BESLUIT VAN DE RAAD

van 25 mei 2020

tot vaststelling van het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

(2020/C 178 I/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 44,

Overwegende hetgeen volgt:

—	De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld op 27 november 2019 (2).

—	De Commissie heeft op 30 april 2020 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2020.

—

Het is van belang ruimte te bieden voor een snelle goedkeuring van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2020, zodat steun uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie kan worden vrijgemaakt voor de betrokken, door natuurrampen getroffen lidstaten, mede met het oog op de COVID-19-situatie die de financiën van die lidstaten reeds extra onder druk zet. Daarom is het gerechtvaardigd om, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het reglement van orde van de Raad, de periode van acht weken voor het op de hoogte stellen van de nationale parlementen, zoals bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1, in te korten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

---

(1)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(2)  PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1.