ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 149

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

64e jaargang
27 april 2021


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2021/C 149/01

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de zomertijd — Tijdschema voor de zomertijd

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2021/C 149/02

Wisselkoersen van de euro — 26 april 2021

2

 

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2021/C 149/03

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een wet inzake digitale diensten (De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

3


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2021/C 149/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10233 — Clearlake/TA Associates/Charlesbank/Ivanti) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

8

2021/C 149/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10170 — Shell/NXK) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

10

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2021/C 149/06

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

11


 

Rectificaties

 

Rectificatie van de mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor de toepassing van Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht ( PB C 100 van 23.3.2021 )

14


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de zomertijd

Tijdschema voor de zomertijd

(2021/C 149/01)

Voor de jaren 2022 tot en met 2026 worden het begin en het einde van de zomertijd vastgesteld op respectievelijk de volgende data om 01.00 uur UTC - gecoördineerde universele tijd:

in 2022: zondag 27 maart en 30 oktober,

in 2023: zondag 26 maart en 29 oktober,

in 2024: zondag 31 maart en 27 oktober,

in 2025: zondag 30 maart en 26 oktober,

in 2026: zondag 29 maart en 25 oktober.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/2


Wisselkoersen van de euro (1)

26 april 2021

(2021/C 149/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2085

JPY

Japanse yen

130,54

DKK

Deense kroon

7,4362

GBP

Pond sterling

0,86975

SEK

Zweedse kroon

10,1308

CHF

Zwitserse frank

1,1067

ISK

IJslandse kroon

151,00

NOK

Noorse kroon

10,0358

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,807

HUF

Hongaarse forint

363,30

PLN

Poolse zloty

4,5571

RON

Roemeense leu

4,9233

TRY

Turkse lira

10,0428

AUD

Australische dollar

1,5518

CAD

Canadese dollar

1,5030

HKD

Hongkongse dollar

9,3777

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6727

SGD

Singaporese dollar

1,6027

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 343,56

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

17,2441

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8379

HRK

Kroatische kuna

7,5652

IDR

Indonesische roepia

17 502,08

MYR

Maleisische ringgit

4,9524

PHP

Filipijnse peso

58,433

RUB

Russische roebel

90,5838

THB

Thaise baht

37,995

BRL

Braziliaanse real

6,5895

MXN

Mexicaanse peso

23,9814

INR

Indiase roepie

90,3780


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/3


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een wet inzake digitale diensten

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

(2021/C 149/03)

Op 15 december 2020 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG vastgesteld.

De EDPS steunt het streven van de Commissie om een transparante en veilige onlineomgeving te bevorderen door de verantwoordelijkheden en de verantwoordingsplicht voor tussenhandelsdiensten te omschrijven, en met name voor onlineplatforms zoals sociale media en marktplaatsen.

De EDPS is ingenomen met het feit dat het voorstel bedoeld is om de bestaande bescherming op grond van Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG aan te vullen en niet te vervangen. Dat neemt niet weg dat het voorstel duidelijk van invloed zal zijn op de verwerking van persoonsgegevens. De EDPS acht het noodzakelijk om te zorgen voor complementariteit in het toezicht en de controle op onlineplatforms en andere aanbieders van hostingdiensten.

Bepaalde activiteiten in verband met onlineplatforms brengen niet alleen voor de rechten van personen, maar voor de samenleving als geheel toenemende risico’s met zich mee. Hoewel het voorstel een aantal risicobeperkende maatregelen bevat, is het gerechtvaardigd om aanvullende waarborgen te treffen, voornamelijk op het gebied van inhoudsmoderatie, onlinereclame en aanbevelingssystemen.

Inhoudsmoderatie moet in overeenstemming met de beginselen van de rechtsstaat worden gedaan. Aangezien er voornamelijk op onlineplatforms al endemisch toezicht wordt gehouden op het gedrag van personen, moet in de wet inzake digitale diensten worden afgebakend wanneer het gebruik van geautomatiseerde middelen voor het opsporen, identificeren en aanpakken van illegale inhoud gerechtvaardigd is voor de bestrijding ervan. Het inzetten van profilering voor inhoudsmoderatie moet worden verboden, tenzij de aanbieder kan aantonen dat dergelijke maatregelen strikt noodzakelijk zijn om de systemische risico’s die in de wet inzake digitale diensten uitdrukkelijk zijn geïdentificeerd aan te pakken.

Gezien de uiteenlopende risico’s van gerichte onlinereclame, verzoekt de EDPS de medewetgevers dringend om aanvullende regels te overwegen die verder gaan dan transparantie alleen. Voorbeelden hiervan zijn een uitfasering die leidt tot een verbod op gerichte reclame op basis van het op grote schaal volgen van personen en beperkingen in verband met de categorieën gegevens die kunnen worden verwerkt om personen gericht te benaderen en de categorieën gegevens die aan adverteerders of derden openbaar mogen worden gemaakt om gerichte reclame mogelijk te maken of te vergemakkelijken.

In overeenstemming met de vereisten van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen, mogen aanbevelingssystemen door ontwerp niet zijn gebaseerd op profilering. Gezien de aanzienlijke invloed hiervan, beveelt de EDPS eveneens aanvullende maatregelen aan om de transparantie en gebruikerscontrole in verband met aanbevelingssystemen nader te bevorderen.

In algemenere zin beveelt de EDPS aan om voor zeer grote onlineplatforms minimumeisen inzake interoperabiliteit in te voeren en de ontwikkeling van technische normen op Europees niveau te bevorderen in overeenstemming met de geldende wetgeving van de Unie inzake Europese normalisatie.

Met het oog op de ervaring en de ontwikkelingen in verband met het Digital Clearinghouse beveelt de EDPS met klem aan om een uitdrukkelijke en uitgebreide rechtsgrondslag te bieden voor de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen toezichthoudende autoriteiten, die allemaal binnen hun respectieve bevoegdheidsgebied optreden. Met de wet inzake digitale diensten moet de geïnstitutionaliseerde en gestructureerde samenwerking tussen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten, met inbegrip van gegevensbeschermingsautoriteiten, instanties voor consumentenbescherming en mededingingsautoriteiten, worden gewaarborgd.

1.   INLEIDING EN ACHTERGROND

1.

Op 15 december 2020 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG vastgesteld (1).

2.

Het voorstel volgt op de mededeling De digitale toekomst van Europa vormgeven, waarin de Commissie bevestigde dat zij voornemens was om nieuwe en herziene regels te ontwikkelen om de interne markt voor digitale diensten te verdiepen door de verantwoordelijkheden van onlineplatforms en aanbieders van informatiediensten te vergroten en te harmoniseren en het toezicht op het inhoudsbeleid van platforms in de EU te versterken (2).

3.

Volgens de toelichting hebben nieuwe en innovatieve digitale diensten een grote bijdrage geleverd aan de maatschappelijke en economische veranderingen in de Unie en de rest van de wereld. Tegelijkertijd is het gebruik van die diensten ook de bron van nieuwe risico’s en uitdagingen geworden, zowel voor de samenleving als geheel als voor de afzonderlijke personen die van deze diensten gebruikmaken (3).

4.

Met dit voorstel wordt beoogd de beste voorwaarden te scheppen voor de verlening van innovatieve digitale diensten op de interne markt, bij te dragen tot de onlineveiligheid en de bescherming van de grondrechten, en een robuuste en duurzamegovernancestructuur op te zetten voor een doeltreffend toezicht op aanbieders van tussenhandelsdiensten (4). Hiervoor:

bevat het voorstel bepalingen over de aansprakelijkheidsvrijstelling van aanbieders van tussenhandelsdiensten (hoofdstuk II);

worden in het voorstel de “zorgvuldigheidsverplichtingen” die zijn aangepast aan het type en de aard van de betrokken tussenhandelsdienst uiteengezet (hoofdstuk III); en

bevat het voorstel bepalingen betreffende de uitvoering en handhaving van de voorgestelde verordening (hoofdstuk IV).

5.

De EDPS is op 27 november 2020 informeel geraadpleegd over het ontwerpvoorstel voor een wet inzake digitale diensten. De EDPS is verheugd over het feit dat hij zo vroeg in de procedure is geraadpleegd.

6.

De Commissie heeft naast het voorstel voor een wet inzake digitale diensten ook een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector (wet inzake digitale markten) (5) vastgesteld. In overeenstemming met artikel 42, lid 1, van Verordening 2018/1725 is de EDPS ook geraadpleegd over het voorstel voor een wet inzake digitale markten, waarvoor een afzonderlijk advies wordt uitgebracht.

3.   CONCLUSIES

93.

In het licht van het voorgaande formuleert de EDPS de volgende aanbevelingen.

Met betrekking tot de verhouding tot Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG:

om de formulering van artikel 1, lid 5, onder i), van het voorstel af te stemmen op de huidige formulering van artikel 1, lid 5, onder b), van Richtlijn 2000/31/EG; en

om te verduidelijken dat het voorstel niet van toepassing is op kwesties aangaande de aansprakelijkheid van verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers.

Met betrekking tot inhoudsmoderatie en kennisgeving van vermoedens van strafbare feiten:

om te verduidelijken dat niet alle vormen van inhoudsmoderatie aan een specifieke betrokkene hoeven te worden gekoppeld en dat inhoudsmoderatie voor zover mogelijk niet gepaard moet gaan met de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met de vereisten van gegevensminimalisering en gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen;

om te waarborgen dat inhoudsmoderatie wordt gedaan in overeenstemming met de beginselen van de rechtsstaat, door af te bakenen wanneer het gebruik van geautomatiseerde middelen en de verwerking van persoonsgegevens voor het opsporen, identificeren en aanpakken van illegale inhoud gerechtvaardigd is voor de bestrijding ervan;

om te specificeren dat het inzetten van profilering voor inhoudsmoderatie moet worden verboden, tenzij de aanbieder kan aantonen dat dergelijke maatregelen strikt noodzakelijk zijn om de systemische risico’s die in het voorstel uitdrukkelijk zijn geïdentificeerd, aan te pakken;

om te verduidelijken of en in hoeverre aanbieders van tussenhandelsdiensten bevoegd zijn rechtshandhavings- of gerechtelijke autoriteiten in kennis te stellen van vermoedens van strafbare feiten in andere gevallen dan zoals is vastgesteld in artikel 21 van het voorstel;

om te specificeren dat elke aanbieder van hostingdiensten die gebruikmaakt van geautomatiseerde middelen voor inhoudsmoderatie ervoor moet zorgen dat dit niet tot discriminerende of ongerechtvaardigde resultaten leidt;

om de eis uit artikel 12, lid 2, van het voorstel uit te breiden naar alle vormen van inhoudsmoderatie, ongeacht of deze moderatie plaatsvindt op basis van de algemene voorwaarden van de aanbieder of op een andere basis, en om te specificeren dat de maatregelen “noodzakelijk” moeten zijn en “in verhouding moeten zijn” met de nagestreefde doelen;

om de transparantievereisten uit artikel 14, lid 6, en artikel 15, lid 2, onder c), van het voorstel te versterken door de informatie die aan de desbetreffende personen moet worden verstrekt verder te specificeren, met name in het geval van het inzetten van geautomatiseerde middelen voor die inhoudsmoderatie, zonder afbreuk te doen aan de kennisgevingsplicht en de rechten van betrokkenen op grond van Verordening (EU) 2016/679;

om artikel 15, lid 2, van het voorstel te wijzigen om ondubbelzinnig te vermelden dat er in elk geval informatie moet worden verstrekt over de geautomatiseerde middelen voor het detecteren en identificeren van illegale inhoud, ongeacht of het daaropvolgende besluit betrekking heeft op geautomatiseerde middelen;

om te eisen dat alle aanbieders van hostingdiensten, en niet alleen onlineplatforms, eenvoudig toegankelijke klachtenafhandelingssystemen aanbieden zoals is bedoeld in artikel 17 van het voorstel;

om een termijn voor het besluit van het platform over de klacht in te voegen in artikel 17 van het voorstel, evenals de vermelding dat het op te zetten klachtenafhandelingssysteem geen afbreuk doet aan de rechten en rechtsmiddelen van betrokkenen in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG;

om alle andere strafbare feiten (anders dan seksueel misbruik van kinderen) die voldoen aan de drempel uit artikel 21 van het voorstel en waarvoor een kennisgevingsplicht kan gelden aan te geven door deze in een bijlage te vermelden;

om te overwegen aanvullende maatregelen in te voeren om de transparantie en de uitoefening van de rechten van betrokkenen te waarborgen, waar dit strikt nodig is onderworpen aan nauw gedefinieerde beperkingen (bv. indien nodig om de vertrouwelijkheid van een lopend onderzoek te beschermen) in overeenstemming met de vereisten uit artikel 23, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2016/679; en

om de term “relevante informatie” uit artikel 21 van het voorstel duidelijk te definiëren, door een volledige lijst gegevenscategorieën te verstrekken die moeten worden verschaft, evenals eventuele gegevenscategorieën die moeten worden bewaard om toekomstige onderzoeken door de desbetreffende rechtshandhavingsinstanties zo nodig te ondersteunen.

Met betrekking tot onlinereclame:

om aanvullende regels te overwegen die verder gaan dan transparantie alleen, met inbegrip van een uitfasering die leidt tot een verbod op gerichte reclame op basis van het op grote schaal volgen van personen;

om beperkingen te overwegen in verband met a) de categorieën gegevens die kunnen worden verwerkt om personen gericht te benaderen, b) de categorieën gegevens of criteria op basis waarvan advertenties aan personen worden gericht of getoond en c) de categorieën gegevens die aan adverteerders of derden openbaar mogen worden gemaakt om gerichte reclame mogelijk te maken of te vergemakkelijken; en

om de verwijzing naar de natuurlijke persoon of rechtspersoon in naam van wie de reclame wordt getoond in de artikelen 24 en 30 van het voorstel verder te verduidelijken;

om een nieuw punt toe te voegen aan de vereisten uit artikel 24, waarin van de platformaanbieder wordt verlangd dat hij betrokkenen ervan in kennis stelt of de advertentie is geselecteerd met een geautomatiseerd systeem (bv. een advertentiebeurs of -platform) en, als dit het geval is, van de identiteit van de natuurlijke personen of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het systeem;

om in artikel 30, lid 2, onder d), te specificeren dat het register ook informatie moet bevatten over of een of meer bepaalde groepen afnemers van de dienst zijn uitgesloten van de doelgroep van de advertentie;

om de verwijzing naar “de belangrijkste parameters” te vervangen door “parameters” en om verdere opheldering te bieden over welke parameters er minimaal openbaar moeten worden gemaakt om “nuttige informatie” te vormen in de zin van de artikelen 24 en 30 van het voorstel; en

om in verband met de gebruikers van diensten voor onlinereclame (artikelen 24 en 30 van het voorstel) vergelijkbare eisen te overwegen als de eisen die gelden voor het waarborgen van de traceerbaarheid van handelaren (artikel 22 van het voorstel).

Met betrekking tot aanbevelingssystemen:

om te verduidelijken dat aanbevelingssystemen in overeenstemming met de vereisten van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen door ontwerp niet gebaseerd mogen zijn op “profilering” in de zin van artikel 4, lid 4, van Verordening 2016/679;

om vast te leggen dat informatie aangaande de rol en werking van aanbevelingssystemen afzonderlijk moet worden weergegeven, zodat deze gemakkelijk toegankelijk, duidelijk voor de leek en beknopt is;

om vast te leggen dat aanbevelingssystemen in overeenstemming met de vereisten van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen door ontwerp niet gebaseerd mogen zijn op “profilering” in de zin van artikel 4, lid 4, van Verordening 2016/679; en

om de volgende aanvullende vereisten op te nemen in artikel 29 van het voorstel:

om op een prominent deel van het platform op gebruikersvriendelijke wijze aan te geven dat het platform gebruikmaakt van een aanbevelingssysteem en van een controle met de beschikbare opties;

om de platformgebruiker ervan in kennis te stellen of het aanbevelingssysteem een geautomatiseerd besluitvormingssysteem is en, als dat het geval is, van de identiteit van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het besluit;

om betrokkenen in staat te stellen de profielen die worden gebruikt om de inhoud van het platform te beheren voor de afnemer van de dienst te bekijken;

om de afnemers van de dienst in staat te stellen de aanbevelingssystemen ten minste af te stemmen op natuurlijke basiscriteria (bv. tijd, interesses enz.); en

om gebruikers een eenvoudig toegankelijke optie te bieden voor het verwijderen van een profiel dat wordt gebruikt om de inhoud die zij zien, te beheren.

Met betrekking tot toegang door erkende onderzoekers:

om vast te leggen dat aanbevelingssystemen in overeenstemming met de vereisten van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen door ontwerp niet gebaseerd mogen zijn op “profilering” in de zin van artikel 4, lid 4, van Verordening 2016/679;

om artikel 26, lid 1, onder c), van het voorstel opnieuw te formuleren om te verwijzen naar een werkelijk of voorzienbaar systemisch negatief effect op de bescherming van de volksgezondheid, minderjarigen, de burgerdialoog, of werkelijke of voorzienbare effecten met betrekking tot verkiezingsprocessen en openbare veiligheid, voornamelijk in verband met het risico van opzettelijke manipulatie van hun dienst, onder meer door het niet-authentieke gebruik of de geautomatiseerde exploitatie van de dienst;

om artikel 31 ten minste zodanig uit te breiden dat het mogelijk is de doeltreffendheid en evenredigheid van de risicobeperkende maatregelen te controleren; en

om manieren te overwegen om onderzoek in het openbaar belang op algemenere wijze te vergemakkelijken, onder andere buiten het kader van het toezicht op de naleving van het voorstel.

Met betrekking tot platforminteroperabiliteit:

om te overwegen voor zeer grote onlineplatforms minimumeisen inzake interoperabiliteit in te voeren en de ontwikkeling van technische normen op Europees niveau te bevorderen in overeenstemming met de geldende wetgeving van de Unie inzake Europese normalisatie.

Met betrekking tot uitvoering, samenwerking, sancties en handhaving:

om te zorgen voor complementariteit in het toezicht op onlineplatforms en andere aanbieders van hostingdiensten, met name door:

een uitdrukkelijke rechtsgrondslag te bieden voor samenwerking tussen de relevante autoriteiten, die allemaal binnen hun respectieve bevoegdheidsgebied optreden;

een geïnstitutionaliseerde en gestructureerde samenwerking tussen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten, met inbegrip van gegevensbeschermingsautoriteiten, te vereisen; en

expliciet te verwijzen naar de bevoegde autoriteiten die betrokken zijn bij de samenwerking en de omstandigheden te identificeren waaronder de samenwerking moet plaatsvinden;

om in de overwegingen van het voorstel te verwijzen naar bevoegde autoriteiten op het gebied van mededingingsrecht en naar het Europees Comité voor gegevensbescherming;

om te waarborgen dat de coördinatoren voor digitale diensten, de bevoegde autoriteiten en de Commissie ook bevoegd en verplicht zijn om de relevante bevoegde autoriteiten, waaronder gegevensbeschermingsautoriteiten, te raadplegen in het kader van hun onderzoeken en bij het beoordelen van de naleving van het voorstel;

om te verduidelijken dat de toezichthoudende autoriteiten die bevoegd zijn op grond van het voorstel in staat moeten zijn om op verzoek van de toezichthoudende autoriteiten die bevoegd zijn op grond van Verordening (EU) 2016/679 of op eigen initiatief informatie te verstrekken die in het kader van controles en onderzoeken is verkregen en die betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens en om hiervoor een uitdrukkelijke rechtsgrondslag op te nemen;

om te zorgen voor meer samenhang tussen de criteria uit artikel 41, lid 5, artikel 42, lid 2 en artikel 59 van het voorstel; en

om de Europese Raad voor digitale diensten in staat te stellen om op eigen initiatief standpunten uit te brengen en om de raad in staat te stellen om standpunten uit te brengen over andere kwesties dan de maatregelen die de Commissie heeft getroffen.

Brussel, 10 februari 2021.

Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI


(1)  COM (2020) 825 final.

(2)  COM(2020) 67 final, blz. 13.

(3)  COM(2020) 825 final, blz. 1.

(4)  COM(2020) 825 final, blz. 2.

(5)  COM(2020) 842 final.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/8


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10233 — Clearlake/TA Associates/Charlesbank/Ivanti)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 149/04)

1.   

Op 14 april 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Clearlake Capital Group L.P. (“Clearlake”, Verenigde Staten);

TA Associates Management, L.P. (“TA Associates”, Verenigde Staten);

Charlesbank Capital Partners, LLP (“Charlesbank”, Verenigde Staten);

Ivanti Software, Inc. (“Ivanti”, Verenigde Staten), die momenteel onder zeggenschap staat van Clearlake en TA Associates.

Clearlake, TA Associates en Charlesbank verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Ivanti. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Clearlake: private-equityonderneming met portefeuille-ondernemingen uit de sectoren software en technologiegebaseerde diensten, energie en industrie, en consumentengoederen;

TA Associates: private-equityonderneming met portefeuille-ondernemingen die actief zijn in bepaalde bedrijfssectoren, waaronder zakelijke diensten, consumentengoederen, financiële diensten, gezondheidszorg en technologieën;

Charlesbank: private-equityonderneming met portefeuille-ondernemingen die zich bezighouden met zakelijke diensten, consumentengoederen, gezondheidszorg, industrie en technologie, alsook technologie-infrastructuur;

Ivanti: levert een softwareplatform aan interne IT-afdelingen van ondernemingen, dat software en oplossingen voor gebruikersbeheer en mobiele werkplekken aanbiedt. Met het aanbod van Ivanti kan een interne IT-afdeling van een organisatie IT-problemen opsporen en daarvan een logboek bijhouden, alsook de afsluiting/oplossing ervan volgen.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10233 — Clearlake/TA Associates/Charlesbank/Ivanti

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/10


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10170 — Shell/NXK)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 149/05)

1.   

Op 19 april 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Shell Overseas Investments B.V. (“SOI”, Nederland), een dochteronderneming van Royal Dutch Shell plc (“Shell”, Verenigd Koninkrijk),

Next Kraftwerke GmbH (“NXK”, Duitsland).

Shell verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van NXK.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Shell: internationaal energie- en petrochemisch concern dat zich bezighoudt met olie- en gasexploratie, productie, vervaardiging, verhandeling en verscheping van olieproducten en chemicaliën, alsook hernieuwbare energieproducten,

NXK: aggregator en handelaar in elektriciteit, met dochterondernemingen in verschillende Europese landen. NXK is gespecialiseerd in de rechtstreekse verkoop van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10170 — Shell/NXK

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/11


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2021/C 149/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Jászsági nyári szarvasgomba”

EU-nr.: PGI-HU-02475 – 4 juli 2018

BOB ( ) BGA (X)

1.   Naam/namen [van de BOB of de BGA]

“Jászsági nyári szarvasgomba”

2.   Lidstaat of derde land

Hongarije

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6: Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De beschermde geografische aanduiding “Jászsági nyári szarvasgomba” verwijst naar de verse plaatselijke variëteit van de zomertruffel, een ondergrondse paddenstoelsoort, (Tuber aestivum Vittad.) die in het afgebakende geografische gebied wordt verzameld.

Morfologische kenmerken van “Jászsági nyári szarvasgomba”:

Het vruchtlichaam varieert in grootte: de aanbevolen minimumhandelsmaat is die van een walnoot; er is geen bovengrens. Het voor gebruik aanbevolen minimumgewicht van het vruchtlichaam is 40 g.

In de meeste gevallen heeft de truffel een min of meer regelmatige bolvorm, gewoonlijk zonder groef aan de basis van de knol.

De kleur van de buitenzijde varieert van zwartbruin tot zwart. De buitenkant is ruw en bedekt met zwarte oppervlakteschubben die vaak groot (312 mm), piramidevormig (5-7-zijdig), uitspringend, stevig en scherp zijn. De schubben zijn meestal afgeplat en lopen diagonaal. Ze zijn overlangs gegroefd en zitten stevig vast aan de gleba.

Het vruchtvlees binnenin de paddenstoel heeft een stevige consistentie en is dooraderd met witte tot geelbruine strepen. Tijdens de rijping is de kleur aanvankelijk witachtig, vervolgens gelig vuilgrijs, lichthazelnootbruin en ten slotte diepchocoladebruin. Het goed gerijpte vruchtlichaam is wat donkerder, met een geelbruine tot rode kleur.

Organoleptische kenmerken van “Jászsági nyári szarvasgomba”:

Het aroma is uniek en aangenaam. Bij het verzamelen doet het aroma aanvankelijk denken aan gekookte maïs of geroosterd en gefermenteerd gerstemout, vergezeld van een aangename geur van vers gemaaid gras. Tijdens de oogst en de opslag verandert het aroma, maar het behoudt zijn kenmerkende aangename geur van vers gemaaid gras.

De smaak zelf is intens en doet meer aan lekkere walnoot denken.

“Jászsági nyári szarvasgomba” groeit van eind mei tot eind augustus, in tegenstelling tot andere truffels, die tot eind november kunnen worden geplukt.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De paddenstoel moet in het productiegebied worden geteeld en geoogst.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het productiegebied van “Jászsági nyári szarvasgomba” omvat het administratieve gebied van de volgende gemeenten: Jászivány, Jászkisér, Jászdózsa, Jászapáti, Jászágó, Jászárokszállás, Jászjákóhalma, Jásztelek en Jászszentandrás, alsook de gemeenten Besenyszög en Újszász, die grenzen aan de Jászság-regio, hoewel ze geen aaneengesloten productiegebied vormen, aangezien ze het areaal beslaan waar “Jászsági nyári szarvasgomba” van nature voorkomt, en dat dus het bodemtype heeft dat geschikt is voor de teelt ervan.

5.   Verband met het geografische gebied

Het verband tussen “Jászsági nyári szarvasgomba” en het geografische gebied berust op de faam en de kwaliteit van het product.

Specificiteit van het geografische gebied

Jászság ligt in het comitaat Jász-Nagykun-Szolnok, in de noordwestelijke hoek van de Grote Hongaarse vlakte. Het maakt deel uit van het centrale Tisza-gebied en ligt tussen de Zagyva en de Tarna, zijrivieren van de Tisza. In geologische en botanische zin is het een natuurlijke subregio die deel uitmaakt van de Tiszavlakte. De streek ontleent haar naam aan de Jász die zich hier in de 13e eeuw vestigden.

“Jászsági nyári szarvasgomba” groeit van nature in het wortelstelsel van voornamelijk eik, hazelaar en haagbeuk, maar wordt ook geteeld in plantages, die bekendstaan als “trifla”-gaarden (truffelgaarden). De truffelgaarden van Jászság bevinden zich doorgaans in eikenbossen.

De specifieke kenmerken van “Jászsági nyári szarvasgomba” worden bepaald door de natuurlijke bodemeigenschappen en de samenstelling van de plantensoorten die het gebied typeren. Het grootste deel van deze subregio, die een rijk oppervlaktewaterbekken vormt, heeft een hoog grondwaterpeil, dat samen met de chernozem een unieke gelegenheid biedt om “Jászsági nyári szarvasgomba” te laten groeien.

De bodemgesteldheid van Jászság is uiterst gunstig voor het planten en telen van zomertruffels. De verzoutende solonetzbodem in het oosten van de regio, die zich uitstrekt tot de Tisza, is bedekt met alluviale en weidegronden met een gevarieerde samenstelling en een pH-neutrale of zwak basische, harde, kleiige maar humusrijk bodem, met een toplaag van chernozem.

Specificiteit van het product

Het vruchtlichaam van “Jászsági nyári szarvasgomba” heeft een relatief regelmatige vorm en groeit krachtig en gelijkmatig. Dit is te danken aan de eikenbossen in de Jászság-regio, de chernozem van voortreffelijke kwaliteit die typisch is voor de steppe vóór bebossing, het hoge grondwaterpeil dicht bij de oppervlakte, het klimaat en de co-existentie met andere plantensoorten.

Tijdens de rijping heeft de paddenstoel een uniek, in toenemende mate vol en krachtig aroma van vers gemaaid gras en gekookte maïs, dat kan zijn gemengd met andere geuren, afhankelijk van het productiegebied: rokerige ondergroei, hazelnoot, tabak, marsepein of pure chocolade.

Een ander interessant en onderscheidend kenmerk van de paddenstoel is dat hij op zijn best is tussen juli en midden augustus. In tegenstelling tot andere Hongaarse of buitenlandse zomertruffels is het seizoen van “Jászsági nyári szarvasgomba” gewoonlijk midden tot eind augustus voorbij. De oogst van truffels kan dan in andere gebieden in volle gang zijn, maar die truffels hebben een andere kwaliteit en een ander aroma. In deze periode heeft “Jászsági nyári szarvasgomba” een aangename geur van hooi en heeft het vruchtlichaam een groter formaat.

Verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit en faam van het product

Dankzij de humusrijke chernozem en de plantengemeenschappen die zich hier hebben ontwikkeld, wordt in dit gebied gedurende de hele vegetatieperiode meer cumarine geproduceerd, dat aan “Jászsági nyári szarvasgomba” de geur van vers gemaaid gras geeft. Het aroma, dat tijdens de rijping continu verandert en voller en krachtiger wordt, wordt voornamelijk gevormd onder invloed van de humusrijke chernozemlaag in de streek.

Dankzij kunstmatige bebossing ontwikkelen zich habitats die truffels van voortreffelijke kwaliteit opleveren in Jászság, waar zij co-existeren met beschermde orchideeënsoorten, die ook een gunstige invloed hebben op het kenmerkende aroma van “Jászsági nyári szarvasgomba”.

Om de tradities van de Hongaarse truffeljagers in ere te houden, werd in Jászszentandrás in 2002 het eerste truffelmuseum van Hongarije, en het tweede van Europa, geopend. Elk jaar organiseert de Hongaarse vereniging van truffeljagers (Magyar Szarvasgombász Szövetség) een evenement ter gelegenheid van het begin van het seizoen. Jászszentandrás voert de eretitel van truffelhoofdstad van Hongarije. In 2004 werd hier de Jászság László Hollós-truffeljagersvereniging (Jászsági Hollós László Trifflász Egyesület) gesticht, met als doel natuurlijke habitats te beschermen en bij te dragen tot de wettelijke regeling van de truffeljacht. De afgelopen vijf jaar hebben de internationale politievereniging IPA en de lokale overheid, evenals de Hongaarse vereniging van truffeljagers en de Orde van de Truffelridders van Sint-Ladislaus (Szent László Szarvasgomba Lovagrend), de krachten gebundeld om een kookwedstrijd voor truffelgerechten te organiseren, die aan populariteit wint. Bij de wedstrijd geven de organisatoren aan elke deelnemer een “Jászsági nyári szarvasgomba”-truffel.

“Jászsági nyári szarvasgomba” is ook algemeen bekend onder andere benamingen, zoals “de zwarte parel van Jászság”, “het goud van Jászság”, of “de Jász-truffel”, wat getuigt van de hoge achting die het product in de regio geniet. Deze benamingen komen ook steeds vaker voor in de media.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://gi.kormany.hu/foldrajzi-arujelzok


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


Rectificaties

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/14


Rectificatie van de mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor de toepassing van Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht

( Publicatieblad van de Europese Unie C 100 van 23 maart 2021 )

(2021/C 149/07)

Bladzijde 18, punt 1, zevende alinea:

in plaats van:

“Beperkende maatregelen kunnen ook worden gerechtvaardigd door andere doelstellingen die in de rechtspraak van het Hof zijn vastgesteld (de zogenaamde dringende behoeften).”,

lezen:

“Beperkende maatregelen kunnen ook worden gerechtvaardigd door andere doelstellingen die in de rechtspraak van het Hof zijn vastgesteld (de zogenaamde dringende behoeften of dwingende vereisten).”.

Bladzijde 19, punt 2.1.2, eerste streepje, zesde zin:

in plaats van:

“Deze verschillende systemen hebben betrekking op situaties waarin bepaalde goederen helemaal niet gereglementeerd zijn en niet aan nationale wettelijke eisen hoeven te voldoen.”,

lezen:

“Deze verschillende systemen omvatten situaties waarin bepaalde goederen helemaal niet gereglementeerd zijn en niet aan nationale wettelijke eisen hoeven te voldoen.”.

Bladzijde 26, punt 3.4.3, derde alinea, eerste zin:

in plaats van:

“De producent (of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, indien hem dit is opgedragen) mag enkel de informatie in deel I van de verklaring van wederzijdse erkenning invullen (bv. soort, beschrijving, kenmerken van de goederen, toepasselijk voorschrift indien van toepassing in de lidstaat waar de goederen volgens de verklaring rechtmatig in de handel zijn gebracht, conformiteitsbeoordelingsprocedure of rapporten van uitgevoerde tests enz.).”,

lezen:

“De producent (of zijn gemachtigde vertegenwoordiger, indien hem dit is opgedragen) beschikt over de optie om enkel de informatie in deel I van de verklaring van wederzijdse erkenning in te vullen (bv. soort, beschrijving, kenmerken van de goederen, toepasselijk voorschrift indien van toepassing in de lidstaat waar de goederen volgens de verklaring rechtmatig in de handel zijn gebracht, conformiteitsbeoordelingsprocedure of rapporten van uitgevoerde tests enz.).”.

Bladzijde 27, punt 3.4.5, eerste alinea:

in plaats van:

“De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming moet de betrokken marktdeelnemer “onverwijld” in kennis stellen van haar voornemen om te beoordelen of goederen in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en, zo ja, of de legitieme openbare belangen die worden gewaarborgd door het geldende nationale technische voorschrift in de lidstaat van bestemming, voldoende worden beschermd (artikel 5, lid 1, van de verordening).”,

lezen:

“De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming moet de betrokken marktdeelnemer “onverwijld” in kennis stellen van haar voornemen om te beoordelen of goederen in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en, zo ja, of de legitieme openbare belangen die worden gewaarborgd door het toepasselijke nationale technische voorschrift in de lidstaat van bestemming, voldoende worden beschermd (artikel 5, lid 1, van de verordening).”.

Bladzijde 27, punt 3.4.5, tweede alinea, tweede streepje:

in plaats van:

“—

het toepasselijke technische voorschrift of de procedure voor voorafgaande machtiging;”,

lezen:

“—

het toepasselijke technische voorschrift of de toepasselijke procedure voor voorafgaande machtiging;”.

Bladzijde 27, punt 3.4.6, eerste zin:

in plaats van:

“De verklaring en het bewijsmateriaal moeten binnen een termijn van ten minste 15 werkdagen na het verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming worden ingediend (artikel 5, lid 6, van de verordening).”,

lezen:

“De verklaring en het ondersteunend bewijsmateriaal moeten binnen een termijn van ten minste 15 werkdagen na het verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming worden ingediend (artikel 5, lid 6, van de verordening).”.

Bladzijde 27, punt 3.5, eerste alinea, tweede streepje:

in plaats van:

“—

en zo ja, of de legitieme openbare belangen die worden gewaarborgd door het geldende nationale technische voorschrift van de lidstaat van bestemming, voldoende worden beschermd, gelet op de kenmerken van de betrokken goederen.”,

lezen:

“—

en zo ja, of de legitieme openbare belangen die worden gewaarborgd door het toepasselijke nationale technische voorschrift van de lidstaat van bestemming, voldoende worden beschermd, gelet op de kenmerken van de betrokken goederen.”.

Bladzijde 28, punt 3.5.1, tweede alinea, eerste zin:

in plaats van:

“Naast de in artikel 36 VWEU genoemde gronden, zijn er door het Hof ontwikkelde “dwingende redenen van openbaar belang” of “dringende behoeften” (23).”,

lezen:

“Naast de in artikel 36 VWEU genoemde gronden, zijn er door het Hof ontwikkelde “dwingende redenen van openbaar belang” of “dwingende vereisten” (23).”.

Bladzijde 28, voetnoot 23:

in plaats van:

“(23)

Het Hof noemde deze “dringende behoeften” in het arrest Cassis de Dijon.”,

lezen:

“(23)

Door het Hof “dringende behoeften” genoemd in het arrest Cassis de Dijon.”.

Bladzijde 28, punt 3.5.1, tweede alinea, tweede zin:

in plaats van:

“In het arrest Cassis de Dijon (24) heeft het Hof verklaard dat een belemmering van het vrije verkeer van goederen als gevolg van dispariteiten van de nationale wettelijke regelingen op de verhandeling van de producten moet worden aanvaard, voor zover dringende behoeften, onder meer verband houdend met de doeltreffendheid der fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten, ze noodzakelijk maken.”,

lezen:

“In het arrest Cassis de Dijon (24) heeft het Hof verklaard dat een belemmering van het vrije verkeer van goederen als gevolg van dispariteiten van de nationale wettelijke regelingen op de verhandeling van de producten moet worden aanvaard, voor zover dwingende vereisten, onder meer verband houdend met de doeltreffendheid der fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten, ze noodzakelijk maken.”.

Bladzijde 34, punt 3.13, tweede alinea, eerste zin:

in plaats van:

“Om ervoor te zorgen dat de marktdeelnemers bij het verzamelen van productinformatie in de lidstaten niet op zichzelf worden teruggeworpen, vergemakkelijkt de verordening het verzamelen van deze informatie via de productcontactpunten.”,

lezen:

“Om ervoor te zorgen dat de marktdeelnemers bij het verzamelen van productinformatie in de lidstaten niet aan hun lot worden overgelaten, vergemakkelijkt de verordening het verzamelen van deze informatie via de productcontactpunten.”.

Bladzijde 35, punt 3.14, derde alinea, derde zin:

in plaats van:

“De bevoegde autoriteiten moeten binnen 15 werkdagen alle informatie die relevant is voor de controle van de gegevens en de documenten die de marktdeelnemer ten behoeve van de beoordeling van de betrokken goederen heeft verstrekt (artikel 10, lid 3, van de verordening).”,

lezen:

“De bevoegde autoriteiten moeten binnen 15 werkdagen antwoorden op dergelijke verzoeken met alle informatie die relevant is voor de controle van de gegevens en de documenten die de marktdeelnemer ten behoeve van de beoordeling van de betrokken goederen heeft verstrekt (artikel 10, lid 3, van de verordening).”.

Bladzijde 36, punt 4, vijfde alinea, derde zin:

in plaats van:

“Het Hof was van oordeel dat als niet-meegedeelde voorschriften tegenwerpbaar bleven, dit het doel en het oogmerk van de richtlijn zou verijdelen, waardoor de lidstaten in de verleiding zouden komen om van mededeling af te zien.”,

lezen:

“Het Hof was van oordeel dat als niet-meegedeelde voorschriften tegenwerpbaar bleven, dit het doel en het oogmerk van de richtlijn zou dwarsbomen, waardoor de lidstaten in de verleiding zouden komen om van mededeling af te zien.”.