ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 426

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
18 december 2019


Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

ECA

2019/C 426/??

Jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar 2018 (2019/C 426/01)

1


NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

ECA

18.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 426/1


Jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen van de EU betreffende het begrotingsjaar 2018

(2019/C 426/01)

INHOUD

Acroniemen 3

HOOFDSTUK 1:

DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU EN DE CONTROLE DOOR DE ERK 4
INLEIDING 4
DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU 4
Publiek-private partnerschappen als een krachtig instrument voor onderzoek en innovatie in Europa 4
GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN BINNEN DE KADERPROGRAMMA’S VOOR ONDERZOEK 5
GO’s in het kader van H2020 6
Eén GO valt onder Euratom 7
GO’s zijn gevestigd in de Europese Unie 8
GO’s kennen een twee- of drieledige bestuursstructuur 9
De onderzoeksactiviteiten van de GO’s worden door zowel de EU als de partners uit de industrie en de onderzoekssector gefinancierd 11
De Commissie voert tussentijdse en eindevaluaties uit 12
De regelingen inzake de begroting en de kwijting zijn voor alle GO’s dezelfde 12
ONZE CONTROLE 13
De controle van de jaarrekeningen en verrichtingen van de GO’s valt onder ons mandaat 13
Bij onze controle worden de belangrijkste vastgestelde risico’s geselecteerd en aangepakt 13

HOOFDSTUK 2:

OVERZICHT VAN DE CONTROLERESULTATEN 15
INLEIDING 15
DE RESULTATEN VAN ONZE JAARLIJKSE CONTROLE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2018 ZIJN OVER HET GEHEEL GENOMEN POSITIEF 15
Een goedkeurend oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen voor alle GO’s 15
Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle GO’s 16
Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle GO’s 16
Onze opmerkingen betreffen terreinen die voor verbetering vatbaar zijn 16
GO’s geven follow-up aan controlebevindingen van voorgaande jaren 22
CONTROLERESULTATEN VAN ANDERE RECENTE ERK-PRODUCTEN DIE GERICHT ZIJN OP DE GO’S 23

HOOFDSTUK 3:

BETROUWBAARHEIDSVERKLARINGEN INZAKE DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU 24

3.1.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaringen 24
GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN DIE EU-KADERPROGRAMMA’S UITVOEREN 26

3.2.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar) 26

3.3.

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (Clean Sky) 32

3.4.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI) 37

3.5.

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) 42

3.6.

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) 47

3.7.

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) 52

3.8.

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) 57
IN HET KADER VAN EURATOM ACTIEVE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING 62

3.9.

De Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E) 62

Acroniemen

Deze lijst acroniemen bevat ook de gemeenschappelijke ondernemingen en andere organen van de EU die in dit verslag aan de orde komen.

Acroniem

Volledige naam

Artemis

De gemeenschappelijke onderneming Artemis voor de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen

BBI

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën

CEF

Connecting Europe Facility

CFS

Certificaat betreffende de financiële staten

CS

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

DG RTD

Directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie

EA

Uitvoerend agentschap (Executive Agency)

EASA

Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart

Ecsel

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen

EIT

Het Europees Instituut voor innovatie en technologie

Eniac

De adviesraad van het Europese nano-elektronica-initiatief

EUAN

Netwerk van EU-agentschappen (EU Agencies Network)

Euratom

Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

EuroHPC

De Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing

EVM

Systeem dat informatie moet verschaffen over de mate waarin activiteiten worden uitgevoerd (Earned Value Management)

F4E

De Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy)

FCH

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

GAD

Gemeenschappelijke auditdienst van DG RTD van de Commissie

GO

Gemeenschappelijke onderneming

H2020

Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)

IFAC

International Federation of Accountants

IMI

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen

INTOSAI

Internationale organisatie van hoge controle-instanties

ISA’s

De internationale controlenormen van de IFAC (International Standards on Auditing)

ISSAI’s

De internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI (International Standards of Supreme Audit Institutions of INTOSAI)

ITER

Internationale thermonucleaire experimentele reactor

KP7

Zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (2007-2013)

MFK

Meerjarig financieel kader

NFI

Nationale financieringsinstantie

P2P

Publiek-publiek partnerschap

PMO

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

S2R

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (Europees spoorweginitiatief)

Sesar

Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer

SNE

Gedetacheerd nationaal deskundige (Seconded National Expert)

TEN-T

Trans-Europees vervoersnetwerkprogramma

HOOFDSTUK 1

DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU EN DE CONTROLE DOOR DE ERK

INLEIDING

1.1.

De Europese Rekenkamer (ERK) werd bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie opgericht als extern controleur van de financiën van de EU. Als zodanig treden wij op als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van alle burgers van de Unie, met name door te helpen het financieel beheer van de EU te verbeteren. Meer informatie over ons werk is te vinden in onze activiteitenverslagen, onze jaarverslagen over de uitvoering van de EU-begroting, onze speciale verslagen, onze overzichten („landscape reviews“) en onze adviezen over nieuwe of geactualiseerde EU-wetgeving of over andere besluiten met gevolgen voor het financieel beheer.

1.2.

Binnen dit mandaat verrichten we een jaarlijks onderzoek van de rekeningen en de onderliggende verrichtingen van de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek van de EU.

1.3.

Dit verslag bevat de resultaten van onze controle van de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek van de EU (samen aangeduid als „gemeenschappelijke ondernemingen“ of „GO’s“) voor het begrotingsjaar 2018. Het verslag is als volgt opgebouwd:

hoofdstuk 1 beschrijft de GO’s en de aard van onze controle;

hoofdstuk 2 presenteert de algehele resultaten van de controle;

hoofdstuk 3 bevat voor elk van de acht GO’s een betrouwbaarheidsverklaring met onze oordelen en opmerkingen over ten eerste de betrouwbaarheid van hun rekeningen en ten tweede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU

Publiek-private partnerschappen als een krachtig instrument voor onderzoek en innovatie in Europa

1.4.

Een van de belangrijkste doelstellingen van de EU is het stimuleren van investeringen in onderzoek teneinde het concurrentievermogen van de EU een nieuwe impuls te geven. Een van de vijf belangrijkste streefdoelen van de Europa 2020-strategie, die in 2010 werd vastgesteld, is om 3 % van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU te bestemmen voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (O&O-activiteiten) (zie figuur 1.1).

Figuur 1.1

Bruto binnenlandse uitgaven voor O&O, EU-28, 2000-2017

Image 1

Bron:

ERK, op basis van Eurostat-gegevens (juni 2019).

1.5.

Hoewel er slechts trage vooruitgang werd geboekt in de richting van het streefdoel van 3 %, heeft de Europese Commissie opnieuw de nadruk gelegd op het omzetten van de wetenschappelijke expertise van Europa in verkoopbare producten en diensten. Een essentieel element was de bundeling van krachten met de particuliere sector en de lidstaten om tot resultaten te komen die een afzonderlijk land of bedrijf waarschijnlijk niet had kunnen bereiken.

1.6.

In juni 2005 presenteerde de Commissie het verslag betreffende de bevordering van publiek-private O&O-partnerschappen om het concurrentievermogen van de Europese industrie te stimuleren, waarin wordt opgeroepen tot het opzetten van gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI’s) in de vorm van speciale programma’s om sectorspecifieke strategische onderzoeksagenda’s in de rechtsvorm van GO’s te verwezenlijken (zie figuur 1.2).

Figuur 1.2

Van strategische EU-agenda’s tot gemeenschappelijke ondernemingen

Image 2

Bron:

ERK.

GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN BINNEN DE KADERPROGRAMMA’S VOOR ONDERZOEK

1.7.

GO’s zijn partnerschappen tussen de Commissie en de industrie, en in sommige gevallen ook de onderzoekssector, die tot doel hebben projectresultaten op strategische terreinen van onderzoek en innovatie dichter bij de markt te brengen en de koppeling tussen onderzoek en maatschappelijke groei te verbeteren. Zij zijn opgericht overeenkomstig artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of (in het geval van Fusion for Energy) de artikelen 45-51 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

1.8.

GO’s zijn een vorm van publiek-privaat partnerschap en hebben rechtspersoonlijkheid. Het publieke lid ervan is doorgaans de Europese Unie (vertegenwoordigd door de Commissie) en de particuliere leden zijn afkomstig uit de industrie en in sommige gevallen de onderzoeksector. Er zijn ook andere partners (deelnemende landen, internationale organisaties). GO’s stellen hun eigen onderzoekagenda’s vast en verstrekken financiering, voornamelijk door middel van open oproepen tot het indienen van voorstellen. Een uitzondering hierop is F4E, een GO die verantwoordelijk is voor het verstrekken van de bijdrage van Europa aan ITER, het grootste wetenschappelijke partnerschap ter wereld dat tot doel heeft aan te tonen dat fusie een levensvatbare en duurzame energiebron is.

1.9.

De zichtbaarheid van GO’s is bijzonder groot en zij hebben een aanzienlijke invloed op gebieden die van belang zijn voor het dagelijks leven van Europese burgers, zoals vervoer, energie, gezondheid, de bio-economie en de digitale economie. In dit verslag verwijzen we naar specifieke GO’s aan de hand van hun acroniemen, waarvan een lijst wordt verstrekt aan het begin van dit verslag.

1.10.

In het kader van het zevende kaderprogramma stelde de Raad op voorstel van de Commissie verordeningen vast waarbij de eerste zes GO’s werden opgericht: de Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar), Clean Sky (CS), het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI), brandstofcellen en waterstof (FCH), nano-elektronica (Eniac) en ingebedde systemen (Artemis).

1.11.

De levensduur van alle GO’s die in het kader van KP7 waren opgericht, werd in 2014 met nog eens tien jaar verlengd (d.w.z. tot 2024) in het kader van het H2020-programma. De totale financiële bijdrage van de EU aan de GO’s werd verdubbeld. Daarnaast werden twee nieuwe GO’s opgericht: de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) en Shift2Rail (S2R), terwijl Artemis en Eniac tot één GO werden samengevoegd: de GO elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) (zie figuur 1.3).

Figuur 1.3

De ontwikkeling van de Europese gemeenschappelijke ondernemingen

Image 3

Bron:

EC, op basis van de verordening van de Raad waarbij de GO’s werden opgericht, aangepast door de ERK.

GO’s in het kader van H2020

1.12.

Deze GO’s voeren specifieke delen van H2020 uit op het gebied van vervoer (Clean Sky 2, Shift2Rail en Sesar), vervoer/energie (FCH 2), gezondheid (IMI 2), biogebaseerde industrieën (BBI) en elektronische componenten en systemen (Ecsel). De belangrijkste doelstellingen van elke GO worden samen met de betreffende betrouwbaarheidsverklaringen weergegeven in hoofdstuk 3.

1.13.

De GO Clean Sky ontwikkelt nieuwe generaties van groenere vliegtuigen. De voornaamste resultaten tot nu toe zijn de Open Rotordemonstrator, laminaire vleugels, innovatieve rotorbladen en een hoge compressiemotor voor lichte helikopters, innovatieve ijsdetectiesensoren en geavanceerde avionische systemen.

1.14.

De GO voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI) versnelt de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen, met name op terreinen waarop daaraan nog een onvervulde medische of maatschappelijke behoefte bestaat. De voornaamste resultaten tot nu toe omvatten een pan-Europees netwerk van honderden ziekenhuizen en laboratoria ter bevordering van de ontwikkeling van antibiotica, tests om de veiligheid van medicijnen te verbeteren, een nieuwe benadering van klinische proeven voor dementiebehandelingen en een beter inzicht in de onderliggende oorzaken van ziekten zoals diabetes, reumatoïde artritis en ernstige astma.

1.15.

De GO Shift2Rail (S2R) bevordert de innovatie van spoorwegen ter ondersteuning van de verwezenlijking van één Europese spoorwegruimte. De voornaamste doelstellingen zijn de halvering van de levenscycluskosten van het spoorvervoer, de verdubbeling van de spoorwegcapaciteit en de toename tot 50 % van de betrouwbaarheid en stiptheid.

1.16.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar) ontwikkelt de volgende generatie luchtverkeersbeheer. De voornaamste resultaten hiervan tot nu toe zijn de eerste vierdimensionale vlucht ter wereld (3D+ tijd), verkeersleiding op afstand, vrije routes voor de vermindering van vluchten en brandstofuitstoot, en naadloze informatie-uitwisseling tussen alle aanbieders en gebruikers van luchtverkeersbeheerinformatie.

1.17.

De GO brandstofcellen en waterstof (FCH) ontwikkelt schone oplossingen voor vervoer, energie en opslag. De voornaamste resultaten tot nu toe omvatten de ingebruikname van met brandstofcellen aangedreven bussen voor schoon openbaar vervoer, de vaststelling van een EU-waardeketen voor een brandstofcelpakket met betere prestaties en lagere kosten, de ontwikkeling van de elektrolysetechnologie voor groene waterstofproductie, de ontwikkeling en commercialisering van eenheden met microwarmtekrachtkoppeling (mCHP, micro combined heat and power) voor de verwarming en elektriciteitsvoorziening in woonhuizen, alsmede betere prestaties en een grotere duurzaamheid van materialen en lagere kosten van onderdelen en systemen. Zij heeft ook een regionaal initiatief ter bevordering van synergieën en doordachte inspanningen op het gebied van specialisatie in Europa gelanceerd, waarbij zich meer dan 90 regio’s en steden en 55 partners uit de industrie hebben aangesloten.

1.18.

De GO biogebaseerde industrieën (BBI) voert een programma uit van onderzoeks- en innovatieactiviteiten in Europa waarbij de beschikbaarheid wordt beoordeeld van hernieuwbare biologische hulpbronnen die gebruikt kunnen worden voor de productie van biogebaseerde materialen en dat op basis daarvan de verwezenlijking van duurzame biogebaseerde waardeketens ondersteunt. De voornaamste resultaten tot nu toe zijn de productie van een scala aan innovatieve biogebaseerde producten met het oog op een nieuwe biogebaseerde gemeenschap.

1.19.

De GO elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) financiert onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieprojecten voor het ontwerp van en de productiecapaciteit voor elektronica. De voornaamste resultaten tot nu toe zijn kostenefficiënte methoden en processen voor veiligheidsgerelateerde ingebedde systemen (Cost-efficient methods and processes for safety relevant embedded systems, CESAR), die een aanzienlijke impact hebben gehad op de Europese industrie van ingebedde systemen, en de „E3car“, die door het gebruik van geavanceerde halfgeleidercomponenten het hoofd bood aan de grootste uitdagingen die voor elektrische voertuigen bestonden.

1.20.

De GO Europese high-performance computing (EuroHPC) werd in november 2018 door de Raad opgericht en is de nieuwste GO. Het is een gezamenlijk initiatief van de EU en Europese landen daarbuiten om een supercomputing-ecosysteem van wereldklasse te ontwikkelen in Europa. EuroHCP blijft tot eind 2026 operationeel. Wij zullen de rekeningen van deze GO voor het eerst in 2020 controleren.

Eén GO valt onder Euratom

1.21.

Het ITER-project (oorspronkelijk: internationale thermonucleaire experimentele reactor) ging officieel van start in 1988 en de activiteiten in verband met het conceptuele ontwerp lopen al meerdere jaren. Op 21 november 2006 kwamen de projectdeelnemers formeel overeen om een experimentele faciliteit te bouwen en exploiteren om de wetenschappelijke betrouwbaarheid aan te tonen van fusie als een toekomstige duurzame energiebron. Juridisch gezien werd de ITER-organisatie opgericht toen de ITER-overeenkomst op 24 oktober 2007 in werking trad. De organisatie is gevestigd in Saint-Paul-Lès-Durance (Frankrijk), terwijl de belangrijkste fusiefaciliteiten in Cadarache (Frankrijk) zullen worden gebouwd.

1.22.

Het project omvat zeven mondiale partners: de EU, vertegenwoordigd door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), de Verenigde Staten, Rusland, Japan, China, Zuid-Korea en India. Europa heeft het voortouw genomen met een aandeel van 45 % in de bouwkosten; 80 % hiervan wordt gefinancierd uit de EU-begroting en 20 % door Frankrijk als ITER-gastland. Het aandeel van de andere ITER-leden ligt rond de 9 %. Deze kostenverdeling zal in de operationele fase veranderen, en Europa zal dan 34 % van de kosten dragen (zie figuur 1.4).

Figuur 1.4

Bijdragen van ITER-leden

Image 4

Bron:

F4E.

1.23.

De bouw van ITER omvat meer dan tien miljoen componenten die in fabrieken over de hele wereld worden gebouwd. Ongeveer 75 % van de investering in ITER wordt besteed aan de ontwikkeling van nieuwe kennis en geavanceerde materialen en technologieën. Dit biedt Europese hightechindustrieën en kmo’s een waardevolle kans om te innoveren en spin-offproducten te ontwikkelen voor gebruik buiten het fusieproces (zoals de bredere energiesector, luchtvaart- en hightechinstrumenten zoals nucleaire magnetische resonantiescanners (NMR-scanners)).

1.24.

Fusion for Energy (F4E) is de GO die verantwoordelijk is voor de Europese bijdrage aan het project. Haar belangrijkste doelstellingen omvatten het leveren van de bijdrage van Euratom aan ITER en het zorgen voor de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie. Zij stelt ook een activiteitenprogramma op ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten, inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility, en coördineert dit.

GO’s zijn gevestigd in de Europese Unie

1.25.

Zeven GO’s zijn gevestigd in Brussel (CS, S2, Sesar, FCH, IMI, BBI en Ecsel). EuroHPC is gevestigd te Luxemburg.

1.26.

F4E is gevestigd te Barcelona, Spanje. ITER (de internationale thermonucleaire experimentele reactor), waaraan de Europese Unie bijdraagt via F4E, wordt naast de faciliteit in Cadarache in Saint-Paul-lès-Durance, in de Provence, Zuid-Frankrijk, gebouwd (zie figuur 1.5).

Figuur 1.5

Gemeenschappelijke ondernemingen in de Europese Unie

Image 5

Bron:

ERK.

GO’s kennen een twee- of drieledige bestuursstructuur

1.27.

Hoewel ze dezelfde juridische structuur hebben, heeft iedere GO haar specifieke kenmerken. Dit komt doordat ze werkzaam zijn op het gebied van innovatie en onderzoek in verschillende sectoren die zijn opgebouwd rond andere markten. De meeste GO’s kennen een tweeledige structuur, waarbij de Commissie en de industrie (en in sommige gevallen ook de onderzoekssector) vertegenwoordigd zijn in een raad van bestuur en bijdragen tot de activiteiten van de GO’s (Sesar, CS, IMI, FCH, BBI en S2R). De resterende GO’s kennen een drieledige structuur waarbij de lidstaten, de Commissie en de industrie deelnemen aan de raad van bestuur en bijdragen tot de activiteiten van de GO’s (Ecsel en EuroHPC).

1.28.

In figuur 1.6 wordt de algemene bestuursstructuur van de GO’s weergegeven.

Figuur 1.6

Algemene bestuursstructuur van de GO’s

Image 6

Bron:

ERK.

1.29.

Voor de looptijd van het meerjarig financieel kader (MFK) beheren de GO’s ongeveer 10 % van de totale H2020-begroting (ofwel 7,2 miljard EUR), zoals weergegeven in figuur 1.7. Door hefboomwerking zorgt de EU-financiering van 7,2 miljard EUR echter voor ongeveer 17 miljard EUR aan onderzoeks- en innovatieprojecten op de H2020-gebieden die zijn gedelegeerd aan de GO’s.

Figuur 1.7

Aandeel H2020-begroting per uitvoeringsorgaan

Image 7

Bron:

ERK, op basis van gegevens van de Commissie.

De onderzoeksactiviteiten van de GO’s worden door zowel de EU als de partners uit de industrie en de onderzoekssector gefinancierd

1.30.

Alle leden dragen bij aan de financiering van de onderzoeks- en innovatieactiviteiten van de GO’s. Enerzijds stelt de Commissie contante middelen ter beschikking uit KP7 en H2020 voor de EU-cofinanciering van de onderzoeks- en innovatieprojecten van de GO’s. Sesar ontvangt ook financiering uit het programma voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T). Anderzijds leveren de industriële en onderzoekspartners bijdragen in natura door de onderzoeks- en innovatieprojecten van de GO’s uit te voeren. De Commissie en de particuliere partners leveren dezelfde contante bijdragen voor de financiering van de administratieve kosten van de GO’s.

1.31.

Voor de KP7-activiteiten van de GO’s moet het bedrag dat door partners uit de industrie in natura wordt bijgedragen gelijk zijn aan het bedrag van de EU-cofinanciering van KP7-onderzoeks- en innovatieprojecten.

1.32.

Voor de H2020-activiteiten van de GO’s wordt in hun respectieve oprichtingsverordeningen het bedrag bepaald van de contante bijdragen van de EU en de bijdragen in natura van de particuliere leden voor H2020-onderzoeks- en innovatieprojecten, zoals weergegeven in figuur 1.8.

Figuur 1.8

Bijdragen van de leden gedurende de levensduur van de GO

Image 8

Bron:

ERK.

1.33.

Er zijn twee soorten bijdragen van leden afkomstig uit de industrie: Voor alle GO’s moeten de leden afkomstig uit de industrie een minimumbedrag bijdragen in de totale kosten van de onderzoeks- en innovatieprojecten van de GO. Deze bijdrage is gelijk aan het verschil tussen de totale projectkosten en de cofinanciering van de EU. In het geval van vier GO’s (CS, FCH, BBI, en S2R) moeten de particuliere leden ook een minimumbijdrage in natura leveren in de vorm van „aanvullende activiteiten“ die buiten de werkprogramma’s van de GO’s worden uitgevoerd, maar wel binnen de reikwijdte van hun doelstellingen vallen.

1.34.

Voor 2018 bedroeg de totale begroting voor betalingen van de zeven GO’s die onderzoeksprogramma-activiteiten uitvoeren 1,2 miljard EUR (2017: 1,2 miljard EUR) en 0,8 miljard EUR voor F4E (2017: 0,85 miljard EUR).

1.35.

Eind 2018 hadden de GO’s in het kader van H2020 220 personeelsleden in dienst (ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten) en zeven gedetacheerde nationale deskundigen (GND’s) (2017: 222 personeelsleden en vijf GND’s). F4E had 442 personeelsleden in dienst (2017: 449 personeelsleden). Het aantal bezette posten bij de GO’s in 2017 en 2018 wordt weergegeven in figuur 1.9.

Figuur 1.9

Aantal daadwerkelijk bezette posten bij de GO’s (2017 en 2018)

Image 9

Bron:

ERK.

De Commissie voert tussentijdse en eindevaluaties uit

1.36.

Zoals bepaald in de verordeningen betreffende de oprichting van de GO’s, voerde de Commissie in 2017 de eindevaluatie uit van de prestaties van de GO’s in het kader van KP7 en tussentijdse evaluaties van hun prestaties in het kader van H2020.

1.37.

Uit deze evaluaties blijkt dat er belangrijke resultaten zijn behaald, zoals de integratie van Europees onderzoek, meer grens- en sectoroverschrijdende/interdisciplinaire samenwerking, betere gebruikmaking van de beschikbare middelen en een betere beschikbaarheid van onderzoeksresultaten.

De regelingen inzake de begroting en de kwijting zijn voor alle GO’s dezelfde

1.38.

Het Europees Parlement en de Raad zijn verantwoordelijk voor de jaarlijkse begrotings- en kwijtingsprocedures voor de GO’s. Het tijdschema van de kwijtingsprocedure is opgenomen in figuur 1.10.

Figuur 1.10

Jaarlijkse kwijtingsprocedure

Image 10

Bron:

ERK.

ONZE CONTROLE

De controle van de jaarrekeningen en verrichtingen van de GO’s valt onder ons mandaat

1.39.

Zoals bepaald in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) hebben wij het volgende gecontroleerd:

a)

de jaarrekeningen van alle acht GO’s betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen.

1.40.

Op basis van de resultaten van onze controle verschaffen wij het Europees Parlement en de Raad één betrouwbaarheidsverklaring per GO over de betrouwbaarheid van de rekeningen van de GO’s en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Indien van toepassing, vullen wij de betrouwbaarheidsverklaringen aan met belangrijke controleopmerkingen (zie hoofdstuk 3).

1.41.

Overeenkomstig de artikelen 208, lid 4, en 209, lid 2, van het Financieel Reglement van de EU werd de controle van de betrouwbaarheid van de rekeningen voor alle GO’s uitbesteed aan onafhankelijke externe accountantskantoren. In overeenstemming met de internationale controlenormen hebben wij de kwaliteit van het werk dat door deze externe accountantskantoren werd verricht, onderzocht en voldoende zekerheid verkregen dat wij op hun werk kunnen vertrouwen bij het opstellen van onze eigen controleoordelen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening over 2018 van de GO’s.

Bij onze controle worden de belangrijkste vastgestelde risico’s geselecteerd en aangepakt

1.42.

Al onze controles zijn opgezet met het oogmerk de belangrijkste vastgestelde risico’s aan te pakken. De jaarlijkse controle 2018 van de rekeningen van de GO’s en de onderliggende verrichtingen daarbij werd verricht op grond van onze risicoanalyse, die hieronder kort wordt beschreven.

Er bestaat een laag tot middelhoog risico voor de betrouwbaarheid van de rekeningen

1.43.

Wij achten het risico voor de betrouwbaarheid van de rekeningen over het geheel genomen laag. Vanwege een belangrijke verandering in de grondslag voor financiële verslaglegging in 2018 werd het risico voor F4E echter bijgesteld tot middelhoog. De rekeningen van de GO’s worden opgesteld door het toepassen van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector. Het aantal in het verleden aangetroffen materiële fouten was laag.

Over het geheel genomen bestaat er een laag risico voor de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten

1.44.

De ontvangsten van de GO’s in 2018 bestonden voornamelijk uit financiële bijdragen uit de H2020- en Euratombegrotingen van de Commissie. Zoals vastgelegd in de verordeningen van de GO’s, worden de begrotingen en daaruit voortvloeiende ontvangsten overeengekomen met de begrotingsautoriteiten tijdens het jaarlijks begrotingsproces.

Er bestaat een laag risico voor de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen betreffende personeel en administratie

1.45.

Het risico voor de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen werd als laag beschouwd voor betalingen betreffende personeel en administratie. De salarissen worden beheerd door het Bureau van de Commissie voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) dat wij binnen het kader van haar specifieke beoordelingen van administratieve uitgaven beoordelen. Wij hebben de afgelopen jaren geen materiële fouten met betrekking tot de personeelsuitgaven ontdekt. Het risico voor de wettigheid en regelmatigheid van de aanwervingsprocedures was over het algemeen laag, maar middelhoog voor de GO’s met een hoog personeelsverloop.

Er bestaat over het geheel genomen een middelhoog risico voor de wettigheid en regelmatigheid van operationele betalingen

1.46.

Voor subsidiebetalingen werd het risico over het algemeen als middelhoog beoordeeld omdat voor operationele tussentijdse H2020-betalingen alleen certificaten betreffende de financiële staten (CFS) van de begunstigde zijn vereist voor saldobetalingen (vertrouwensbeginsel).

1.47.

Voor contractuele betalingen en openbare aanbestedingsprocedures werd het risico over het algemeen als laag beoordeeld gezien het beperkte aantal van dergelijke procedures dat door de GO’s werd gehanteerd, maar het was middelhoog voor F4E, die voornamelijk met complexe aanbestedingsprocedures voor contracten met een hoge waarde werkt.

Er bestaat een middelhoog tot hoog risico voor begrotingsbeheer

1.48.

Het risico werd over het algemeen als middelhoog beoordeeld omdat onderzoekssubsidies een hoge waarde hebben en meerjarig zijn, en als hoog voor F4E wegens de complexiteit van het ITER-project, meerdere wijzigingen van contracten, en tekortkomingen bij de begrotingsplanning en -monitoring over 2017.

Er bestaat over het geheel genomen een middelhoog risico voor goed financieel beheer

1.49.

Het risico werd over het algemeen als middelhoog beoordeeld en dit werd met name vastgesteld op de gebieden van subsidieselectie en openbare aanbesteding.

HOOFDSTUK 2

OVERZICHT VAN DE CONTROLERESULTATEN

INLEIDING

2.1.

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de resultaten van onze jaarlijkse controles van de Europese GO’s voor onderzoek voor het begrotingsjaar 2018, evenals andere controlewerkzaamheden met betrekking tot de GO’s die wij in de loop van 2018 verrichtten.

De betrouwbaarheidsverklaringen (controleoordelen) over de betrouwbaarheid van de rekeningen van de GO’s en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, evenals alle kwesties en opmerkingen die niets afdoen aan deze oordelen, worden weergegeven in hoofdstuk 3 van dit verslag.

DE RESULTATEN VAN ONZE JAARLIJKSE CONTROLE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2018 ZIJN OVER HET GEHEEL GENOMEN POSITIEF

2.2.

Over het geheel genomen bevestigde onze controle van de jaarrekeningen van de GO’s voor het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar en van de onderliggende verrichtingen de positieve resultaten die wij in voorgaande jaren hebben gerapporteerd.

Een goedkeurend oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen voor alle GO’s

2.3.

Wij publiceerden (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking over de rekeningen van alle GO’s. Naar ons oordeel geven deze rekeningen op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO’s per 31 december 2018 en van de resultaten van hun verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig de bepalingen van de toepasselijke financiële reglementen en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Toelichtende paragraaf met betrekking tot de EU-bijdrage aan ITER

2.4.

Evenals in voorgaande jaren bevat ons controleoordeel over de jaarrekening 2018 van F4E een toelichtende paragraaf (1) waarmee de aandacht wordt gevestigd op het volgende:

2.5.

ITER is een baanbrekend project voor de bouw en exploitatie van een experimentele faciliteit om de specifieke haalbaarheid aan te tonen van fusie als een toekomstige duurzame energiebron. In november 2016 nam de ITER-raad (2) een herzien ITER-basisscenario aan waarin 2025 het jaar is waarin „eerste plasma“ (3) moet zijn verwezenlijkt en de operationele fase moet starten, en de constructiefase in 2035 moet zijn voltooid. Het nieuwe basisscenario wordt beschouwd als de eerst mogelijke technisch haalbare datum (4). In het vorige basisscenario van 2010 werd geschat dat de constructiefase in 2020 zou zijn afgerond (5).

2.6.

F4E herberekende haar bijdrage aan de constructiefase van het project op 12 miljard EUR (waarde van 2008), terwijl de Raad van de EU in 2010 een bedrag van 6,6 miljard EUR (waarde van 2008) goedkeurde (6).

2.7.

Bij deze schattingen wordt geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, hoewel de Commissie heeft voorgesteld dat een speelruimte van maximaal 24 maanden wat betreft een tijdschema voor de uitvoering, en van 10-20 % aanvullende financiering wat betreft het budget passend zou zijn (7).

2.8.

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad in kennis gesteld van zijn besluit om zich terug te trekken uit de EU en Euratom. Dit kan een aanzienlijk effect hebben op de activiteiten van de GO F4E en het ITER-project na 2020. In het huidige akkoord over de terugtrekking van het VK uit de EU wordt aan Euratom gerelateerde financiering (inclusief ITER) alleen tot eind 2020 gewaarborgd. Na 2020, in geval van een „no deal“-scenario, is het VK niet langer lid van F4E, en kunnen ondernemingen in het VK niet langer via F4E inschrijven voor ITER-contracten, behalve als er een bilateraal akkoord tussen het VK en de EU is met betrekking tot samenwerking inzake ITER en F4E-financiering na 2020.

2.9.

In april 2018 (8) heeft de Raad van de EU de Commissie de opdracht gegeven het herziene ITER-basisscenario goed te keuren namens Euratom en heeft hij opnieuw bevestigd dat hij zich zal inzetten om middelen ter beschikking te stellen binnen de grenzen van het volgende MFK, maar zonder vooruit te lopen op latere MFK-onderhandelingen, waarin de modaliteiten van de toekomstige financieringsregelingen zullen worden vastgesteld.

2.10.

Hoewel F4E positieve stappen heeft genomen om het beheer en de controle van haar bijdrage aan de constructiefase van het project te verbeteren, blijft er een risico bestaan van nieuwe kostenverhogingen en vertragingen bij de uitvoering van het project die verder gaan dan het huidige basisscenario. Bovendien heeft F4E haar bijdragen na 2035 aan de operationele fase van het project nog niet geraamd.

Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle GO’s

2.11.

Wij publiceerden (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking voor alle GO’s over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen voor het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar. Naar ons oordeel waren de verrichtingen in alle materiële opzichten wettig en regelmatig.

Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle GO’s

2.12.

Wij publiceerden (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking voor alle GO’s over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen voor het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar. Naar ons oordeel waren de verrichtingen in alle materiële opzichten wettig en regelmatig.

2.13.

Figuur 2.1 bevat een overzicht van de ontwikkeling van onze jaarlijkse controleoordelen over de jaarrekeningen, ontvangsten en betalingen van de GO’s van 2016 tot 2018.

Figuur 2.1

Ontwikkeling van de oordelen van de ERK over de GO’s van 2016 tot 2018

Image 11

Bron:

ERK.

Onze opmerkingen betreffen terreinen die voor verbetering vatbaar zijn

2.14.

Zonder iets af te doen aan onze oordelen, maken wij verschillende op- en aanmerkingen om de aandacht te vestigen op belangrijke kwesties en om aan te geven op welke gebieden verbetering nodig is. Deze opmerkingen, waarop in hoofdstuk 3 nader wordt ingegaan, worden hieronder samengevat. Het gaat daarbij om kwesties met betrekking tot het begrotings- en financieel beheer, bijdragen in natura, het interne controle- en toezichtkader, subsidieprocedures, goed financieel beheer en personeelsverloop. Daarnaast worden in dit hoofdstuk de resultaten gepresenteerd van de analyse die wij hebben gemaakt over de synergie tussen de GO’s in de loop van 2018.

Er blijven tekortkomingen bestaan in de jaarlijkse planning van betalingen

2.15.

Het meerjarige proces van de begrotingsplanning van de GO’s voor belangrijke onderzoekssubsidies en complexe projecten (F4E) was de voornaamste oorzaak van hardnekkige tekortkomingen bij de begrotingsplanning van betalingskredieten.

2.16.

Vanwege ernstige tekortkomingen in het proces voor begrotingsplanning in voorgaande jaren moest F4E de waarde van de betalingskredieten in de oorspronkelijke begroting aanzienlijk verhogen met ongeveer 160 miljoen EUR ofwel 25 % om aan haar feitelijke betalingsbehoeften in 2018 te kunnen voldoen.

2.17.

In twee gevallen (Sesar en Ecsel) was het uitvoeringspercentage voor betalingskredieten in 2018 aanzienlijk lager dan verwacht. Voor Sesar werd dit veroorzaakt door een conservatieve begrotingsplanning, waardoor het risico bestond dat de ontvangst van de jaarlijkse overeenkomsten inzake de financiële uitvoering vertraging zou oplopen, en door het feit dat bij de begroting voor 2018 niet volledig rekening was gehouden met ongebruikte betalingskredieten die uit voorgaande jaren waren overgedragen. Voor Ecsel was het lage begrotingsuitvoeringspercentage te wijten aan nationale financieringsinstanties (NFI’s) die projectbeëindigingscertificaten voor lopende KP7-activiteiten met vertraging verstrekten, en aan een in december 2018 ontvangen aanvullende H2020-bijdrage van 20 miljoen EUR.

Te nemen maatregelen 1

Bij de planning voor nieuwe betalingskredieten worden de GO’s aangemoedigd om rekening te houden met het bedrag aan gecumuleerde ongebruikte betalingskredieten uit voorgaande jaren dat in de begroting van dit jaar opnieuw is opgenomen en met het bedrag aan teruggevorderde betalingskredieten (interne bestemmingsontvangsten).

Er bestaat ruimte voor verdere verbetering bij het uitvoeringspercentage van de GO’s en de activiteiten van de particuliere leden

De GO’s realiseerden een uitvoeringspercentage van 89 % voor het MFK 2007-2013

2.18.

In 2018 bevond de uitvoering van de GO-activiteiten in het kader van KP7 en TEN-T zich in de afsluitingsfase.

2.19.

De GO’s die activiteiten uitvoeren in het kader van de KP7- en TEN-T-programma’s zijn Sesar, CS, IMI, FCH en Ecsel. Tabel 2.1 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan deze GO’s aan het einde van 2018. Deze bijdragen vertegenwoordigen gemiddeld 89 % van de streefcijfers inzake de bijdragen die bij de oprichtingsverordeningen van de GO’s zijn vastgesteld voor het einde van de programmeringsperiode.

Tabel 2.1

Bijdragen van de leden in het kader KP7 en TEN-T

(in miljoen EUR)

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

 

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

EU

Overige leden

Totaal

GO’s in het kader van FP7

EU

Overige leden

Totaal

Uitvoerings-percentage

700,0

1 284,3

1 984,3

Sesar 1

634,1

1 099,8

1 733,9

87 %

800,0

600,0

1 400,0

CS 1

800,0

608,5

1 408,5

101 %

1 000,0

1 000,0

2 000,0

IMI 1

916,0

735,8

1 651,8

83 %

470,0

470,0

940,0

FCH 1

421,3

442,5

863,8

92 %

655,5

1 784,4

2 439,9

Ecsel (voor Artemis/Eniac)

655,5

1 495,4

2 150,9

88 %

3 625,5

5 138,7

8 764,2

Totaal

3 426,9

4 382,0

7 808,9

89 %

Bron:

Door de GO’s verstrekte gegevens.

Er traden ook enkele vertragingen op bij GO’s binnen het MFK 2014-2020

2.20.

In 2018, halverwege de uitvoering van hun H2020-activiteiten, hadden sommige GO’s niet de verwachte programma-uitvoering verwezenlijkt en liepen ze dus achter op de streefdoelen inzake bijdragen die waren vastgesteld bij hun respectieve oprichtingsverordeningen.

2.21.

De zeven GO’s die H2020-activiteiten uitvoeren, zijn Sesar, CS, IMI, FCH, Ecsel, BBI en S2R. Tabel 2.2 biedt een overzicht van hun bijdragen aan deze activiteiten eind 2018. Midden in de programmeringsperiode hadden deze GO’s gemiddeld 39 % van hun H2020- en daarmee samenhangende aanvullende activiteiten uitgevoerd, of 31 % als er geen rekening wordt gehouden met de aanvullende activiteiten.

Tabel 2.2

Horizon 2020: bijdragen van de leden

(in miljoen EUR)

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

 

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

EU

IKOP (9) van andere leden

IKAA (10) van andere leden

Totaal

GO’s in het kader van Horizon 2020

EU

Gevalideerde IKOP

Gerapporteerde, niet gevalideerde IKOP

IKAA

Totaal

Uitvoerings-percentage inclusief IKAA

Uitvoerings-percentage zonder IKAA

585,0

1 000,0

N.v.t.

1 585,0

Sesar 2020

216,9

128,6

120,2

N.v.t.

465,7

29 %

29 %

1 755,0

1 228,6

965,3

3 948,9

CS2

816,7

288,0

157,6

801,7

2 064,0

52 %

42 %

1 638,0

1 425,0

N.v.t.

3 063,0

IMI2

241,9

144,0

83,9

N.v.t.

469,8

15 %

15 %

665,0

95,0

285,0

1 045,0

FCH2

318,8

5,4

7,7

636,3

968,2

93 %

44 %

1 185,0

1 657,5

N.v.t.

2 842,5

Ecsel

512,0

11,3

694,1

N.v.t.

1 217,4

43 %

43 %

975,0

975,0

1 755,0

3 705,0

BBI

264,6

21,2

36,8

699,9

1 022,5

28 %

17 %

398,0

350,0

120,0

868,0

S2R

158,9

28,2

63,7

160,4

411,2

47 %

34 %

7 201,0

6 731,1

3 125,3

17 057,4

Totaal

2 529,8

626,7

1 164,0

2 298,3

6 618,8

39 %

31 %

Bron:

Door de GO’s verstrekte gegevens.

De uit de industrie afkomstige leden dragen voornamelijk bij aan activiteiten buiten de werkprogramma’s van de GO’s die echter wel bijdragen aan de doelstellingen van de GO’s

2.22.

In het geval van vier GO’s (CS, FCH, BBI en S2R) moeten de particuliere leden volgens de respectieve oprichtingsverordeningen bijdragen in natura leveren in de vorm van aanvullende activiteiten die buiten de werkprogramma’s van de GO’s worden uitgevoerd; in de verordeningen wordt het niveau bepaald waarvoor aan het einde van het programma minimaal moet zijn bijgedragen. Zoals blijkt uit tabel 2.2, bestonden de bijdragen van de uit de industrie afkomstige leden eind 2018 vooral in kostendeclaraties voor deze activiteiten.

2.23.

Tegen het einde van 2018 hadden de industriële en onderzoekspartners van de GO’s die H2020-activiteiten uitvoerden 4 miljard EUR ofwel 41 % bijgedragen van de overeengekomen totale bijdragen van 9,8 miljard EUR. Dit bedrag bestond voor 1,7 miljard EUR (11) uit bijdragen in natura aan de eigen operationele H2020-activiteiten van de GO’s (42 %) en voor 2,3 miljard EUR uit bijdragen in natura voor activiteiten buiten de werkprogramma’s van de GO’s (57 %). Aan het einde van 2018 was het uitvoeringspercentage voor bijdragen in natura voor operationele activiteiten 25 %, terwijl dat voor bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten bijna 75 % bedroeg. Ondanks het belang van aanvullende activiteiten bestaat er geen verplichting om de bijbehorende bijdragen in de jaarrekeningen te vermelden en mogen wij deze niet controleren (12). Bijgevolg kunnen wij geen oordeel geven over de aard, kwaliteit en kwantiteit van deze bijdragen met betrekking tot CS, FCH, BBI en S2R (zie de kaders 2.1 en 2.2).

Kader 2.1

Bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten (CS, FCH, BBI, S2R)

Zoals bepaald in het gemeenschappelijke artikel 4, lid 2, onder b, van de oprichtingsverordeningen van deze GO’s zijn „aanvullende activiteiten“ bijdragen in natura voor activiteiten die buiten het werkprogramma en de begroting van de desbetreffende GO vallen, maar die bijdragen tot de algemene doelstellingen ervan. De desbetreffende activiteiten moeten worden beschreven in het jaarlijkse plan inzake aanvullende activiteiten, waarin ook de geschatte waarde van bijdragen wordt vermeld. In overeenstemming met artikel 4, lid 4, van de oprichtingsverordeningen moeten de kosten van aanvullende activiteiten worden gecertificeerd door een onafhankelijke externe controleur en worden ze niet onderworpen aan een controle door de ERK of een ander EU-orgaan.

Kader 2.2

Bijdragen in natura aan de operationele activiteiten van de GO’s

Zoals bepaald in de oprichtingsverordeningen van de GO’s moeten de operationele kosten van de GO’s worden gedekt door zowel een financiële bijdrage van de EU als bijdragen in natura van uit de industrie afkomstige leden. De bijdragen in natura van de uit de industrie afkomstige leden bestaan uit de kosten die door hen zijn gemaakt bij de uitvoering van GO-onderzoeks- en innovatieactiviteiten, minus de bijdragen van de GO en andere EU-bijdragen aan deze kosten.

2.24.

Daarnaast blijft er met betrekking tot BBI, hoewel de oprichtingsverordening hiervan in 2018 uitdrukkelijk werd gewijzigd zodat leden afkomstig uit de industrie hun contante bijdragen op projectniveau konden verantwoorden, een hoog risico bestaan dat de leden afkomstig uit de industrie het minimumbedrag aan operationele contante bijdragen van 182,5 miljoen EUR niet zullen halen aan het einde van het BBI-programma. Als gevolg hiervan besloot de Commissie (DG RTD) eind 2018 om de begroting van de GO voor 2020 van 205 miljoen EUR te verlagen met 140 miljoen EUR.

Te nemen maatregelen 2

Ingeval er op grond van de oprichtingsverordening van een GO operationele financiële bijdragen vereist zijn van de GO-leden, dient er door alle oprichtende leden overeenstemming te worden bereikt over een duidelijk en gezamenlijk overeengekomen systeem voor financiële bijdragen waarmee wordt gewaarborgd dat het vereiste bedrag aan het einde van het programma zal zijn voldaan, en dient dit te worden opgenomen in de verordening.

Interne controles met betrekking tot betalingen waren over het algemeen doeltreffend

2.25.

De GO’s hebben betrouwbare procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van KP7 verrichten onafhankelijke externe accountantskantoren die door de GO’s zijn gecontracteerd, controles achteraf bij de begunstigden. Met betrekking tot kostendeclaraties in het kader van H2020 is de gemeenschappelijke auditdienst (GAD) van de Commissie verantwoordelijk voor deze controles, hoewel hij ongeveer drie kwart van deze controles uitbesteedt aan externe accountantskantoren. Alle GO’s maakten op doeltreffende wijze gebruik van deze essentiële controles voor de beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van hun betalingen.

2.26.

Voor subsidiebetalingen in het kader van KP7 rapporteerden de GO’s (met uitzondering van Ecsel) restfoutenpercentages onder de materialiteitsdrempel van 2 % op basis van de resultaten van de controles achteraf aan het einde van 2018. Wij bevestigden dit resultaat door middel van onze gegevensgerichte toetsing van definitieve subsidiebetalingen. De GO Ecsel is door de aanzienlijke variaties in de door de NFI’s gebruikte methodologieën en procedures niet in staat één enkel betrouwbaar restfoutenpercentage voor KP7-betalingen te berekenen. Voor deze betalingen pasten we het restfoutenpercentage toe dat door DG RTD werd vastgesteld voor het hele KP7-programma en dat eind 2018 3,36 % bedroeg. Als gevolg hiervan ligt, door het lage percentage van KP7-betalingen in 2018, het restfoutenpercentage voor de totale operationele betalingen van Ecsel in dat jaar onder de materialiteitsdrempel.

2.27.

Voor subsidiebetalingen in het kader van H2020 rapporteerden alle GO’s die H2020-projecten uitvoeren eind 2018 een restfoutenpercentage onder de materialiteitsdrempel van 2 % op basis van de resultaten van de controles achteraf eind 2018. Onze evaluaties van de controlewerkzaamheden van de GAD en de externe accountantskantoren, evenals de geselecteerde herhaalde toetsen bij begunstigden, bevestigen dit resultaat. Tijdens onze evaluatie hebben we echter ook soortgelijke bevindingen gedaan als gerapporteerd in de paragrafen 5.31-5.34 van ons jaarverslag over 2018 met betrekking tot aangetroffen tekortkomingen in de controlewerkzaamheden achteraf.

Tekortkomingen in het goed financieel beheer vormen een bedreiging voor de operationele doeltreffendheid van de GO’s

2.28.

Bij onze jaarlijkse financiële en nalevingsgerichte controle kwamen ook belangrijke tekortkomingen ten aanzien van goed financieel beheer op het gebied van project- en subsidiebeheer aan het licht.

2.29.

Wij hebben jarenlang, samen met de externe deskundigen, voorgesteld dat F4E een „Earned Value Management“(EVM-)systeem invoert (13) voor het meten van prestaties op basis van technische vooruitgang van het project in samenhang met de voor deze vooruitgang gemaakte kosten. F4E bleef in 2018 echter het ITER-puntensysteem gebruiken om de vooruitgang van haar project te monitoren.

2.30.

In 2018 deed S2R voor het eerst enkel bij haar leden een proefoproep met een forfaitaire financieringsregeling. Tijdens het evaluatieproces troffen de financiële deskundigen enkele materiële discrepanties aan tussen de financiële voorstellen en de historische financiële gegevens van de begunstigden.

2.31.

Vanwege de opzet van haar oproep tot het indienen van voorstellen van 2018 en het beheer van het rangschikkingssysteem voor voorstellen bleef voor BBI een van de twee belangrijkste thema’s van de oproep ongefinancierd, hoewel er subsidiabele en hoog scorende voorstellen voor beide thema’s waren. Voor Sesar resulteerden tekortkomingen in de opzet van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2018 voor Connecting Europe Facility-middelen (CEF-middelen) in overlappingen en inconsistenties bij de gunningscriteria, waardoor de algehele doeltreffendheid van het subsidie-evaluatieproces in het gedrang kwam.

Te nemen maatregelen 3

F4E wordt aangemoedigd om een EVM-systeem in te voeren zodat de projectvooruitgang kan worden gemonitord aan de hand van de gemaakte kosten en de behaalde technische mijlpalen.

Te nemen maatregelen 4

Teneinde de doelmatigheid en doeltreffendheid van forfaitaire financiering te waarborgen, worden de GO’s aangemoedigd om de financiële evaluatie van voorstellen te baseren op een sterke databank met begunstigden en betrouwbare financiële gegevens over verschillende jaren.

De evaluaties van de GO’s bieden toegevoegde waarde, maar de timing dient te worden heroverwogen

2.32.

Eind 2017 informeerde de Commissie het Europees Parlement en de Raad over de resultaten van de wettelijk verplichte eindevaluaties van de GO’s die waren opgericht in het kader van het KP7-programma (Sesar, IMI, FCH, CS, Artemis, Eniac) en de tussentijdse wettelijk verplichte evaluaties van de GO’s die waren opgericht in het kader van H2020 (Sesar, IMI 2, CS 2, FCH 2, Ecsel, S2R, BBI). Deze evaluaties werden met de hulp van onafhankelijke deskundigen verricht, en betroffen de prestaties van de GO’s ten aanzien van relevantie, doelmatigheid, doeltreffendheid, samenhang en Europese meerwaarde; ook werd er gekeken naar openheid, transparantie en onderzoekskwaliteit.

2.33.

Hoewel de beoordelaars de prestaties van de GO’s over het algemeen als positief beschouwden, bevalen zij aan om:

de deelname van leden afkomstig uit de industrie, de lidstaten, kmo’s en andere belanghebbenden te vergroten;

de coördinatie met andere EU- en nationale onderzoeksprogramma’s te verbeteren;

de deelname van de nieuwe lidstaten te vergroten en een verantwoordbaar prestatiemetingskader verder te ontwikkelen dat essentiële prestatie-indicatoren bevat om de impact en sociaal-economische voordelen van de GO’s beter te beoordelen;

de verspreiding en benutting van de GO-projectresultaten te verbeteren.

2.34.

Naar aanleiding hiervan stelden alle GO’s een actieplan op en begonnen zij in 2018 met de uitvoering daarvan. Tijdens onze financiële controle 2018 evalueerden we de uitvoering van deze actieplannen.

2.35.

Hoewel de tussentijdse evaluatie voor elke GO werd afgerond overeenkomstig het precieze tijdschema dat in het respectieve rechtskader is vastgesteld, zijn wij van mening dat de evaluatie niet op het meest geschikte moment was gepland om bij te dragen tot de besluitvorming van nieuw opgerichte GO’s in het kader van H2020 (BBI, S2R, Ecsel). Omdat zij hun administratieve structuur in 2014 en 2015 moesten opzetten, bevonden deze GO’s zich ten tijde van de tussentijdse evaluatie nog in de vroege operationele fase.

Te nemen maatregelen 5

Gezien het feit dat de eindevaluaties niet vóór 2024 zijn gepland, is het noodzakelijk om de tussentijdse evaluaties van de nieuwe GO’s in een later stadium (halverwege) aan te vullen, wanneer zij genoeg werkzaamheden hebben uitgevoerd om een adequate prestatiemeting mogelijk te maken en nuttige en doeltreffende aanbevelingen te doen.

Verscheidene GO’s hebben te maken gehad met een groot personeelsverloop

2.36.

Verscheidene GO’s (IMI, CS, S2R) kenden in 2018 een zeer groot personeelsverloop, waardoor zij een veel groter beroep gingen doen op uitzendkrachten.

2.37.

De GO’s verklaarden dat hun relatief geringe omvang ten opzichte van andere EU-instellingen en -organen (zij hebben gemiddeld 30 personeelsleden) in hun nadeel werkt bij het aanwerven en behouden van personeel.

2.38.

In 2018 stelden wij vast dat inzet van uitzendkrachten en adviseurs van bijzonder belang was voor sommige EU-agentschappen die niet voldeden aan het rechtskader (14). Wij zullen dezelfde kwestie analyseren met betrekking tot de GO’s in 2019.

Te nemen maatregelen 6

De GO’s worden aangemoedigd om, in samenwerking met de Commissie, manieren te vinden om het overmatig gebruik van uitzendkrachten te vermijden.

Synergieën tussen GO’s zijn benut voor ondersteunende activiteiten, maar blijven beperkt voor onderzoeksactiviteiten

2.39.

De GO’s werken al samen op het gebied van aanbestedingen op verschillende administratieve terreinen. Gezamenlijke aanbesteding wordt aanbevolen voor aankopen die niet specifiek verband houden met de respectieve operationele activiteiten van de GO’s en die niet zijn opgenomen in interinstitutionele kaderovereenkomsten. Gezamenlijke aanbesteding is vooral voordelig op de terreinen van IT en gegevensbeheer, HR, adviesdiensten en gebouwenbeheer. Er bestaan al verscheidene gezamenlijke kaderovereenkomsten op deze terreinen, of deze werden gesloten in 2018 om in nieuwe behoeften te voorzien, zoals de invoering van de nieuwe verordening gegevensbescherming.

2.40.

Daarnaast droeg de uitbesteding door GO’s van hun boekhoudkundige functie aan DG BUDG in 2016 bij tot de geharmoniseerde presentatie van de rekeningen van de GO’s.

2.41.

Over het geheel genomen zijn de GO’s het erover eens dat gezamenlijke aanbesteding de doelmatigheid, doeltreffendheid en consistentie van de betrokken diensten aanzienlijk heeft vergroot en belangrijke schaalvoordelen en de verlaging van de middelen mogelijk heeft gemaakt.

2.42.

Door een ontoereikende kosten-batenanalyse bij het uitschrijven van gezamenlijke aanbestedingsprocedures in 2018 ondervonden sommige GO’s onder meer de volgende problemen:

ontoereikende en te dure gezamenlijke kaderovereenkomsten;

vertraagde ontwikkeling en tenuitvoerlegging van specifieke GO-kenmerken in de H2020-IT-tools van de Commissie;

het feit dat de gemeenschappelijke ondersteunende diensten van de Commissie de grenzen van hun mogelijkheden bereikten, zoals het geval waarbij de gecentraliseerde auditdienst voor controles achteraf in DG RTD, de boekhoudkundige dienst in DG BUDG en de kaderovereenkomsten van de Commissie voor de diensten van uitzendkrachten.

2.43.

De centrale diensten van de GO’s zijn gestroomlijnd, hetgeen hun sterk overeenkomende behoeften weerspiegelt om administratieve overeenkomsten voor leveringen en diensten af te sluiten. Anderzijds zijn gezamenlijke operationele activiteiten tussen de GO’s vrij beperkt vanwege de specificiteit van hun onderzoek, innovatiegebieden en werkprogramma’s. In 2018 werd slechts één studie gezamenlijk verricht: een studie door FCH en S2R over het gebruik van waterstofbrandstofcellen bij de spoorwegsector. Verscheidene GO’s zagen meer operationele synergieën met gedecentraliseerde agentschappen van de EU die op hun respectieve terreinen van onderzoek en innovatie werken, zoals Sesar en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), die samenwerkten op het gebied van drones.

Te nemen maatregelen 7

Vóór de aanvang van een aanbesteding moeten de GO’s beoordelen of zij zich aan kunnen sluiten bij een lopende procedure of een bestaande kaderovereenkomst. Het netwerk van EU-agentschappen (EUAN) heeft een gezamenlijk portaal voor aanbestedingen dat de GO’s regelmatig kunnen raadplegen om mogelijkheden voor gezamenlijke aanbestedingen te vinden.

Geplande samenwerking of synergie op belangrijke gebieden moet worden gebaseerd op een kosten-batenanalyse waarbij onder andere moet worden gelet op de vaststelling van behoeften, de vergroting van de doelmatigheid en vereenvoudiging, het verlies aan flexibiliteit, de middelen die nodig zijn voor de coördinatie en de controles, en de impact op personele middelen.

De GO’s worden aangemoedigd om de mogelijkheden tot samenwerking en gezamenlijke activiteiten met betrekking tot hun operationele activiteiten verder te onderzoeken.

GO’s geven follow-up aan controlebevindingen van voorgaande jaren

2.44.

In de meeste gevallen hebben de GO’s corrigerende maatregelen getroffen om follow-up te geven aan de opmerkingen en commentaren in onze specifieke jaarverslagen van voorgaande jaren. De details zijn te vinden in de bijlagen bij onze oordelen in hoofdstuk 3.

2.45.

Figuur 2.2 toont dat voor de 30 opmerkingen die eind 2017 nog openstonden, in 2018 corrigerende maatregelen waren getroffen, zodat 20 opmerkingen (67 %) konden worden afgesloten terwijl 10 opmerkingen (33 %) eind 2018 nog golden.

Figuur 2.2

Inspanningen van de GO’s om follow-up te geven aan opmerkingen van voorgaande jaren

Image 12

Bron:

ERK.

CONTROLERESULTATEN VAN ANDERE RECENTE ERK-PRODUCTEN DIE GERICHT ZIJN OP DE GO’S

2.46.

Behalve het jaarlijks controleverslag dat betrekking heeft op de jaarrekeningen van de GO’s hebben wij in de loop van 2018 ook speciale controleverslagen gepubliceerd die betrekking hadden op de GO’s (zie figuur 2.3).

Figuur 2.3

Controleresultaten van andere GO-gerelateerde producten die onlangs door de ERK zijn uitgebracht

Image 13

Bron:

ERK.

HOOFDSTUK 3

BETROUWBAARHEIDSVERKLARINGEN INZAKE DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN VAN DE EU

3.1.    Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaringen

Grondslag voor de oordelen

3.1.1.

Wij verrichtten onze controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA) en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties (ISSAI) van INTOSAI. Onze verantwoordelijkheden volgens die standaarden worden nader beschreven in het onderdeel van ons verslag over de verantwoordelijkheden van de controleur. We zijn onafhankelijk, zoals voorgeschreven in de Ethische gedragscode voor professionele accountants (Code of Ethics for Professional Accountants) van de International Ethics Standards Board for Accountants („IESBA Code“) en de ethische vereisten die relevant zijn voor onze controle, en we zijn onze andere ethische verantwoordelijkheden nagekomen in overeenstemming met deze vereisten en de IESBA Code. Wij achten de verkregen controle-informatie toereikend en geschikt als grondslag voor ons oordeel.

Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen

3.1.2.

Overeenkomstig de artikelen 310-325 van het VWEU en de financiële reglementen van de GO’s is de leiding van een GO verantwoordelijk voor het opstellen en weergeven van de rekeningen op basis van de internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Deze verantwoordelijkheid omvat het ontwerpen, invoeren en in stand houden van internebeheersingsmaatregelen die relevant zijn voor het opmaken en weergeven van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten. De leiding dient er ook voor te zorgen dat de in de financiële staten weergegeven activiteiten, financiële verrichtingen en informatie in overeenstemming zijn met de voorschriften waar ze onder vallen.

3.1.3.

Bij het voorbereiden van de rekeningen is de leiding verantwoordelijk voor het beoordelen van het vermogen van de GO om haar activiteiten voort te zetten, voor het in voorkomend geval melden van kwesties die verband houden met de bedrijfscontinuïteit en voor het hanteren van het continuïteitsbeginsel, tenzij de leiding voornemens is om de entiteit te liquideren of om haar activiteiten stop te zetten, of als er geen realistisch alternatief bestaat.

3.1.4.

Degenen die belast zijn met governance zijn verantwoordelijk voor de supervisie van het proces van financiële verslaglegging bij de GO.

De verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en de onderliggende verrichtingen

3.1.5.

Onze doelstellingen bestaan erin, redelijke zekerheid te verkrijgen over de vraag of de rekeningen van de GO’s geen afwijkingen van materieel belang vertonen en of de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, alsmede op basis van onze controle het Europees Parlement en de Raad een betrouwbaarheidsverklaring te verschaffen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Redelijke zekerheid is een hoge mate van zekerheid, maar geen garantie dat bij een controle een bestaande materiële afwijking of niet-conformiteit altijd zal worden opgespoord. Deze kan voortkomen uit fraude of fouten en wordt van materieel belang geacht indien hiervan, afzonderlijk of geaggregeerd, redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat deze invloed heeft op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze rekeningen nemen.

3.1.6.

Voor de ontvangsten verifiëren wij de van de Commissie, andere partners of deelnemende landen ontvangen bijdragen en beoordelen wij de procedures van de GO’s voor het innen van andere inkomsten, voor zover van toepassing.

3.1.7.

Ten aanzien van de uitgaven onderzoeken wij betalingsverrichtingen wanneer de uitgaven zijn gedaan, geboekt en goedgekeurd. Dit onderzoek betreft alle soorten betalingen (inclusief die voor de verwerving van activa) behalve voorschotten op het moment dat deze worden gedaan. Voorschotbetalingen worden onderzocht wanneer de ontvanger van de middelen het passende gebruik ervan aantoont en een GO dit bewijs accepteert door het afwikkelen van de voorschotbetaling in hetzelfde jaar of later.

3.1.8.

In overeenstemming met de ISA’s en ISSAI’s passen wij professionele oordeelsvorming toe en houden wij gedurende de hele controle een professioneel-kritische instelling. Daarnaast:

identificeren en beoordelen we de risico’s op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten, ontwerpen we in het licht van die risico’s controleprocedures en voeren we deze uit, en verkrijgen we controle-informatie die toereikend is en geschikt als grondslag voor onze oordelen. Het risico dat een afwijking of niet-conformiteit van materieel belang als gevolg van fraude niet wordt ontdekt is groter dan bij fouten, aangezien er bij fraude sprake kan zijn van collusie, vervalsing, opzettelijke omissies, verkeerde voorstellingen van zaken of het terzijde stellen van de internebeheersingsmaatregelen;

verkrijgen we inzicht in de internebeheersingsmaatregelen die relevant zijn voor de controle om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar niet om een oordeel uit te spreken over de doeltreffendheid van de internebeheersingsmaatregelen;

beoordelen we de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen en de daarmee samenhangende informatieverschaffing door de leiding;

trekken we conclusies over de geschiktheid van de wijze waarop de leiding het continuïteitsbeginsel hanteert en, op basis van de verkregen controle-informatie, over het al dan niet bestaan van materiële onzekerheden die verband houden met gebeurtenissen of omstandigheden die mogelijk aanzienlijke twijfel doen rijzen over het vermogen van een GO om haar bedrijfsactiviteiten voort te zetten. Als we tot de conclusie komen dat er een materiële onzekerheid bestaat, zijn we verplicht in ons verslag dat we als controleur uitbrengen de aandacht te vestigen op de gerelateerde informatie in de rekeningen of, indien de informatie ontoereikend is, ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die we hebben verkregen tot de datum van vaststelling van ons verslag als controleur. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een entiteit haar bedrijfsactiviteiten niet langer kan voortzetten;

evalueren we de algemene presentatie, structuur en inhoud van de rekeningen, met inbegrip van de toelichtingen, en beoordelen we of de rekeningen de onderliggende verrichtingen en gebeurtenissen zodanig weergeven dat een getrouw beeld ontstaat;

verkrijgen we voldoende passende controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de GO’s om een oordeel te formuleren over de rekeningen en de onderliggende verrichtingen. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de controle. We blijven als enige verantwoordelijk voor onze controleoordelen;

houden we in voorkomend geval rekening met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van de GO’s, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van het Financieel Reglement van de EU (15).

3.1.9.

Wij communiceren met de leiding onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de internebeheersingsmaatregelen die we tijdens onze controle constateren.

3.1.10.

We bepalen welke van de punten die we met de GO’s hebben besproken, het belangrijkst waren bij de controle van de rekeningen over de huidige periode en dus de essentiële controleaangelegenheden vormen. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag als controleur, tenzij openbaarmaking ervan verboden is op grond van de wet- en regelgeving of we, in zeer uitzonderlijke omstandigheden, besluiten dat een aangelegenheid niet in ons verslag moet worden opgenomen omdat redelijkerwijs te verwachten is dat de negatieve gevolgen daarvan zwaarder wegen dan de voordelen van een dergelijke mededeling in het algemeen belang.

GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMINGEN DIE EU-KADERPROGRAMMA’S UITVOEREN

3.2.    De Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar)

3.2.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar), gevestigd te Brussel, werd in februari 2007 opgericht voor een periode van acht jaar (16) (Sesar 1). In juni 2014 wijzigde de Raad de oprichtingsverordening en verlengde hij de looptijd van de Gemeenschappelijke Onderneming tot 31 december 2024 (17) (Sesar 2020).

3.2.2.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar is een publiek-privaat partnerschap voor de ontwikkeling en uitrol van gemoderniseerd luchtverkeersbeheer (ATM) in Europa. De oprichtende leden zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie (DG MOVE), en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) (18). Na een oproep in 2015 tot het indienen van blijken van belangstelling werden 19 publieke en particuliere entiteiten uit de luchtvaartindustrie lid van de Gemeenschappelijke Onderneming. Daaronder bevinden zich vliegtuigbouwers, fabrikanten van grond- en vliegtuigapparatuur, verleners van luchtvaartnavigatiediensten en verleners van luchthavendiensten.

3.2.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (19).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

94,8

90,9

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

129,5

109,9

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (20)

166,3

213

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (20)

175,9

130,9

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (21)

42

40

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

OORDEEL

3.2.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (22) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (23) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.2.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.2.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.2.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.2.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerking over de uitvoering van de Sesar 1-begroting

3.2.9.

In december 2016 werd het Sesar 1-programma formeel afgesloten en de laatste definitieve subsidiebetaling werd in december 2017 verricht.

3.2.10.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan Sesar 1 per eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan Sesar 1

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (24)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG MOVE)

700,0

N.v.t.

700,0

634,1

0,0

0,0

N.v.t.

634,1

Eurocontrol

700,0

N.v.t.

700,0

137,8

422,9

0,0

N.v.t.

560,7

Leden afkomstig uit de industrie

584,3

N.v.t.

584,3

25,5

513,6

0,0

N.v.t.

539,1

Totaal

1 984,3

N.v.t.

1 984,3

797,4

936,5

0,0

N.v.t.

1 733,9

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.2.11.

Ongebruikte betalingskredieten van 40 miljoen EUR uit voorgaande jaren werden naar 2018 overgedragen voor de terugbetaling van te hoge contante bijdragen door uit de industrie afkomstige leden van Sesar 1 (25) en voor de betaling van uitgestelde, maar nog steeds gerechtvaardigde kostendeclaraties voor KP7- en TEN-V-projecten. Eind 2018 kon echter slechts 1,8 miljoen EUR (5 %) van deze kredieten voor dergelijke correctiebetalingen worden gebruikt, 20 miljoen EUR (50 %) moest worden geannuleerd en 18,2 miljoen EUR (45 %) werd naar 2019 overgedragen.

3.2.12.

Eind 2018, ten tijde van de afsluitingsfase van het Sesar 1-programma, had de GO nog een hoog bedrag aan vastleggingen (betalingsverplichtingen) openstaan ter waarde van 61,4 miljoen EUR. Aangezien het programma eind 2016 werd afgesloten en de laatste subsidiebetaling eind 2017 werd gedaan, zullen deze aan de GO toegewezen middelen niet volledig worden benut.

Opmerking over de uitvoering van de Sesar 2020-begroting

3.2.13.

Tabel 3 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan Sesar 2020 per eind 2018.

Tabel 3

Bijdragen van de leden aan Sesar 2020

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Uitvoerende activiteiten

Aanvullende activiteiten (26)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG MOVE)

585,0

N.v.t.

585,0

216,9

0,0

0,0

N.v.t.

216,9

Eurocontrol

500,0

N.v.t.

500,0

11,9

59,6

60,1

N.v.t.

131,6

Leden afkomstig uit de industrie

500,0

N.v.t.

500,0

2,5

54,6

60,1

N.v.t.

117,2

Totaal

1 585,0

N.v.t.

1 585,0

231,3

114,2

120,2

N.v.t.

465,7

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.2.14.

Eind 2018 had de GO 81 % van de vastleggingskredieten en 61 % van de betalingskredieten voor Horizon 2020-projecten besteed, en annuleerde zij ongeveer 44,6 miljoen EUR (35 %) van de beschikbare Horizon 2020-betalingskredieten.

3.2.15.

Het lage uitvoeringspercentage en het hoge niveau van annuleringen voor in 2018 beschikbare Horizon 2020-betalingskredieten waren voornamelijk het gevolg van:

de conservatieve begrotingsplanning van de GO, gelet op het risico dat de ontvangst van de jaarlijkse delegatieovereenkomsten inzake de financiële uitvoering vertraging zou oplopen;

de aanpak door de GO van begrotingsplanning en begrotingstoezicht, waarbij niet ten volle rekening werd gehouden met het bedrag aan ongebruikte betalingskredieten uit voorgaande jaren die opnieuw in de begroting van het lopende begrotingsjaar zijn opgenomen.

Opmerking over de internebeheersingsmaatregelen

3.2.16.

De GO heeft betrouwbare procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van KP7 verricht de GO controles achteraf bij de begunstigden, terwijl voor Horizon 2020-betalingen de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie verantwoordelijk is voor controles achteraf. Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat eind 2018 door de GO werd gerapporteerd, bedroeg 1,29 % voor KP7 en 1,33 % voor Horizon 2020 (27).

Opmerking over goed financieel beheer en prestaties

3.2.17.

Overeenkomstig de delegatieovereenkomst met DG MOVE deed de GO Sesar in januari 2018 een open oproep tot het indienen van voorstellen voor studies en demonstraties met betrekking tot verkeersbeheer voor drones in Europa (U-Space Call). Het maximale subsidiebedrag van 9,5 miljoen EUR werd gefinancierd via het fonds van de Connecting Europe Facility (CEF) van de Commissie. Hoewel de gunningscriteria van de oproep over het algemeen in overeenstemming waren met de bepalingen zoals vastgelegd in de CEF-verordening, stelden we bij de gunnings- en subgunningscriteria verschillende overlappingen en inconsistenties vast. Dit kan de algehele doeltreffendheid van de procedure voor de evaluatie van subsidieaanvragen in gevaar brengen en moet in de fase van ontwerp en voorbereiding van de oproep worden aangepakt.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.2.18.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Het uitvoeringspercentage bij Sesar 1 bedroeg 11 % voor vastleggingskredieten en 68 % voor betalingskredieten. De volgende factoren waren de oorzaak van de lage uitvoeringspercentages voor Sesar 1:

Afgerond

2017

Eind 2017 waren de specifieke ontwikkelingen die nodig zijn voor de verwerking van de bijdragen in natura voor de Gemeenschappelijke Onderneming in het kader van de gemeenschappelijke instrumenten voor subsidiebeheer en monitoring voor Horizon 2020 van de Commissie nog niet voltooid.

Afgerond

2017

Eind 2017 moest de Gemeenschappelijke Onderneming ten tijde van de afsluitingsfase van het Sesar 1-programma 30 miljoen EUR (19 %) aan niet-afgewikkelde vastleggingen annuleren vanwege gewijzigde of geschrapte Sesar 1-projecten. Bijgevolg bedroegen aan het eind van het jaar de nog openstaande betalingsverplichtingen van de Gemeenschappelijke Onderneming voor Sesar 1-subsidies 47 miljoen EUR.

Loopt nog

2017

Bij het plaatsen van opdrachten voor ondersteunende diensten met betrekking tot Sesar 2020-activiteiten bij civiele luchtruimgebruikers berekende de Gemeenschappelijke Onderneming de financiële score op basis van het eenvoudige (rekenkundige) gemiddelde van de financiële offertes die zij ontving voor de dagtarieven van categorieën deskundigen. Dezelfde aanpak werd bij alle percelen gehanteerd. Het gebruik van een gewogen gemiddelde voor de berekening van de financiële score zou echter een concurrerender en doeltreffender oplossing zijn geweest. De weging moet gebaseerd zijn op het meest waarschijnlijke aantal werkdagen voor iedere categorie deskundigen die voor de specifieke diensten van het perceel nodig zijn.

Afgerond

2017

De extern controleur van de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming stelde tekortkomingen vast in de financiëlecontroleprocessen van de Gemeenschappelijke Onderneming. Deze situatie is vooral te wijten aan het complexe financiële wetgevingskader waarbinnen de Gemeenschappelijke Onderneming moet opereren, het recente vertrek van essentieel financieel personeel en de daaruit voortvloeiende overbelasting van de financiële afdeling.

Afgerond

2017

Als reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de raad van bestuur van Sesar in mei 2018 het actieplan van de Gemeenschappelijke Onderneming vastgesteld. Het actieplan omvat een breed scala aan acties die door de Gemeenschappelijke Onderneming moeten worden uitgevoerd en waarvoor een bepaald aantal activiteiten al is opgestart; de meerderheid moet in 2018 en het eerste kwartaal van 2019 worden uitgevoerd, terwijl een beperkt aantal acties in de volgende programmeringsperiode in aanmerking zal worden genomen.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

3.2.12.

In dit verband moet worden opgemerkt dat het algemene uitvoeringspercentage van het programma Sesar 1 89,9 % bedraagt.

3.2.15.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar wil erop wijzen dat de aanpak van de ongebruikte betalingskredieten van voorgaande jaren een rechtstreeks gevolg is van het financiële kader waarin de gemeenschappelijke onderneming moet opereren.

3.2.17.

De Gemeenschappelijke Onderneming Sesar wil erop wijzen dat de oproep in het kader van U-Space is georganiseerd in volledige overeenstemming met zowel de CEF-specifieke vereisten als de beste praktijken. Dit werd gewaarborgd door de uitgebreide samenwerking met Inea tijdens de voorbereiding van de oproep. Bovendien is het potentiële risico van een niet-homogene interpretatie van de subcriteria voor de evaluatie vóór het begin van de evaluatie zoveel mogelijk beperkt, onder meer door voorafgaand aan de evaluatie deskundigenbriefings te houden om misverstanden die tot onjuiste veronderstellingen en scores zouden kunnen leiden, te voorkomen.

3.3.    De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (Clean Sky)

Inleiding

3.3.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor de toepassing van het gezamenlijk technologie-initiatief in de luchtvaart (de GO Clean Sky), gevestigd te Brussel, werd in december 2007 binnen het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) opgericht voor een periode van tien jaar (28) (Clean Sky 1). Op 6 mei 2014 verlengde de Raad de looptijd van de GO tot 31 december 2024 (29) (Clean Sky 2).

3.3.2.

De GO Clean Sky is een publiek-privaat partnerschap voor onderzoek en innovatie in de luchtvaart. De oprichtende leden van de GO in het kader van de nieuwe verordening zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie (DG RTD), en de private leden, bestaande uit de industriële leiders en geassocieerde leden van demonstratiemodellen van geïntegreerde technologie (Integrated Technology Demonstrators — ITD’s), innovatieve vliegtuigdemonstratieplatforms (Innovative Aircraft Demonstrator Platforms — IADP’s) en horizontale terreinen (Transverse Areas — TA’s). Daarnaast werkt de GO samen met „kernpartners“ uit de industrie die worden geselecteerd aan de hand van openbare vergelijkende oproepen (30). Deze partners kregen de status van privaat lid krachtens de oprichtingsverordening van Clean Sky 2.

3.3.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (31).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

336,4

203

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

294,6

201,1

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (32)

343,8

243,7

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (32)

371,1

313,6

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (33)

40

41

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.3.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (34) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (35) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.3.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.3.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.3.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.3.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerking over de uitvoering van de Clean Sky 1-begroting

3.3.9.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan Clean Sky 1 per eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan Clean Sky 1

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Uitvoerende activiteiten

Aanvullende activiteiten (36)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

800,0

N.v.t.

800,0

800,0

0,0

0,0

N.v.t.

800,0

Leden afkomstig uit de industrie

600,0

N.v.t.

600,0

14,9

594,1

-0,7

N.v.t.

608,3

Totaal

1 400,0

N.v.t.

1 400,0

814,9

594,1

-0,7

N.v.t.

1 408,3

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.3.10.

Het FP7-programma van de GO werd in 2017 formeel afgesloten met een uitvoeringsgraad van ongeveer 100 %. In 2018 vorderde de GO nog ongeveer 0,85 miljoen EUR terug in verband met uitstaande voorfinancieringen en de resultaten van controles achteraf.

Opmerking over de uitvoering van de Clean Sky 2-begroting

3.3.11.

Tabel 3 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan Clean Sky 2 per eind 2018.

Tabel 3

Bijdragen van de leden aan Clean Sky 2

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (37)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

1 755,0

0,0

1 755,0

816,7

0,0

0,0

0,0

816,7

Leden afkomstig uit de industrie

1 228,5

965,3

2 193,8

14,1

273,9

157,6

801,7

1 247,3

Totaal

2 983,5

965,3

3 948,8

830,8

273,9

157,6

801,7

2 064,0

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.3.12.

De uitvoeringspercentages van de beschikbare vastleggings- en betalingskredieten van de begroting voor 2018 van de GO waren hoog (respectievelijk 99,2 % en 97,3 %).

Opmerking over de internebeheersingsmaatregelen

3.3.13.

De GO Clean Sky 2 heeft procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van KP7 verricht de GO controles achteraf bij de begunstigden, terwijl voor declaraties van projectkosten in het kader van Horizon 2020 de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie verantwoordelijk is voor controles achteraf. Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat eind 2018 door de GO werd gerapporteerd, bedroeg 1,21 % voor KP7-projecten en 1,11 % voor Horizon 2020-projecten (38).

Opmerking over andere kwesties

3.3.14.

In 2017 en 2018 was het personeelsverloop bij de GO hoog voor zowel tijdelijke functionarissen als arbeidscontractanten. Het verloop onder tijdelijke functionarissen liep in 2018 sterk op tot bijna 17 % omdat vier projectfunctionarissen de GO verlieten. In 2018 verdubbelde het gebruik van diensten van uitzendkrachten bijna.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.3.15.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Eind 2018 waren de specifieke ontwikkelingen die nodig zijn voor de verwerking van de bijdragen in natura voor de Gemeenschappelijke Onderneming in het kader van de gemeenschappelijke instrumenten voor subsidiebeheer en monitoring voor Horizon 2020 van de Commissie nog niet voltooid.

Afgerond

2017

Als reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan opgesteld dat in april 2018 door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming werd goedgekeurd. Het actieplan omvat een breed scala aan acties die door de Gemeenschappelijke Onderneming moeten worden uitgevoerd en waarvoor al een bepaald aantal activiteiten is opgestart; de rest moet volgens planning in 2018 of in de volgende programmeringsperiode worden uitgevoerd.

Afgerond

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

De Gemeenschappelijke Onderneming heeft nota genomen van het verslag van de Rekenkamer.

3.4.    De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI)

Inleiding

3.4.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen (IMI), gevestigd te Brussel, werd in december 2007 (39) opgericht voor een periode van tien jaar (IMI 1). In mei 2014 stelde de Raad een nieuwe oprichtingsverordening vast waarmee de looptijd van de GO werd verlengd tot 31 december 2024 (40) (IMI 2).

3.4.2.

De GO IMI is een publiek-privaat partnerschap voor onderzoek en innovatie op het gebied van gezondheid. De oprichtende leden van de GO zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie (DG RTD), en de farmaceutische sector, vertegenwoordigd door de Europese Federatie van Verenigingen van farmaceutische bedrijven (EFPIA).

3.4.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (41).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

179,6

153,4

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

275,6

187,9

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (42)

235,9

206,4

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (42)

485,5

322,4

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (43)

48

49

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.4.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (44) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (45) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.4.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.4.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.4.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.4.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerking over de uitvoering van de IMI 1-begroting

3.4.9.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan IMI 1 per eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan IMI 1

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Uitvoerende activiteiten

Aanvullende activiteiten (46)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

1 000,0

N.v.t.

1 000,0

916,0

0,0

0,0

N.v.t.

916,0

Leden afkomstig uit de industrie

1 000,0

N.v.t.

1 000,0

21,9

633,3

80,6

N.v.t.

735,8

Totaal

2 000,0

N.v.t.

2 000,0

937,9

633,3

80,6

N.v.t.

1 651,8

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.4.10.

Wat betreft de beschikbare begroting van de GO van 2018 voor FP7-projecten bedroeg het uitvoeringspercentage voor betalingskredieten 88 %.

Opmerkingen over de uitvoering van de IMI 2-begroting

3.4.11.

Tabel 3 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan IMI 2 eind 2018.

Tabel 3

Bijdragen van de leden aan IMI 2

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (47)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

1 638,0

N.v.t.

1 638,0

241,9

0,0

0,0

N.v.t.

241,9

EFPIA

1 425,0

N.v.t.

1 425,0

10,8

128,0

83,9

N.v.t.

222,7

Geassocieerde partners

0,0

N.v.t.

0,0

2,7

2,5

0,0

N.v.t.

5,2

Totaal

3 063,0

N.v.t.

3 063,0

255,4

130,5

83,9

N.v.t.

469,8

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.4.12.

Wat betreft de beschikbare begroting van de GO van 2018 voor Horizon 2020-projecten bedroeg het uitvoeringspercentage 100 % voor vastleggingskredieten en 87 % voor betalingskredieten.

3.4.13.

Eind 2018 bedroegen de uit voorgaande begrotingsjaren overgedragen ongebruikte betalingskredieten 56,1 miljoen EUR. Bijgevolg keurde de raad van bestuur van de GO in december 2018 een begrotingswijziging goed om de nieuwe betalingskredieten van dat begrotingsjaar te verminderen met 36,3 miljoen EUR (48). Hoewel de situatie vergeleken met het voorgaande jaar is verbeterd als gevolg van de tenuitvoerlegging van meerdere corrigerende maatregelen door de GO IMI, bleven tekortkomingen in verband met de planning en de monitoring van de behoefte aan nieuwe betalingskredieten bestaan.

Opmerking over de internebeheersingsmaatregelen

3.4.14.

De GO heeft betrouwbare procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van KP7 verricht de GO controles achteraf ter plaatse bij de begunstigden, terwijl voor declaraties van projectkosten in het kader van Horizon 2020 de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie verantwoordelijk is voor controles achteraf. Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat eind 2018 door de GO werd gerapporteerd, bedroeg 0,87 % voor KP7 en 0,67 % voor Horizon 2020 (49).

Andere kwesties

3.4.15.

In 2018 was het personeelsverloop bij de GO hoog (gemiddeld circa 21 %) en bijzonder hoog voor arbeidscontractanten (ongeveer 60 %). De situatie verslechterde door acht langdurige ziekteverloven; vier hiervan waren nieuwe gevallen in 2018. Als gevolg hiervan was slechts de helft van het personeelsbestand van de GO in 2018 stabiel, waardoor het risico toenam dat de operationele doelstellingen van de GO niet volgens planning zouden worden bereikt. Om een uitweg uit deze personeelssituatie te vinden, zette de GO in 2018 uitzendkrachten in, die ongeveer 9,6 % van haar totale personeelsbestand uitmaakten.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.4.16.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Eind 2017 had het gemeenschappelijk ondersteuningscentrum van de Commissie de specifieke ontwikkelingen in het kader van de instrumenten voor subsidiebeheer en monitoring voor Horizon 2020 om tegemoet te komen aan de verslagleggings- en verwerkingsbehoeften van de Gemeenschappelijke Onderneming voor bijdragen in natura nog niet voltooid.

Afgerond

2017

Tegen het einde van 2017 waren er ongebruikte betalingskredieten van voorgaande jaren ter waarde van 78,7  miljoen EUR. Bijgevolg keurde de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming in juli 2017 de vermindering van de nieuwe operationele betalingskredieten voor dat jaar met 56 miljoen EUR goed en in november 2017 keurde hij een vermindering van de geaccumuleerde ongebruikte betalingskredieten van voorgaande jaren met 25,8  miljoen EUR goed. Deze situatie toont aan dat de planning en monitoring van de behoefte aan nieuwe betalingskredieten de voorgaande jaren te wensen overliet.

Loopt nog

2017

In reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan voorbereid dat in november 2017 door de raad van bestuur van IMI 2 werd goedgekeurd. Het actieplan omvat een breed scala aan acties die door de Gemeenschappelijke Onderneming moeten worden uitgevoerd en waarvoor al een bepaald aantal activiteiten is opgestart; de meerderheid moet in 2018 en 2019 worden uitgevoerd, terwijl een beperkt aantal acties in de volgende programmeringsperiode in aanmerking zal worden genomen.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

De Gemeenschappelijke Onderneming heeft nota genomen van het verslag van de Rekenkamer.

3.5.    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

Inleiding

3.5.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief voor brandstofcellen en waterstof (de GO FCH), gevestigd te Brussel, werd in mei 2008 opgericht voor de periode tot 31 december 2017 (50) (FCH 1). In mei 2014 verlengde de Raad de looptijd van de GO tot 31 december 2024 (51) (FCH 2).

3.5.2.

De GO FCH is een publiek-privaat partnerschap op het gebied van onderzoek naar, en innovatie van waterstof- en brandstofceltechnologie. De oprichtende leden van de GO zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Europese Commissie, de industriegroepering (Hydrogen Europe) en de onderzoeksgroepering (Hydrogen Europe Research).

3.5.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (52).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

102,4

179,4

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

79,8

98,5

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (53)

126,5

198,6

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (53)

85,5

127,8

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (54)

27

26

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.5.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (55) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (56) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.5.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.5.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.5.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.5.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerking over de uitvoering van de FCH 1-begroting

3.5.9.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan FCH 1 per eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan FCH 1

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (57)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

470,0

N.v.t.

470,0

402,2

19,1

0,0

N.v.t.

421,3

Leden afkomstig uit de industrie

470,0

N.v.t.

470,0

17,9

420,0

4,6

N.v.t.

442,5

Totaal

940,0

N.v.t.

940,0

420,1

439,1

4,6

N.v.t.

863,8

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.5.10.

Wat betreft de voor FP7-projecten beschikbare begroting van de GO van 2018 bedroeg het uitvoeringspercentage voor betalingskredieten 79,6 % als gevolg van vertragingen bij de indiening van kostendeclaraties voor lopende FP7-projecten.

Opmerkingen over de uitvoering van de FCH 2-begroting

3.5.11.

Tabel 3 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan FCH 2 per eind 2018.

Tabel 3

Bijdragen van de leden aan FCH 2

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (58)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

665,0

0,0

665,0

318,8

0,0

0,0

0,0

318,8

Leden afkomstig uit de industrie

95,0

285,0

380,0

3,6

1,8

7,7

636,3

649,4

Totaal

760,0

285,0

1 045,0

322,4

1,8

7,7

636,3

968,2

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.5.12.

Het lage niveau aan bijdragen in natura van leden afkomstig uit de industrie voor operationele activiteiten is te wijten aan het feit dat de GO de bijdragen samen met de definitieve kostendeclaraties certificeert. De meeste toegezegde bijdragen in natura zullen dus later tijdens het Horizon 2020-programma worden gecertificeerd wanneer de saldobetaling voor de projecten wordt gedaan en de certificaten betreffende de financiële staten (CFS) worden verwacht.

3.5.13.

Wat betreft de beschikbare begroting van de GO van 2018 voor Horizon 2020-projecten bedroeg het uitvoeringspercentage 95,8 % voor vastleggingskredieten en 84,4 % voor betalingskredieten.

Opmerkingen over de internebeheersingsmaatregelen

3.5.14.

De GO heeft procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van KP7 verricht de GO controles achteraf bij de begunstigden, terwijl voor declaraties van projectkosten in het kader van Horizon 2020 de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie verantwoordelijk is voor controles achteraf.

3.5.15.

Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat eind 2018 door de GO werd gerapporteerd, bedroeg 1,10 % voor KP7 en 0,46 % voor Horizon 2020 (59).

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.5.16.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Als reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan opgesteld dat in maart 2018 door de raad van bestuur van FCH 2 werd goedgekeurd. Het actieplan omvat een breed scala aan acties die door de Gemeenschappelijke Onderneming moeten worden uitgevoerd en waarvoor een bepaald aantal activiteiten al is opgestart; de meerderheid moet in 2018 en 2019 worden uitgevoerd, terwijl een beperkt aantal acties in de volgende programmeringsperiode in aanmerking zal worden genomen.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

De Gemeenschappelijke Onderneming heeft nota genomen van het verslag van de Rekenkamer.

3.6.    De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

Inleiding

3.6.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (GO Ecsel), gevestigd te Brussel, werd in mei 2014 (60) opgericht voor de periode tot 31 december 2024. De GO Ecsel heeft de gemeenschappelijke ondernemingen Eniac en Artemis, die op 26 juni 2014 werden beëindigd, vervangen en opgevolgd. De GO Ecsel begon autonoom te werken op 27 juni 2014.

3.6.2.

De GO Ecsel is een publiek-privaat partnerschap voor onderzoek naar nano-elektronica en ingebedde computersystemen. De oprichtende leden van de GO zijn de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie (DG CONNECT), de aan Ecsel deelnemende staten (61) en drie brancheverenigingen (Aeneas, Artemisia en EPoSS) die bedrijven en onderzoeksorganisaties vertegenwoordigen die actief zijn op het gebied van ingebedde en cyberfysieke systemen, slimme systeemintegratie en micro- en nano-elektronica.

3.6.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (62).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

290,1

287,7

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

187,3

177,3

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (63)

310,6

290,1

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (63)

194,2

183,9

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (64)

30

30

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.6.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (65) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (66) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.6.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.6.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.6.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.6.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerkingen over de uitvoering van de KP7-begroting

3.6.9.

Eind 2018 had de EU 637,6 miljoen EUR bijgedragen uit het KP7-fonds voor de cofinanciering van de KP7-activiteiten van de GO Ecsel (zoals overgenomen van de GO’s Artemis en Eniac) en nog eens 17,9 miljoen EUR voor de cofinanciering van de bijbehorende administratieve kosten. De gecumuleerde vastleggingen voor operationele KP7-activiteiten bedroegen 606 miljoen EUR (172 miljoen EUR voor Artemis en 434 miljoen EUR voor Eniac). De bijbehorende betalingen bedroegen 529 miljoen EUR (156 miljoen EUR voor Artemis en 373 miljoen EUR voor Eniac). Aangezien het programma eind 2017 werd afgesloten, bestaat er een risico dat de aan de GO toegewezen middelen niet volledig zullen worden benut.

3.6.10.

Het uitvoeringspercentage voor de beschikbare betalingskredieten van de GO in 2018 voor KP7-projecten van 98 miljoen EUR bedroeg 42 %. Dit lage uitvoeringspercentage was voornamelijk te wijten aan de nationale financieringsinstanties (NFI’s), die de projectbeëindigingscertificaten voor lopende KP7-activiteiten met vertraging verstrekten.

Opmerkingen over de uitvoering van de Horizon 2020-begroting

3.6.11.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan de GO Ecsel eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan de Horizon 2020-activiteiten van Ecsel

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (67)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG CNECT)

1 185,0

N.v.t.

1 185,0

512,0

0,0

0,0

N.v.t.

512,0

Leden afkomstig uit de industrie

1 657,5

N.v.t.

1 657,5

11,3

0,0

694,1

N.v.t.

705,4

Totaal

2 842,5

N.v.t.

2 842,5

523,3

0,0

694,1

N.v.t.

1 217,4

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.6.12.

De 30 aan Ecsel deelnemende staten zijn verplicht een financiële bijdrage van ten minste 1 170 miljoen EUR te leveren aan de operationele activiteiten van de GO Ecsel (68). Eind 2018 hadden de staten die in 2014, 2015, 2016 en 2017 deelnamen aan de oproepen tot het indienen van voorstellen (respectievelijk 19, 21, 24 en 18 staten) voor 564 miljoen EUR aan vastleggingen en voor 178 miljoen EUR aan betalingen gedaan (15 % van de totale vereiste bijdragen). Ondanks het vroege stadium waarin de uitvoering van de Horizon 2020-projecten zich bevindt, houden de lage bijdragen van de deelnemende staten verband met het feit dat sommige van deze staten pas aan het einde van de door hen gesteunde Horizon 2020-projecten kosten toerekenen en rapporteren aan de GO Ecsel.

3.6.13.

De GO Ecsel kan het werkelijke bedrag van de bijdragen in natura van de leden afkomstig uit de industrie pas berekenen nadat ze de bijdragen van de deelnemende staten aan het einde van het programma heeft gevalideerd.

3.6.14.

Wat betreft de beschikbare begroting van de GO van 2018 voor Horizon 2020-projecten bedroeg het uitvoeringspercentage 100 % voor vastleggingskredieten en 72 % voor betalingskredieten. Het uitvoeringspercentage voor Horizon 2020-betalingskredieten ging achteruit vanwege de aanvullende bijdrage van 20 miljoen EUR die de GO Ecsel in december 2018 ontving.

Opmerkingen over de internebeheersingsmaatregelen

3.6.15.

De administratieve overeenkomsten die de GO’s Artemis en Eniac hadden gesloten met de NFI’s, zijn van kracht gebleven nadat die GO’s waren samengevoegd tot de GO Ecsel. Krachtens deze overeenkomsten werd in de strategieën voor controle achteraf van de GO’s Artemis en Eniac sterk op de NFI’s vertrouwd voor de controle van projectkostendeclaraties (69). De GO Ecsel heeft stappen ondernomen om de uitvoering te beoordelen van door de NFI’s uitgevoerde controles achteraf en zij ontving de schriftelijke verklaringen van de NFI’s waarin zij verklaren dat de uitvoering van hun nationale procedures redelijke zekerheid verschaffen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen. Door de aanzienlijke variaties in de door de NFI’s gebruikte methodologieën en procedures is de GO Ecsel echter niet in staat één enkel betrouwbaar gewogen foutenpercentage of een restfoutenpercentage voor KP7-betalingen te berekenen.

3.6.16.

Wat KP7-projecten betreft, bedroegen de betalingen die door de GO Ecsel in 2018 werden verricht 41 miljoen EUR (2017: 76,4 miljoen EUR), ofwel 22 % (2017: 32 %) van de totale operationele betalingen die door de GO werden verricht in 2018. Voor die betalingen pasten we het restfoutenpercentage toe dat door DG RTD werd vastgesteld voor het hele KP7-programma en dat eind 2018 3,36 % bedroeg.

3.6.17.

Wat Horizon 2020-betalingen betreft, is de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie verantwoordelijk voor de controles achteraf (70). Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat in 2018 door de GO werd berekend, bedroeg 1,15 % voor Horizon 2020.

3.6.18.

In 2018 werd de saldobetaling voor de uitvoering van de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau die was gesloten met een van de drie brancheverenigingen voor communicatiediensten en de organisatie van evenementen verricht zonder de noodzakelijke ondersteunende documentatie.

3.6.19.

In 2018 ontdekte de GO dat de GO Eniac contante bijdragen voor administratieve kosten van meer dan 1 miljoen EUR niet had gefactureerd aan het uit de industrie afkomstige lid Aeneas voordat de GO Ecsel werd opgericht. Om het gebrek aan contanten voor administratieve uitgaven te verhelpen, ontving de GO 1 miljoen EUR van haar leden als een „vooruitbetaalde contante bijdrage“, waarvan 320 000 EUR afkomstig was van de Commissie en 680 000 EUR van de leden afkomstig uit de industrie. De GO moet onverwijld de debetnota afgeven.

Opmerking over andere kwesties

3.6.20.

Hoewel de tussentijdse evaluatie van de GO Ecsel werd afgerond overeenkomstig het precieze tijdschema dat in haar rechtskader is vastgesteld, werd hiermee niet de meeste waarde toegevoegd aan het besluitvormingsproces van de GO in deze vroege fase van haar activiteiten.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.6.21.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2015

Volgens het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming moet de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming worden uitgevoerd in overeenstemming met effectieve en efficiënte internecontrolenormen, inclusief preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden.

Overeenkomstig de vaststelling door de Commissie van een fraudebestrijdingsstrategie in juni 2011 werd de eerste gemeenschappelijke strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek in juli 2012 vastgesteld en in maart 2015 geactualiseerd teneinde rekening te houden met de veranderingen die met Horizon 2020 waren ingevoerd. De strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek bevat een actieplan dat door de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek moet worden uitgevoerd.

Bij de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel bestaan al internecontroleprocedures waarmee de preventie en opsporing van fraude en onregelmatigheden voldoende gewaarborgd kunnen worden (controles vooraf van betalingen, beleid inzake belangenconflicten, controles achteraf bij begunstigden van subsidies). Het uitvoeringsplan voor fraudebestrijding van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel is vastgesteld op 11 november 2016 en wordt momenteel uitgevoerd.

Afgerond

2016

De Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel heeft regels voor de preventie en beheersing van belangenconflicten vastgesteld om de risico’s in verband met haar bestuursstructuur te beperken. De Gemeenschappelijke Onderneming voldeed echter niet consistent aan de vereisten die in besluit GB.2015.41 van de raad van bestuur werden opgenomen.

Afgerond

2017

In 2017 stelden we aanzienlijke tekortkomingen vast in het beheer van aanbestedingsprocedures voor administratieve diensten (bijv. selectie van ongeschikte aanbestedingsprocedures, onvolledige beschrijving van te verstrekken diensten, laattijdige ondertekening van wijzigingen).

Loopt nog

2017

In 2017 had de Gemeenschappelijke Onderneming in haar register van uitzonderingen niet-inachtneming van controles door het management en afwijkingen van de vastgelegde processen en procedures niet naar behoren gedocumenteerd. Deze situatie beïnvloedt het vermogen van het management om de doeltreffendheid van de internecontroleprocessen te verzekeren en procedurele tekortkomingen snel te verhelpen.

Afgerond

2017

Als reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan opgesteld dat in april 2018 door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel werd goedgekeurd. Het actieplan omvat een breed scala aan acties die door de Gemeenschappelijke Onderneming moeten worden uitgevoerd en waarvoor een bepaald aantal activiteiten al is afgerond; de meerderheid moet in 2019 worden uitgevoerd, terwijl sommige werden geacht buiten de werkingssfeer van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel te vallen.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

De Gemeenschappelijke Onderneming heeft nota genomen van het verslag van de Rekenkamer.

3.7.    De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

Inleiding

3.7.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI), gevestigd te Brussel, werd in mei 2014 (71) opgericht voor een periode van tien jaar en werkt sinds 26 oktober 2015 autonoom.

3.7.2.

De GO BBI is een publiek-privaat partnerschap in de sector van biogebaseerde industrieën. De oprichtende leden zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie, en de industriële partners die worden vertegenwoordigd door het Bio-based Industries Consortium (BIC).

3.7.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (72).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

91,6

88,9

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

119,5

86,3

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (73)

118,1

91,6

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (73)

120,9

92,9

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (74)

18

21

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.7.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (75) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (76) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.7.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.7.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.7.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.7.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Betrouwbaarheid van de rekeningen

3.7.9.

In 2018 voerde de GO BBI een evaluatie uit om de lidmaatschapsstatus van de samenstellende entiteiten van het consortium voor biogebaseerde industrieën te actualiseren als de voornaamste grondslag voor de validering en toerekening van de bijdragen in natura van de leden afkomstig uit de industrie aan de operationele activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming. Dit wordt als een goede praktijk beschouwd en moet regelmatig worden gedaan.

Opmerkingen over de uitvoering van de Horizon 2020-begroting

3.7.10.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan de GO eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan de activiteiten van BBI

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Uitvoerende activiteiten

Aanvullende activiteiten (77)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG RTD)

975,0

0,0

975,0

264,6

0,0

0,0

0,0

264,6

Leden afkomstig uit de industrie

975,0

1 755,0

2 730,0

9,1

12,1

36,8

699,9

757,9

Totaal

1 950,0

1 755,0

3 705,0

273,7

12,1

36,8

699,9

1 022,5

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.7.11.

Van het minimum van 182,5 miljoen EUR aan contante bijdragen (78) was eind 2018 slechts 0,8 miljoen EUR betaald. De oprichtingsverordening van BBI (79) werd gewijzigd zodat leden afkomstig uit de industrie hun contante bijdragen op projectniveau konden leveren. Er blijft echter een hoog risico bestaan dat de leden afkomstig uit de industrie het minimumbedrag aan operationele contante bijdragen niet zullen halen aan het einde van het BBI-programma. Als gevolg hiervan besloot de Commissie (DG RTD) eind 2018 om de begroting van de GO voor 2020 van 205 miljoen EUR te verlagen met 140 miljoen EUR (80).

3.7.12.

De uitvoeringspercentages van de beschikbare vastleggings- en betalingskredieten van 2018 waren respectievelijk 99 % en 71 %. De meeste betalingskredieten die de GO beschikbaar stelde, betroffen voorfinanciering van subsidieovereenkomsten die voortvloeiden uit de oproep tot het indienen van voorstellen van 2017 en tussentijdse betalingen voor projecten van voorgaande oproepen. Het lagere uitvoeringspercentage voor betalingskredieten was te wijten aan enkele vertraagde periodieke verslagen en kostendeclaraties die aanzienlijk lager waren dan de begroting die in de subsidieovereenkomsten was goedgekeurd.

Opmerkingen over de internebeheersingsmaatregelen

3.7.13.

De GO heeft betrouwbare procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Eind 2018 had de GO de internecontrolenormen grotendeels ingevoerd.

3.7.14.

De gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie is verantwoordelijk voor de controle achteraf van kostendeclaraties voor Horizon 2020-projecten. Op basis van de resultaten van de controles achteraf eind 2018 heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een restfoutenpercentage van 0,01 % gerapporteerd voor Horizon 2020-projecten (81).

Opmerking over goed financieel beheer en prestaties

3.7.15.

Vanwege de opzet van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2018 en het beheer van het rangschikkingssysteem van de voorstellen bleef een van de twee belangrijkste thema’s van de oproep ongefinancieerd, hoewel er subsidiabele en hoog scorende voorstellen waren ontvangen voor beide thema’s.

Opmerkingen en andere kwesties

3.7.16.

Hoewel de tussentijdse evaluatie van de GO BBI werd afgerond overeenkomstig het precieze tijdschema dat in haar rechtskader is vastgesteld, werd hiermee niet de meeste waarde toegevoegd aan het besluitvormingsproces van de GO in deze vroege fase van haar activiteiten.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.7.17.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Eind 2017 waren de specifieke ontwikkelingen die nodig zijn voor de verwerking van de bijdragen in natura voor de Gemeenschappelijke Onderneming in het kader van de gemeenschappelijke instrumenten voor subsidiebeheer en monitoring voor Horizon 2020 van de Commissie nog niet voltooid.

Afgerond

2017

De in 2016 gedane oproep tot het indienen van voorstellen resulteerde in een betrekkelijk klein aantal voorstellen met betrekking tot onderwerpen op het gebied van RIA’s (onderzoeks- en innovatieacties). Voor RIA’s was een totale begroting van 50 miljoen EUR beschikbaar en zij bevatten twaalf onderwerpen; elk daarvan moest gericht zijn op de specifieke uitdagingen die voortvloeiden uit de demonstratie- en uitvoeringsactiviteiten met betrekking tot de waardeketen. Alle subsidiabele voorstellen waren geëvalueerd aan de hand van de evaluatiecriteria van Horizon 2020 en gerangschikt voor cofinanciering onder de maxima van het gemeenschappelijke begrotingsonderdeel. Het grootste deel van de subsidiebegroting was echter gericht op drie van de zes gefinancierde onderwerpen, terwijl de Gemeenschappelijke Onderneming zes RIA-onderwerpen niet kon financieren, hoewel vier ervan voorstellen betroffen die in aanmerking kwamen voor cofinanciering. Om een optimale dekking van de belangrijkste onderwerpen te garanderen moet de Gemeenschappelijke Onderneming overwegen om het aantal voorstellen per onderwerp te beperken door in de oproep een indicatieve begroting op onderwerpniveau vast te stellen.

Afgerond

2017

Als reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan opgesteld dat in maart 2018 door de raad van bestuur van de BBI werd goedgekeurd. De Gemeenschappelijke Onderneming aanvaardde de aanbevelingen in grote lijnen maar is tegelijkertijd al begonnen aan de uitvoering van een bepaald aantal maatregelen die bedoeld zijn om de belangrijkste kwesties in de tussentijdse evaluatie aan te pakken. Volgens het actieplan moeten de meeste maatregelen die naar aanleiding van de aanbevelingen moeten worden genomen, in 2018 en 2019 worden uitgevoerd.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

3.7.15.

Na analyse van de resultaten van de evaluatie- en toewijzingsprocessen van de oproep in 2018 kwam de gemeenschappelijke onderneming BBI tot de conclusie dat het beter zal zijn specifieke begrotingslijnen in te voeren voor bepaalde innoverende actiethema’s (vlaggenschepen) teneinde een betere dekking te waarborgen. Deze benadering is door middel van de wijziging van 19 maart 2019 al opgenomen in ons werkprogramma voor 2019.

3.8.    De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

Inleiding

3.8.1.

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R), gevestigd te Brussel, werd in juni 2014 (82) opgericht voor een periode van tien jaar en werkt sinds 24 mei 2016 autonoom.

3.8.2.

De GO S2R is een publiek-privaat partnerschap in de spoorwegsector. De oprichtende leden zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie, en partners uit de spoorwegindustrie (de belangrijkste belanghebbenden, onder wie fabrikanten van spoorwegmateriaal, spoorwegondernemingen, infrastructuurbeheerders en onderzoekscentra). Andere entiteiten kunnen deelnemen in de GO als geassocieerde leden.

3.8.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (83).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

69,4

34,5

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

80,9

64,7

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (84)

71,9

44,1

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (84)

84,8

68,6

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (85)

22

20

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.8.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (86) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (87) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.8.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.8.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.8.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

3.8.8.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerkingen over de uitvoering van de Horizon 2020-begroting

3.8.9.

Tabel 2 biedt een overzicht van de bijdragen van de leden aan de GO eind 2018.

Tabel 2

Bijdragen van de leden aan S2R

(in miljoen EUR)

 

Bijdragen van de leden

(volgens de oprichtingsverordening)

Bijdragen van de leden

(op 31.12.2018)

Leden

Operationele activiteiten

Aanvullende activiteiten (88)

Totaal

In contanten

In natura gevalideerd

In natura gerapporteerd, niet gevalideerd

In natura voor aanvullende activiteiten

Totaal

EU (DG MOVE)

398,0

0,0

398,0

158,9

0,0

0,0

0,0

158,9

Leden afkomstig uit de industrie

350,0

120,0

470,0

6,5

21,7

63,7

160,4

252,3

Totaal

748,0

120,0

868,0

165,4

21,7

63,7

160,4

411,2

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

3.8.10.

De uitvoeringspercentages van de in 2018 beschikbare vastleggings- en betalingskredieten waren respectievelijk 100 % en 82,3 %. De meeste betalingen die de GO in 2018 heeft gedaan, waren tussentijdse betalingen voor de Horizon 2020-projecten die waren geselecteerd in het kader van de oproepen tot het indienen van voorstellen van 2015 en 2016 en voorfinancieringsbetalingen voor Horizon 2020-projecten die waren geselecteerd in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2018.

Opmerkingen over de internebeheersingsmaatregelen

3.8.11.

De GO heeft betrouwbare procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op controles van stukken op financieel en operationeel gebied. Eind 2018 bleek dat de GO de internecontrolenormen grotendeels had ingevoerd; wel moeten sommige maatregelen in 2019 nog worden afgerond, zoals de herziening van het model voor kernprestatie-indicatoren. In 2018 versterkte Shift2Rail ook haar kader voor de beheersing van belangenconflicten.

3.8.12.

De gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie is verantwoordelijk voor de controle achteraf van Horizon 2020-betalingen. Op basis van de resultaten van de controles achteraf die eind 2018 beschikbaar waren, heeft de GO een restfoutenpercentage van 0,97 % gerapporteerd voor Horizon 2020-projecten (89).

Opmerkingen over goed financieel beheer en prestaties

3.8.13.

Bij wijze van proef deed de GO enkel bij haar leden de oproep tot het indienen van voorstellen voor subsidies van 2018 in de vorm van een forfaitaire financieringsregeling. De indicatieve waarde van dit proefproject bedroeg 134,1 miljoen EUR (86,3 % van de totale begroting voor de oproep tot het indienen van voorstellen van 2018). Het doel van het project was het vereenvoudigingsvoordeel en de haalbaarheid van de forfaitaire financieringsregeling te testen.

3.8.14.

De financiële deskundigen die betrokken waren bij de subsidie-evaluatiefase ontdekten enkele relevante verschillen tussen de financiële voorstellen en de historische financiële gegevens van de begunstigden. De GO gebruikte de subsidievoorbereidingsfase om de verklaringen van de begunstigden voor de verschillen te analyseren en het forfaitaire bedrag te corrigeren indien dit gerechtvaardigd was. Om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de forfaitaire financieringsregeling verder te verbeteren, moet de GO de financiële gegevens in haar databank van begunstigden verbeteren en belangrijke opmerkingen van financiële deskundigen openbaar maken in het samenvattende evaluatieverslag.

Opmerkingen over andere kwesties

3.8.15.

Toen één geassocieerd lid in 2018 een volledige dochteronderneming werd van een oprichtend lid, kon het zijn status als geassocieerd lid en zetel in de raad van bestuur behouden. Bijgevolg nam de mate waarin het oprichtende lid in de raad van bestuur was vertegenwoordigd toe. In de bepalingen van het huidige rechtskader van de GO wordt onvoldoende aandacht besteed aan bedrijfsovernames tussen de leden afkomstig uit de industrie van de GO en de implicaties hiervan voor de evenwichtige vertegenwoordiging van leden in de raad van bestuur.

3.8.16.

Hoewel de tussentijdse evaluatie van de GO S2R werd afgerond overeenkomstig het precieze tijdschema dat in haar rechtskader is vastgesteld, werd hiermee niet de meeste waarde toegevoegd aan het besluitvormingsproces van de GO in deze vroege fase van haar activiteiten.

3.8.17.

Het personeelsverloop bij de GO van de afgelopen twee jaar werd volledig veroorzaakt door de roulatie van arbeidscontractanten — en dit was relatief hoog. Om deze situatie van hoog personeelsverloop het hoofd te bieden, zette de GO uitzendkrachten in, die ongeveer 17 % van haar totale personeelsbestand uitmaakten.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.8.18.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2017

Eind 2017 bedroegen de ongebruikte betalingskredieten van voorgaande jaren van de Gemeenschappelijke Onderneming ongeveer 7,6  miljoen EUR. Deze situatie wijst op tekortkomingen in het proces voor de begrotingsplanning, waar de Gemeenschappelijke Onderneming echter niet de volledige controle over heeft.

Afgerond

2017

Eind 2017 waren de belangrijkste internecontrolenormen grotendeels ten uitvoer gelegd; enkele acties moesten in 2018 worden afgerond.

Loopt nog

2017

In reactie op de aanbevelingen van de beoordelaars heeft de Gemeenschappelijke Onderneming een actieplan voorbereid dat op 28 juni 2018 door de raad van bestuur werd goedgekeurd. Hoewel niet alle aanbevelingen die in de tussentijdse evaluatie worden gedaan, in het kader van het huidige financiële kaderprogramma zullen worden opgevolgd, zijn sommige in het actieplan opgenomen acties al in gang gezet, terwijl andere, zoals past bij de aard daarvan en gelet op het huidige rechtskader, naar verwachting in de periode 2018-2020 zullen worden uitgevoerd.

Loopt nog

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

3.8.14.

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail bevestigt dat alle conclusies en aanbevelingen van de financiële beoordelaars gebaseerd zijn op betrouwbare financiële gegevens, in aanmerking genomen zijn en ter kennis gebracht zijn van elk afzonderlijk begunstigd lid vóór ondertekening van de subsidieovereenkomst en overeenkomstig Besluit C (2017) 7151 van de Commissie van 27 oktober 2017 betreffende het verlenen van toestemming voor het toepassen van een terugbetalingsregeling op basis van forfaitaire bedragen voor de subsidiabele kosten van acties in het kader van het „Horizon 2020“-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en in het kader van het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018).

Deze eerste ervaring met het implementeren van forfaitaire subsidies heeft uitgewezen dat bemoedigende resultaten zijn geboekt met betrekking tot de doelstelling om de financieringsregels verder te vereenvoudigen en de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail in staat te stellen zich te concentreren op de technische uitvoering van de subsidieovereenkomst en de financiële fouten te voorkomen en te beperken. Hoewel de Gemeenschappelijke Onderneming erkent dat de voorbereiding en implementatie van het proefproject voor forfaitaire bedragen per definitie verbeterd kan worden, is ze van mening dat alle juridische en financiële aspecten van het besluit van de Commissie strikt zijn opgevolgd. Een goed financieel beheer van de oproep tot het indienen van voorstellen voor een forfaitaire financieringsregeling wordt later gecontroleerd in het kader van de overeenkomstig de S2R-verordening te verrichten controles. Tijdens de voorbereidende activiteiten voor de subsidieovereenkomst heeft de ordonnateur ervoor gezorgd dat alle opmerkingen van de deskundigen, van technische en financiële aard, naar behoren in aanmerking zijn genomen. Rekening houdend met de aanbeveling van de Rekenkamer, zal het gehele proces verder worden verbeterd in het kader van de oproep 2019.

3.8.15.

De beperkingen van de S2R-verordening worden erkend, hoewel moet worden opgemerkt dat het binnen de Gemeenschappelijke Onderneming S2R vastgestelde rechtskader uitbreiding van de invloed van een stichtend lid op het besluitvormingsproces en de algemene governance niet mogelijk maakt. De opmerking van de Rekenkamer zal bij een eventuele wijziging van de S2R-verordening in aanmerking worden genomen.

3.8.16.

Erkend wordt dat de evaluatie in een vroeg stadium van het bestaan van de Gemeenschappelijke Onderneming S2R plaatsvond, maar, zoals opgemerkt, was dit een vereiste in overeenstemming met de S2R-verordening en het algemene programma Horizon 2020.

3.8.17.

De belangrijkste redenen achter het grote personeelsverloop van de Gemeenschappelijke Onderneming S2R vloeien voort uit de huidige structuur van de personeelsformatie, die de Gemeenschappelijke Onderneming S2R moet volgen en die haar niet toestaat dezelfde gunstige contractuele voorwaarden aan te bieden als andere organen en instellingen van de EU. Toch zijn er zachte maatregelen genomen om het grote verloop terug te dringen. Deze kwestie zal moeten worden opgenomen met de Commissie.

IN HET KADER VAN EURATOM ACTIEVE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING

3.9.    De Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

Inleiding

3.9.1.

De Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER (90) en de ontwikkeling van fusie-energie (GO F4E) werd in maart 2007 (91) opgericht voor een periode van 35 jaar. Hoewel de belangrijkste fusiefaciliteiten in Cadarache in Frankrijk zouden worden ontwikkeld, is de GO gevestigd te Barcelona.

3.9.2.

De oprichtende leden van de GO zijn Euratom, vertegenwoordigd door de Commissie, de lidstaten van Euratom en Zwitserland, dat een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met Euratom.

3.9.3.

Tabel 1 bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO (92).

Tabel 1

De belangrijkste cijfers met betrekking tot de GO

 

2018

2017

Begroting voor betalingskredieten (miljoen EUR)

794,8

847,6

Begroting voor vastleggingskredieten (miljoen EUR)

649,9

562

Beschikbare begroting voor betalingen (miljoen EUR) (93)

847,4

864,9

Beschikbare begroting voor vastleggingen (miljoen EUR) (93)

706,2

588,9

Totaalaantal personeelsleden op 31 december (94)

442

449

Bron:

Door de GO verstrekte gegevens.

Toelichting bij de betrouwbaarheidsverklaring

OORDEEL

3.9.4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de rekeningen van de GO, die bestaan uit de financiële staten (95) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (96) betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekeningen, zoals voorgeschreven in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

3.9.5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van de GO over het op 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van de GO per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

3.9.6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

3.9.7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2018 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Toelichtende paragraaf

3.9.8.

Zonder iets af te doen aan de eerdergenoemde oordelen, willen wij de aandacht vestigen op het volgende. In november 2016 keurde de ITER-raad (97) een nieuw ITER-basisscenario goed. In het nieuwe ITER-basisscenario wordt geraamd dat 2025 het jaar is waarin „eerste plasma“ (98) is verwezenlijkt en de operationele fase start, en dat de constructiefase in 2035 zal zijn voltooid. In het vorige basisscenario van 2010 werd geraamd dat de constructiefase in 2020 zou zijn voltooid (99). Het nieuwe basisscenario wordt beschouwd als de eerst mogelijke technisch haalbare datum (100).

3.9.9.

De GO F4E herberekende haar bijdrage aan de constructiefase van het project op 12 miljard EUR (waarde van 2008), terwijl Raad van de EU in 2010 een bedrag van 6,6 miljard EUR (waarde van 2008) had goedgekeurd (101). In deze schatting wordt geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, hoewel de Commissie heeft voorgesteld dat een speelruimte van maximaal 24 maanden wat betreft het tijdschema en van 10-20 % wat betreft het budget passend zou zijn (102).

3.9.10.

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad in kennis gesteld van zijn besluit om zich terug te trekken uit de EU en Euratom. Dit kan een aanzienlijk effect hebben op de activiteiten van de GO F4E en het ITER-project na 2020.

3.9.11.

In april 2018 (103) heeft de Raad van de EU de Commissie de opdracht gegeven het nieuwe ITER-basisscenario goed te keuren namens Euratom en heeft hij opnieuw bevestigd zich in te zullen zetten om middelen ter beschikking te stellen binnen de grenzen van het volgende meerjarig financieel kader (MFK) zonder vooruit te lopen op latere MFK-onderhandelingen, waarin de modaliteiten van de toekomstige financieringsregelingen zullen worden vastgesteld (104).

3.9.12.

Hoewel er positieve stappen zijn genomen om het beheer en de controle van de bijdrage van de GO aan de constructiefase van het project te verbeteren, blijft er een risico bestaan van verdere kostenverhogingen en vertragingen bij de uitvoering van het project ten opzichte van het huidige goedgekeurde basisscenario.

3.9.13.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

Opmerkingen over het begrotings- en financieel beheer

3.9.14.

De definitieve begroting 2018 die beschikbaar was voor de tenuitvoerlegging omvatte vastleggingskredieten ad 706,2 miljoen EUR en betalingskredieten ad 847,4 miljoen EUR. De bestedingsgraad bedroeg 98,4 % voor de vastleggingskredieten en 96,1 % voor de betalingskredieten.

3.9.15.

Vanwege ernstige tekortkomingen in het planningsproces voor de begroting van 2017 overschreden de uiteindelijk in 2017 en 2018 benodigde betalingskredieten die van de oorspronkelijke begroting aanzienlijk. In 2018 bedroegen de aanvullende, door de GO benodigde betalingskredieten 160,7 miljoen EUR (te weten 25 % meer dan de oorspronkelijke begroting van 2018 (105).

3.9.16.

In 2018 deed de GO F4E een regularisatiebetaling waarbij ze 1 miljoen EUR aan reeds goedgekeurde en geverifieerde betalingen in verband met dienstreizen van het personeel overschreef van de administratieve begroting (hoofdstuk 1.3 — Dienstreizen) naar de operationele begroting (hoofdstuk 3.4 — Overige operationele uitgaven). Bij de regularisatiebetaling werd het begrotingsbeginsel van specialiteit echter niet in acht genomen.

Opmerkingen over goed financieel beheer en prestaties

3.9.17.

De documentatie ter onderbouwing van het besluit van de directeur om de standplaats van een pas aangeworven hogere leidinggevende te veranderen van Barcelona naar Cadarache volstond niet (106) om de extra salariskosten als gevolg van de andere correctiecoëfficiënt (107) te rechtvaardigen.

3.9.18.

Eind 2018 gebruikte F4E het ITER-puntensysteem nog als basis om de vooruitgang van haar project te monitoren, hoewel de externe deskundigen die de raad van bestuur van F4E heeft aangewezen in meerdere opeenvolgende jaarlijkse beoordelingen hebben aanbevolen een „Earned Value Management“-systeem (EVM-systeem) in te voeren waarin de technische of fysieke vooruitgang wordt weergegeven in samenhang met de gemaakte kosten en de uitgaven in verband met dergelijke vooruitgang. In 2018 benadrukten de deskundigen nogmaals dat het grootste voordeel van een EVM-systeem is dat hiermee bereikte resultaten duidelijk kunnen worden gemeten (108) en verzochten ze opnieuw om de invoering van een prestatiemetingssysteem dat is gekoppeld aan financiële en technische vooruitgang in plaats van ITER-punten. Naar aanleiding hiervan heeft de raad van bestuur een interne ad-hocgroep aangesteld die de taak heeft om de prestatieverslaglegging van F4E te herzien.

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

3.9.19.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Status van de corrigerende maatregel

Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2015

In de toelichting bij de financiële staten, de tabel en de informatie onder rubriek 4.3.1.1. „Aanbestedingsregelingen voor ITER (ITER IO)“ worden de tot nu toe gesloten aankoopovereenkomsten (kolom 3) weergegeven, alsmede de tot nu toe gecrediteerde overheidsopdrachten (kolom 4). De feitelijke voortgang van de lopende werkzaamheden wordt echter niet weergegeven in de tabel. In de jaarrekening van 2015 heeft F4E deze informatie aangevuld met een schatting van de voortgang van de lopende werkzaamheden waarbij rekening werd gehouden met het totale bedrag van de uitgaven van contracten die verband houden met aankoopovereenkomsten, en een grafiek die de bereikte mijlpalen bevat voor elke met ITER IO gesloten aankoopovereenkomst.

Afgerond

2015

Er wordt overleg gevoerd met ITER IO over het systeem dat informatie moet verschaffen over de mate waarin activiteiten worden uitgevoerd (Earned Value Management) om de verdeling van kredietmijlpalen gedurende de looptijd van een aankoopovereenkomst te verbeteren.

Afgerond

2015

45 % van de 84 in 2015 uitgeschreven operationele aanbestedingsprocedures bestond uit procedures van gunning via onderhandelingen (58 % in 2014). Hoewel de Gemeenschappelijke Onderneming het percentage procedures van gunning via onderhandelingen in 2015 had verlaagd, moeten er inspanningen worden geleverd om het concurrerende karakter van haar operationele aanbestedingsprocedures te versterken. Gemiddeld werd er voor subsidies slechts 1,4  aanvraag per oproep ontvangen.

Resultaat van de evaluatie: In 2017 bestond 47 % van de 47 in 2017 uitgeschreven operationele aanbestedingsprocedures uit procedures van gunning via onderhandelingen (2016: 45 %). In 2017 heeft de Gemeenschappelijke Onderneming initiatieven genomen om het percentage procedures van gunning via onderhandelingen te verlagen. Er moeten echter inspanningen worden geleverd om het concurrerende karakter van haar operationele aanbestedingsprocedures te versterken. Gemiddeld werd er voor subsidies slechts één aanvraag per oproep ontvangen.

N.v.t.

2015

Het Besluit inzake de tenuitvoerlegging van het industriële beleid aangaande fusie voor energie en het beleid aangaande de intellectuele-eigendomsrechten en informatieverspreiding werd op 27 juni 2013 aangenomen door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming. Er wordt momenteel een effectbeoordeling van de uitvoering van dit beleid verricht.

Afgerond

2016

In juni 2015 heeft de raad van bestuur van F4E een fraudebestrijdingsstrategie en een bijbehorend actieplan vastgesteld. De meeste acties werden in 2016 uitgevoerd. De Gemeenschappelijke Onderneming heeft echter nog geen specifiek instrument waarmee gemakkelijker toezicht gehouden kan worden op haar acties in verband met aanbestedingsprocedures, in het bijzonder die op het gebied van risicobeoordeling en de evaluatie-, onderhandelings- en toekenningsfases van de procedures.

Afgerond

2017

De Gemeenschappelijke Onderneming F4E heeft niet consistent follow-up gegeven aan de meldingen van belangen door hogere leidinggevenden.

Afgerond

2017

Door aanzienlijke tekortkomingen in de interne communicatiestrategieën werd er geen adequate informatie over de geraamde kosten van de ontmantelingsfase binnen de organisatie verspreid. Bijgevolg nam de Gemeenschappelijke Onderneming in de rekeningen van de voorgaande jaren geen voorziening op voor een dergelijk passief.

Afgerond

Antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

3.9.15.

F4E wenst te benadrukken dat, hoewel er tekortkomingen in de begrotingsplanning werden vastgesteld bij de begroting 2017 en het tekort aan betalingskredieten in 2018 daarvan een gevolg was, de situatie werd rechtgezet in de begroting 2019.

F4E is Euratom erkentelijk voor de aanvullende bijdrage aan de begroting 2018 waardoor een goed en billijk kasstroombeheer gedurende het hele jaar mogelijk werd. F4E wenst tevens te melden dat het tekort aan betalingskredieten geen gevolg zou hebben gehad of risico inhield voor het nakomen van de F4E-verplichtingen die voortvloeien uit artikel 11 van haar financieel reglement, aangezien 137 miljoen euro werd betaald aan de ITER-Organisatie als voorschot op de inbreng in contanten 2019.

Het systeem voor betalingsramingen is volledig vernieuwd en geïntegreerd in het nieuwe instrument voor financieel beheer Ecosys. Samen met de nieuwe organisatiestructuur die de interactie tussen de projectteams en de eenheid Inkoop die de contracten beheert verbetert, zorgt dit ervoor dat er een goede begrotingsplanning aanwezig is die reeds werd toegepast om de inkomsten van de begroting 2019 vast te stellen.

3.9.16.

F4E is van mening dat de regularisatiebetaling voor een algemeen bedrag met ongedifferentieerde artikelen geen optimaal instrument was om de uitgaven voor hoofdstuk 3.4 toe te wijzen, wegens het ervaren gebrek aan transparantie ervan.

In een geest van grotere transparantie en voortdurende verbetering zal de commerciële afdeling in de loop van 2019:

het eerste instrument voor dienstreizen (MiMa) verbeteren zodat de kosten voor dienstreizen die als projectgerelateerd worden geïdentificeerd, rechtstreeks onder titel 3 kunnen worden geboekt;

de beschrijvingen onder titel 3.4 van de toelichting bij de begroting verduidelijken;

aan de definitieve jaarrekening 2018 een beschrijving toevoegen van de uitgaven verrekend met begrotingshoofdstuk B034-Andere (operationele) uitgaven, inclusief dienstreizen, om de nadruk te leggen op deze gewijzigde begrotingsmethode;

een beleid opstellen met betrekking tot wat moet worden beschouwd als projectgerelateerde en bijgevolg operationele dienstreizen die onder titel 3 vallen, en wat als administratieve dienstreizen, die onder titel 1 vallen;

de vastleggings- en betalingsprocessen van F4E herzien zodat het de administratieve aard van bepaalde artikelen van operationele titel 3.4 weerspiegelt;

een speciaal verslag opstellen over het gebruik van titel 3.4.

3.9.17.

F4E erkent dat het besluit om de plaats van tewerkstelling van een kernlid van het leidinggevend personeel te wijzigen van Barcelona naar Cadarache niet naar behoren werd gedocumenteerd, aangezien het de bevoegdheid was van het tot aanstelling bevoegde gezag om de plaats van tewerkstelling op projectbasis te bepalen, zoals beschreven en aangekondigd in de kennisgeving van vacature.

Op dat moment ondervond F4E moeilijkheden met het project inzake poloïdale veldspoelen van 200 miljoen euro, wat een ernstig risico vormde voor de datum van het eerste plasma van ITER en ook een mogelijk risico van financiële last inhield.

Bijgevolg besloot de directeur de geselecteerde kandidaat te vragen onmiddellijk van start te gaan in Cadarache, zodat deze zijn volledige aandacht op de crisis met de veldspoelen kon richten. Dit hield persoonlijke aanwezigheid ter plaatse in om zowel het personeel van F4E als de industriële partners vertrouwen te bieden.

3.9.18.

F4E werkte intensief samen met de ad-hocgroep (AHG) die door de raad van bestuur werd opgericht. De AHG rondde af met een voorstel voor een nieuwe systeem inzake „Earned Value Management (EVM)“. Dit voorstel werd aanbevolen door het Bureau en werd in april 2019 goedgekeurd door de raad van bestuur van F4E. Dit nieuwe, relevantere EVM-systeem:

volgt de voortgang op het gebied van de verstrekking van de bijdragen in natura van F4E;

biedt maatstaven inzake planningsprestatie;

maakt gebruik van een meer gedetailleerde uitsplitsing van kredieten om de voortgang beter te kunnen volgen;

koppelt en vergelijkt de uitgaven die werden gemaakt voor de geboekte voortgang.

F4E heeft het EVM-systeem geïmplementeerd op basis van het AHG-voorstel. De resultaten hiervan worden nu regelmatig ter beschikking gesteld van de raad van bestuur.

Dit verslag werd door kamer IV, onder leiding van de heer Alex BRENNINKMEIJER, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 24 september 2019.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President


(1)  Een toelichtende paragraaf wordt gebruikt om de aandacht te vestigen op een punt dat niet materieel onjuist is vermeld in de rekeningen, maar wel dermate belangrijk is dat het voor de gebruikers van fundamenteel belang is voor een goed begrip van de rekeningen.

(2)  De ITER-raad is het bestuurslichaam dat toezicht houdt op het werk van de ITER-organisatie. De raad is bevoegd om leidinggevend personeel aan te stellen, verordeningen te wijzigen en besluiten te nemen over de totale begroting voor en de deelname van bijkomende leden aan het ITER-project. De ITER-raad omvat vertegenwoordigers van de zeven leden: de EU, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten.

(3)  Onder „eerste plasma“ wordt de fase tijdens de bouw van de fusie-installatie verstaan waarin de essentiële onderdelen van de installatie kunnen worden getest; dit is tevens het moment waarop de exploitatiefase van start gaat.

(4)  Zoals aangegeven in de vijfde jaarlijkse beoordeling door een onafhankelijke beoordelingsgroep (31 oktober 2016) en in het aan de raad van bestuur uitgebrachte verslag van het hoofd projectmanagement van de Gemeenschappelijke Onderneming F4E van december 2016.

(5)  COM(2010) 226 definitief van 4.5.2010.

(6)  Conclusie van de Raad van 7 juli 2010 (ref. 11902/10) over de status van ITER.

(7)  COM(2017) 319 final van 14.6.2017 (vergezeld van het werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2017) 232 final van 14.6.2017), hoofdstuk V, „ITER: de weg vooruit“.

(8)  Het bedrag van 6,6 miljard EUR (waarde van 2008) dat in 2010 door de Raad van de EU werd vastgesteld, geldt momenteel als plafond voor de uitgaven van de Gemeenschappelijke Onderneming tot 2020.

(9)  Bijdragen in natura aan de operationele activiteiten van de GO

(10)  Bijdragen in natura aan aanvullende activiteiten buiten het werkplan van de GO

(11)  Van dit bedrag was eind 2018 slechts ongeveer 0,6 miljard EUR (35 %) gecertificeerd.

(12)  Artikel 4, lid 4, van oprichtingsverordeningen van de desbetreffende GO’s.

(13)  EVM helpt projectbeheerders bij het meten van projectprestaties. Het is een systematisch proces voor projectmonitoring dat wordt gebruikt om afwijkingen te vinden bij de voortgang van projecten op basis van de vergelijking tussen uitgevoerde en geplande werkzaamheden. Het wordt gebruikt voor de controle van de kosten en het tijdschema en voor de levering van kwantitatieve gegevens voor de besluitvorming over projecten. Het basisscenario van het project is een essentieel onderdeel van EVM en dient als een referentiepunt voor alle EVM-gerelateerde activiteiten.

(14)  Zie het Jaarverslag over de EU-agentschappen voor het begrotingsjaar 2018 (PB C 417 van 11.12.2019, blz. 1).

(15)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

(16)  Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie systeem voor luchtverkeersbeheer (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

(17)  Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

(18)  Eurocontrol is een internationale organisatie in handen van 41 lidstaten. De EU heeft onderdelen van haar verordeningen betreffende het gemeenschappelijk Europees luchtruim aan Eurocontrol gedelegeerd, en daarmee is laatstgenoemde de centrale organisatie voor de coördinatie en planning van de luchtverkeersleiding voor heel Europa geworden. De EU is zelf ondertekenaar en alle EU-lidstaten zijn lid van Eurocontrol.

(19)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.sesarju.eu

(20)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(21)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(22)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(23)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(24)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(25)  De artikelen 13 en 25 van de statuten van de GO Sesar, die als bijlage zijn gevoegd bij Verordening (EG) nr. 219/2007, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 721/2014, en artikel 4 van de individuele overeenkomsten van de GO met leden afkomstig uit de industrie.

(26)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(27)  Jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO Sesar, de paragrafen 173 en 176.

(28)  Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

(29)  Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

(30)  In 2008 namen 16 leiders en 66 geassocieerde leden deel aan de eerste fase van de GO Clean Sky (het Clean Sky 1-programma). Overeenkomstig artikel 4, lid 6, van de statuten, die als bijlage zijn gevoegd bij Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad, behouden geassocieerde leden in het kader van het Clean Sky 1-programma hun status totdat hun onderzoeksactiviteiten zijn afgerond, en uiterlijk tot 31 december 2017. Na de afronding van de vierde oproep voor kernpartners, die in 2016 werd gedaan, sloot de GO de procedure voor de selectie en toetreding van leden in 2017 af met in totaal meer dan 230 juridische entiteiten die betrokken zijn bij het Clean Sky 2-programma. Deze omvatten de 16 leiders met de aan hen verbonden entiteiten en de derde partijen waarmee zij een band hebben, en de geselecteerde kernpartners met de aan hen verbonden entiteiten en de derde partijen waarmee zij een band hebben.

(31)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.cleansky.eu

(32)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(33)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(34)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(35)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(36)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(37)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(38)  Ontwerp van het jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO Clean Sky, blz. 99 en 100.

(39)  Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

(40)  Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

(41)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.imi.europa.eu

(42)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(43)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(44)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(45)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(46)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(47)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(48)  Derde wijziging van de begroting voor 2018, goedgekeurd op 5 december 2018.

(49)  Jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO IMI, blz. 107 en 108.

(50)  Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

(51)  Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

(52)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.fch.europa.eu

(53)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(54)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(55)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(56)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(57)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(58)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(59)  Jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO FCH, blz. 89.

(60)  Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

(61)  België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Israël, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, de Tsjechische Republiek, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.

(62)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.ecsel.eu

(63)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(64)  Het personeelsbestand bestaat uit tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(65)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(66)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(67)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(68)  Artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 561/2014.

(69)  Overeenkomstig de door Artemis en Eniac vastgestelde strategieën voor controle achteraf moeten de GO’s ten minste eenmaal per jaar beoordelen of de van de lidstaten ontvangen informatie voldoende zekerheid biedt over de wettigheid en regelmatigheid van de uitgevoerde verrichtingen.

(70)  Artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad.

(71)  Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

(72)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.bbi-europe.eu

(73)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(74)  Het personeelsbestand bestaat uit tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(75)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(76)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(77)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(78)  Artikel 12, lid 4, van de statuten van de GO BBI (bijlage I bij Verordening (EU) nr. 560/2014).

(79)  Verordening (EU) 2018/121 van 23 januari 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 560/2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 22 van 26.1.2018, blz. 1).

(80)  Dit bedrag omvat de aangekondigde begrotingsopschorting van 2017 van 50 miljoen EUR en de begrotingsopschorting van 2018 van 20 miljoen EUR.

(81)  Jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO BBI, blz. 185. Het gerapporteerde foutenpercentage is niet geheel representatief, omdat het slechts gebaseerd is op de eerste twee reeksen controles achteraf, die nog niet zijn afgerond.

(82)  Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

(83)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.shift2rail.org

(84)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(85)  Het personeelsbestand bestaat uit tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(86)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(87)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(88)  Aanvullende activiteiten vallen buiten de reikwijdte van de controle van de ERK.

(89)  Op 31 december 2018 kon de GO S2R haar berekening van het foutenpercentage baseren op vier definitieve verslagen van controles achteraf (één met betrekking tot de op risico gebaseerde controle en drie met betrekking tot de representatieve steekproef van de GO S2R). Zie het jaarlijks activiteitenverslag 2018 van de GO S2R, blz. 120-122.

(90)  Internationale thermonucleaire experimentele reactor.

(91)  Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

(92)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van de GO is te vinden op haar website: www.f4e.europa.eu

(93)  De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de GO opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het lopende jaar, en bestemmingsontvangsten.

(94)  Het personeelsbestand bestaat uit tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

(95)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(96)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.

(97)  19e ITER-raad op 16-17 november 2016. De ITER-raad is het bestuurslichaam van ITER IO.

(98)  Onder „eerste plasma“ wordt de fase tijdens de bouw van de fusie-installatie verstaan waarin de essentiële onderdelen van de installatie kunnen worden getest; dit is tevens het moment waarop de exploitatiefase van start gaat.

(99)  COM(2010) 226 definitief van 4.5.2010.

(100)  Zoals aangegeven in de vijfde jaarlijkse beoordeling door een onafhankelijke beoordelingsgroep (31 oktober 2016) en in het aan de raad van bestuur uitgebrachte verslag van het hoofd projectmanagement van de GO F4E van december 2016.

(101)  Conclusie van de Raad van 7 juli 2010 (ref. 11902/10) over de status van ITER.

(102)  COM(2017) 319 final van 14.6.2017 (vergezeld van het werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2017) 232 final van 14.6.2017), hoofdstuk V, „ITER: de weg vooruit“.

(103)  Het bedrag van 6,6 miljard EUR (waarde van 2008) dat in 2010 door de Raad van de EU werd vastgesteld, geldt momenteel als plafond voor de uitgaven van de GO tot 2020.

(104)  Raad van de Europese Unie, 7881/18, vastgesteld op 12 april 2018.

(105)  De oorspronkelijke begroting van de GO F4E van 2018, goedgekeurd door de raad van bestuur op 1 december 2017, bedroeg 634,1 miljoen EUR.

(106)  In december 2018 benadrukte de raad van bestuur dat de GO F4E de administratieve kosten zorgvuldig moet monitoren overeenkomstig het verzoek om beperking van de kosten in de conclusies van de Raad van 12 april 2018 (Raad van de Europese Unie 7881/18).

(107)  De correctiecoëfficiënt in Barcelona is 91,7 %, terwijl die in Cadarache 116,7 % is.

(108)  Zevende jaarlijkse beoordeling door een onafhankelijke beoordelingsgroep (30 november 2018).