geautoriseerde handtekening:

Aanspreektitel (Mw., Dhr., Prof.), naam en voornaam:

 

Functie in de aanvragende organisatie:

 

Plaats/datum:

 

Handtekening:

 

(*)

Hieronder volgt een opsomming van bovengenoemde artikelen:

Artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement:

 

De bevoegde ordonnateur sluit een in artikel 135, lid 2, bedoelde persoon of entiteit uit van deelname aan onder deze verordening vallende toekenningsprocedures of van selectie voor de uitvoering van middelen van de Unie wanneer die persoon of entiteit zich in één of meer van de volgende uitsluitingssituaties bevindt:

(a)

de persoon of entiteit is failliet, onderworpen aan insolventie- of liquidatieprocedures, zijn activa worden beheerd door een curator of een gerecht, hij een regeling met schuldeisers heeft getroffen, zijn bedrijfsactiviteiten zijn geschorst of hij in een andere vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een soortgelijke procedure uit hoofde van Unierecht of nationaal recht;

(b)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit zijn verplichtingen, overeenkomstig het toepasselijke recht, tot betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen niet nakomt;

(c)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit een ernstige beroepsfout heeft gemaakt doordat hij/zij de toepasselijke wet- of regelgeving of de ethische normen van de beroepsgroep waartoe hij/zij behoort, heeft overtreden of doordat hij/zij onrechtmatig gedrag heeft vertoond dat zijn professionele geloofwaardigheid aantast wanneer dit gedrag blijk geeft van kwaad opzet of grove nalatigheid, waaronder met name:

(i)

het op frauduleuze of nalatige wijze afleggen van valse verklaringen met betrekking tot de informatie die wordt verlangd voor de verificatie van de afwezigheid van gronden voor uitsluiting of de vervulling van subsidiabiliteits- of selectiecriteria of bij de uitvoering van de juridische verbintenis;

(ii)

het sluiten van een overeenkomst met andere personen of andere entiteiten met als doel de mededinging te vervalsen;

(iii)

het schenden van intellectuele-eigendomsrechten;

iv)

het pogen de besluitvorming van de bevoegde ordonnateur tijdens de gunningsprocedure te beïnvloeden;

(v)

het pogen vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen kan opleveren in de gunningsprocedure;

(d)

in een definitieve rechterlijke beslissing is vastgesteld dat de persoon of entiteit zich schuldig heeft gemaakt aan een van de volgende feiten:

(i)

fraude in de zin van artikel 3 van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij akte van de Raad van 26 juli 1995;

(ii)

corruptie, als omschreven in artikel 4, lid 2, van Richtlijn (EU) 2017/1371 of actieve corruptie in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn, vastgesteld bij akte van de Raad van 26 mei 1997, of gedragingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad, of corruptie als omschreven in andere toepasselijke regelgeving;

(iii)

gedragingen die verband houden met een criminele organisatie als bedoeld in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad;

(iv)

witwassen van geld of terrorismefinanciering in de zin van artikel 1, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad;

(v)

terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van respectievelijk de artikelen 1 en 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van zodanig misdrijf of strafbaar feit, als bedoeld in artikel 4 van genoemd besluit;

(vi)

kinderarbeid of andere strafbare feiten op het gebied van mensenhandel als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad;

(e)

de persoon of entiteit aanzienlijk is tekortgeschoten in de nakoming van belangrijke verplichtingen bij de uitvoering van een uit de begroting gefinancierde juridische verbintenis, hetgeen tot

(i)

de vroegtijdige beëindiging van een juridische verbintenis heeft geleid;

(ii)

oplegging van een schadevergoeding of andere contractuele sancties heeft geleid; of

(iii)

na toetsen en audits of onderzoeken door een ordonnateur, OLAF of de Rekenkamer aan het licht is gekomen;

(f)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit een onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad heeft begaan;

(g)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat de persoon of entiteit in een andere jurisdictie een entiteit heeft opgericht met de bedoeling om fiscale, sociale of enige andere wettelijke verplichtingen te omzeilen die in de jurisdictie waar de statutaire zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging is gevestigd;

(h)

in een definitieve rechterlijke beslissing of een definitief administratief besluit is vastgesteld dat er een entiteit is opgericht met de bedoeling als vermeld onder g).

Artikel 141, lid 1, van het Financieel Reglement:

 

De bevoegde ordonnateur wijst een deelnemer bij een gunningsprocedure af indien deze:

(a)

in een uitsluitingssituatie verkeert die overeenkomstig artikel 136 is vastgesteld;

(b)

valse verklaringen heeft afgelegd in de informatie die wordt verlangd als voorwaarde voor deelname aan de procedure of die informatie niet heeft verstrekt;

(c)

voorheen betrokken was bij het opstellen van in de gunningsprocedure gebruikte documenten, indien zulks een schending van het beginsel van gelijke behandeling inhoudt, met inbegrip van vervalsing van de mededinging die niet op een andere wijze kan worden verholpen.

In overeenstemming met artikel 18, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 mag de verzoekende partij niet aan een van de in artikel 27, lid 1, en artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii), opgenomen sancties onderworpen zijn.

Artikel 27, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014:

 

Overeenkomstig artikel 16 besluit de Autoriteit bij wijze van sanctie in elk van de volgende situaties tot schrapping van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting uit het register:

(a)

indien de partij of de stichting in kwestie bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel 106, lid 1, van het Financieel Reglement;

(b)

indien na toepassing van de procedures van artikel 10, leden 2 tot en met 5, is vastgesteld dat de partij of de stichting niet langer voldoet aan een of meer van de in artikel 3, leden 1 en 2, vastgelegde voorwaarden;

(b bis)

indien het besluit tot registratie van de partij of stichting in kwestie berust op onjuiste of misleidende informatie waarvoor de verzoekende partij verantwoordelijk is of indien het besluit met bedrog is verkregen; of

(c)

indien een verzoek van een lidstaat tot schrapping uit het register op grond van ernstige niet-naleving van de uit nationaal recht voortvloeiende verplichtingen voldoet aan de in artikel 16, lid 3, onder b), vastgestelde vereisten.

Artikel 27, lid 2, onder a), punten v), vi) en vii), van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014:

 

De Autoriteit legt in de volgende gevallen financiële sancties op:

(a)

niet-kwantificeerbare inbreuken:

(v)

indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting bij een onherroepelijke rechterlijke beslissing is veroordeeld voor onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden in de zin van artikel 106, lid 1, van het Financieel Reglement;

(vi)

indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting op enig moment opzettelijk onjuiste of misleidende informatie heeft achtergehouden of geleverd, of indien de organen die op grond van deze verordening gemachtigd zijn de begunstigden van financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie aan audits of controles te onderwerpen fouten in de jaarrekeningen ontdekken die overeenkomstig de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 gedefinieerde internationale standaarden voor jaarrekeningen worden beschouwd als weglatingen of onjuiste weergaves van informatie van materieel belang;

(vii)

indien overeenkomstig de in artikel 10 bis bedoelde verificatieprocedure wordt vastgesteld dat een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens.


(1)  De financiering valt in de categorie actiesubsidies in de zin van titel VIII van het Financieel Reglement (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(2)  Bijvoorbeeld onder verwijzing naar de desbetreffende bepalingen van het statuut van de aanvrager, indien van toepassing.

(3)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(4)  PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1.


BIJLAGE b

GERAAMDE BEGROTING

Kosten

 

Ontvangsten

Subsidiabele kosten

Begroting

Werkelijk

 

Begroting

Werkelijk

A.1:

Personeelskosten

1.

Salarissen

2.

Bijdragen

3.

Beroepsopleiding

4.

Reiskosten voor personeel

5.

Andere personeelskosten

 

 

D.1

Opneming van de “voorziening ter dekking van subsidiabele uitgaven van het eerste kwartaal van het jaar n”

n.v.t.

 

D.2

Voor jaar n toegekende financiering van het Europees Parlement

 

 

D.3

Bijdragen van leden

 

 

3.1

van organisaties die lid zijn

3.2

van individuele leden

 

 

A.2:

Infrastructuur- en exploitatiekosten

1.

Huur, lasten en onderhoudskosten

2.

Kosten van installatie, exploitatie en onderhoud van uitrusting

3.

Afschrijvingskosten van roerende en onroerende goederen

4.

Papier en andere kantoorbenodigdheden

5.

Porto en telecommunicatie

6.

Kosten voor drukken, vertaling en reproductie

7.

Andere infrastructuurkosten

 

 

D.4

Giften

 

 

 

 

 

D.5

Andere eigen middelen

 

 

(te preciseren)

 

 

A.3:

Administratieve kosten

1.

Documentatiekosten (kranten, persagentschappen, databanken)

2.

Studie- en onderzoekskosten

3.

Juridische kosten

4.

Kosten boekhouding en auditing

5.

Diverse administratieve kosten

6.

Steun aan derden

 

 

A.4:

Vergader- en vertegenwoordigingskosten

1.

Vergaderkosten

2.

Deelname aan seminars en conferenties

3.

Vertegenwoordigingskosten

4.

Kosten voor uitnodigingen

5.

Andere vergaderkosten

 

 

A.5:

Informatie- en publicatiekosten

1.

Publicatiekosten

2.

Opzetten en beheren van websites

3.

Publiciteitskosten

4.

Communicatiemateriaal (gadgets)

5.

Seminars en tentoonstellingen

6.

Andere informatiekosten

 

 

A.6:

Toewijzing voor de “voorziening ter dekking van subsidiabele uitgaven van het eerste kwartaal van het jaar n+1”

 

 

A.

TOTAAL SUBSIDIABELE KOSTEN

 

 

Niet-subsidiabele kosten

1.

Toewijzingen voor andere voorzieningen

2.

Financiële kosten

3.

Wisselkoersverliezen

4.

Dubieuze vorderingen aan derden

5.

Andere (te preciseren)

6.

Bijdragen in natura

 

 

B.

TOTAAL NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN

 

 

C.

TOTAAL KOSTEN

 

 

D.6.

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

 

 

D.7.

Bijdragen in natura

 

 

 

D.

TOTAAL ONTVANGSTEN

 

 

E.

Winst/verlies (D-C)

 

 

 

F.

Overmaking van eigen middelen naar reserverekening

 

 

G.

Winst/verlies voor verificatie van de naleving van de regel dat financiering geen winst mag opleveren (E-F)

 

 

VERKLARING DAT DE AANVRAAG IS INGEDIEND VIA EEN VERBONDEN EUROPESE POLITIEKE PARTIJ

Ik, ondergetekende, de wettelijke vertegenwoordiger van [naam partij invoegen], verklaar dat, overeenkomstig artikel 18, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 het onderhavige verzoek om financiering van [naam aanvrager invoegen] voor het begrotingsjaar 2022 is ingediend via de verbonden Europese politieke partij [naam van de verbonden Europese politieke partij invoegen].

Geautoriseerde handtekening:

Aanspreektitel (Mw., Dhr., Prof.), naam en voornaam:

 

Functie in de Europese politieke partij:

 

Plaats/datum:

 

Handtekening: