ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 111

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
25 maart 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 111/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8652 — Accuride/Mefro Wheels) ( 1 )

1

2019/C 111/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9277 — Nalka Invest/OneMed) ( 1 )

1

2019/C 111/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9200 — KKR/Magneti Marelli) ( 1 )

2

2019/C 111/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9263 — Moma Lieux/Unibail-Rodamco/JV) ( 1 )

2

2019/C 111/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9312 — JAB/Coty) ( 1 )

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 111/06

Wisselkoersen van de euro

4

2019/C 111/07

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 maart 2019 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Rögös túró (GTS))

5

2019/C 111/08

Door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad bekendgemaakte informatie inzake de kennisgevingen van de vlaggenstaten (lijst van staten en hun bevoegde autoriteiten) op grond van artikel 20, leden 1, 2 en 3, van en bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad

11


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2019/C 111/09 C/2018/8568

Hercules III-programma — Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019 — Technische bijstand (C/2018/8568)

41

2019/C 111/10 C/2018/8568

Hercules III-programma — Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019 — Juridische opleiding en studies (C/2018/8568)

43

2019/C 111/11 C/2018/8568

Hercules III-programma — Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019 — Opleiding, conferenties en personeelsuitwisseling 2019 (C/2018/8568)

45

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2019/C 111/12

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India

47

2019/C 111/13

Bericht tot wijziging van het bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van stalen wielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

52

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 111/14

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9318 — Colisée/Armonea) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

54

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2019/C 111/15

Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van een aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

56


 

Rectificaties

2019/C 111/16

Rectificatie van de staat van ontvangsten en uitgaven van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) voor het begrotingsjaar 2018 ( PB C 108 van 22.3.2018 )

60


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8652 — Accuride/Mefro Wheels)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/01)

Op 30 april 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), in samenhang met artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8652. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9277 — Nalka Invest/OneMed)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/02)

Op 28 februari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9277. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9200 — KKR/Magneti Marelli)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/03)

Op 14 maart 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9200. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9263 — Moma Lieux/Unibail-Rodamco/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/04)

Op 15 maart 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9263. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9312 — JAB/Coty)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/05)

Op 15 maart 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9312. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/4


Wisselkoersen van de euro (1)

22 maart 2019

(2019/C 111/06)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1302

JPY

Japanse yen

124,60

DKK

Deense kroon

7,4622

GBP

Pond sterling

0,85890

SEK

Zweedse kroon

10,4723

CHF

Zwitserse frank

1,1243

ISK

IJslandse kroon

135,30

NOK

Noorse kroon

9,6423

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,727

HUF

Hongaarse forint

316,23

PLN

Poolse zloty

4,2913

RON

Roemeense leu

4,7505

TRY

Turkse lira

6,2979

AUD

Australische dollar

1,5923

CAD

Canadese dollar

1,5155

HKD

Hongkongse dollar

8,8683

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6433

SGD

Singaporese dollar

1,5266

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 282,81

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,2469

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5868

HRK

Kroatische kuna

7,4178

IDR

Indonesische roepia

16 046,58

MYR

Maleisische ringgit

4,5937

PHP

Filipijnse peso

59,337

RUB

Russische roebel

72,7425

THB

Thaise baht

35,793

BRL

Braziliaanse real

4,3760

MXN

Mexicaanse peso

21,4447

INR

Indiase roepie

77,9580


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/5


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2019

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(„Rögös túró” (GTS))

(2019/C 111/07)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 50, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Hongarije heeft een aanvraag tot bescherming van de naam „Rögös túró” ingediend bij de Commissie overeenkomstig artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(2)

Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconcludeerd dat is voldaan aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

(3)

Om de indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 mogelijk te maken, moet het in artikel 50, lid 2, onder b), van die verordening bedoelde productdossier van de naam „Rögös túró” worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

BESLUIT:

Enig artikel

Het in artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde productdossier van de naam „Rögös túró” (GTS) is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om uiterlijk drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de registratie van de in de eerste alinea van dit artikel genoemde naam.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2019.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


BIJLAGE

PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

„RÖGÖS TÚRÓ”

EU-nr.: HU-TSG-0007-01113 — 16.5.2013

„Hongarije”

1.   Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd

„Rögös túró”

2.   Productcategorie

Categorie 1.3 Kaas

3.   Grond voor registratie

3.1.   Het product is

het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of dat levensmiddel;

vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

De techniek voor de productie van „Rögös túró” verschilt aanzienlijk van die van andere verse kazen. Het teveel aan wei wordt gescheiden van de uit het basisbestanddeel melk door zure of gemengde stremming verkregen wrongel. Dat gebeurt voorzichtig met behulp van de zwaartekracht en door de wrongel te decanteren, d.i. laten uitlekken, waardoor de brokkelige, klonterige, bloemkoolachtige textuur behouden blijft, zelfs in de stadia van het in porties verdelen en verpakken.

„Rögös túró” verschilt van andere soorten kwark met name wat zijn textuur betreft, die hij te danken heeft aan de procedés voor de productie van de wrongel en de scheiding van de wei.

Geen enkele andere verse kaas of vers zuivelproduct heeft een dergelijke textuur van bloemkoolachtige klonten van losse brokjes, die het gevolg is van de productietechniek.

Het product, dat geen toegevoegde smaakstoffen bevat en in een zurige, karakteristiek natte en brokkelige toestand in de handel wordt gebracht, verschilt van andere soorten verse kaas in de handel die worden geproduceerd door middel van warmtebehandeling en kneden of die als basisbestanddeel voor zoete en romige taarten en gebak worden gebruikt.

„Rögös túró” wordt beschouwd als een belangrijk onderdeel van de Hongaarse keuken. Verschillende klassieke gerechten kunnen enkel met „Rögös túró” worden bereid.

3.2.   De naam

wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

Het woord „rögös” (brokkelig) in de naam drukt het specifieke karakter van het product uit: het geeft de textuur van het product weer, omdat dat bestaat uit brokjes wrongel en doet denken aan bloemkool. Het woord „túró” is moeilijk te vertalen naar andere talen maar duidt op een echt verse kaas met een aangenaam zurige, frisse en aromatische smaak.

4.   Beschrijving

4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Het ivoorwitte of geelwitte „Rögös túró” is een zuivelproduct dat doet denken aan bloemkool door zijn klonten van losse brokjes wrongel en een aangenaam zurige, frisse en volle smaak heeft. Tijdens de productie blijven de brokjes heel en raken ze niet beschadigd of samengeperst.

De brokjes zijn bedekt met een dun laagje wei. Het vochtgehalte binnenin de brokjes is gelijkmatig verdeeld, zodat de brokjes zelfs vanbinnen vochtig zijn.

Fysieke en chemische vereisten:

Vetheid

Minimaal drogestofgehalte in % (m/m)

Vetgehalte in de droge stof in % (m/m)

Zuurtegraad (°SH)

volvet

40,0

ten minste

60,0

60-100

vet

35,0

ten minste

45,0

minder dan

60,0

gedeeltelijk ontroomd

25,0

ten minste

25,0

minder dan

45,0

vetarm

20,0

ten minste

10,0

minder dan

25,0

mager

15,0

minder dan

10,0

60-90

Organoleptische vereisten:

Uiterlijk

Egaal ivoorwit, en in het geval van de vette en volvette soort geelwit van kleur.

Textuur

Bloemkoolachtige klonten van losse brokjes (4-20 mm groot) met eventueel kleine hoeveelheden wei. In het geval van machineverpakte producten een homogene blok kaas die in bloemkoolachtige klonten van losse brokjes kan worden gebroken. De brokkelige textuur is waarneembaar in de mond maar vormt geen probleem bij het inslikken.

Aroma

Aangenaam zurig, aromatisch, puur en zonder vreemde geuren.

Smaak

Aangenaam zurig, fris en aromatisch, smaakvol, puur en zonder vreemde smaken.

4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Stoffen en materialen die mogen worden gebruikt:

Stoffen die voldoen aan de kwaliteitsnormen in de geldende regelgeving:

a)

rauwe of gepasteuriseerde koemelk,

b)

room,

c)

reinculturen van melkzuurbacteriën (starterculturen),

d)

stremsel (voor gemengde stremming).

Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

„Rögös túró” kan worden verkregen door gemengde, trage of snelle stremming. De drie methoden brengen geen kwaliteitsverschillen met zich mee.

Hoewel de stremming dezelfde stadia doorloopt, worden de technologische processen versneld door de temperatuur en de hoeveelheid startercultuur (stremsel) te verhogen. Snelle stremming heeft primair tot doel de efficiëntie te verhogen en beter gebruik te maken van de kaasvaten.

Het productieproces verloopt als volgt:

1.   Voorrijping

Dit proces is enkel van toepassing bij snelle stremming. Bij trage stremming hoeft de koemelk niet te worden voorgerijpt.

Bij snelle stremming zorgt voorrijping van de koemelk voor een kortere stremtijd. Tijdens de voorrijping wordt de melk, die is gepasteuriseerd op 6,0-7,2 °SH, voorgerijpt tot ze 9-11 °SH bereikt. Voorrijping gebeurt bij een temperatuur van 12-15 °C en duurt 6-8 uur.

De melk wordt voorgerijpt (voorgezuurd) in melktanks of -silo’s. Vervolgens wordt de voorgerijpte melk zo snel mogelijk in een wrongelbak gegoten.

2.   Correctie van het vetgehalte

Indien het vetgehalte moet worden gecorrigeerd, wordt aan de koemelk volle melk of gehomogeniseerde room toegevoegd, afhankelijk van de gewenste vetheid van de „Rögös túró”.

3.   Toevoeging van stremsel

Bij trage stremming wordt stremsel toegevoegd aan de koemelk bij 22-32 °C, met behulp van 0,5-1,5 % startercultuur (of een gelijkwaardig poeder of diepgevroren startercultuur).

Bij snelle stremming wordt stremsel toegevoegd aan de koemelk bij 30-32 °C, met behulp van 4-5 % startercultuur.

4.   Stremming

De melk waaraan stremsel is toegevoegd, stremt in een wrongelbak bij trage stremming gedurende 12-20 uren bij snelle stremming gedurende 4-6 uren, tot ze 30-38 °SH bereikt. Trage stremming gebeurt bij temperaturen van 22-32 °C en snelle stremming bij temperaturen van 30-32 °C. Wanneer de gewenste zuurtegraad bereikt is, wordt de wrongel gesneden en is lichte afzetting van wei zichtbaar. Bij gemengde stremming wordt ook stremsel gebruikt.

5.   Bewerking van de wrongel

Het doel is het vochtgehalte van de wrongel te verlagen tot de voor het product typerende waarde wordt bereikt. Het proces bestaat uit een eerste persing, opwarming en vervolgens een tweede persing. Omdat de wrongel tamelijk brokkelig is, moet de bewerking heel voorzichtig gebeuren.

Tijdens de eerste persing wordt de wrongel fijngesneden met een instrument dat waarborgt dat het product voorzichtig in stukjes breekt. Vervolgens wordt hij fijngesneden en gemengd. Indien nodig laat men de wrongel rusten. Deze fase heeft tot doel de wrongel snel van de wei te scheiden (synerese). Men laat de gestolde wrongel eerst een aantal minuten rusten (op 30-38 °SH) en snijdt hem vervolgens in korrelige brokjes ter grootte van een walnoot (2-3 cm). Vervolgens moet een deel van de wei uitlekken. Om tijdens de volgende fase verkruimeling te voorkomen, wordt een bescherming op het snijinstrument geplaatst of worden spatels gebruikt. De gesneden wrongelklonten die nog in de wei blijven drijven, worden omgeroerd om ze in beweging te houden. Indien de wrongelklonten niet snel genoeg harden met het oog op de juiste textuur voor „Rögös túró”, kan het hardingsproces worden versneld door ze even te laten rusten. Na die rusttijd moeten de wrongelklonten opnieuw worden omgeroerd om te voorkomen dat ze zich aan elkaar vasthechten.

Na de eerste persing volgt opwarming. Het doel is om de wrongelklonten nog kleiner te maken en de wei te laten uitlekken. De wrongel wordt onder voortdurend roeren elke tweeënhalve minuut met 1 °C opgewarmd tot een uiteindelijke temperatuur van 30-40 °C in het geval van trage stremming en 36-48 °C in het geval van snelle stremming.

Tijdens de tweede persing wordt de weiachtige wrongel voortdurend omgeroerd en vervolgens met rust gelaten tot hij de gewenste stollingsgraad heeft bereikt. In het geval van de productie met trage stremming kan de tweede persing worden overgeslagen.

6.   Afkoelen en aftappen

Het doel is te vermijden dat de gesneden en opgewarmde wrongel te zuur wordt, dat microbiële contaminanten zich vermenigvuldigen en dat de wrongel zich vasthecht, evenals de verdichting bij te stellen. De wrongel wordt aan 3-4 °C per minuut afgekoeld in een wrongelbak (een vat of tank) tot hij een temperatuur van 18-22 °C bereikt.

De wei in het vat of de tank kan als koelomgeving fungeren. De wei moet kunnen circuleren op de in de aftapleiding ingebouwde platenwarmtewisselaar en wordt afgekoeld tot minder dan 5 °C. Voor de koeling kan ook drinkbaar water worden gebruikt zodra de wei is afgetapt. Afkoelen in een koelkamer biedt ook voldoende veiligheid. Met de vandaag de dag gebruikte culturen zelf wordt eveneens vermeden dat de wrongel te zuur wordt.

De mengeling van wei en wrongel wordt uit de wrongelbak afgetapt met behulp van de zwaartekracht of via een pomp, waardoor de textuur van de wrongel behouden blijft.

7.   Scheiding van de wei

Nadat de wei van de wrongel is gescheiden, moet ze worden verwijderd. De meest essentiële fase in de vorming van de brokkelige textuur is de scheiding van de wei (de decanteermethode). Tijdens het afscheiden wordt de wrongel voorzichtig bewogen om ervoor te zorgen dat de bloemkoolachtige textuur niet wordt beschadigd. Dit proces duurt voort tot voor de gewenste vetheid, het vereiste drogestofgehalte en de vereiste zuurtegraad zijn bereikt.

8.   Uitgieten, verpakken en bewaren

In deze fase is het van belang de brokkelige textuur niet te beschadigen. De „Rögös túró” wordt bewaard bij < 6 °C en zonder dat er mechanische impact op wordt uitgeoefend.

Minimale verificatievoorschriften

Vanwege de specificiteit van „Rögös túró” moeten bij de controle ervan in het bijzonder de volgende elementen worden gecontroleerd:

De specifieke kwaliteitskenmerken van de volgende stoffen (de voor de productie gebruikte koemelk, room en reinculturen van melkzuurbacteriën), waaronder:

verse koemelk, maximaal 7,2 °SH;

room met een zuurgraad van het plasma van maximaal 7,2 °SH;

startercultuur met 36-40 °SH, zuur- en aromavormende melkzuurbacteriën met een goede verzuringscapaciteit.

Tijdens het productieproces moeten de bepalingen in punt 4 worden nageleefd, met name:

stremming: zuurtegraad (30-36 °SH) en stremtijd (4-20 uren);

bewerking van de wrongel: controleren van de hardheid van de wrongel (die moet zacht aanvoelen; het moet mogelijk zijn de wrongel zorgvuldig van de wanden te verwijderen, 32-38 °SH);

afkoelen van de wrongel (aan 3-4 °C per minuut tot een temperatuur van 18-22 °C wordt bereikt);

scheiding van de wei (voorzichtig laten uitlekken zonder druk uit te oefenen, dus met behulp van de zwaartekracht).

De kwaliteit van het eindproduct:

bij het controleren van de fysieke en chemische vereisten (vetheid, drogestofgehalte, vetgehalte en zuurtegraad) moeten de bepalingen van punt 4 worden nageleefd;

bij het controleren van de organoleptische vereisten (uiterlijk, textuur, smaak en aroma) moeten de bepalingen van punt 4 worden nageleefd.

4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Tussen de 18e en de 20e eeuw werd kwarkkazen vers gegeten of werden ze bewaard door ze als zodanig te vermalen tot stukken ter grootte van een graankorrel of hazelnoot (Magyar Néprajz nyolc kötetben, Akadémiai Kiadó, Magyar Tudományos Akadémia).

Eén historische verwijzing naar de brokkeligheid van de kwarkkazen dateert uit de periode na de Eerste Wereldoorlog. Vermeld wordt dat „de kwark in hazelnootgrote brokjes wordt gesneden […] hoe brokkeliger de kwark, hoe langer hij vers blijft” (O. Gratz, A tej és tejtermékek, blz. 294-296, 1925).

Het blad Tejgazdasági Szemle schreef in 1925 dat kwark een korrelige of brokkelige textuur heeft (A. Törs 1925, Tejgazdasági Szemle és Tejgazdasági Könyvtár (Tejgazdasági Szemle kiadása)).

Mihály Balatoni had het over „wrongelklontjes, een fijne, losse, korrelige, bloemkoolachtige textuur, klonten en brokjes die aan bloemkool doen denken (Mihály Balatoni 1960, Étkezési Túró gyártása).

In 1979 publiceerden dr. Sándor Szakály en dr. Gábor Tomka cijfers over de consumptie tussen 1970 en 1977 van deze kwark met een „ bloemkoolachtige textuur ” (Tejipar, vol. 28, nr. 1, 1979).

Volgens dr. Sándor Szakály „maakt de brokkelige soort in Hongarije 80 % uit van de totale productie van kwarkkazen […]”. „Rögös túró” verschilt fundamenteel van de andere drie soorten in die zin dat de voor de productie gebruikte melk alleen kan stremmen door biologische aanzuring […] (dr. S. Szakály 1980, A rögös állományú étkezési túró korszerű gyártása, Hongaars instituut voor zuivelonderzoek, Pécs).

Volgens dr. Szakály is het alleen in Midden-Europa bekende „ Rögös túró ” een traditioneel Hongaars zuivelproduct dat afkomstig is uit het gebied ten westen van het Oeralgebergte en al eeuwen in Hongarije geproduceerd wordt met rauwe melk (Tejgazdaságtan, 2001).

Het traditionele karakter van „Rögös túró” wordt aangetoond in het aan het product gewijde hoofdstuk in de collectie „Hagyományok-Ízek-Régió” (Tradities-Smaken-Streken), die in 2002 is gepubliceerd door Agrármarketing Centrum en het Hongaarse Ministerie van Landbouw. De collectie beperkt zich tot producten met een geschiedenis die kan worden gedocumenteerd overeenkomstig de relevante criteria. Om een product in aanmerking te nemen, moet worden aangetoond dat het al minstens twee generaties (vijftig jaar) bestaat, en moet het een welbekend, befaamd product zijn dat geproduceerd en in de handel gebracht wordt.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/11


Door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad bekendgemaakte informatie inzake de kennisgevingen van de vlaggenstaten (lijst van staten en hun bevoegde autoriteiten) op grond van artikel 20, leden 1, 2 en 3, van en bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad

(2019/C 111/08)

Overeenkomstig artikel 20, leden 1, 2 en 3, van en bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (1) hebben de volgende derde landen de Europese Commissie in kennis gesteld van de overheidsinstanties die met betrekking tot de bij artikel 12 van die verordening ingestelde vangstcertificeringsregeling gemachtigd zijn om:

a)

vissersvaartuigen onder hun vlag te registreren;

b)

visvergunningen te verlenen aan hun vaartuigen en die vergunningen te schorsen en in te trekken;

c)

de waarheidsgetrouwheid van de gegevens in de in artikel 12 bedoelde vangstcertificaten te bevestigen en dergelijke certificaten te valideren;

d)

de door hun vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen ten uitvoer te leggen en te handhaven en controles in dat verband te verrichten;

e)

verificaties betreffende de genoemde vangstcertificaten te verrichten om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde administratieve samenwerking bij te staan;

f)

specimina van hun vangstcertificaat overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model mee te delen, en

g)

deze kennisgevingen te actualiseren.

Derde land

Bevoegde autoriteiten

ALBANIË

(a)

Albanian General Harbour Masters (Ministry Transport and Infrastructure)

(b):

Commission for Examination of Applications for Fishing Permittion (Ministry of Agriculture, Rural Development & Water Administration), through National Licensing Center (Ministry of Economical Development, Tourism, Trade and Interpreneurship)

(c), (d), (e):

Sector of Fishery Monitoring and Control (Ministry of Agriculture, Rural Development & Water Administration)

(f) and (g):

The Directorate of Agriculture Production and Trade Policies (Ministry of Agriculture, Rural Development & Water Administration)

ALGERIJE

(a) to (d):

Directions de la Pêche et des Ressources Halieutiques des Wilayas de:

El Tarf,

Annaba,

Skikda,

Jijel,

Bejaian,

Tizi Ouzou,

Boumerdes,

Alger,

Tipaza,

Chlef,

Mostaganem,

Oran,

Ain Temouchent,

Tlemcen.

(e) to (g):

Ministère de la Pêche et des Ressources Halieutiques

ANGOLA

(a):

Conservatória do registo de propriedade (subordinada ao Ministério da Justiça)/Instituto Marítimo Portuário de Angola – IMPA (subordinada ao Ministério dos Transportes)

(b):

Ministra das Pescas e do Mar

(c):

Direcção Nacional de Pescas (DNP)

(d):

Serviço Nacional de Fiscalização Pesqueira e da Aquicultura (SNFPA)

(e), (f), (g):

Direcção Nacional de Pescas (Ministério das Pescas e do Mar)

ANTIGUA EN BARBUDA

(a) to (g):

Chief Fisheries Officer, Fisheries Division, Ministry of Agriculture, Lands, Housing and Environment.

ARGENTINIË

(a) to (f):

Subsecretario de PESCA y Acuicultura/Dirección Nacional de Coordinación Pesquera

(g):

Ministerio de Relaciones Exteriores, Comercio Internacional y Culto

AUSTRALIË

(a) to (e):

Australian Fisheries Management Authority; Department of Fisheries Western Australia; Primary Industries and Fisheries (part of the Department of Employment; Economic Development and Innovation) Queensland; Tasmanian Department of Primary Industries, Parks, Water and Environment; Victorian Department of Primary Industries; Department of Primary Industries and Regions South Australia (PIRSA)

(f) to (g):

The Australian Government Department of Agriculture, Fisheries and Forestry

BAHAMA’S

(a) and (b):

Port Department, within the Ministry of The Environment/Department of Marine Resources

(c) to (g):

Department of Marine Resources

BANGLADESH

(a):

Mercantile Marine Department

(b) to (f):

Marine Fisheries Office

(g):

Ministry of Fisheries and Livestock

BELIZE

(a):

The International Merchant Marine Registry of Belize (INMARBE)

(c) to (g):

Belize High Seas Fisheries Unit, Ministry of Finance, Government of Belize

BENIN

(a):

Direction de la Marine Marchande/Ministère en charge de l’Economie Maritime; Service Contrôle et Suivi des Produits et des Filières Halieutiques de la Direction des Pêches

(b):

Direction des Pêches/Ministère en charge de la Pêche; Service Contrôle et Suivi des Produits et des Filières Halieutiques de la Direction des Pêches

(c), (e), (f), (g):

Service Contrôle et Suivi des Produits et des Filières Halieutiques de la Direction des Pêches

(d):

Direction des Pêches/Ministère en charge de la Pêche

BRAZILIË

(a) to (g):

Ministry of Agriculture, Livestock and Food Supply

KAMEROEN

(a):

Ministère des Transports

(b) to (g):

Ministère de l’Elevage, des Pêches et Industries Animales

CANADA

(a) to (g):

Assistant Deputy Minister of Fisheries and Harbour Management

KAAPVERDIË

(a):

Agence Maritime et Portuaire

(b), (d):

Direction Générale des Ressources Marines

(c), (e), (f), (g):

Autorité Compétente pour les Produits de Pêches (ACOPESCA)

CHILI

(a):

Dirección General del Territorio Marítimo y Marina Mercante, de la Armada de Chile

(b):

Subsecretaría de PESCA

(c) to (f):

Servicio Nacional de PESCA

(g):

Subsecretaria de PESCA

CHINA

(a) to (g):

Bureau of Fisheries, Ministry of Agriculture and Rural Affairs (MARA), P.R. China

COLOMBIA

(a):

Dirección General Marítima

(b) to (f):

Autoridad Nacional de Acuicultura y PESCA (AUNAP)

(g):

Director de PESCA y Acuicultura

COSTA RICA

(a):

Oficina de Bienes Muebles, Dirección Nacional de Registro Público, Ministerio de Justicia y Gracia

(b):

Presidente Ejecutivo, Instituto Costarricense de PESCA y Acuicultura

(c):

Dirección General Técnica, Instituto Costarricense de PESCA y Acuicultura

(d):

Unidad de Control Pesquero/Instituto Costarricense de PESCA y Acuicultura/Director-General del Servicio Nacional de Guardacostas, Ministerio de Seguridad Pública, Gobernación y Policía

(e):

Departamento de Cooperación Internacional/Instituto Costarricense de PESCA y Acuicultura

(f):

Dirección General Técnica o instancia competente del Instituto Costarricense de PESCA y Acuicultura

(g):

Ministro de Agricultura y Ganadería, Ministerio de Agricultura y Ganadería

CUBA

(a):

Registro Marítimo Nacional

(b), (c), (e):

Oficina Nacional de Inspección Pesquera (ONIP)

(d):

Dirección de Ciencias y Regulaciones Pesqueras and Oficina Nacional de Inspección Pesquera

(f):

Dirección de Planificación del Ministerio de la Industria Pesquera

(g):

Dirección de Relaciones Internacionales del Ministerio de la Industria Pesquera

CURAÇAO

Curaçao was part of the Netherlands Antilles prior to 10 October 2010, and notified their competent authorities for the IUU Regulation on 28 March 2011. For the period between 12 February 2010 and 10 October 2010, please see Netherlands Antilles.

(a):

The Ministry of Traffic, Transport and Urban Planning

(b) and (f):

The Ministry of Economic Development

(c):

The Ministry of Economic Development in consultation with the Ministry of Public Health, Environment and Nature

(d):

The Ministry of Economic Development, the Ministry of Traffic, Transport and Urban Planning The Attorney General of Curaçao is in charge of the law enforcement

(e):

The Ministry of Economic Development in collaboration with the Ministry of Traffic, Transport and Urban Planning

(g):

The Government of Curaçao

ECUADOR

(a), (c), (e):

Director de PESCA Industrial (Ministerio de Acuacultura y PESCA)

(b), (f), (g):

Subsecretario de Recursos Pesqueros (Ministerio de Acuacultura y PESCA)

(d):

Director de Control Pesquero (Ministerio de Acuacultura y PESCA)

EGYPTE

(a):

Ministry of Agriculture and Land Reclamation:

I)

General Organization For Veterinary Services (GOVs)

II)

General Authority For Fish Resources Development

(b) and (d):

General Authority for Fish Resources Development (cooperation with GOVs in case of fishing vessels of exporting establishments)

(c):

Ministry of Agriculture and Land Reclamation: General Organization for Veterinary Services (both Central and Local VET. Quarantine Department)

(e):

General Authority for Fish Resources Development (cooperation with local inspectors Veterinary Quarantine for fishing vessels of exporting establishments)

(f):

General Organization for Veterinary Services

(g):

I)

Ministry of Agriculture and Land Reclamation

II)

General Organization For Veterinary Services

EL SALVADOR

(a):

Autoridad Marítima Portuária

(b) to (g):

Centro de Desarrollo de la PESCA y la Acuicultura (CENDEPESCA)

ERITREA

(a):

Ministry of Fisheries

(b):

Fisheries Resource Regulatory Department

(c):

Fish Quality Inspection Division

(d):

Monitoring Controlling and Surveillance, Ministry of Fisheries

(e):

Liaison Division, Ministry of Fisheries

(f):

Ministry of Fisheries Laboratory

(g):

Government of the State of Eritrea

FALKLANDEILANDEN

(a):

Registar of Shipping, Customs and Immigration Department, Falkland Islands Government

(b) to (g):

Director of Fisheries, Fisheries Department, Falkland Islands Government

FAERÖER

(a):

FAS Faroe Islands National & International Ship Register

(b):

Ministry of Fisheries and the Faroe Islands Fisheries Inspection

(c):

‘Not relevant’

(d):

Ministry of Fisheries, the Faroe Islands Fisheries Inspection and the Police and the Public Prosecution Authority

(e):

The Faroe Islands Fisheries Inspection

(f) and (g):

Ministry of Fisheries

FIJI

(a):

Maritime Safety Authority of Fiji (MSAF)

(b):

Ministry of Fisheries and Forests; Fisheries Department

(c) to (g):

Fisheries Department

FRANS-POLYNESIË

(a):

Direction Polynésienne des Affaires Maritimes (DPAM)

(b), (c), (e), (f):

Service de la Pêche (SPE)

(d):

Service de la Pêche (SPE)/Haut Commissariat de la République en Polynésie française/Service des Affaires Maritimes (SAM)

(g):

Direction des Pêches Maritimes et de l’Aquaculture

GABON

(a) and (b):

Ministre de l’Agriculture, de l’Elevage, de la Pêche et du Développement Rural

(c) to (g):

Directeur Général des Pêches et de l’Aquaculture

GAMBIA

(a):

The Gambia Maritime Administration

(b):

Director of Fisheries

(c) to (g):

Fisheries Department (Director of Fisheries)

GHANA

(a) to (g):

Fisheries Commission

GROENLAND

(a):

The Danish Maritime Authority

(b) to (g):

The Greenland Fisheries Licence Control Authority

GRENADA

(a) to (g):

Fisheries Division (Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries)

GUATEMALA

(a) to (g):

Ministerio de Agricultura, Ganadería y Alimentación (MAGA) through Dirección de Normatividad de la PESCA y Acuicultura.

GUYANA

(a) to (g):

Fisheries Department, Ministry of Agriculture, Guyana, South America

IJSLAND

(a) and (b):

Directorate of Fisheries

(c), (e), (f), (g):

Directorate of Fisheries/The Icelandic Food and Veterinary Authority

(d):

Directorate of Fisheries/The Icelandic Coast Guards

INDIA

(a) and (b):

Marine Products Exports Development Authority (MPEDA) under the Ministry of Commerce & Industry, Govt. of India

Registrars under the Merchant Shipping Act (Director-General of Shipping), Ministry of Shipping, Govt. of India

Deparment of Fisheries of State (Provincial) Governments of West Bengal, Gujarat, Kerala, Orissa, Andhra Pradesh, Karnataka, Maharastra, and Tamil Nadu

(c):

Marine Products Exports Development Authority (MPEDA) under the Ministry of Commerce & Industry, Govt. of India

Authorized officers as notified by State Governments and Union Territories

(d):

Director-General of Shipping

Marine Products Exports Development Authority, Ministry of Commerce & Industry, Govt. of India

Coast Guard

Department of Fisheries of the State Governments

(e):

Marine Products Export Development Authority (MPEDA) under the Ministry of Commerce & Industry, Govt. of India and its 21 field offices

Authorized officers of notified State Governments and Union Territories

(f):

Joint Secretary, (EP-MP) Department of Commerce, Ministry of Commerce and Industry

(g):

Joint Secretary, (EP-MP) Department of Commerce, Ministry of Commerce and Industry

Joint Secretary, Department of Animal Husbandry, Dairying and Fisheries, Ministry of Agriculture

INDONESIË

(a) and (b):

Head of Marine and Fisheries Services Province

Director-General Maritime of Capture Fisheries

(c):

Head of Fishing Port, Directorate-General of Capture Fisheries

Fisheries Inspector, Directorate-General of Marine Fisheries Resources Surveillance and Control

(d):

Director-General of Marine and Fisheries Resources Surveillance

(e):

Director-General of Capture Fisheries

(f) and (g):

Director-General of Fisheries Product Processing and Marketing

IVOORKUST

(a):

Directeur Général des Affaires Maritimes et Portuaires (DGAMP, Ministère des Transports)

(b), (f), (g):

Ministre des Ressources Animales et Halieutiques

(c) and (e):

Directeur des Services Vétérinaires, Service d’Inspection et de Contrôles Sanitaires Vétérinaires en Frontières (SICOSAV)

(d):

Directeur de l’Aquaculture et des Pêches

JAMAICA

(a):

Maritime Authority of Jamaica (MAJ)

(b) to (g):

Fisheries Division

JAPAN

(a):

Fisheries Management Division, Bureau of Fisheries, Department of Fisheries and Forestry, Hokkaido Government

Aomori Prefectural Government

Hachinohe Fisheries Office, Sanpachi District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Mutsu Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Ajigasawa Fisheries Office, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Seihoku District Administration Office, Aomori Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Iwate Prefectural Department

Fisheries Department, Kuji Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Miyako Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kamaishi Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Ofunato Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Agriculture Forestry and Fisheries Department, Miyagi Prefectural Government

Fisheries and Fishing Ports Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Akita Prefectural Government

Fisheries Division, Industrial and Economic Affairs Department, Shonai Area General Branch Administration Office, Yamagata Prefectural Government

Fishery Division, Fukushima Prefectural Government

Fishery Office, Fukushima Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Ibaraki Prefectural Government

Marine Industries Promotion Division, Chiba Prefectural Government

Fishery section, Agriculture, Forestry and Fishery Division, Bureau of Industrial and Labor Affairs, Tokyo Metropolitan Government

Fisheries Division, Environment and Agriculture Department, Kanagawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Niigata Prefectural Government

Promotion Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Promotion Department, Sado Regional Promotion Bureau, Niigata Prefectural Government

Fisheries and Fishing Port Division, Toyama Prefectural Government

Fishery Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ishikawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukui Prefectural Government

Reinan Regional Promotion Bureau, Fukui Prefectural Government

Office of Fishery Management, Division of Fishery, Department of Industry, Shizuoka Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Aichi Prefectural Government

Fisheries Resource Office, Department of Agriculture, Fisheries, Commerce and Industry, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Office, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Environment, Agriculture, Forestry and Fisheries, Osaka Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Bureau, Agriculture and Environmental Department, Hyogo Prefectural Government

Kobe Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Kobe District Administration Office, Hyogo prefectural Government

Kakogawa Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Higashi-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Himeji Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Naka-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Koto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Nishi-Harima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Tajima Fisheries Office, Tajima District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Sumoto Agriculture, Forestry and Fisheries Office, Awaji District Administration Office, Hyogo Prefectural Government

Wakayama Prefectural Government

Kaisou Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Arida Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Hidaka Promotions Bureau, Wakayama Prefectural Government

Nishimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Higashimuro Promotion Bureau, Wakayama Prefectural Government

Fishery Division, Fishery Development Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fishery, Tottori Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Shimane Prefectural Government

Fisheries Office, Oki Branch Office, Shimane Prefectural Government

Matsue Fisheries Office, Shimane Prefectural Government

Hamada Fisheries office, Shimane Prefectural Government

Okayama Prefectural Government

Hiroshima Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Yamaguchi Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Tokushima Prefectural Government

Fisheries Division, Agricultural Administration and Fisheries Department, Kagawa Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Fisheries Bureau, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ehime prefectural Government

Fisheries Management Division, Kochi Prefectural Government

Fishery Administration Division, Fishery Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukuoka Prefectural Government

Fisheries Division, Saga Prefectural Government

Resource Management Division, Fisheries Department, Nagasaki Prefectural Government

Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kumamoto Prefectural Government

Tamana Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Yatsushiro Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Amakusa Regional Promotion Bureau, Kumamoto Prefectural Government

Oita Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Agriculture and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Miyako Regional Agriculture, Forestry and Fisheries promotions Center, Okinawa Prefectural Government

Agriculture, Forestry and Fisheries Management Division, Yaeyama Regional Agriculture, Forestry and Fisheries Promotions Center, Okinawa Prefectural Government

(b):

Same as point (a) and:

Fishery Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

Iwate Regional Marine Fisheries Management Commission

Fisheries Division, Tsu Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Ise Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Owase Agriculture, Forestry, Fisheries, Commerce, Industry and Environment Office, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

(c):

Fisheries Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

(d):

Fisheries Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

Fisheries Management Division, Bureau of Fisheries, Department of Fisheries and Forestry, Hokkaido Government

Aomori Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Iwate Prefectural Department

Iwate Regional Marine Fisheries Management Commission

Fisheries Department, Kuji Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Miyako Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Kamaishi Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Department, Ofunato Regional Promotion Bureau, Iwate Prefectural Government

Fisheries Industry Promotion Division, Agriculture Forestry and Fisheries Department, Miyagi Prefectural Government

Fisheries and Fishing Ports Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Akita Prefectural Government

Fisheries Division, Industrial and Economic Affairs Department, Shonai Area General Branch Administration Office, Yamagata Prefectural Government

Fishery Division, Fukushima Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Ibaraki Prefectural Government

Marine Industries Promotion Division, Chiba Prefectural Government

Fishery section, Agriculture, Forestry and Fishery Division, Bureau of Industrial and Labor Affairs, Tokyo Metropolitan Government

Fisheries Division, Environment and Agriculture Department, Kanagawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Niigata Prefectural Government

Fisheries and Fishing Port Division, Toyama Prefectural Government

Fishery Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ishikawa Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukui Prefectural Government

Reinan Regional Promotion Bureau, Fukui Prefectural Government

Office of Fishery Management, Division of Fishery, Department of Industry, Shizuoka Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Aichi Prefectural Government

Fisheries Resource Office, Department of Agriculture, Fisheries, Commerce and Industry, Mie Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kyoto Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Environment, Agriculture, Forestry and Fisheries, Osaka Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Bureau, Agriculture and Environmental Department, Hyogo Prefectural Government

Wakayama Prefectural Government

Fishery Division, Fishery Development Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fishery, Tottori Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Shimane Prefectural Government

Okayama Prefectural Government

Hiroshima Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Yamaguchi Prefectural Government

Fisheries Division, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Tokushima Prefectural Government

Fisheries Division, Agricultural Administration and Fisheries Department, Kagawa Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Fisheries Bureau, Agriculture, Forestry and Fisheries Department, Ehime prefectural Government

Fisheries Management Division, Kochi Prefectural Government

Fishery Administration Division, Fishery Bureau, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Fukuoka Prefectural Government

Fisheries Division, Saga Prefectural Government

Resource Management Division, Fisheries Department, Nagasaki Prefectural Government

Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Kumamoto Prefectural Government

Oita Prefectural Government

Fisheries Administration Division, Agriculture and Fisheries Department, Miyazaki Prefectural Government

Fisheries Promotion Division, Kagoshima Prefectural Government

Fisheries Division, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries, Okinawa Prefectural Government

(c), (f), (g):

Fisheries Agency, Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries

KENIA

(a):

Kenya Maritime Authority

(b) to (g):

Ministry of Agriculture, Livestock and Fisheries

KIRIBATI

(a):

Ministry of Information, Communications, Transport and Tourism Development (MICTTF)

(b) to (g):

Ministry of Fisheries and Marine Resources Development (MFMRD)

KOREA

(a), (b), (d), (f), (g):

Ministry of Oceans and Fisheries

(c), (e):

National Fisheries Products Quality Management Service and 13 regional offices:

Busan Regional Office

Incheon Regional Office

Incheon International Airport Regional Office

Seoul Regional Office

Pyeongtaek Regional Office

Janghang Regional Office

Mokpo Regional Office

Wando Regional Office

Yeosu Regional Office

Jeju Regional Office

Tongyeong Regional Office

Pohang Regional Office

Gangneung Regional Office

MADAGASKAR

(a):

Agence Portuaire Maritime et Fluviale

Service Régional de Pêche et des Ressources halieutiques de Diana, Sava, Sofia, Boeny Melaky, Analanjirofo, Atsinanana, Atsimo Atsinanana, Vatovavy Fitovinany, Menabe, Atsimo Andrefana, Anosy, and Androy

(b):

Ministère chargé de la Pêche

(c) and (d):

Centre de Surveillance des Pêches

(e), (f), (g):

Direction Générale de la Pêche et des Ressources

MALEISIË

(a) and (b):

Department of Fisheries Malaysia and Department of Fisheries Sabah

(c), (e), (f):

Department of Fisheries, Malaysia

(d):

Department of Fisheries,

(g):

Department of Fisheries, Malaysia

Ministry of Agriculture and Agro- based

MALDIVEN

(a):

Transport Authority

(b), (c), (e), (f), (g):

Ministry of Fisheries, Marine Resources and Agriculture

(d):

Coast Guard, Maldives National Defense Force

Maldives Police Service

MAURITANIË

(a):

Direction de la Marine Marchande

(b):

Direction de la Pêche industrielle/Direction de la Pêche Artisanale et Côtière

(c), (d), (e), (f):

Garde Côtes Mauritanienne (GCM)

(g):

Ministère des Pêches et de l’Economie Maritime

MAURITIUS

(a) to (g):

Ministry of Ocean Economy, Marine Resources, Fisheries and Shipping (Fisheries Division)

MEXICO

(a), (c), (g):

CONAPESCA a través de la Dirección General de Planeación, Programación y Evaluación

(b):

CONAPESCA a través de la Dirección General de Ordenamiento Pesquero y Acuícola

(d), (e):

CONAPESCA a través de la Dirección General de Inspección y Vigilancia

(f)

Comisión Nacional de Acuacultura y PESCA

MONTENEGRO

(a):

Ministry of Transport, Maritime Affairs and Telecommunications (Harbour Master Office Bar, Harbour Master Office Kotor)

(b) to (g):

Ministry of Agriculture, Forestry and Watermanagement

MAROKKO

(a), (b), (e), (f):

Direction des Pêches Maritimes et de l’Aquaculture

(c):

Délégations des Pêches Maritimes de:

Jebha

Nador

Al Hoceima

M’diq

Tanger

Larache

Kenitra-Mehdia

Mohammedia

Casablanca

El Jadida

Safi

Essaouira

Agadir

Sidi Ifni

Tan-Tan

Laâyoune

Boujdour

Dakhla

(d):

Same as point (c)

Direction des Pêches Maritimes

(g):

Secrétariat Général du Département de la Pêche Maritime

MOZAMBIQUE

(a):

National Marine Institute (INAMAR)

(b) to (g):

National Directorate of Fisheries Administration

MYANMAR

(a):

Department of Marine Administration

(b) to (g):

Department of Fisheries/Ministry of Livestock, Fisheries and Irrigation

NAMIBIË

(a):

Ministry of Works, Transport and Communication

(b), (d), (f), (g):

Ministry of Fisheries and Marine Resources

(c) and (e):

Ministry of Fisheries and Marine Resources (Walvis Bay) and Ministry of Fisheries and Marine Resources (Lüderitz)

NEDERLANDSE ANTILLEN

(a), (e) and (f):

Ministry of Economic Development

(b):

Ministry of Traffic, Transport and Urban Planning

(c):

Ministry of Economic Development in consultation with the Ministry of Public Health, Environment and Nature

(d):

Ministry of Economic Development/Ministry of Traffic, Transport and Urban Planning

(g):

Government of Curacao

NIEUW-CALEDONIË

(a), (b), (c), (e), (f) and (g):

Service des Affaires maritimes, de la Marine Marchande et des Pêches Maritimes

(d):

Etat-Major Inter-Armées

NIEUW-ZEELAND

(a) to (g):

Ministry for Primary Industries

NICARAGUA

(a):

Dirección General de Transporte Acuático del Ministerio de Transporte e Infraestructura

(b), (d), (f), (g):

Instituto Nicaragüense de la PESCA y Acuicultura (INPESCA) through Presidente Ejecutivo

(c):

Instituto Nicaragüense de la PESCA y Acuicultura (INPESCA) through the Delegaciones Departamentales:

Delegación de INPESCA Puerto Cabezas

Delegación de INPESCA Chinandega

Delegación de INPESCA Bluefields

Delegación de INPESCA Rivas

(e):

Dirección de Monitoreo, Vigilancia y Control, INPESCA

NIGERIA

(a):

Nigerian Maritime Administration and Safety Agency (NIMASA)

(b):

Federal Ministry of Agriculture & Rural Development

(c), (d), (f):

Federal Department of Fisheries & Aquaculture (Fisheries Resources Monitoring, control & Surveillance (MCS))

(e), (g):

Federal Ministry of Agriculture & Rural Development, Director of Fisheries

NOORWEGEN

(a), (b), (e), (f), (g):

Directorate of Fisheries

(c):

On behalf of the Directorate of Fisheries:

Norges Sildesalgslag

Norges Råfisklag

Sunnmøre og Romsdal Fiskesalgslag

Vest-Norges Fiskesalgslag

Rogaland Fiskesalgslag S/L

Skagerakfisk S/L

(d):

Directorate of Fisheries

The Norwegian Coastguard

The Police and the Public Prosecuting Authority

OMAN

(a) to (g):

Ministry of Agriculture & Fisheries Wealth, Directorate-General of Fisheries

Development, Department of Surveillance & Fisheries Licensing

PAKISTAN

(a), (c), (e), (f):

Mercantile Marine Department

(b) and (d):

Marine Fisheries Department/Directorate of Fisheries

(g):

Ministry of Livestock & Dairy Development

PANAMA

(a):

Autoridad de los Recursos Acuáticos de Panamá (Dirección General de Ordenación y Manejo Costero Integral) Autoridad Marítima de Panamá (Dirección General de Marina Mercante)

(b):

Dirección General de Ordenación y Manejo Costero Integral

(c) to (g):

Administración General

Secretaría General

Dirección General de Inspecciòn, Vigilancia y Control

PAPOEA-NIEUW-GUINEA

(a), (b), (f), (g):

PNG National Fisheries Authority

(c), (d), (e):

PNG National Fisheries Authority (Head Office) Monitoring Control and Surveillance Division, Audit & Certification Unit

National Fisheries Authority, Audit & Certification Unit, Lae Port Office

National Fisheries Authority, Audit & Certification Unit, Madang Port Office

National Fisheries Authority, Audit & Certification Unit, Wewak Port Office

PERU

(a) and (b):

Director-General de Extracción y Procesamiento pesquero del Ministerio and Direcciones Regionales de la Producción de los Gobiernos Regionales de Tumbes, Piura, Lambayeque, La Libertad, Ancash, Lima, Callao, Ica, Arquipa, Moquegua y Tacna

(c), (d), (e):

Dirección General de Seguimiento, Control y Vigilancia del Ministerio de Producción and Direcciones Regionales de la Producción de los Gobiernos Regionales de Tumbes, Piura, Lambayeque, La Libertad, Ancash, Lima, Callao, Ica, Arquipa, Moquegua y Tacna

(f):

Director-General de Seguimiento, Control y Vigilancia del Ministerio de la Producción

(g):

Viceministro de Pesquería del Ministerio de la Producción

FILIPIJNEN

(a):

Maritime Industry Authority

(b) to (g):

Bureau for Fisheries and Aquatic Resources, Department of Agriculture

RUSLAND

(a) to (g):

Federal Agency for Fisheries, Territorial department of Barentsevo-Belomorskoye, Primorskoye, Zapadno-Baltiyskoye, Azovo-Chernomorskoye, Amur, Okhotsk, Sakhalin-Kuril, North-Eastern.

SAINT-PIERRE EN MIQUELON

(a), (c) to (g):

DTAM – Service des affaires maritime et portuaires

(b):

Préfecture de Saint-Pierre et Miquelon

SENEGAL

(a):

Agence nationale des Affaires maritimes

(b):

Ministre en charge de la Pêche

(c):

Direction de la Protection et de la Surveillance des Pêches (DPSP)

(d) to (g):

Direction de la Protection et de la Surveillance des Pêches (DPSP)

SEYCHELLEN

(a):

Seychelles Maritime Safety Administration

(b):

Seychelles Licensing Authority

(c) to (g):

Seychelles Fishing Authority

SALOMONSEILANDEN

(a):

Marine Division, Ministry of Infrastructure and Development (MID)

(b) to (g):

Ministry of Fisheries and Marine Resources (MFMR)

ZUID-AFRIKA

(a) to (g):

Branch: Fisheries Management, Department of Agriculture, Forestry and Fisheries

SRI LANKA

(a) to (g):

Department of Fisheries and Aquatic Resources

SINT-HELENA

(a):

Registrar of Shipping, St. Helena Government

(b), (d) to (g):

Senior Fisheries Officer, Directorate of Fisheries, St Helena Government

(c):

H.M. Customs, Government of St Helena

SURINAME

(a):

Maritime Authority Suriname

(b) to (g):

Ministry of Agriculture, Animal Husbandry and Fisheries

TAIWAN

(a):

Council of Agriculture, Executive Yuan

Maritime and Port Bureau, Ministry of Transportation and Communication

(b):

Council of Agriculture, Executive Yuan

(c):

Fisheries Agency, Council of Agriculture, Executive Yuan

(d):

Fisheries Agency, Council of Agriculture, Executive Yuan

Coast Guard Administration, Executive Yuan

(e):

Fisheries Agency, Council of Agriculture, Executive Yuan

(f):

Fisheries Agency, Council of Agriculture, Executive Yuan

(g):

Fisheries Agency, Council of Agriculture, Executive Yuan

FRANSE ZUIDELIJKE EN ZUIDPOOLGEBIEDEN (TAAF)

(a) to (g):

Monsieur le Préfet Administrateur supérieur des Terres Australes et Antarctiques Françaises

THAILAND

(a) and (b):

The Department of Fisheries

The Marine Department

(c) to (g):

The Department of Fisheries

TRISTAN DA CUNHA

(a):

Administration Department

(b), (d):

Administration Department/Fisheries Department

(c), (e), (f), (g):

Fisheries Department

TUNESIË

(a):

Office de la Marine Marchande et des Ports/Ministère du Transport

(b) to (d):

Arrondissement de la Pêche et de l’Aquaculture de Jendouba, Bizerte, Ariana, Tunis, Nabeul, Sousse, Monastir, Mahdia, and Gabes and Division de la Pêche et de l’Aquaculture de Sfax and Médenine

(e) to (g):

La Direction Générale de la Pêche et de l’Aquaculture/Ministère de l’Agriculture et des Ressources hydrauliques

TURKIJE

(a) and (b):

81 Provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs

(c):

General Directorate for Protection and Conservation, 81 Provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs, and 24 Districts Directorate of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs.

(d):

General Directorate for Protection and Conservation, 81 Provincial Directorates of the Ministry of Agriculture and Rural Affairs and Turkish Coast Guard Command

(e) to (g):

General Directorate for Protection and Conservation, Ministry of Agriculture and Rural Affairs

OEKRAÏNE

(a):

State Enterprise Maritime Administration of Illichivsk Sea Fishing Port

State Enterprise Maritime Administration of Kerch Sea Fishing Port

State Enterprise Office of Captain of Mariupol Sea Fishing Port

State Enterprise Office of Captain of Sevastopol Sea Fishing Port

(b) to (g):

State Agency of Fisheries of Ukraine (Derzhrybagentstvo of Ukraine)

VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN

(a) to (g):

Fisheries Department, Ministry of Environment & Water (MOEW)

TANZANIA

(a) to (g):

Director of Fisheries Development

URUGUAY

(a) to (g):

Dirección Nacional de Recursos Acuáticos (DINARA)

VERENIGDE STATEN

(a):

United States Coast Guard, U.S. Department of Homeland Security

(b) to (g):

National Marine Fisheries Service

VENEZUELA

(a) to (b):

Instituto Socialista de la PESCA y Acuicultura

VIETNAM

(a) to (b):

Directorate of Fisheries (D-FISH) at national level

Sub-Departments of Capture Fisheries and Resources Protection at provincial level

(c) and (f):

Sub-Departments of Capture Fisheries

(d):

Fisheries Surveillance Department belonging to D-FISH

Inspections of Agriculture and Rural Development belonging to the provinces

Sub-Departments of Capture Fisheries and Resources Protection.

(e) and (g):

Directorate of Fisheries (D-FISH)

WALLIS EN FUTUNA

(a):

Le Chef du Service des Douanes et des Affaires Maritimes

(b) and (g):

Le Préfet, Administrateur supérieur

(c) to (f):

Le Directeur du Service d’Etat de l’Agriculture, de la Forêt et de la Pêche

JEMEN

(a):

Maritime Affairs Authority — Ministry of Transport

(b) to (g):

Production & Marketing Services Sector — Ministry of Fish Wealth and its branches from Aden, Alhodeidah, Hadramout, Almahara


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/41


HERCULESU III-programma

Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019

Technische bijstand

(C/2018/8568)

(2019/C 111/09)

1.   Doelstellingen en omschrijving

De grondslag voor deze oproep tot het indienen van voorstellen is Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) tot vaststelling van het Hercules III-programma, en met name artikel 8 „Subsidiabele acties”, onder a), en het financieringsbesluit 2019 tot vaststelling van het jaarlijks werkprogramma (2) voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2019, en met name punt 2.1.1 „Technical assistance”, acties 1 tot en met 5. Het financieringsbesluit 2019 voorziet in een oproep tot het indienen van voorstellen voor technische bijstand.

2.   In aanmerking komende indieners

De voor financiering uit het programma in aanmerking komende indieners zijn nationale of regionale overheidsdiensten (hierna „aanvragers” genoemd) van een lidstaat die bijdragen tot het versterken van het optreden van de Europese Unie ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie.

3.   In aanmerking komende acties

Bij deze oproep worden nationale en regionale overheidsdiensten uitgenodigd voorstellen in te dienen voor acties die onder een van de volgende vier thema’s vallen:

1.

Onderzoekshulpmiddelen en -methoden (thema 1) — aanschaf en onderhoud van onderzoekshulpmiddelen en -methoden, met inbegrip van gespecialiseerde opleiding om deze hulpmiddelen te exploiteren.

2.

Hulpmiddelen voor opsporing en identificatie (thema 2) — aanschaf en onderhoud van hulpmiddelen voor het inspecteren van containers, vrachtwagens, spoorwagons en voertuigen („detectiehulpmiddelen”) en voor het identificeren van begunstigden van financiële bijstandsprogramma’s, onder andere via biometrische middelen.

3.

Automatische kentekenplaatherkenning (ANPR) (thema 3) — aanschaf, onderhoud en (grensoverschrijdende) interconnectie van geautomatiseerde systemen voor herkenning van kentekenplaten (ANPR) of containercodes.

4.

Analyse, opslag en vernietiging van in beslag genomen goederen (thema 4) — aanschaf van diensten voor analyse, opslag en vernietiging van in beslag genomen echte of nagemaakte sigaretten en andere namaakgoederen (3).

Er kunnen meerdere voorstellen voor verschillende projecten in het kader van dezelfde oproep worden ingediend. Indieners moeten één hoofdthema kiezen, wat niet uitsluit dat hun voorstel ook elementen van andere thema’s kan bevatten.

4.   Begroting

Het indicatieve beschikbare budget voor deze oproep bedraagt 9 866 200 EUR.

De financiële bijdrage heeft de vorm van een subsidie. De toegekende financiële bijdrage zal maximaal 80 % van de subsidiabele kosten bedragen. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen kan de financiële bijdrage worden verhoogd tot maximaal 90 % van de in aanmerking komende kosten. De criteria ter bepaling van deze uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen worden in het oproepdocument meegedeeld.

De ondergrens voor het budget van een actie op het gebied van technische bijstand bedraagt 100 000 EUR. Het budget van een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, mag niet onder deze drempel liggen.

De Commissie behoudt zich het recht voor om niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

5.   Uiterste datum voor indiening

Uiterste termijn voor het indienen van aanvragen: woensdag 15 mei 2019— 17:00 MET, uitsluitend door middel van het deelnemersportaal van het Hercules III-programma:

https://ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop/en/opportunities/herc/index.html

6.   Nadere inlichtingen

Alle documenten die betrekking hebben op deze oproep kunnen worden gedownload van het onder punt 5 genoemde deelnemersportaal of van de volgende website:

http://ec.europa.eu/anti-fraud/policy/hercule_nl

Vragen en/of verzoeken om nadere inlichtingen over deze oproep dienen via het deelnemersportaal te worden ingediend.

De vragen en antwoorden kunnen anoniem worden gepubliceerd in de op het deelnemersportaal beschikbare gids voor aanvragers en op de website van de Commissie als ze relevant zijn voor andere aanvragers.


(1)  Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma voor de bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (programma „Hercules III”) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6).

(2)  Besluit C(2019) 8568 final van de Commissie van 17 december 2018 tot vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma en de financiering voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2018.

(3)  Er kan financiële steun worden aangevraagd voor de vernietiging van in beslag genomen goederen door een externe dienstverlener. De aanschaf van apparatuur, bijvoorbeeld voor het opzetten van een verbrandingsinstallatie, is uitgesloten.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/43


HERCULES III-programma

Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019

Juridische opleiding en studies

(C/2018/8568)

(2019/C 111/10)

1.   Doelstellingen en omschrijving

De grondslag voor deze oproep tot het indienen van voorstellen is Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) tot vaststelling van het Hercules III-programma, en met name artikel 8 „Subsidiabele acties”, onder a), en het financieringsbesluit 2019 tot vaststelling van het jaarlijks werkprogramma (2) voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2019, en met name punt 2.2.1 „Training actions”, acties 8 en 9. Het financieringsbesluit 2019 voorziet in een oproep tot het indienen van voorstellen voor juridische opleiding en studies.

2.   In aanmerking komende indieners

De voor financiering uit het programma in aanmerking komende indieners zijn:

nationale of regionale overheidsdiensten van een lidstaat die bijdragen tot het versterken van het optreden op Unieniveau ter bescherming van de financiële belangen van de Unie,

of

onderzoeks- en onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties, mits zij al ten minste één jaar bestaan en operationeel zijn in een lidstaat, die bijdragen tot het versterken van het optreden op Unieniveau ter bescherming van de financiële belangen van de Unie.

3.   In aanmerking komende acties

Bij deze oproep worden in aanmerking komende indieners uitgenodigd voorstellen in te dienen voor acties die onder een van de volgende drie thema’s vallen:

1.

Rechtsvergelijkende studies en verspreiding (thema 1) — ontwikkeling van belangrijke onderzoeksactiviteiten, zoals vergelijkend rechtsonderzoek (eventueel met inbegrip van de verspreiding van resultaten en een afsluitende conferentie);

2.

Samenwerking en sensibilisering (thema 2) — verbetering van de samenwerking tussen mensen uit de praktijk en academici, met inbegrip van de organisatie van de jaarlijkse bijeenkomst van de voorzitters van verenigingen voor Europees strafrecht en de bescherming van de financiële belangen van de EU;

3.

Periodieke publicaties (thema 3) — sensibilisering van de rechterlijke macht en andere juridische beroepen voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie, met inbegrip van de verspreiding van wetenschappelijke kennis.

Er kunnen meerdere voorstellen voor verschillende projecten in het kader van dezelfde oproep worden ingediend. Indieners moeten één hoofdthema kiezen, wat niet uitsluit dat hun voorstel ook elementen van andere thema’s kan bevatten.

4.   Begroting

Het indicatieve beschikbare budget voor deze oproep bedraagt 500 000 EUR.

De financiële bijdrage heeft de vorm van een subsidie. De toegekende financiële bijdrage zal maximaal 80 % van de subsidiabele kosten bedragen. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen kan de financiële bijdrage worden verhoogd tot maximaal 90 % van de in aanmerking komende kosten. De criteria ter bepaling van deze uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen worden in het oproepdocument meegedeeld.

De ondergrens voor het budget van een actie op het gebied van juridische opleiding en studies bedraagt 40 000 EUR. Het budget van een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, mag niet onder deze drempel liggen.

De Commissie behoudt zich het recht voor om niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

5.   Uiterste datum voor indiening

Uiterste termijn voor het indienen van aanvragen: woensdag 15 mei 2019 — 17.00 uur MET, uitsluitend door middel van het deelnemersportaal van het Hercules III-programma:

https://ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop/en/opportunities/herc/index.html

6.   Nadere inlichtingen

Alle documenten die betrekking hebben op deze oproep, kunnen worden gedownload van het onder punt 5 genoemde deelnemersportaal of van de volgende website:

http://ec.europa.eu/anti-fraud/policy/hercule_nl

Vragen en/of verzoeken om nadere inlichtingen over deze oproep dienen via het deelnemersportaal te worden ingediend.

De vragen en antwoorden kunnen anoniem worden gepubliceerd in de op het deelnemersportaal beschikbare gids voor aanvragers en op de website van de Commissie als ze relevant zijn voor andere aanvragers.


(1)  Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma voor de bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (programma „Hercules III”) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6).

(2)  Besluit C(2019) 8568 final van de Commissie van 17 december 2018 tot vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma en de financiering voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2018.


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/45


HERCULES III-programma

Oproep tot het indienen van voorstellen — 2019

Opleiding, conferenties en personeelsuitwisseling 2019

(C/2018/8568)

(2019/C 111/11)

1.   Doelstellingen en omschrijving

De grondslag voor deze oproep tot het indienen van voorstellen is Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) tot vaststelling van het Hercules III-programma, en met name artikel 8 „Subsidiabele acties”, onder b), en het financieringsbesluit 2019 tot vaststelling van het jaarlijks werkprogramma (2) voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2019, en met name punt 2.2.1 „Training actions”, acties 1 tot en met 5. Het financieringsbesluit 2019 voorziet in een oproep tot het indienen van voorstellen voor opleiding, conferenties en personeelsuitwisseling in 2019.

2.   In aanmerking komende indieners

De voor financiering uit het programma in aanmerking komende indieners zijn:

nationale of regionale overheidsdiensten van een lidstaat die bijdragen tot het versterken van het optreden op Unieniveau ter bescherming van de financiële belangen van de Unie,

of

onderzoeks- en onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties, mits zij al ten minste één jaar bestaan en operationeel zijn in een lidstaat, die bijdragen tot het versterken van het optreden op Unieniveau ter bescherming van de financiële belangen van de Unie.

3.   In aanmerking komende acties

Bij deze oproep worden in aanmerking komende indieners uitgenodigd voorstellen in te dienen voor acties die onder een van de volgende drie thema’s vallen:

1.

Doelgerichte gespecialiseerde opleidingen (thema 1) — het opzetten van netwerken en structurele platforms tussen lidstaten, kandidaat-lidstaten, andere derde landen en internationale publieke organisaties om zo de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te bevorderen onder het personeel dat in dienst van de begunstigden is; het creëren van synergieën tussen belasting- en douanediensten van de lidstaten, OLAF en andere relevante EU-organen.

2.

Conferenties en workshops (thema 2) — het opzetten van netwerken en structurele platforms tussen lidstaten, kandidaat-lidstaten, andere derde landen en internationale publieke organisaties om zo de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te bevorderen onder het personeel dat in dienst van de begunstigden is; het faciliteren van de uitwisseling van informatie, het identificeren van de behoeften en/of gemeenschappelijke projecten voor de bestrijding van fraude ten nadele van de financiële belangen van de Unie tussen de fraudebestrijdingsdiensten van de lidstaten; het creëren van synergieën tussen belasting- en douanediensten van de lidstaten, OLAF en andere relevante EU-organen.

3.

Personeelsuitwisseling (thema 3) — het organiseren van uitwisseling van personeel tussen nationale en regionale overheidsdiensten (met name in (potentiële) kandidaat-lidstaten en naburige landen) om bij te dragen aan de verdere ontwikkeling, verbetering en actualisering van de vaardigheden en competenties ter bescherming van de financiële belangen van de Unie.

Er kunnen meerdere voorstellen voor verschillende projecten in het kader van dezelfde oproep worden ingediend. Indieners moeten één hoofdthema kiezen, wat niet uitsluit dat hun voorstel ook elementen van andere thema’s kan bevatten.

4.   Budget

Het indicatieve beschikbare budget voor deze oproep bedraagt 1 100 000 EUR. De financiële bijdrage heeft de vorm van een subsidie. De toegekende financiële bijdrage zal maximaal 80 % van de subsidiabele kosten bedragen.

De ondergrens voor het budget van een actie op het gebied van opleiding bedraagt 40 000 EUR. Het budget van de actie waarvoor subsidie wordt aangevraagd, mag niet onder deze drempel liggen.

De Commissie behoudt zich het recht voor om niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

5.   Uiterste datum voor indiening

Uiterste termijn voor het indienen van voorstellen: woensdag 15 mei 2019 — 17.00 uur MET, uitsluitend door middel van het deelnemersportaal van het Hercules III-programma:

https://ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop/en/opportunities/herc/index.html

6.   Nadere inlichtingen

Alle documenten die betrekking hebben op deze oproep kunnen worden gedownload van het onder punt 5 genoemde deelnemersportaal of van de volgende website:

http://ec.europa.eu/anti-fraud/policy/hercule_nl

Vragen en/of verzoeken om nadere inlichtingen over deze oproep dienen via het deelnemersportaal te worden ingediend.

De vragen en antwoorden kunnen anoniem worden gepubliceerd in de op het deelnemersportaal beschikbare gids voor aanvragers en op de website van de Commissie als ze relevant zijn voor andere aanvragers.


(1)  Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma voor de bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (programma „Hercules III”) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20 maart 2014, blz. 6).

(2)  Besluit C(2019) 8568 final van de Commissie van 17 december 2018 tot vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma en de financiering voor de uitvoering van het Hercules III-programma in 2019.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/47


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India

(2019/C 111/12)

Op grond van artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op eigen initiatief besloten een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India.

1.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat (pet) met een viscositeitsgetal van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, momenteel ingedeeld onder GN-code 3907 61 00, van oorsprong uit India („het onderzochte product”).

2.   Bestaande maatregelen

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad van 21 mei 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009 (2) („Verordening nr. 461/2013”), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1468 van de Commissie van 1 oktober 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad („Verordening 2018/1468”) (3), is een definitief compenserend recht ingesteld. De geldende maatregelen bestaan uit specifieke rechten. Op 22 mei 2018 heeft de Commissie een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen geopend (4).

3.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Er is voldoende bewijsmateriaal dat wijzigingen zijn opgetreden in de omstandigheden op grond waarvan de bestaande maatregelen zijn ingesteld en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

Dit bewijsmateriaal heeft betrekking op de specifieke context van de prijsontwikkeling en van de antidumping- en compenserende maatregelen in het oorspronkelijke onderzoek, evenals op het toegenomen belang van subsidies met financiële voordelen die grotendeels in verhouding staan tot de waarde van de uitvoer. In overweging 134 van Verordening 2018/1468 wordt gepreciseerd dat, in tegenstelling tot het oorspronkelijke onderzoek, specifieke rechten mogelijkerwijs niet langer de meest geschikte vorm van de maatregelen zijn. De reden hiervoor is dat de twee belangrijkste subsidieregelingen die tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek zijn vastgesteld (Duty Drawback Scheme en Merchandise Exports from India Scheme), financiële voordelen opleveren die grotendeels aan de uitvoerprijs zijn gekoppeld. Dit impliceert dat het bedrag van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies toeneemt met een stijging van de uitvoerprijs.

4.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tot de vorm van de maatregelen beperkt gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, opent zij een nieuw onderzoek op grond van artikel 19, lid 1, van de basisverordening. De opening van het onderzoek wordt gesteund door het Committee of PET Manufacturers in Europe. Onderzocht zal worden of het gebruik van specifieke rechten nog steeds passend is, of dat de compenserende maatregelen niet meer in overeenstemming met de gewijzigde omstandigheden zouden zijn als zij de vorm kregen van ad-valoremrechten, waarvan de hoogte reeds bij eerdere onderzoeken is vastgesteld:

Onderneming

Compenserend recht (EUR/t) (5)

Compenserend recht (%) (6)

Reliance Industries Limited

29,21

4,0 %

Pearl Engineering Polymers Ltd.

74,6

13,8 %

Senpet Ltd.

22,0

4,43 %

Futura Polyesters Ltd.

0

0 %

Dhunseri Petrochem Limited

18,73

2,3 %

IVL Dhunseri Petrochem Industries Private Limited

18,73

2,3 %

Micro Polypet Pvt. Ltd.

18,73

2,3 %

Alle andere ondernemingen

69,4

13,8 %

Bij het onderzoek kan de Commissie onder meer nagaan of de omstandigheden ingrijpend zijn gewijzigd.

De regering van India is uitgenodigd voor overleg.

Bij Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad (7), die op 8 juni 2018 in werking is getreden (het moderniseringspakket voor de handelsbeschermingsinstrumenten), zijn de tevoren in het kader van antisubsidieprocedures geldende tijdschema’s en uiterste termijn gewijzigd (8). De Commissie verzoekt de belanghebbenden daarom de in dit bericht en in latere mededelingen van de Commissie vastgelegde procedurele stappen en termijnen in acht te nemen.

4.1.   Schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de vraag of het passend is de vorm van de maatregelen te wijzigen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

4.2.   Belanghebbenden

Om aan het onderzoek mee te werken, moeten belanghebbenden, zoals producenten-exporteurs, producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties eerst aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Beschouwd worden als een belanghebbende laat de toepassing van artikel 28 van de basisverordening onverlet.

Het dossier voor inzage door belanghebbenden is toegankelijk via het platform Tron.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI). Volg de instructies op die pagina om toegang te krijgen.

4.3.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord.

Het verzoek om te worden gehoord moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed, alsook een samenvatting bevatten van wat de belanghebbende tijdens de hoorzitting wenst te bespreken. De hoorzitting zal worden beperkt tot de punten die vooraf schriftelijk door de belanghebbenden zijn aangedragen.

Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op de opening van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de diensten van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen akkoord te gaan met hoorzittingen buiten dit tijdschema alsmede het recht van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen hoorzittingen te weigeren. Wanneer de diensten van de Commissie een verzoek om te worden gehoord afwijzen, zal de betrokken partij in kennis worden gesteld van de redenen daarvoor.

In beginsel worden hoorzittingen niet gebruikt om feitelijke informatie te presenteren die nog niet in het dossier is opgenomen. Desalniettemin kan de belanghebbenden, uit het oogpunt van behoorlijk bestuur en om de diensten van de Commissie in staat te stellen vooruitgang in het onderzoek te boeken, na een hoorzitting worden opgedragen nieuwe feitelijke informatie te verstrekken.

4.4.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken uitdrukkelijk toestemming te verlenen a) voor gebruik van de informatie en gegevens door de Commissie ten behoeve van deze handelsbeschermingsprocedure, en b) voor het verstrekken van de informatie en/of gegevens aan belanghebbenden in dit onderzoek in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun rechten van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (9). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie.

Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN” op de website van het directoraat-generaal Handel (10). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-R699-PET@ec.europa.eu

5.   Tijdschema voor het nieuwe onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

6.   Mogelijkheid om opmerkingen te maken over door andere belanghebbenden ingediende informatie

Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door de andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen.

Opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend.

Teneinde het onderzoek binnen de voorgeschreven termijnen af te ronden, zal de Commissie na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de mededeling van de definitieve bevindingen geen opmerkingen van belanghebbenden meer aanvaarden.

7.   Verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen

Een eventuele verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is.

Verlengingen van de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijsten kunnen worden verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is, en zijn normaliter beperkt tot drie extra dagen. Dergelijke verlengingen zijn in de regel niet langer dan zeven dagen. Wat de termijnen voor de indiening van andere in dit bericht genoemde informatie betreft, zijn verlengingen in beginsel beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

8.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. Die belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

9.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. In beginsel gelden de in punt 4.3 vastgestelde termijnen voor verzoeken om door de diensten van de Commissie te worden gehoord, mutatis mutandis voor verzoeken om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11).

Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157639.htm).


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  PB L 137 van 23.5.2013, blz. 1.

(3)  PB L 246 van 2.10.2018, blz. 3.

(4)  Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India (PB C 173 van 22.5.2018, blz. 9).

(5)  Bron: Verordening (EU) nr. 461/2013, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1468.

(6)  Bron: Verordening (EU) 2018/1468 (voor Reliance Industries Limited, Dhunseri Petrochem Limited, IVL Dhunseri Petrochem Industries Private Limited en Micro Polypet Pvt. Ltd) en Verordening (EG) nr. 1286/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 193/2007 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op polyethyleentereftalaat (PET) uit India en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 192/2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op polyethyleentereftalaat (PET) uit, onder meer, India (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie en Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 143 van 7.6.2018, blz. 1).

(8)  „Short overview of the deadlines and timelines in the investigative process”, te vinden op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156922.pdf).

(9)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(10)  http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf

(11)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/52


Bericht tot wijziging van het bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van stalen wielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2019/C 111/13)

Op 15 februari 2019 heeft de Commissie een bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van stalen wielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (1) („bericht van 15 februari 2019”) bekendgemaakt. De Commissie is er daarna op gewezen dat een bepaalde productcategorie die onder de definitie van het betrokken product valt, onbedoeld is beschreven in de lijst van producten die van het toepassingsgebied zijn uitgesloten.

Bijgevolg rectificeert de Commissie hierbij het bericht van 15 februari 2019 om de reële strekking van het lopende onderzoek weer te geven. Belanghebbenden vinden nadere informatie in een mededeling in het dossier.

1.   Onderzocht product

De lijst van uitgesloten producten in punt 2 van het bericht van 15 februari 2019, die luidt:

„De volgende producten blijven buiten beschouwing:

stalen wielen: bestemd voor de industriële montage van motoculteurs, momenteel ingedeeld onder onderverdeling 8701 10; van motorvoertuigen, momenteel ingedeeld onder post 8703; van motorvoertuigen momenteel ingedeeld onder post 8704 met een motor met zelfontsteking (diesel- of semidieselmotor) met een cilinderinhoud van niet meer dan 2 500 cm3 dan wel met vonkontsteking met een cilinderinhoud van niet meer dan 2 800 cm3; van motorvoertuigen momenteel ingedeeld onder post 8705.

wielen voor quads voor gebruik op de weg,

stervormige delen van wielen, uit een stuk gegoten, van staal,

wielen voor motorvoertuigen die specifiek bestemd zijn voor gebruik buiten de openbare weg (bijvoorbeeld wielen voor landbouw- of bosbouwtrekkers, vorkheftrucks, pusbacktrucks, dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein).”

moet als volgt worden gelezen:

„De volgende producten blijven buiten beschouwing:

stalen wielen bestemd voor de industriële montage van motoculteurs, momenteel ingedeeld onder onderverdeling 8701 10;

wielen voor quads voor gebruik op de weg,

stervormige delen van wielen, uit een stuk gegoten, van staal,

wielen voor motorvoertuigen die specifiek bestemd zijn voor gebruik buiten de openbare weg (bijvoorbeeld wielen voor landbouw- of bosbouwtrekkers, vorkheftrucks, pusbacktrucks, dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein).”.

2.   Verduidelijking betreffende de GN-codes

De verwijzing naar GN-en Taric-codes, die uitsluitend ter informatie worden vermeld in punt 3, eerste alinea, van het bericht van 15 februari 2019, luidende:

„Het product dat met dumping zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8708 70 99 en ex 8716 90 90 (Taric-codes 8708709920, 8708709980, 8716909095, 8716909097), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”). De GN- en Taric-codes worden slechts ter informatie vermeld.”

moet als volgt worden gelezen:

„Het product dat met dumping zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8708 70 10, ex 8708 70 99 en ex 8716 90 90 (Taric-codes 8708701080, 8708701085, 8708709920, 8708709980, 8716909095, 8716909097), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”). De GN- en Taric-codes worden slechts ter informatie vermeld.”.

3.   Procedure

3.1.    Opmerkingen

Alle belanghebbenden, inclusief producenten-exporteurs, importeurs en gebruikers en hun verenigingen, wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en informatie en bewijsmateriaal in te dienen betreffende de opneming van de in punt 1 van dit bericht bedoelde productcategorie. Opmerkingen over de opneming van die productcategorie in het antidumpingonderzoek dat is geopend bij het bericht van 15 februari 2019 moeten binnen zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

Alle betrokken belanghebbenden wordt verzocht om onmiddellijk, maar uiterlijk zeven dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, contact op te nemen met de Commissie of, indien nodig, de informatie die zij na de bekendmaking van het bericht van 15 februari 2019 hebben ingediend, aan te vullen.

Met name wordt producenten-exporteurs verzocht de informatie die zij na de bekendmaking van het bericht van 15 februari 2019 hebben ingediend, zo nodig aan te vullen of bijlage I en/of bijlage III bij het bericht van 15 februari 2019 in te vullen. Die bijlagen moeten uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

Voorts wordt niet-verbonden importeurs verzocht de informatie die zij na de bekendmaking van het bericht van 15 februari 2019 hebben ingediend, zo nodig aan te vullen of bijlage II bij het bericht van 15 februari 2019 in te vullen. Die bijlage moet uiterlijk zeven dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

De Commissie kan in voorkomend geval de steekproeven aanpassen.

Na het verstrijken van de bovenvermelde termijnen ingediende standpunten en informatie kunnen buiten beschouwing worden gelaten.

3.2.    Hoorzittingen

Overeenkomstig artikel 5, lid 10, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (2) kunnen alle belanghebbenden binnen vijftien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie ook verzoeken om door de Commissie te worden gehoord.

Het tijdschema voor de hoorzittingen in punt 5.7 van het bericht van 15 februari 2019 blijft van toepassing op dit onderzoek.

3.3.    Andere procedureregels

Alle andere procedureregels in de punten 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 van het bericht van 15 februari 2019 blijven van toepassing op dit onderzoek.


(1)  PB C 60 van 15.2.2019, blz. 19.

(2)  Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21; laatstelijk gewijzigd bij PB L 143 van 7.6.2018, blz. 1).


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/54


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9318 — Colisée/Armonea)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 111/14)

1.   

Op 18 maart 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Financière Colisée S.A.S. („Colisée”, Frankrijk). Colisée staat onder zeggenschap van Indigo International, een onderneming die onder zeggenschap staat van IK VIII Limited, een fonds dat wordt beheerd door IK Investment Partners;

Armonea Group NV („Armonea”, België). Armonea staat momenteel onder zeggenschap van Cofintra SA en Oaktree Invest NV via Stichting Administratiekantoor Armonea.

Colisée verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Armonea.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Colisée: Franse rusthuisuitbater die woonzorgcentra beheert en thuiszorgdiensten aanbiedt;

—   Armonea: Belgische rusthuisuitbater die woonzorgcentra, serviceflats en residenties beheert.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9318 — Colisée/Armonea

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/56


Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van een aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

(2019/C 111/15)

De Europese Commissie heeft deze aanvraag voor een minimale wijziging overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1) goedgekeurd.

De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de DOOR-databank van de Commissie.

ENIG DOCUMENT

„ABONDANCE”

EU-nr.: PDO-FR-00105-AM02 — 26.9.2018

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam/Namen

„Abondance”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.3. Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Abondance” is een halfverhitte geperste kaas, gemaakt van gestremde, rauwe en volle melk. De kaas rijpt ten minste 100 dagen.

Hij wordt aangeboden in de vorm van een plat cilindervormig wiel met een dikte van 7 tot 8 cm, een holronde zijkant, en een gewicht van 6 tot 12 kg.

De kaas heeft een goudgele tot bruine gewassen korst met een weefselstructuur. De kaasmassa is soepel, smeltend, niet-elastisch, en is ivoorkleurig tot bleekgeel. Ze vertoont doorgaans ook enkele regelmatige, ver uiteenliggende gaten. Ze kan ook enkele fijne barsten vertonen.

De kaas bevat ten minste 48 gram vet per 100 gram kaas na volledige droging en het gehalte aan droge stof mag niet lager zijn dan 58 gram per 100 gram kaas.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Om het verband met het afgebakende gebied te garanderen, moet de kudde overwegend worden gevoerd met uit dat gebied afkomstig voer. Het grondrantsoen bestaat voor ten minste 50 % (in brutogewicht) uit weidegras in de zomer en uit hooi dat in de winter naar believen wordt toegediend.

Het gedeelte van de voeding dat niet uit het geografische gebied zelf afkomstig is, mag niet meer bedragen dan 35 % (drooggewicht) van de droge stof die jaarlijks door de kudde wordt verbruikt.

In de zomer moeten de melkkoeien ten minste 150 dagen (al dan niet na elkaar) in de wei grazen.

Droogvoer dat niet in het afgebakende geografische gebied wordt geproduceerd, is alleen toegestaan als bijvoer en mag niet meer dan 30 % van de jaarlijkse behoeften aan droogvoer, uitgedrukt in brutogewicht van de kudde van het bedrijf, uitmaken.

Als aanvulling op het grondrantsoen is de toediening van aanvullend voeder beperkt tot 1 800 kg (brutogewicht) per melkkoe per jaar en tot 500 kg/GVE per jaar voor vaarzen. De toegelaten enkelvoudige of samengestelde aanvullende voeding is opgenomen in een positieve lijst.

Verboden in het voer van de kudde is het gebruik van kuilvoer, gegist voer, ingepakte balen en voer dat de geur of de smaak van de melk of de kaas ongunstig kan beïnvloeden of voer dat gevaar van bacteriologische besmetting met zich meebrengt.

Het is verboden transgene gewassen te telen op alle oppervlakken van een bedrijf waar melk wordt geproduceerd die is bestemd om te worden verwerkt tot „Abondance”. Dit verbod geldt voor alle plantensoorten die mogelijk als voer kunnen worden gegeven aan de dieren van het bedrijf en voor elke teelt van rassen die deze soorten kunnen verontreinigen.

De melk die voor de kaasmakerij wordt gebruikt, is uitsluitend afkomstig van de volgende runderrassen: Abondance, Tarentaise of Montbéliarde.

De totale kudde waarvoor op een identificatieverklaring voor de oorsprongsbenaming „Abondance” is onderschreven, bestaat voor ten minste 45 % uit dieren van het ras Abondance.

De kudde van elke melkproducent die na 7 december 2012 een identificatieverklaring voor de oorsprongsbenaming „Abondance” heeft onderschreven, bestaat voor ten minste 45 % uit dieren van het ras Abondance.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De productie van de melk en de vervaardiging en de rijping van de kaas vinden plaats in het geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Om de korstflora te beschermen, moeten de kazen afzonderlijk worden verpakt. Wanneer de kazen echter naar een werkplaats gaan waar ze worden versneden, ingepakt of waar ze (verder) rijpen, dan hoeft dit niet te gebeuren op voorwaarde dat ze worden vervoerd in een transportmiddel waarin de korst normaal gezien niet beschadigd geraakt.

Wanneer de kaas in voorverpakte vorm wordt verkocht, moeten de stukken aan drie kanten een korst hebben, maar mag de korstflora van de korst zijn verwijderd.

Stukken die bestemd zijn voor de industrie waar de kaas een tweede verwerking ondergaat, mogen zonder korst worden verpakt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Behalve het BOB-logo van de Europese Unie moet op het etiket van de hele kazen of de in porties verdeelde kazen met de oorsprongsbenaming „Abondance” de naam van de benaming worden aangebracht in een lettertype dat minstens even groot is als twee derde van het grootste op het etiket voorkomende lettertype.

Alle kazen die gesneden worden aangeboden, moeten aan een kant een etiket of een neteldoek dragen.

Elk „Abondance”-wiel dat bestemd is voor de verkoop, wordt geïdentificeerd door een specifiek merkteken aan de hand waarvan de kaas kan worden herkend. Dit merkteken wordt tijdens het persen op de zijkant van elk kaaswiel geplaatst.

Elk identificatiemerk, vierkant en rood voor kazen die in een zuivelbedrijf zijn gemaakt, en elliptisch en groen voor kazen die op de boerderij zijn vervaardigd, moet ten minste de volgende vermeldingen bevatten:

de identificatiecode van de kaasmakerij;

het woord „fermier” voor kazen die op de boerderij zijn gemaakt.

De dag en maand van de vervaardiging worden vermeld op de zijkant, in de buurt van het identificatiemerk, met behulp van cijfers of letters van caseïne of met behulp van voedselinkt.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Abondance, Alex, Allèves, Allonzier-la-Caille, Amancy, Andilly, Annecy (uniquement pour la partie correspondante au territoire de l’ancienne commune d’Annecy-le-Vieux), Arâches-la-Frasse, Arbusigny, Arenthon, Armoy, Ayse, (La) Balme-de-Thuy, (La) Baume, Beaumont, Bellevaux, Bernex, (Le) Biot, Bluffy, Boëge, Bogève, Bonnevaux, Bonneville, (Le) Bouchet-Mont-Charvin, Brenthonne, Brizon, Burdignin, Cercier, Cernex, Cervens, Chainaz-les-Frasses, Chamonix-Mont-Blanc, Champanges, (La) Chapelle-d’Abondance, (La) Chapelle-Rambaud, (La) Chapelle-Saint-Maurice, Charvonnex, Châtel, Châtillon-sur-Cluses, Chevaline, Chevenoz, Choisy, (Les) Clefs, (La) Clusaz, Cluses, Collonges-sous-Salève, Combloux, Contamine-sur-Arve, (Les) Contamines-Montjoie, Copponex, Cordon, Cornier, (La) Côte-d’Arbroz, Cruseilles, Cusy, Cuvat, Demi-Quartier, Dingy-Saint-Clair, Domancy, Doussard, Duingt, Entremont, Entrevernes, Essert-Romand, Etaux, Faucigny, Faverges-Seythenex, Fessy, Féternes, Fillière, Fillinges, (La) Forclaz, (Les) Gets, Giez, (Le) Grand-Bornand, Groisy, Gruffy, Habère-Lullin, Habère-Poche, Héry-sur-Alby, (Les) Houches, Larringes, Lathuile, Leschaux, Lucinges, Lugrin, Lullin, Lyaud, Magland, Manigod, Marcellaz, Marignier, Marnaz, Megève, Mégevette, Meillerie, Menthon-Saint-Bernard, Menthonnex-en-Bornes, Mieussy, Mont-Saxonnex, Montmin-Talloires, Montriond, Morillon, Morzine, (La) Muraz, Mûres, Nancy-sur-Cluses, Nâves-Parmelan, Novel, Onnion, Orcier, Passy, Peillonnex, Pers-Jussy, (Le) Petit-Bornand-les-Glières, Praz-sur-Arly, Présilly, Quintal, (Le) Reposoir, Reyvroz, (La) Rivière-Enverse, (La) Roche-sur-Foron, Saint-André-de-Boëge, Saint-Blaise, Saint-Eustache, Saint-Ferréol, Saint-Gervais-les-Bains, Saint-Gingolph, Saint-Jean-d’Aulps, Saint-Jean-de-Sixt, Saint-Jean-de-Tholome, Saint-Jeoire, Saint-Jorioz, Saint-Laurent, Saint-Paul-en-Chablais, Saint-Pierre-en-Faucigny, Saint-Sigismond, Saint-Sixt, Sallanches, Samoëns, (Le) Sappey, Saxel, Scionzier, Serraval, Servoz, Sévrier, Seytroux, Sixt-Fer-à-Cheval, Taninges, Thollon-les-Mémises, Thônes, Thyez, (La) Tour, Vacheresse, Vailly, Val de Chaise, Vallorcine, Verchaix, (La) Vernaz, Vers, Veyrier-du-Lac, Villard, (Les) Villards-sur-Thônes, Villaz, Ville-en-Sallaz, Villy-le-Bouveret, Villy-le-Pelloux, Vinzier, Viuz-en-Sallaz, Viuz-la-Chiésaz, Vougy, Vovray-en-Bornes.

5.   Verband met het geografische gebied

Wat de natuurlijke factoren betreft, is het geografische gebied van de „Abondance” vastgesteld op basis van de bakermat van de productie van deze kaas: Pays d’Abondance (met inbegrip van de Vallée d’Abondance), in de Chablais, het noordoostelijke gedeelte van het departement Haute-Savoie, tussen het meer van Genève en de vallei van de Giffre. Dit geografische gebied vertoont specifieke klimaateigenschappen door zijn ligging en reliëf, doordat het meer van Genève vlakbij is en door de bosrijke omgeving.

De geologische aard van de grondsoorten, voornamelijk de pre- of subalpiene kalkmassieven en massieve kalkrotsen van de noordelijke Alpen, waar de alpiene zone niet sterk ontwikkeld is, in combinatie met een bijzonder klimaat (veel neerslag in de zomer) met uitgesproken warmteschommelingen, heeft de vorming van een zacht reliëf tot gevolg gehad zodat het mogelijk was om de alpenweiden met hun rijke flora te ontginnen.

Wat de menselijke factoren betreft, was het in deze moeilijke levensomstandigheden vanzelfsprekend dat de ruimte zou worden aangewend voor de teelt van melkkoeien. Die veeteelt is al sinds eeuwen aan de gang en wordt gekenmerkt door het gebruik van specifieke rassen en een bijzondere organisatie van de beweiding.

De door de veehouders gebruikte rassen (Abondance, Tarentaise en Montbéliarde) zijn bijzonder goed aangepast aan het natuurlijke milieu. Zo brengt het ras Abondance (dat genoemd is naar de vallei), dat gewend is aan moeilijke reliëf- en klimaatomstandigheden, dieren voort die bijzonder robuust en gehard zijn en die voor verschillende doeleinden geschikt zijn, maar voornamelijk voor de melkproductie. De melk van dit ras heeft zeer goede eigenschappen voor de kaasmakerij. Deze runderen krijgen veel aandacht van de veehouders, die het ras — dat historisch met deze kaas verbonden is — willen behouden en vermeerderen in het geografische gebied zodat het ook een grotere bijdrage kan leveren aan de kaasmakerij.

In deze streek wordt al verschillende eeuwen „Abondance” gemaakt. Vanaf de 13e eeuw hebben de kanunniken van de abdij van Abondance de vervaardiging van deze kaas aangemoedigd, met name door de ontginning van de alpenweiden te bevorderen. Ook vandaag nog halen de melkkoeien hun voeding voornamelijk uit de grassen en planten van de weiden of alpenweiden. Die alpenweiden worden geëxploiteerd volgens een systeem dat „montagne individuelle” wordt genoemd, wat betekent dat de kudden niet in grote groepen mogen grazen, maar dat elke kudde die tot een familie behoort, afzonderlijk graast. Deze organisatie is een kenmerk van de alpenweiden in deze streek en hangt historisch samen met de kaasproductie op de boerderij.

Vandaag de dag is de „Abondance” nog altijd een van de producten die op de boerderij worden gemaakt, maar deze kaas wordt nu ook vervaardigd in zuivelbedrijven, waarbij nog steeds het traditionele vakmanschap wordt toegepast, met name het gebruik van rauwe melk en de technologie van een halfverhitte kaasmassa.

De „Abondance” is een halfverhitte geperste kaas, uitsluitend gemaakt van rauwe en volle koemelk, die een lange rijpingstijd heeft.

De „Abondance” is anders dan andere verhitte geperste kazen omdat hij kleiner is en een holronde zijkant heeft. Voorts ook omdat hij een soepele textuur heeft en een rijk smakenpalet met doorgaans een licht bittere toets.

De rijke flora van het geografische gebied wordt optimaal benut door de melkkoeien, die aan de omgevingsomstandigheden zijn aangepast. Dankzij de flora van de weiden zitten er smaakprecursoren in de „Abondance”-kaas. Dit fenomeen wordt bevorderd doordat de kaasmakers rauwe en volle melk gebruiken. De melk ondergaat dus geen verwerking die de flora zou kunnen veranderen.

„Abondance” is een halfverhitte geperste kaas. Door de techniek van het persen en half verhitten ontstaat er een soepeler textuur dan die van verhitte geperste kazen. Deze soepele textuur heeft ertoe geleid dat men een bepaalde gietvorm is gaan gebruiken om het typische formaat van de „Abondance” te verkrijgen zodat de kaas ook beter houdt wanneer hij van de alpenweiden naar beneden wordt gebracht.

Het formaat van de kaas, dat relatief klein is vergeleken met dat van andere, vooral verhitte, geperste kazen, hangt rechtstreeks samen met de wijze waarop een kudde van één familie op een alpenwei wordt gehouden en met de historische vervaardiging van kaas op de boerderij.

Deze productie maakt integraal deel uit van het evenwicht van de plaatselijke economie en dankzij de erkenning van de benaming was het mogelijk om de traditionele landbouwactiviteiten in deze streek te behouden.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-63b62c15-490c-417a-bde8-c73f4f4c4711


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17.


Rectificaties

25.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/60


Rectificatie van de staat van ontvangsten en uitgaven van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) voor het begrotingsjaar 2018

( Publicatieblad van de Europese Unie C 108 van 22 maart 2018 )

(2019/C 111/16)

Bladzijde 149, kolom „Kredieten 2017”:

rij „Hoofdstuk 2 0”:

in plaats van:

„2 379 181”,

lezen:

„2 369 181”;

rij „Titel 2 — Totaal”:

in plaats van:

„3 362 666”,

lezen:

„3 352 666”;

rij „Hoofdstuk 3 2”:

in plaats van:

„3 771 381”,

lezen:

„3 771 380”;

rij „Titel 3 — Totaal”:

in plaats van:

„4 774 144”,

lezen:

„4 774 143”;

rij „TOTAAL-GENERAAL”:

in plaats van:

„24 009 257”,

lezen:

„23 999 256”.