|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 245/08 |
||
|
2021/C 245/09 |
||
|
2021/C 245/10 |
||
|
2021/C 245/11 |
||
|
2021/C 245/12 |
||
|
|
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
|
Permanent Comité van de EVA-Staten |
|
|
2021/C 245/13 |
||
|
|
Toezichthoudende Autoriteit van de EVA |
|
|
2021/C 245/14 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
GERECHTELIJKE PROCEDURES |
|
|
|
EVA-Hof |
|
|
2021/C 245/15 |
||
|
2021/C 245/16 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 245/17 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 245/18 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10318 — Apollo Management/Verizon Media Group) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2021/C 245/19 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10252 — Transgourmet Group/General Markets Food Iberica) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2021/C 245/20 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10263 — Ardian/Deli Home) ( 1 ) |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 245/21 |
||
|
2021/C 245/22 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/1 |
Intrekking van aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9854 - KHS/FERRUM)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/01)
Op 17 mei 2021 heeft de Commissie een aanmelding (1) van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) ontvangen, na een verwijzing overeenkomstig artikel 4, lid 5, van die verordening.
Op 15 juni 2021 hebben de aanmeldende partijen de Commissie gemeld dat zij hun aanmelding introkken.
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10294 — MUFG/SMFG/MHFG/Resona HD/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/02)
Op 18 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10294. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10279 — TFS/Mitsui/MAF Colombia)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/03)
Op 18.6.2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10279. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/4 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10241 — Colony Capital/Liberty Global/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/04)
Op 18 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10241. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/5 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9686 – Mitsui/Belchim Crop Protection)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/05)
Op 11 februari 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), in samenhang met artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M9686. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/6 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10329 — Fairfax/Eurolife)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/06)
Op 18 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10329. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/7 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9677 — DIC/BASF Colors & Effects)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/07)
Op 7 december 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), in samenhang met artikel 6, lid 2 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9677. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/8 |
Wisselkoersen van de euro (1)
22 juni 2021
(2021/C 245/08)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1894 |
|
JPY |
Japanse yen |
131,50 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4360 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85560 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,1570 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0943 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
146,60 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,2198 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,533 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
355,16 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,5328 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9255 |
|
TRY |
Turkse lira |
10,3395 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5818 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4726 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,2365 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7011 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6009 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 350,72 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,0431 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,7014 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,4985 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
17 196,34 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,9497 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
57,892 |
|
RUB |
Russische roebel |
87,0550 |
|
THB |
Thaise baht |
37,728 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,9682 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
24,4812 |
|
INR |
Indiase roepie |
88,3735 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/9 |
Wisselkoersen van de euro (1)
23 juni 2021
(2021/C 245/09)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1951 |
|
JPY |
Japanse yen |
132,44 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4362 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85435 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,1288 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0963 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
146,40 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,1725 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,408 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
349,34 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,5227 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,9263 |
|
TRY |
Turkse lira |
10,3334 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5762 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4667 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,2807 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6945 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6064 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 357,96 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,9387 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,7393 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5009 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
17 265,33 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,9734 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
58,218 |
|
RUB |
Russische roebel |
86,6975 |
|
THB |
Thaise baht |
37,986 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
5,9203 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
24,2265 |
|
INR |
Indiase roepie |
88,6476 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/10 |
Adviesvan het Adviescomite voor mededingingsregelingen en economische machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 15 december 2020 betreffende een ontwerpbesluitin Zaak AT.39563 - Voedingsverpakkingen voor de detailhandel
Rapporteur: Ierland
(2021/C 245/10)
1.
Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens het besluit tot drie juridische entiteiten van de CCPL-groep te richten.
2.
Het Adviescomité (13 lidstaten) is het ermee eens dat de Commissie opnieuw geldboeten kan opleggen aan CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A. en Coopbox Eastern s.r.o. door middel van een besluit op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003.
3.
Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens wat betreft de berekening van de geldboeten op basis van de richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd.
4.
Het Adviescomité (13 lidstaten) is het ermee eens dat het ontwerpbesluit van de Commissie voldoende informatie en motivering bevat over de berekeningsmethode van de geldboeten.
5.
Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens wat betreft de uiteindelijke bedragen van de aan CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A. en Coopbox Eastern s.r.o. opgelegde geldboeten.
6.
Het Adviescomité (13 lidstaten) beveelt aan dat zijn advies wordt bekendgemaakt in hetPublicatieblad van de Europese Unie.
Hierbij bevestig ik dat België, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Letland, Hongarije, Nederland, Slovenië en Zweden via audioconferentie aan deze vergadering van het Adviescomité hebben deelgenomen en mij hebben verzocht het advies van het Adviescomité namens hen te ondertekenen.
Dirk VAN ERPS
Voorzitter van de vergadering van het adviescomité
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/11 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)
Zaak AT.39563 — Voedingsverpakkingen voor de detailhandel (nieuw besluit)
(2021/C 245/11)
Het ontwerpbesluit is gericht tot drie ondernemingen van de “CCPL-groep”, namelijk CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A., en Coopbox Eastern s.r.o. (“de adressaten”).
ACHTERGROND
Op 24 juni 2015 heeft de Commissie in zaak AT.39653 - Voedingsverpakkingen voor de detailhandel Besluit C(2015) 4336 final van de Commissie vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 EER (“het besluit van 2015”). Met het besluit van 2015 wordt een onderzoek van de Commissie afgesloten naar vijf kartels die betrekking hadden op plastic schalen van polystyreen (“schuimschalen”), en, wat één kartel betreft, ook op plastic schalen van polypropyleen (“harde schalen”) die worden gebruikt voor de verpakking van verse levensmiddelen zoals vlees, gevogelte en vis, waarbij onder andere de CCPL-groep betrokken was. In het besluit van 2015 worden vijf afzonderlijke inbreuken op artikel 101 VWEU en artikel 53 EER vastgesteld, met elk een verschillend geografisch gebied en een verschillende duur. Bij het besluit van 2015 worden geldboeten opgelegd aan onder andere de volgende vijf juridische entiteiten die destijds deel uitmaakten van de CCPL-groep: CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A., Poliemme S.r.l., Coopbox Hispania S.l.u. en Coopbox Eastern s.r.o., voor hun deelname aan drie van de vijf kartels waarop het besluit van 2015 betrekking heeft (2).
Bij het besluit van 2015 heeft de Commissie aan bovengenoemde vijf juridische entiteiten van de CCPL-groep een totaalbedrag aan geldboeten van 33 694 000 EUR opgelegd. In het totaalbedrag is een verlaging van de geldboeten met 25 % in aanmerking genomen op grond van de geringe draagkracht van de entiteiten zoals vastgesteld door de Commissie na beoordeling van het door hen overeenkomstig punt 35 van de richtsnoeren inzake geldboeten (3) ingediende verzoek wegens onvermogen om te betalen.
In het arrest van het Gerecht van 11 juli 2019 in zaak T-522/15 (“het arrest van 2019”) (4) worden de aan de bovengenoemde vijf juridische entiteiten van de CCPL-groep opgelegde geldboeten in hun geheel nietig verklaard, waarbij het aangevoerde middel dat de Commissie de beoordeling van het onvermogen om te betalen onvoldoende heeft gemotiveerd, wordt aanvaard en alle andere door de verzoekers aangevoerde middelen worden afgewezen. Het Gerecht heeft het dispositief van het besluit van 2015, waarbij aan de bovengenoemde vijf juridische entiteiten van de CCPL-groep de genoemde geldboeten voor een totaalbedrag van 33 694 000 EUR dan ook nietig verklaard (5).
PROCEDURE VOOR DE VASTSTELLING VAN EEN NIEUW BESLUIT
Bij brief van 18 september 2019 heeft de Commissie CCPL S.c., als uiteindelijke moederonderneming van de CCPL-groep die handelde namens de juridische entiteiten van de groep toen zij voorlopige betalingen verrichtte en de desbetreffende terugbetalingen ingevolge het arrest van 2019 ontving, in kennis gesteld van haar voornemen om een nieuw besluit vast te stellen waarbij geldboeten worden opgelegd aan de betrokken entiteiten van de CCPL-groep, en de betrokken entiteiten verzocht hun opmerkingen in te dienen. De Commissie heeft CCPL S.c. ook in kennis gesteld van haar voornemen om voor de berekening van het aangepaste basisbedrag gebruik te maken van dezelfde methode als in het besluit van 2015. In de brief heeft de Commissie voorts verduidelijkt dat die methode zou inhouden dat het plafond van 10 % van de totale omzet van de CCPL-groep in het laatste boekjaar vóór de vaststelling van het nieuwe besluit wordt toegepast op elk totaalbedrag van de voor elk van de drie inbreuken berekende geldboeten. Tot slot heeft de Commissie meegedeeld dat eventuele verzoeken om verlaging van de geldboete op basis van punt 35 van de richtsnoeren inzake geldboeten zouden worden onderzocht op basis van de recentste financiële situatie van de CCP-groep.
Op 4 oktober hebben de adressaten de Commissie verzocht hun onvermogen om te betalen te onderzoeken in het licht van punt 35 van de richtsnoeren. Met het oog op haar beoordeling van het verzoek heeft de Commissie de CCPL-groep een aantal verzoeken gezonden overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (6) waarin zij vraagt inlichtingen over haar financiële situatie en haar sociale en economische context te verstrekken.
Bij brief van 28 oktober 2019 heeft de CCPL-groep haar opmerkingen ingediend als reactie op de brief van 18 september 2019. De CCPL-groep wees de Commissie met name op de verwachte daling van de totale omzet voor 2019 ten opzichte van 2018 (en de stopzetting van een aantal vroegere bedrijfsonderdelen) en verzocht de Commissie rekening te houden met de verminderde omzet bij de toepassing van het plafond van 10 % van de totale omzet zoals vastgesteld in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003.
Bij brief van 15 mei 2020 heeft de Commissie haar voornemen bevestigd om een nieuw besluit vast te stellen om de bij het arrest van 2019 nietig verklaarde delen van het dispositief van het besluit van 2015 te vervangen en de toepasselijke geldboeten op te leggen aan de adressaten en hen aansprakelijk te stellen voor de deelname aan de drie kartels in de sector voor de levering van schuimschalen voor voedingsverpakkingen voor de detailhandel in de afzonderlijke geografische gebieden in Italië, Zuidwest-Europa en Midden- en Oost-Europa. Met betrekking tot de berekening van de bovengrens voor de toepasselijke geldboeten heeft de Commissie haar voornemen bevestigd om het plafond van 10 % van de totale omzet in het jaar voorafgaand aan de vaststelling van het nieuwe besluit toe te passen op elk totaalbedrag van de geldboete per inbreuk (7).
Bij brief van 15 juni 2020 heeft de CCPL-groep verdere opmerkingen ingediend als reactie op de brief van 15 mei 2020, waarin de verklaringen in de brieven van 4 en 28 oktober 2019 werden herhaald. De CCPL-groep voerde aan dat de vast te stellen geldboeten redelijk en billijk moeten zijn, en in overeenstemming moeten zijn met de aan de andere adressaten van het besluit van 2015 opgelegde geldboeten, om te voldoen aan de beginselen van evenredigheid en gelijke behandeling.
HET ONTWERPBESLUIT
Overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU heb ik onderzocht of in het ontwerpbesluit alleen de bezwaren worden behandeld waarover de CCPL-groep opmerkingen heeft kunnen formuleren. In het ontwerpbesluit voert de Commissie geen nieuwe bezwaren aan ten aanzien van de adressaten, en verandert zij niets aan de inhoud van de bezwaren die in deze zaak werden vastgesteld in de mededeling van punten van bezwaar van 21 september 2012. Bovendien merkt de Commissie op dat artikel 1 van het besluit van 2015 definitief is geworden, ook ten aanzien van de adressaten waarop de huidige procedure betrekking heeft. In het ontwerpbesluit komt de Commissie door de toepassing van het wettelijke maximum van 10 % van de totale omzet van de CCPL-groep in 2019 met betrekking tot de inbreuken in Italië en ZWE tot een totaalbedrag aan geldboeten van 9 441 000 EUR en concludeert zij dat op dit ogenblik niet is voldaan aan de voorwaarden van punt 35 van de richtsnoeren inzake geldboeten met betrekking tot het onvermogen om te betalen.
Gezien het bovenstaande, en gezien het feit dat de partijen mij geen verzoeken of klachten hebben doen toekomen, ben ik van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle partijen bij de procedure in deze zaak is geëerbiedigd.
Brussel, 17 december 2020.
Wouter WILS
(1) Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de Voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (“Besluit 2011/695/EU”).
(2) Op 4 oktober 2019 deelde de CCPL-groep de Commissie mee dat Coopbox Hispania S.l.u. in 2018 een procedure inzake gerechtelijke vereffening had ingeleid en Poliemme Srl in 2017 was geïntegreerd in Coopbox Group SpA.
(3) Richtsnoeren van de Commissie voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd (PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2).
(4) Arrest van 11 juli 2019, CCPL e.a./Commissie, T-522/15, EU:T:2019:500, zoals gerectificeerd bij de beschikking van 6 september 2019, CCPL e.a./Commissie, T-522/15, EU:T:2019:599.
(5) Het Gerecht heeft artikel 2, lid 1, punten f), g) en h), lid 2, punten d) en e), en lid 4, punten c) en d) van het besluit van 2015 nietig verklaard.
(6) Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
(7) Bij die brief heeft de Commissie bevestigd dat het geplande besluit geldboeten zou opleggen aan drie entiteiten van de CCPL-groep, d.w.z. de adressaten. Met betrekking tot de overige twee entiteiten van de CCPL-groep tot wie het besluit van 2015 was gericht, namelijk Poliemme S.r.l. en Coopbox Hispania S.l.u., heeft de Commissie verklaard dat het besluit niet tot hen zou zijn gericht omdat het eerste bedrijf formeel had opgehouden te bestaan en het tweede in een vereffeningsprocedure was verwikkeld.
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/13 |
SAMENVATTING VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2020
tot vervanging van de geldboeten vastgesteld bij Besluit C(2015) 4336 final van 24 juni 2015 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wat betreft CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A. en Coopbox Eastern s.r.o.
(Zaak AT.39563 – Voedingsverpakkingen voor de Detailhandel)
(kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 8940)
(Slechts de teksten in de Engelse en de Italiaanse taal zijn authentiek)
(2021/C 245/12)
Op 17 december 2020 heeft de Commissie een besluit vastgesteld tot vervanging van de geldboeten die waren vastgesteld bij een eerder besluit inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.
1. INLEIDING
|
(1) |
Op 24 juni 2015 heeft de Europese Commissie een besluit vastgesteld dat was gericht tot tien ondernemingen (acht producenten en twee distributeurs) wegens inbreuk op artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en, voor sommige van de adressaten, ook op artikel 53 van de EER-Overeenkomst, en heeft zij een totaalbedrag aan geldboeten van 115 865 000 EUR opgelegd (“het besluit van 2015”). Het besluit van 2015 heeft betrekking op plastic schalen van polystyreen (“schuimschalen”) die worden gebruikt voor de kleinhandelsverpakking van verse levensmiddelen zoals vlees, gevogelte, fruit en vis. Het besluit betreft vijf afzonderlijke kartels die elk worden aangemerkt als één enkel en voortdurend kartel in respectievelijk de volgende geografische gebieden: Italië, Zuidwest-Europa (“ZWE”), Noordwest-Europa (“NWE”), Frankrijk en Midden- en Oost-Europa (“MOE”). |
|
(2) |
Bij het besluit van 2015 werden aan de vijf adressaten van de CCPL-groep (2) geldboeten opgelegd voor een totaalbedrag van 33 694 000 EUR wegens hun deelname aan de inbreuken met betrekking tot Italië, ZWE en MOE. |
2. BESCHRIJVING VAN DE ZAAK
2.1. Procedure
|
(3) |
Op 11 juli 2019 heeft het Gerecht de aan de adressaten van de CCPL-groep opgelegde geldboeten in hun geheel nietig verklaard (zaak T-522/15, “het arrest van 2019”). Het aanvaardde het door de verzoekers aangevoerde middel dat de Commissie haar beoordeling van het onvermogen om te betalen onvoldoende had gemotiveerd en wees alle overige middelen af. |
|
(4) |
Op 18 september 2019 heeft de Commissie de CCPL-groep meegedeeld dat zij voornemens was een nieuw besluit vast te stellen waarbij aan de betrokken entiteiten van de CCPL-groep geldboeten zouden worden opgelegd voor de drie inbreuken waaraan zij deelnamen, en heeft zij deze entiteiten verzocht hun opmerkingen in te dienen. Op 4 oktober 2019 heeft de CCPL-groep haar opmerkingen ingediend en heeft zij de Commissie meegedeeld dat Coopbox Hispania S.l.u. in 2018 in vereffening was gegaan en Poliemme Srl in 2017 was geïntegreerd in Coopbox Group SpA. |
|
(5) |
Op 15 december 2020 heeft het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities een gunstig advies uitgebracht. |
2.2. Adressaten en duur
|
(6) |
Dit besluit is gericht tot drie juridische entiteiten van de CCPL-groep: CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A. en Coopbox Eastern s.r.o.. |
|
(7) |
Zoals vastgesteld in het besluit van 2015 namen deze entiteiten deel aan drie afzonderlijke inbreuken op artikel 101 VWEU, in de onderstaande geografische gebieden en perioden:
|
2.3. Samenvatting van de inbreuken
|
(8) |
De inbreuken zijn beschreven in het besluit van 2015. De drie afzonderlijke kartels bestonden in prijsverhogingen (MOE, Italië en ZWE), verdeling van de markt (MOE en ZWE), toewijzing van klanten (MOE, Italië en ZWE) en het manipuleren van aanbestedingsprocedures (MOE en Italiê) op de markten voor schuimschalen. |
2.4. Corrigerende maatregelen
|
(9) |
Bij het besluit worden de richtsnoeren inzake geldboeten van 2006 (3) toegepast en worden aan de drie in punt 2.2 genoemde entiteiten van de CCPL-groep geldboeten opgelegd. |
2.4.1. Basisbedrag van de geldboete
|
(10) |
Bij de vaststelling van de geldboeten heeft de Commissie rekening gehouden met de omzet van de ondernemingen uit de verkoop van schuimschalen (standaardschalen, absorptieschalen en barrièreschalen) voor voedingsverpakkingen voor de detailhandel) in het laatste volledige boekjaar waarin zij aan elk van de drie kartels deelnamen, alsook met het feit dat horizontale prijsafspraken, verdeling van de markt en het manipuleren van aanbestedingsprocedures naar hun aard tot de ernstigste mededingingsbeperkingen behoren, met de duur van de kartels en met een aanvullend bedrag om ondernemingen ervan te weerhouden kartels vormen. |
2.4.2. Aanpassingen van het basisbedrag
|
(11) |
De Commissie heeft geen verzwarende of verzachtende omstandigheden in aanmerking genomen. |
2.4.3. Toepassing van het plafond van 10 % van de omzet
|
(12) |
Wat de inbreuken in Italië en ZWE betreft, bedragen de geldboeten meer dan het wettelijke maximum van 10 % van de totale omzet van de CCPL-groep in 2019. Voor deze twee inbreuken zijn de geldboeten bijgevolg verlaagd tot dat percentage. |
2.4.4. Toepassing van de clementieregeling van 2006
|
(13) |
Met betrekking tot de inbreuken in Italië, ZWE en MOE heeft de Commissie verlagingen van respectievelijk 20 %, 30 % en 30 % toegekend. |
2.4.5. Vermindering van geldboeten wegens verjaring
|
(14) |
De Commissie heeft voor elk kartel een uitzonderlijke verlaging van de geldboete met 5 % toegekend om rekening te houden met de aanzienlijke duur van de procedure en de bijzondere omstandigheden van de zaak. Deze verlaging is uitgevoerd na toepassing van het plafond van 10 % van de omzet, om te voorkomen dat zij van invloed zou zijn op de geldboeten die aan alle adressaten zijn opgelegd. |
2.4.6. Vermogen om te betalen
|
(15) |
De CCPL-groep heeft verzocht om een verlaging van de geldboete op basis van punt 35 van de richtsnoeren inzake geldboeten (“onvermogen om te betalen”). In het besluit wordt geconcludeerd dat de voorwaarden voor “onvermogen om te betalen” niet zijn vervuld en dat de geldboete bijgevolg niet wordt verlaagd op deze basis. |
3. CONCLUSIE
|
(16) |
Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 zijn de volgende geldboetes opgelegd:
|
(1) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).
(2) CCPL S.c., Coopbox Group S.p.A., Poliemme S.r.l., Coopbox Hispania S.l.u. en Coopbox Eastern s.r.o..
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
Permanent Comité van de EVA-Staten
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/16 |
Wijzigingen van de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie
(2021/C 245/13)
De overeenkomst tot wijziging van Protocol 9 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, die op 18 november 2020 te Brussel is ondertekend, is op 22 december 2020 in werking getreden en is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.
Deze overeenkomst en de bijgewerkte geconsolideerde versie van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie zijn inmiddels op de website van het EVA-secretariaat gepubliceerd.
Ze zijn te vinden via de volgende links:
https://www.efta.int/Agreement-Annexes-and-Protocols-2477
en
https://www.efta.int/legal-texts/the-surveillance-and-court-agreement/amendments-protocol-9
Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/17 |
Staatssteun – Besluit om geen bezwaar te maken
(2021/C 245/14)
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:
|
Datum van vaststelling van het besluit |
10 maart 2021 |
|||||
|
Zaaknummer |
86460 |
|||||
|
Nummer van het besluit |
016/21/COL |
|||||
|
EVA-staat |
Noorwegen |
|||||
|
Regio |
Het gehele grondgebied van Noorwegen |
|||||
|
Benaming (en/of naam van de begunstigde) |
Wijziging van de COVID-19-subsidieregeling voor ondernemingen die een aanzienlijk omzetverlies hebben geleden |
|||||
|
Rechtsgrondslag |
Wet inzake een tijdelijke subsidieregeling voor ondernemingen die een aanzienlijk omzetverlies hebben geleden na augustus 2020 |
|||||
|
Soort maatregel |
Steunregeling |
|||||
|
Doel |
Compensatie voor schade die ondernemingen als gevolg van de COVID-19-uitbraak hebben geleden, teneinde de werkgelegenheid en een snellere heropleving van de economie te waarborgen na de crisis. |
|||||
|
Vorm van de steun |
Subsidies |
|||||
|
Begrotingsmiddelen |
Vóór de wijziging bedroegen de geraamde maximale gevolgen voor de begroting 5 miljard NOK voor de periode van 1 september 2020 tot en met 28 februari 2021. Dit komt bovenop een geraamde maximale gevolgen voor de begroting van 30 miljard NOK voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020. De Noorse autoriteiten ramen dat de wijziging van de aanpassingsfactor die werd toegepast voor januari 2021 en februari 2021 zal resulteren in een verhoging van de geraamde gevolgen voor de begroting met 125 miljoen NOK. |
|||||
|
Intensiteit |
100% |
|||||
|
Looptijd |
De steunregeling, zoals eerder verlengd, dekt verliezen van 1 september 2020 tot en met 28 februari 2021. |
|||||
|
Economische sectoren |
Alle sectoren, uitgezonderd ondernemingen die zich bezighouden met winning en productie van aardolie en productie, transmissie, distributie en handel in elektriciteit, alsook financiële instellingen en ondernemingen met investeringsactiviteiten als hoofddoel, private kinderdagverblijven en luchtvaartmaatschappijen. |
|||||
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA: http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/decisions/
V Bekendmakingen
GERECHTELIJKE PROCEDURES
EVA-Hof
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/19 |
ARREST VAN HET HOF
van 9 februari 2021
in zaak E-1/20
Kerim/Noorse regering, vertegenwoordigd door de Commissie van beroep voor vreemdelingenzaken (Utlendingsnemnda - UNE)
(Vrij verkeer – Richtlijn 2004/38/EG – Misbruik – Schijnhuwelijken – Afgeleide rechten voor onderdanen van derde landen)
(2021/C 245/15)
In zaak E-1/20, Kerim/Noorse Regering, vertegenwoordigd door de Commissie van beroep voor vreemdelingenzaken (Utlendingsnemnda – UNE) – VERZOEK aan het Hof krachtens artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, ingediend door het Hooggerechtshof van Noorwegen (Norges Høyesterett) betreffende de uitlegging van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG, en met name artikel 7, lid 1, punt b), gelezen in samenhang met artikel 7, lid 2, en artikel 35, heeft het Hof, samengesteld uit Páll Hreinsson, president (rechter-rapporteur), Per Christiansen en Bernd Hammermann, rechters, op 9 februari 2021 een arrest gewezen, waarvan het dictum luidt als volgt:
|
1. |
Om te bepalen of er sprake is van een schijnhuwelijk in de zin van artikel 35 van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, in omstandigheden waarin er redelijke twijfels bestaan over de echtheid van het betrokken huwelijk, moeten de nationale autoriteiten aan de hand van een onderzoek van geval tot geval vaststellen dat ten minste één echtgenoot in het huwelijk in wezen in het huwelijk is getreden met het oog op de ongerechtvaardigde verkrijging van het recht van vrij verkeer en verblijf door een echtgenoot die onderdaan van een derde land is, en niet om een echt huwelijk tot stand te brengen. |
|
2. |
Om te bepalen of er sprake is van een schijnhuwelijk in de zin van artikel 35 van Richtlijn 2004/38, moeten, in omstandigheden waarin er redelijke twijfels bestaan over de echtheid van het betrokken huwelijk, de feiten in hun geheel worden vastgesteld en beoordeeld, waarbij ook met de subjectieve intentie van een EER-onderdaan om met een onderdaan van een derde land in het huwelijk te treden, rekening wordt gehouden. |
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/20 |
ARREST VAN HET HOF
van 25 februari 2021
in zaak E-5/20
SMA SA en Société mutuelle d’assurance du Bâtiment et des Travaux publics/Finanzmarktaufsicht Liechtenstein
(Overheidsaansprakelijkheid — Richtlijn 2009/138/EG — Toezichtsverplichtingen — Verzekeringsclaims — Verzekeringnemers en begunstigden)
(2021/C 245/16)
In zaak E-5/20, SMA SA en Société Mutuelle d’assurance du Bâtiment et des Travaux Publics/Finanzmarktaufsicht Liechtenstein — VERZOEK aan het Hof krachtens artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, ingediend door het Hooggerechtshof van het Vorstendom Liechtenstein (Fürstlicher Oberster Gerichtshof) betreffende de uitlegging van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), met name de artikelen 27 en 28, en de voorgangers van die richtlijn, namelijk Richtlijn 73/239/EEG, Richtlijn 88/357/EEG en Richtlijn 92/49/EEG, heeft het Hof, samengesteld uit Páll Hreinsson, president, Per Christiansen (rechter-rapporteur) en Bernd Hammermann, rechters, op 25 februari 2021 een arrest gewezen, waarvan het dictum luidt als volgt:
De artikelen 27 en 28 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), Richtlijn 73/239/EEG, Richtlijn 88/357/EEG en Richtlijn 92/49/EEG verlenen geen uitdrukkelijke rechten aan marktdeelnemers die stellen schuldeisers te zijn van een verzekeringsonderneming in de omstandigheden als die van de hoofdprocedure, en vormen geen grond voor een schadevordering tegen een toezichthoudende autoriteit op grond van het beginsel van overheidsaansprakelijkheid.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/21 |
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit Rusland en Turkije
(2021/C 245/17)
De Europese Commissie (“de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie schade (2) lijdt door de invoer met dumping van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit Rusland en Turkije.
1. Klacht
De klacht werd op 12 mei 2021 ingediend door Eurofer (“de klager”). De klacht werd ingediend namens de bedrijfstak van de Unie voor bepaald corrosiebestendig staal in de zin van artikel 5, lid 4, van de basisverordening.
Een openbare versie van de klacht en de analyse van de mate van steun van de producenten in de Unie voor de klacht zijn beschikbaar in het dossier dat door de belanghebbenden kan worden ingezien. Punt 5.6 van dit bericht bevat informatie over toegang tot het dossier voor belanghebbenden.
2. Onderzocht product
Dit onderzoek heeft betrekking op gewalste platte producten van ijzer of gelegeerd staal of niet-gelegeerd staal; thermisch geplateerd of bekleed met zink en/of aluminium en/of magnesium, al dan niet gelegeerd met silicium; chemisch gepassiveerd; met of zonder aanvullende oppervlaktebehandeling, zoals invetten of verzegelen; bevattende: niet meer dan 0,5 gewichtspercent koolstof, niet meer dan 1,1 gewichtspercent aluminium, niet meer dan 0,12 gewichtspercent niobium, niet meer dan 0,17 gewichtspercent titaan en niet meer dan 0,15 gewichtspercent vanadium; opgerold, als op maat gesneden platen en als bandstaal aangeboden (“het onderzochte product”).
De volgende producten blijven buiten beschouwing:
|
— |
producten van roestvrij staal, van siliciumstaal en van sneldraaistaal; |
|
— |
producten die enkel warm of koud gewalst zijn. |
Belanghebbenden die informatie willen verstrekken over de productomschrijving, moeten dit uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht (3) doen.
3. Bewering dat er sprake is van dumping
Het product dat met dumping zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7210 41 00, ex 7210 49 00, ex 7210 61 00, ex 7210 69 00, ex 7210 90 80, ex 7212 30 00, ex 7212 50 61, ex 7212 50 69, ex 7212 50 90, ex 7225 92 00, ex 7225 99 00, ex 7226 99 30, ex 7226 99 70 (Taric-codes: 7210410020, 7210410030, 7210490020, 7210490030, 7210610020, 7210610030, 7210690020, 7210690030, 7210908092, 7212300020, 7212300030, 7212506120, 7212506130, 7212506920, 7212506930, 7212509014, 7212509092, 7225920020, 7225920030, 7225990022, 7225990023, 7225990041, 7225990092, 7225990093, 7226993010, 7226993030, 7226997013, 7226997093, 7226997094), van oorsprong uit Rusland en Turkije (“de betrokken landen”). De GN- en Taric-codes worden slechts ter informatie vermeld. De reikwijdte van dit onderzoek hangt af van de definitie van het onderzochte product in punt 2.
De bewering dat het betrokken product met dumping uit de betrokken landen wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de binnenlandse prijs met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van het onderzochte product wanneer het naar de Unie wordt uitgevoerd.
De op basis van deze vergelijking berekende dumpingmarges zijn voor alle betrokken landen aanzienlijk.
4. Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband
De klager heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit de betrokken landen zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.
Uit het bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd, onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de verkochte hoeveelheden, de in rekening gebrachte prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de algemene prestaties en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.
5. Procedure
Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek op grond van artikel 5 van de basisverordening.
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit de betrokken landen met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan.
Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het instellen van maatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie in de zin van artikel 21 van de basisverordening.
De Commissie wijst de partijen ook op de bekendgemaakte mededeling (4) over de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken, die mogelijk van toepassing is op deze procedure.
5.1. Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode
Het onderzoek naar dumping en schade heeft betrekking op de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 (“het onderzoektijdvak”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de schade heeft betrekking op de periode van 1 januari 2017 tot het einde van het onderzoektijdvak (“de beoordelingsperiode”).
5.2. Opmerkingen over de klacht en de opening van het onderzoek
Belanghebbenden die opmerkingen wensen te maken over de klacht (onder meer in verband met schade en oorzakelijk verband) of over aspecten in verband met de opening van het onderzoek (onder meer over de mate van steun voor de klacht), moeten dit uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht doen.
Verzoeken om te worden gehoord met betrekking tot de opening van het onderzoek moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend.
5.3. Procedure voor het vaststellen van dumping
Producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit de betrokken landen worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.3.1. Onderzoek van producenten-exporteurs
5.3.1.1.
a) Steekproef
Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs in de betrokken landen kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers verzocht de Commissie uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht informatie over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken. Deze informatie moet worden verstrekt via het platform TRON.tdi (https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/tdi/form/AD682_SAMPLING_FORM_FOR_EXPORTING_PRODUCER). In de punten 5.6 en 5.8 van dit bericht vindt u informatie over de toegang tot het platform TRON.tdi.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, heeft de Commissie bovendien contact opgenomen met de autoriteiten van de betrokken landen en neemt zij eventueel ook contact op met de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van de betrokken landen en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van de betrokken landen, meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Zodra de Commissie de noodzakelijke informatie heeft ontvangen om een steekproef van producenten-exporteurs samen te stellen, deelt zij de betrokken partijen mee of zij in de steekproef zijn opgenomen. De in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 30 dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over hun opname in de steekproef indienen.
De Commissie zal een opmerking inzake de samenstelling van de steekproef toevoegen aan het dossier voor inzage door belanghebbenden. Opmerkingen over de steekproef moeten uiterlijk drie dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over de steekproef worden ingediend.
Een exemplaar van de vragenlijst voor producenten-exporteurs is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2531).
De vragenlijst zal ook beschikbaar worden gesteld aan de bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van die landen.
Producenten-exporteurs die met opname in de steekproef hebben ingestemd maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken (“niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt 5.3.1.1, onder b), zal het antidumpingrecht dat wordt toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (6).
b) Individuele dumpingmarge voor niet in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de basisverordening kunnen niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs de Commissie verzoeken voor hen een individuele dumpingmarge vast te stellen. Producenten-exporteurs die in aanmerking willen komen voor een individuele dumpingmarge, moeten de vragenlijst invullen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 30 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden. Een exemplaar van de vragenlijst voor producenten-exporteurs is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2531).De Commissie zal onderzoeken of aan niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs een individueel recht overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening kan worden toegekend.
Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg staan.
5.3.2. Onderzoek van niet-verbonden importeurs (7) (8)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de betrokken landen in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.
Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers verzocht de Commissie uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht de in de bijlage bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende verenigingen van importeurs.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht.
Zodra de Commissie de noodzakelijke informatie heeft ontvangen om een steekproef samen te stellen, stelt zij de betrokken partijen in kennis van haar besluit met betrekking tot de steekproef van importeurs. Zij zal tevens een opmerking inzake de samenstelling van de steekproef toevoegen aan het dossier voor inzage door belanghebbenden. Opmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten uiterlijk drie dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over de steekproef worden ingediend.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst ter beschikking stellen van de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs. Die partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 30 dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over de steekproef indienen.
Een exemplaar van de vragenlijst voor importeurs is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2531).
5.4. Procedure voor het vaststellen van schade en onderzoek van producenten in de Unie
De vaststelling van de schade is gebaseerd op positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met dumping, de gevolgen daarvan voor de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie schade heeft geleden, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
Gezien het grote aantal betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.
De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. De belanghebbenden wordt verzocht om opmerkingen over de voorlopige steekproef. Daarnaast moeten andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht contact met de Commissie opnemen. Alle opmerkingen over de voorlopige steekproef moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend.
De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.
De in de steekproef opgenomen producenten in de Unie moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 30 dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over hun opname in de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.
Een exemplaar van de vragenlijst voor producenten in de Unie is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2531).
5.5. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht de Commissie informatie te verstrekken aangaande de vraag of de instelling van maatregelen niet tegen het belang van de Unie is. Om aan het onderzoek mee te werken, moeten de representatieve consumentenorganisaties aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Informatie over de beoordeling van het belang van de Unie moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend. Deze informatie kan vormvrij worden opgesteld of er kan een vragenlijst van de Commissie worden ingevuld. Een exemplaar van de vragenlijsten, waaronder de vragenlijst voor gebruikers van het onderzochte product, is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2531). Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening is verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.6. Belanghebbenden
Om aan het onderzoek mee te werken, moeten belanghebbenden zoals producenten-exporteurs, producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Producenten-exporteurs, producenten in de Unie alsmede importeurs en representatieve verenigingen die informatie hebben verstrekt in overeenstemming met de procedures als beschreven in de punten 5.3, 5.4 en 5.5, worden als belanghebbenden beschouwd indien er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Andere partijen kunnen alleen als belanghebbende meewerken aan het onderzoek vanaf het moment waarop zij contact opnemen met de Commissie, en op voorwaarde dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product. Beschouwd worden als een belanghebbende laat de toepassing van artikel 18 van de basisverordening onverlet.
Het dossier voor inzage door belanghebbenden is toegankelijk via het platform TRON.tdi (https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI). Volg de instructies op die pagina om toegang te krijgen (9).
5.7. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord.
Het verzoek om te worden gehoord moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed, alsook een samenvatting bevatten van wat de belanghebbende tijdens de hoorzitting wenst te bespreken. De hoorzitting zal worden beperkt tot de punten die vooraf schriftelijk door de belanghebbenden zijn aangedragen.
Het tijdschema voor de hoorzittingen is als volgt:
|
— |
voor hoorzittingen die moeten plaatsvinden vóór het verstrijken van de termijn voor de instelling van voorlopige maatregelen, moet het verzoek uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend. De hoorzitting zal normaliter uiterlijk 60 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht plaatsvinden; |
|
— |
na het stadium van de voorlopige bevindingen moet het verzoek uiterlijk 5 dagen na de datum van de mededeling van de voorlopige bevindingen of van het informatiedocument worden ingediend. De hoorzitting zal normaliter uiterlijk 15 dagen na de datum van kennisgeving van de mededeling van de voorlopige bevindingen of de datum van het informatiedocument plaatsvinden; |
|
— |
in het stadium van de definitieve bevindingen moet een verzoek binnen drie dagen na de datum van de mededeling van de definitieve bevindingen worden ingediend. De hoorzitting vindt normaliter plaats binnen de termijn waarbinnen opmerkingen kunnen worden gemaakt over de mededeling van de definitieve bevindingen. In geval van een aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen moet het verzoek onmiddellijk na ontvangst hiervan worden ingediend. De hoorzitting vindt dan normaliter plaats binnen de termijn voor het indienen van opmerkingen over deze mededeling. |
Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de diensten van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen akkoord te gaan met hoorzittingen buiten dit tijdschema alsmede het recht van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen hoorzittingen te weigeren. Wanneer de diensten van de Commissie een verzoek om te worden gehoord afwijzen, zal de betrokken partij in kennis worden gesteld van de redenen daarvoor.
In beginsel worden hoorzittingen niet gebruikt om feitelijke informatie te presenteren die nog niet in het dossier is opgenomen. Desalniettemin kan de belanghebbenden, uit het oogpunt van behoorlijk bestuur en om de diensten van de Commissie in staat te stellen vooruitgang in het onderzoek te boeken, na een hoorzitting worden opgedragen nieuwe feitelijke informatie te verstrekken.
5.8. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten voorzien zijn van de vermelding “Sensitive” (10). Partijen die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.
Partijen die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie.
Als een partij die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk kan worden gemaakt dat de informatie juist is.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, via het platform TRON.tdi (https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI) in te dienen. Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend via het platform TRON.tdi of per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op via het platform TRON.tdi of per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Handel |
|
Directoraat G |
|
Kamer CHAR 04/039 |
|
1049 Bruxelles/Brussel |
|
BELGIQUE/BELGIË |
E-mailadres voor aangelegenheden met betrekking tot dumping uit Rusland:
|
|
TRADE-AD682-CRS-DUMPING-Russia@ec.europa.eu |
E-mailadres voor aangelegenheden met betrekking tot dumping uit Turkije:
|
|
TRADE-AD682-CRS-DUMPING-Turkey@ec.europa.eu |
E-mailadres voor schadeaangelegenheden en aangelegenheden met betrekking tot het belang van de Unie:
|
|
TRADE-AD682-CRS-INJURY@ec.europa.eu |
6. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening normaliter binnen 13 maanden, maar uiterlijk binnen 14 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen voorlopige maatregelen normaliter uiterlijk zeven maanden en in ieder geval uiterlijk acht maanden na de bekendmaking van dit bericht worden ingesteld.
Overeenkomstig artikel 19 bis van de basisverordening zal de Commissie informatie over de beoogde instelling van voorlopige rechten vier weken vóór de instelling daarvan ter beschikking stellen. Belanghebbenden hebben dan drie werkdagen de tijd om hun schriftelijke opmerkingen over de juistheid van de berekeningen kenbaar te maken.
Wanneer de Commissie besluit het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden door middel van een informatiedocument vier weken vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, van de basisverordening genoemde termijn ervan in kennis gesteld dat geen voorlopige rechten worden ingesteld.
Zij hebben dan, tenzij anders aangegeven, 15 dagen de tijd om schriftelijke opmerkingen over de voorlopige bevindingen of het informatiedocument kenbaar te maken, en 10 dagen de tijd om schriftelijke opmerkingen over de definitieve bevindingen kenbaar te maken. In voorkomend geval zal in aanvullende mededelingen van de definitieve bevindingen worden gespecificeerd binnen welke termijn de belanghebbenden schriftelijke opmerkingen kunnen indienen.
7. Indiening van informatie
In de regel kunnen belanghebbenden alleen binnen de in de punten 5 en 6 van dit bericht vermelde termijnen informatie indienen. Voor de indiening van alle overige informatie die niet onder die punten valt, geldt het volgende tijdschema:
|
— |
tenzij anders aangegeven, moet alle informatie met betrekking tot het stadium van de voorlopige bevindingen uiterlijk 70 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend; |
|
— |
tenzij anders aangegeven, mogen belanghebbenden geen nieuwe feitelijke informatie indienen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de mededeling van de voorlopige bevindingen of het informatiedocument in het stadium van voorlopige bevindingen. Na het verstrijken van deze termijn kunnen zij uitsluitend nieuwe feitelijke informatie indienen als zij kunnen aantonen dat deze nieuwe feitelijke informatie noodzakelijk is ter weerlegging van de door andere belanghebbenden gestelde feiten en dat deze nieuwe feitelijke informatie kan worden geverifieerd binnen de tijd die beschikbaar is om het onderzoek tijdig af te ronden; |
|
— |
teneinde het onderzoek binnen de voorgeschreven termijnen af te ronden, zal de Commissie geen opmerkingen van belanghebbenden meer aanvaarden na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de mededeling van de definitieve bevindingen of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen. |
8. Mogelijkheid om opmerkingen te maken over door andere belanghebbenden ingediende informatie
Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen.
Deze opmerkingen moeten volgens het volgende tijdschema worden ingediend:
|
— |
alle opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is ingediend vóór het verstrijken van de termijn voor de instelling van voorlopige maatregelen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk op de 75e dag na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend; |
|
— |
opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de voorlopige bevindingen of het informatiedocument moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk zeven dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de voorlopige bevindingen of het informatiedocument worden ingediend; |
|
— |
opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk drie dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend. In geval van een aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen moeten opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van deze mededeling, tenzij anders aangegeven, uiterlijk één dag na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over deze mededeling worden ingediend. |
Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de Commissie om de belanghebbenden in naar behoren gemotiveerde gevallen om aanvullende informatie te verzoeken.
9. Verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen
Een verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen mag alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien zij naar behoren gerechtvaardigd is.
In elk geval is de eventuele verlenging van de termijn om de vragenlijsten te beantwoorden normaliter beperkt tot drie dagen, en mag deze in de regel niet meer dan zeven dagen bedragen.
Wat de termijnen voor de indiening van andere in het bericht van inleiding genoemde informatie betreft, zijn verlengingen beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.
10. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.
Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
11. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Deze behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.
De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.
Belanghebbenden wordt verzocht ook wat betreft de tussenkomst van de raadadviseur-auditeur, met inbegrip van hoorzittingen, de in punt 5.7 van dit bericht vermelde termijnen te volgen. Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moet een verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt door de belanghebbenden worden ingediend. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor verzoeken om tussenkomst, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van goed bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).
12. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11).
Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/policy/accessing-markets/trade-defence/).
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de basisverordening wordt onder de algemene term “schade” verstaan aanmerkelijke schade voor een bedrijfstak van de Unie, dreiging van aanmerkelijke schade voor een bedrijfstak van de Unie of aanmerkelijke vertraging bij de vestiging van een dergelijke bedrijfstak.
(3) Verwijzingen naar de bekendmaking van dit bericht zijn verwijzingen naar de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(4) Mededeling over de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor antidumping- en antisubsidieonderzoeken (PB C 86 van 16.3.2020, blz. 6).
(5) Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit de betrokken landen die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.
(6) Ingevolge artikel 9, lid 6, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihilmarges, minimale marges of marges die onder de in artikel 18 van de basisverordening bedoelde omstandigheden zijn vastgesteld.
(7) Dit punt betreft uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met producenten-exporteurs. Importeurs die verbonden zijn met producenten-exporteurs, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor die producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht verbonden te zijn indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) een van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben, of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt onder “persoon” verstaan een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(8) Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.
(9) Voor technische problemen kunt u contact opnemen met de handelshelpdesk per e-mail (trade-service-desk@ec.europa.eu) of per telefoon (+32 22979797).
(10) Een “Sensitive”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(11) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE
|
☐ |
“Sensitive”-versie |
|
☐ |
Versie “For inspection by interested parties” |
|
(vakje aankruisen dat van toepassing is) |
|
ANTIDUMPINGPROCEDURE BETREFFENDE DE INVOER VAN BEPAALD CORROSIEBESTENDIG STAAL VAN OORSPRONG UIT RUSLAND EN TURKIJE
INFORMATIE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF VAN NIET-VERBONDEN IMPORTEURS
Dit formulier is bedoeld om niet-verbonden importeurs te helpen bij het verstrekken van de informatie voor de samenstelling van de steekproef als bedoeld in punt 5.3.2 van het bericht van inleiding.
De “Sensitive”-versie en de versie “For inspection by interested parties” moeten beide aan de Commissie worden teruggezonden, zoals aangegeven in het bericht van inleiding.
1. NAAM EN CONTACTGEGEVENS
Gelieve de volgende gegevens over uw onderneming te verstrekken:
|
Naam van de onderneming |
|
|
Adres |
|
|
Contactpersoon |
|
|
E-mailadres |
|
|
Telefoonnummer |
|
2. OMZET EN VERKOOPVOLUME
Vermeld voor het onderzoektijdvak in euro’s (EUR) de totale omzet van de onderneming, alsmede de waarde in euro’s (EUR) van de invoer in de Unie en de wederverkoop op de markt van de Unie na invoer uit Rusland en Turkije van het onderzochte product, zoals omschreven in het bericht van inleiding, alsook het volume in ton daarvan.
|
|
Ton |
Waarde in EUR |
|
Totale omzet van uw onderneming in EUR |
|
|
|
Invoer van het onderzochte product van oorsprong uit Rusland in de Unie |
|
|
|
Invoer van het onderzochte product van oorsprong uit Turkije in de Unie |
|
|
|
Invoer van het onderzochte product in de Unie (ongeacht de oorsprong) |
|
|
|
Wederverkoop van het onderzochte product op de markt van de Unie na invoer uit Rusland en Turkije |
|
|
3. ACTIVITEITEN VAN UW ONDERNEMING EN VAN VERBONDEN ONDERNEMINGEN (1)
Verstrek nadere bijzonderheden over de precieze activiteiten van de onderneming en alle verbonden ondernemingen (vermeld die ondernemingen en geef de relatie met uw onderneming aan) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het onderzochte product. Dergelijke activiteiten kunnen de aankoop van het onderzochte product of de productie ervan in het kader van uitbestedingsregelingen omvatten, alsook de verwerking ervan of de handel erin, maar zijn daartoe niet beperkt.
|
Naam van de onderneming en locatie |
Activiteiten |
Relatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. ANDERE INFORMATIE
Verstrek alle andere relevante informatie die de onderneming nuttig acht om de Commissie bij de samenstelling van de steekproef te helpen.
5. CERTIFICERING
Door bovengenoemde informatie te verstrekken, stemt de onderneming ermee in eventueel in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat aanvaard wordt dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie met betrekking tot niet-medewerkende importeurs worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende onderneming minder gunstig zijn dan wanneer zij wel had meegewerkt.
Handtekening van de gemachtigde:
Naam en titel van de gemachtigde:
Datum:
(1) Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht verbonden te zijn indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) een van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben, of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt onder “persoon” verstaan een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/33 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10318 — Apollo Management/Verizon Media Group)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/18)
1.
Op 15 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
investeringsfondsen die worden beheerd door gelieerde ondernemingen van Apollo Management, L.P. (“Apollo Management”, Verenigde Staten); |
|
— |
Verizon Media Netherlands B.V., (Nederland) en Oath Inc. (Verenigde Staten) en bepaalde dochterondernemingen (tezamen, “Verizon Media Group”). |
Apollo verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Verizon Media Group.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Apollo Management: portefeuillebeleggingen; |
|
— |
Verizon Media Group: media- en technologieactiviteiten. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10318 — Apollo Management/Verizon Media Group
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/35 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10252 — Transgourmet Group/General Markets Food Iberica)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/19)
1.
Op 15 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
General Markets Food Ibérica Group (“GM Food”, SPANJE), die onder zeggenschap staat van Bright Food Group (CHINA); |
|
— |
Transgourmet Holding AG (“Transgourmet”, ZWITSERLAND), die onder zeggenschap staat van Coop-Gruppe Genossenschaft (ZWITSERLAND). |
Transgourmet verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van GM Food.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
GM Food: distributie van dagelijkse levensmiddelen en near-food-producten voor kleinhandelaars, waaronder supermarkten en horecaondernemers (restaurants, hotels en cateringondernemingen), hoofdzakelijk in Spanje; |
|
— |
Transgourmet: inkoop van en groothandel in dagelijkse consumptiegoederen in verschillende EU- en niet-EU-landen en, via de Bell Food Group, productie van verwerkte vleesproducten, specerijen/kruiden en verschillende gemaksproducten. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10252 — Transgourmet Group/General Markets Food Iberica
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/36 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10263 — Ardian/Deli Home)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 245/20)
1.
Op 16 juni 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Ardian France SA (Ardian, Frankrijk); en |
|
— |
Deli Home Holding B.V. (“Deli Home”, Nederland). |
Ardian verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van de Deli Home.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Ardian: beheer van private equity; en |
|
— |
Deli Home: vervaardiging en levering van op hout gebaseerde doe-het-zelf-producten aan kleinhandelaren, handelaren in bouwmaterialen en online-markten. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10263 — Ardian/Deli Home
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/37 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2021/C 245/21)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 (1) van de Commissie
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
Etyek-Buda/Etyek-Budai
PDO-HU-A1350-AM03
Datum van mededeling: 1 april 2021
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Uitbreiding van het afgebakende gebied - Biatorbágy
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van de in het kadaster opgenomen gebieden overeenkomen met het gebied van de BOB Etyek-Buda. Door de indeling als wijnstreek en de mogelijkheid producten met de BOB Etyek-Buda te produceren, is het voor Biatorbágy mogelijk in een hogere kwaliteitscategorie te verkopen, wat verschillende producenten kan stimuleren kwalitatief betere wijn te produceren en kan bijdragen aan de ontwikkeling van het lokale toerisme en de lokale horeca.
2. Uitbreiding van het afgebakende gebied - Boedapest, 12e arrondissement, kadastraal nummer 9597/1
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van het in het kadaster opgenomen gebied overeenkomen met het gebied van de BOB Etyek-Buda.
3. Uitbreiding van het afgebakende gebied – Aba, Seregélyes
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
De twee gemeenten liggen op de zuidelijke oever van het Velencemeer en vertonen dezelfde natuurlijke, klimatologische en bodemkundige kenmerken als de naburige gemeenten die reeds zijn opgenomen in het productdossier van de BOB Etyek-Buda. De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van het in het kadaster opgenomen gebied overeenkomen met het gebied van de BOB Etyek-Buda.
4. Uitbreiding van het afgebakende gebied – Tabajd
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Het dorp Tabajd en het administratieve gebied ervan bevinden zich in het noorden van het comitaat Fejér. Aan de rand van de gemeente wisselen glooiende hellingen en vlakke gebieden elkaar af. Hier heersen uitstekende omstandigheden voor de bereiding van lichte, harmonische muskaatwijnen, mousserende wijnen en andere soorten witte wijnen. De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van het in het kadaster opgenomen gebied overeenkomen met het gebied van de BOB Etyek-Buda.
5. Uitbreiding van het afgebakende gebied – Perbál.
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Perbál bevindt zicht in het Zsámbék-bekken, op de hellingen van het Budai-gebergte en de Nyakas-berg. In het dorp worden al eeuwenlang kwalitatieve wijndruiven geteeld.
De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van het in het kadaster opgenomen gebied overeenkomen met het gebied van de BOB Etyek-Buda.
6. Opname van nieuwe wijngaarden (Páty)
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Op initiatief van Páty worden vijf wijngaarden in het productdossier opgenomen (Hegyi-dűlő, Lövöldöző-hegy, Mézes-hegy, Nagy-hegy, Zsámbéki úti dűlő). Op Mézes-hegy en Nagy-hegy werden altijd al druiven geteeld, hier bevindt zich het grootste gedeelte van het wijnbouwgebied van Páty. De Hegyi-dűlő en de Lövöldöző-hegy liggen tussen de pittoreske rij kelders van Páty en de Mézes-hegy, op een zachte zuidwestelijke helling met een fantastische ligging. De Zsámbéki úti dűlő is een gebied op licht naar het westen en zuidwesten hellend terrein. Voor geselecteerde wijnen van de wijngaard biedt het gebruik van de wijngaardnamen de mogelijkheid op de markt kwaliteitswijnen voor te stellen die afkomstig zijn van een kleiner gebied.
7. Opname van nieuwe wijngaarden (Tök)
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Op initiatief van de wijnberggemeenschap Nyakas wordt in het productdossier één nieuwe wijngaardnaam (Felső-somos) opgenomen. Vóór de industrialisering werden de wijngaarden Somos en Felső-somos als kleine particuliere wijngaarden geëxploiteerd. Deze wijngaard is ook in het wijnbouwkadaster vermeld als wijngaard van eerste categorie. Sinds 2015 worden er in dit gebied opnieuw druiven geteeld die een uitstekende grondstof voor de wijnbouw opleveren.
8. Opname van nieuwe wijngaarden (Etyek)
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Tibor Báthori was tot zijn overlijden in 2004 een eminent vertegenwoordiger van de wijnstreek Etyek-Buda. Hij speelde een belangrijke rol om ruime bekendheid te geven aan de wijnstreek en de wijnen uit die streek, met name aan Etyeki Chardonnay. In 1992 werd hij verkozen tot Wijnbouwer van het jaar. Ter nagedachtenis van Tibor Báthori werd in Etyek een gedenkplaat onthuld en werd een wijngaard naar hem vernoemd, de Báthori-dűlő, op de plaats op de wijnheuvel Öreg-hegy waar hij zijn kelder had.
9. Op de wijnen met de BOB Etyek-Buda is de vermelding van het oogstjaar niet verplicht
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
Uitvlakking van de effecten van verschillende oogstjaren. Door assemblage zonder vermelding van oogstjaren is het veel gemakkelijker om een constante kwaliteit aan te houden. De vermelding van het oogstjaar heeft geen effect op de invloed van de eigenschappen van het productiegebied op het product. Daardoor wordt het karakter van de wijnen met de BOB Etyek-Budai met deze aanpassing niet fundamenteel veranderd.
10. Gebruik van de vermelding “Velencei-tavi” [van het Velencemeer] voor wijnen die worden geproduceerd in het district “Velencei”
|
a) |
Betrokken hoofdstukken van het productdossier:
|
|
b) |
Betrokken hoofdstukken van het enig document:
|
|
c) |
Redenen: |
De vermelding “Velencei-tavi” verwijst niet naar een nieuw product, maar dient ter vervanging van de tot nu toe gebruikte vermelding “Velencei”. De vermelding “Velencei-tavi” mag worden gebruikt voor wijnbouwproducten die zijn geproduceerd met druiven afkomstig uit alle gemeenten van de wijnberggemeenschap van het district van het Velencemeer (Velencei-tó Körzeti Hegyközség) die aan de voorschriften van het productdossier voldoen.
ENIG DOCUMENT
1. Naam/namen
Etyek-Buda
Etyek-Budai
2. Type geografische aanduiding
BOB — beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
|
1. |
Wijn |
|
4. |
Mousserende wijn |
|
5. |
Mousserende kwaliteitswijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
1. Wijn - Wit
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn met een kleur die varieert van groengeel tot goudgeel. Discrete wijn met een zeer intens aroma met aromatoetsen die doen denken aan witte bloemen (vlier, linde, acacia) en vruchten (witte perzik). Qua smaak wordt de frisse fruitigheid aangevuld met uitgesproken doch uitgerijpte en elegante zuren.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
2. Wijn - Friss [vers]
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Witte wijn met een kleur die varieert van groengeel tot goudgeel en een aroma dat wordt gekenmerkt door frisheid en fruitige lichtheid. De wijn wordt bereid uit een assemblage van toegestane rassen en is fris met uitgesproken maar rijpe zuren en tegelijk fruitig.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
3. Wijn - Rosé
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Roséwijn met een kleur die varieert van zalmroze tot lichtrood. De intense en complexe aroma’s worden gekenmerkt door toetsen van rood fruit (bramen, frambozen). De frisse smaak wordt niet alleen bepaald door de fruitigheid maar ook door de rijpe zuren en de verfijnde tannines.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
4. Wijn - Rood
BEKNOPTE BESCHRIJVING
De kleur varieert van diepgranaatrood tot donkerrobijnrood. Rode wijn met fruitige geur, met toetsen van rood fruit (bramen, kersen, frambozen). De rode wijn ontleent zijn lichte smaak aan zijn matige tannine- en alcoholgehalte. De zuren leunen harmonisch aan bij de fruitsmaken (bramen, frambozen, aalbessen, kersen).
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
20 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Mousserende wijn - Wit
BEKNOPTE BESCHRIJVING
De wijn is lichtgroen van kleur met een kristallijne schittering en heeft een geur die door de vele gebruikte soorten steeds fris, geurig en licht aromatisch is. Qua smaak overheerst de rijpe zuurstructuur, de zuren zijn fris en knapperig en gaan gepaard met een lichte en tegelijk sterke textuur. De witte mousserende wijnen van Etyek-Buda worden gekenmerkt door complexe geuren en smaken, die voortvloeien uit de rijke soortenvariëteit, soepele zuren en steeds een fruitige smaak.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9,5 |
|
Minimale totale zuurgraad |
5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
6. Mousserende wijn - Rosé
BEKNOPTE BESCHRIJVING
Hoewel de wijn maar weinig kleur heeft, vertoont hij toch steeds de levendige kleur van zalm of uienschil, met een schitterende, paarse schakering. Het aroma van de mousserende wijnen van Etyek-Buda wordt gekenmerkt door intense fruitigheid van rood fruit (kersen, krieken), die ook in de smaak terugkomt. Met zijn hoge zuurgehalte, wordt de rosé mousserende wijn van Etyek-Buda gekenmerkt door rijpe zuren, zonder enige wrangheid of bitterheid.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9,5 |
|
Minimale totale zuurgraad |
5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
7. Mousserende kwaliteitswijn - Wit
BEKNOPTE BESCHRIJVING
De witte mousserende kwaliteitswijnen zijn lichtgroen van kleur met een licht goudgele schijn. De smaak vertoont toetsen van wit fruit (perzik, nectarine, appel, peer, lychee), na langdurige rijping aangevuld met toetsen van koekjes en roosteren. Hoewel de witte mousserende kwaliteitswijn van Etyek-Buda een hoog zuurgehalte heeft, zijn de zuren niet scherp, maar goed geïntegreerd in de textuur van de mousserende kwaliteitswijn. De witte mousserende kwaliteitswijnen van Etyek-Buda krijgen tijdens de rijping een steeds romiger aroma maar verliezen daarbij qua smaak niet hun aroma’s van wit fruit.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
10 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
8. Mousserende kwaliteitswijn - rosé
BEKNOPTE BESCHRIJVING
De kenmerkende kleur van de wijn is zalmroze, met een lichte rozerode, paarse schijn. Het matig sterke aroma van rood fruit (kersen, krieken, bosbessen, bramen) wordt tijdens het rijpingsproces aangevuld met toetsen van geroosterde nootjes. Naast het zuurgehalte, dat de ruggengraat van de smaak vormt, domineren de smaken van rood fruit.
|
* |
inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden. |
|
Algemene analytische kenmerken |
|
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
9,5 |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,6 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
18 |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
5.1. Specifieke oenologische procedés
Voor de wijnbereiding geldende beperking
Bij wijnen van het type wit, rosé en rood waarop de vermelding “Késői szüretelésű bor” [wijn van late oogst], “jégbor” [ijswijn], “válogatott szüretelésű bor” [wijn van geselecteerde oogst], “töppedt szőlőből készült bor” [wijn van ingedroogde druiven], of de naam van de wijngaard is aangebracht, is het verboden het natuurlijk alcoholgehalte te verhogen of te verzoeten.
Bij wijnen van het type friss dienen minimaal twee en maximaal vier rassen te worden gebruikt.
Teeltpraktijk
Teeltwijze:
In wijngaarden die vóór 1 augustus 2010 zijn aangeplant wordt om het even welke eerder toegestane snoeimethode aanvaard zolang de wijngaard in gebruik is.
Bij wijngaarden die na 1 augustus 2010 zijn aangeplant: de snoeimethoden paraplu, moser, sylvoz, lage, middelhoge en hoge cordon, guyot, enkel gordijn, lage stamsnoei, gobelet-snoei
Beplantingsdichtheid: in wijngaarden die vóór 1 augustus 2010 zijn aangeplant, wordt om het even welke eerder toegestane plantdichtheid aanvaard zolang de wijngaard in gebruik is. Bij wijngaarden die na 1 augustus 2010 zijn aangeplant: minimaal 3 300 wijnstokken/ha.
Oogstwijze: manueel en machinaal, met uitzondering van wijnen met de vermelding “válogatott szüretelésű bor” [wijn van geselecteerde oogst], “jégbor” [ijswijn], “töppedt szőlőből készült bor [wijn van ingedroogde druiven] en mousserende kwaliteitswijn met de uitdrukking “crémant”, waarbij uitsluitend manueel mag worden geoogst.
Bepaling van de oogstdatum: de datum waarop de oogst begint, wordt elk jaar bepaald door de raad van de wijnberggemeenschap van de wijnstreek Etyek-Budai. De raad van de wijnberggemeenschap maakt zijn besluit bekend in overeenstemming met zijn statuten.
Minimaal suikergehalte van de druiven, uitgedrukt in natuurlijk alcoholgehalte en in graden° MM op de Hongaarse schaal voor mostgewicht (Magyar Mustfok)
Teeltpraktijk
Minimaal natuurlijk suikergehalte van de druiven (g/l):
|
— |
bij wijnen waarop de naam van de wijngaard is vermeld: 193,6 g/l, |
|
— |
friss-wijnen 168,1 |
|
— |
in alle andere gevallen: 151,5. Het minimale potentiële alcoholgehalte van de druiven (%vol) bij 20°C: |
|
— |
bij wijnen waarop de naam van de wijngaard is vermeld: 11,5 |
|
— |
friss-wijnen 10,0 |
|
— |
in alle andere gevallen: 9,0. |
5.2. Maximumopbrengsten
100 hectoliter per hectare
80 hectoliter per hectare
13 600 kg druiven per hectare
13 100 kg druiven per hectare
11 000 kg druiven per hectare
10 500 kg druiven per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Omschrijving van het afgebakende gebied:
de volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde gebieden van
|
— |
Boedapest (12e arrondissement, kadastraal nummer 9597/1, 22e arrondissement - Budafok |
|
— |
de gemeenten Biatorbágy, Budajenő, Budakeszi, Páty, Perbál, Pilisborosjenő, Üröm, Telki, Tök in het comitaat Pest, alsmede |
|
— |
de gemeenten Aba, Alcsútdoboz, Bicske, Csabdi, Etyek, Felcsút, Gárdony, Gyúró, Kajászó, Kápolnásnyék, Martonvásár, Nadap, Pákozd, Pázmánd, Seregélyes, Sukoró, Tabajd, Tordas, Vál en Velence in het comitaat Fejér |
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
|
|
budai - budai zöld |
|
|
budai - zöld budai |
|
|
budai - zöldfehér |
|
|
budai - zöldszőlő |
|
|
cabernet franc - cabernet |
|
|
cabernet franc - carbonet |
|
|
cabernet franc - carmenet |
|
|
cabernet franc - gros cabernet |
|
|
cabernet franc - gros vidur |
|
|
cabernet franc - kaberne fran |
|
|
cabernet sauvignon |
|
|
chardonnay - chardonnay blanc |
|
|
chardonnay - kereklevelű |
|
|
chardonnay - morillon blanc |
|
|
chardonnay - ronci bilé |
|
|
chasselas - chasselas blanc |
|
|
chasselas - chasselas dorato |
|
|
chasselas - chasselas doré |
|
|
chasselas - chrupka belia |
|
|
chasselas - fehér fábiánszőlő |
|
|
chasselas - fehér gyöngyszőlő |
|
|
chasselas - fendant blanc |
|
|
chasselas - saszla belaja |
|
|
chasselas - weisser gutedel |
|
|
cserszegi fűszeres |
|
|
csókaszőlő |
|
|
ezerfürtű |
|
|
ezerjó - kolmreifler |
|
|
ezerjó - korponai |
|
|
ezerjó - szadocsina |
|
|
ezerjó - tausendachtgute |
|
|
ezerjó - tausendgute |
|
|
ezerjó - trummertraube |
|
|
furmint - furmint bianco |
|
|
furmint - moslavac bijeli |
|
|
furmint - mosler |
|
|
furmint - posipel |
|
|
furmint - som |
|
|
furmint - szigeti |
|
|
furmint - zapfner |
|
|
gohér - guhér |
|
|
gohér - körteszőlő |
|
|
gohér - sárga gohér |
|
|
gohér - török gohér |
|
|
gohér - zöld gohér |
|
|
hárslevelű - feuilles de tilleul |
|
|
hárslevelű - garszleveljü |
|
|
hárslevelű - lindeblättrige |
|
|
hárslevelű - lipovina |
|
|
irsai olivér - irsai |
|
|
irsai olivér - muskat olivér |
|
|
irsai olivér - zolotis |
|
|
irsai olivér - zolotisztüj rannüj |
|
|
juhfark - fehérboros |
|
|
juhfark - lämmerschwantz |
|
|
juhfark - mohácsi |
|
|
juhfark - tarpai |
|
|
kadarka - csetereska |
|
|
kadarka - fekete budai |
|
|
kadarka - gamza |
|
|
kadarka - jenei fekete |
|
|
kadarka - kadar |
|
|
kadarka - kadarka negra |
|
|
kadarka - negru moale |
|
|
kadarka - szkadarka |
|
|
kadarka - törökszőlő |
|
|
karát |
|
|
királyleányka - dánosi leányka |
|
|
királyleányka - erdei sárga |
|
|
királyleányka - feteasca regale |
|
|
királyleányka - galbena de ardeal |
|
|
királyleányka - königliche mädchentraube |
|
|
királyleányka - königstochter |
|
|
királyleányka - little princess |
|
|
kék bakator |
|
|
kékfrankos - blauer lemberger |
|
|
kékfrankos - blauer limberger |
|
|
kékfrankos - blaufränkisch |
|
|
kékfrankos - limberger |
|
|
kékfrankos - moravka |
|
|
kéknyelű - blaustängler |
|
|
kékoportó - blauer portugieser |
|
|
kékoportó - modry portugal |
|
|
kékoportó - portugais bleu |
|
|
kékoportó - portugalske modré |
|
|
kékoportó - portugizer |
|
|
merlot |
|
|
mátrai muskotály |
|
|
olasz rizling - grasevina |
|
|
olasz rizling - nemes rizling |
|
|
olasz rizling - olaszrizling |
|
|
olasz rizling - riesling italien |
|
|
olasz rizling - risling vlassky |
|
|
olasz rizling - taljanska grasevina |
|
|
olasz rizling - welschrieslig |
|
|
ottonel muskotály - miszket otonel |
|
|
ottonel muskotály - muscat ottonel |
|
|
ottonel muskotály - muskat ottonel |
|
|
pinot blanc - fehér burgundi |
|
|
pinot blanc - pinot beluj |
|
|
pinot blanc - pinot bianco |
|
|
pinot blanc - weissburgunder |
|
|
pinot noir - blauer burgunder |
|
|
pinot noir - kisburgundi kék |
|
|
pinot noir - kék burgundi |
|
|
pinot noir - kék rulandi |
|
|
pinot noir - pignula |
|
|
pinot noir - pino csernüj |
|
|
pinot noir - pinot cernii |
|
|
pinot noir - pinot nero |
|
|
pinot noir - pinot tinto |
|
|
pinot noir - rulandski modre |
|
|
pinot noir - savagnin noir |
|
|
pinot noir - spätburgunder |
|
|
pintes |
|
|
piros bakator - bakar rózsa |
|
|
piros bakator - bakator rouge |
|
|
piros bakator - bakatortraube |
|
|
rajnai rizling - johannisberger |
|
|
rajnai rizling - rheinriesling |
|
|
rajnai rizling - rhine riesling |
|
|
rajnai rizling - riesling |
|
|
rajnai rizling - riesling blanc |
|
|
rajnai rizling - weisser riesling |
|
|
rizlingszilváni - müller thurgau |
|
|
rizlingszilváni - müller thurgau bijeli |
|
|
rizlingszilváni - müller thurgau blanc |
|
|
rizlingszilváni - rivaner |
|
|
rizlingszilváni - rizvanac |
|
|
sauvignon - sauvignon bianco |
|
|
sauvignon - sauvignon bijeli |
|
|
sauvignon - sauvignon blanc |
|
|
sauvignon - sovinjon |
|
|
syrah - blauer syrah |
|
|
syrah - marsanne noir |
|
|
syrah - serine noir |
|
|
syrah - shiraz |
|
|
syrah - sirac |
|
|
szürkebarát - auvergans gris |
|
|
szürkebarát - grauburgunder |
|
|
szürkebarát - graumönch |
|
|
szürkebarát - pinot grigio |
|
|
szürkebarát - pinot gris |
|
|
szürkebarát - ruländer |
|
|
sárfehér |
|
|
sárga muskotály - moscato bianco |
|
|
sárga muskotály - muscat blanc |
|
|
sárga muskotály - muscat bélüj |
|
|
sárga muskotály - muscat de frontignan |
|
|
sárga muskotály - muscat de lunel |
|
|
sárga muskotály - muscat lunel |
|
|
sárga muskotály - muscat sylvaner |
|
|
sárga muskotály - muscat zlty |
|
|
sárga muskotály - muskat weisser |
|
|
sárga muskotály - weiler |
|
|
sárga muskotály - weisser |
|
|
tramini - gewürtztraminer |
|
|
tramini - roter traminer |
|
|
tramini - savagnin rose |
|
|
tramini - tramin cervené |
|
|
tramini - traminer |
|
|
tramini - traminer rosso |
|
|
viognier |
|
|
zefír |
|
|
zengő |
|
|
zenit |
|
|
zweigelt - blauer zweigeltrebe |
|
|
zweigelt - rotburger |
|
|
zweigelt - zweigeltrebe |
|
|
zöld szilváni - grüner sylvaner |
|
|
zöld szilváni - silvanec zeleni |
|
|
zöld szilváni - sylvánske zelené |
|
|
zöld veltelíni - grüner muskateller |
|
|
zöld veltelíni - grüner veltliner |
|
|
zöld veltelíni - veltlinské zelené |
|
|
zöld veltelíni - zöldveltelíni |
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
8.1. Wijn, mousserende wijn, mousserende kwaliteitswijn - Natuurlijke factoren
Het afgebakende gebied voor de productie van Etyek-Buda-wijnen ligt in het noordoostelijke gedeelte van het Transdanubisch Middelgebergte en strekt zich uit van het zuidelijke gedeelte van het Gerecsegebergte tot het Velencegebergte en het Budagebergte, waar de druiven op de hellingen en de plateaus worden geteeld. Het productiegebied bevindt zich in het noordelijk gedeelte van het wijnbouwgebied, op 47° noorderbreedte.
Het voornaamste bodemtype van Etyuk-Buda is bruine bosbodem met een hoog kalkgehalte, die meestal op een basis van kalksteen is ontstaan.
Door de noordelijke ligging en het heuvelachtige karakter is het klimaat van Etyek-Buda koeler dan het Hongaarse gemiddelde. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt immers 9,5 - 10,5 °C. De gemiddelde hoeveelheid neerslag per jaar bedraagt 650 mm, het grootste gedeelte daarvan valt tijdens de vegetatieperiode.
Een belangrijk gemeenschappelijk kenmerk van het klimaat van Etyek-Buda is de constante wind in de hele wijnstreek. De noordwestenwind is overheersend en brengt steeds koele luchtmassa’s naar de wijnstreek.
8.2. Wijn - Menselijke factoren (1)
De historische ontwikkelingen in de streek en de etnische groepen met hun verschillende talen die zich hier kwamen vestigen, hebben een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de huidige traditionele wijnbouw- en wijnbereidingstechnieken in Etyek-Buda, waar al sinds de tijd van de Árpád-dynastie een wijnbouw-en wijnbereidingscultuur bestaat. Elke bevolkingsgroep bracht haar eigen wijnbouwcultuur mee en verrijkte de veelzijdigheid van Etyek-Buda. Die veelzijdigheid komt het best tot uiting in het grote aantal hier geteelde rassen, die in de loop der eeuwen in de streek ingeburgerd zijn geraakt. Het gebruik van een groot aantal soorten kan worden verklaard doordat de lokale producenten ter compensatie van de verschillen in oogstjaren steeds de kwalitatieve grondstoffen konden produceren die zij nodig hadden voor de productie van kwaliteitswijnen.
De Hongaren ten tijde van de Landinname hebben een doorslaggevende rol gespeeld bij de ontwikkeling van de diverse rassen, door naar Etyek-Buda druivenrassen mee te brengen die lokale producenten vervolgens in de loop der eeuwen hebben geselecteerd. In de wijnstreek worden tot op vandaag talrijke nakomelingen van deze rassen geteeld, waarbij juhfark een voorname plaats inneemt.
8.3. Wijn - Menselijke factoren (2)
Toen na de Turkse bezetting zich in de streek Duitstaligen vestigden, introduceerden zij er de teelt van het blauwe druivenras portugieser onder de naam kékoportó, en daarmee de techniek van het macereren voor de bereiding van rode wijn.
Na de Phylloxera-plaag brachten de lokale wijnbouwers westerse rassen in cultuur die zich goed konden aanpassen aan de plaatselijke ecologische omstandigheden. In de wijnen die met deze rassen werden bereid zijn de unieke kenmerken van het productiegebied Etyek-Buda herkenbaar. Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werden zo de rassen olaszrizling [Italiaanse riesling], szürkebarát [pinot gris] en het momenteel in de wijnstreek overheersende ras chardonnay ingevoerd.
In de 20e eeuw hebben de hier gevestigde wijnbouwers zich geleidelijk gericht op de teelt van aromatische rassen (bv. sauvignon, ottonel muskotály). Daaronder zijn verschillende nieuwe veredelde rassen, geselecteerd voor de lokale ecologische omstandigheden, in cultuur gebracht (bv. irsai olivér, zenit).
Met de opmars van de aromatische rassen is ook de snelle, anaerobe technologie van wijnbereiding in de streek gaan overheersen.
8.4. Wijn - Beschrijving van de wijnen
De wijnen van Etyek-Buda hebben hun rijkheid qua geur en aroma gemeen. Zowel in de smaak als in het aroma is de sterke fruitigheid kenmerkend, waarvan de complexiteit wordt aangevuld door de typische mineraliteit van de Etyek-Buda-wijnen. Ondanks het hoge zuurgehalte zijn de zuren rijp en fris. Dit garandeert de frisheid van de Etyek-Buda-wijnen.
8.5. Wijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (1)
Doordat Etyek-Buda in een berggebied gelegen is, wordt het koele klimaat nog versterkt door de noordwestelijke luchtstromen die in de wijnstreek voor permanente luchtcirculatie zorgen. Dankzij die frisse bries blijven de zuren van de druiven scherp in de zomerse hitte. Door de constante luchtstromen en door de in de loop der eeuwen ontwikkelde lage snoei- en leidmethoden waait de wind makkelijk door de bladeren. De omstandigheden zijn dus ongunstig voor de ontwikkeling van schimmelinfecties op de druivelaars en de druiven kunnen gezond en zonder beschadigingen worden geoogst. In de voor de herfst kenmerkende koele ochtenden koelen de druiven af, waardoor ze op een lagere temperatuur kunnen worden verwerkt.
Deze natuurlijke factoren dragen bij aan de fruitigheid en de frisse zuurstructuur van Etyek-Buda-wijnen, want bij druiven die op een lage temperatuur worden geoogst, verlopen de oxidatieprocessen tijdens het vervoer en de verwerking langzamer.
8.6. Wijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (2)
Deze natuurlijke invloeden worden nog versterkt door eeuwenoude wijnbouwpraktijken in de wijnstreek, volgens welke de druiven na de oogst zo snel mogelijk moeten worden verwerkt. Deze benadering maakt deel uit van de ervaring en de vakkennis van de lokale wijnbouwers, waardoor de kwaliteit van de Etyek-Buda-wijnen wordt gegarandeerd.
Doordat de bruine bosbodems het water goed kunnen vasthouden, worden de wijnstokken ook in de zomerse hitte van voldoende water voorzien. Op de flanken van de bergen en de heuvels valt het zonlicht onder een grotere hoek in op de oppervlakte en dus ook op de wijnstokken. Samen waarborgen deze twee natuurlijk factoren de constante en evenwichtige ontwikkeling van de wijnstokken. Dankzij het typische hoge gebladerte zijn er doorgaans geen factoren die de fotosynthese belemmeren. Daardoor kunnen de druiven vroeger en met een hoger suikergehalte worden geoogst.
8.7. Mousserende wijn en mousserende kwaliteitswijn - Menselijke factoren (1)
De ontwikkeling van de productie van mousserende wijn in Etyek-Buda, waar al sinds de tijd van de Árpád-dynastie een wijnbouw- en wijnbereidingscultuur bestaat, dateert van het einde van de 19e eeuw. De productie van mousserende wijn in Etyek-Buda is nauw verbonden met de naam van de producent van mousserende wijn József Törley, die in 1882 op de terreinen die hij in de tweede helft van de 19e eeuw opkocht zijn champagnefabriek in Etyek-Buda vestigde. Hij had begrepen dat hij uit de druiven van Etyek een uitstekende mousserende basiswijn kon bereiden en dat de kelders van Budafok (Promontorium) zich leenden voor de productie van mousserende wijn.
De bloeiperiode van de druiventeelt in Etyek-Buda is hieraan te danken. In het begin van de jaren 1910 werden op basis van de Etyek-Buda-wijnen al twee miljoen flessen mousserende wijn geproduceerd.
Naast József Törley speelde ook diens keldermeester Louis François, die later zijn eigen fabriek voor mousserende wijn zou oprichten in Etyek-Buda, een belangrijke rol in de ontwikkeling van de traditionele productie van mousserende wijn.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Hungarovin-wijnkelder in Budafok het productiecentrum voor mousserende wijn. De productie van mousserende wijn kende een nieuwe opleving, en naast de traditionele bereidingsmethode werden de transfertmethode en de cuve close-methode ingevoerd. De rechtsopvolger van Hungarovin, Törley Pezsgőpincészet, dat beschikt over de grootste wijnbouwgebieden in de streek, stemt zijn teelttechnieken gericht af op de kwaliteitseisen voor de productie van mousserende wijn en past nog steeds de drie productiemethoden toe om de traditionele productie van mousserende wijn voort te zetten.
8.8. Mousserende wijn - Menselijke factoren (2)
Het unieke karakter van de mousserende wijnen van Etyek-Buda ligt in de combinatie van de rassen. Een uniek en fundamenteel kenmerk van de mousserende wijnen van Etyek-Buda is de ruime keuze aan druivenrassen. De belangrijkste productiegebieden voor mousserende wijn worden gekenmerkt door het feit dat er slechts enkele druivenrassen ingeburgerd zijn, vooral die welke zich vaak aan specifieke klimatologische omstandigheden konden aanpassen. De in de wijnstreek Etyek-Buda toegestane witte druivenrassen zijn echter allemaal geschikt voor de productie van witte mousserende wijn. Toch spelen de rassen chardonnay, chasselas, zöld veltelíni, olaszrizling en mézesfehér, die goed zijn voor 60 % van het areaal, een leidende rol. Het gebruik van een groot aantal soorten kan worden verklaard doordat de lokale producenten ter compensatie van de verschillen in oogstjaren steeds de kwalitatieve grondstoffen konden produceren die zij nodig hadden voor de productie van basiswijnen voor kwalitatieve mousserende wijnen. Na de opsomming van de witte druivenrassen, mag ook het belang van de blauwe druivenrassen, en met name de pinot noir, niet uit het oog verloren worden. Dit is namelijk een uitstekende grondstof voor mousserende wijn, zowel voor de witte als voor de rosé.
8.9. Mousserende wijn - Beschrijving van de wijnen
De mousserende wijnen van Etyek-Buda hebben hun rijkheid qua geur en aroma en hun frisheid gemeen. Zowel in de smaak als in het aroma zijn de sterke fruitigheid en de complexiteit kenmerkend.
De zuren zijn fris en knapperig en gaan gepaard met een lichte en tegelijk sterke textuur.
8.10. Mousserende wijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (1)
De toepassing van de drie productiemethoden die voor de bereiding van mousserende wijn van Etyek-Buda worden gehanteerd, werd altijd al gewaarborgd door de ruime rassenvariëteit. Daarmee kan ook vandaag nog worden gegarandeerd dat uit de druiven mousserende wijnen van verschillende stijlen en met verschillende suikergehaltes kunnen worden geproduceerd.
Daarnaast is er nog de zeer kalkhoudende bodem, die er samen met het klimaat toe bijdraagt dat de basiswijnen voor de mousserende wijnen een hoog zuurgehalte hebben, en dus optimaal geschikt zijn voor de bereiding van mousserende wijn. De jaarlijkse hoeveelheid neerslag volstaat om de druiven snel genoeg te laten rijpen, maar is niet zo groot dat er op de druiven schimmelinfecties ontstaan.
De nagenoeg constante wind op de glooiende hellingen helpt zelfs natte druiven te drogen en zorgt ervoor dat sproeimiddelen efficiënt kunnen worden toegepast. In de voor de herfst kenmerkende koele ochtenden koelen de druiven af, waardoor ze op een lagere temperatuur kunnen worden verwerkt.
Deze natuurlijke factoren dragen bij aan de fruitigheid en de frisse zuurstructuur van mousserende wijnen van Etyek-Buda, want bij druiven die op een lage temperatuur worden geoogst, verlopen de oxidatieprocessen tijdens het vervoer en de verwerking langzamer.
8.11. Mousserende wijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (2)
Door al deze invloeden kunnen in de herfst nog vóór de ongunstige weersomstandigheden intreden gezonde trossen worden geoogst, en de wijn die uit deze druiven wordt geproduceerd, voldoet aan de organoleptische vereisten voor basiswijnen voor de productie van mousserende wijn.
Deze wijnen zijn licht van kleur en door de vele gebruikte soorten steeds fris, geurig en licht aromatisch van geur. Qua smaak zijn ze dankzij de kalkhoudende bodem rijk aan zuren, en hebben ze een lage pH, de zuren zijn fris en knapperig en gaan gepaard met een lichte en tegelijk sterke textuur. De mousserende wijnen die worden bereid uit basiswijnen van Etyek-Buda worden gekenmerkt door complexe geuren en smaken, die voortvloeien uit de rijke soortenvariëteit, soepele zuren en steeds een fruitige smaak.
8.12. Mousserende kwaliteitswijn - Menselijke factoren (2)
Het systeem van in de rotsen uitgehouwen kelders biedt ideale omstandigheden voor de langdurige rijping die bij de productie van mousserende kwaliteitswijn vereist is.
Het unieke karakter van de mousserende kwaliteitswijnen van Etyek-Buda ligt in de combinatie van de rassen. Een uniek en fundamenteel kenmerk van de mousserende kwaliteitswijnen van Etyek-Buda is de ruime keuze aan druivenrassen. De belangrijkste productiegebieden voor mousserende wijn worden gekenmerkt door het feit dat er slechts enkele druivenrassen ingeburgerd zijn, vooral die welke zich vaak aan specifieke klimatologische omstandigheden konden aanpassen. De in de wijnstreek Etyek-Buda toegestane witte druivenrassen zijn echter allemaal geschikt voor de productie van witte mousserende wijn. Toch spelen de rassen chardonnay, chasselas, zöld veltelíni, olaszrizling en mézesfehér, die goed zijn voor 60 % van het areaal, een leidende rol. Het gebruik van een groot aantal soorten kan worden verklaard doordat de lokale producenten ter compensatie van de verschillen in oogstjaren steeds de kwalitatieve grondstoffen konden produceren die zij nodig hadden voor de productie van basiswijnen voor kwalitatieve mousserende wijnen. Na de opsomming van de witte druivenrassen, mag ook het belang van de blauwe druivenrassen, en met name de pinot noir, niet uit het oog verloren worden. Dit is namelijk een uitstekende grondstof voor mousserende wijn, zowel voor de witte als voor de rosé.
8.13. Mousserende kwaliteitswijn - Beschrijving van de wijnen
Typerend voor de mousserende kwaliteitswijn van Etyek-Buda is de matige intensiteit en de elegante fruitigheid van de geuren, terwijl de smaak niet alleen wordt gekenmerkt door het zuurgehalte, dat de ruggengraat vormt, maar ook door de stevigheid en het rijpingspotentieel. De zuren zijn fris en knapperig en gaan gepaard met een lichte en tegelijk sterke textuur.
8.14. Mousserende kwaliteitswijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (1)
Na vele tientallen jaren zijn de producenten van Etyek-Buda tot de conclusie genomen dat voor een goede veroudering van een mousserende kwaliteitswijn gezonde trossen nodig zijn, zonder fouten of beschadigingen, en met de kenmerken van internationaal beproefde rassen. De kwaliteit van de witte mousserende kwaliteitswijn van Etyek-Buda wordt niet alleen aanzienlijk beïnvloed door de eigenschappen van het productiegebied, maar ook door de rijpingstijd.
De reeds lang ingeburgerde chardonnay of de pinot noir zijn voorbeelden van dergelijke internationale rassen, maar in de wijnstreek Etyek-Buda komen ook olaszrizling en de internationaal befaamde rajnai rizling [Rijnriesling] voor. Naast de complexe omgevingsfactoren die hierboven werden uiteengezet is een van de kenmerken van de mousserende kwaliteitswijn van de wijnstreek Etyek-Buda dat in de rassenselectie verschillende rassen voorkomen waaruit een wijn met een kenmerkend hoog zuurgehalte kan worden bereid, wat met het oog op de bereiding van mousserende wijn uitstekend is. Deze rassen behouden zelfs bij een vroegtijdige oogst het karakter van het druivenras, zonder dat de voor groene, onrijpe druiven kenmerkende geur en smaaktoetsen optreden. Bovendien kan hierdoor vaak een mousserende kwaliteitswijn worden geproduceerd die voldoet aan de eisen van de consument qua kwaliteit en stijl, ook in geval van slechte oogstjaren.
8.15. Mousserende kwaliteitswijn - Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product (2)
Het kalkhoudende grondgesteente in de bodem van Etyek-Buda is vermengd met löss en leem, en hoewel de witte mousserende kwaliteitswijn daardoor een hoog zuurgehalte heeft, zijn de zuren niet scherp, maar goed geïntegreerd in de textuur van de mousserende kwaliteitswijn.
Dankzij de lage temperaturen en de vochtige lucht van de in de kalksteen van Etyek-Buda uitgehouwen rijpingkelders krijgen de mousserende kwaliteitswijnen tijdens de rijping niet alleen hun kenmerkende koekjesgeur en romige aroma’s, maar bewaren zij ook het karakter van het druivenras, zelfs in een rijper stadium. En hoewel hun aroma al tekenen van rijpheid vertoont, hebben ze tegelijk de kenmerkende aroma’s van wit fruit.
Voor de mousserende kwaliteitsroséwijn van Etyek-Buda spelen niet alleen de bovengenoemde klimatologische, bodemkundige en neerslagomstandigheden een belangrijke rol, maar ook het feit dat al bij een zeer vroege oogst van de druiven een grondstof met een hoog zuurgehalte en een rijp tanninegehalte verzekerd is.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Regels inzake aanduiding
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
|
a) |
De vermelding “oltalom alatt álló eredetmegjelölés” [beschermde oorsprongsbenaming] en alle adjectiefvormen daarvan in het Hongaars mogen op het etiket worden aangebracht; |
|
b) |
De vermelding “oltalom alatt álló eredetmegjelölés” [beschermde oorsprongsbenaming] mag worden vervangen door de vermelding “védett eredetű bor” [wijn van beschermde oorsprong]; |
|
c) |
Van de beschermde oorsprongsbenaming “Etyek-Buda” en van de benaming van alle in punt VIII/2 omschreven kleinere geografische entiteiten mogen de adjectiefvormen worden gebruikt; |
|
d) |
In plaats van de term “rozé” mag de term “rosé” worden gebruikt. |
|
e) |
“Küvé” of “cuvée” mag worden gebruikt voor een assemblage uit verschillende druivenrassen waarbij de druivenrassen uit de assemblage worden vermeld, in dalende volgorde van hun respectieve aandeel in de assemblage voor zover het aandeel van die druiven 5 % bedraagt. |
|
f) |
In plaats van de traditionele aanduiding “siller” mag de term “kástélyos” worden gebruikt. |
|
g) |
De vermelding “Etyek-Budai borvidék” [wijnstreek Etyek-Buda] mag op alle wijnbouwproducten van Etyek-Buda worden gebruikt; |
Traditionele aanduidingen, andere aan beperkingen onderworpen aanduidingen, of aanduidingen die naar de productiemethode verwijzen of andere gereglementeerde aanduidingen die mogen worden vermeld
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
WIJN
|
— |
“barrique”, “barriqueban erjesztett” of “hordóban erjesztett” [in barrique of vat gefermenteerd], “barrique-ban érlelt” of “…hordóban érlelt” [in barrique of vat gerijpt]: wit, rood |
|
— |
első szüret [eerste oogst], of virgin vintage: wit, rosé, rood |
|
— |
újbor [nieuwe wijn] of primőr [primeur]: wit, rosé, rood |
|
— |
szűretlen [ongefilterd]: wit, rosé, rood |
|
— |
töppedt szőlőből készült bor [wijn van ingedroogde druiven]: wit, rood |
|
— |
muzeális bor [museumwijn]: wit, rood |
|
— |
késői szüretelésű bor [wijn van late oogst]: wit, rood |
|
— |
válogatott szüretelésű bor [wijn van geselecteerde oogst]: wit, rood |
|
— |
siller: rood |
|
— |
jégbor [ijswijn]: wit, rood |
|
— |
muskotály [muskaat]: wit |
|
— |
cuvée of küvé: wit, rosé, rood |
|
— |
vermelding van district, gemeente en wijngaard: wit, rosé, rood, friss |
MOUSSERENDE WIJN:
|
— |
muskotály [muskaat]: wit |
|
— |
palackban erjesztett [op de fles gefermenteerd]: wit, rosé |
|
— |
termelői pezsgő [Mousserende kwaliteitswijn van de druiventeler]: wit, rosé |
|
— |
küvé of cuvée: wit, rosé |
MOUSSERENDE KWALITEITSWIJN:
|
— |
“blanc de blanc”: wit |
|
— |
“blanc de noir”: wit |
|
— |
nyerspezsgő [brut mousserende wijn]: wit, rosé |
|
— |
muskotály [muskaat]: wit |
|
— |
crémant: wit, rosé |
|
— |
palackban erjesztett [op de fles gefermenteerd]: wit, rosé |
|
— |
termelői pezsgő [Mousserende kwaliteitswijn van de druiventeler]: wit, rosé |
|
— |
hagyományos módszerrel palackban erjesztett [op traditionele wijze op de fles gefermenteerd], hagyományos módszer (méthode traditionelle) [traditionele methode], klasszikus módszer (méthode classique) [klassieke methode], klasszikus hagyományos módszer [klassieke traditionele methode]: wit, rosé |
|
— |
küvé of cuvée: wit, rosé |
Kleinere geografische entiteiten dan het afgebakende productiegebied die samen met de oorsprongsbenaming “Etyek-Buda” mogen worden vermeld
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Districten:
|
— |
district “Buda”: |
|
— |
in het comitaat Pest de gemeenten Budajenő, Budakeszi, Páty, Perbál, Pilisborosjenő, Üröm, Telki, Tök, alsmede |
|
— |
in het comitaat Fejér de gemeenten Bicske en Csabdi |
|
— |
district “Etyek”: |
|
— |
Boedapest (22e arrondissement - Budafok, alsmede |
|
— |
de gemeenten Alcsútdoboz, Etyek, Felcsút, Gyúró, Kajászó, Martonvásár, Tabajd, Tordas en Vál in het comitaat Fejér |
|
— |
district “Velencei” [van Velence] of “Velencei-tavi” [van het Velencemeer]: |
|
— |
de gemeenten Aba, Gárdony, Kápolnásnyék, Nadap, Pákozd, Pázmánd, Seregélyes, Sukoró en Velence in het comitaat Fejér; |
Gemeenten:
|
— |
Boedapest (22e arrondissement – Budafok) |
|
— |
gemeenten in het comitaat Pest: Biatorbágy, Budajenő, Budakeszi, Perbál, Pilisborosjenő, Telki, Tök, Üröm, |
|
— |
gemeenten in het comitaat Fejér: Aba, Alcsútdoboz, Bicske, Csabdi, Felcsút, Gárdony, Gyúró, Kajászó, Kápolnásnyék, Martonvásár, Nadap, Pákozd, Pázmánd, Seregélyes, Sukoró, Tabajd, Tordas, Vál. |
Wijngaarden
|
— |
Alcsútdoboz: Göböljárás, Kis-Látó-hegy, Nagy-Látó hegy |
|
— |
Biatorbágy: Nyakas-kő, Öreg-hegy, Ürge-hegy |
|
— |
Bicske: Galagonyás, Málé-hegy, Táborállás |
|
— |
Budajenő: Körte-völgy, Öreg templom-völgy |
|
— |
Budakeszi: Ochsenzungen |
|
— |
Etyek: Anna-hegy, Árok-dűlő, Báthori-dűlő, Diófa-árok, Herceg-földek, István-hegy, Káptalan-földek, Kőkaloda-dűlő, Köpeny-dűlő, Orbán, Öreg-hegy, Páskom, Pince-dűlő, Sánc, Sándor-dűlő, Sóskúti úti dűlő, Szári-dűlő, Szép-völgy, Tóra dűlő, Új-hegy, Úri-dűlő, Váli úti dűlő, Vérti-határ-dűlő, Vérti úti dűlő, Vérti-szőlők, Zámori úti dűlő, Zsámbéki úti dűlő |
|
— |
Gárdony: Agárdi, Bika-völgy, Csirib aldűlő |
|
— |
Kajászó: Paskum, Üreg-telek |
|
— |
Kápolnásnyék: Csekés |
|
— |
Nadap: Csúcsos-hegy |
|
— |
Páty: Hegyi-dűlő, Lövöldöző, Mézes-hegy, Nagy-hegy, Zsámbéki úti dűlő |
|
— |
Pázmánd: Bágyom, Gyula tanya, János tanya, Zsidókő-hegy |
|
— |
Seregélyes: Elzamajori-szőlő |
|
— |
Sukoró: Tádé |
|
— |
Tabajd: Badacsony, Becse, Felső-hegy, Mandula, Öreg-hegy |
|
— |
Telki: Öreg-hegy |
|
— |
Tök: Elletések, Felső-somos, Hosszú-dűlő, Körtvélyes, Páskom, Somos, Szajkós-kertek, Temetői-dűlő, Völgyút-dűlő |
|
— |
Vál: Baranya-hegy, Cukor-hegy, Epres-dűlő, Hosszú-dűlő, Öreg-hegy, Szabad-hegy, Új-hegy |
Regels inzake aanbiedingsvorm
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Verpakking in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Friss-wijnen van Etyek-Buda, Etyek-Buda-wijnen die met de naam van de wijngaard worden aangeduid en wijnen met vermelding van de aanduiding “válogatott szüretelésű bor” [wijn van geselecteerde oogst], “jégbor” [ijswijn], “késői szüretelésű bor” [wijn van late oogst], “töppedt szőlőből készült bor” [wijn van ingedroogde druiven] mogen enkel in glazen flessen in de handel worden gebracht. Wijnen die door de producent zelf zijn geproduceerd en op de plaats van productie door de producent in zijn eigen wijnkelder worden verkocht voor consumptie ter plaatse vormen hierop een uitzondering.
Productie buiten het afgebakende productiegebied
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Behalve in de in hoofdstuk IV bepaalde gemeenten mogen wijnbouwproducten met de beschermde oorsprongsbenaming Etyek-Buda om historische redenen ook worden geproduceerd in de volgende aangrenzende administratieve gebieden:
|
— |
Alle arrondissementen van Boedapest, |
|
— |
Adony, Baracska, Besnyő, Ercsi, Iváncsa, Kulcs, Mány, Óbarok, Pusztaszabolcs, Rácalmás, Ráckeresztúr, Szár, Székesfehérvár, Újbarok, Vereb in het comitaat Fejér, |
|
— |
Budakalász, Budaörs, Diósd, Érd, Sóskút, Tárnok, Tinnye, Zsámbék in he comitaat Pest |
|
— |
Zomba-Szentgál in het comitaat Tolna |
Link naar het productdossier
https://boraszat.kormany.hu/admin/download/9/1f/b2000/Etyek-Buda%20OEM_termekleiras_standard.pdf
|
24.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/57 |
Kennisgeving aan MOHAMMAD ALI AL HABBO, die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3, en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida, overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1016 van de Commissie
(2021/C 245/22)
1.
Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad (1) roept de Unie op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de organisaties ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267(1999) en Resolutie 1333(2000) van de VN-Veiligheidsraad, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267(1999) van de VN-Veiligheidsraad.De lijst die is opgesteld door het VN-Comité omvat:
|
— |
ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida; |
|
— |
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida, en tevens |
|
— |
rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen. |
Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit “verbonden is met” ISIS (Da’esh) en Al Qa’ida, zijn:
|
a) |
deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve van of ter ondersteuning van ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan; |
|
b) |
leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties; |
|
c) |
aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties, of |
|
d) |
op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties. |
2.
Op 17 juni 2021 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten MOHAMMAD ALI AL HABBO toe te voegen aan de ISIS (Da’esh)- en Al-Qa’ida-lijst van het Sanctiecomité.MOHAMMAD ALI AL HABBO kan te allen tijde een verzoek richten aan de ombudspersoon van de Verenigde Naties, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop hij op de bovengenoemde VN-lijst is geplaatst. Dit verzoek moet aan het volgende adres worden gericht:
|
United Nations — Office of the Ombudsperson |
|
Room DC2-2206 |
|
New York, NY 10017 |
|
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA |
Tel. +1 212 963 2671
Fax. +1 212 963 1300/3778
E-mail: ombudsperson@un.org
Voor meer informatie zie:
https://www.un.org/securitycouncil/sanctions/1267/aq_sanctions_list/procedures-for-delisting
3.
Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de Verenigde Naties heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1016 vastgesteld (2) tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da’esh) en Al-Qa’ida (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, wordt MOHAMMAD ALI AL HABBO toegevoegd aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna “bijlage I” genoemd).De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten:
|
1) |
de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in het bezit zijn van deze personen en entiteiten, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis), en tevens |
|
2) |
het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3). |
4.
Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 voorziet in een toetsing wanneer opmerkingen zijn ingediend over de gronden voor opname op de lijst door wie op de lijst is geplaatst. De personen en entiteiten die bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1016 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:|
Europese Commissie |
|
“Beperkende maatregelen” |
|
Wetstraat 200 |
|
B-1049 Brussel |
|
BELGIË |
5.
De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1016 beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
6.
Voor de goede orde worden de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.
(1) PB L 255 van 21.9.2016, blz. 25.