ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
62e jaargang |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2019/C 123/10 |
||
2019/C 123/11 |
||
|
Europese Commissie |
|
2019/C 123/12 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 123/13 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 123/14 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9295 — Daimler/Geely/Ride-hailing JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2019/C 123/15 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9305 — Sev.Energy/Huaneng-Yudean/InterGen) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8808 — T-Mobile Austria/UPC Austria)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/01)
Op 9 juli 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8808. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8837 — Blackstone/Thomson Reuters F&R Business)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/02)
Op 20 juli 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8837. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8883 — PPF Group/Telenor Target Companies)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/03)
Op 27 juli 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8883. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8842 — Tele2/Com Hem Holding)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/04)
Op 8 oktober 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8842. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9086 — 3i/Arbejdsmarkedets Tillægspension/Tampnet)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/05)
Op 12 oktober 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9086. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8989 — Sony/EMI Music Publishing)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/06)
Op 26 oktober 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8989. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/4 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9091 — SNAM/SGI/Sardinia Newco)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/07)
Op 29 oktober 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9091. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/4 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9049 — E.ON/Clever/UFC Scandinavia JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/08)
Op 12 november 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9049. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/5 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9120 — Carlyle/Apollo)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/09)
Op 10 december 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9120. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/6 |
Kennisgeving aan bepaalde personen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/539 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië
(2019/C 123/10)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen bedoeld in artikel 17, leden 3 en 4, van Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad (1), zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/539 van de Raad (2), die zijn aangewezen in de bijlagen II en IV bij Besluit (GBVB) 2015/1333 en in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/44 van de Raad (3) betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië.
De Raad van de Europese Unie heeft, na evaluatie van de aanwijzing van deze personen, vastgesteld dat de beperkende maatregelen van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad (4) en Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad (5) van toepassing moeten blijven op die personen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat of lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage IV bij Verordening (EU) 2016/44, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 8 van de verordening).
De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, vóór 15 augustus 2019 een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op de bovengenoemde lijst te plaatsen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Met ingekomen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de regelmatige evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 17 van Besluit (GBVB) 2015/1333.
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 206 van 1.8.2015, blz. 34.
(2) PB L 93 van 2.4.2019, blz. 15.
(3) PB L 12 van 19.1.2016, blz. 1.
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/7 |
Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/539 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië van toepassing zijn
(2019/C 123/11)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).
De rechtsgrond voor deze verwerking wordt gevormd door Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad (2), zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/539 van de Raad (3).
De verwerkingsverantwoordelijke is de afdeling RELEX.1.C in het directoraat-generaal voor Buitenlandse Zaken, Uitbreiding en Civiele Bescherming — Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Met de functionaris voor gegevensbescherming van het SGR kan contact worden opgenomen op:
Functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn, in overeenstemming met Besluit (GBVB) 2015/1333, zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/539.
De betrokkenen zijn natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725, worden de rechten van de betrokkene, waaronder het recht van toegang, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn, of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
Onder voorbehoud van eventuele rechterlijke, administratieve of buitengerechtelijke beroepen, kunnen betrokkenen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 een klacht indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
Europese Commissie
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/8 |
Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):
0,00 % per 1 april 2019
Wisselkoersen van de euro (2)
1 april 2019
(2019/C 123/12)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1236 |
JPY |
Japanse yen |
124,68 |
DKK |
Deense kroon |
7,4641 |
GBP |
Pond sterling |
0,85658 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,4200 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,1180 |
ISK |
IJslandse kroon |
137,70 |
NOK |
Noorse kroon |
9,6380 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,791 |
HUF |
Hongaarse forint |
321,04 |
PLN |
Poolse zloty |
4,2990 |
RON |
Roemeense leu |
4,7626 |
TRY |
Turkse lira |
6,2135 |
AUD |
Australische dollar |
1,5775 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5006 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,8201 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6458 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5213 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 275,24 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
15,9175 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,5410 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4268 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 983,21 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5848 |
PHP |
Filipijnse peso |
58,972 |
RUB |
Russische roebel |
73,7449 |
THB |
Thaise baht |
35,657 |
BRL |
Braziliaanse real |
4,3564 |
MXN |
Mexicaanse peso |
21,6437 |
INR |
Indiase roepie |
77,8885 |
(1) Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.
(2) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/9 |
Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van ferrosilicium van oorsprong uit Rusland en de Volksrepubliek China
(2019/C 123/13)
Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van ferrosilicium van oorsprong uit Rusland en de Volksrepubliek China ("de betrokken landen") heeft de Europese Commissie ("de Commissie") een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2) ("de basisverordening").
1. Verzoek om een nieuw onderzoek
Het verzoek werd op 3 januari 2019 ingediend door Euroalliages ("de indiener van het verzoek") namens producenten die meer dan 90 % van de totale productie van ferrosilicium in de Unie vertegenwoordigen.
Een openbare versie van het verzoek en de analyse van de mate van steun van de producenten in de Unie voor het verzoek zijn beschikbaar in het dossier dat door de belanghebbenden ingezien kan worden. Punt 5.6 van dit bericht bevat informatie over de toegang tot het dossier voor belanghebbenden.
2. Onderzocht product
Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op ferrosilicium ("het onderzochte product"), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7202 21 00, 7202 29 10 en 7202 29 90.
3. Bestaande maatregelen
Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 360/2014 van de Commissie (3). Bij Verordening (EG) nr. 172/2008 van de Raad (4) werden in 2008 voor het eerst antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van ferrosilicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("de VRC"), Egypte, Kazachstan, Noord-Macedonië en Rusland ingesteld. Het bij Verordening (EG) nr. 172/2008 ingestelde antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de Republiek Noord-Macedonië werd in 2009 ingetrokken bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1297/2009 van de Raad (5).
4. Motivering van het nieuwe onderzoek
Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting of herhaling van dumping en tot herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.
4.1. Bewering dat voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is
4.1.1. Rusland
Bij gebrek aan betrouwbare gegevens over de binnenlandse prijzen voor Rusland is de bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is, gebaseerd op een vergelijking van de door berekening vastgestelde normale waarde (de productiekosten, de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA-kosten) en de winst) in Rusland met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar zowel de Unie als Japan, Turkije en Zuid-Korea, omdat er thans nauwelijks invoer uit Rusland in de Unie plaatsvindt.
Op grond van deze vergelijking, waaruit dumping blijkt, voert de indiener van het verzoek aan dat voortzetting of herhaling van dumping uit Rusland waarschijnlijk is.
4.1.2. Volksrepubliek China
Volgens de indiener van het verzoek is het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening in de VRC niet passend voor het bewijs van dumping gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in dat land.
Om het bestaan van de vermeende verstoringen van betekenis te onderbouwen, verwees de indiener van het verzoek naar de informatie in het landrapport van de diensten van de Commissie van 20 december 2017, waarin de specifieke marktomstandigheden in de VRC worden beschreven (6). De indiener van het verzoek heeft met name aangevoerd dat de productie en de verkoop van het onderzochte product mogelijkerwijs zijn beïnvloed door de verstoringen die in het landrapport worden genoemd, onder meer in punt 12.4.3 inzake uitvoerbeperkingen (op ferrosilicium worden uitvoerrechten toegepast) en in het hoofdstuk inzake algemene verstoringen, met name wat elektriciteit betreft, die een belangrijke kostenpost bij de productie van ferrosilicium is.
Voorts heeft hij een studie met de titel "Analysis of state-induced market distortions in the Chinese ferroalloys and silicon industry" uit september 2018 overgelegd. Uit die studie blijkt dat er in de VRC sprake is van overheidsbemoeienis met de bedrijfstak voor ferrolegeringen (waaronder ferrosilicium), bijvoorbeeld in de vorm van a) rechtstreekse subsidies, b) belastingvoordelen, c) steun in verband met grond, kapitaal en arbeid, en d) overige Chinese instrumenten voor het industriebeleid zoals uitvoerbeperkingen (d.w.z. uitvoerrechten) en uitvoerbevordering (d.w.z. uitvoersubsidies en financiële steun).
Bijgevolg is, gelet op artikel 2, lid 6 bis, onder a), van de basisverordening, de bewering van voortzetting of herhaling van dumping gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde die is berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks in een geschikt representatief land tot uitdrukking komen, met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar zowel de Unie als Japan, Zuid-Korea en Indonesië. De aldus berekende dumpingmarges blijken voor de VRC aanzienlijk te zijn.
In het licht van de beschikbare informatie is de Commissie van oordeel dat er voldoende bewijsmateriaal in de zin van artikel 5, lid 9, van de basisverordening is dat erop wijst dat het wegens verstoringen van betekenis die van invloed zijn op de prijzen en kosten, niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in de VRC, zodat de opening van een onderzoek op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening gerechtvaardigd is.
Het landrapport is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (7).
4.2. Bewering dat herhaling van schade waarschijnlijk is
Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft hij voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat, als de maatregelen zouden komen te vervallen, de invoer van het onderzochte product uit de betrokken landen in de Unie waarschijnlijk in omvang zal toenemen wegens de onbenutte capaciteit bij de producenten-exporteurs in zowel Rusland als de VRC, de sluiting van een aantal belangrijke markten zoals de VS en de aantrekkelijkheid van de Europese markt wat omvang en prijzen betreft.
Tot slot voert hij aan dat het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen is dat de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie is verbeterd. De bedrijfstak van de EU kan gezond en winstgevend zijn in geval van billijke marktomstandigheden. De bedrijfstak van de Unie zou waarschijnlijk opnieuw schade lijden als de maatregelen zouden komen te vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit de betrokken landen wordt ingevoerd.
5. Procedure
Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijs inzake de waarschijnlijkheid van dumping en schade is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.
Bij het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit de betrokken landen en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie al dan niet waarschijnlijk zijn bij het vervallen van de maatregelen.
Zoals reeds meegedeeld (8), zijn met het zogeheten moderniseringspakket voor de handelsbeschermingsinstrumenten (Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad (9), die op 8 juni 2018 in werking is getreden) onder meer de tevoren in het kader van antidumpingprocedures geldende tijdschema's en uiterste termijn ingrijpend gewijzigd. De termijnen waarbinnen belanghebbenden, met name in een vroeg stadium van het onderzoek, contact kunnen opnemen, worden ingekort. Het in dit bericht vastgestelde tijdschema voor het onderzoek omvat specifieke instructies voor het indienen van informatie in de verschillende stadia van het onderzoek en voor de organisatie van hoorzittingen. Tevens worden termijnverlengingen aan strengere voorwaarden gebonden en worden verzoeken om dergelijke verlengingen alleen behandeld wanneer zij naar behoren zijn gemotiveerd. Derhalve verzoekt de Commissie de belanghebbenden de in dit bericht alsmede in latere mededelingen van de Commissie vastgelegde procedurele stappen en termijnen in acht te nemen.
5.1. Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode
Het onderzoek naar de voortzetting of herhaling van dumping zal betrekking hebben op de periode van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 ("het tijdvak van het nieuwe onderzoek"). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade, zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2015 tot het einde van het onderzoektijdvak ("de beoordelingsperiode").
5.2. Opmerkingen over het verzoek en de opening van het onderzoek
Alle belanghebbenden wordt verzocht uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie (10) hun standpunt kenbaar te maken over de basisproducten en de codes van het geharmoniseerd systeem (GS) als verstrekt in het verzoek.
5.3. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping
De Commissie stelt in het kader van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen een onderzoek in naar de uitvoer naar de Unie die in het tijdvak van het nieuwe onderzoek heeft plaatsgevonden, en gaat, los van de uitvoer naar de Unie, na of de ondernemingen die in de betrokken landen het onderzochte product produceren en verkopen zich in een zodanige situatie bevinden dat voortzetting of herhaling van de uitvoer met dumping naar de Unie waarschijnlijk is als de maatregelen komen te vervallen.
Alle producenten (11) van het onderzochte product uit de betrokken landen, ongeacht of zij het onderzochte product in het tijdvak van het nieuwe onderzoek naar de Unie hebben uitgevoerd, wordt derhalve verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.3.1. Onderzoek van producenten in de betrokken landen
Steekproef
Gezien het mogelijk grote aantal producenten-exporteurs in de betrokken landen dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht de Commissie uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten in de betrokken landen nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de betrokken landen en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten in de betrokken landen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, zullen de producenten worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de productie, verkoop of uitvoer dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten in de betrokken landen, de autoriteiten van de betrokken landen en de verenigingen van producenten in de betrokken landen, indien nodig via de autoriteiten van de betrokken landen, meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Zodra de Commissie de noodzakelijke informatie heeft ontvangen om een steekproef van producenten samen te stellen, deelt zij de betrokken partijen mee of zij in de steekproef zijn opgenomen. De in de steekproef opgenomen producenten moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk dertig dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over hun opname in de steekproef indienen.
De Commissie zal een mededeling inzake de samenstelling van de steekproef toevoegen aan het dossier voor inzage door belanghebbenden. Opmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten uiterlijk drie dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over de steekproef worden ingediend.
Een exemplaar van de vragenlijst voor producenten in de betrokken landen is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (12).
De vragenlijst zal ook beschikbaar worden gesteld aan de bekende verenigingen van producenten en aan de autoriteiten van de betrokken landen.
Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken ("niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten").
5.3.2. Aanvullende procedure met betrekking tot de VRC waar verstoringen van betekenis bestaan
Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het bezit van de Commissie zijn.
Overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, onder e), zal de Commissie de bij het onderzoek betrokken partijen kort na de opening van het onderzoek door middel van een mededeling in het dossier dat door hen kan worden ingezien, meedelen welke relevante bronnen zij kan gebruiken voor de vaststelling van de normale waarde in de VRC overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Dit geldt voor alle bronnen, en in voorkomend geval ook voor de keuze van een geschikt representatief derde land. Vanaf de datum waarop de desbetreffende mededeling in dat dossier wordt opgenomen, hebben de bij het onderzoek betrokken partijen tien dagen de tijd om opmerkingen in te dienen.
Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, is Zuid-Afrika in dit geval een mogelijk representatief derde land voor de VRC. Om uiteindelijk het geschikte representatieve derde land te selecteren, zal de Commissie onderzoeken of er landen zijn met een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van de VRC, waar het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht en waar de desbetreffende gegevens onmiddellijk beschikbaar zijn. Wanneer er meer van dergelijke landen zijn, zal de voorkeur in voorkomend geval worden gegeven aan landen met een toereikend niveau van sociale en milieubescherming.
Wat de relevante bronnen betreft, verzoekt de Commissie alle producenten in de VRC de in bijlage III bij dit bericht verlangde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van de bekendmaking van dit bericht te verstrekken.
Bovendien moet feitelijke informatie voor de berekening van kosten en prijzen overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, onder a), van de basisverordening uiterlijk 65 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend. Dergelijke feitelijke informatie mag uitsluitend afkomstig zijn uit openbaar beschikbare bronnen.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de gestelde verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening nodig acht, zal de Commissie ook aan de overheid van de VRC een vragenlijst toezenden.
5.3.3. Onderzoek van niet-verbonden importeurs (13) (14)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de betrokken landen in de Unie invoeren, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat/de onderzoeken die tot de geldende maatregelen heeft/hebben geleid, wordt verzocht aan dit onderzoek mee te werken.
Gezien het mogelijk grote aantal niet-verbonden importeurs dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie bovendien contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop in de Unie van het onderzochte product uit de betrokken landen dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
De Commissie zal ook een mededeling inzake de samenstelling van de steekproef toevoegen aan het dossier voor inzage door belanghebbenden. Opmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten uiterlijk drie dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over de steekproef worden ingediend.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs. Die partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk dertig dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
Een exemplaar van de vragenlijst voor niet-verbonden importeurs is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (15).
5.4. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade
Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.4.1. Onderzoek van producenten in de Unie
Gezien het grote aantal producenten in de Unie dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.
De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. De belanghebbenden wordt verzocht om opmerkingen over de voorlopige steekproef. Daarnaast moeten andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht contact met de Commissie opnemen. Alle opmerkingen over de voorlopige steekproef moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend.
De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie meedelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.
De in de steekproef opgenomen producenten in de Unie moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk dertig dagen na de datum van kennisgeving van het besluit over hun opname in de steekproef indienen.
Een exemplaar van de vragenlijst voor producenten in de Unie is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2382).
5.5. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Als wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en herhaling van schade waarschijnlijk zijn, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of handhaving van de antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie.
Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht de Commissie informatie te verstrekken over het belang van de Unie. Om aan het onderzoek mee te werken, moeten de representatieve consumentenorganisaties aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Informatie over de beoordeling van het belang van de Unie moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend. Deze informatie kan vormvrij worden opgesteld of er kan een vragenlijst van de Commissie worden ingevuld. Een exemplaar van de vragenlijsten, waaronder de vragenlijst voor gebruikers van het onderzochte product, is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2382). Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.6. Belanghebbenden
Om aan het onderzoek mee te werken, moeten belanghebbenden zoals producenten in de betrokken landen, producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties eerst aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Producenten in de betrokken landen, producenten in de Unie, importeurs en representatieve verenigingen die informatie hebben verstrekt in overeenstemming met de procedures zoals beschreven in de punten 5.2, 5.3 en 5.4, worden als belanghebbenden beschouwd indien er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Andere partijen kunnen alleen als belanghebbende meewerken aan het onderzoek vanaf het moment waarop zij contact opnemen met de Commissie, en op voorwaarde dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product. Beschouwd worden als een belanghebbende laat de toepassing van artikel 18 van de basisverordening onverlet.
Het dossier voor inzage door belanghebbenden is toegankelijk via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI). Volg de instructies op die pagina om toegang te krijgen.
5.7. Andere schriftelijke opmerkingen
Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het bezit van de Commissie zijn.
Opmerkingen van belanghebbenden over de productomschrijving moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht worden ingediend.
5.8. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Het verzoek om te worden gehoord moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed, alsook een samenvatting bevatten van wat de belanghebbende tijdens de hoorzitting wenst te bespreken. De hoorzitting zal worden beperkt tot de punten die vooraf schriftelijk door de belanghebbenden zijn aangedragen.
In beginsel worden hoorzittingen niet gebruikt om feitelijke informatie te presenteren die nog niet in het dossier is opgenomen. Desalniettemin kan de belanghebbenden, uit het oogpunt van behoorlijk bestuur en om de diensten van de Commissie in staat te stellen vooruitgang in het onderzoek te boeken, na een hoorzitting worden opgedragen nieuwe feitelijke informatie te verstrekken.
5.9. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding "Limited" (16). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.
Belanghebbenden die informatie met de vermelding "Limited" verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding "For inspection by interested parties". Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document "CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN" op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
|||
Directoraat-generaal Handel |
|||
Directoraat H |
|||
Kamer CHAR 04/039 |
|||
1049 Brussel |
|||
BELGIË |
|||
|
6. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening normaal gesproken binnen 12 maanden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht afgesloten.
7. Indiening van informatie
In de regel kunnen belanghebbenden alleen binnen de in punt 5 van dit bericht vermelde termijnen informatie indienen.
Teneinde het onderzoek binnen de voorgeschreven termijnen af te ronden, zal de Commissie geen opmerkingen van belanghebbenden meer aanvaarden na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de mededeling van de definitieve bevindingen of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen.
8. Mogelijkheid om opmerkingen te maken over door andere belanghebbenden ingediende informatie
Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen.
Opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend. In geval van een aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen moeten opmerkingen van andere belanghebbenden naar aanleiding van deze aanvullende mededeling, tenzij anders aangegeven, uiterlijk één dag na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over deze aanvullende mededeling worden ingediend.
Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de Commissie de belanghebbenden in naar behoren gemotiveerde gevallen om aanvullende informatie te verzoeken.
9. Verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen
Een eventuele verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is.
Verlengingen van de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijsten kunnen worden verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is, en zijn normaliter beperkt tot drie extra dagen. Dergelijke verlengingen zijn in de regel niet langer dan zeven dagen. Wat de termijnen voor de indiening van andere in dit bericht genoemde informatie betreft, zijn verlengingen beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.
10. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
11. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.
De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.
Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).
12. Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening
Aangezien dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.
Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.
Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.
13. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (17).
Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie, is beschikbaar op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157639.htm).
(1) PB C 243 van 11.7.2018, blz. 8.
(2) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 360/2014 van de Commissie van 9 april 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Rusland naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 107 van 10.4.2014, blz. 13).
(4) Verordening (EG) nr. 172/2008 van de Raad van 25 februari 2008 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland (PB L 55 van 28.2.2008, blz. 6).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1297/2009 van de Raad van 22 december 2009 tot intrekking van het bij Verordening (EG) nr. 172/2008 ingestelde antidumpingrecht op ferrosilicium van oorsprong uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 351 van 30.12.2009, blz. 1).
(6) Werkdocument van de diensten van de Commissie, "Significant Distortions in the Economy of the People’s Republic of China for the Purposes of Trade Defence Investigations", 20 december 2017, SWD(2017) 483 final/2, te vinden op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/december/tradoc_156474.pdf
(7) De in het landrapport genoemde documenten zijn eveneens verkrijgbaar op met redenen omkleed verzoek.
(8) Zie memo "Short overview of the deadlines and timelines in the investigative process" (te vinden op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156922.pdf).
(9) Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie en Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 143 van 7.6.2018, blz. 1).
(10) Tenzij anders aangegeven, zijn alle verwijzingen naar de bekendmaking van dit bericht verwijzingen naar de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(11) Onder producent wordt verstaan een onderneming uit de betrokken landen die het onderzochte product produceert, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.
(12) http://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2382
(13) Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met producenten in de betrokken landen, mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) een van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben, of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote; ii) ouder en kind; iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters); iv) grootouder en kleinkind; v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers); vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon; vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt onder "persoon" verstaan een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(14) Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.
(15) http://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2382
(16) Een "Limited"-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(17) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/25 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9295 — Daimler/Geely/Ride-hailing JV)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/14)
1.
Op 25 maart 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Daimler AG ("Daimler", Duitsland); |
— |
Geely Technology Group Co., Ltd ("Geely", China); |
— |
Ride-hailing JV ("JV", China). |
Daimler en Geely verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming ("JV") door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— Daimler: wereldwijde beursgenoteerde onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling, de vervaardiging en de distributie van automobielproducten, waaronder hoofdzakelijk personenwagens (van de merken Mercedes-Benz en Smart), vrachtwagens, bestelwagens en bussen;
— Geely: wereldwijde autoproducent die zich bezighoudt met de productie en de verkoop van personenwagens (waaronder de merken Geely Auto, Lynk & Co, PROTON, Lotus Volvo Cars en Polestar);
— JV: zal actief zijn op het gebied van ritdeling, vooreerst in het premiumsegment met een klein wagenpark van luxewagens van Mercedes-Benz voor commerciële klanten, overheidsinstellingen en particuliere klanten, uitsluitend in China.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9295 — Daimler/Geely/Ride-hailing JV
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 ("de concentratieverordening").
2.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/27 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9305 — Sev.Energy/Huaneng-Yudean/InterGen)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 123/15)
1.
Op 26 maart 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Sev.en Energy AG ("Sev.en Energy", Liechtenstein), |
— |
InterGen N.V. ("InterGen", Nederland), |
— |
China Huaneng Group Co. ("Huaneng", China), |
Sev.en Energy verkrijgt gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van InterGen. InterGen staat momenteel onder gezamenlijke zeggenschap van Ontario Teacher’s Pension Plan Board ("OTTP") en Huaneng, elk indirect eigenaar van 50 % van het aandelenkapitaal van InterGen. Post-transaction, Sev.en Energy en Huaneng zullen elk indirect eigenaar worden van 50 % van het aandelenkapitaal van InterGen.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— Sev.en Energy: levering van bruinkool, opwekking van en groothandel in elektriciteit, aanbieding van stadsverwarming, levering van koolverbrandingsproducten en corresponderende natuurlijke materialen, en handel in koolstofdioxide-emissierechten;
— InterGen: opwekking van en groothandel in elektriciteit, handel in elektriciteit en in koolstofemissies;
— Huaneng: ontwikkeling, investering, bouw, exploitatie en beheer van elektriciteitscentrales en productie en verkoop van elektriciteit en warmte, naast andere activiteiten.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9305 — Seven Energy/Huaneng-Yudean/InterGen
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 ("de concentratieverordening").