ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 389

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
18 november 2019


Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

RESOLUTIES

 

Raad

2019/C 389/01

Resolutie van de Raad over het verder ontwikkelen van de Europese onderwijsruimte ter ondersteuning van toekomstgerichte onderwijs- en opleidingsstelsels

1


 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 389/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9600 — Saudi Aramco Development Company/Korea Shipbuilding and Offshore Engineering Company/JV) ( 1 )

7

2019/C 389/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9539 — BNP Paribas/Deutsche Bank (Global Prime Finance and Electronic Equities Business Assets)) ( 1 )

8

2019/C 389/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9484 — Semler/VWFS/JV) ( 1 )

9

2019/C 389/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9319 — DP World/P&O Group) ( 1 )

10

2019/C 389/06

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9367 — Mirova/Predica/Indigo) ( 1 )

11


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2019/C 389/07

Conclusies van de Raad over de sleutelrol van leven lang leren-beleid om samenlevingen in staat te stellen om te gaan met de technologische en groene transitie ter ondersteuning van inclusieve en duurzame groei

12

 

Europese Commissie

2019/C 389/08

Wisselkoersen van de euro — 15 november 2019

19


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 389/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9445 — Natura Cosmeticos/Avon Products) ( 1 )

20


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

RESOLUTIES

Raad

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/1


Resolutie van de Raad over het verder ontwikkelen van de Europese onderwijsruimte ter ondersteuning van toekomstgerichte onderwijs- en opleidingsstelsels

(2019/C 389/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

IN HET KADER VAN DE LOPENDE BESPREKINGEN OVER DE TOEKOMST VAN EUROPA,

BENADRUKT HET VOLGENDE:

1.

Europa staat voor een tijdperk waarin mondialisering, technologische vooruitgang, uitdagingen rond duurzaamheid, aanhoudende uitdagingen op het gebied van sociale inclusie, politieke instabiliteit en demografische veranderingen ingrijpende gevolgen hebben voor de Europese samenlevingen en burgers. Deze gemeenschappelijke uitdagingen vereisen onderling overleg en gecoördineerde acties van de lidstaten;

2.

de rol van onderwijs en opleiding bij het bevorderen van burgerschap en democratie, persoonlijke ontwikkeling, sociale inclusie, gelijke kansen en empowerment, en bij het bevorderen van welzijn en het ondersteunen van hechte samenlevingen, vormt een prioriteit voor toekomstige samenwerking op dit gebied. De twee voornaamste maatschappelijke taken van onderwijs en opleiding — bijdragen aan concurrentievermogen, innovatie en inzetbaarheid en bijdragen aan actief burgerschap, sociale inclusie, cohesie en persoonlijke ontwikkeling — zijn nauw met elkaar verweven en volledig complementair in de huidige samenlevingen;

3.

onderwijs en opleiding zijn belangrijke beleidsinstrumenten voor het creëren en in stand houden van duurzame groei en concurrentievermogen, en voor het bevorderen van de werkgelegenheid en de arbeidsmarktparticipatie op Europees niveau. De mogelijkheden die zij bieden voor het aangaan van bredere maatschappelijke uitdagingen, moeten bij het uitstippelen van de nieuwe groeistrategie voor de Unie ten volle worden onderkend. Onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit geven de Unie een concurrentievoordeel in een steeds meer digitale en op kennis gebaseerde wereldeconomie, aangezien Europa in de toekomst nog sterker zal afhangen van creatieve, hooggekwalificeerde en goed opgeleide mensen. Het zal ook van essentieel belang zijn om de ontwikkeling en invoering van nieuwe technologieën te sturen en de overgang van de Unie naar een circulaire en klimaatneutrale economie te ondersteunen door de kennis, vaardigheden en competenties te bevorderen die nodig zijn om deze veranderingen teweeg te brengen;

4.

de Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding is een essentieel beleidsinstrument voor het opstellen van innovatieve, toekomstgerichte en responsieve strategieën om deze gemeenschappelijke uitdagingen aan te gaan, waarbij het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel en de rijke verscheidenheid aan onderwijs- en opleidingsstelsels in de Unie in acht worden genomen;

IN HET KADER VAN DE UITVOERING VAN DE NIEUWE STRATEGISCHE AGENDA 2019-2024, DIE DE EUROPESE RAAD OP 20 JUNI 2019 HEEFT VASTGESTELD,

ONDERSTREEPT DE CRUCIALE ROL DIE ONDERWIJS EN OPLEIDING OP AL HUN NIVEAUS EN IN AL HUN VORMEN SPELEN ALS HET EROM GAAT DE VOORNAAMSTE PRIORITEITEN VAN DE STRATEGISCHE AGENDA UIT TE VOEREN, MENSEN IN STAAT TE STELLEN DE KANSEN TE GRIJPEN DIE DE HUIDIGE ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE TRANSFORMATIES BIEDEN, EN TALENT IN EUROPA TOT ONTPLOOIING TE LATEN KOMEN, MET DE NADRUK OP HET VOLGENDE:

5.

investeren in onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit voor iedereen levert niet alleen voor de burgers aanzienlijke voordelen op, maar ook voor de economie en de samenleving. Investeren in competenties moet gebeuren in alle levensfasen van de lerenden. Voor het bereiken van hoogwaardige onderwijsresultaten zijn passende middelen nodig die goed in evenwicht moeten zijn over het gehele traject van een leven lang leren;

6.

investeren in onderwijs, opleiding en vaardigheden moet op Europees en nationaal niveau worden bevorderd. Er is behoefte aan doeltreffende en innovatieve werkmethoden die een capaciteitsopbouwbenadering bevorderen en de ontwikkeling van onderwijs- en opleidingsstelsels ondersteunen door middel van slimme en strategische investeringen. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het stimuleren van competenties die in de toekomst relevant zullen zijn, het strategische gebruik van financiële middelen voor digitalisering en innovatie, gemoderniseerde onderwijsinfrastructuur, innovatieve en veilige leeromgevingen en betere pedagogische benaderingen, alsook aan het verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van begeleiding gedurende het hele leven. Er kan onder meer worden geïnvesteerd in het verder ontwikkelen van de Europese onderwijsruimte en het verbeteren van de synergie tussen Europese financieringsinstrumenten en tussen EU-beleidsmaatregelen en ‐financieringsinstrumenten die relevant zijn voor onderwijs en opleiding;

7.

er moet grondig worden verkend hoe onderwijs en opleiding kunnen bijdragen aan het tot stand brengen van een klimaatneutraal en groen Europa. Onderwijs en opleiding zijn van cruciaal belang om de kennis, vaardigheden en competenties te verschaffen en de waarden en motivatie te bevorderen die van fundamenteel belang zijn voor een rechtvaardige en billijke sociale transformatie. De Europese maatregelen voor een groen Europa, op basis van de aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren en de aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, moeten alle niveaus en alle vormen van onderwijs en opleiding en alle fasen van het leven omvatten, waardoor activiteiten op lokaal en regionaal niveau en in samenwerking met het maatschappelijk middenveld mogelijk worden gemaakt, met als doel vooruitgang te boeken met de uitvoering van de desbetreffende VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling;

8.

de Europese pijler van sociale rechten moet op Europees en op lidstaatniveau worden geïmplementeerd, en daarbij moet terdege rekening worden gehouden met de respectieve bevoegdheden. Het recht op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren moet in elk stadium van het leven worden geëerbiedigd, vanaf jonge tot op oudere leeftijd, en op alle niveaus en in alle vormen van onderwijs en opleiding, in synergie met de inspanningen die worden geleverd in het kader van de Europese onderwijsruimte. Bij de uitvoering moet bijzondere aandacht worden besteed aan beleid inzake effectieve toegankelijkheid, gelijke kansen en inclusie, waarbij de toegang tot en overgangen naar een leven lang leren moeten worden gewaarborgd;

IN DE CONTEXT VAN DE VERDERE ONTWIKKELING VAN DE VISIE OP EEN EUROPESE ONDERWIJSRUIMTE IN 2025,

WIJST OP HET VOLGENDE:

9.

het belang om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke waarden van de Unie, waaronder democratie, de rechtsstaat en de grondrechten gewaarborgd en bevorderd worden;

10.

de aanzienlijke vooruitgang die is geboekt bij de totstandbrenging van de Europese onderwijsruimte en het belang van een grotere inzet voor de ambitieuze verdere ontwikkeling van de doelstellingen en de reikwijdte ervan, teneinde de visie op de Europese onderwijsruimte te realiseren en van Europa de leidende cognitieve samenleving in de wereld te maken; het belang van het bijdragen tot een cultuur die mensen en samenlevingen stimuleert, empowert en motiveert om te leren en te innoveren, en die alle niveaus en vormen van onderwijs en opleiding en alle levensstadia omvat;

11.

het belang van het ontwikkelen van het toekomstige strategische kader voor samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding als instrument ter ondersteuning en uitvoering van de Europese onderwijsruimte, dat kan bijdragen aan de succesvolle implementatie en de ambitieuze verdere ontwikkeling ervan;

12.

de essentiële rol van het Erasmus+-programma bij de totstandbrenging van de Europese onderwijsruimte, die erin bestaat brede toegang te bieden tot leermobiliteit evenals versterkte strategische partnerschappen en beleidsondersteuning voor meer inclusieve, op een leven lang leren gebaseerde, genderresponsieve en innovatiegerichte beleidsmaatregelen inzake onderwijs, opleiding en jeugd;

13.

de noodzaak om de inspanningen ter ondersteuning en ontwikkeling van de samenwerking op Europees niveau tussen de lidstaten voort te zetten teneinde intercollegiaal en wederzijds leren en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen, en tevens belemmeringen voor de leermobiliteit weg te nemen, en de lidstaten te ondersteunen bij het holistisch ontwikkelen van hun onderwijs- en opleidingsstelsels, teneinde bij te dragen tot de algemene duurzaamheid van die systemen en uiteindelijk de opwaartse sociaal-economische convergentie te vergroten;

14.

de noodzaak om mondiale uitdagingen en kansen, vooral op het gebied van klimaatverandering, digitalisering, kunstmatige intelligentie en misleidende of onjuiste informatie, aan te gaan respectievelijk te benutten en daarover na te denken, en daarbij de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties en kritisch denken, van basisvaardigheden tot kwalificaties van hoog niveau, te stimuleren op alle niveaus en in alle vormen van onderwijs en opleiding;

VERZOEKT DE COMMISSIE OM BIJ HET VERDER ONTWIKKELEN VAN DE EUROPESE ONDERWIJSRUIMTE EN HET TOEKOMSTIGE STRATEGISCHE KADER VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERWIJS EN OPLEIDING, CONFORM HAAR BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

15.

te herinneren aan de ambities die zijn verwoord in de conclusies van de Raad over toewerken naar een visie op een Europese onderwijsruimte, namelijk dat de ruimte moet worden geschraagd door het continuüm van een leven lang leren, van voor- en vroegschoolse educatie en opvang via school- en beroepsonderwijs en ‐opleiding tot hoger onderwijs en volwasseneneducatie, en krachtige maatregelen te blijven uitvoeren om belemmeringen voor leermobiliteit weg te nemen, mobiliteit en samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding te stimuleren en te bevorderen, en de lidstaten te ondersteunen bij het moderniseren van hun onderwijs- en opleidingsstelsels, het stimuleren van het onderwijzen en leren van talen, de wederzijdse erkenning van kwalificaties en de resultaten van leerperioden in het buitenland;

16.

verdere initiatieven te nemen om een echte Europese onderwijsruimte tot stand te brengen, die erop gericht zijn de doelstellingen en reikwijdte ervan verder te ontwikkelen en de banden ervan met het strategische kader voor samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding na ET 2020 te versterken; en passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat alle niveaus en alle vormen van onderwijs en opleiding op voet van gelijkheid worden bevorderd;

17.

het potentieel van de prioriteiten van de strategische agenda 2019-2024 volledig te benutten, namelijk door meer te investeren in de competenties die nodig zijn om te voldoen aan de eisen van werk en een veranderende samenleving, die onder meer het gevolg zijn van klimaatverandering, mondialisering, digitalisering, kunstmatige intelligentie en robotisering, met als doel innovatie, deelname aan democratische samenlevingen en sociale inclusie te bevorderen;

18.

gezamenlijk beraad te houden over de mogelijkheden, passende beleidsmaatregelen en resultaten die kunnen bijdragen aan de strategische doelstelling van een klimaatneutraal en groen Europa en een rechtvaardige transitie; en rekening te houden met het rijke potentieel van onderwijs en opleiding bij de ontwikkeling van Europees beleid inzake een groen Europa, met name via Erasmus+ en daarbij vooral in te zetten op de actieve deelname van lerenden aan educatie voor duurzame ontwikkeling;

19.

gecoördineerde inspanningen te blijven leveren om vorderingen te maken met een alomvattend actieplan voor digitaal onderwijs in Europa en met het gecoördineerde plan inzake kunstmatige intelligentie, door te zorgen voor complementariteit, meerwaarde en de coördinatie van beleidsdoelstellingen en ‐instrumenten met betrekking tot de Europese onderwijsruimte;

20.

voortbouwend op het samenwerkingsinstrumentarium voor ET 2020, concrete toekomstgerichte en innovatieve werkmethoden te ontwikkelen op het gebied van Europese samenwerking inzake onderwijs en opleiding. Mogelijkheden voor het mobiliseren van samenwerkingsinstrumenten, zoals internationale analyses, onderzoeks- en studiebezoeken en samenwerkingsproefprojecten, kunnen ten volle worden onderzocht met het oog op het innoveren en uittesten van beleidsmaatregelen en uitvoeringsinstrumenten, en op het ontwikkelen en bevorderen van op onderzoek gebaseerde thematische scenario’s en langetermijnprognoses betreffende de toekomst van werk en maatschappij in het licht van zowel Europese als mondiale ontwikkelingen;

21.

nieuwe middelen te ontwikkelen om bekwame, gemotiveerde en hooggekwalificeerde leerkrachten, instructeurs, opleiders en schoolleiders op te leiden en te ondersteunen, en hun permanente beroepsontwikkeling en een hoogwaardige, op onderzoek gebaseerde lerarenopleiding te bevorderen;

VERZOEKT VOORTS DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM, CONFORM HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

22.

de ontwikkeling van digitale vaardigheden en competenties, innovatie en een ondernemingsgeest in onderwijs en opleiding te bevorderen voor alle lerenden door het onderwijs te openen voor flexibeler leermogelijkheden en de doorstroming in onderwijs- en opleidingstrajecten te versterken, en te zorgen voor inclusieve en innovatieve benaderingen, waaronder inspanningen om ongelijkheden aan te pakken;

23.

ondersteuning te verlenen voor verbeteringen met het oog op hoogwaardige, inclusieve, het hele leven beschikbare, flexibele, genderresponsieve en innovatiegerichte onderwijs- en opleidingsstelsels;

24.

het potentieel van alle relevante onderwijs- en opleidingsgebieden te benutten teneinde de Europese onderwijsruimte te verdiepen en te streven naar een evenwicht tussen en de participatie van alle relevante niveaus en vormen van onderwijs en opleiding;

25.

te blijven inzetten op inclusieve en hoogwaardige stelsels van onderwijs en opvang voor jonge kinderen, maatregelen ter bevordering van sleutelcompetenties en inclusief, hoogwaardig onderwijs voor iedereen te stimuleren, de Europese samenwerking op het gebied van schoolonderwijs en beroepsonderwijs en ‐opleiding, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs verder te ontwikkelen en uitstekend onderwijs op alle niveaus te bevorderen, onder meer door meer grensoverschrijdende mobiliteit en samenwerking voor leraren, het creëren en ontwikkelen van excellentie in beroepsonderwijs en ‐opleiding en het bevorderen van werkplekleren in al zijn vormen;

26.

samenwerking en uitwisseling van bewijsmateriaal voor de voordelen van investeren in onderwijs en opleiding te bevorderen, aangezien betere kennis, gegevens en analyses met betrekking tot de voordelen van efficiënte overheidsinvesteringen in onderwijs en opleiding de lidstaten kunnen helpen inclusievere, doeltreffendere en responsievere onderwijs- en opleidingsstelsels te ontwikkelen, waarbij extra administratieve lasten voor de lidstaten moeten worden voorkomen;

27.

de ontwikkeling te bevorderen van gemeenschappelijke, passende instrumenten voor het volgen van afgestudeerden van hoger onderwijs en beroepsonderwijs en ‐opleiding op nationaal niveau, conform de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa en de aanbeveling van de Raad over het volgen van afgestudeerden;

MET HET OOG OP DE VERDERE ONTWIKKELING VAN HET INITIATIEF “EUROPESE UNIVERSITEITEN”,

ONDERKENT:

28.

de ontwikkeling van de eerste Europese Universiteiten als een ambitieus initiatief dat intensievere, innovatievere en meer gestructureerde samenwerking mogelijk kan maken tussen alle soorten instellingen voor hoger onderwijs uit alle regio’s van Europa, op alle niveaus en op alle activiteitsterreinen, van leren en lesgeven tot onderzoek en innovatie; en is van oordeel dat dit een baanbrekende stap voorwaarts in de interinstitutionele samenwerking zou kunnen zijn doordat er verschillende inspirerende visies, modellen en thema’s voor interactie uit resulteren voor de toekomstige ontwikkeling van de Europese onderwijsruimte naargelang de veranderende behoeften van de samenleving;

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM, CONFORM HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

29.

te zoeken naar manieren om de Europese Universiteiten onder de aandacht te brengen en verschillende soorten instellingen voor hoger onderwijs aan te moedigen deel te nemen, door de hoge kwaliteit en de geografische en sociale inclusiviteit van het initiatief te garanderen, om dit initiatief tot een waar succes te maken:

a.

door de uitwisseling van relevante informatie tussen de partijen te vergemakkelijken teneinde de samenwerkingsinspanningen een impuls te geven en de gehanteerde benaderingen doeltreffender te maken;

b.

door te zorgen voor een adequate operationele omgeving doordat optimaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare middelen, en de passende stappen te zetten om waar nodig belemmeringen van wetgevende en niet-wetgevende aard op nationaal niveau weg te nemen;

c.

door bestaande en toekomstige gereedschappen en instrumenten voor het vergemakkelijken van grensoverschrijdende mobiliteit en samenwerking, zoals de Europese benadering voor kwaliteitsborging van gezamenlijke programma’s en het initiatief inzake de Europese studentenpas te benutten, en door de uitvoering van overeengekomen engagementen, zoals de aanbeveling van de Raad betreffende de bevordering van automatische wederzijdse erkenning van kwalificaties en leerperioden in het buitenland, evenals de engagementen in het kader van de Europese hogeronderwijsruimte te bevorderen;

d.

door na te denken over het bestaande beleidskader voor leermobiliteit, en over het Europees kader voor kwaliteitsborging, om te beoordelen of deze geschikt zijn voor het ondersteunen van wezenlijke veranderingen en het versterken van de samenwerking inzake hoger onderwijs;

e.

door sterke punten en mogelijkheden tot verbetering aan te wijzen op basis van gedeelde informatie en een analyse van de voortgang van het initiatief;

f.

door gebruik te maken van de ervaringen en geleerde lessen uit het proefproject “Europese Universiteiten” als input voor beleidsvorming en de verdere ontwikkeling van daarmee verband houdende samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding, en door na te gaan of het nodig is passende beleidsmaatregelen voor de Europese Universiteiten door te voeren.


BIJLAGE

BIJ DE AANNEMING VAN DEZE RESOLUTIE VERWIJST DE RAAD MET NAME NAAR DE VOLGENDE ACHTERGRONDDOCUMENTEN:

1.

Conclusies van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) (12 mei 2009)

2.

Aanbeveling van de Raad betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren (20 december 2012)

3.

Verklaring over het bevorderen, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en non-discriminatie (Parijs, 17 maart 2015)

4.

Het ministerieel communiqué van Jerevan (15 mei 2015)

5.

Gezamenlijk verslag van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) — Nieuwe prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (23 en 24 november 2015)

6.

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende het bevorderen van sociaaleconomische ontwikkeling en inclusiviteit in de EU via het onderwijs: de bijdrage van onderwijs en opleiding aan het Europees Semester 2016 (24 februari 2016)

7.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa (10 juni 2016)

8.

Aanbeveling van de Raad over bijscholingstrajecten: nieuwe mogelijkheden voor volwassenen (19 december 2016)

9.

Conclusies van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over inclusie in verscheidenheid met het oog op hoogwaardig onderwijs voor iedereen (17 februari 2017)

10.

Aanbeveling van de Raad inzake het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (22 mei 2017)

11.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s getiteld: “De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur — Bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Göteborg (17 november 2017)

12.

Aanbeveling van de Raad over het volgen van afgestudeerden (20 november 2017)

13.

Conclusies van de Raad over een nieuwe EU-agenda voor het hoger onderwijs (20 november 2017)

14.

Conclusies van de Raad over ontwikkeling van scholen en uitstekend onderwijs (20 november 2017)

15.

Conclusies van de Europese Raad (17 december 2017)

16.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over het actieplan voor digitaal onderwijs (17 januari 2018)

17.

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de tussentijdse evaluatie van het programma Erasmus+ (31 januari 2018)

18.

Aanbeveling van de Raad inzake een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen (15 maart 2018)

19.

Conclusies van de Raad over toewerken naar een visie op een Europese onderwijsruimte (22 mei 2018)

20.

Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven (22 mei 2018)

21.

Aanbeveling van de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (22 mei 2018)

22.

Het ministerieel communiqué van Parijs (25 mei 2018)

23.

Aanbeveling van de Raad betreffende de bevordering van automatische wederzijdse erkenning van kwalificaties van hoger onderwijs en hoger secundair onderwijs en opleiding en de resultaten van leerperioden in het buitenland (26 november 2018)

24.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over het gecoördineerd plan inzake kunstmatige intelligentie (7 december 2018)

25.

Conclusies van de Raad “Naar een steeds duurzamere Unie in 2030” (9 april 2019)

26.

Aanbeveling van de Raad betreffende stelsels voor kwaliteitsvolle voor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang (22 mei 2019)

27.

Aanbeveling van de Raad inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen (22 mei 2019)

28.

Conclusies van de Raad over de toekomst van een sterk gedigitaliseerd Europa na 2020: “Versterking van het digitale en economische concurrentievermogen in de hele Unie en van de digitale cohesie” (7 juni 2019)

29.

Europese Raad: De nieuwe strategische agenda 2019-2024 (20 juni 2019)


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/7


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9600 — Saudi Aramco Development Company/Korea Shipbuilding and Offshore Engineering Company/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/02)

Op 7 november 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9600. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/8


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9539 — BNP Paribas/Deutsche Bank (Global Prime Finance and Electronic Equities Business Assets))

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/03)

Op 8 november 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9539. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/9


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9484 — Semler/VWFS/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/04)

Op 5 november 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9484. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/10


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9319 — DP World/P&O Group)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/05)

Op 26 juni 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR‐Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9319. EUR‐Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/11


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9367 — Mirova/Predica/Indigo)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/06)

Op 26 augustus 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR‐Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9367. EUR‐Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/12


Conclusies van de Raad over de sleutelrol van leven lang leren-beleid om samenlevingen in staat te stellen om te gaan met de technologische en groene transitie ter ondersteuning van inclusieve en duurzame groei

(2019/C 389/07)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

ONDER VERWIJZING NAAR DE POLITIEKE ACHTERGROND, DIE IN DE BIJLAGE BIJ DEZE CONCLUSIES WORDT TOEGELICHT,

ONDERKENT:

1.

dat het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale rechten (1) luidt dat iedereen recht heeft op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren om de vaardigheden te verwerven en te onderhouden die nodig zijn om ten volle aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen en overgangen op de arbeidsmarkt met succes te kunnen opvangen;

2.

dat een leven lang leren het leren vanaf de voor- en vroegschoolse educatie en opvang tot na de pensionering omvat, met inbegrip van het gehele spectrum van formeel, niet-formeel en informeel leren, met als doel de kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerschaps-, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren. Een leven lang leren beschouwt elke persoon als subject van het leerproces en stelt alle personen in staat de nodige kennis te verwerven om als actieve burgers deel te nemen aan de kennismaatschappij en de arbeidsmarkt, en vergemakkelijkt de vrije mobiliteit van Europese burgers;

3.

dat de huidige maatschappelijke en economische uitdagingen vragen om benaderingen die de lerenden, de samenleving en de werkgevers aansporen, motiveren en in staat stellen om proactiever en strategischer te werk te gaan om een leven lang leren voor iedereen tot werkelijkheid te maken, en dat het belangrijk is dat er tussen de betrokken beleidssectoren systematische en gemotiveerde coördinatie plaatsvindt met het oog op de succesvolle uitvoering van het leven lang leren-beleid, alsmede dat de sociale partners een cruciale rol te spelen hebben bij het opzetten, uitvoeren en welslagen van dat beleid;

4.

dat het belangrijk is dat werk wordt gemaakt van gelijke mogelijkheden voor deelname aan en toegang tot een leven lang leren voor iedereen, ongeacht achtergrond, door voorafgaande kennis, vaardigheden en competenties te erkennen en daarop voort te bouwen, en aldus de permanente, veelvuldige en naadloze overgangen tussen onderwijs- en opleidingsniveaus en -vormen te bevorderen;

5.

de sleutelrol van het leven lang leren-beleid in de Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding en in het Erasmus+-programma, en de betekenis ervan voor het nationale onderwijs- en opleidingsbeleid, werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid, alsmede voor de democratische betrokkenheid;

6.

de rol van een leven lang leren bij het in staat stellen van personen, samenlevingen en de arbeidswereld om om te gaan met de technologische en groene transitie en tegelijkertijd bij te dragen tot sociale inclusie;

BENADRUKT:

7.

de gehechtheid van de Unie en de lidstaten aan Agenda 2030 van de Verenigde Naties en de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties;

8.

de nieuwe strategische agenda 2019-2024 (2), waarin de ontwikkeling van een sterke en dynamische economische basis en de opbouw van een klimaatneutraal, groen, rechtvaardig en sociaal Europa als strategische prioriteiten worden gesteld, en benadrukt de beleidsmaatregelen op het gebied van digitale transformatie die onze maatschappelijke waarden belichamen en inclusiviteit bevorderen; en erkent de noodzaak meer te investeren in de vaardigheden en het onderwijs van mensen en tegelijkertijd de basis te leggen voor duurzame en inclusieve groei op de lange termijn; de noodzaak de Europese pijler van sociale rechten op het niveau van de EU en de lidstaten ten uitvoer te leggen, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden en het subsidiariteitsbeginsel, en neemt er nota van dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan sociale kwesties, risico’s en uitsluiting als gevolg van ongelijkheden en opleidingsverschillen;

9.

het nieuwe concept “economie van het welzijn”, dat mensen en hun welzijn centraal stelt bij de beleids- en besluitvorming;

HERINNERT ERAAN DAT:

10.

de Raad in zijn conclusies over toewerken naar een visie op een Europese onderwijsruimte heeft verklaard dat de Europese onderwijsruimte moet worden geschraagd door het continuüm van een leven lang leren, vanaf voor- en vroegschoolse educatie en opvang via onderwijs en beroepsopleiding tot hoger onderwijs en volwassenenonderwijs, met inbegrip van niet-formeel en informeel leren;

IS VAN OORDEEL DAT:

11.

de huidige technologische en digitale transformatie van onze samenlevingen het economische landschap, de arbeidswereld en de burgerlijke betrokkenheid verandert, en dus potentieel aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de sociale cohesie en de gelijkheid;

12.

bij het vormgeven van het Europees beleid voor digitale transformatie het onderwijs- en opleidingsbeleid van cruciaal belang zijn voor het waarborgen van welzijn en duurzame groei in Europa. Investeren in nieuwe kennis, vaardigheden en competenties is essentieel om Europa concurrerender en productiever te maken;

13.

de ontwikkeling van technologie en met name kunstmatige intelligentie (KI) een aanzienlijk potentieel heeft voor het creëren van nieuwe soorten economische en maatschappelijke activiteiten, vaardigheden, banen en diensten. Effectieve beleidsmaatregelen, instrumenten en maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding moeten worden ontwikkeld opdat iedereen over de juiste kennis, vaardigheden en competenties beschikt om volledig deel te nemen aan een transformatie van de samenleving, en tegelijkertijd moet de aandacht worden gevestigd op de ethische bezwaren en risico’s van mogelijk misbruik van technologie;

14.

de technologische transformatie de vraag naar hoge vaardigheden en competenties, aanpassingsvermogen en competenties voor loopbaanbeheer doet toenemen, terwijl tegelijkertijd de vraag naar lage vaardigheden voor routine- en repetitieve banen afneemt. De effecten variëren in tijd, plaats en omvang, aangezien sommige sectoren en gebieden harder worden getroffen dan andere. Een goed aanbod van een leven lang leren en levenslange begeleiding kan de kloof tussen hoog- en laaggeschoolde werknemers op de arbeidsmarkt helpen verkleinen;

15.

in Europa omscholing en bijscholing van de volwassenen een immense opdracht is. Investeren in basisvaardigheden en sleutelcompetenties is dan ook zinvoller dan ooit. Hoogwaardig, inclusief onderwijs (formeel, niet-formeel, informeel leren en werkplekleren) en een brede benadering van competentie-ontwikkeling, verbetert de prestaties wat betreft basisvaardigheden en ondersteunt het verwerven van meer geavanceerde vaardigheden en competenties;

16.

de ongelijkheid bij de toegang tot en de verstrekking van volwasseneneducatie een uitdaging blijft, aangezien de deelname van volwassenen aan leeractiviteiten nog steeds laag is en vooral laaggeschoolde volwassenen meer intensieve steun nodig hebben om te gaan leren (3). Er moet meer worden gedaan om sociaal achtergestelde personen te betrekken bij een leven lang leren en hen in staat te stellen de arbeidsmarkt (opnieuw) te betreden of op de arbeidsmarkt te blijven en hun loopbaanontwikkeling te ondersteunen;

17.

voortdurende demografische veranderingen kansen en uitdagingen bieden op zowel individueel als maatschappelijk niveau; omdat lage geboortecijfers en een hogere levensverwachting ervoor zorgen dat veel lidstaten een oudere bevolking krijgen (4);

18.

een betere onderkenning van het potentieel van ouderen en het bevorderen van hun kansen en hun mogelijkheden om deel te nemen aan de samenleving, zelfs op hogere leeftijd, bijdragen tot het creëren van hechte samenlevingen. Een leven lang leren is een cruciale factor om ouderen gezond ouder te laten worden en actief te laten deelnemen aan het sociale en economische leven;

19.

de hoge kwaliteit, inclusiviteit en toegankelijkheid van voor- en vroegschoolse educatie en opvang en van basisschoolonderwijs en niet-formele leeractiviteiten, van essentieel belang zijn om in te spelen op demografische veranderingen, om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren de juiste kennis, vaardigheden en competenties voor de toekomst hebben, waarbij het risico van schooluitval, armoede en sociale uitsluiting wordt aangepakt en gezorgd wordt voor een betekenisvol leven;

20.

er dringend behoefte is aan verdere bevordering van gendergelijkheid en gelijke toegang tot onderwijs en opleiding, met name in door één gender gedomineerde sectoren en beroepen. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in STEM-sectoren in Europa, met name in de digitale sector, waar hun deelname blijft dalen. Het empoweren van vrouwen in STEM-sectoren en in het bijzonder in de digitale sector is relevant voor de ontwikkeling van de Europese samenlevingen en economieën (5). Onderwijs en opleiding kunnen helpen de genderkloof in de digitale sector aan te pakken;

BENADRUKT:

21.

de noodzaak een krachtige impuls te geven aan beleid en voorzieningen voor een leven lang leren om beter in te spelen op de uitdagingen van een veranderende samenleving;

22.

dat de verdere uitvoering van de aanbeveling van de Raad over bijscholingstrajecten een cruciale stap is richting een effectief leven lang leren-beleid. In aanvulling hierop, en om iedereen meer kansen te geven, zijn echter meer inspanningen en een breder scala van beleidsmaatregelen en -instrumenten nodig;

23.

het streven naar een ambitieuze verdere ontwikkeling van de Europese onderwijsruimte om van Europa de leidende leermaatschappij in de wereld te maken, en bij te dragen aan een cultuur die mensen en samenlevingen stimuleert, in staat stelt en motiveert om continu te leren en te innoveren, onder meer op alle onderwijs- en opleidingsniveaus en -vormen en in alle levensfasen;

VERZOEKT DE LIDSTATEN

24.

strategische benaderingen te ontwikkelen om het leven lang leren-beleid te stimuleren en het potentieel van een leven lang leren voor het ondersteunen van inclusieve en duurzame groei en in respons op de technologische en groene transitie te erkennen, onder meer door:

a)

de integrale ontwikkeling van onderwijs- en opleidingsstelsels om continue en naadloze leertrajecten en transities voor individuele lerenden mogelijk te maken;

b)

de kansengelijkheid in het onderwijs te versterken door het ontwikkelen van beleid ter bevordering van de toegang tot beproefde doorstromingstrajecten voor iedereen en het vermijden van uitzichtloze situaties in onderwijs- en opleidingsstelsels;

c)

ervoor te zorgen dat de onderwijs- en opleidingsstelsels beter inspelen op de behoeften van de lerenden en op de snelle veranderingen in de arbeidsmarkt en de samenleving door bijzondere aandacht te besteden aan de gebieden waar de meeste technologische veranderingen optreden en die het meest relevant zijn vanuit een oogpunt van klimaatverandering, alsook aan de dringende noodzaak om onze ecologische voetafdruk te verbeteren, en om onderwijs voor duurzame ontwikkeling te bevorderen als bron van innovatie, veerkracht en transformatieve actie, waarbij rekening wordt gehouden met andere en veranderende kennis, vaardigheden en competenties;

d)

waar mogelijk een vlotte overgang tussen verschillende onderwijs- en opleidingsniveaus en -sectoren te ondersteunen door het faciliteren van alternatieve leertrajecten, het verstrekken van begeleiding, het aanmoedigen van diverse vormen van leren en een veelzijdige leeromgeving, en het ondersteunen van nieuwe leer- en onderwijsmethoden op alle onderwijs- en opleidingsniveaus en -vormen, en het valideren van vaardigheden en competenties, ongeacht waar of hoe ze zijn verworven;

e)

mogelijkheden te verkennen voor het creëren van flexibele, gepersonaliseerde en leerlinggerichte leertrajecten en die gericht beschikbaar te maken voor kwetsbare groepen, bijvoorbeeld op basis van gemoduleerde en op leerresultaten gebaseerde benaderingen waardoor het leren gemakkelijker kan worden afgestemd op individuele en professionele behoeften;

f)

de nadruk te leggen op het belang van de verdere ontwikkeling van de competenties voor leerkrachten, lerarenopleiders, schoolleiders, opleiders, beroepskeuzeadviseurs, jeugdwerkers en loopbaanadviseurs, teneinde voor iedereen toegankelijke vaardigheden en competenties te bieden met het oog op continu leren;

g)

de uitwisseling en beschikbaarheid te bevorderen van gegevens die lerenden in staat stellen gegevens over hun eigen leren te beheren en te gebruiken, en om weloverwogen keuzes te maken en beslissingen te nemen over hun leven, volledig in overeenstemming met de algemene verordening gegevensbescherming;

h)

na te gaan wat het potentieel is van KI ter ondersteuning van kwalitatief hoogwaardig en gepersonaliseerd onderwijs en opleiding en de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties. Bij deze inspanningen moet veel aandacht worden besteed aan inclusie en rechtvaardigheid door het betrouwbare gebruik van KI in onderwijs en opleiding mogelijk te maken, teneinde uitdagingen op onderwijsgebied in kaart te brengen en leerprocessen te stimuleren;

i)

de inspanningen voort te zetten om uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Raad betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren.

VERZOEKT DE COMMISSIE, MET INACHTNEMING VAN SUBSIDIARITEIT EN IN NAUWE SAMENWERKING MET DE LIDSTATEN, OM:

25.

een aanzienlijke impuls te geven aan actieve, effectieve en toekomstgerichte strategieën en beleidsmaatregelen voor een leven lang leren, met als doel de deelname aan een leven lang leren op alle onderwijs- en opleidingsniveaus en -vormen te bevorderen;

26.

de efficiëntie, de schaal en de doelgroepen van het huidige leven lang leren-beleid aan te passen om beter te kunnen inspelen op de leerbehoeften die voortvloeien uit veranderingen in de samenleving en de arbeidswereld, onder meer door verdere ontwikkeling van de Europese onderwijsruimte, en daartoe een leven lang leren te laten doorklinken in het toekomstige strategische kader voor samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding en gebruik te maken van de mogelijkheden van Erasmus+, het Europees Sociaal Fonds en andere relevante Unie-instrumenten;

27.

initiatieven te ondersteunen die investeringen in een leven lang leren bevorderen, met inbegrip van samenwerking tussen de openbare en de particuliere sector;

28.

het effectieve en inclusieve gebruik van KI toe te voegen aan de verder te ontwikkelen aspecten van het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese onderwijsruimte;

29.

de coördinatie van lopende en toekomstige inspanningen ter vergroting van de interoperabiliteit van gegevens te verbeteren, bijvoorbeeld door toegang te geven tot persoonlijke onderwijsgegevens en door betere uitwisseling van onderwijsgegevens tussen lerenden, leerinstellingen en werkgevers, waarbij overlappingen op Unieniveau worden voorkomen, teneinde het potentieel van de digitale transformatie te benutten, zulks in overeenstemming met de algemene verordening gegevensbescherming;

30.

steun te verlenen voor nationaal beleid dat erop gericht is de onderwijs- en opleidingsstelsels beter te laten inspelen op de snel veranderende behoeften van de arbeidsmarkt en de samenleving, door de verspreiding en het gebruik van analyse-, onderzoeks- en prognosegegevens, inclusief het volgen van afgestudeerden, en de kennis over vaardigheden te faciliteren en te vergroten, teneinde op lange termijn invloed op het beleid uit te oefenen;

31.

aan te moedigen dat een belangrijke stap wordt gezet in de verdere ontwikkeling van een leven lang leren, door te zoeken naar betere mogelijkheden voor samenwerking tussen onderwijs- en opleidingsniveaus en -sectoren, en tussen bevoegde autoriteiten (bijv. sociale zaken, gezondheid, migratie) en door het bevorderen van veelzijdige, flexibele leermogelijkheden om volwassenen bij- en om te scholen, in samenwerking met de sociale partners, het maatschappelijk middenveld, de publieke arbeidsbureaus en andere betrokken belanghebbenden;

32.

verdere synergie tussen onderwijs, opleiding, onderzoek en innovatie te bevorderen als stimulans voor de ontwikkeling van de Europese onderwijsruimte, met name via de allianties van Europese universiteiten die een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van een leven lang leren;

33.

bij het evalueren en moderniseren van het Europees beleid inzake het valideren van niet-formeel en informeel leren een breder concept voor het valideren van kennis, vaardigheden en competenties te overwegen, teneinde het valideren van vaardigheden en competenties mogelijk te maken, ongeacht hoe of waar ze zijn verworven, met als doel soepele overgangen mogelijk te maken en aan te zetten tot het volgen van individuele leertrajecten en zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied.


(1)  Doc. 13129/17.

(2)  Doc. EUCO 9/19.

(3)  Onderwijs- en opleidingenmonitor 2018.

(4)  Eurostat 2019: “Bevolkingsstructuur en vergrijzing”.

(5)  Europese Commissie, 2018. Studie over vrouwen in het digitale tijdperk.


BIJLAGE

Politieke achtergrond

1.   

Resolutie van de Raad van 27 juni 2002 inzake levenslang leren (1)

2.   

Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake het versterken van beleidsmaatregelen, systemen en praktijken op het gebied van de levenslange begeleiding in Europa (2)

3.   

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over betere integratie van levenslange begeleiding in de strategieën voor een leven lang leren (3)

4.   

Resolutie van de Raad betreffende een vernieuwde Europese agenda voor volwasseneneducatie (4)

5.   

Aanbeveling van de Raad van 20 december 2012 betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren (5)

6.   

Gezamenlijk verslag 2015 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) — Nieuwe prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (6)

7.   

Mededeling van de Commissie over een nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa: samenwerken ter versterking van het menselijk kapitaal, de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en het concurrentievermogen (7)

8.   

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (8)

9.   

Mededeling van de Commissie over het Europees interoperabiliteitskader — Implementatiestrategie (9)

10.   

Mededeling van de Commissie — De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur (10)

11.   

Aanbeveling van de Raad van 22 mei 2017 inzake het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren en tot intrekking van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (11)

12.   

Aanbeveling van de Raad van 20 november 2017 over het volgen van afgestudeerden (12)

13.   

Discussienota van de Commissie over het in goede banen leiden van de mondialisering (13)

14.   

Ministeriële verklaring van 2017 van Lissabon op de 4e ministeriële conferentie van de VN/ECE over vergrijzing “A Sustainable Society for All Ages: Realizing the potential of living longer”

15.   

Mededeling van de Commissie “Bouwen aan een sterker Europa: de rol van het beleid inzake jongeren, onderwijs en cultuur” (14)

16.   

Mededeling van de Commissie over het actieplan voor digitaal onderwijs (15)

17.   

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verstrekken van betere diensten voor vaardigheden en kwalificaties (Europass) (16)

18.   

Aanbeveling van de Raad van 22 mei 2018 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (17)

19.   

Aanbeveling van de Raad van 19 december 2016 tot invoering van bijscholingstrajecten: nieuwe mogelijkheden voor volwassenen (18) en conclusies van de Raad van 22 mei 2019 over de uitvoering van de aanbeveling (19)

20.   

Conclusies van de Raad over toewerken naar een visie op een Europese onderwijsruimte (20)

21.   

Mededeling van de Commissie van 25 april 2018 over kunstmatige intelligentie voor Europa (21)

22.   

Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie (22)

23.   

Conclusies van de Raad van 9 april 2019“Naar een steeds duurzamere Unie in 2030” (23)

24.   

Conclusies van de Raad van 7 juni 2019 over de toekomst van een sterk gedigitaliseerd Europa na 2020: “Versterking van het digitale en economische concurrentievermogen in de hele Unie en van de digitale cohesie” (24)

25.   

Resolutie van de Raad over de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (25)

26.   

Conclusies van de Raad over de economie van het welzijn (26)


(1)  PB C 163 van 9.7.2002, blz. 1.

(2)  Doc. 9286/04.

(3)  PB C 319 van 13.12.2008, blz. 4.

(4)  PB C 372 van 20.12.2011, blz. 1.

(5)  PB C 398 van 22.12.2012, blz. 1.

(6)  PB C 417 van 15.12.2015, blz. 25.

(7)  COM(2016) 381.

(8)  PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1.

(9)  COM(2017) 134.

(10)  COM(2017) 673.

(11)  PB C 189 van 15.6. 2017, blz. 15.

(12)  PB 423 van 9.12. 2017, blz. 1.

(13)  COM(2017) 240.

(14)  COM(2018) 268.

(15)  COM(2018) 22.

(16)  PB L 112 van 2.5.2018, blz. 42.

(17)  PB C 189 van 4.6.2018, blz. 1.

(18)  PB C 484 van 24.12.2016, blz. 1.

(19)  PB C 189 van 5.6.2019, blz. 23.

(20)  PB C 195 van 7.6.2018, blz. 7.

(21)  COM(2018) 237.

(22)  PB L 303 van 28.11.2018, blz. 59.

(23)  Doc. 8286/19.

(24)  Doc. 8807/19.

(25)  PB C 189 van 5.6.2019, blz. 1.

(26)  Doc. 13432/19.


Europese Commissie

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/19


Wisselkoersen van de euro (1)

15 november 2019

(2019/C 389/08)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1034

JPY

Japanse yen

119,95

DKK

Deense kroon

7,4723

GBP

Pond sterling

0,85660

SEK

Zweedse kroon

10,6518

CHF

Zwitserse frank

1,0924

ISK

IJslandse kroon

135,90

NOK

Noorse kroon

10,0345

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,583

HUF

Hongaarse forint

334,80

PLN

Poolse zloty

4,2785

RON

Roemeense leu

4,7686

TRY

Turkse lira

6,3433

AUD

Australische dollar

1,6221

CAD

Canadese dollar

1,4608

HKD

Hongkongse dollar

8,6361

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7255

SGD

Singaporese dollar

1,5021

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 285,34

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,2494

CNY

Chinese yuan renminbi

7,7343

HRK

Kroatische kuna

7,4380

IDR

Indonesische roepia

15 528,15

MYR

Maleisische ringgit

4,5817

PHP

Filipijnse peso

55,849

RUB

Russische roebel

70,3938

THB

Thaise baht

33,350

BRL

Braziliaanse real

4,6296

MXN

Mexicaanse peso

21,2194

INR

Indiase roepie

79,1630


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9445 — Natura Cosmeticos/Avon Products)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 389/09)

1.   

Op 8 november 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Natura Cosméticos SA (“Natura”, Brazilië);

Avon Products, Inc. (“Avon”, Verenigde Staten).

Natura verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Avon. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Natura: wereldwijde producent en leverancier van schoonheids- en lichaamsverzorgingsproducten, in de EER vooral onder de merken The Body Shop en Aesop;

Avon: wereldwijde producent en leverancier van schoonheids- en lichaamsverzorgingsproducten, vooral via het directe verkoopkanaal.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9445 — Natura Cosmeticos/Avon Products

Opmerkingen kunnen per e‐mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E‐mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).