|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 59/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10112 — CVC/Riverstone Europe) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2021/C 59/02 |
||
|
2021/C 59/03 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 59/04 |
||
|
2021/C 59/05 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
2021/C 59/06 |
||
|
|
Europees Openbaar Ministerie |
|
|
2021/C 59/07 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 59/08 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10111 — CVC/Vivartia Holdings) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2021/C 59/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10166 — Latour Capital/Watling Street Capital Partners/Funecap Groupe) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 59/10 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10112 — CVC/Riverstone Europe)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 59/01)
Op 12 februari 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10112. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/2 |
Kennisgeving aan de personen, entiteiten en lichamen op wie/waarop de beperkende maatregelen van Besluit 2011/101/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/258 van de Raad, en van Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/251 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe van toepassing zijn
(2021/C 59/02)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen, entiteiten en lichamen die voorkomen in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/258 van de Raad (2), en in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad (3), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/251 van de Raad (4) betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen, entiteiten en lichamen die in bovengenoemde bijlage voorkomen, vermeld moeten blijven op de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2011/101/GBVB en Verordening (EG) nr. 314/2004.
De betrokken personen, entiteiten en lichamen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de bevoegde instanties van de desbetreffende lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 314/2004, kunnen richten om een machtiging tot gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen te verkrijgen (zie artikel 7 van de verordening).
De betrokken personen, entiteiten en lichamen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, de Raad vóór 1 november 2021 verzoeken het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX.1.C |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
E-mail:sanctions@consilium.europa.eu
Tevens worden de betrokken personen, entiteiten en lichamen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6.
(2) PB L 58 van 19.2.2021, blz. 51.
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/4 |
Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2011/101/GBVB van de Raad en Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe van toepassing zijn
(2021/C 59/03)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).
De rechtsgrond voor deze verwerking wordt gevormd door Besluit 2011/101/GBVB van de Raad (2), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/258 van de Raad (3), en Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad (4), als gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/251 van de Raad (5).
De verantwoordelijke voor de verwerking is de afdeling RELEX.1.C. in het directoraat-generaal Buitenlandse Zaken, Uitbreiding en Civiele Bescherming - Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
RELEX.1.C |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
E-mail:sanctions@consilium.europa.eu
De functionaris voor gegevensbescherming van het SGR kan worden gecontacteerd op:
functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Besluit 2011/101/GBVB, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/258, en Verordening (EG) nr. 314/2004, als gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/251.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit 2011/101/GBVB en Verordening (EG) nr. 314/2004.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden uitgewisseld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van inzage, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar na het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn of de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
Onverminderd een eventuele voorziening in rechte, een administratief beroep of een buitengerechtelijk beroep, kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
(2) PB L 42 van 16.2.2011, blz. 6.
(3) PB L 58 van 19.2.2021, blz. 51.
Europese Commissie
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/5 |
Wisselkoersen van de euro (1)
18 februari 2021
(2021/C 59/04)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,2084 |
|
JPY |
Japanse yen |
127,69 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4362 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,86540 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,0328 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0829 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
155,80 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,2178 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,864 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
358,73 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,4888 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,8751 |
|
TRY |
Turkse lira |
8,3975 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5518 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,5307 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,3684 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6735 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6028 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 336,85 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,5602 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,8172 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5765 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
16 998,02 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8844 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
58,616 |
|
RUB |
Russische roebel |
88,9872 |
|
THB |
Thaise baht |
36,276 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
6,5252 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
24,3890 |
|
INR |
Indiase roepie |
87,6695 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/6 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
(2021/C 59/05)
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Estland wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Estland
Onderwerp van de herdenkingsmunt: Het Estse nationale dier - de wolf
Beschrijving van het ontwerp: Het ontwerp beeldt een wolfsilhouet en een bos af. Tegen de rand van de binnenste ring staan links de landnaam “EESTI”, rechts het jaar van uitgifte “2021” en bovenaan de tekst “CANIS LUPUS” (Latijn voor wolf).
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage:1 000 000
Datum van uitgifte: Najaar 2021
(1) Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven, zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/7 |
Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 maart 2021 gelden
(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (1))
(2021/C 59/06)
De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.
Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.
Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 30 van 27.1.2021, blz. 4.
|
Van |
Tot |
AT |
BE |
BG |
CY |
CZ |
DE |
DK |
EE |
EL |
ES |
FI |
FR |
HR |
HU |
IE |
IT |
LT |
LU |
LV |
MT |
NL |
PL |
PT |
RO |
SE |
SI |
SK |
UK |
|
1.3.2021 |
… |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,00 |
– 0,45 |
0,44 |
– 0,45 |
0,04 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,22 |
0,80 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,15 |
– 0,45 |
2,07 |
– 0,02 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,11 |
|
1.2.2021 |
28.2.2021 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,00 |
– 0,45 |
0,44 |
– 0,45 |
0,05 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,22 |
0,80 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,19 |
– 0,45 |
2,07 |
– 0,02 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,12 |
|
1.1.2021 |
31.1.2021 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,00 |
– 0,45 |
0,44 |
– 0,45 |
0,06 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,22 |
0,80 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,23 |
– 0,45 |
2,07 |
0,00 |
– 0,45 |
– 0,45 |
0,15 |
Europees Openbaar Ministerie
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/8 |
Besluit inzake de Permanente Kamers
(2021/C 59/07)
HET COLLEGE VAN HET EUROPEES OPENBAAR MINISTERIE (EOM),
Gezien Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (1) (hierna “de EOM-verordening” genoemd), en met name artikel 10, lid 1,
Gezien het op 12 oktober 2020 door het college van het EOM vastgestelde reglement van orde (2), met name de artikelen 15 en 16,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Het EOM moet permanente kamers instellen om het onderzoek en de strafvervolging door het EOM te monitoren en te leiden en om te zorgen voor de coördinatie van de onderzoeken en de strafvervolgingen in grensoverschrijdende zaken en voor de uitvoering van de door het college genomen besluiten. |
|
(2) |
Het reglement van orde van het EOM vereist dat het college een besluit vaststelt over het aantal permanente kamers, de samenstelling daarvan en de verdeling van de bevoegdheden over de permanente kamer, en gedetailleerde regels inzake de organisatie van hun vergaderingen vastlegt. |
|
(3) |
Voorts moeten er gedetailleerde regels worden vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de in de EOM-verordening en het reglement van orde vervatte beginselen inzake de toewijzing van zaken aan de permanente kamers. Deze regels moeten gebaseerd zijn op de beginselen van aselecte toewijzing van zaken en gelijkmatige verdeling van de werkbelasting over de permanente kamers. |
|
(4) |
Aangezien er rekening dient te worden gehouden met de ontwikkelingen bij de praktische toepassing van dit besluit na de start van de werkzaamheden van het EOM, moet het college op zorgvuldige wijze de werking ervan monitoren en de effecten ervan evalueren met het oog op eventuele toekomstige wijzigingen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
Dit besluit geeft uitvoering aan artikel 15 van het reglement van orde. Het stelt de permanente kamers van het EOM in, bepaalt het aantal permanente kamers en regelt de verdeling van de bevoegdheden over de permanente kamers en de toewijzing van zaken.
Artikel 2
Instelling van de permanente kamers
1. Er worden vijftien permanente kamers ingesteld. Deze worden aangeduid met opeenvolgende cijfers van een tot vijftien.
2. Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van het reglement van orde wordt elke Europees aanklager aangesteld als permanent lid van een, twee of drie permanente kamers. Bij de aanstelling als permanent lid van een of meer permanente kamers wordt rekening gehouden met de geraamde werklast van de betrokken Europees aanklager, waartoe wordt uitgegaan van:
|
a) |
het aantal zaken onder zijn toezicht en aanverwante taken als bedoeld in artikel 12, lid 1, van de EOM-verordening. Voor de initiële toewijzing wordt uitgegaan van de geraamde werklast voor het eerste jaar dat het EOM operationeel is; |
|
b) |
het aantal gedelegeerd Europees aanklagers dat hij uit hoofde van artikel 34 van het reglement van orde coördineert; |
|
c) |
overige specifieke taken waarvoor hij verantwoordelijk is en die hem overeenkomstig de EOM-verordening of het reglement van orde zijn toegewezen. |
3. Voorts wordt bij de toewijzing van de plaatsvervangend Europees hoofdaanklagers aan meer dan één permanente kamer rekening gehouden met de werklast die voortvloeit uit hun taken uit hoofde van artikel 11, leden 2 en 3, van de EOM-verordening.
4. De Europees hoofdaanklager en elke plaatsvervangend Europees hoofdaanklager zitten de permanente kamers voor waarvan zij vaste leden zijn.
Artikel 3
Vergaderingen van de permanente kamers
1. Elke permanente kamer houdt in beginsel ten minste twee vergaderingen per kalendermaand. De voorzitter van de permanente kamer stelt de data van deze vergaderingen ten minste vijftien dagen vooraf vast.
2. De voorzitter van de permanente kamer kan zo nodig extra vergaderingen beleggen. Extra vergaderingen worden ten minste vijf werkdagen vooraf bijeengeroepen. In dringende gevallen kunnen vergaderingen worden bijeengeroepen zodra de permanente leden en de betrokken toezichthoudend Europees aanklager beschikbaar zijn; zulks uiterlijk binnen drie dagen.
3. Behalve in dringende gevallen en na raadpleging van de Europees hoofdaanklager kunnen vergaderingen van de permanente kamers niet tegelijk met de vergaderingen van het college worden gehouden. De voorzitter van de permanente kamer stelt een nieuw tijdstip vast voor elke bijeengeroepen vergadering die samenvalt met een vergadering van het college.
4. Bij het vaststellen van de data voor de vergaderingen van de permanente kamer draagt de voorzitter zorg voor de coördinatie met de permanente leden van die kamer, de betrokken toezichthoudend Europees aanklagers en het in artikel 7 bedoelde personeel van het centrale kantoor.
Artikel 4
Toewijzing van zaken aan de permanente kamers
In de in artikel 32, lid 5, artikel 41, lid 3, artikel 42, lid 1, artikel 47, lid 2, artikel 50, lid 2, tweede alinea, artikel 51, lid 3, en artikel 59, lid 4, van het reglement van orde bedoelde gevallen moet bij de toewijzing van zaken aan de permanente kamers aan de volgende regels worden voldaan:
|
a) |
bij het openen van een zaak wordt deze door het casemanagementsysteem van het EOM aselect aan een permanente kamer toegewezen; |
|
b) |
om de Europees hoofdaanklager in staat te stellen maatregelen te overwegen overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het reglement van orde, wordt hij ervan in kennis gesteld als het een vaste kamer toegewezen aantal zaken meer dan 10 % groter is dan het gemiddelde aantal zaken dat aan de permanente kamers is toegewezen. |
Artikel 5
Tijdelijke uitsluiting van nieuwe toewijzing
Om het doelmatig functioneren van het EOM en een gelijkmatige verdeling van de werkbelasting over de permanente kamers te waarborgen, kan de Europees hoofdaanklager overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het reglement van orde de toewijzing van nieuwe zaken aan een of meer permanente kamers voor een bepaalde periode opschorten.
Artikel 6
Nieuwe toewijzing van zaken
Voor de toepassing van artikel 32, lid 5, van het reglement van orde, wordt, wanneer de Europees hoofdaanklager besluit het toezicht op een zaak toe te wijzen aan een Europees aanklager uit een andere lidstaat dan die waar de gedelegeerd Europees aanklager is gevestigd, en deze Europees aanklager een permanent lid is van de monitorende permanente kamer, de zaak onmiddellijk aan een andere permanente kamer toegewezen.
Artikel 7
Ondersteuning van de permanente kamers
1. Voor de ondersteuning van het werk van de permanente kamers uit hoofde van de EOM-verordening worden voldoende personele middelen van het EOM toegewezen.
2. Het toegewezen personeel assisteert de voorzitter van de permanente kamer onder meer bij het organiseren van de agenda, het opstellen van de notulen van de vergaderingen, het opstellen van documenten voor de vergaderingen en het vastleggen van door de permanente kamer genomen besluiten in het casemanagementsysteem.
3. Onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen waarborgt de toewijzing de stabiliteit en continuïteit van de ondersteuning die personeelsleden aan de aangewezen permanente kamer verlenen.
Artikel 8
Deelname van niet-leden aan vergaderingen van de permanente kamer
1. Naast de in artikel 10, lid 9, van de EOM-verordening bedoelde personen kan de voorzitter van de permanente kamer, na raadpleging van de permanente leden en de betrokken toezichthoudend Europees aanklager, ieder lid van het centrale kantoor, iedere gedelegeerd Europees aanklager en ieder personeelslid van het EOM uitnodigen om de vergadering van de permanente kamer bij te wonen in verband met specifieke agendapunten, indien dat voor de besluitvorming van de permanente kamer nodig is.
2. Voor dat dezelfde doeleinde kan de voorzitter van de permanente kamer, in uitzonderlijke situaties, na raadpleging van de permanente leden, de betrokken toezichthoudend Europees aanklager en, zo nodig, de behandelende gedelegeerd Europees aanklager, ook andere personen uitnodigen om de vergadering van de permanente kamer bij te wonen, als zulks niet strijdig is met de toepasselijke bepalingen van het Unierecht of het nationale recht.
3. De overeenkomstig de punten 1 en 2 uitgenodigde personen mogen onder geen beding aanwezig zijn bij de beraadslaging over een besluit van de permanente kamer.
4. De administratieve kosten in verband met de uitnodigingen uit hoofde van dit artikel komen ten laste van de begroting van het EOM. Ingeval de uitnodiging kosten met zich meebrengt, wordt de administratief directeur in kennis gesteld van de uitnodigingen uit hoofde van dit artikel.
Artikel 9
Evaluatie
Het college beoordeelt de impact van dit besluit op de efficiëntie van het werk van het EOM zes maanden na de overeenkomstig artikel 120, lid 2, van de EOM-verordening vastgestelde datum.
Artikel 10
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn goedkeuring door de Commissie.
Gedaan te Luxemburg, 25 november 2020.
Namens het college
Laura Codruța KÖVESI
Europese hoofdaanklager
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10111 — CVC/Vivartia Holdings)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 59/08)
1.
Op 12 februari 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
CVC Capital Partners SICAV-FIS S.A. (“CVC Capital Partners”, Luxemburg); |
|
— |
Vivartia Holdings S.A. (“Vivartia Holdings”, Griekenland). |
CVC Capital Partners verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Vivartia Holdings.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
CVC Capital Partners: CVC Capital Partners en zijn dochterondernemingen beheren investeringsfondsen en -platforms; |
|
— |
Vivartia Holdings: productie en verkoop van verschillende zuivelproducten, sappen, gemengde diepvriesgroenten en kant-en-klare groentecombinaties. Vivartia Holdings is ook eigenaar en franchisegever van verschillende merkrestaurants en koffieshops, en bedient ook andere restaurants, cafés en banketbakkerijen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10111 — CVC/Vivartia Holdings
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/14 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10166 — Latour Capital/Watling Street Capital Partners/Funecap Groupe)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 59/09)
1.
Op 11 februari 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Latour Capital Management SAS (“Latour Capital”, Frankrijk); |
|
— |
Watling Street Capital Partners LLP (“Watling Street”, Verenigd Koninkrijk); |
|
— |
Funecap Partenaires III (“Groupe Fondateur Funecap”, Frankrijk); |
|
— |
Staglieno NewCo en zijn dochterondernemingen (“Groupe Funecap”, Frankrijk), die onder zeggenschap staan van Watling Street en Groupe Fondateur Funecap. |
Latour Capital, Watling Street en Groupe Fondateur verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening, over Groupe Funecap.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van effecten.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Latour Capital: beheersonderneming met meerderheids- en minderheidsbelangen, hoofdzakelijk in Franse ondernemingen, meer bepaald in de sectoren zakelijke adviesverlening, financiële diensten, kunstfotografie, elektrotechniek, kleinhandel in kleding, afvalcontainerisatie en integratie van communicatienetwerken in Europa; |
|
— |
Watling Street: topholding naar Engels recht van de groep Charterhouse die beheersdiensten voor investeringsfondsen aanbiedt. De portefeuilleondernemingen van de groep Charterhouse omvatten Europese ondernemingen die hoofdzakelijk actief zijn in diensten, gezondheid, industrie en consumptiegoederen/diensten; |
|
— |
Groupe Fondateur Funecap: groep opgericht door de heren Thierry Gisserot en Xavier Thoumieux via hun respectieve persoonlijke holdings Velluzco SAS en Ophrys Partners SAS, gedomicilieerd in Frankrijk. Naast Groupe Funecap hebben zij ook zeggenschap over verschillende andere ondernemingen die actief zijn in Frankrijk in de sectoren elektriciteitsproductie uit fotovoltaïsche bronnen, energie- en warmteproductie, alsook vastgoed en hoteldiensten; |
|
— |
Groupe Fondateur Funecap: actief in Frankrijk (en in zeer beperkte mate in België) in de aanbieding van begrafenisdiensten, beheer van crematoria, technische werken voor begraafplaatsen en makelaarsdiensten voor uitvaartverzekeringen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10166 — Latour Capital/Watling Street Capital Partners/Funecap Groupe
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
19.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 59/16 |
Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
(2021/C 59/10)
De Europese Commissie heeft deze minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 (1) van de Commissie.
De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de eAmbrosia-databank van de Commissie.
ENIG DOCUMENT
“LAGUIOLE”
EU-nr.: PDO-FR-0120-AM09 — 3.9.2020
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen
“Laguiole”
2. Lidstaat of derde land
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.3. Kaas
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Laguiole” is een cilindervormige rauwmelkse koekaas met een droge korst die na volledige droging per 100 g kaas ten minste 45 g vet en ten minste 58 g droge stof bevat.
“Laguiole” heeft een cilindrische vorm met een diameter van 30 tot 40 centimeter, een verhouding tussen hoogte en diameter van 0,8 tot 1 en een gewicht van 20 tot 50 kg.
De rijpingsduur bedraagt minstens vier maanden, te rekenen vanaf de stremmingsdatum.
Het zuivel is ivoorkleurig tot strogeel en de korst is eerst witachtig tot lichtgrijs en naarmate de kaas rijpt amberbruin tot granietgrijs.
De kaas heeft, afhankelijk van de rijpingsgraad, een matige tot sterke melksmaak, die in evenwicht wordt gebracht door specifieke smaaktonen gaande van vers hooi tot droge hazelnoot, en een langdurige nasmaak met de typische ondertoon van een rauwmelks product.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Het basisrantsoen van het melkveebeslag bestaat uit voeder dat afkomstig is uit het geografische gebied. De enige toegelaten ruwvoedergewassen zijn samengesteld uit de plaatselijke flora van de natuurlijke of permanente weides en graslanden en uit grassen en voederleguminosen die op tijdelijke velden worden geteeld. Ingekuilde mais, ingekuild gras, in plastic folie verpakt voeder en elk ander soort kuilvoeder zijn verboden.
In de periode waarin gras beschikbaar is, ijs en weder dienende, is het basisrantsoen van het melkveebeslag voornamelijk samengesteld uit gras waarop het vee wordt geweid tijdens een totale jaarlijkse minimumduur van 120 dagen. Tijdens deze periode mag het rantsoen van weidegras worden aangevuld met maximaal 3 kg droge stof per dag en per melkkoe, gemiddeld genomen voor het hele beslag en over de hele graasperiode.
Er mag, gemiddeld genomen over alle lacterende melkkoeien en het hele jaar, per lacterende koe en per dag niet meer dan 6 kg aanvullend voeder worden toegevoegd aan het basisrantsoen. Het aanvullende voeder hoeft niet verplicht uit het geografische gebied te komen als er in dit gebied onvoldoende agrarische grondstoffen beschikbaar zijn.
Het voeder van de dieren mag uitsluitend bestaan uit gewassen, nevenproducten en bijvoer afkomstig van niet-transgene producten.
Het aanvullende voeder voor het melkveebeslag bestaat uitsluitend uit de grondstoffen en de additieven die in de positieve lijst zijn opgenomen.
“Laguiole” wordt uitsluitend geproduceerd met rauwe, volle koemelk die niet-gestandaardiseerd is qua eiwitten en vetstoffen. Elke fysische bewerking is verboden.
De melk die voor “Laguiole” wordt gebruikt, mag alleen afkomstig zijn van melkveebeslagen bestaande uit koeien van de rassen simmental française (rascode 35) en aubrac (rascode 14) of melkkoeien die voortkomen uit een kruising van deze twee rassen en een gecertificeerde afstamming hebben. Wat deze laatste betreft, mogen na de eerste generatie alleen melkkoeien die voortkomen uit een kruising met een stier van het ras aubrac (rascode 14) tot het melkveebeslag worden toegelaten.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De melkproductie en de bereiding en rijping van de kazen vinden plaats in het afgebakende geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Laguiole” kan worden aangeboden in porties, blokjes, staafjes, klompjes, snippers, plakken, in geraspte vorm en in dunne plakjes.
Als de kaas voorverpakt wordt verkocht, moeten de stukken gedeeltelijk bedekt zijn met de korst die kenmerkend is voor de benaming, behalve als het gaat om:
|
— |
individuele porties en plakken van minder dan 70 g; |
|
— |
blokjes, staafjes, klompjes, snippers, geraspte kaas en dunne plakjes. |
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Naast de verplichte vermeldingen overeenkomstig de regelgeving inzake de etikettering en de presentatie van levensmiddelen staat op het etiket van de kaas, in hetzelfde gezichtsveld, het volgende:
|
— |
de oorsprongsbenaming in een lettertype dat minstens even groot is als twee derde van het grootste op het etiket voorkomende lettertype; |
|
— |
het BOB-symbool van de Europese Unie. |
De vermelding “buron” (berghut) mag worden gebruikt op het etiket, in reclame, op facturen en in handelsdocumenten overeenkomstig de volgende voorwaarden: de vermelding “buron” is voorbehouden voor kazen die zijn geproduceerd met melk van een enkele kudde die tijdens de transhumanceperiode (25 mei tot 13 oktober) wordt gemolken en tijdens deze periode graast op weiden die op meer dan 1 000 meter hoogte liggen. Om de term “buron” te mogen dragen, moeten de kazen zijn geproduceerd in gebouwen die zijn bestemd voor de kaasmakerij en die zijn gelegen in dit gebied met hooggelegen weiden. Per buron is één melkveebeslag toegestaan. Mobiele of lichte gebouwen zoals houten hutjes zijn niet toegestaan.
De etikettering mag ook worden vervangen door een opdruk rechtstreeks op de korst van de kaas of door de aanbrenging van een stuk voorgedrukt neteldoek op de korst zelf.
Het product kan ook worden gemerkt aan de hand van een afdruk in reliëf waarop de stier van Laguiole is afgebeeld en het woord “Laguiole” staat, en aan de hand van een identificatieteken, beide op de kaas aangebracht.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische gebied wordt begrensd door de volgende gemeenten of delen van gemeenten:
Departement Aveyron: Gemeenten Argences en Aubrac, Campouriez, Cantoin, Cassuéjouls, Castelnau-de-Mandailles, Le Cayrol, Condom-d’Aubrac, Coubisou, Curières, Entraygues-sur-Truyère (rechteroever van de Lot en linkeroever van de Truyère op de samenloop van de Lot en de Truyère), Espalion (rechteroever van de Lot), Estaing, Florentin-la-Capelle, Huparlac, Laguiole, Montézic, Montpeyroux, Le Nayrac, Pomayrols, Prades-d’Aubrac, Saint-Amans-des-Cots, Saint-Chély-d’Aubrac, Saint-Côme-d’Olt (rechteroever van de Lot), Saint Geniez d’Olt et d’Aubrac (rechteroever van de Lot), Saint-Laurent-d’Olt (rechteroever van de Lot), Saint-Symphorien-de-Thénières, Sainte-Eulalie-d’Olt (rechteroever van de Lot), Soulages-Bonneval.
Département du Cantal: Gemeenten Anterrieux, Chaudes-Aigues, Deux-Verges, Espinasse, Fridefont, Jabrun, Lieutadès, Maurines, Saint-Martial, Saint-Rémy-de-Chaudes-Aigues, Saint-Urcize, La Trinitat.
Département de la Lozère: Gemeenten Banassac-Canilhac (rechteroever vann de Lot), Les Bessons, Brion, Le Buisson, Chauchailles, La Fage-Montivernoux, La Fage-Saint-Julien, Fournels, Grandvals, Les Hermaux, Marchastel, Nasbinals, Noalhac, Peyre en Aubrac (enkel voor het grondgebied van de deelgemeenten d’Aumont-Aubrac, La Chaze-de-Peyre, Fau-de-Peyre, Sainte-Colombe-de-Peyre) Prinsuéjols-Malbouzon, Recoules-d’Aubrac, Saint-Chély-d’Apcher, Saint-Germain-du-Teil, Saint-Juéry, Saint-Laurent-de-Muret, Saint-Laurent-de-Veyrès, Saint-Pierre-de-Nogaret, Les Salces, Termes, Trélans.
5. Verband met het geografische gebied
“Laguiole” wordt bereid uit de melk van koeien van de rassen simmental française en aubrac, die optimaal gebruikmaken van het gras en het droge voeder die in het geografische gebied worden geproduceerd. Het gebruik van deze rauwe en volle melk in combinatie met een productiemethode die uitlekking en een lange rijping bij lage temperaturen omvat, verleent “Laguiole” zijn kenmerkende eigenschappen, met name zijn hoge drogestofgehalte en zijn evenwichtige en geurige smaak.
Het geografische gebied heeft specifieke eigenschappen die verband houden met de bodem, het klimaat, de hoogte en de natuurlijke afbakening door het reliëf. Het gebied heeft basalt- en granietbodems. Het contrastrijke, ruwe klimaat is het gevolg van de botsing tussen de continentale en de door de bergen bepaalde invloed van de Auvergne (in de vorm van lange, koude, winderige winters met frequente sneeuwval) en de invloed van het zuiden (in de vorm van warmte en overvloedige, stormachtige regenval). Centraal in het gebied liggen de bergen van Aubrac, een homogeen geheel met een hoogte van gemiddeld 1 000 m. In het westen en het zuiden wordt het geografische gebied natuurlijk afgebakend door de rivieren Truyère en Lot. De combinatie van bodem, klimaat en hoogte zorgt ervoor dat de weiden opmerkelijke kwaliteiten hebben, met name een rijke, aromatische en overvloedige flora. Veel meer dan op andere plaatsen groeien er typische planten die rijk zijn aan aromatische moleculen (terpenen), zoals schermbloemigen, bijvoorbeeld sister (Meum athamanticum), ooievaarsbekachtigen (Geranium sylvaticum), samengesteldbloemigen (Achillea, Centaurea) en lipbloemigen (Prunella grandiflora, Thymus).
De kaasproductie in deze streek heeft een traditie die zeer ver teruggaat in de tijd. In de twaalfde eeuw zijn de monniken van de abdijen van Aubrac en Bonneval begonnen met het vastleggen van regels voor de productie van “Laguiole”, met als doel de melkproductie van de zomer te gebruiken om in de winter de pelgrims te voeden. Deze praktijk werd door de boeren in de omgeving overgenomen. In 1897 groepeerden de landbouwers uit het berggebied zich in een verkooporganisatie, die in 1939 werd omgevormd tot een belangenvereniging (“syndicat de défense”). In 1961 kwam ten slotte de erkenning van de oorsprongsbenaming.
Vandaag wordt “Laguiole” nog steeds geproduceerd op basis van rauwe, volle melk afkomstig van koeien van de rassen simmental française en aubrac, die zich aan de omstandigheden van het geografische gebied (middelgebergte) hebben aangepast en die voornamelijk worden gevoederd met weidegras en hooi uit het geografische gebied, zonder kuilvoeder en met een beperkte hoeveelheid aanvullend voer. Door de genetische selectie binnen deze rassen is het eiwitgehalte van de melk toegenomen en het vetgehalte gedaald, waardoor een melk wordt verkregen die geschikt is voor de kaasproductie. Ook het voeder draagt hiertoe bij: als gevolg van het verbod op het gebruik van mais als voeder is het vetgehalte in de melk beperkt.
“Laguiole” is het resultaat van een lange rijping in een koude (6 tot 12 °C) vochtige kelder aan de hand van bewerkingen die door de overgeleverde knowhow in het geografische gebied worden gewaarborgd, met name de bijzondere productietechnologie (bestaande uit onder andere twee wei-uitlekfasen – in de tome-pers en in de vorm – die een hoger drogestofgehalte opleveren) en de regelmatige zorg (wrijven en keren).
“Laguiole” is een kaas van rauwe, volle melk in groot formaat (20 tot 50 kg). Het geperste, niet-gekookte zuivel heeft een hoog drogestofgehalte van minstens 58 %. De kaas wordt gedurende minstens vier maanden gerijpt.
De kaas heeft, afhankelijk van de rijpingsgraad, een matige tot sterke melksmaak, die in evenwicht wordt gebracht door specifieke toetsen gaande van vers hooi tot droge hazelnoot, en een langdurige nasmaak in de mond.
De melkproductie in het geografische gebied van “Laguiole” was oorspronkelijk zeer seizoensgebonden. Koeien die kalveren zoogden, konden immers alleen maar worden gemolken wanneer, dankzij de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem van het geografische gebied, de flora overvloedig genoeg was voor de behoeften van de dieren. Om deze melk te kunnen bewaren voor later gebruik, hebben de melkveehouders van het geografische gebied een bewaarkaas van groot formaat ontwikkeld, met name “Laguiole”.
Aangezien deze kaas wordt geproduceerd met volle melk, hangt de bewaartijd samen met de omstandigheden waarin de melkproductie en de kaasvervaardiging plaatsvinden. Deze zijn afgestemd op het gebruik van een voor de kaasmakerij geschikte melk die rijk aan eiwitten en arm aan vetten is en aanleiding geeft tot een intense wei-afscheiding in zowel de tome-pers als de vorm, waardoor een geperst, niet-gekookt zuivel wordt verkregen met een hoog drogestofgehalte.
De melkkoeien van de rassen simmental française en aubrac hebben zich bijzonder goed aangepast aan de omgeving in het geografische gebied. Dankzij hun grote weerstand zijn de koeien bestand tegen lange, strenge winters en kunnen zij het voederpotentieel van het geografische gebied optimaal benutten. Het voeder van de dieren is rijk aan aromatische planten die hun geur afgeven aan de melk en bijgevolg aan de “Laguiole”, die met de melk wordt vervaardigd.
De productie met rauwe melk en de lange rijping bij lage temperaturen geven aan “Laguiole” een typisch karakter dat verband houdt met de melkflora van de rauwe, volle melk.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-90d6b8cf-7708-4493-8879-136160fd5256