ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
62e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 257/01 |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 257/02 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 257/03 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9397 — Mirova/GE/Desarrollo Eólico Las Majas) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2019/C 257/04 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9418 — Temasek/RRJ Masterfund III/Gategroup) ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 257/05 |
||
2019/C 257/06 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/1 |
Mededeling van de Commissie
Richtsnoeren voor de uitvoering van de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort
Werkprogramma 2019-2020
(2019/C 257/01)
Inleiding
Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad (1) tot oprichting van één digitale toegangspoort is gericht op het vergemakkelijken van de onlinetoegang tot de informatie, administratieve procedures en ondersteunende diensten die burgers en bedrijven nodig hebben om zich binnen de Unie te bewegen en grensoverschrijdend handel te drijven, zich in een andere lidstaat te vestigen en hun zakelijke activiteiten naar een andere lidstaat uit te breiden.
Op grond van artikel 31, lid 1, van de Verordening wordt er een jaarlijks werkprogramma opgesteld, waarin maatregelen worden gespecificeerd om de uitvoering van de verordening te vergemakkelijken. Het betreft in het bijzonder:
— |
maatregelen ter verbetering van de presentatie van specifieke informatie op de in bijlage I vermelde gebieden en maatregelen om de tijdige uitvoering van de verplichte informatieverstrekking door de bevoegde instanties op alle niveaus te vergemakkelijken; |
— |
maatregelen om de naleving van artikel 6 over de digitalisering van procedures en artikel 13 over grensoverschrijdende toegang tot onlineprocedures te vergemakkelijken; |
— |
maatregelen om te waarborgen dat de kwaliteitseisen voor informatie, procedures en ondersteunende diensten zoals beschreven in de artikelen 9 tot en met 12 consequent worden nageleefd; |
— |
activiteiten betreffende de promotie van de toegangspoort overeenkomstig artikel 23, lid 2. |
In deze richtsnoeren van de Commissie wordt een overzicht gegeven van deze maatregelen, alsmede een gedetailleerd tijdpad voor de uiteenlopende stappen die voor de uitvoering ervan genomen moeten worden. Dit overzicht is op 26 februari 2019 besproken met de toegangspoortcoördinatiegroep, zoals bepaald in artikel 31, lid 2, van de verordening.
Omdat een aantal maatregelen samenkomt op de deadline van december 2020, bestrijkt dit eerste werkprogramma de periode tot de oprichting van de digitale toegangspoort, te weten van juli 2019 tot en met december 2020.
De uitvoering van het werkprogramma zal zowel via het onlinesamenwerkingsplatform van de toegangspoortcoördinatiegroep als tijdens de vergaderingen van de coördinatiegroep worden gevolgd.
Voor de toepassing van deze mededeling van de Commissie wordt verstaan onder:
— |
“bevoegde instantie”: een instantie of orgaan van een lidstaat waaraan op nationaal, regionaal of lokaal niveau specifieke verantwoordelijkheden zijn toegewezen in verband met de onder de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort vallende informatie, procedures of diensten voor ondersteuning en probleemoplossing; |
— |
“nationale coördinatoren”: de door de lidstaten benoemde vertegenwoordigers zoals voorzien in artikel 28 van de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort. |
1. Kwaliteit van informatie en dienstverlening
Doelstelling 1.1: zorgen dat informatie beschikbaar is
Referentie: de artikelen 4 en 5 van de verordening over toegang tot informatie, artikel 9 over kwaliteit van informatie over rechten, verplichtingen en regels.
Achtergrond
De toegangspoort zal burgers en bedrijven van voldoende volledige informatie voorzien om te zorgen dat zij hun rechten kunnen uitoefenen en hun verplichtingen kunnen naleven die zijn ontleend aan het Unierecht en het nationale recht, waaronder informatie over hoe administratieve procedures moeten worden afgehandeld.
In bijlage I bij de verordening worden de gebieden opgesomd waarop de Commissie en de lidstaten zullen moeten waarborgen dat alle informatie die voor burgers en bedrijven relevant is, voor 12 december 2020 online beschikbaar is. Om dubbel werk te vermijden (zie doelstelling 1.4) zal de Commissie informatie over EU-brede rechten en verplichtingen publiceren op het portaal Uw Europa (2), terwijl de lidstaten het merendeel van de vereiste informatie over de uitvoering op nationaal niveau op hun eigen portalen zullen publiceren. De Commissie en de lidstaten hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop de onderwerpen in bijlage I over de websites op EU- en nationaal niveau worden verdeeld. Met behulp van een gemeenschappelijke zoekmachine zal worden gewaarborgd dat de gebruikers van de toegangspoort alle informatie gemakkelijk kunnen vinden.
Op de huidige versie van het portaal Uw Europa is over de meeste EU-brede rechten en verplichtingen al informatie beschikbaar. Voor een aantal van de in bijlage I opgesomde onderwerpen bevat het portaal ook informatie over de uitvoering op nationaal niveau die door de instanties van de lidstaten is verstrekt. Tussen nu en 12 december 2020 zal de nationale inhoud op Uw Europa worden overgebracht naar nationale websites. De Europese Commissie heeft richtsnoeren aangeboden over de wijze waarop nationale inhoud die al op Uw Europa beschikbaar is, op nationale websites kan worden hergebruikt of gereproduceerd.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e-4e kwartaal 2019 |
Voor alle informatiegebieden in bijlage I vaststellen of de informatie die op nationaal niveau beschikbaar moet zijn, online staat Vaststellen welke instanties verantwoordelijk zijn Een werkplan opstellen voor de aanpak van informatielacunes op nationaal niveau |
Nationale coördinatoren |
Tegen het 4e kwartaal 2019 |
Beknopte richtsnoeren verstrekken over onderwerpen uit bijlage I waarover nog geen informatie op Uw Europa beschikbaar is |
Commissie |
1e-2e kwartaal 2020 |
Informatielacunes op nationaal niveau opvullen |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
1e-2e kwartaal 2020 |
Informatielacunes op EU-niveau opvullen |
Commissie |
2e kwartaal 2020 |
Tussentijdse beoordeling van de voortgang naar een volledige behandeling van alle onderwerpen uit bijlage I |
Nationale coördinatoren Commissie |
2e kwartaal 2020 |
Links naar nationale informatie verstrekken om te worden opgenomen in een gemeenschappelijk register ten behoeve van de zoekfunctie |
Nationale coördinatoren Commissie |
3e-4e kwartaal 2020 |
Testen, bugs verhelpen en de zoekfunctie verbeteren |
Commissie |
4e kwartaal 2020 |
Alle in bijlage I aangewezen informatiegebieden moeten op het vereiste niveau (EU of nationaal) beschikbaar zijn |
Commissie Nationale coördinatoren |
Doelstelling 1.2: de kwaliteit van informatie en informatie over procedures waarborgen, met inbegrip van gebruiksvriendelijkheid en webtoegankelijkheid
Referentie: artikel 8 van de verordening over kwaliteitseisen inzake webtoegankelijkheid en artikel 9 over kwaliteit van informatie over rechten, verplichtingen en regels.
Achtergrond
De toegangspoort moet informatie verstrekken die gebruiksvriendelijk is en een duidelijke structuur en presentatie heeft. De inhoud moet juist en actueel zijn en voorzien zijn van de datum waarop de informatie voor het laatst is geactualiseerd. Bovendien moet de naam worden gegeven van de instantie die verantwoordelijk is voor de informatie, alsmede contactgegevens van eventuele relevante diensten voor ondersteuning of probleemoplossing. Daarnaast moet de informatie vergezeld gaan van verwijzingen naar rechtshandelingen, technische specificaties en richtsnoeren.
De door nationale instanties beheerde websites moeten voldoen aan de eisen voor webtoegankelijkheid (zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad (3)). De verordening breidt deze verplichting uit tot de door de Commissie beheerde websites die in de toegangspoort zijn opgenomen.
De Commissie heeft algemene richtsnoeren aangeboden over de wijze waarop aan deze verplichtingen kan worden voldaan op basis van haar ervaringen met het beheer van het portaal Uw Europa.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e-4e kwartaal 2019 |
Door de Commissie verstrekte richtsnoeren delen met de bevoegde instanties of deze opnemen in bestaande richtsnoeren voor het kwaliteitsbeheer van webinhoud Een aanpak uitwerken om toe te zien op de kwaliteit van de door de toegangspoort te bestrijken webinhoud |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Regelmatig overleggen over kwaliteits- en toegankelijkheidsnormen en goede praktijken |
Nationale coördinatoren, in het kader van de toegangspoortcoördinatiegroep |
4e kwartaal 2020 |
Alle relevante informatie moet van de vereiste kwaliteit zijn: relevant, toegankelijk en overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU) 2018/1724 |
Commissie Nationale coördinatoren |
Doelstelling 1.3: informatie vertalen
Referentie: de artikelen 9 en 12 van de verordening over vertaling en kwaliteitseisen
Achtergrond
Om te zorgen dat de via de toegangspoort aangeboden diensten toegankelijk zijn voor een breed gebruikerspubliek, moet de uitleg over de regels, de procedures en wat er van de onder de toegangspoort vallende ondersteunende diensten mag worden verwacht, ten minste in een taal beschikbaar worden gesteld die de meeste gebruikers kunnen begrijpen. Deze taal wordt gedefinieerd als de officiële taal van de Unie die “door een zo groot mogelijk aantal grensoverschrijdende gebruikers grotendeels wordt begrepen”. In artikel 12, lid 3, wordt dit verder verduidelijkt door te verwijzen naar de taal “die het meest als vreemde taal wordt gestudeerd door gebruikers in de hele Unie”. In de praktijk betekent dit dat deze taal voor de meeste nationale websites Engels moet zijn. De Commissie zal informatie over rechten en procedures die algemeen van toepassing is in de hele EU, op haar eigen websites in alle EU-talen blijven vertalen.
Bovendien zal de Commissie de lidstaten bij deze taak ondersteunen door vertaaldiensten (menselijke vertaling) te verlenen. Vanwege budgettaire beperkingen moet bij het gebruik van deze dienst prioriteit worden gegeven aan de essentiële informatie op alle in bijlage I vermelde gebieden, gevolgd door eventuele nadere informatie, uitleg over ondersteunende diensten en instructies voor procedures.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e kwartaal 2019 |
Lidstaten inlichten over de regelingen voor de vertaaldiensten, waaronder de beschikbare vertaalvolumes per lidstaat en de regels voor een optimaal gebruik van deze faciliteit |
Commissie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2019 |
Een overzicht maken van de vertaalbehoeften van de verschillende bevoegde instanties Prioriteiten stellen in het licht van het beschikbare vertaalvolume |
Nationale coördinatoren |
1e kwartaal 2020 |
De nationale coördinatoren een link naar de vertaaldienst verstrekken |
Commissie |
1e-4e kwartaal 2020 |
Vertaalaanvragen indienen |
Nationale coördinatoren |
2e kwartaal-3e kwartaal 2020 |
Vertaalvolumes zo nodig herverdelen met het oog op een optimaal gebruik van de vertaalfaciliteit |
Commissie |
2e kwartaal-4e kwartaal 2020 |
Vertalingen toegankelijk maken op nationale websites |
Nationale coördinatoren |
Doelstelling 1.4: dubbel werk vermijden
Referentie: overwegingen 17 en 55, artikel 19, lid 6, en artikel 30 van de verordening
Achtergrond
In de verordening worden de lidstaten en de Commissie opgeroepen om te voorzien in links naar één enkele bron voor elk informatie-item dat vereist is voor de toegangspoort, en om gedeeltelijke of volledige doublures waar mogelijk te voorkomen. Zo wordt vermeden dat er verwarring ontstaat bij gebruikers die op verschillende portalen vergelijkbare maar niet identieke informatie vinden over bepaalde onderwerpen. Door te streven naar één bron voor elk informatie-item wordt bovendien het bijwerken gemakkelijker en wordt het risico dat er inconsistente informatie wordt gepresenteerd, beperkt.
Alleen informatie die uitsluitend gericht is op burgers en bedrijven en waarin hun toepasselijke rechten en verplichtingen worden toegelicht, komt voor de toegangspoort in aanmerking. Deze informatie mag niet worden gemengd met andere inhoud, zoals informatie over toekomstig beleid die op een ander publiek is gericht.
De Commissie zal zorgen dat informatie op EU-niveau om burgers en bedrijven op de hoogte te brengen over hun rechten in het kader van de eengemaakte markt in Uw Europa wordt geïntegreerd (4).
De Commissie heeft samen met de lidstaten bepaald welke onderwerpen uit bijlage I op Uw Europa of andere door de Commissie beheerde websites moeten komen, en welke onderwerpen op nationaal niveau moeten worden behandeld.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Alle informatie op EU-niveau om burgers en bedrijven op de hoogte te brengen over hun rechten in het kader van de eengemaakte markt uitsluitend in Uw Europa integreren, behalve waar dergelijke informatie moet worden opgenomen in EU-portalen die op basis van een afzonderlijke rechtshandeling zijn opgezet |
Commissie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Een duidelijke scheiding aanbrengen tussen informatie over toepasselijke regels voor burgers en bedrijven, die op Uw Europa wordt aangeboden, en informatie over toekomstig beleid, die op de organisatiewebsite van de Commissie en de afzonderlijke websites van de DG’s wordt gepubliceerd |
Commissie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Een geïntegreerde aanpak ontwikkelen voor portalen die op basis van een afzonderlijke rechtshandeling zijn opgezet, en de toegangspoort, om eenheid te brengen in het uiterlijk en de gebruikservaring en om doublures te vermijden |
Commissie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Een geïntegreerde aanpak ontwikkelen op nationaal niveau om duplicerende informatiebronnen over bepaalde onderwerpen tussen verschillende nationale portalen te voorkomen |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
2. IT-ontwikkeling, digitalisering van procedures, gegevensverzameling
Doelstelling 2.1: procedures digitaliseren
Referentie: artikel 6 van de verordening over procedures die volledig online moeten worden aangeboden.
Achtergrond
Via de toegangspoort zullen gebruikers eenvoudig toegang krijgen tot nationale administratieve procedures. Om dit te bereiken, vraagt de verordening van alle lidstaten ervoor te zorgen dat gebruikers volledig onlinetoegang hebben tot de in bijlage II vermelde procedures en deze volledig online kunnen afhandelen. Dit betekent dat de gebruiker alle stappen elektronisch, op afstand en via een onlinedienst moet kunnen doorlopen. De verordening bevat bovendien een niet-uitputtende lijst van specifieke criteria waaraan moet worden voldaan (zie artikel 6).
Hoewel de uiteindelijke deadline voor de digitalisering van procedures pas in december 2023 ligt, moeten de lidstaten nu al met dit project aan de slag en ruim voor de deadline naar mogelijkheden kijken om aan de vereisten te voldoen, als onderdeel van hun lopende e-overheidsprogramma’s.
De lidstaten kunnen hierbij geholpen worden via EU-programma’s zoals het kaderprogramma Horizon 2020 (5) (H2020), de Connecting Europe Facility (6) (CEF), het ISA2-programme (7) en het EFRO (8). De bevoegde instanties worden uitgenodigd om contact op te nemen met hun nationale coördinatoren die verantwoordelijk zijn voor de financiële programma’s in hun lidstaat.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e-4e kwartaal 2019 |
Nagaan welke procedures uit bijlage II al volledig online zijn, in overeenstemming met de criteria in artikel 6 Vaststellen welke instanties verantwoordelijk zijn Informatie delen met de coördinatiegroep |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e-4e kwartaal 2019 |
Richtsnoeren over “volledig online uitgevoerde procedures”, zoals een checklist, voorbeelden van goede praktijken en interoperabiliteitsbeginselen |
Commissie |
1e kwartaal 2020 |
Vaststellen welke lacunes er nog zijn Informatie delen met de coördinatiegroep |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
1e kwartaal 2020 |
Goede praktijken en uitdagingen bespreken in verband met de digitalisering van in bijlage II vermelde procedures De resultaten bespreken van de haalbaarheidsstudie naar de ISA2-formuliergenerator De behoefte aan en mogelijkheden voor (mede-)financiering van nationale digitaliseringsmaatregelen bespreken |
Nationale coördinatoren, in het kader van de coördinatiegroep |
2e kwartaal 2020 |
Nationale werkplannen opstellen voor het dichten van informatielacunes op nationaal niveau |
Nationale coördinatoren |
3e kwartaal 2020-4e kwartaal 2023 |
Toezien op de voortgang met de digitalisering van in bijlage II vermelde procedures in alle lidstaten |
Coördinatiegroep |
± 4e kwartaal 2023 |
Alle in bijlage II vermelde procedures moeten volledig online zijn |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
Doelstelling 2.2: zorgen dat grensoverschrijdende gebruikers toegang hebben tot onlineprocedures
Referentie: artikel 13 van de verordening over grensoverschrijdende toegang tot onlineprocedures.
Achtergrond
De verordening schrijft voor dat procedures die al online zijn, volledig online toegankelijk zijn of worden gemaakt voor grensoverschrijdende gebruikers. Dat wil zeggen dat als een procedure voor een onderdaan van een bepaalde lidstaat beschikbaar is, alle stappen van deze procedure ook toegankelijk moeten zijn vanuit andere lidstaten of voor gebruikers uit dezelfde lidstaat die in een andere lidstaat wonen of die in het verleden in een andere lidstaat hebben gewoond, gewerkt, gestudeerd of zaken hebben gedaan.
De lidstaten mogen waar nodig een andere, technisch onderscheiden oplossing gebruiken voor grensoverschrijdende gebruikers, maar in die gevallen moeten zij er wel zorgvuldig op toezien dat de procedure tot hetzelfde resultaat leidt en niet omslachtiger is dan de procedure die voor nationale gebruikers beschikbaar is.
Er moet speciale aandacht worden besteed aan belemmeringen voor grensoverschrijdende gebruikers, zoals velden van formulieren waarin alleen nationale telefoonnummers, nationale voorvoegsels voor telefoonnummers of nationale postcodes kunnen worden ingevuld, vergoedingen die alleen met systemen kunnen worden betaald die niet (algemeen) beschikbaar zijn voor grensoverschrijdende gebruikers, het ontbreken van uitvoerige toelichtingen in een taal die door grensoverschrijdende gebruikers wordt begrepen, het ontbreken van mogelijkheden om elektronische bewijzen van instanties uit een andere lidstaat in te dienen en het niet-aanvaarden van elektronische identificatiemiddelen die in andere lidstaten zijn afgegeven.
Op bepaalde gebieden (bv. dienstenrichtlijn, richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, richtlijnen inzake overheidsopdrachten) is een niet-discriminerende toegang tot procedures voor grensoverschrijdende gebruikers al wettelijk verplicht, in aanvulling op het non-discriminatiebeginsel dat is vervat in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e-4e kwartaal 2019 |
Richtsnoeren en een praktische checklist opstellen over hoe ervoor gezorgd kan worden dat nationale onlineprocedures volledig toegankelijk zijn voor grensoverschrijdende gebruikers |
Commissie in samenwerking met nationale coördinatoren |
1e-2e kwartaal 2020 |
Vaststellen welke belemmeringen er nog zijn (bv. op technisch, functioneel, organisatorisch of juridisch vlak) Een plan uitwerken om deze aan te pakken |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
1e kwartaal 2020 |
Richtsnoeren delen met de desbetreffende instanties of aanbevelingen opnemen in bestaande kwaliteitsrichtsnoeren voor de ontwikkeling van onlineprocedures |
Nationale coördinatoren |
1e kwartaal-4e kwartaal 2020 |
Goede praktijken uitwisselen in het kader van de coördinatiegroep Toezien op de voortgang |
Nationale coördinatoren |
± 4e kwartaal 2023 |
Onlineprocedures moeten op niet-discriminerende wijze toegankelijk zijn voor grensoverschrijdende gebruikers |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
Doelstelling 2.3: bijdragen aan de ontwikkeling van IT-hulpmiddelen op EU-niveau en de interoperabiliteit tussen EC- en nationale IT-hulpmiddelen waarborgen
Referentie: artikel 21 van de verordening over de verantwoordelijkheid voor de ICT-toepassingen die de toegangspoort ondersteunen.
Achtergrond
Zoals bepaald in de verordening zal de werking van de toegangspoort steunen op technische hulpmiddelen die de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten ontwikkelt. Het betreft onder meer: een zoekfunctie en een gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten waarmee eindgebruikers informatie, procedures en ondersteunende diensten kunnen vinden; een hulpmiddel voor gebruikersreacties over de kwaliteit van de diensten; een hulpmiddel waarmee gebruikers feedback kunnen geven over belemmeringen op de interne markt; een hulpmiddel voor het verzamelen van gebruikersstatistieken; en een dashboard als interface voor overheidsinstanties.
Over de methoden voor het verzamelen en uitwisselen van feedbackdata over kwaliteit en statistieken zal in uitvoeringshandelingen worden besloten.
De Commissie heeft opdracht gegeven tot studies waarin voorstellen zijn gedaan voor de technische basis voor deze hulpmiddelen, door het vaststellen van eisen, een IT-architectuur en een analyse van interoperabiliteitskwesties, en heeft de stand van zaken wat betreft de ontwikkeling aan de nationale coördinatoren gepresenteerd.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e kwartaal 2019 |
De coördinatiegroep inlichten over de resultaten van de studies die zijn uitgevoerd door de Commissie naar de IT-hulpmiddelen voor de toegangspoort (2018-2019) |
Commissie |
Zoekfunctie en gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
||
4e kwartaal 2019 |
Onderzoeken hoe het verzamelen van links voor het register voor links kan worden geautomatiseerd |
Commissie Nationale coördinatoren |
1e kwartaal 2020 |
De nationale coördinatoren inlichten over hoe zij toegang kunnen krijgen tot het register en er links aan kunnen toevoegen |
Commissie |
1e kwartaal 2020 |
Testperiode voor de zoekfunctie samen met het register voor links en het testen van de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
Commissie Nationale coördinatoren |
3e kwartaal 2020 |
De Commissie presenteert de bèta-versie van de zoekfunctie en de gemeenschappelijke zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
Commissie Nationale coördinatoren |
Gebruikersreacties over kwaliteit en gebruikersstatistieken |
||
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2019 |
De Commissie verzamelt meningen van nationale coördinatoren over de uitvoeringshandelingen |
Commissie Nationale coördinatoren |
4e kwartaal 2019-1e kwartaal 2020 |
De Commissie raadpleegt de nationale coördinatoren over de ontwikkeling van het gemeenschappelijke hulpmiddel voor gebruikersreacties |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor ondersteunende diensten binnen hun eigen netwerken |
2e kwartaal 2020 |
Vaststelling van de uitvoeringshandeling(en) |
Commissie Comité betreffende de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort |
1e kwartaal 2020-2e kwartaal 2020 |
Een overzicht maken van welke nationale websites die deel uitmaken van de toegangspoort, al over een hulpmiddel voor het verzamelen van reacties en statistieken beschikken en welke websites zullen moeten worden gekoppeld aan het gemeenschappelijke hulpmiddel voor gebruikersreacties en/of van een nieuw hulpmiddel voor het verzamelen van statistieken zullen moeten worden voorzien |
Commissie Nationale coördinatoren |
1e kwartaal 2020-2e kwartaal 2020 |
Ontwikkeling van het hulpmiddel voor gebruikersreacties over kwaliteit en het hulpmiddel voor het verzamelen van gebruikersstatistieken |
Commissie |
3e kwartaal 2020 |
De nationale coördinatoren een link verstrekken naar het gemeenschappelijke hulpmiddel voor gebruikersreacties |
Commissie |
4e kwartaal 2020 |
Zorgen dat elke dienst die deel uitmaakt van de toegangspoort en niet al beschikt over een hulpmiddel voor gebruikersreacties dat aan de eisen van de uitvoeringshandeling voldoet, wordt gelinkt aan het gemeenschappelijke hulpmiddel voor gebruikersreacties Als andere mogelijkheid, zorgen dat de reacties die via het bestaande hulpmiddel voor gebruikersreacties worden verzameld, voldoen aan de eisen van de uitvoeringshandeling en dat de geaggregeerde gegevens beschikbaar komen via het gemeenschappelijke dashboard |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
4e kwartaal 2020 |
Zorgen dat de verzameling van statistieken voldoet aan de uitvoeringshandeling en dat de geaggregeerde gegevens beschikbaar komen voor de Commissie en de andere nationale coördinatoren |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
Feedback van gebruikers over belemmeringen op de interne markt |
||
3e kwartaal 2019 |
De Commissie overlegt met nationale coördinatoren over de ontwikkeling van een hulpmiddel waarmee gebruikers feedback kunnen geven over belemmeringen op de interne markt en van het systeem om geaggregeerde gegevens van de ondersteunende diensten te verzamelen |
Commissie Nationale coördinatoren |
4e kwartaal 2019-3e kwartaal 2020 |
Ontwikkeling van IT-hulpmiddelen |
Commissie |
Gemeenschappelijk dashboard |
||
1e kwartaal 2020 |
De Commissie presenteert de bèta-versie van het hulpmiddel aan de nationale coördinatoren. Deze versie is gedeeltelijk functioneel wat betreft het indienen van links voor het register en vertaalaanvragen |
Commissie Nationale coördinatoren |
1e kwartaal 2020 |
De nationale coördinatoren inlichten hoe zij links voor het register en vertaalaanvragen moeten indienen |
Commissie |
1e kwartaal-3e kwartaal 2020 |
Ontwikkeling van het volledig functionele gemeenschappelijke dashboard |
Commissie |
3e kwartaal 2020 |
De nationale coördinatoren inlichten over hoe zij toegang kunnen krijgen tot en gebruik kunnen maken van het gemeenschappelijke dashboard |
Commissie |
4e kwartaal 2020 |
Lancering van de toegangspoort |
|
Doelstelling 2.4: eenmaligheidsbeginsel
Referentie: artikel 14 van de verordening over het technisch systeem voor de grensoverschrijdende geautomatiseerde uitwisseling van bewijs en de toepassing van het “eenmaligheidsbeginsel”.
Achtergrond
Zoals bepaald in de verordening zal de Commissie in samenwerking met de lidstaten een technisch systeem instellen voor de uitwisseling van bewijs voor de in bijlage II bij de verordening vermelde onlineprocedures en de bij de dienstenrichtlijn (9), de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (10) en de beide richtlijnen inzake overheidsopdrachten (Richtlijnen 2014/24/EU (11) en 2014/25/EU (12) van het Europees Parlement en de Raad) vastgestelde procedures.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
1e kwartaal 2019-3e kwartaal 2020 |
Voorbereiding op de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel in het kader van de CEF: bestaande technische oplossingen analyseren (van het TOOP-project en beschikbaar op nationaal niveau), ervaringen uitwisselen, grensoverschrijdende interoperabiliteit ondersteunen en beoordelen in hoeverre de lidstaten gereed zijn |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019 |
De nationale coördinatoren inlichten over de stand van zaken en de resultaten van de pilots en studies in verband met het eenmaligheidsbeginsel |
Commissie |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2021 |
De geschiktheid beoordelen van digitale procedures op nationaal niveau om in de stap op basis van het eenmaligheidsbeginsel te worden opgenomen Een plan uitwerken om lacunes te dichten |
Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Zo mogelijk een pilot draaien die een breder spectrum van toegangspoortprocedures bestrijkt |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
1e kwartaal 2020-3e kwartaal 2020 |
Inhoud voor de uitvoeringshandeling bespreken |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2020-4e kwartaal 2020 |
De Commissie verzamelt meningen van nationale coördinatoren over de ontwerp-uitvoeringshandeling en over de kerndiensten en generieke diensten die in ontwikkeling zijn |
Commissie Nationale coördinatoren |
± 2e kwartaal 2021 |
Vaststelling van de uitvoeringshandeling |
Commissie |
± 4e kwartaal 2023 |
Technisch systeem dat aan het eenmaligheidsbeginsel voldoet, voltooid en gebruiksklaar |
|
3. Ondersteunende diensten
Doelstelling 3.1: zorgen dat informatie over ondersteunende diensten beschikbaar is en de kwaliteit ervan waarborgen
Referentie: de artikelen 7, 11 en 16 van de verordening over toegang tot diensten voor ondersteuning en probleemoplossing, over kwaliteit van informatie over deze diensten en over kwaliteitseisen waaraan deze moeten voldoen.
Achtergrond
Via de toegangspoort zullen gebruikers eenvoudig toegang krijgen tot een breed spectrum aan ondersteunende diensten. Voor een optimale ervaring moeten eindgebruikers bovendien, alvorens zij een verzoek om ondersteuning indienen, te weten komen wat ze van dergelijke diensten kunnen verwachten en onder welke voorwaarden zij er gebruik van kunnen maken. De ondersteunende diensten moeten online een duidelijke en gebruikersvriendelijke uitleg publiceren van de geboden dienst, zoals toegelicht in artikel 11. Om voor de meeste gebruikers toegankelijk te zijn, moet deze uitleg in beginsel in het Engels beschikbaar worden gesteld (de officiële taal van de Unie die “door een zo groot mogelijk aantal grensoverschrijdende gebruikers grotendeels wordt begrepen”, zie doelstelling 1.3). Net als de andere diensten van de toegangspoort moeten de ondersteunende diensten van zo hoog mogelijke kwaliteit zijn en zullen ze aan de in de verordening vermelde kwaliteitscriteria moeten voldoen. Kwaliteitsbewaking zal plaatsvinden via gebruikersreacties en -statistieken.
Voor de in bijlage III bij de verordening vermelde ondersteunende diensten zijn deze eisen verplicht. De Commissie heeft de stand van zaken betreffende deze diensten in kaart gebracht en vastgesteld welke lacunes er nog zijn.
Bovendien kunnen de Commissie en de nationale coördinatoren ervoor kiezen om andere ondersteunende diensten toe te voegen, mits deze aan de in de verordening gestelde voorwaarden voldoen. In 2019 en 2020 zal de prioriteit uitgaan naar de voorbereiding op de opname van ondersteunende diensten die door de Commissie worden (mede-)gefinancierd en/of beheerd, zoals de Europese consumentencentra, de helpdesk betreffende intellectuele-eigendomsrechten (IPR Help Desk), het deel van het Enterprise Europe Network dat betrekking heeft op onderwerpen die onder de toegangspoort vallen, SOLVIT of Uw Europa — Advies.
Wanneer dat nodig is om aan de behoeften van de gebruikers te voldoen, kunnen de nationale coördinatoren de Commissie ook voorstellen om particuliere of semiparticuliere ondersteunende diensten toe te voegen, mits deze aan de in de verordening gestelde voorwaarden voldoen.
Hoe en wanneer?
Voor in bijlage III vermelde diensten:
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e kwartaal 2019 |
De nationale coördinatoren een checklist geven van de te controleren kwaliteitseisen, waaronder het beschikbaar stellen van informatie over de ondersteunende dienst |
Commissie |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Lacunes die zijn vastgesteld, aanpakken |
Bevoegde instanties, gecoördineerd door de nationale coördinatoren |
1e kwartaal 2020-2e kwartaal 2020 |
De Commissie links, beschrijvingen en contactgegevens van de ondersteunende diensten doen toekomen voor opname in de zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
Bevoegde instanties, via de nationale coördinatoren |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Regelmatig overleggen over kwaliteitsnormen, over hoe informatie over de dienst beschikbaar moet worden gesteld en over goede praktijken |
Toegangspoortcoördinatiegroep |
3e-4e kwartaal 2020 |
Testen, bugs verhelpen, de zoekfunctie voor ondersteunende diensten verbeteren |
Commissie |
4e kwartaal 2020 |
Lancering van de zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
|
Voor door de Commissie gefinancierde en/of beheerde diensten die verzoeken om te worden opgenomen:
Wanneer |
Wat |
Wie |
Voor 3e kwartaal 2019 |
Belangstelling voor opname kenbaar maken |
Commissie, na bespreking met de bevoegde instanties in het kader van hun respectieve netwerken |
3e kwartaal 2019 |
De nationale coördinatoren en de bevoegde instanties uitleg geven over de procedure en een checklist van de kwaliteitseisen die zij moeten controleren alvorens een nieuwe dienst voor te stellen voor vrijwillige opname, met inbegrip van de verstrekking van informatie over de ondersteunende dienst |
Commissie |
3e kwartaal 2019 |
De analyse van de stand van zaken afronden en vaststellen welke lacunes er nog zijn |
Commissie, na bespreking met de bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019 |
De toegangspoortcoördinatiegroep inlichten over de belangstelling voor vrijwillige opname en de resultaten van deze analyse |
Commissie |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Lacunes die zijn vastgesteld, aanpakken |
Bevoegde instanties, gecoördineerd door de (netwerken van de) Commissie |
1e kwartaal 2020 |
De toegangspoortcoördinatiegroep verslag uitbrengen over de voortgang |
Commissie |
1e kwartaal 2020-2e kwartaal 2020 |
De Commissie links, beschrijvingen en contactgegevens van de ondersteunende diensten doen toekomen voor opname in de zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
Bevoegde instanties, via de Commissie |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Regelmatig overleggen over kwaliteitsnormen, over hoe informatie over de dienst beschikbaar moet worden gesteld en over goede praktijken |
Bevoegde instanties, gecoördineerd door de (netwerken van de) Commissie |
3e kwartaal 2020 |
De coördinatiegroep inlichten over de naleving van alle eisen Bij de Commissie eventuele resterende elementen die nodig zijn voor opname in de zoekfunctie voor ondersteunende diensten, indienen |
Bevoegde instanties, via de Commissie |
3e-4e kwartaal 2020 |
Testen, bugs verhelpen, de zoekfunctie voor ondersteunende diensten verbeteren |
Commissie |
4e kwartaal 2020 |
Lancering van de zoekfunctie voor ondersteunende diensten |
|
4. Promotie
Doelstelling 4.1: de toegangspoort promoten
Referentie: de artikelen 22 en 23 van de verordening over promotie, naam, logo en kwaliteitslabel
Achtergrond
Via de toegangspoort, onder de naam “Your Europe”, zullen gebruikers eenvoudig toegang krijgen tot een breed spectrum aan diensten van goede kwaliteit. Eindgebruikers moeten op de hoogte worden gebracht van het bestaan van “Your Europe” en de betrouwbaarheid van de diensten die er te vinden zijn.
Daartoe heeft de Commissie, in nauwe samenwerking met de toegangspoortcoördinatiegroep, een logo gekozen dat zal dienen als kwaliteitslabel van “Your Europe” (13). Het logo en de richtsnoeren voor het gebruik ervan zijn verstrekt aan de nationale coördinatoren. Dit logo en de link naar de toegangspoort zullen op alle websites die deel uitmaken van de toegangspoort, zichtbaar en toegankelijk moeten worden gemaakt.
Bovendien zullen de Commissie en de lidstaten de vindbaarheid moeten bevorderen en “Your Europe” bij de eindgebruikers onder de aandacht moeten brengen. De activiteiten ter promotie van “Your Europe” en de websites die er deel van uitmaken, zullen moeten worden gecoördineerd.
Hoe en wanneer?
Wanneer |
Wat |
Wie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Voorbereidingen treffen om het logo toe te voegen aan alle websites die deel zullen uitmaken van het register voor links |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Voorbereidingen treffen om de link naar de toegangspoort toe te voegen aan alle websites die deel zullen uitmaken van het register voor links |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
4e kwartaal 2020 |
Zorgen dat het logo en de link aan alle websites die deel uitmaken van het register voor links, zijn toegevoegd |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
Zoekmachineoptimalisatie van “Your Europe” in zoekmachines die toegankelijk zijn voor het algemene publiek |
Commissie |
3e kwartaal 2019-4e kwartaal 2020 |
De toegangspoort promoten bij nationale en lokale bevoegde instanties |
Nationale coördinatoren Commissie |
3e kwartaal 2019-2e kwartaal 2020 |
Een gecoördineerd communicatieplan opstellen |
Commissie Nationale coördinatoren |
3e kwartaal 2020-4e kwartaal 2020 |
Het communicatieplan uitvoeren |
Commissie Nationale coördinatoren Bevoegde instanties |
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1.
(2) En op websites van de Commissie die op basis van een afzonderlijke rechtshandeling zijn opgezet.
(3) PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1.
(4) Behalve voor wat betreft websites van de Commissie die op basis van een afzonderlijke rechtshandeling zijn opgezet.
(5) https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/portal/screen/programmes/h2020
(6) https://ec.europa.eu/inea/en/connecting-europe-facility
(7) https://ec.europa.eu/isa2/isa2_en
(8) Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.
(9) Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
(10) Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).
(11) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65.
(12) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243.
(13) Lopend proces, af te ronden voordat dit jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/14 |
Wisselkoersen van de euro (1)
30 juli 2019
(2019/C 257/02)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1154 |
JPY |
Japanse yen |
121,00 |
DKK |
Deense kroon |
7,4666 |
GBP |
Pond sterling |
0,91653 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,6453 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,1038 |
ISK |
IJslandse kroon |
135,10 |
NOK |
Noorse kroon |
9,7368 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,650 |
HUF |
Hongaarse forint |
327,49 |
PLN |
Poolse zloty |
4,2912 |
RON |
Roemeense leu |
4,7321 |
TRY |
Turkse lira |
6,2005 |
AUD |
Australische dollar |
1,6189 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4691 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,7259 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6855 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5283 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 317,25 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
15,7801 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,6761 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3807 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 637,91 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6010 |
PHP |
Filipijnse peso |
56,701 |
RUB |
Russische roebel |
70,5654 |
THB |
Thaise baht |
34,360 |
BRL |
Braziliaanse real |
4,2237 |
MXN |
Mexicaanse peso |
21,2437 |
INR |
Indiase roepie |
76,7575 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/15 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9397 — Mirova/GE/Desarrollo Eólico Las Majas)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 257/03)
1.
Op 23 juli 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Mirova, die optreedt als beheermaatschappij van Mirova-Eurofideme 3 (Frankrijk), en uiteindelijk eigendom is van Banque Populaire Caisse d’épargne (“BPCE”, Frankrijk); |
— |
General Electric Company (“GE”, Verenigde Staten); |
— |
Desarrollo Eólico Las Majas XIX, S.L.U. (Spanje), die onder zeggenschap staat van de Forestalia-groep. |
Mirova en GE verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Desarrollo Eólico Las Majas XIX. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
Mirova: Frans durfkapitaalfonds dat zich toelegt op verantwoord beleggen en voor institutionele beleggers fondsen beheert in verschillende activaklassen, onder meer hernieuwbare energie en kerninfrastructuur, duurzame aandelen en groene obligaties, |
— |
GE: wereldwijde fabricage-, technologie- en dienstenonderneming. De kernactiviteit van haar bedrijfsonderdeel GE Energy Financial Services is beleggen in de energiesector. Het bedrijfsonderdeel GE Renewable Energy is aanbieder van producten en diensten voor klanten in de sectoren wind-, waterkracht- en zonne-energie, en biedt onder meer de vervaardiging en het onderhoud van windturbines aan, |
— |
Desarrollo Eólico Las Majas XIX is een houdstermaatschappij die eigenaar wordt van drie windparkprojecten in Aragon, Spanje. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9397 — Mirova/GE/Desarrollo Eólico Las Majas
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/17 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9418 — Temasek/RRJ Masterfund III/Gategroup)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 257/04)
1.
Op 24 juli 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Esta Investments Pte.Ltd, die onder zeggenschap staat van Temasek International Pte. („Temasek”) (Singapore); |
— |
RRJ Masterfund III, dat deel uitmaakt van het RRJ Capital-concern (Hongkong); |
— |
Gategroup Holding AG („Gategroup”) (Zwitserland), die momenteel onder de uitsluitende zeggenschap staat van RRJ Capital. |
Temasek en RRJ Masterfund III verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Gategroup.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— Temasek: beleggingsmaatschappij met hoofdzetel in Singapore. Houder van een meerderheidsbelang in Singapore Airlines, dat passagiersvluchten uitvoert naar/van bepaalde EER-luchthavens waar Gategroup actief is, waardoor de transactie aanleiding geeft tot een klein aantal verticale relaties op die luchthavens.
— RRJ Masterfund III: beleggingsonderneming met vestigingen in Hongkong en Singapore. Belegt in private equity in Azië en is in de eerste plaats gericht op groeikapitaal en investeringen in staatsbedrijven.
— Gategroup: aanbieder van catering tijdens vluchten, kleinhandelsdiensten aan boord en andere aanverwante diensten in ongeveer zestig landen, met inbegrip van de EER.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9418 — Temasek/RRJ Masterfund III/Gategroup
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/18 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2019/C 257/05)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“PROVOLA DEI NEBRODI”
EU-nr.: PDO-IT-02394 — 2.3.2018
BOB ( X ) BGA ( )
1. Naam/namen
“Provola dei Nebrodi”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.3. Kaas
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De BOB “Provola dei Nebrodi” is een kaas op basis van koemelk. Er worden verschillende varianten geproduceerd: fresca (jong), semi-stagionata (jong belegen), stagionata (belegen), sfoglia (gelaagd) en con limone verde (met limoen). De kaas die in de handel wordt gebracht, heeft de volgende eigenschappen:
a) |
Vorm: de jonge kaas (fresca) is peervormig en heeft bovenaan al dan niet een dichtgebonden kop (wat in het Italiaans testina wordt genoemd). De andere varianten zijn ovaal en hebben een korte hals die naar boven toe wijder wordt. Of de kaas een testina heeft, is afhankelijk van de gewoonten in het desbetreffende productiegebied. Het touwtje wordt rond de hals van de kaas gebonden, zodat de kaas per paar kan worden opgehangen om te drogen en/of te rijpen. |
b) |
Afmetingen: de afmetingen zijn afhankelijk van het gewicht van de kaas. De langwerpige zijde is 15 tot 35 cm lang en de diameter 12 tot 25 cm. |
c) |
Gewicht: de fresca-variant van de “Provola dei Nebrodi” weegt 1 à 2 kg, terwijl de overige varianten 2 à 10 kg wegen. |
d) |
Uiterlijk voorkomen: de korst is dun, glad en compact en bevat geen putjes of plooien. De kleur is eerst strokleurig-roomwit, maar verandert geleidelijk in min of meer intens goudgeel naarmate de kaas rijpt. |
e) |
Textuur: de fresca-variant is zacht en ivoorwit, terwijl in de andere varianten de textuur halfhard tot hard wordt en de kleur geelbruin wordt naarmate de kaas rijpt. Een kenmerkende gelaagde textuur ontwikkelt zich in een later rijpingsstadium. Zo wordt de variant verkregen die van oudsher bekendstaat als “Provola dei Nebrodi”sfoglia (sfoglia betekent “dun laagje”). De variant con limone verde blijft zachter, maar wordt halfhard naarmate het rijpingsproces vordert. Dit komt door de trage vochtafgifte van de limoen in de kaas. |
f) |
Gaten: de kaas kan kleine gaten bevatten. |
g) |
Smaak: jonge kazen smaken zeer aangenaam, zoet en delicaat, terwijl een sterke, volle smaak van kaas naar voren komt naarmate de kaas rijpt. |
h) |
Geur: naarmate de kaas rijpt, komen uitgesproken aromatische tonen naar voren van voornamelijk groen gras, hooi, boterzuur en champignons, wat de nauwe relatie aantoont tussen enerzijds de kaas en anderzijds het lokale grondgebied en de soorten grasland waarop de koeien grazen. In de variant con limone verde overheerst een citrusgeur. |
i) |
Chemische samenstelling: het totaalgehalte aan droge stof bedraagt minstens 52 % in jonge kazen en minstens 60 % in jong belegen en belegen kazen, het vetpercentage bedraagt minstens 38 % van het totaalgehalte aan droge stof, en het gehalte aan natriumchloride mag niet meer bedragen dan 4 % van het totaalgehalte aan droge stof. |
j) |
Rijping: De rijpingstijd van de BOB “Provola dei Nebrodi”fresca is kort en bedraagt minder dan 30 dagen. De BOB “Provola dei Nebrodi”semi-stagionata heeft een rijpingstijd van 30 tot 120 dagen. De BOB “Provola dei Nebrodi”stagionata heeft een rijpingstijd van meer dan 120 dagen. De BOB “Provola dei Nebrodi”sfoglia heeft een minimumrijpingstijd van vijf maanden. De BOB “Provola dei Nebrodi”con limone verde (met een hele limoen in de kaas nadat de wrongel tot draden is getrokken) heeft een minimumrijpingstijd van 90 dagen. |
k) |
De korst van de varianten semi-stagionata, stagionata, sfoglia en con limone verde kan worden ingesmeerd met olijfolie. |
l) |
“Provola dei Nebrodi” kan in zijn geheel of in delen worden verkocht. De stagionata-variant kan ook geraspt worden verkocht. |
m) |
Wordt “Provola dei Nebrodi”stagionata geraspt in de handel gebracht, dan moet deze voldoen aan de volgende technische en technologische parameters: de kaas mag geen additieven bevatten, het vochtgehalte mag niet minder dan 25 % en niet meer dan 35 % bedragen, het uiterlijk voorkomen moet homogeen en mag niet poederachtig zijn en de deeltjes met een diameter van minder dan 0,5 mm mogen niet meer dan 25 % van de totale inhoud uitmaken, de korstinhoud mag niet meer dan 18 % uitmaken en de kaas moet de specifieke organoleptische en aromatische eigenschappen van “Provola dei Nebrodi” bevatten. |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Minstens 60 % van de droge stof in dieet van de koeien moet bestaan uit diervoeders die in het afgebakende geografische gebied zijn geproduceerd.
Verschillende soorten voedergewassen — gras, hooi, ondergroei of droge residuen van weiden en graslanden, afhankelijk van de beschikbaarheid — moeten minstens 60 % uitmaken van de dagelijkse droge stof die aan de koeien wordt gevoerd, berekend op jaarbasis.
De koeien grazen minstens 240 dagen per jaar op verschillende graslanden. Deze graslanden bestaan uit groen voer (inheemse wilde planten en ingezaaide grassen, voornamelijk mannaklaver, wikke en voedergranen), droge residuen van weiden en wilde voedergewassen, kleine geteelde granen en ondergroei.
De voedergewassen die standaard aan de koeien worden gevoederd, worden aangevuld met voeders die een evenwichtige inname van voedingsstoffen waarborgen. Die voeders kunnen tot 40 % uitmaken van de aan de koeien gevoederde droge stof, berekend op jaarbasis.
Mais en soja vormen het grootste deel van de diervoeders die van buiten het oorsprongsgebied komen, samen, maar in mindere mate, met zonnebloem- en johannesbroodpitmeel, kleine granen en bijproducten ervan, bieten, vitamine- en mineralensupplementen en kleine sporen van andere producten.
Dat landbouwers gebruik moeten maken van diervoeders die van buiten het oorsprongsgebied komen, is het gevolg van de bodem- en klimaatomstandigheden van de regio Nebrodi. Volgens de meest recente telling van het Italiaans bureau voor de statistiek in 2010 is de regio namelijk bij uitstek geschikt voor blijvend grasland (met 100 000 hectare cultuurgrond is de regio goed voor ongeveer 30 % van het totale grasland in Sicilië) en is deze veel minder geschikt voor akkerbouw, en met name de teelt van graangewassen en peulvruchten (minder dan 3 % van de cultuurgrond in Sicilië).
De koeien mogen niet worden gevoederd met kuilvoer, verse bijproducten van industriële verwerkingsprocessen, fenegriek of vervuilde of slecht bewaarde voedingsmiddelen.
Rauwe volle koeienmelk, stremsel van geiten- of schapenlammeren, en limoen voor “Provola dei Nebrodi”con limone verde.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Melkproductie, kaasbereiding, rijping.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Provola dei Nebrodi” kan in zijn geheel of in delen worden verkocht. Belegen kaas kan ook geraspt worden verkocht.
Om de authenticiteit en traceerbaarheid te waarborgen, mogen de BOB “Provola dei Nebrodi”-kazen die worden geraspt of waarvan de korst wordt verwijderd (schraapsels, blokjes, plakjes enz. van de kaas), waardoor de identificatiegegevens en merktekens van de kaas worden verwijderd, alleen worden verpakt in het in punt 4 vermelde geografische gebied.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De BOB “Provola dei Nebrodi” wordt in de handel gebracht met merktekens die ter identificatie dienen, en met een sticker of een ander type etiket dat rond de hals van de kaas en/of de zijkant van een portie of aan de verpakking met de geraspte kaas moet worden bevestigd. Naast de informatie die op grond van de geldende wetgeving is vereist, moet het logo “Provola dei Nebrodi D.O.P.” worden vermeld op de sticker of een ander etiket dat wordt gebruikt.
Vermeldingen die verwijzen naar bedrijven, namen, firmanamen of handelsmerken en die niet lovend van aard zijn en de consument niet kunnen misleiden, mogen ook op het etiket worden vermeld, op voorwaarde dat deze voldoen aan de toepasselijke wetgeving inzake de etikettering en presentatie van voedingsmiddelen. Dergelijke aanvullende vermeldingen moeten in kleinere letters worden weergegeven dan het logo van de BOB.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het productiegebied van de BOB “Provola dei Nebrodi” bestaat uit het volledige administratieve gebied van de gemeenten Bronte, Castiglione di Sicilia, Maletto, Maniace en Randazzo in de provincie Catania, het volledige administratieve gebied van de gemeenten Cerami en Troina in de provincie Enna, en het volledige administratieve gebied van de gemeenten Alcara li Fusi, Basicò, Capizzi, Capri Leone, Caronia, Castel di Lucio, Castell’Umberto, Cesarò, Ficarra, Floresta, Frazzanò, Galati Mamertino, Gioiosa Marea, Librizzi, Longi, Malvagna, Mirto, Mistretta, Mojo Alcantara, Montalbano Elicona, Montagnareale, Motta d’Affermo, Naso, Patti, Pettineo, Piraino, Raccuja, Reitano, Roccella Valdemone, San Fratello, San Piero Patti, S. Teodoro, S. Angelo di Brolo, Santa Domenica Vittoria, Santo Stefano di Camastra, Sinagra, Tortorici, Tripi, Tusa en Ucria in de provincie Messina.
5. Verband met het geografische gebied
De belangrijkste factoren die zorgen voor een nauw verband tussen “Provola dei Nebrodi” en het oorsprongsgebied zijn de volgende:
1) |
De koeien worden gevoerd met wilde of geteelde voedergewassen, en vooral het kenmerkende gras van het Nebrodi-gebergte. Meer dan 25 botanische families kunnen worden aangemerkt als alom aanwezig, met meer dan 120 geïdentificeerde soorten (hoge natuurlijke biodiversiteit). In alle verschillende omgevingen overheersen duidelijk permanente en jaarlijkse (inheemse) wilde voedergewassen, ingezaaide voedergrassen, peulgewassen en Asteraceae, die ook het frequentst voorkomen. De lokale veehouderij ontwikkelde zich in omstandigheden die soms erg moeilijk waren, maar was toch mogelijk doordat voedergewassen qua tijd en ruimte beschikbaar waren (complementariteit van bergachtige en heuvelachtige gebieden). Verschillende onderzoekers bestuderen al meer dan tien jaar het belang van begrazing voor de organoleptische en aromatische eigenschappen van “Provola dei Nebrodi”. Zij hebben alifatische aldehyden, terpenen en minstens 60 andere vluchtige bestanddelen geïdentificeerd die bijdragen aan het aromatische profiel van de kaas (Verzera A. et al 2004; Ziino M. et al 2005; Licitra G. et al 2008). Het belang van terpenen houdt verband met de groenvoederplanten die de koeien eten. Deze zijn niet zozeer van microbiële oorsprong, wat de significante rol van het grazen in het dieet van de koeien aantoont. Deze resultaten zijn bevestigd door andere onderzoekers die andere producten bestudeerden (Dumont, J. P. et al 1978; Bugaud, C. et al 2001a en 2001c; Carpino S. et al 2004a en 2004b). |
2) |
Het constante en standvastige gebruik van traditionele kaasmakerij- en rijpingsmethoden die van generatie op generatie worden doorgegeven, met name de volgende:
|
3) |
Een complex aromatisch profiel dat meer uitgesproken is naarmate de kaas rijpt, bestaande uit meer dan 60 vluchtige bestanddelen en talrijke aroma’s die het gevolg zijn van de aanwezigheid van zuren, alcoholen, esters, ketonen, zwavelproducten, alifatische aldehyden en terpenen die zich tijdens het rijpingsproces ontwikkelen (Verzera A et al 2004; Ziino M. et al 2005; Licitra G. et al 2008). Het profiel houdt verband met de lokale voedergewassen die de koeien eten, met de enzymprocessen van rauwe melk en met het gebruikte stremsel en de autochtone zuivelmicroflora, die een product met een hoge biodiversiteitswaarde garanderen dat is gemaakt op een ecologisch duurzame en milieuvriendelijke manier. Naarmate de rijping vordert, komen uitgesproken zintuiglijke toetsen naar voren, van de kleur (ivoorwit tot ambergeel) tot de overheersende tonen van boterzuur, groen gras, paddenstoelen en hooi, wat de nauwe relatie aantoont tussen enerzijds de kaas en anderzijds het lokale grondgebied en de soorten grasland waarop de koeien grazen. In de variant con limone verde overheerst een citrusgeur. |
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan via de volgende link worden geraadpleegd: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
ofwel
door de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.
31.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 257/23 |
BEKENDMAKING — OPENBARE RAADPLEGING
Door Nieuw-Zeeland voor bescherming in de EU voorgestelde geografische aanduidingen
(2019/C 257/06)
In het kader van de onderhandelingen die met Nieuw-Zeeland worden gevoerd over een vrijhandelsovereenkomst (hierna “de overeenkomst” genoemd), waarin ook een hoofdstuk over geografische aanduidingen wordt opgenomen, hebben de Nieuw-Zeelandse autoriteiten de bijgaande lijst van geografische aanduidingen voorgelegd met de bedoeling die in het kader van de overeenkomst te laten beschermen. De Europese Commissie gaat momenteel na of deze geografische aanduidingen op grond van de toekomstige overeenkomst dienen te worden beschermd als geografische aanduidingen in de zin van artikel 22, lid 1, van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom.
De Commissie geeft lidstaten, derde landen en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een lidstaat of een derde land gevestigd of woonachtig is, de mogelijkheid om bezwaar tegen een dergelijke bescherming aan te tekenen door de indiening van een met redenen omkleed bezwaarschrift.
Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van publicatie van deze bekendmaking. Zij moeten naar het volgende e-mailadres worden gestuurd: AGRI-A4@ec.europa.eu
De bezwaarschriften zullen slechts worden onderzocht als zij binnen de genoemde termijn worden ontvangen en als daarin wordt aangetoond dat de voorgestelde naam, indien hij zou worden beschermd:
a) |
strijdig is met de naam van een planten- of dierenras en de consument daardoor zou kunnen worden misleid met betrekking tot de werkelijke oorsprong van het product; |
b) |
geheel of gedeeltelijk homoniem is met een naam die in de Unie reeds is beschermd op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (1), of met een naam die is opgenomen in de overeenkomsten die de Unie heeft gesloten met de volgende landen:
|
c) |
gezien de faam en de bekendheid van een handelsmerk en de duur van de periode waarin dat merk reeds in gebruik is, de consument zou kunnen misleiden met betrekking tot de werkelijke identiteit van het product; |
d) |
schade zou toebrengen aan een bestaande geheel of gedeeltelijk identieke naam of een handelsmerk of aan bestaande producten die op de datum van publicatie van deze bekendmaking sedert ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn; |
e) |
blijkens verstrekte gegevens generiek is. |
De genoemde criteria zullen worden beoordeeld voor wat betreft het grondgebied van de Unie, dat, als het om intellectuele-eigendomsrechten gaat, alleen betrekking heeft op het grondgebied waar de betrokken rechten beschermd zijn. De mogelijke bescherming van deze namen in de Europese Unie hangt af van de succesvolle afronding van deze onderhandelingen en de daaruit voortvloeiende rechtshandeling.
Lijst van geografische aanduidingen (22)
Door Nieuw-Zeeland voor bescherming in de EU voorgestelde geografische aanduidingen |
Productcategorie |
Northland |
Wijn |
Auckland |
Wijn |
Matakana |
Wijn |
Kumeu |
Wijn |
Waiheke Island |
Wijn |
Gisborne |
Wijn |
Hawke’s Bay/Hawkes Bay |
Wijn |
Central Hawke’s Bay/Central Hawkes Bay |
Wijn |
Wairarapa |
Wijn |
Gladstone |
Wijn |
Martinborough |
Wijn |
Nelson |
Wijn |
Marlborough |
Wijn |
Canterbury |
Wijn |
Waipara Valley/Waipara |
Wijn |
Waitaki Valley North Otago/Waitaki Valley |
Wijn |
Central Otago |
Wijn |
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Besluit 2011/265/EU van de Raad van 16 september 2010 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (PB L 127 van 14.5.2011, blz. 1).
(3) Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3).
(4) Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (PB L 354 van 21.12.2012, blz. 3) en Protocol van toetreding tot de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Ecuador (PB L 356 van 24.12.2016, blz. 3).
(5) Besluit 2007/855/EG van de Raad van 15 oktober 2007 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 345 van 28.12.2007, blz. 1).
(6) Besluit 2008/474/EG van de Raad van 16 juni 2008 inzake de ondertekening en sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds — Protocol 6 (PB L 169 van 30.6.2008, blz. 10).
(7) Besluit 2013/490/EU, Euratom van de Raad en de Commissie van 22 juli 2013 betreffende de sluiting van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds (PB L 278 van 18.10.2013, blz. 14).
(8) Besluit 2013/7/EU van de Raad van 3 december 2012 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 10 van 15.1.2013, blz. 1).
(9) Economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds (PB L 250 van 16.9.2016, blz. 3).
(10) Economische partnerschapsovereenkomst tussen de CARIFORUM-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (PB L 289 van 30.10.2008, blz. 3).
(11) Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).
(12) Besluit 2002/309/EG van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat, en met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).
(13) Brede en versterkte partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds (PB L 23 van 26.1.2018, blz. 4).
(14) Besluit 2009/49/EG van de Raad van 28 november 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Australië inzake de handel in wijn (PB L 28 van 30.1.2009, blz. 1).
(15) Besluit 2002/979/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (PB L 352 van 30.12.2002, blz. 1).
(16) Besluit 2001/916/EG van de Raad van 3 december 2001 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, om rekening te houden met de uitkomst van de onderhandelingen tussen de partijen over wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van wijnbenamingen en de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 6).
(17) Besluit 2004/91/EG van de Raad van 30 juli 2003 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada inzake de handel in wijnen en gedistilleerde dranken (PB L 35 van 6.2.2004, blz. 1).
(18) Besluit 2006/232/EG van de Raad van 20 december 2005 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende de handel in wijn (PB L 87 van 24.3.2006, blz. 1).
(19) Besluit 2006/580/EG van de Raad van 12 juni 2006 inzake de ondertekening en de sluiting van de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds — Protocol 3 betreffende wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van de benamingen van wijnen, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen (PB L 239 van 1.9.2006, blz. 1).
(*1) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(20) Besluit (EU) 2016/342 van de Raad van 12 februari 2016 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds (PB L 71 van 16.3.2016, blz. 1).
(21) Besluit (EU) 2018/1907 van de Raad van 20 december 2018 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap (PB L 330 van 27.12.2018, blz. 1).
(22) Door de Nieuw-Zeelandse autoriteiten in het kader van de onderhandelingen verstrekte lijst van namen die in Nieuw-Zeeland zijn geregistreerd.