ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 83

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

63e jaargang
13 maart 2020


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 83/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9665 — General Real Estate/Apleona Real Estate/Property Management JV) ( 1 )

1

2020/C 83/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9590 — Oaktree/RAFI) ( 1 )

2

2020/C 83/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9740 — ISQ/Rubis/Rubis Terminal) ( 1 )

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 83/04

Wisselkoersen van de euro — 12 maart 2020

4

2020/C 83/05

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 april 2020 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 ( PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1 ))

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2020/C 83/06

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

6

2020/C 83/07

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Bestwina-Czechowice

10

2020/C 83/08

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Pyrzyce

21

2020/C 83/09

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Żabowo

32

2020/C 83/10

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Złoczew

44

2020/C 83/11

Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Królówka

56


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2020/C 83/12

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9755 — MAIF 2/PSP/AirTrunk) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

69

2020/C 83/13

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9747 — Lagardère Travel Retail/BTA/JV) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

71

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2020/C 83/14

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

73

2020/C 83/15

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

77


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9665 — General Real Estate/Apleona Real Estate/Property Management JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 83/01)

Op 5 maart 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9665. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9590 — Oaktree/RAFI)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 83/02)

Op 11 december 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9590. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9740 — ISQ/Rubis/Rubis Terminal)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 83/03)

Op 6 maart 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9740. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/4


Wisselkoersen van de euro (1)

12 maart 2020

(2020/C 83/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1240

JPY

Japanse yen

116,84

DKK

Deense kroon

7,4727

GBP

Pond sterling

0,88623

SEK

Zweedse kroon

10,8945

CHF

Zwitserse frank

1,0549

ISK

IJslandse kroon

148,64

NOK

Noorse kroon

11,3682

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,203

HUF

Hongaarse forint

338,37

PLN

Poolse zloty

4,3599

RON

Roemeense leu

4,8213

TRY

Turkse lira

7,0361

AUD

Australische dollar

1,7674

CAD

Canadese dollar

1,5524

HKD

Hongkongse dollar

8,7466

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8173

SGD

Singaporese dollar

1,5779

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 359,40

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

18,4447

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8877

HRK

Kroatische kuna

7,6000

IDR

Indonesische roepia

16 434,00

MYR

Maleisische ringgit

4,7944

PHP

Filipijnse peso

57,645

RUB

Russische roebel

84,0284

THB

Thaise baht

35,586

BRL

Braziliaanse real

5,5081

MXN

Mexicaanse peso

24,8028

INR

Indiase roepie

83,4680


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/5


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 april 2020 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

(2020/C 83/05)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 64 van 27.2.2020, blz. 16.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.4.2020

-0,31

-0,31

0,00

-0,31

2,25

-0,31

-0,05

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

0,26

0,40

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

1,84

-0,31

3,21

0,26

-0,31

-0,31

0,94

1.3.2020

31.3.2020

-0,31

-0,31

0,00

-0,31

2,25

-0,31

-0,05

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

0,26

0,30

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

1,84

-0,31

3,21

0,26

-0,31

-0,31

0,94

1.2.2020

29.2.2020

-0,31

-0,31

0,00

-0,31

2,25

-0,31

-0,07

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

0,26

0,30

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

1,84

-0,31

3,21

0,18

-0,31

-0,31

0,94

1.1.2020

31.1.2020

-0,31

-0,31

0,00

-0,31

2,25

-0,31

-0,12

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

0,26

0,30

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

-0,31

1,84

-0,31

3,21

0,11

-0,31

-0,31

0,94


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/6


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/06)

Kennisgeving van een concessieaanvraag voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49ec, lid 2, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd)

2.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; speciale uitgave in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Informatie over de indiening van concessieaanvragen

Bij de uitbestedende autoriteit is een concessieaanvraag ingediend voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Lubycza Królewska”.

2)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Lubycza Królewska”, deel van concessieblokken 359, 379, 380 en 400.

3)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL‐1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

301 500,83

806 150,65

2

302 437,73

807 201,96

3

305 929,52

811 824,28

4

303 415,49

814 790,78

5

280 479,47

828 419,49

langs de staatsgrens

6

273 128,78

822 130,05

7

280 963,52

818 796,91

8

289 140,35

813 815,29

9

298 418,29

808 664,90

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied is 258,22 km2.

Administratieve locatie:

Provincie Lubelskie, district Tomaszów Lubelski: de landelijke gemeenten Bełżec, Jarczów, Tarnawatka en Tomaszów Lubelski, de stedelijk/landelijke gemeente Lubycza Królewska, en de stadsgemeente Tomaszów Lubelski

Provincie Podkarpackie, district Lubaczów: de landelijke gemeente Horyniec Zdrój

4)   Uiterste datum voor de indiening van concessieaanvragen door andere entiteiten die geïnteresseerd zijn in de activiteiten waarvoor de concessie wordt verleend, minimaal 90 dagen na de datum van bekendmaking van de kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie

De concessieaanvragen moeten uiterlijk om 12.00 uur Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het Ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

5)   Beoordelingscriteria voor de concessieaanvragen en specificatie van hun weging, vastgesteld met het oog op artikel 49k, leden 1, 1a en 3, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek

Ontvangen aanvragen zullen aan de hand van de volgende criteria worden beoordeeld:

30 %

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen;

20 %

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

5 %

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, ‐technologieën en ‐methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

AFDELING IV: AANVULLENDE INFORMATIE

IV.1)   Aanvragen moeten naar het volgende adres worden gestuurd

Ministerstwo Klimatu (Ministerie van Klimaat)

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych (departement Geologie en Mijnbouwconcessies)

ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

IV.2)   Informatie te verkrijgen op

de website van het Ministerie van Klimaat: https://www.gov.pl/web/klimat

en van het Departament Geologii i Koncesji Geologicznych (departement Geologie en Mijnbouwconcessies)

Ministerstwo Klimatu (Ministerie van Klimaat)

ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

E-mail: dgk@mos.gov.pl

IV.3)   Kwalificatiebesluit

Aanvragen voor concessies kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 17, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek.

IV.4)   Minimumvergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Lubycza Królewska” gedurende de basisperiode van vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase bedraagt 57 838,70 PLN (zevenenvijftigduizend achthonderdachtendertig zloty en zeventig grosz) per jaar. De jaarlijkse vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik met het oog op de prospectie en exploratie van delfstoffen wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, cumulatief vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van de overeenkomst tot het jaar voorafgaande aan de datum van betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in de Monitor Polski (het Poolse Staatsblad).

IV.5)   Gunning van de concessie en vaststelling van het vruchtgebruik voor mijnbouw

De uitbestedende autoriteit zal, nadat zij de op grond van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek vereiste adviezen of overeenkomsten heeft ontvangen, concessies verlenen voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen:

1)

aan de entiteit die de concessieaanvraag indient die de hoogste score heeft gekregen, of

2)

wanneer een door verschillende entiteiten gezamenlijk ingediende concessieaanvraag de hoogste score heeft gekregen, aan de partijen bij een samenwerkingsovereenkomst, nadat die overeenkomst bij de uitbestedende autoriteit is ingediend;

zij zal verder geen concessies verlenen aan andere entiteiten (artikel 49ee, lid 1, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek).

De uitbestedende autoriteit zal een contract betreffende het recht van vruchtgebruik sluiten met de entiteit die de concessieaanvraag heeft ingediend en die de hoogste score heeft gehaald, en, wanneer een concessieaanvraag die door verschillende entiteiten gezamenlijk is ingediend, de hoogste score heeft gehaald, met alle entiteiten die de gezamenlijke aanvraag hebben ingediend (artikel 49ee, lid 2, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek). Om activiteiten te kunnen uitvoeren in verband met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen in Polen, moet een marktdeelnemer over zowel het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw als een concessie beschikken.

IV.6)   Vereisten voor concessieaanvragen en vereiste documenten van aanvragers

In artikel 49eb van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek is vastgesteld uit welke delen de concessieaanvraag moet bestaan.

Met het oog op de geologische werkzaamheden moet worden vastgesteld welke leeftijd de geologische formaties hebben (geologisch doel) waarin de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd.

IV.7)   Minimumcategorie voor de exploratie van bronnen

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen in het gebied “Lubycza Królewska”.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/10


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/07)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Bestwina-Czechowice”

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, item 1171).

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; speciale uitgave in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Bestwina-Czechowice”, deel van concessieblokken 410 en 411.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied dat onder de openbare aanbesteding valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL‐1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

1992 coördinatenstelsel

X

Y

1

229 422,37

493 418,39

2

229 341,87

499 174,04

3

229 313,02

499 187,43

4

229 289,57

500 124,17

5

226 858,38

500 124,08

6

226 943,36

507 622,42

7

222 293,28

507 622,86

8

222 190,12

494 662,22

9

222 153,81

493 303,33

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 83,25 km2.

De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 2 500 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de devoon-, carboon- en mioceenformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12.00 uur Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het Ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Inschrijvingen zullen aan de hand van de volgende criteria door het evaluatiepanel voor inschrijvingen worden beoordeeld:

30 % - toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %- toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen;

20 %- financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %- de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %- technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, ‐technologieën en ‐methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden)

5 %- rvaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie

Bij het indienen van een inschrijving hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij het recht heeft om geologische informatie te gebruiken.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten

De activiteiten in het kader van de concessie beginnen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties

Uitvoering, verwerking en interpretatie of herverwerking en herinterpretatie van 30 km aan geofysische onderzoeken — 2D seismische onderzoeken of 15 km2 aan geofysische onderzoeken — 3D seismische onderzoeken.

Boring van een boorgat tot een maximale diepte van 2 500 m.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend,

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen

De geofysische onderzoeken of de herverwerking of herinterpretatie van geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van het boorgat) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Bestwina-Czechowice” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 18 647,17 PLN (voluit geschreven: achttienduizend zeshonderdzevenenveertig zloty en zeventien grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende toelichting

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging mag een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit om uitleg over de specificaties voor de offertes vragen. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de uitleg in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar Informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Pakiet danych geologiscznych do postepowania przetargowego — obszar przetargowy Bestwina-Czechowice (Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure — gebied Bestwina-Czechowice), dat beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat (https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/czwarta-runda-przetargow-2019/) en bij het

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych (departement Geologie en Mijnbouwconcessies)

Ministerstwo Klimatu (Ministerie van Klimaat]

ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


BIJLAGE

OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Bestwina-Czechowice” (deel van concessieblokken 410 en 411), hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, ………, hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … overeenkomstig KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd.

luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de gemeenten Czechowice-Dziedzice, Jasienica, Bestwina, Wilamowice and Goczałkowice-Zdrój en de stad Bielsko-Biała in de provincie Śląskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 9 met de volgende coördinaten in het PL‐1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

229 422,37

493 418,39

2

229 341,87

499 174,04

3

229 313,02

499 187,43

4

229 289,57

500 124,17

5

226 858,38

500 124,08

6

226 943,36

507 622,42

7

222 293,28

507 622,86

8

222 190,12

494 662,22

9

222 153,81

493 303,33

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 2 500 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Bestwina-Czechowice” (deel van concessieblokken 410 en 411).

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de miocene en paleozoïsche formaties (carboon, devoon) activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen;

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de miocene en paleozoïsche (carbonische, devonische) formaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 83,25 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, behoudens de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

behoudens de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punt 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Financiën bij de bank … (naam van de bank), met bankrekeningnummer: …, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie in het gebied Bestwina-Czechowice”.

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in paragraaf 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4 de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat het Ministerie van Financiën binnen 30 dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele straf van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

… (adres).

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

… (adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor de minister van Milieu).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/21


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/08)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Pyrzyce”

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd).

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, item 1171).

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale uitgave in het Pools: Hoofdstuk 6, Deel 2, blz. 262).

AFDELING II: EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Pyrzyce”, deel van concessieblok 142 en een deel van concessieblok 162.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied dat onder de openbare aanbesteding valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

1992 coördinatenstelsel

X

Y

1

607760,99

199928,41

2

605776,69

233253,30

3

570804,18

231298,33

4

572915,76

197736,11

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 1171,72 km2.

De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 4 200 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de carboon- en permformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Inschrijvingen zullen aan de hand van de volgende criteria door het evaluatiepanel voor inschrijvingen worden beoordeeld:

30 %

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen.

20 %

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie

Bij het indienen van een inschrijving hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij het recht heeft om geologische informatie te gebruiken.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten

De activiteiten in het kader van de concessie beginnen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties

Uitvoering, verwerking en interpretatie of herverwerking en herinterpretatie van 50 km aan geofysische onderzoeken — 2D seismische onderzoeken of 25 km2 aan geofysische onderzoeken — 3D seismische onderzoeken.

Boring van een boorgat tot een maximale diepte van 4 200 m.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend,

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen

De geofysische onderzoeken of de herverwerking of herinterpretatie van geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Pyrzyce” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 262 453,56 PLN (voluit geschreven: tweehonderdtweeënzestigduizend vierhonderddrieënvijftig zloty en zesenvijftig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV: ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende toelichting

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging mag een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit om uitleg over de specificaties voor de offertes vragen. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de uitleg in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Pakiet danych geologicznych do postepowania przetargowego — obszar przetargowy Pyrzyce (Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure — gebied Pyrzyce), dat beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat (https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/czwarta-runda-przetargow-2019/ ) en bij het

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu [Ministerie van Klimaat]

ul. Wawelska 52/54

00-922 Warschau/Warsaw

POLEN/POLAND

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


BIJLAGE

OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Pyrzyce” (concessieblok 142 en een deel van concessieblok 162), hierna “de overeenkomst” genoemd,

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, ………, hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

(naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … overeenkomstig KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd.

luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de gemeenten Stare Czarnowo, Widuchowa, Banie, Nowogródek Pomorski, Przelewice, Warnice, Bielice, Kozielice en Stargard en de stedelijke/landelijke gemeenten Chojna, Trzcińsko Zdrój, Gryfino, Myślibórz, Lipiany en Pyrzyce in de provincie Zachodniopomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1) tot en met 4) met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

607760,99

199928,41

2

605776,69

233253,30

3

570804,18

231298,33

4

572915,76

197736,11

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 4 200 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Pyrzyce” (concessieblok 142 en een deel van concessieblok 162).

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de permformaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 1 171,72 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, behoudens de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

behoudens de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 2, punten 3 en 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Financiën bij de bank … (naam van de bank), met bankrekeningnummer: …, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie in het gebied Pyrzyce”.

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in paragraaf 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4 de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele straf van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

… (adres),

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

… (adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor de minister van Milieu).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/32


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/09)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Żabowo”

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, item 1171)

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; speciale uitgave in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00‐922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 22 3692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Żabowo”, deel van concessieblokken 83 en 103.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied dat onder de openbare aanbesteding valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL‐1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

1992 coördinatenstelsel

X

Y

1

673 948,18

266 614,09

2

669 360,76

269 798,54

3

643 263,52

268 511,84

4

645 106,88

235 462,62

5

661 436,72

236 382,04

6

661 143,42

240 603,82

7

664 525,57

238 976,42

8

664 755,54

236 443,29

9

675 598,09

237 055,20

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 990,32 km2.

De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 6 000 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de permformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12.00 uur Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het Ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Inschrijvingen zullen aan de hand van de volgende criteria door het evaluatiepanel voor inschrijvingen worden beoordeeld:

30 %

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen;

20 %

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, ‐technologieën en ‐methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie

Bij het indienen van een inschrijving hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij het recht heeft om geologische informatie te gebruiken.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten

De activiteiten in het kader van de concessie beginnen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties

Uitvoering, verwerking en interpretatie of herverwerking en herinterpretatie van 90 km aan geofysische onderzoeken — 2D seismische onderzoeken of 45 km2 aan geofysische onderzoeken — 3D seismische onderzoeken.

Boring van een boorgat tot een maximale diepte van 6 000 m.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend;

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen

De geofysische onderzoeken of de herverwerking of herinterpretatie van geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Żabowo” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 221 821,78 PLN (voluit geschreven: tweehonderdeenentwintigduizend achthonderdeenentwintig zloty en achtenzeventig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV: ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende toelichting

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging mag een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit om uitleg over de specificaties voor de offertes vragen. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de uitleg in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar Informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Pakiet danych geologicznych do postepowania przetargowego — obszar przetargowy Żabowo (Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure — gebied Żabowo), dat beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat (https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/czwarta-runda-przetargow-2019/) en bij het

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych (departement Geologie en Mijnbouwconcessies)

Ministerstwo Klimatu (Ministerie van Klimaat)

ul. Wawelska 52/54

00‐922 Warszawa/Warschau

POLSKA/POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


BIJLAGE

OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Żabowo” (deel van concessieblokken 83 en 103), hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, …………, hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

(naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … overeenkomstig KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd.

luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de gemeenten Radowo Małe en Osina en de stedelijke/landelijke gemeenten Maszewo, Nowogard, Płoty, Golczewo, Gryfice, Dobra, Łobez, Resko en Węgorzyno in de provincie Zachodniopomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 9 met de volgende coördinaten in het PL‐1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

673 948,18

266 614,09

2

669 360,76

269 798,54

3

643 263,52

268 511,84

4

645 106,88

235 462,62

5

661 436,72

236 382,04

6

661 143,42

240 603,82

7

664 525,57

238 976,42

8

664 755,54

236 443,29

9

675 598,09

237 055,20

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 6 000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Żabowo” (deel van concessieblokken 83 en 103).

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen;

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de permformaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 990,32 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, behoudens de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN …. (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN …. (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN …. (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN …. (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik,

behoudens de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 3, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punt 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Financiën bij de bank … (naam van de bank), met bankrekeningnummer: …, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie in het gebied Żabowo”.

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in paragraaf 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4 de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat het Ministerie van Financiën binnen 30 dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele straf van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

… (adres)

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

… (adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor de minister van Milieu).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/44


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/10)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Złoczew”

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, item 1171).

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale uitgave in het Pools: Hoofdstuk 6, Deel 2, blz. 262)

AFDELING II: EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Złoczew”, deel van concessieblokken 270 en 290.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied dat onder de openbare aanbesteding valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

422699,68

465433,21

2

422598,89

480146,84

3

415125,67

477759,62

4

402260,28

486821,61

5

394857,71

500000,00

6

387287,14

500000,00

7

387359,94

478635,54

8

400377,34

465280,57

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 702,48 km2. De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 3 500 m onder zeeniveau.

Van bovengenoemd gebied is uitgesloten: een gebied dat aan de bovenzijde is begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde door het vlak op een diepte van 170 m onder zeeniveau, binnen de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

387345,52

482868,43

2

393675,46

482954,71

3

393824,86

472002,97

4

387359,94

478635,54

Het doel van de werkzaamheden die in de carboon- en permformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Inschrijvingen zullen aan de hand van de volgende criteria door het evaluatiepanel voor inschrijvingen worden beoordeeld:

30 %

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen.

20 %

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie

Bij het indienen van een inschrijving hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij het recht heeft om geologische informatie te gebruiken.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten

De activiteiten in het kader van de concessie beginnen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties

Uitvoering, verwerking en interpretatie of herverwerking en herinterpretatie van 200 km aan geofysische onderzoeken — 2D seismische onderzoeken of 100 km2 aan geofysische onderzoeken — 3D seismische onderzoeken.

Boring van een boorgat tot een maximale diepte van 3 500 m, met verplichte kernboring van bemonsteringsintervallen.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend,

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen

De geofysische onderzoeken of de herverwerking of herinterpretatie van geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Złoczew” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 157 348,50 PLN (voluit geschreven: honderzevenenvijftigduizend driehonderachtenveertig zloty en vijftig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV: ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende toelichting

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging mag een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit om uitleg over de specificaties voor de offertes vragen. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de uitleg in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Pakiet danych geologicznych do postepowania przetargowego — obszar przetargowy Złoczew (Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure — gebied Złoczew), dat beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat (https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/czwarta-runda-przetargow-2019/) en bij het

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu [Ministerie van Klimaat]

ul. Wawelska 52/54

00-922 Warschau

POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


BIJLAGE

OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Złoczew”, hierna “de overeenkomst” genoemd,

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, …, hierna …,…,“het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

(naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … overeenkomstig KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd.

luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de gemeenten Rusiec, Widawa, Brąszewice, Brzeźnio, Burzenin, Sieradz, Wróblew, Konopnica en Ostrówek, de stedelijke/landelijke gemeenten Błaszki, Warta en Złoczew en de stad Sieradz in de provincie Łódzkie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten (1) tot en met (8) met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

422699,68

465433,21

2

422598,89

480146,84

3

415125,67

477759,62

4

402260,28

486821,61

5

394857,71

500000,00

6

387287,14

500000,00

7

387359,94

478635,54

8

400377,34

465280,57

stelt hierbij het recht van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 3 500 m, met uitzondering van een gebied dat aan de bovenzijde wordt begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderkant door een vlak op een diepte van 170 m onder zeeniveau met de volgende coördinaten in het PL-1992 coördinatenstelsel:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

387345,52

482868,43

2

393675,46

482954,71

3

393824,86

472002,97

4

387359,94

478635,54

op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Złoczew”.

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de carboon- en permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de carboon- en permformaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 702,48 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, behoudens de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

behoudens de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 2, punten 3 en 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Financiën bij de bank … (naam van de bank), met bankrekeningnummer: …, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie in het gebied Złoczew”.

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in paragraaf 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4 de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele straf van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

… (adres),

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

… (adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor de minister van Milieu).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/56


Mededeling van de regering van de Republiek Polen betreffende Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2020/C 83/11)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Królówka”

AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, item 1171)

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale uitgave in het Pools: Hoofdstuk 6, Deel 2, blz. 262)

AFDELING II: EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Królówka”, deel van concessieblokken 393 en 413.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd

Het gebied dat onder de openbare aanbesteding valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

1992 coördinatenstelsel

X

Y

1

219222,83

593635,80

2

219097,84

585896,39

3

230574,94

585908,57

4

230387,33

586612,41

5

230129,81

587578,58

6

230695,48

588000,81

7

231480,47

587931,12

8

231722,24

587909,65

9

232471,03

593346,94

10

231307,28

593379,29

11

231483,34

599704,92

12

232886,19

599665,94

13

232987,60

601605,37

14

235643,89

601614,75

15

238239,18

593185,13

16

238495,59

597181,46

17

240244,08

603139,26

18

232835,11

603321,97

19

224314,01

603486,16

20

224307,00

594218,00

21

224312,00

593148,00

22

223753,00

592883,00

23

222376,00

593612,00

behalve het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

24

231205,68

593057,09

25

229896,05

590812,71

26

229522,45

591422,53

27

228259,24

592785,91

28

227577,81

593473,94

29

227414,69

594478,02

30

227631,19

595471,97

31

228047,61

596090,68

32

228616,59

594935,78

33

228919,08

594657,77

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 188,75 km2.

De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 4 500 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de precambrium, devoon-, carboon-, jura- en mioceenformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het ministerie van Klimaat, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Inschrijvingen zullen aan de hand van de volgende criteria door het evaluatiepanel voor inschrijvingen worden beoordeeld:

30 %

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 %

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen.

20 %

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en de toepassing ervan in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie

Bij het indienen van een inschrijving hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij het recht heeft om geologische informatie te gebruiken.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten

De activiteiten in het kader van de concessie beginnen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties

Boring van twee boorgaten tot een maximale diepte van 4 500 m.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend,

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Królówka” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 42 278,11 PLN (voluit geschreven: tweeënveertigduizend tweehonderdachtenzeventig zloty en elf grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende toelichting

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging mag een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit om uitleg over de specificaties voor de offertes vragen. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de uitleg in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Pakiet danych geologiscznych do postepowania przetargowego — obszar przetargowy Królówka (Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure — gebied Królówka), dat beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat (https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/czwarta-runda-przetargow-2019/) en bij het

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu [Ministry van Klimaat]

ul. Wawelska 52/54

00-922 Warschau/Warsaw

POLEN/POLAND

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


BIJLAGE

OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Królówka” (deel van concessieblokken 393 en 413), hierna “de overeenkomst” genoemd,

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, …, …, …,… hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

(naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … overeenkomstig KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd.

luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de gemeenten Bochnia, Drwinia, Łapanów, Trzciana, Raciechowice, Gdów en Kłaj, de stedelijke/landelijke gemeente Nowy Wiśnicz en de stad Bochnia in de provincie Małopolskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten (1) tot en met (33) met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

219222,83

593635,80

2

219097,84

585896,39

3

230574,94

585908,57

4

230387,33

586612,41

5

230129,81

587578,58

6

230695,48

588000,81

7

231480,47

587931,12

8

231722,24

587909,65

9

232471,03

593346,94

10

231307,28

593379,29

11

231483,34

599704,92

12

232886,19

599665,94

13

232987,60

601605,37

14

235643,89

601614,75

15

238239,18

593185,13

16

238495,59

597181,46

17

240244,08

603139,26

18

232835,11

603321,97

19

224314,01

603486,16

20

224307,00

594218,00

21

224312,00

593148,00

22

223753,00

592883,00

23

222376,00

593612,00

behalve het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

24

231205,68

593057,09

25

229896,05

590812,71

26

229522,45

591422,53

27

228259,24

592785,91

28

227577,81

593473,94

29

227414,69

594478,02

30

227631,19

595471,97

31

228047,61

596090,68

32

228616,59

594935,78

33

228919,08

594657,77

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 4 500 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Królówka” (deel van concessieblokken 393 en 413).

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de miocene, mesozoïsche (jura-), paleozoïsche (carboon, devoon, cambrisch) en precambrische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de miocene, mesozoïsche (jura-), paleozoïsche (carboon, devoon, cambrisch) en precambrische formaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 188,75 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad — Dziennik Ustaw — 2019, punt 868, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, behoudens de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het … (schrijf het rangtelwoord voluit) jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

behoudens de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 2, punten 3 en 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Financiën bij de bank … (naam van de bank), met bankrekeningnummer: …, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld — “Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie in het gebied Królówka”.

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in paragraaf 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4 de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele straf van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

… (adres).

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

… (adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor de minister van Milieu).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/69


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9755 — MAIF 2/PSP/AirTrunk)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 83/12)

1.   

Op 5 maart 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Macquarie Asia Infrastructure Investments 2 Pte Ltd (“MAIF2”, Singapore) die onder zeggenschap staat van Macquarie Group Limited (“Macquarie Group”, Australië);

Public Sector Pension Investment Board (“PSP”, Canada);

AirTrunk Cayman Holding Trust (“AirTrunk”, Kaaimaneilanden).

MAIF2 en PSP verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van AirTrunk.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

MAIF2: investeringen in infrastructuur en activiteiten op het gebied van infrastructuur in Azië. MAIF2 maakt deel uit van de Macquarie Group, een wereldwijde aanbieder van bank-, financiële, beleggings- en fondsenbeheerdiensten;

PSP: beleggingsbeheerder voor verschillende Canadese pensioenregelingen die een gediversifieerde wereldwijde portefeuille beheert bestaande uit aandelen, obligaties en andere vastrentende effecten, alsook beleggingen in private equity, vastgoed, infrastructuur, natuurlijke hulpbronnen en kredietbeleggingen;

AirTrunk: datacenterspecialist die een platform creëert voor klanten van de cloud, content en grote ondernemingen in de hele regio Azië/Stille Oceaan. AirTrunk exploiteert momenteel twee datacentercampussen in Australië, Sydney en Melbourne en ontwikkelt nog twee datacentercampussen in Singapore en Hongkong.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9755 — MAIF 2/PSP/AirTrunk

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/71


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9747 — Lagardère Travel Retail/BTA/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 83/13)

1.   

Op 6 maart 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Lagardère Travel Retail S.A.S. (“Lagardère”, Frankrijk), die deel uitmaakt van de groep Lagardère (Frankrijk);

BTA Havalimanlari Yiyecek Ve Icecek Hizmetleri A.S. (“BTA”, Turkije), die deel uitmaakt van de groep Aéroports de Paris (“ADP”, Frankrijk).

Lagardère en BTA verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over een gemeenschappelijke onderneming (JV) die momenteel wordt opgericht in Jordanië.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Lagardère: verzorgt retail- en cateringdiensten voor de reizigers. Lagardère is momenteel actief in 39 landen over de hele wereld, waaronder Europa en het Midden-Oosten. Lagardère is een indirecte volle dochteronderneming van Lagardère SCA, de uiteindelijke moedermaatschappij van de Franse Lagardère-groep met beursnotering aan de Paris Stock Exchange;

BTA: verzorgt voedsel- en drankvoorzieningen op luchthavens en op scheepvaartverbindingen in negen landen in Europa en het Midden-Oosten. Zij maakt deel uit van het concern Aéroport de Paris SA, gevestigd in Frankrijk en beursgenoteerd aan de Paris Stock Exchange;

Nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming: beheert concessies voor retail- en cateringdiensten voor reizigers op luchthavens in Jordanië, met name op Queen Alia International Airport in Amman.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9747 — Lagardère Travel Retail/BTA/JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/73


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 83/14)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Coteaux d’Aix-en-Provence”

Referentienummer: PDO-FR-A0159-AM03

Datum van de mededeling: 20 december 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Afbakening van het geografische gebied en van het gebied in de onmiddellijke nabijheid

In punt IV van het productdossier is een verwijzing opgenomen naar de officiële geografische code van 2019 ter verduidelijking van de lijst van gemeenten die het geografische gebied en het gebied in de onmiddellijke nabijheid vormen.

Die verduidelijking is ook opgenomen in het enig document, onder “aanvullende voorwaarden”.

2.   Samenstelling van de wijngaard

In punt V van het productdossier is het secundaire druivenras caladoc noir N opgenomen in de lijst van wijndruivenrassen die zijn toegestaan voor de productie van rode wijnen en roséwijnen, na experimenten met dit druivenras in de oogstjaren 2005 tot en met 2017.

Het profiel van de AOC-wijnen blijft daardoor ongewijzigd. Caladoc noir N mag worden toegevoegd als secundair druivenras en mag niet meer dan 10 % van de samenstelling van de wijngaard uitmaken.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Coteaux d’Aix-en-Provence

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

De rode wijnen zijn evenwichtig en fruitig en komen volledig tot hun recht na twee à drie jaar rijping op fles. In de neus vertonen zij florale tonen, zoals van viooltjes, of plantaardige tonen die doen denken aan hooi, laurier of tabak, gevolgd door meer geëvolueerde nuances, zoals van kaneel en bont. De wijnen verkrijgen die kenmerken na een rijpingsperiode die minstens duurt tot 15 april van het jaar na de oogst. De wijnen worden hoofdzakelijk verkregen van de druivenrassen grenache N, mourvèdre N en syrah N, vaak in combinatie met cabernet sauvignon N en carignan N.

De roséwijnen zijn licht, soepel, fruitig en floraal en worden meestal jong gedronken. Zij worden hoofdzakelijk verkregen van de druivenrassen grenache N, cinsaut N en counoise N en hebben een mooie lichtroze kleur met heldere reflecties.

De witte wijnen worden verkregen van het druivenras vermentino B, gewoonlijk in combinatie met ugni blanc B en clairette B. Het zijn frisse wijnen met florale en fruitige toetsen.

De wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 11 % vol.

Bij het bottelen hebben de rode wijnen een appelzuurgehalte van maximaal 0,4 gram per liter.

De wijnen hebben na gisting een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) van hoogstens 4 g/l.

De niet-vermelde analytische kenmerken moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

 

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbouwpraktijken

a.   Essentiële oenologische procedés

Teeltwijze

Elke wijnstok beschikt over een grondoppervlak van maximaal 2,5 m2. Deze oppervlakte wordt verkregen door de afstand tussen de rijen te vermenigvuldigen met de afstand tussen de wijnstokken.

De afstand tussen de rijen bedraagt ten hoogste 2,5 meter en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij bedraagt ten minste 0,8 meter.

De wijnstokken worden kort gesnoeid (Gobelet-snoei of Royat-snoei). Elke wijnstok draagt maximaal acht vruchttakken met één of twee ogen.

De rassen cabernet sauvignon N, sauvignon B, sémillon B en syrah N mogen worden gesnoeid in Guyot-snoei, met ten hoogste acht ogen per tak.

Irrigatie kan worden toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel D. 645-5 van het wetboek landbouw en zeevisserij.

Specifiek oenologisch procedé

Bij de bereiding van de roséwijnen mag voor most en jonge wijnen die na de persing nog aan het gisten zijn, houtskool voor oenologische doeleinden worden gebruikt bij ten hoogste 20 % van de hoeveelheid roséwijnen die de betrokken wijnmaker voor de betrokken oogst bereidt, in een maximale dosering van 60 gram per hectoliter.

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

b.   Maximale opbrengsten

60 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De druivenoogst, de vinificatie en de bereiding van de wijnen moeten plaatsvinden op het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2019):

In het departement Bouches-du-Rhône: Aix-en-Provence, Alleins, Aurons, La Barben, Les Baux-de-Provence, Berre-l’Etang, Charleval, Châteauneuf-les-Martigues, Cornillon-Confoux, Coudoux, Eguilles, Ensuès-la-Redonne, Eygalières, Eyguières, La Fare-les-Oliviers, Fontvielle, Gignac-la-Nerthe, Istres, Jouques, Lamanon, Lambesc, Lançon-Provence, Mallemort, Martigues, Maussane-les-Alpilles, Meyrargues, Mouriès, Paradou, Pelissanne, Peyrolles-en-Provence, Port-de-Bouc, Le Puy-Sainte-Réparade, Rognac, Rognes, Saint-Cannat, Saint-Chamas, Saint-Estève-Janson, Saint-Etienne-du-Grès, Saint-Marc-Jaumegarde, Saint-Mitre-les-Remparts, Saint-Rémy-de-Provence, Salon-de-Provence, Vauvenargues, Velaux, Venelles, Ventabren, Vernègues;

In het departement Var: Artigues, Rians.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

 

Ugni blanc B

 

Cinsaut N - Cinsault

 

Counoise N

 

Grenache N

 

Mourvèdre N - Monastrell

 

Syrah N - Shiraz

 

Vermentino B - Rolle

 

Clairette B

 

Grenache blanc B

 

Sauvignon B - Sauvignon blanc

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De beschermde oorsprongsbenaming “Coteaux d’Aix-en-Provence” wordt geproduceerd in het westelijke deel van de kalkrijke Basse-Provence, van de Durance in het noorden tot aan de Middellandse Zee in het zuiden, en van de Rhônevallei in het westen tot de Montagne Sainte-Victoire in het oosten. Het BOB-gebied bestaat meer specifiek uit 47 gemeenten in het departement Bouches-du-Rhône en twee gemeenten in het departement Var.

De wijnbouw vindt plaats ofwel op formaties van krijtachtige mergelsteen met stenige klei-leembodems ofwel op formaties van molasse en zandsteen met zeer zanderige bodems of stenige zand-leembodems. Hoewel het landschap zich uitstrekt van de kust tot aan het noorden van de Montagne Sainte-Victoire, heeft het een uniforme, karakteristieke morfologie, met een opeenvolging van lage bergen en depressies, met lithologische formaties en vergelijkbare bodems.

Binnen het nauwkeurig afgebakende perceelgebied voor de druivenoogst wordt een onderscheid gemaakt tussen percelen met stenige klei-leembodems op mergel en percelen met zeer zanderige of stenige zand-leembodems op molasse en zandsteen. De talrijke stenen in de bodem beschermen tegen verdamping en tegelijkertijd bevorderen zij de afwatering, waardoor zij essentieel zijn voor de waterhuishouding van de wijnstokken.

De percelen met bodems op mergel zijn bijzonder geschikt voor de productie van vette wijnen met een hoog alcoholgehalte, met veel aromatische rijkdom en een tanninestructuur die een mooi rijpingspotentieel biedt.

De percelen met zanderige bodems op molasse en zandsteen zijn meer geschikt voor het verkrijgen van lichte en fruitige wijnen met een lager alcoholgehalte.

Het mediterrane klimaat met veel zonneschijn, veel warmte en een goede ventilatie door de mistral is bijzonder gunstig voor de ontwikkeling van een veeleisend wijnstokrassenbestand, dat door de generaties heen werd aangepast en dat de wijnen kwaliteit en identiteit verschaft. Zo zorgt de druivensoort grenache N voor een hoog alcoholgehalte en een volle smaak, verschaft cinsaut N finesse en elegantie, staat syrah N voor fruitige aroma’s en maakt mourvèdre N de wijnen geschikt om te bewaren.

Zoals in de hele Provence wordt in het geografische gebied al meer dan 2 000 jaar aan wijnbouw gedaan. In Aix-en-Provence zouden al in de eerste eeuw v.C. veel wijngaarden aanwezig zijn geweest. Naast de teelt van olijven en graan is de wijnbouw kenmerkend voor de mediterrane landbouw.

De eerste ontwikkelingsfase dateert uit de Romeinse tijd, waarna in de middeleeuwen ook aan handel werd gedaan via religieuze congregaties. Onder invloed van koning René d’Anjou, graaf van de Provence, is de bekendheid van deze wijnen en het wijnbouwareaal sinds de 15e eeuw sterk toegenomen. De wijnbouw hield stand en schakelde nog een versnelling hoger in het midden van de 19e eeuw, toen ook de heuvels meer en meer werden bebouwd. Deze uitbreiding van de wijnbouw hangt ook samen met de ontwikkeling van de handelsbetrekkingen. Deze trend werd nog versterkt door het vrijhandelsbeleid onder het Tweede Keizerrijk.

Op 23 januari 1956 werden de wijnen erkend als “appellation d’origine vin délimité de qualité supérieure”.

De erkenning van “Coteaux d’Aix-en-Provence” als “appellation d’origine contrôlée” bij besluit van 24 december 1985 vormde de bekroning van het doorzettingsvermogen van de producenten en de lokale gemeenschap en van hun inspanningen om kwaliteit te leveren.

De knowhow van de wijnproducenten, die het resultaat is van de ervaring van verschillende generaties, komt tot uitdrukking in de assemblage van de wijnen, die worden verkregen op basis van verschillende druivenrassen in verschillende omstandigheden. Deze knowhow, die is aangepast aan de specifieke omstandigheden van dit grondgebied, waar in de eerste plaats rode wijnen worden geproduceerd, werd uiteraard ook toegepast voor de productie van de roséwijnen en de witte wijnen.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waarin de wijnen bij wijze van uitzondering mogen worden bereid, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2019):

In het departement Bouches-du-Rhône: Arles, Aureille, Beaurecueil, Bouc-Bel-Air, Cabriès, Carry-le-Rouet, Eyragues, Fos-sur-Mer, Gardanne, Grans, Maillane, Meyreuil, Miramas, Mollégès, Noves, Orgon, Les Pennes-Mirabeau, La Roque-d’Anthéron, Marignane, Le Rove, Saint-Antonin-sur-Bayon, Saint-Martin-de-Crau, Saint-Paul-les-Durance, Sausset-les-Pins, Sénas, Tarascon, Le Tholonet, Vitrolles;

In het departement Var: Esparron, Ollières.

Etikettering

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op het etiket van wijn met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de grotere geografische eenheid “Vin de Provence” worden vermeld.

De lettertekens van de vermelding van die grotere geografische eenheid mogen hoger noch breder zijn dan de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-9620d36b-5963-4fa1-81df-458a8ea0c236


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


13.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/77


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 83/15)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“BRIE DE MELUN”

EU-nr.: PDO-FR-00111-AM01 – 26 september 2018

BOB (X) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Naam: Union interprofessionnelle de défense, de gestion et de contrôle du Brie de Meaux et du Brie de Melun

Adres: 13 rue des Fossés – 77000 Melun, France

Tel. +33 164371392 – Fax +33 164870427

E-mail: odgbriemeauxmelun@gmail.com

Samenstelling: De groepering bestaat uit melkproducenten, landbouwers-producenten, verwerkers en kaasrijpers van “Brie de Melun”. Zij heeft dan ook een rechtmatig belang om de aanvraag tot wijziging in te dienen.

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige: contactgegevens van de controlestructuur, nationale eisen

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

5.1.   “Beschrijving van het product”

De zin:

““Brie de Melun” is een zachte kaas van rauwe koemelk, op basis van melkzuurwrongel en verkregen door langzaam uitlekken.”

wordt vervangen door de zin:

““Brie de Melun” is een zachte kaas die uitsluitend van rauwe koemelk wordt gemaakt. Het is een kaas die voornamelijk op basis van melkfermenten wordt verkregen.”.

Aan de beschrijving van het uitzicht van het product wordt toegevoegd dat “Brie de Melun” onder de categorie kazen met een schimmelkorst valt.

De termen “uitsluitend gemaakt” zijn overgenomen uit het deel “Methode voor het verkrijgen van het product” van het productdossier, om te benadrukken dat alle gebruikte melk rauwe melk is, wat een typisch kenmerk is van “Brie de Melun”.

De verwijzing naar het soort wrongel wordt gecorrigeerd. Strikt genomen is het namelijk geen “melkzuurwrongel”, maar een wrongel “die voornamelijk op basis van melkfermenten wordt verkregen”, wat directe gevolgen heeft voor de textuur van de kaasmassa en de aroma’s van de kaas.

Deze zin wordt ook toegevoegd aan het enig document ter vervanging van de zin “Zachte kaas van rauwe koemelk, waarvan de fijne korst […]” in de samenvatting.

De zin:

“De kaas heeft de vorm van een platte cilinder met een diameter van ongeveer 27 centimeter en een hoogte van ongeveer 3 centimeter.”

wordt vervangen door de zin:

“De kaas heeft de vorm van een platte cilinder met opstaande of afgeronde randen. De kaasvorm heeft een binnendiameter tussen 27 en 28 cm. ”.

Ter aanvulling van de beschrijving van het product wordt toegevoegd dat de randen “opstaand of afgerond” kunnen zijn.

Door vervorming tijdens de rijping kunnen de afmetingen van de kazen niet altijd nauwkeurig worden gecontroleerd. Daarom wordt toegevoegd dat de grootte overeenkomt met de binnendiameter van de kaasvorm. De dikte van de kaas (3 centimeter) wordt geschrapt omdat de hoogte afhangt van de verhouding tussen de diameter en het gewicht van de kazen; deze precisering is dus overbodig.

Deze zin wordt ook toegevoegd aan het enig document ter vervanging van de termen “platte cilinder” in de samenvatting.

Om het uitzicht van de korst (“schimmelkorst”) nauwkeuriger te beschrijven, wordt toegevoegd dat het viltachtige oppervlak “wit” is (conform de samenvatting). Dit viltachtige oppervlak heeft te maken met de ontwikkeling van Penicillium candidum.

Aangezien de korst rode of bruine vlekken kan vertonen door de ontwikkeling van andere fermenten, wordt in het enig document “of bruine” toegevoegd ter aanvulling van de term “rode” in de samenvatting.

De zin:

“Hij bevat minstens 45 procent vet en 40 procent droge stof.”

wordt vervangen door de zin:

“[...] bevat minstens 45 gram vet per 100 gram kaas op de totale droge stof en 40 gram droge stof per 100 gram kaas. ”.

Het vetgehalte wordt, in plaats van met een percentage, uitgedrukt in gram per 100 gram kaas op de totale droge stof. Ook het drogestofgehalte wordt, in plaats van met een percentage, uitgedrukt in gram droge stof per 100 gram kaas.

Deze zin wordt eveneens aan het enig document toegevoegd.

Het begrip “uniform crèmekleurig” wordt geschrapt omdat de kaasmassa in het midden een andere kleur heeft dan aan de rand en dus geen uniforme kleur heeft. Bovendien is de kleur niet constant, en kan ze variëren naargelang van het seizoen en het voer van de koeien.

De volgende paragraaf wordt toegevoegd:

“Na vijf weken rijping is “Brie de Melun” een witte kaas. De kaasmassa is brokkelig en licht lopend onder de korst. Eerst heeft de kaas een melkachtige smaak, dan een licht zurige gistsmaak.

Na vijf tot acht weken rijpt de kaas langzaam vanaf de korst naar het midden en krijgt hij een zachtere consistentie. Het aroma komt tot ontwikkeling.

Na acht tot tien weken is “Brie de Melun” helemaal rijp, is de kaasmassa homogeen en heeft de kaas een zachte tot licht lopende consistentie. Hij heeft een licht bittere toets en een melksmaak die blijft hangen. De geur houdt het midden tussen een dierlijke en een plantaardige geur. ”.

Het uitzicht van de korst wordt beschreven naargelang van het rijpingsstadium waarin de kaas zich bevindt.

De consistentie verandert van “brokkelig” (vijf weken) tot “zacht tot licht lopend” (acht tot tien weken).

Wat de organoleptische criteria betreft, heeft “Brie de Melun” na een minimale rijpingstijd (vijf weken) een melkachtige smaak en vervolgens een licht zurige gistsmaak. Zijn aroma komt tot ontwikkeling na vijf tot acht weken. Na acht tot tien weken heeft hij een licht bittere toets en een melksmaak die blijft hangen. De geur houdt het midden tussen een dierlijke en een plantaardige geur.

Deze paragraaf wordt eveneens aan het enig document toegevoegd.

De zin:

“De rijpingstijd bedraagt minimaal vier weken vanaf de dag van de bereiding. ”

wordt vervangen door:

“De rijpingstijd bedraagt minimaal vijf weken vanaf de dag waarop het stremsel wordt toegevoegd.”.

De rijpingstijd wordt overgenomen uit het deel “Methode voor het verkrijgen van het product” van het productdossier. De duur wordt van vier weken op vijf gebracht om het typische karakter van het product te versterken en rekening te houden met de praktijk: in sommige gevallen heeft de kaas na vier weken tijd namelijk nog niet de kenmerken van een “Brie de Melun”.

De zin:

“Zijn gewicht na vier weken rijping ligt tussen 1,5 en 1,8 kilogram. ”

wordt vervangen door:

“Zijn gewicht ligt tussen 1,5 en 2,2 kilogram. ”.

Deze bandbreedte houdt rekening met het in de handel brengen van “Brie de Melun” in verschillende rijpingsstadia. Hoe rijper de kaas, hoe meer water hij verliest, dus hoe lager het gewicht. Als hij minder dan 1,5 kg weegt, is hij te droog en vertoont hij niet meer de kenmerken van de BOB.

Deze zin wordt ook toegevoegd aan het enig document ter vervanging van de woorden “en heeft een gemiddeld gewicht van 1,5 kg” in de samenvatting.

De volgende zin wordt toegevoegd:

““Brie de Melun” mag alleen in halve kazen of in porties (in punten, vanaf het midden tot aan de uiteinden) worden aangeboden, na minstens vijf weken rijping.”.

Aangezien “Brie de Melun” een grote kaas is, wordt hij zelden als een hele kaas aan de eindconsument aangeboden. De voorschriften voor het verdelen van de kaas worden toegevoegd om ervoor te zorgen dat elk stuk een korst heeft aan het uiteinde, wat een idee geeft van de afgeronde vorm van de kaas en de grootte ervan; het betreft een gebruik op het gebied van het snijden van de kaas. Voorts wordt toegevoegd dat de kaas pas mag worden gesneden na minimaal vijf weken rijping.

Deze zin wordt eveneens aan het enig document toegevoegd.

5.2.   “Geografisch gebied”

Om de controle te vergemakkelijken, wordt de lijst van gemeenten in het geografische gebied toegevoegd. Deze lijst omvat alle gemeenten in het geografische gebied waarin alle stadia van de melkproductie en van de productie en de rijping van de kaas mogen worden uitgevoerd, op basis van de Franse officiële geografische code van 2017.

5.3.   “Bewijs van oorsprong”

De aangifteverplichtingen van de producenten worden toegevoegd. Deze wijzigingen houden verband met de ontwikkelingen in de nationale wet- en regelgeving. Met name wordt voorzien in:

identificatie van de producenten met het oog op een autorisatie waarmee wordt erkend dat zij voldoen aan de eisen van het productdossier,

een paragraaf over het bijhouden van registers en documenten betreffende de traceerbaarheid,

aangiften waarin de nodige productiegegevens en gegevens over de monitoring van de productie worden verstrekt,

een paragraaf over de controles van de kenmerken van de producten die onder de oorsprongsbenaming zullen worden verkocht.

5.4.   “Beschrijving van de productiemethode”

Productie van de melk

Er worden paragrafen over de veestapel, de huisvesting, de ruwvoedergewassen, het krachtvoer en de zelfvoorziening op het gebied van voeder (voeder en onderhoud van de voederarealen) aan het productdossier toegevoegd om de traditionele praktijken vast te leggen.

De veestapel

De definitie van melkveestapel wordt toegevoegd: alle op het bedrijf aanwezige melkkoeien, met inbegrip van gespeende vaarzen en droogstaande koeien. Deze definitie strekt ertoe duidelijk te bepalen naar welke dieren wordt verwezen met de term “melkveestapel” in het vervolg van het productdossier en heeft tot doel verwarring te voorkomen en de controles te vergemakkelijken.

Ook de samenstelling van de melkveestapel wordt toegevoegd: ten minste 80 % van de dieren moet op het bedrijf zijn geboren of afkomstig zijn van melkveestapels in het gebied. Doel hiervan is ervoor te zorgen dat de koeien zo goed mogelijk aan de plaatselijke houderijomstandigheden (houderij op stro, soort rantsoen) zijn aangepast en dat de rauwe melk die zij leveren, voor verwerking geschikt is.

Voorts wordt toegevoegd dat de stieren die voor fokdoeleinden (inseminatie en natuurlijke dekking) worden geselecteerd, eiwitverbeteraars moeten zijn, zodat de in het geografische gebied geproduceerde melk blijvend kan worden verwerkt tot “Brie de Melun”.

Huisvesting

Er wordt toegevoegd dat het verplicht is om voor melkkoeien stro te gebruiken om op te slapen, omdat dit een traditionele praktijk is in het geografische gebied. Dankzij deze vorm van huisvesting kan een microbieel ecosysteem worden gehandhaafd dat van invloed is op de natuurlijke flora van de rauwe melk, die bijdraagt aan de specificiteit van “Brie de Melun”. Om de kwaliteit van het stalstro te garanderen, worden minimumhoeveelheden toegevoegd (0,5 kg per koe per dag in stallen met boxen en 5 kg in loopstallen). Het stro wordt beschut opgeslagen om de kwaliteit te behouden.

Voeding van de melkkoeien

Er wordt een definitie van het totale rantsoen toegevoegd: “het geheel van toegediende ruwvoedergewassen (basisrantsoen) en krachtvoeders”, alsook van gras: “elk product dat wordt verkregen uit permanent, tijdelijk of kunstmatig grasland op basis van grassen en/of peulvruchten”, om te zorgen voor een beter begrip van de bepalingen van het productdossier tijdens de controle.

Toegevoegd wordt dat 80 % van de droge stof van het totale rantsoen van de veestapel uit het geografische gebied komt en 50 % van het bedrijf zelf, aangezien de producenten van Brie hun eigen bijproducten van de hoofdgewassen (granen, bieten) en die van het geografische gebied traditioneel optimaal benutten.

Deze bepaling wordt toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

De bedrijven zijn namelijk bedrijven van het type polycultuur-veehouderij en beschikken derhalve over een diversiteit aan producten die voor de voeding van de veestapel kunnen dienen. Er is echter vaak te weinig krachtvoer als bron van stikstof om te voorzien in de behoeften van de melkgevende koeien. De melkveehouders maken dus voor maximaal 20 % van de droge stof van het totale rantsoen gebruik van voeders die niet afkomstig zijn uit het gebied.

Het plaatselijke voedersysteem voor de koeien is gebaseerd op een gediversifieerd basisrantsoen waarbij de bijproducten van het bedrijf en het geografische gebied optimaal worden benut. Daarom wordt het volgende toegevoegd:

de lijst van toegestane ruwvoedergewassen (gras dat wordt afgegraasd, wordt toegediend als groenvoer of wordt bewaard in de vorm van kuilvoer of hooi, verpakt of gedroogd; onrijpe graangewassen en peulvruchten, toegediend als groenvoer of bewaard in de vorm van kuilvoer; maïs en sorgho, toegediend als groenvoer of bewaard in de vorm van kuilvoer of gedroogd: graanbostel; voederbieten en andere wortels en knollen, alsook verse pulp daarvan, geperst of gedroogd; stro van graangewassen, peulvruchten en oliehoudende zaden); de voorwaarden voor de toediening van voederbieten, aardappelen en groenvoer worden gespecificeerd;

de verplichting dat het basisrantsoen bestaat uit ten minste drie bestanddelen, waarvan twee moeten bestaan uit: vers of geconserveerd gras (4 kg droge stof per producerende melkkoe per dag, waarvan 2 kg van peulvoedergewassen afkomstig is) en bietenpulp of voederbiet (ten minste 2 kg droge stof per producerende melkkoe per dag).

Deze bepaling wordt toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Er wordt toegevoegd dat het hoofdbestanddeel niet meer mag bedragen dan 60 % van de hoeveelheid voeder, teneinde een gevarieerd rantsoen te garanderen. Wanneer het hoofdbestanddeel gras is, mag deze drempel echter worden overschreden en dient de regel van de drie bestanddelen niet te worden nageleefd.

Deze bepaling wordt toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Er wordt toegevoegd dat het aandeel krachtvoer beperkt is tot 25 % van de droge stof van het jaarlijkse gemiddelde totale rantsoen per melkkoe, teneinde de plaats van ruwvoedergewassen in de voeding van de melkkoeien veilig te stellen en zo de band met het geografische gebied te versterken.

Deze bepaling en de onderstaande lijst worden toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Een lijst van toegestane krachtvoeders en de voorwaarden voor de toediening ervan worden toegevoegd:

granen en daarvan afgeleide producten;

zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide producten;

oliehoudende zaden, oliehoudende vruchten en daarvan afgeleide producten;

bietenmelasse of suikerrietmelasse;

wei (alleen voor landbouwers-producenten);

nutritionele toevoegingsmiddelen, met uitzondering van beschermd methionine, ureum en afgeleiden daarvan;

zoötechnische toevoegingsmiddelen.

Voorts wordt toegevoegd dat de vaarzen minstens vijf maanden op de weide moeten doorbrengen in het geografische gebied.

Er wordt toegevoegd dat het verboden is transgene gewassen aan te planten op alle arealen van een bedrijf waar melk wordt geproduceerd die zal worden verwerkt tot kaas met de oorsprongsbenaming “Brie de Melun” (dit verbod geldt voor alle plantensoorten die mogelijk als voer kunnen worden gegeven aan de dieren van het bedrijf en voor elke teelt van rassen die deze soorten kunnen verontreinigen). Zo kan het verband met het terroir worden behouden en kan het traditionele karakter van het voeder (namelijk dat 50 % van de droge stof van het totale rantsoen van de veestapel afkomstig is van het bedrijf) worden versterkt.

Onderhoud van de voederarealen

Er worden voorwaarden voor het uitrijden van organische meststoffen toegevoegd (periode van ten minste 30 dagen tussen een organische bemesting en maaien of begrazing van een grasland, 21 dagen in het geval van compost, monitoring van de kwaliteit van de mest van niet-agrarische oorsprong en voorwaarden voor het uitrijden van organische meststoffen van niet-agrarische oorsprong). Hiermee wordt beoogd elk risico van verontreiniging te voorkomen, omdat “Brie de Melun” uit rauwe melk wordt bereid.

Productievoorwaarden

Er worden paragrafen toegevoegd over de gebruikte melk, de verwerking (toevoegen van stremsel, vormgieten, uitlekken, zouten en drogen), het transport vóór rijping, de rijping en de verzending.

Dit deel wordt ook aangevuld om de typische kenmerken van het technologische traject van “Brie de Melun” aan te geven. De bedoeling is de praktijken, die op de knowhow van de producenten berusten, te verduidelijken en tegelijkertijd streefwaarden te bepalen die ervoor zorgen dat de kenmerken van het product behouden blijven.

De gebruikte melk

Er wordt een maximumtermijn toegevoegd voor de ophaling van de melk, evenals voor het gebruik ervan: ophaling maximaal om de 48 uur, met maximaal 36 uur tussen de ophaling van de melk en de enting, aangezien het een kaas betreft die uitsluitend uit rauwe melk wordt bereid en aantasting van de kwaliteit van de melk moet worden beperkt.

Het volgende wordt toegevoegd:

het vetgehalte van de gebruikte rauwe melk wordt gestandaardiseerd door gedeeltelijke afroming van de melk op maximaal 40 °C;

de melk ondergaat een voorrijpings- en/of rijpingsproces. De voorrijpingstijd bedraagt minder dan 48 uur, bij een temperatuur van maximaal 35 °C;

de rijpingsfase bedraagt minder dan 7 uur, bij een temperatuur van maximaal 31 °C;

de ingrediënten die naast de melkgrondstoffen bij de bereiding zijn toegestaan, worden opgesomd: stremsel, bacterie-, gist- en schimmelculturen waarvan de onschadelijkheid is aangetoond, calciumchloride en zout;

het gebruik van de volgende soorten melk is verboden: gemicrofiltreerde melk, gerecombineerde, gereconstitueerde of verdunde melk (de toevoeging van melkpoeder is namelijk verboden met uitzondering van gisten) en melk die geheel of gedeeltelijk is geconcentreerd, ongeacht het procedé (ultrafiltratie, microfiltratie of andere methode);

de toevoeging van eiwitten is verboden, er mag dus alleen rauwe melk worden gebruikt waarvan het vetgehalte door afroming is gestandaardiseerd;

de bereiding van gisten uit poeder op melkbasis is toegestaan, voor zover de toegevoegde hoeveelheid niet meer dan 4 % van de hoeveelheid verwerkte melk bedraagt;

enting met een thermofiele cultuur is verboden omdat dit gevolgen zou hebben voor de organoleptische kenmerken van “Brie de Melun”.

Dit zijn de knowhow en de praktijken die de fabrikanten van “Brie de Melun” vandaag toepassen.

De verwerking

Er wordt toegevoegd dat:

methoden waarbij grondstoffen en halffabrikaten onder het vriespunt of onder gewijzigde atmosfeer worden bewaard, verboden zijn teneinde de kenmerken van “Brie de Melun” te waarborgen;

traditionele materialen (hout, stro, riet) zijn toegestaan in de stadia van de verwerking en de rijping (met name matjes die worden gebruikt voor het uitlekken van de kaas en het omkeren ervan tijdens de rijping).

De referentie voor de berekening van de productie- en de rijpingstijd wordt toegevoegd: het gaat om de dag waarop het stremsel wordt toegevoegd.

- Toevoegen van stremsel:

De zin:

“De melk mag slechts één keer worden verwarmd, op het ogenblik waarop het stremsel wordt toegevoegd, bij een temperatuur van maximaal 30 °Celsius”

wordt vervangen door:

“Op het ogenblik van de toevoeging van het stremsel heeft de melk een temperatuur van maximaal 31 °C”.

In de praktijk wordt de melk een eerste keer verwarmd met het oog op de afroming ervan, en vervolgens nog een keer voor het toevoegen van het stremsel. De bepaling dat de melk slechts één keer mag worden verwarmd, die vooral bedoeld was om ervoor te zorgen dat wel degelijk met rauwe melk wordt gewerkt, wordt dus geschrapt. De melk mag hoogstens tot 40 °C worden verwarmd om te waarborgen dat rauwe melk wordt gebruikt.

De waarden die op het ogenblik van de toevoeging van het stremsel worden nagestreefd (pH minder dan 6,5 of zuurgraad meer dan 21 °Dornic, temperatuur van de melk minder dan 31 °C) en de waarden aan het einde van de coagulatie (pH minder dan 4,8 of zuurgraad meer dan 60 °Dornic) worden toegevoegd om het technologische traject te beschrijven dat typisch is voor “Brie de Melun”.

De zin “De coagulatie duurt ten minste 18 uur.” (duur die ook in de samenvatting is vermeld) wordt vervangen door “De coagulatie duurt ten minste 16 uur. ” omdat de parameters na 16 uur coagulatie ruimschoots zijn bereikt.

De aard van het stremsel wordt toegevoegd. Het moet afkomstig zijn van runderen. Stremsels van plantaardige of microbiële oorsprong zijn dus verboden. Ook de gebruikte doses worden toegevoegd: maximumdosis van 15 mg per 100 l melk en een maximumwaarde van 750 mg/l chymosine.

- Het vormgieten

Er wordt herinnerd aan de binnenafmetingen van de vormen zoals vastgesteld in de rubriek “Beschrijving van het product”.

Er wordt toegevoegd dat de wrongel mag worden gesneden en dat hij wordt omgeroerd (zo breekt hij en begint hij uit te lekken). Voorts wordt toegevoegd dat de wrongel in de kaasvorm op een matje wordt gelegd om de wei eruit te laten lopen.

De zin “De verkregen kaasmassa, die zeer broos is, moet uiterst voorzichtig worden gehanteerd” wordt geschrapt omdat de naleving van deze bepaling niet nauwkeurig kan worden gecontroleerd.

- Uitlekken

Er wordt een uitlektijd van ten minste 18 uur toegevoegd, ter vervanging van de kwalificatie “traag” in het geldende productdossier, rekening houdend met de aard van de wrongel, die voornamelijk op basis van melkfermenten wordt verkregen. Voorts wordt toegevoegd dat het uitlekken spontaan gebeurt en dat de kaas ten minste twee keer wordt omgekeerd zodat de melkwei onder invloed van de zwaartekracht gemakkelijker uit de kaasvorm loopt. De in de samenvatting vermelde uitlektijd van 36 uur is een schrijffout en komt niet overeen met de praktijk.

- Zouten

Er wordt toegevoegd dat de kaas binnen 48 uur nadat hij uit de kaasvorm is gehaald, wordt gezouten aan beide kanten en aan het uiteinde, zodat het zout homogeen kan inwerken op de hele kaasmassa. De verplichting om de kaas handmatig te zouten zoals vermeld in de samenvatting (maar niet in het geldende productdossier) heeft geen bestaansreden omdat mechanisch zouten een gelijkmatiger en homogener resultaat oplevert. De mechanische zouttechnieken zijn thans immers doeltreffend en worden goed worden beheerst.

- Drogen

Er wordt toegevoegd dat de kaas na het uitlekken op een matje van een materiaal van plantaardige oorsprong mag worden gelegd om het drogen te vergemakkelijken.

Er wordt toegevoegd dat de kaas na het zouten een droogfase ondergaat van ten minste tien dagen bij een temperatuur tussen 6 °C en 12 °C.

- Transport vóór rijping

Er wordt toegevoegd dat “frais de sel”-kazen (kazen die minder dan zeven dagen geleden zijn bereid) naar kaasrijpers mogen worden verzonden. De transportvoorwaarden worden toegevoegd zodat dit niet leidt tot een al te grote onderbreking van de ontwikkeling van de kazen: transport bij een positieve temperatuur van ten hoogste 12 °C binnen een termijn van maximaal 24 uur. Een transportduur van meer dan 24 uur komt bovenop de minimale rijpingstijd van vijf weken.

- Rijping

Er wordt toegevoegd dat de minimale rijpingstijd wordt gerekend vanaf de dag waarop het stremsel wordt toegevoegd en niet langer vanaf de dag van de bereiding, omdat dit nauwkeuriger is en de controles objectiever maakt. Voorts wordt deze duur van vier weken op vijf gebracht om het typische karakter van het product te versterken en rekening te houden met de huidige praktijken van de producenten.

In overeenstemming met de huidige gebruiken worden de volgende rijpingsvoorwaarden toegevoegd:

temperatuur tussen 4 °C en 14 °C;

hygrometrie tussen 80 % en 98 %;

de kaas wordt minstens één keer per week omgekeerd zodat het schimmeldons zich aan beide kanten gelijkmatig kan ontwikkelen;

de kaas wordt handmatig omgekeerd omdat de wrongel brokkelig en bijgevolg broos is;

rijping op houten planken is toegestaan; deze traditionele techniek is namelijk nog steeds in zwang.

- Verzending

Er wordt toegevoegd dat “Brie de Melun” wordt verpakt in papier of plasticfolie, al dan niet op stro, en wordt verzonden in een kartonnen doos, een houten kistje of een verzendkistje. De gebruikte verpakkingen moeten het mogelijk maken de kaas te hanteren zonder dat hij breekt.

Deze voorschriften worden toegevoegd aan punt 3.5 van het enig document “Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst”.

5.5.   “Verband”

Dit punt wordt in zijn geheel herschreven om het verband tussen “Brie de Melun” en zijn geografische gebied duidelijker aan te tonen, zonder dat dit verband inhoudelijk wordt gewijzigd. Bijzondere aandacht gaat hierbij met name naar de productievoorwaarden voor de melk (die maken het mogelijk rauwe melk te gebruiken die geschikt is om tot kaas te worden verwerkt, een activiteit waarvoor specifieke knowhow vereist is) en naar de rijpingsvoorwaarden. In het punt “Specificiteit van het geografische gebied” komen de natuurlijke factoren van het geografische gebied en de menselijke factoren aan bod in een historisch overzicht waarin de specifieke knowhow wordt benadrukt. In het punt “Specificiteit van het product” worden bepaalde elementen naar voren gebracht die zijn opgenomen in de beschrijving van het product. Tot slot worden in het punt “Causaal verband” de interacties tussen de natuurlijke en menselijke factoren en het product toegelicht.

Deze wijziging wordt ook aangebracht in het enig document.

5.6.   “Etikettering”

De verwijzing naar het logo van het INAO wordt geschrapt.

De volgende zin wordt toegevoegd:

“Het etiket van “Brie de Melun” bevat:

de oorspongsbenaming;

het BOB-symbool van de Europese Unie. ”.

Deze wijziging wordt ook aangebracht in het enig document.

5.7.   “Overige”

Het adres van de bevoegde dienst van de lidstaat wordt bijgewerkt.

De naam en de contactgegevens van de groepering worden bijgewerkt.

In de rubriek betreffende het geografische gebied:

worden de woorden “natuurlijke regio van Brie met in het midden van het geografische gebied de vlakte van Melun” geschrapt omdat ze geen afbakening van het geografische gebied vormen.

In de rubriek betreffende de verwijzingen naar de controlestructuren worden de naam en de contactgegevens van de officiële instanties bijgewerkt. In deze rubriek worden de gegevens vermeld van de autoriteiten die bevoegd zijn voor de controle op het niveau van Frankrijk: Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) en Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF). Verder wordt toegevoegd dat de naam en de gegevens van de certificeringsinstantie kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO en in de databank van de Europese Commissie.

In het productdossier wordt in de rubriek betreffende de nationale eisen een tabel toegevoegd met de belangrijkste te controleren punten en de methode voor de evaluatie daarvan.

ENIG DOCUMENT

“BRIE DE MELUN”

EU-nr.: PDO-FR-00111-AM01 – 26 september 2018

BOB (X) BGA ( )

1.   Naam/namen

“Brie de Melun”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.3. Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

“Brie de Melun” is een zachte kaas die uitsluitend van rauwe koemelk wordt gemaakt. Het is een kaas die voornamelijk op basis van melkfermenten wordt verkregen.

De kaas heeft de vorm van een platte cilinder met opstaande of afgeronde randen. De gebruikte kaasvorm heeft een binnendiameter tussen 27 en 28 cm.

De kaas heeft een dunne “schimmelkorst” met een wit viltachtig oppervlak met rode of bruine strepen of vlekken.

De kaasmassa is licht gezouten en bevat minstens 45 gram vet per 100 gram kaas op de totale droge stof en 40 gram droge stof per 100 gram kaas.

De minimale rijpingstijd bedraagt vijf weken vanaf de dag waarop het stremsel wordt toegevoegd. In dit stadium ligt het gewicht tussen 1,5 en 2,2 kilogram.

Na vijf weken rijping is “Brie de Melun” een witte kaas. De kaasmassa is brokkelig en licht lopend onder de korst. Eerst heeft de kaas een melkachtige smaak, dan een licht zurige gistsmaak. Na vijf tot acht weken rijpt de kaas langzaam vanaf de korst naar het midden en krijgt hij een zachtere consistentie. Het aroma komt tot ontwikkeling. Na acht tot tien weken is “Brie de Melun” helemaal rijp, is de kaasmassa homogeen en heeft de kaas een zachte tot licht lopende consistentie. Hij heeft een licht bittere toets en een melksmaak die blijft hangen. De geur houdt het midden tussen een dierlijke en een plantaardige geur.

“Brie de Melun” mag alleen in halve kazen of in porties (in punten, vanaf het midden tot aan de uiteinden) worden aangeboden, na minstens vijf weken rijping.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Het basisrantsoen van de producerende melkkoeien is gevarieerd. Elke dag van het jaar bestaat het uit ten minste drie bestanddelen, waarvan twee moeten bestaan uit:

vers of geconserveerd gras (ten minste 4 kilogram droge stof). Het gras wordt afgegraasd of toegediend aan de producerende melkkoeien. Ten minste 2 kilogram van deze droge stof moet afkomstig zijn van peulvoedergewassen;

bietenpulp of voederbiet (ten minste 2 kilogram droge stof).

Het hoofdbestanddeel mag niet meer bedragen dan 60 % van het basisrantsoen, uitgedrukt in droge stof. Wanneer het basisrantsoen voor meer dan 60 % uit gras bestaat, geldt de verplichting van de drie bestanddelen niet.

Het aandeel krachtvoer is beperkt tot 25 % van de droge stof van het jaarlijkse gemiddelde totale rantsoen per melkkoe per dag. Toegestaan zijn:

granen en daarvan afgeleide producten;

zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide producten;

oliehoudende zaden, oliehoudende vruchten en daarvan afgeleide producten;

bietenmelasse of suikerrietmelasse;

wei (alleen voor landbouwers-producenten);

nutritionele toevoegingsmiddelen, met uitzondering van beschermd methionine, ureum en afgeleiden daarvan;

zoötechnische toevoegingsmiddelen.

Ten minste 80 % van de droge stof van het totale rantsoen van de melkveestapel komt uit het geografische gebied en het gemiddelde jaarlijkse aandeel van het voeder uit het geografische gebied dat afkomstig is van het bedrijf, bedraagt ten minste 50 % van de droge stof van het totale rantsoen van de veestapel.

De bedrijven zijn namelijk bedrijven van het type polycultuur-veehouderij en beschikken derhalve over een diversiteit aan producten die voor de voeding van de veestapel kunnen dienen. Er is echter vaak te weinig krachtvoer als bron van stikstof om te voorzien in de behoeften van melkgevende koeien. De melkveehouders maken dus voor maximaal 20 % van de droge stof van het totale rantsoen gebruik van voeders die niet afkomstig zijn uit het gebied.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De melkproductie, de bereiding en de rijping van de kazen vinden plaats in het geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

“Brie de Melun” wordt verpakt in papier of plasticfolie, al dan niet op stro. Hij wordt verzonden in een kartonnen doos, een houten kistje of een verzendkistje. Gezien de brokkelige kaasmassa moeten de gebruikte verpakkingen het mogelijk maken de kaas te hanteren zonder dat hij breekt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Het etiket van “Brie de Melun” bevat:

de oorspongsbenaming;

het BOB-symbool van de Europese Unie.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Departement Seine-et-Marne (77);

Departement Aube (10):

de volgende gemeenten: Avant-Les-Marcilly, Avon-La-Peze, Bercenay-Le-Hayer, Bourdenay, Bouy-Sur-Orvin, Charmoy, Courceroy, Dierrey-Saint-Julien, Dierrey-Saint-Pierre, Echemines, Faux-Villecerf, Fay-Les-Marcilly, Ferreux-Quincey, Fontaine-Macon, Fontenay-De-Bossery, Gumery, La Louptiere-Thenard, Marcilly-Le-Hayer, Marigny-Le-Chatel, Marnay-Sur-Seine, Le Meriot, Mesnil-Saint-Loup, La Motte-Tilly, Nogent-Sur-Seine, Planty, Pont-Sur-Seine, Pouy-Sur-Vannes, Prunay-Belleville, Rigny-La-Nonneuse, Saint-Aubin, Saint-Flavy, Saint-Lupien, Saint-Nicolas-La-Chapelle, Soligny-Les-Etangs, Trainel, Trancault, Villadin;

delen van de volgende gemeenten: Aix-Villemaur-Palis;

Departement Yonne (89): La Belliole, Brannay, Champigny, La Chapelle-Sur-Oreuse, Chaumont, Cheroy, Compigny, Courlon-Sur-Yonne, Courtoin, Cuy, Dollot, Domats, Evry, Foucheres, Gisy-Les-Nobles, Jouy, Lixy, Michery, Montacher-Villegardin, Pailly, Plessis-Saint-Jean, Pont-Sur-Yonne, Saint-Agnan, Saint-Serotin, Saint-Valerien, Savigny-Sur-Clairis, Serbonnes, Sergines, Thorigny-Sur-Oreuse, Vallery, Vernoy, Villeblevin, Villebougis, Villemanoche, Villenavotte, Villeneuve-La-Dondagre, Villeneuve-La-Guyard, Villeperrot, Villeroy, Villethierry, Perceneige, Vinneuf.

5.   Verband met het geografische gebied

Het geografische gebied van de BOB “Brie de Melun” komt overeen met de natuurlijke regio Brie, die zich in het oosten van Île-de-France bevindt. Deze natuurlijke regio is goed afgebakend op basis van bodemsamenstelling en reliëf. Het landschap van het geografische gebied bestaat uit weidse hoogvlakten die zich voornamelijk uitstrekken tussen de benedenvallei van de Marne en het centrale deel van de Seinevallei. Door de ondoorlaatbaarheid van de ondergrond sijpelt het water niet door. Het landschap telt veel valleien.

De met löss bedekte hoogvlakten zijn vruchtbaar en geschikt voor de grootschalige teelt van granen en voedergewassen. De hellingen van de ondiepe valleien, die bedekt zijn met klei, zijn minder geschikt voor de graanteelt. Op die hellingen, en onderaan in de valleien, bevinden zich graasweiden.

Door de geschiedenis heen werden de hoogvlakten gebruikt voor de graanteelt, en de valleien en hellingen, waar de stad Melun zich bevindt, voor de veehouderij.

In de 18e eeuw werd door landbouwkundigen aanbevolen om bij de vruchtwisseling (in het kader van het drieslagstelsel) braakland te vervangen door een teelt van peulgewassen op tijdelijk grasland. Deze methode had gunstige gevolgen voor de graanproductie, maar maakte het ook mogelijk aanzienlijke hoeveelheden voedergewassen te produceren. Vanaf dat ogenblik werden sommige graanbedrijven in de Briestreek bedrijven van het type polycultuur-veehouderij.

De Briestreek werd daarom evenwel nog geen gespecialiseerd veeteeltgebied. Kenmerkend voor dit gebied is immers dat de veeteelt geïntegreerd is in een wisselbouwsysteem dat eigenlijk op de graanteelt is gericht. Het uit deze belangrijke graanproductie verkregen stro werd gebruikt als stalstro voor de koeien.

Met de ontwikkeling van de alcohol- en suikerindustrie werd de productie van suikerbiet eveneens een essentieel onderdeel van de polycultuur van de Briestreek. De bijproducten gingen naar het vee. Zo werd alles wat op het bedrijf werd geproduceerd en niet in de handel kon worden gebracht, optimaal benut. De voeding van de veestapel bevatte dus een groot aantal bijproducten van granen (stro, kaf en zemelen), maar ook perskoeken en bieten.

De Briekaas werd bereid op de boerderij en de grootte van de kaasvormen kwam overeen met de hoeveelheid op het bedrijf beschikbare melk. Aan het eind van de 19e eeuw, toen de kaasproductie lucratief werd, verbeterden de productieomstandigheden. De technologie werd steeds beter beheerst en zo ontstonden twee soorten kaas: de kleine “Brie de Melun”, waarbij de wrongel met melkzuurbacteriën wordt gevormd, en grotere kazen waarbij de wrongel met stremsel wordt gevormd.

Deze diverse vaardigheden worden nog steeds toegepast: productie van melk die rijk is aan eiwitten en die geschikt is voor verwerking tot kaas, rijping van de melk en lange coagulatie om een melkzuurwrongel te verkrijgen, die vervolgens wordt omgeroerd en in kleine kaasvormen wordt gegoten.

“Brie de Melun” is een zachte kaas die van rauwe koemelk wordt gemaakt. Het is een voornamelijk op basis van melkfermenten verkregen kaas met een schimmelkorst.

Hij wordt bereid in cilindrische vormen met een diameter tussen 27 en 28 centimeter en heeft de vorm van een platte koek met opstaande of afgeronde randen.

Wanneer hij rijp is, heeft hij een dunne “schimmelkorst” met een wit viltachtig oppervlak met rode of bruine strepen of vlekken.

Na vijf weken rijping heeft “Brie de Melun” een brokkelige kaasmassa die licht lopend is onder de korst. Eerst heeft de kaas een melkachtige smaak, dan een licht zurige gistsmaak.

Na vijf tot acht weken rijpt de kaas langzaam vanaf de korst naar het midden, krijgt hij een zachtere consistentie en komt het aroma tot ontwikkeling. Wanneer de kaas na acht tot tien weken helemaal rijp is, heeft hij een zachte tot licht lopende consistentie; hij heeft een licht bittere toets en een melksmaak die blijft hangen.

In deze op de graanteelt gerichte streek gebruiken de bedrijven van het type polycultuur-veehouderij lokaal beschikbare peulvruchten, bieten en een grote variëteit aan van bieten en granen afgeleide producten om hun veestapel te voeden. Met deze rantsoenen op basis van bijproducten wordt melk verkregen die relatief arm is aan vetten maar rijk is aan eiwitten, en dus geschikt is voor verwerking tot kaas. Dankzij de huisvesting van de koeien op stro kan voorts een microbieel ecosysteem worden gehandhaafd dat van invloed is op de natuurlijke flora van de rauwe melk.

De specificiteit van “Brie de Melun” is niet alleen te danken aan de voedingsvoorwaarden van de dieren, maar ook aan het feit dat uitsluitend rauwe melk wordt gebruikt, alsook aan de technologie waarbij wordt gebruikgemaakt van melkzuurbacteriën. Dit vereist een knowhow die de producenten in het geografische gebied hebben ontwikkeld en weten te bewaren.

Deze knowhow, die aanvankelijk tot ontwikkeling kwam op de boerderijen waar werd geproduceerd met eenvoudige middelen en met methoden die de boerinnen genoeg flexibiliteit boden om hun uiteenlopende taken uit te voeren, blijkt met name uit de rijping van de melk, de lange coagulatie (ten minste 16 uur), de wrongel die wordt gebroken en omgeroerd om hem in een teil te laten uitlekken, en het gebruik van kaasvormen met een kleine diameter in verband met de broosheid van de kaas.

Tot slot draagt de zorg die aan de kazen wordt besteed van bij het droogzouten en gedurende het hele rijpingsproces, bij tot de specifieke aroma’s van “Brie de Melun”.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van deze verordening)

https://extranet.inao.gouv.fr/fichier/CDC-BrieMelun-190507.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.