|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen |
|
|
|
AANBEVELINGEN |
|
|
|
Europese Centrale Bank |
|
|
2021/C 47/01 |
||
|
2021/C 47/02 |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 47/03 |
Intrekking van aanmelding van een concentratie (Zaak M.9162 — Fincantieri/Chantiers de l’Atlantique) ( 1 ) |
|
|
2021/C 47/04 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10131 — Partners Group/Warburg Pincus/Ecom Express Private) ( 1 ) |
|
|
2021/C 47/05 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10120 — EQT/Molslinjen) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 47/06 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2021/C 47/07 |
Kennisgeving overeenkomstig artikel 114, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Toestemming om nationale maatregelen te handhaven die stringenter zijn dan bepalingen van een EU-harmonisatiemaatregel ( 1 ) |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2021/C 47/08 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10141 — Sanacorp Pharmahandel/Leopold Fiebig and Gerda Nückel) ( 1 ) |
|
|
2021/C 47/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10123 - PPG/Tikkurila) ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen
AANBEVELINGEN
Europese Centrale Bank
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/1 |
AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 4 februari 2021
aan de Raad van de Europese Unie met betrekking tot de externe accountants van de Deutsche Bundesbank
(ECB/2021/4)
(2021/C 47/01)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 27.1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die door de Raad van bestuur van de ECB worden aanbevolen en door de Raad van de Europese Unie worden aanvaard. |
|
(2) |
Het mandaat van de huidige externe accountants van de Deutsche Bundesbank, KPMG AG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft, eindigde na de audit van het boekjaar 2020. Het is derhalve noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2021 externe accountants te benoemen. |
|
(3) |
De Deutsche Bundesbank heeft Baker Tilly GmbH & Co. KG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft als externe accountants geselecteerd voor de boekjaren 2021 tot en met 2026, met de optie om het mandaat te verlengen voor het boekjaar 2027, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Het verdient aanbeveling dat Baker Tilly GmbH & Co. KG Wirtschaftsprüfungsgesellschaft worden benoemd tot de externe accountants van de ECB voor de boekjaren 2021 tot en met 2026, met de optie om het mandaat te verlengen voor het boekjaar 2027.
Gedaan te Frankfurt am Main, 4 februari 2021.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/2 |
AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 4 februari 2021
aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountants van Eesti Pank
(ECB/2021/5)
(2021/C 47/02)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 27.1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants die door de Raad van bestuur van de ECB worden aanbevolen en door de Raad van de Europese Unie worden aanvaard. |
|
(2) |
Het mandaat van de huidige externe accountants van Eesti Pank, KPMG Baltics OÜ, eindigde na de audit van het boekjaar 2020. Het is derhalve noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2021 externe accountants te benoemen. |
|
(3) |
Eesti Pank heeft Ernst & Young Baltic AS als externe accountants geselecteerd voor de boekjaren 2021 tot en met 2025, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Het verdient aanbeveling dat Ernst & Young Baltic AS worden benoemd tot externe accountants van Eesti Pank voor de boekjaren 2021 tot en met 2025.
Gedaan te Frankfurt am Main, 4 februari 2021.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/3 |
Intrekking van aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9162 — Fincantieri/Chantiers de l’Atlantique)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/03)
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad
Op 25 september 2019 heeft de Commissie een aanmelding (1) van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) ontvangen.
Op 30 oktober 2019 heeft de Commissie besloten de procedure (3) op grond van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden. Op 2 februari 2021 heeft de aanmeldende partij de Commissie gemeld dat zij haar aanmelding introk en aangetoond dat zij van de concentratie afzag.
(1) PB C C 331 van 2 oktober 2019, blz. 6.
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/4 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10131 — Partners Group/Warburg Pincus/Ecom Express Private)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/04)
Op 4 februari 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10131. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/5 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10120 — EQT/Molslinjen)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/05)
Op 4 februari 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10120. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/6 |
Wisselkoersen van de euro (1)
9 februari 2021
(2021/C 47/06)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,2104 |
|
JPY |
Japanse yen |
126,58 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4369 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,87828 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,1058 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0817 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
154,10 |
|
NOK |
Noorse kroon |
10,2588 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,738 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
358,88 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,4761 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,8753 |
|
TRY |
Turkse lira |
8,5883 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5681 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,5414 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,3827 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6741 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,6074 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 347,42 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,8953 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,7894 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5670 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
16 929,80 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8997 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
58,142 |
|
RUB |
Russische roebel |
89,6164 |
|
THB |
Thaise baht |
36,239 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
6,5530 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
24,3205 |
|
INR |
Indiase roepie |
88,2765 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/7 |
Kennisgeving overeenkomstig artikel 114, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Toestemming om nationale maatregelen te handhaven die stringenter zijn dan bepalingen van een EU-harmonisatiemaatregel
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/07)
1.
Bij brief van 6 november 2020, die de Commissie op 10 november 2020 heeft ontvangen, heeft Denemarken de Commissie in kennis gesteld van zijn wens om de nationale bepalingen inzake het gebruik van nitrietadditieven in vleesproducten, die afwijken van Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven (1), te handhaven (2). Besluit nr. 1247 van 30 oktober 2018 betreffende levensmiddelenadditieven enz. in voedingsmiddelen (BEK nr 1247 af 30.10.2018, Udskriftsdato: 3.9.2020, Miljø- og Fødevareministeriet). De kennisgeving heeft betrekking op de stoffen kaliumnitriet (E 249) en natriumnitriet (E 250) (nitrieten) in bijlage II, deel E, van de verordening (levensmiddelencategorie 8) (EU-lijst).
2.
De maximumgehalten waren oorspronkelijk vastgesteld in Richtlijn 2006/52/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). Die richtlijn is op 5 juli 2006 door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld en is gebaseerd op artikel 95 van het EG-Verdrag (nu artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — VWEU). Wat het gebruik van nitraten en nitrieten in vleesproducten betreft, beoogt de richtlijn een evenwicht tot stand te brengen tussen het beschermende effect van nitrieten tegen de vermenigvuldiging van de bacterie die het levensbedreigende botulisme veroorzaakt enerzijds en het risico van de vorming van carcinogene nitrosaminen door de aanwezigheid van nitrieten in vleesproducten anderzijds. Dit sluit aan bij het wetenschappelijke advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (SCF).De oorspronkelijke Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) stelde maximumgehalten aan residuen vast voor nitrieten en nitraten in verscheidene vleesproducten. Bij Richtlijn 2006/52/EG werd echter overeenkomstig een advies van de EFSA van 2003 het beginsel ingevoerd dat het gehalte aan kaliumnitriet (E 249) en natriumnitriet (E 250) moet worden geregeld in de vorm van maximumconcentraties die tijdens de vervaardiging van vleesproducten mogen worden toegevoegd. Deze hoeveelheid bedraagt 150 mg/kg voor vleesproducten in het algemeen en 100 mg/kg voor gesteriliseerde vleesproducten.
Bij wijze van uitzondering stelt Richtlijn 2006/52/EG bepaalde maximale restgehalten vast voor sommige traditioneel vervaardigde vleesproducten, omdat de traditionele productiewijze geen controle van de toegevoegde hoeveelheden mogelijk maakt.
Dit toegestane gebruik van nitrieten is overgenomen in de nieuwe EU-lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de gebruiksvoorwaarden daarvoor, opgesteld in de bij Verordening (EU) nr. 1129/2011 van de Commissie (5) vastgestelde bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008.
3.
Overeenkomstig het Deense Besluit nr. 1247 mogen kaliumnitriet (E 249) en natriumnitriet (E 250) slechts aan vleesproducten worden toegevoegd als een specifieke toegevoegde hoeveelheid niet wordt overschreden. Naargelang van het product bedraagt deze maximumconcentratie 0, 60, 100 of 150 mg/kg. In tegenstelling tot Verordening (EG) nr. 1333/2008 bevatten de Deense bepalingen geen uitzondering op het beginsel van maximale toegevoegde hoeveelheden voor nitrieten. Daardoor mogen bepaalde traditioneel vervaardigde vleesproducten uit andere lidstaten in Denemarken niet in de handel worden gebracht. Voor een aantal vleesproducten stelt de Deense wetgeving bovendien lagere maximale toegevoegde hoeveelheden nitrieten vast dan de verordening, namelijk 0 en 60 mg/kg.
4.
Wat de toevoeging van nitrieten aan vleesproducten betreft, zijn de Deense bepalingen dus stringenter dan Verordening (EG) nr. 1333/2008.
5.
Het Koninkrijk Denemarken is van mening dat, in tegenstelling tot Verordening (EG) nr. 1333/2008, de huidige Deense bepalingen volledig in overeenstemming zijn met het advies van de EFSA (6) dat stelt dat het in het algemeen mogelijk is om al met 50 mg/kg aan toegevoegde nitrieten veilige vleesproducten te produceren.Voorts wijst Denemarken erop dat door de lagere maximale toegevoegde hoeveelheden die in Denemarken gelden, het aan nitrosaminen verbonden risico, het belangrijkste punt van zorg voor Denemarken, verder wordt verkleind.
Denemarken benadrukt dat er, hoewel deze lagere hoeveelheden nitrieten die aan vleesproducten mogen worden toegevoegd reeds jaren van kracht zijn, nog nooit problemen zijn geweest met de conservering van de producten in kwestie, dat er in Denemarken zeer weinig gevallen van botulisme zijn in vergelijking met andere lidstaten, en dat het laatste geregistreerde geval van die ziekte dat door vleesproducten was veroorzaakt, dateert van vóór 1980.
Uit de meest recente door Denemarken verstrekte cijfers blijkt dat de ontwikkeling van de consumptiepatronen niet significant is veranderd. De consumptie van vlees door de Denen neemt niet toe en blijft stabiel, en dit geldt ook voor verwerkte vleeswaren die toegevoegde nitrieten bevatten. De invoer van vleesproducten uit andere lidstaten blijft toenemen, met enkele schommelingen.
6.
In 2014 heeft de Commissie een dossieronderzoek afgerond waarin de uitvoering door de lidstaten van de EU-regelgeving inzake nitrieten is gemonitord. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de antwoorden op een vragenlijst die aan alle lidstaten is bezorgd. Hieruit is gebleken dat, op enkele uitzonderingen na, de hoeveelheid nitrieten die doorgaans wordt toegevoegd aan niet-gesteriliseerde vleesproducten lager is dan de EU-maximumconcentratie, maar hoger dan de Deense niveaus. Er werd geconcludeerd dat de mogelijkheid om de huidige maximumgehalten voor nitrieten te herzien, nader moest worden onderzocht.De Commissie is daarom gestart met een ad-hoconderzoek, dat in januari 2016 is voltooid, naar het gebruik door de industrie van nitrieten in verschillende categorieën vleesproducten en de noodzaak daarvan, ook met het oog op de bescherming tegen Clostridium botulinum. Op basis van gegevens die zijn verzameld door middel van een literatuuronderzoek, een enquête en een workshop van deskundigen in het kader van dit onderzoek blijkt dat de huidige toegestane maximumgehalten voor nitrieten kunnen worden herzien.
Verder schrijft Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie (7) voor dat de EFSA de veiligheid van het gebruik van nitrieten moet herbeoordelen. De EFSA heeft op 15 juni 2017 een advies uitgebracht over de herbeoordeling van kaliumnitriet (E 249) en natriumnitriet (E 250) als levensmiddelenadditieven (8). De EFSA heeft een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) van 0,07 mg nitriet-ion/kg lichaamsgewicht per dag afgeleid en verduidelijkt dat deze ADI voor de algemene bevolking niet wordt overschreden bij blootstelling aan nitriet als gevolg van het gebruik daarvan als levensmiddelenadditief, afgezien van een kleine overschrijding bij kinderen in het hoogste percentiel. Indien echter alle bronnen van blootstelling aan nitriet via de voeding samen zouden worden genomen (levensmiddelenadditieven, natuurlijke aanwezigheid en verontreiniging), zou de ADI bij zuigelingen, peuters en kinderen bij de gemiddelde blootstelling en bij alle leeftijdsgroepen bij de maximale blootstelling worden overschreden. De blootstelling aan endogene nitrosaminen werd beschouwd als weinig zorgwekkend, maar er was wel enige bezorgdheid over de blootstelling aan exogene nitrosaminen. In zijn advies merkt de EFSA tevens op dat meer onderzoek nodig is om onzekerheden en kennishiaten aan te pakken, en dat het niet mogelijk was om de nitrosaminen die het gevolg zijn van overeenkomstig de toegestane hoeveelheden toegevoegde nitrieten duidelijk te onderscheiden van de nitrosaminen die in de voedselmatrix worden aangetroffen als geen externe nitrieten zijn toegevoegd. In epidemiologische studies is er enig bewijs voor een verband tussen i) nitriet in voeding en maagkanker, en ii) de combinatie van nitriet plus nitraat uit verwerkt vlees en darmkanker, en er is bewijs voor een verband tussen voorgevormde N-nitrosodimethylamine en darmkanker.
Op basis van de conclusies van het dossieronderzoek onder de lidstaten, het ad-hoconderzoek over het gebruik van nitrieten door het bedrijfsleven, de herbeoordeling door de EFSA en de door Denemarken verstrekte gegevens kan de Commissie een mogelijke herziening van de maximumgehalten voor nitrieten verder overwegen. Deze herziening van de maximumgehalten voor nitrieten wordt momenteel besproken met de lidstaten.
7.
De Commissie zal deze kennisgeving behandelen overeenkomstig artikel 114, leden 4 en 6, VWEU. Bij artikel 114, lid 4, VWEU is bepaald dat wanneer een lidstaat, nadat de EU een harmonisatiemaatregel heeft genomen, het noodzakelijk acht zijn stringentere nationale bepalingen te handhaven die hun rechtvaardiging vinden in gewichtige eisen als bedoeld in artikel 36 VWEU of verband houdend met de bescherming van het milieu of het arbeidsmilieu, die lidstaat zowel van die bepalingen als van de redenen voor het handhaven ervan kennisgeeft aan de Commissie. Na de kennisgeving van de Deense bepalingen beschikt de Commissie over een termijn van zes maanden om deze goed te keuren of af te wijzen. Binnen deze termijn gaat de Commissie na of de handhaving van de Deense bepalingen gerechtvaardigd is door gewichtige eisen als bedoeld in artikel 36 of verband houdend met de bescherming van het milieu, en of deze bepalingen geen middel tot willekeurige discriminatie, verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten zijn of een onnodige en onevenredige hinderpaal voor de werking van de interne markt vormen.
8.
Wie opmerkingen over deze kennisgeving wenst te maken, moet deze binnen dertig dagen na de bekendmaking van deze mededeling toezenden aan de Commissie. Met opmerkingen die na deze termijn zijn verzonden, wordt geen rekening gehouden.
9.
Nadere informatie over de Deense kennisgeving kan worden verkregen bij:|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid |
|
DG SANTE — Eenheid E2 Technologieën voor Voedselverwerking en Nieuwe Voedingsmiddelen |
|
Tel. +32 22976930 |
|
E-mail: SANTE-E2-Additives@ec.europa.eu |
(1) Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
(2) Bij Besluit (EU) 2018/702 van de Commissie was een vergunning voor drie jaar toegestaan.
(3) Richtlijn 2006/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 10).
(4) Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (PB L 61 van 18.3.1995, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 1129/2011 van de Commissie van 11 november 2011 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad door opstelling van een EU-lijst van levensmiddelenadditieven (PB L 295 van 12.11.2011, blz. 1).
(6) EFSA Journal (2003) 14, 1-31, De invloed van nitrieten/nitraten op de microbiologische veiligheid van vleesproducten.
(7) Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van een programma voor de herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 19).
(8) EFSA Journal 2017;15(6):4786
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10141 — Sanacorp Pharmahandel/Leopold Fiebig and Gerda Nückel)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/08)
1.
Op 1 februari 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
Leopold Fiebig GmbH & Co. KG (Duitsland); |
|
— |
Gerda Nückel GmbH (Duitsland); |
|
— |
Sanacorp Pharmahandel GmbH (Duitsland), die onder uiteindelijke zeggenschap staat van Astera S.A. (Frankrijk) en Sanacorp eG Pharmazeutische Großhandlung (Duitsland). |
Sanacorp Pharmahandel GmbH verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over Leopold Fiebig GmbH & Co. KG en Gerda Nückel GmbH.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
Sanacorp Pharmahandel GmbH: full-service groothandelaar in farmaceutische producten op de Duitse markt; |
|
— |
Leopold Fiebig GmbH & Co. KG: full-service groothandelaar in farmaceutische producten, gevestigd in Rheinstetten en operationeel in Midden- en Zuid-Duitsland; |
|
— |
Gerda Nückel GmbH: beherend vennoot van Leopold Fiebig GmbH & Co. KG. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10141 — Sanacorp Pharmahandel/Leopold Fiebig and Gerda Nückel
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
|
10.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 47/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10123 - PPG/Tikkurila)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 47/09)
1.
Op 3 februari 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
|
— |
PPG Industries, Inc. (“PPG”, Verenigde Staten); |
|
— |
Tikkurila Oyj (“Tikkurila”, Finland). |
PPG verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Tikkurila.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:|
— |
PPG: wereldwijde productie en verkoop van coatings en speciale materialen; |
|
— |
Tikkurila: productie en verkoop van decoratieve en industriële coatings. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10123 — PPG/Tikkurila
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Concurrentie |
|
Griffie voor concentraties |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).