|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 91 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
62e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2019/C 91/01 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2019/C 91/02 |
|
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
11.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 91/1 |
Wisselkoersen van de euro (1)
8 maart 2019
(2019/C 91/01)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1222 |
|
JPY |
Japanse yen |
124,72 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4600 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,85905 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
10,6316 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,1324 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
136,40 |
|
NOK |
Noorse kroon |
9,8733 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,641 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
315,95 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,3002 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,7448 |
|
TRY |
Turkse lira |
6,1287 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5964 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,5099 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,8092 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6530 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5257 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 275,60 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,3022 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,5451 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,4122 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
16 068,78 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5916 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
58,706 |
|
RUB |
Russische roebel |
74,5885 |
|
THB |
Thaise baht |
35,675 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
4,3605 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
21,9600 |
|
INR |
Indiase roepie |
78,7330 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
11.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 91/2 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/03/2019
Programma voor intra-Afrikaanse academische mobiliteit
(2019/C 91/02)
1. Doelstellingen en beschrijving
De algemene doelstelling van het programma is het bevorderen van de ontwikkeling van menselijk kapitaal in Afrika en om de intra-Afrikaanse samenwerking te versterken, zoals opgeroepen in Agenda 2063.
De specifieke doelstellingen van het programma zijn:
|
— |
het vergroten van de inzetbaarheid van studenten; |
|
— |
het verbeteren van de kwaliteit van het hoger onderwijs in Afrika en de relevantie ervan voor de ontwikkelingsvisie van Afrika; |
|
— |
het bevorderen van de modernisering en internationalisering van de instellingen voor hoger onderwijs in Afrika en van de ontwikkeling van een Afrikaans hoger onderwijs en een onderzoekruimte. |
Verwacht wordt dat mobiliteit van studenten en personeel tussen instellingen voor hoger onderwijs hen zal helpen meer kennis en betere vaardigheden te verwerven en dat de uitwisseling van praktijken een positieve weerslag zal hebben op de kwaliteit en de relevantie van het lesgeven en het leren. Daarnaast draagt het programma bij aan het verbeteren van strategieën voor modernisering en internationalisering van instellingen voor hoger onderwijs door middel van het opzetten van mechanismen voor het beheer van de mobiliteitsstromen. Hierdoor zullen het vermogen om partnerschappen met andere instellingen aan te gaan worden versterkt, zodat samenwerking en gezamenlijk onderzoek tot stand gebracht kunnen worden.
Voorts brengt het programma partners uit verschillende regio’s bijeen, die mechanismen moeten invoeren om de uitwisselingen te organiseren, zoals regelingen voor het vergelijken van onderwijsprogramma’s en voor het erkennen van buitenlandse studieperioden. Hierdoor zullende harmonisatie en standaardisering van het hoger onderwijs worden bevorderd en zal een substantiële bijdrage worden geleverd aan regionale integratie.
2. In aanmerking komende kandidaten en samenstelling van het partnerschap
Het partnerschap moet bestaan uit minimaal vier en maximaal zes Afrikaanse instellingen voor hoger onderwijs als partners (inclusief de aanvragende instelling) en één technische partner uit de EU.
Voor subsidie in aanmerking komende kandidaten en partners zijn in Afrika geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs die cursussen op postdoctoraal niveau (masterniveau en/of doctorsgraad) aanbieden, die leiden tot een kwalificatie die wordt erkend door de bevoegde instanties in hun eigen land. Alleen instellingen voor hoger onderwijs die erkend zijn door de relevante nationale autoriteiten in Afrika, komen voor subsidie in aanmerking. Afdelingen van instellingen voor hoger onderwijs buiten Afrika komen niet voor subsidie in aanmerking.
De technische partner is een instelling voor hoger onderwijs uit een van de lidstaten van de EU, waaraan een Erasmus-handvest voor het hoger onderwijs is toegekend.
3. Subsidiabele activiteiten en duur
Het project omvat het organiseren en uitvoeren van studentenmobiliteit in master- en doctoraalprogramma’s van hoge kwaliteit, evenals mobiliteit van academisch/administratief personeel, het verschaffen van onderwijs/opleiding en andere diensten aan buitenlandse studenten alsook onderricht/training en onderzoeksopdrachten en andere diensten aan personeel van de aan het project deelnemende landen. De mobiliteit mag uitsluitend plaatsvinden in een van de voor deze oproep tot het indienen van voorstellen in aanmerking komende landen.
De duur van het project moet 60 maanden bedragen.
4. Toekenningscriteria
Alle aanvragen worden door externe deskundigen getoetst aan de volgende drie gunningscriteria:
|
Criteria |
Punten |
||
|
20 |
||
|
70 |
||
|
15 |
||
|
15 |
||
|
20 |
||
|
10 |
||
|
10 |
||
|
10 |
||
|
TOTAAL |
100 |
De voorstellen moeten een minimumscore van 50 van in totaal 100 punten behalen om voor financiële steun in aanmerking te komen.
5. Begroting en subsidiebedragen
Het totale indicatieve bedrag dat in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar wordt gesteld, wordt geraamd op 9 800 000 EUR en moet ongeveer 350 mobiliteitsstromen mogelijk maken.
Iedere subsidie bedraagt minimaal 1 000 000 EUR en maximaal 1 400 000 EUR.
De subsidie van de EU is gebaseerd op de toepassing van vaste bedragen voor het organiseren van mobiliteit en eenheidskosten voor het uitvoeren van mobiliteit.
6. Indiening van voorstellen en uiterste datum
De uiterste datum voor het indienen van voorstellen in het kader van het programma voor intra-Afrikaanse academische mobiliteit is 12 juni 2019 om 12.00 uur (’s middags), Belgische tijd.
Voor de indiening van een subsidieaanvraag moet gebruik worden gemaakt van het elektronische formulier (eForm) en de bijlagen die speciaal voor dit doel zijn ontwikkeld. Deze zijn te vinden op de website van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur(https://eacea.ec.europa.eu/intra-africa/beneficiaries-space/intra-africa-academic-mobility-scheme-2019_en).
Alleen aanvragen die op elektronische wijze (eForm met bijlagen) zijn ingediend, worden als geldige aanvragen beschouwd.
Daarnaast moeten aanvragers, onder duidelijke vermelding van het projectregistratienummer verkregen bij indiening van het elektronische formulier, een kopie van hun aanvraag (eForm met bijlagen) per e-mail naar het volgende adres verzenden: EACEA-IntraAfrica-IntraACP@ec.europa.eu
Alleen aanvragen die binnen de vastgestelde termijn zijn ingediend en die in overeenstemming zijn met de in de oproep tot het indienen van voorstellen aangegeven vereisten, zullen worden aanvaard. Aanvragen die uitsluitend per e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
7. Volledige informatie
De richtsnoeren van de oproep tot het indienen van voorstellen en alle relevante informatie en documenten voor de indiening van voorstellen in het kader van deze oproep zijn te vinden op de website van het Agentschap: https://eacea.ec.europa.eu/intra-africa/beneficiaries-space/intra-africa-academic-mobility-scheme-2019_en