ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 55

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
12 februari 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 55/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9067 — Equinor Refining Norway/Danske Commodities) ( 1 )

1

2019/C 55/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9230 — Allianz/DIF/InfraRed Capital Partners/Daiwater) ( 1 )

1

2019/C 55/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9242 — EDF/Ares/Real estate asset) ( 1 )

2

2019/C 55/04

Mededeling betreffende de bekendmaking van de geproduceerde hoeveelheden rauwe melk als bedoeld in artikel 149, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 55/05

Wisselkoersen van de euro

5

2019/C 55/06

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 februari 2019 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van het in artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde enig document en van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier voor een naam in de wijnsector (Nizza (BOB))

6

2019/C 55/07

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 februari 2019 betreffende de inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking van de aan het Koninkrijk Cambodja verleende tariefpreferenties overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 978/2012

11

2019/C 55/08

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 maart 2019 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 ( PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1 ))

17


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 55/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9275 — Intermediate Capital Group/Grupo Konectanet/Konecta Activos Inmobiliarios) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

18

2019/C 55/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9163 — DA Agravis Machinery Holding/Konekesko Eesti/Sia Konekesko Latvija/UAB Konekesko Lietuva) ( 1 )

20


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9067 — Equinor Refining Norway/Danske Commodities)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 55/01)

Op 7 december 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9067. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9230 — Allianz/DIF/InfraRed Capital Partners/Daiwater)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 55/02)

Op 4 februari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9230. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9242 — EDF/Ares/Real estate asset)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 55/03)

Op 6 februari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9242. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/3


Mededeling betreffende de bekendmaking van de geproduceerde hoeveelheden rauwe melk als bedoeld in artikel 149, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1)

(2019/C 55/04)

Jaargegevens (1000 t)

Geproduceerde hoeveelheden rauwe melk (*2) als bedoeld in artikel 149, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

2017

Koeien

Ooien

Geiten

Buffels

BE

4 031,00

0,00

34,00

0,00

BG

968,18

69,38

43,54

10,38

CZ

3 079,21

0,02

0,05

0,00

DK

5 502,20

0,00

0,00

0,00

DE

32 598,20

0,01

15,97

0,00

EE

790,00

0,00

0,60

0,00

IE

7 498,94

0,00

0,00

0,00

EL

670,00

806,00

331,00

0,00

ES

7 229,35

564,78

506,43

0,00

FR

25 007,64

303,91

631,71

0,00

HR

648,00

9,00

11,00

0,00

IT

12 198,88

480,08

61,28

242,99

CY

216,39

32,29

30,36

0,00

LV

998,00

0,00

2,10

0,00

LT

1 566,65

0,00

4,06

0,00

LU

387,18

0,09

3,18

0,00

HU

1 967,50

1,81

3,68

0,00

MT

41,03

0,86

0,00

0,00

NL

14 501,00

0,00

320,00

0,60

AT

3 712,73

11,98

23,08

0,00

PL

13 694,47

0,55

7,36

0,00

PT

1 921,21

73,77

25,79

0,00

RO

3 797,70

386,80

238,30

16,40

SI

647,99

0,50

1,48

0,00

SK

911,73

11,41

0,26

0,00

FI

2 405,76

0,00

0,00

0,00

SE

2 816,66

0,00

0,00

0,00

UK

15 443,00

6,76  (*3)

44,25  (*3)

0,00

EU-28

165 250,60

2 760,00

2 339,48

270,37


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(*1)  0,0: nul of minder dan een halve eenheid.

(*2)  Melkproductie op het bedrijf in 2017 Eurostat — NewCronos Products Obtained.

(*3)  Door de lidstaat meegedeelde gegevens en/of geschatte/berekende productie.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/5


Wisselkoersen van de euro (1)

11 februari 2019

(2019/C 55/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1309

JPY

Japanse yen

124,63

DKK

Deense kroon

7,4637

GBP

Pond sterling

0,87615

SEK

Zweedse kroon

10,4858

CHF

Zwitserse frank

1,1351

ISK

IJslandse kroon

136,60

NOK

Noorse kroon

9,8190

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,836

HUF

Hongaarse forint

319,66

PLN

Poolse zloty

4,3158

RON

Roemeense leu

4,7405

TRY

Turkse lira

5,9588

AUD

Australische dollar

1,5983

CAD

Canadese dollar

1,5005

HKD

Hongkongse dollar

8,8750

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6768

SGD

Singaporese dollar

1,5364

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 272,60

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,5344

CNY

Chinese yuan renminbi

7,6781

HRK

Kroatische kuna

7,4075

IDR

Indonesische roepia

15 924,05

MYR

Maleisische ringgit

4,6056

PHP

Filipijnse peso

58,974

RUB

Russische roebel

74,1735

THB

Thaise baht

35,533

BRL

Braziliaanse real

4,2270

MXN

Mexicaanse peso

21,5907

INR

Indiase roepie

80,4480


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/6


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2019

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van het in artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde enig document en van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier voor een naam in de wijnsector

(Nizza (BOB))

(2019/C 55/06)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 97, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt,

(1)

Italië heeft verzocht om bescherming van de naam „Nizza” overeenkomstig deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconstateerd dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de artikelen 93 tot en met 96, artikel 97, lid 1, en de artikelen 100, 101 en 102 van die verordening.

(3)

Om de indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogelijk te maken, moet het in artikel 94, lid 1, onder d), van die verordening bedoelde enig document derhalve worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsook de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier die heeft plaatsgevonden in de loop van de nationale procedure voor het onderzoek van de aanvraag tot bescherming van de naam „Nizza”,

BESLUIT:

Enig artikel

Het overeenkomstig artikel 94, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 opgestelde enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier voor de naam „Nizza” (BOB) zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om gedurende uiterlijk twee maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de bescherming van de in de eerste alinea van dit artikel genoemde naam.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2019.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.


BIJLAGE

ENIG DOCUMENT

„Nizza”

PDO-IT-01896

Datum van aanvraag: 2.12.2014

1.   Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd

Nizza

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën van wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Nizza en Nizza riserva (Wijncategorie 1)

Kleur: intens robijnrood, enigszins granaatrood bij het ouder worden;

Geur: intens, uitgesproken, etherisch;

Smaak: droog, vol, harmonieus en rond.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13 volumeprocent;

Minimaal suikervrij extract: 26 g/l;

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimale totale zuurgraad:

5,0 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter):

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter):

 

Nizza met de „vigna”-aanduiding en Nizza riserva met de „vigna”-aanduiding (Wijncategorie 1)

Kleur: intens robijnrood, enigszins granaatrood bij het ouder worden;

Geur: intens, uitgesproken, etherisch;

Smaak: droog, vol, harmonieus en rond.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,5 volumeprocent;

Minimaal suikervrij extract: 28 g/l;

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimale totale zuurgraad:

5,0 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter):

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter):

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifiek oenologisch procedé

Rijping

Specifiek oenologisch procedé

Nizza: moet ten minste 18 maanden zijn gerijpt, waarvan ten minste 6 maanden in houten vaten, vanaf 1 januari van het jaar na de oogst.

Nizza „vigna”: moet ten minste 18 maanden zijn gerijpt, waarvan ten minste 6 maanden in houten vaten, vanaf 1 januari van het jaar na de oogst.

Nizza riserva: moet ten minste 30 maanden zijn gerijpt, waarvan ten minste 12 maanden in houten vaten, vanaf 1 januari van het jaar na de oogst.

Nizza riserva „vigna”: moet ten minste 30 maanden zijn gerijpt, waarvan ten minste 12 maanden in houten vaten, vanaf 1 januari van het jaar na de oogst.

Bijvullen van de vaten

Specifiek oenologisch procedé

Tijdens de verplichte rijpingsperiode kunnen de vaten worden bijgevuld met dezelfde wijn uit hetzelfde wijnjaar, die mag worden bewaard in andere recipiënten dan houten vaten, en maximaal 10 % van de totale inhoud mag bedragen.

Verrijking

Toepasselijke beperkingen op de wijnbereiding

Er is geen voorziening voor enige vorm van verrijking om het alcoholgehalte van Nizza DOCG-wijnen te verhogen.

5.2.   Maximumopbrengsten:

Nizza en Nizza riserva

49 hectoliter per hectare

Nizza met de „vigna”-aanduiding in het derde jaar na het planten

26,60 hectoliter per hectare

Nizza met de „vigna”-aanduiding in het vierde jaar na het planten

30,80 hectoliter per hectare

Nizza met de „vigna”-aanduiding in het vijfde jaar na het planten

35 hectoliter per hectare

Nizza met de „vigna”-aanduiding in het zesde jaar na het planten

39,90 hectoliter per hectare

Nizza met de „vigna”-aanduiding vanaf het zevende jaar na het planten

44,10 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Het productiegebied voor „Nizza” DOCG (BOB)-wijnen omvat het volledige grondgebied van de onderstaande gemeenten: Agliano Terme, Belveglio, Calamandrana, Castel Boglione, Castelnuovo Belbo, Castelnuovo Calcea, Castel Rocchero, Cortiglione, Incisa Scapaccino, Mombaruzzo, Mombercelli, Nizza Monferrato, Vaglio Serra, Vinchio, Bruno, Rocchetta Palafea, Moasca en San Marzano Oliveto

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

Barbera N.

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Nizza DOCG (PDO) (Wijncategorie 1)

Natuurlijke factoren die van belang zijn voor het verband

A)   Het productiegebied omvat 18 gemeenten grenzend aan de gemeente Nizza in de provincie Asti; dit is van oudsher het voorkeursgebied voor de teelt van het Barbera-druivenras.

Het is een gebied met lage heuvels met een hoogte van tussen 150 en 400 meter, een gematigd klimaat met weinig wind en een gemiddelde jaarlijkse regenval van ongeveer 700 mm. De bodem bestaat voornamelijk uit kalkrijke grond, met een gemiddelde diepte en een ondergrond van kalkrijke en zandachtige rotsen. Geologisch gezien maakt de bodem van het Nizza-wijnbouwgebied deel uit van het Plioceen-bekken in de regio Asti; het is voornamelijk sedimentair van aard, met hoofdzakelijk zandachtige mergelsteen. De bodem heeft een hoog gehalte calciumcarbonaat, met over het algemeen weinig organisch materiaal, en lage maar perfect uitgebalanceerde gehaltes aan voedingsstoffen.

Menselijke factoren die van belang zijn voor het verband

De perfecte synergie tussen mens en omgeving in de Nizza-regio komt tot uitdrukking in het gebruik van het traditionele „contour”-systeem, de dubbele Guyot en de uitgekiende uitdunning van de takken, waardoor de Nizza-wijngaarden een zeer lage opbrengst hebben van maximaal 7 ton of minder, en soms cordon-snoeimethoden, de inperking van de opbrengsten en een rationeel beheer van gebladerte, die, samen met de ligging op het zuiden, zorgen voor een optimale kwaliteit van de Barbera-druif. Er wordt de grootste zorg besteed aan het oogsten van de druiven, dat volledig handmatig wordt gedaan, om de karakteristieke kwaliteit zo veel mogelijk te beschermen. De techniek voor wijnbereiding is geperfectioneerd voor deze uitstekende grondstof. Na het maken van de wijn volgt een passende rijpingstijd van minimaal 18 maanden, tot meer dan 30 maanden voor de Nizza Riserva. Het wijngaardlandschap van het Nizza-wijnbouwgebied is het prachtige resultaat van een wijnbouwtraditie die sinds de oudheid is geëvolueerd en wordt overgeleverd; deze wijn is de grondslag van de lokale gemeenschap en economie.

Deze culturele traditie heeft geleid tot de ontwikkeling van een gerenommeerd patrimonium bestaand uit deskundigheid en wijnbouw-, wijnbereidings- en rijpingstechnieken op basis van een grondige kennis van het Barbera-druivenras dat historisch in dit gebied wordt geteeld, en het vermogen van dit druivenras om zich aan te passen aan de bijzondere omgevingsomstandigheden.

B)   Bijzonderheden over de kwaliteit of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven zijn aan de geografische omgeving;

Nizza DOCG (PDO) is de meest waardevolle wijn die in het gebied wordt geproduceerd. Het eindproduct onderscheidt zich door de kenmerken van de bodem in het productiegebied. In het bijzonder hebben de Nizza-wijnen uit de gebieden met een bodem die hoofdzakelijk bestaat uit kleiig-zandige mergelsteen een diepere intensiteit en kleur, een middelhoge pH en een lagere zuurgraad, zeer intense „aardse” aroma’s (in het lokale dialect heet de mergelsteen „tuf”). De wijnen zijn elegant, goed gestructureerd en hebben een lange houdbaarheid. De wijnen uit de gebieden met een bodem die voornamelijk bestaat uit zandgrond hebben een meer uitgesproken zuurgraad, een minder intense kleur en een schakering van verfijnde en elegante aroma’s met geuren die meer balsemiek zijn, van aromatische grassen, in combinatie met een harmonische structuur.

Optimale blootstelling aan de zon, de bodem- en klimaatomstandigheden en de bodemsoorten zoals hierboven beschreven, zorgen voor goed gestructureerde wijnen met een rijke kleur die geschikt zijn om te rijpen en goed bewaard kunnen worden. De ligging van de wijngaarden, van het zuidwesten tot het zuidoosten, is ook van invloed op de absorptie van zonnestralen en heeft een goede invloed op de rijping en de kwaliteit van de druiven, waardoor het gehalte suikers en polyfenolen wordt verhoogd.

C)   Beschrijving van de causale interactie tussen de aspecten waarnaar wordt verwezen onder (A) en de aspecten waarnaar wordt verwezen onder (B).

„Nizza”-wijnen ontlenen hun specifieke kwaliteitskenmerken aan de interactie tussen de natuurlijke omgeving en menselijke factoren zoals traditie en kennis met betrekking tot de teelt, de wijnbereiding en rijping. De producenten hebben in het bijzonder kwalitatief hoogwaardige keuzes gemaakt voor de teelt van de druiven (beperkte opbrengsten, met name voor de wijnen met de „vigna”-aanduiding) en de productie van de „Nizza” DOCG (PDO)-wijnen door de wijnen niet te verrijken.

De culturele kennis die teruggaat tot de oudheid, met de teelt van wijnstokken in het „contour”-systeem, wordt deskundig beheerd door middel van de traditionele dubbele Guyot-snoeimethode. Deze factoren, in combinatie met de vrij hoge dagelijkse temperaturen, maken een optimale rijping van de druiven mogelijk, waardoor de „Nizza” zijn typische organoleptische en analytische kenmerken verkrijgt.

Het district Nizza is een historisch centrum voor de productie van Barbera-wijnen in Piëmont, met een indrukwekkende traditie van verwerking, rijping en verkoop van het eindproduct, eerste vereisten voor de productie en navolgende verovering van een positie op de markt voor gestructureerde rode wijnen met een middellange tot lange rijping.

9.   Andere essentiële voorwaarden

Botteling in het afgebakende gebied

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Botteling in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

In overeenstemming met artikel 8 van Verordening (EG) nr. 607/2009 moet botteling of verpakking ter bescherming van de kwaliteit, garantie van de oorsprong en waarborgen van de effectiviteit van de controles, plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

De kwaliteiten en bijzondere kenmerken van de „Nizza” DOCG (BOB)-wijnen die zijn gerelateerd aan het geografische gebied, kunnen namelijk beter worden gewaarborgd als de wijnen in het afgebakende gebied worden gebotteld, omdat de toepassing van alle technische voorschriften inzake vervoer en bottelen en naleving van deze regels valt onder de verantwoordelijkheid en vakbekwaamheid van de ondernemingen die in het afgebakende gebied produceren.

Deze verplichting voorkomt mogelijke risico’s die vervoer buiten het DOCG (BOB)-wijngebied met zich mee zou kunnen brengen, zoals: oxidatie en thermische stress door hoge of lage temperaturen, waardoor het product verslechtert, met daaruit voortvloeiende negatieve gevolgen voor de chemische en fysische kenmerken (zuurgraad, polyfenolen en kleurstoffen) en organoleptische eigenschappen (kleur, smaak) en stabiliteit. In het bijzonder wordt het risico op microbiologische besmetting (door bacteriën, virussen, schimmels en gisten) verkleind.

De voormelde risico’s worden met deze verplichting vermeden, omdat het controlesysteem van de bevoegde instanties, waaraan de marktdeelnemers in alle productiefasen zijn onderworpen, in het bijzonder tijdens het bottelen, in het afgebakende gebied effectiever is.

Daarom wordt deze voorwaarde ingevoerd ten behoeve van de marktdeelnemers die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de kwaliteit van de Nizza DOCG (BOB), met het doel om de consumenten een garantie te bieden met betrekking tot de oorsprong, kwaliteit en overeenstemming met het productdossier, en om de reputatie van de naam hoog te houden.

Link naar het productdossier

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/12401


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/11


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 februari 2019

betreffende de inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking van de aan het Koninkrijk Cambodja verleende tariefpreferenties overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 978/2012

(2019/C 55/07)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 3,

Na raadpleging van het Comité algemene preferenties,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage VIII, deel A, bij Verordening (EU) nr. 978/2012 zijn de verdragen van de Verenigde Naties (VN) en van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende fundamentele mensen- en arbeidsrechten opgenomen.

(2)

Artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 voorziet in de tijdelijke intrekking van de bijzondere stimuleringsregeling als bedoeld in artikel 1, lid 2, van die verordening ten aanzien van alle, dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land in geval van ernstige en systematische schending van de beginselen die zijn vastgelegd in de in bijlage VIII, deel A, van die verordening opgenomen verdragen.

(3)

Verslagen, verklaringen en informatie van de VN en de IAO waarover de Commissie beschikt, alsmede andere openbare verslagen en informatie uit andere relevante bronnen (2), wijzen op ernstige en systematische schendingen door Cambodja van de beginselen van met name het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87) en het Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98).

(4)

De Commissie heeft de beschikbare informatie onderzocht en vastgesteld dat deze voldoende grond vormt om de inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking van de in het kader van artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 verleende tariefpreferenties te rechtvaardigen. Bovendien zou de procedure de Commissie in de gelegenheid stellen om na te gaan of een tijdelijke intrekking van de bijzondere stimuleringsregeling gerechtvaardigd is,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 978/2012 vastgestelde procedure voor tijdelijke intrekking van de in het kader van artikel 1, lid 2, van die verordening aan het Koninkrijk Cambodja verleende tariefpreferenties wordt ingeleid.

Het in de bijlage bij dit besluit opgenomen bericht van inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking van de in het kader van Verordening (EU) nr. 978/2012 aan het Koninkrijk Cambodja verleende tariefpreferenties wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Het in de bijlage bij dit besluit opgenomen bericht van inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking van de in het kader van Verordening (EU) nr. 978/2012 aan het Koninkrijk Cambodja verleende tariefpreferenties wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 11 februari 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1.

(2)  Zie meest recentelijk het verslag van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties over de situatie van de mensenrechten in Cambodja van 15 augustus 2018 (A/HRC/39/73), het addendum daarbij van 7 september 2018 (A/HRC/39/73/Add. 1) en het verslag van de Commissie van deskundigen voor de naleving van verdragen en aanbevelingen (CEACR) van de IAO van 2018, blz. 60.


BIJLAGE

1.   Inleiding

(1)

Het Koninkrijk Cambodja („Cambodja” of „het begunstigde land”) komt in aanmerking voor tariefpreferenties in het kader van de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen („Everything But Arms” (EBA)) uit hoofde van artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (1).

(2)

Overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 kunnen de uit hoofde van die verordening verleende tariefpreferenties tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken in geval van ernstige en systematische schendingen van de beginselen die zijn vastgelegd in de in bijlage VIII, deel A, bij Verordening (EU) nr. 978/2012 opgenomen verdragen van de Verenigde Naties (VN) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

(3)

De Europese Commissie („de Commissie”) en de Europese Dienst voor extern optreden hebben sinds 2017 actief overleg gevoerd met het Koninkrijk Cambodja over verschillende kwesties in verband met mensen- en arbeidsrechten, en daarbij verschillende relevante belanghebbenden betrokken, waaronder niet-gouvernementele organisaties, organisaties van het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties, sociale partners en bedrijven (2).

2.   Rechtsgrondslag

(4)

Wanneer de Commissie van oordeel is dat er voldoende grond is voor een tijdelijke intrekking van die tariefpreferenties op grond van de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 bedoelde redenen, moet zij een uitvoeringshandeling vaststellen tot inleiding van de procedure voor tijdelijke intrekking, overeenkomstig de in artikel 39, lid 2, van die verordening bedoelde raadplegingsprocedure (3).

(5)

Recente informatie en verslagen van de VN en de IAO waarover de Commissie beschikt, waaronder het verslag van het landenteam van de VN in Cambodja in het kader van de derde universele periodieke toetsingscyclus van Cambodja, het verslag over de rol en de verwezenlijkingen van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties bij het ondersteunen van de regering en de burgers van Cambodja met het oog op de bevordering en bescherming van de mensenrechten (4), het verslag van de speciale rapporteur van de VN over de situatie van de mensenrechten in Cambodja van 27 juli 2017 (5), de verklaring naar aanleiding van het einde van de missie van de speciale rapporteur van de VN van 14 maart 2018, het verslag van de speciale rapporteur van de VN over de situatie van de mensenrechten in Cambodja van 15 augustus 2018 (6), het addendum daarbij van 7 september 2018 (7) en de herhaling door de speciale rapporteur van de VN, in haar verklaring naar aanleiding van het einde van de missie van 8 november 2018, van de bezorgdheid die zij in haar addendum van 7 september 2018 had geuit, alsmede andere openbare verslagen en informatie uit andere relevante bronnen, waaronder niet-gouvernementele organisaties, wijzen op ernstige en systematische schendingen van de beginselen die zijn vastgelegd in de in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 978/2012 opgenomen verdragen, en met name de volgende:

het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

het Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87);

het Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98);

het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.

(6)

Daar de Commissie na een analyse van de bovengenoemde informatie heeft vastgesteld dat er voldoende grond is om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, heeft zij de procedure voor tijdelijke intrekking overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 978/2012 ingeleid.

3.   Procedure (8)

3.1.   Periode van toezicht en evaluatie

(7)

De Commissie ziet toe op en evalueert de situatie in het betrokken begunstigde land gedurende zes maanden vanaf de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(8)

De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk en passend acht, onder meer de beschikbare beoordelingen, commentaren, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de betrokken toezichthoudende instanties van de verdragen.

(9)

Bij het opstellen van haar conclusies beoordeelt de Commissie alle relevante informatie. De vast te stellen handeling wordt onder meer gebaseerd op het ontvangen bewijsmateriaal.

3.2.   Verslag over de bevindingen

(10)

Binnen drie maanden na afloop van de periode van toezicht en evaluatie dient de Commissie bij het begunstigde land een verslag met haar bevindingen en conclusies in. Het begunstigde land heeft het recht opmerkingen over het verslag toe te zenden. De periode voor indiening van opmerkingen bedraagt maximaal één maand.

3.3.   Einde van de procedure

(11)

De onderhavige procedure wordt binnen twaalf maanden vanaf de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgerond. De Commissie besluit ofwel tot beëindiging van de procedure voor tijdelijke intrekking, ofwel tot de tijdelijke intrekking van tariefpreferenties die in het kader van de preferentiële regelingen als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 waren toegekend.

3.4.   Partijen bij de procedure

(12)

Partijen bij deze procedure zijn het begunstigde land en derde partijen die hun standpunten schriftelijk kenbaar maken door de Commissie alle relevante informatie toe te zenden.

3.4.1.   Begunstigd land

(13)

De Commissie geeft het begunstigde land alle gelegenheid om tijdens de periode van toezicht en evaluatie aan het onderzoek mee te werken.

3.4.2.   Derde partijen

(14)

Derde partijen kunnen hun standpunten schriftelijk kenbaar maken en informatie en bewijsmateriaal indienen onder de in dit bericht vermelde voorwaarden. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk een maand na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn. De Commissie houdt rekening met de door de derde partijen ingediende standpunten voor zover zij met voldoende bewijsmateriaal zijn gestaafd.

3.5.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

(15)

Het betrokken begunstigde land en derde partijen die met voldoende bewijsmateriaal gestaafde informatie hebben ingediend, kunnen een verzoek indienen om door de diensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Het verzoek moet uiterlijk een maand na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

3.6.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen, verzending van correspondentie en toegang tot het dossier

(16)

Voor alle schriftelijke opmerkingen en correspondentie in het kader van deze procedure moet het Engels of een van de andere officiële talen van de Unie worden gebruikt.

(17)

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie) waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Confidential” (9).

(18)

Bij elk verzoek om vertrouwelijke behandeling wordt aangegeven waarom de informatie vertrouwelijk is. Wanneer degene die de informatie heeft verstrekt deze niet openbaar wil maken noch toestemming wil geven tot bekendmaking ervan in algemene termen of in samengevatte vorm, en wanneer blijkt dat het verzoek om vertrouwelijke behandeling niet gegrond is, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten. Informatie wordt in elk geval als vertrouwelijk beschouwd indien uit de bekendmaking ervan waarschijnlijk aanzienlijk nadeel zal voortvloeien voor degene die de informatie heeft verstrekt of van wie deze afkomstig is, dan wel voor natuurlijke of rechtspersonen die erin worden vermeld.

(19)

Partijen bij de procedure die informatie met de vermelding „Confidential” verstrekken, moeten hiervan een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by the parties to the procedure”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Ontvangen informatie die van vertrouwelijke aard is, of informatie die op vertrouwelijke basis is verstrekt, wordt niet bekendgemaakt zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die de informatie heeft verstrekt. De op grond van Verordening (EU) nr. 978/2012 ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij werd gevraagd.

(20)

Partijen bij de procedure wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd.

(21)

Door e-mail te gebruiken, stemmen partijen bij de procedure in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN SAP-PROCEDURES” op de website van het directoraat-generaal Handel.

(22)

Partijen bij de procedure moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk (10) e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met partijen bij de procedure uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten partijen bij de procedure de in punt 21 bedoelde instructies voor communicatie raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat D

Kamer CHAR 08/173

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-EBA-CAMBODIA-TW@ec.europa.eu

Partijen bij de procedure kunnen om toegang tot het dossier verzoeken met gebruikmaking van de bovenstaande contactgegevens.

3.7.   Raadadviseur-auditeur

(23)

Het begunstigde land en derde partijen die met voldoende bewijsmateriaal gestaafde informatie hebben ingediend, kunnen er tevens om vragen dat de raadadviseur-auditeur wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het opgebouwde dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging, verzoeken om te worden gehoord en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van partijen bij de procedure die tijdens de procedure kunnen worden ingediend. De raadadviseur-auditeur kan hoorzittingen met het begunstigde land of betrokken derde partijen beleggen en bemiddelen tussen het begunstigde land of betrokken derde partijen en de diensten van de Commissie om te waarborgen dat het recht van verweer ten volle kan worden uitgeoefend.

(24)

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

(25)

Derde partijen die met voldoende bewijsmateriaal gestaafde informatie hebben ingediend, kunnen om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen om te controleren of hun standpunten door de Commissie in acht zijn genomen. Het schriftelijke verzoek hiertoe wordt uiterlijk tien dagen na het verstrijken van de in punt 14 genoemde termijn voor het kenbaar maken van hun standpunten ingediend. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van de procedure.

(26)

De betrokken diensten van de Commissie nemen deel aan alle hoorzittingen van de raadadviseur-auditeur met het begunstigde land of met betrokken derde partijen. Partijen bij de procedure die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

3.8.   Verwerking van persoonsgegevens

(27)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (11).

(1)  Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1).

(2)  Verslag over het stelsel van algemene preferenties voor de periode 2016-2017 (COM(2018) 36 final van 19.1.2018).

(3)  Het Comité algemene preferenties is geraadpleegd op 29 januari 2019.

(4)  A/HRC/36/32 en A/HRC/37/64.

(5)  A/HRC/36/61.

(6)  A/HRC/39/73.

(7)  A/HR/39/73/Add.1.

(8)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1083/2013 van de Commissie van 28 augustus 2013 tot vaststelling van regels voor de procedure voor tijdelijke intrekking van tariefpreferenties en voor instelling van algemene vrijwaringsmaatregelen in het kader van Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (PB L 293 van 5.11.2013, blz. 16).

(9)  Een document met de vermelding „Confidential” wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 978/2012.

(10)  Indien relevant.

(11)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/17


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 maart 2019 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

(2019/C 55/08)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 24 van 21.1.2019, blz. 18.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.3.2019

-0,13

-0,13

0,00

-0,13

1,98

-0,13

0,03

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

0,28

0,56

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

1,87

-0,13

3,56

-0,13

-0,13

-0,13

1,09

1.2.2019

28.2.2019

-0,16

-0,16

0,00

-0,16

1,98

-0,16

0,03

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

0,28

0,56

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

1,87

-0,16

3,56

-0,24

-0,16

-0,16

1,09

1.1.2019

31.1.2019

-0,16

-0,16

0,00

-0,16

1,98

-0,16

0,02

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

0,28

0,56

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

-0,16

1,87

-0,16

3,56

-0,31

-0,16

-0,16

1,09


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9275 — Intermediate Capital Group/Grupo Konectanet/Konecta Activos Inmobiliarios)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 55/09)

1.   

Op 5 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Intermediate Capital Group, plc. („ICG”, Verenigd Koninkrijk);

Grupo Konectanet (Spanje) en Konecta Activos Inmobiliarios (Spanje) (tezamen „Konecta Group”).

ICG verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Konecta Group.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   ICG: beleggingsonderneming die zich bezighoudt met de structurering en verlening van mezzaninefinanciering, hefboomkrediet en minderheidsparticipaties, en het beheer van activa van externe beleggers en haar eigen balans met beleggingsportefeuilles in Europa, Azië-Stille Oceaan en de Verenigde Staten;

—   Konecta Group: wereldwijd actief op het gebied van diensten voor het uitbesteden van bedrijfsprocessen en contactcentra voor telecommunicatieondernemingen, nutsbedrijven, banken, verzekeringsinstellingen, openbare administraties of transportondernemingen.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9275 — Intermediate Capital Group/Grupo Konectanet/Konecta Activos Inmobiliarios

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


12.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9163 — DA Agravis Machinery Holding/Konekesko Eesti/Sia Konekesko Latvija/UAB Konekesko Lietuva)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 55/10)

1.   

Op 4 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

DA Agravis Machinery Holding A/S (Denemarken), die onder zeggenschap staat van Danish Agro Group;

Danish Agro Machinery Holding A/S (Denemarken), die onder zeggenschap staat van Danish Agro Group;

Konekesko Eesti (Estland), die onder zeggenschap staat van Konekesko Oy,

Oy Sia Konekesko Latvija (Letland), die onder zeggenschap staat van Konekesko Oy;

UAB Konekesko Lietuva (Litouwen), die onder zeggenschap staat van Konekesko Oy;

Activa van Konekesko Oy (Finland), die deel uitmaakt van Kesko Group.

Danish Agro Group, via haar dochterondernemingen DA Agravis Machinery Holding A/S en Danish Agro Machinery Holding A/S, verkrijgen zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Konekesko Eesti, Oy Sia Konekesko Latvija, UAB Konekesko Lietuva, en activa van Konekesko Oy, die deel uitmaken van het geheel van de landbouwmachineactiviteiten van Kesko Group in Finland, Estland, Letland en Litouwen.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen en activa.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Danish Agro Group: hoofdzakelijk verkoop van diervoedingmengsels, voormengsels en vitaminemengsels, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, zaden, energie en aankoop van gewassen voor landbouwers. Danish Agro is ook actief in de verkoop van landbouwmachines en diensten na verkoop.

—   landbouwmachine-activiteiten van Kesko Group: invoer en verkoop van landbouwmachines aan landbouwers en onafhankelijke ondernemers die diensten, waaronder oogstdiensten, aanbieden aan landbouwers, alsook diensten na verkoop.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9163 — DA Agravis Machinery Holding/Konekesko Eesti/Sia Konekesko Latvija/UAB Konekesko Lietuva

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).