ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 201

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

61e jaargang
12 juni 2018


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 201/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8873 — Carlyle/TA Associates/DiscoverOrg) ( 1)

1

2018/C 201/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8872 — Advent International/Laird) ( 1)

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 201/03

Wisselkoersen van de euro

2

2018/C 201/04

Besluit van de Commissie van 7 juni 2018 tot formalisering van de Groep van deskundigen inzake douanebeleid van de Commissie

3


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2018/C 201/05

Interpretatieve mededeling over de toepassing van voorafgaand Unietoezicht op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten en bepaalde aluminiumproducten uit bepaalde derde landen

8

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2018/C 201/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8909 — KME/MKM) ( 1)

12


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8873 — Carlyle/TA Associates/DiscoverOrg)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 201/01)

Op 17 mei 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8873. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8872 — Advent International/Laird)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 201/02)

Op 24 mei 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8872. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/2


Wisselkoersen van de euro (1)

11 juni 2018

(2018/C 201/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1790

JPY

Japanse yen

129,62

DKK

Deense kroon

7,4492

GBP

Pond sterling

0,88180

SEK

Zweedse kroon

10,2530

CHF

Zwitserse frank

1,1631

ISK

IJslandse kroon

124,90

NOK

Noorse kroon

9,5013

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,682

HUF

Hongaarse forint

321,65

PLN

Poolse zloty

4,2669

RON

Roemeense leu

4,6590

TRY

Turkse lira

5,3296

AUD

Australische dollar

1,5501

CAD

Canadese dollar

1,5348

HKD

Hongkongse dollar

9,2508

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6764

SGD

Singaporese dollar

1,5737

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 268,16

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,4991

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5518

HRK

Kroatische kuna

7,3788

IDR

Indonesische roepia

16 477,11

MYR

Maleisische ringgit

4,7019

PHP

Filipijnse peso

62,558

RUB

Russische roebel

73,7903

THB

Thaise baht

37,822

BRL

Braziliaanse real

4,3902

MXN

Mexicaanse peso

24,0675

INR

Indiase roepie

79,4980


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/3


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2018

tot formalisering van de Groep van deskundigen inzake douanebeleid van de Commissie

(2018/C 201/04)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de bevoegdheid voor douaneaangelegenheden aan de Unie toegekend op verschillende gebieden van haar interne en externe beleidsmaatregelen en acties. De uitoefening van die bevoegdheid door de Unie en de uitvoering van de op basis daarvan vastgestelde maatregelen door de lidstaten hebben de douane-unie sinds 1968 gaandeweg versterkt.

(2)

Overeenkomstig de mededeling van de Commissie „De ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance” (1) moet de Commissie het partnerschap met de lidstaten revitaliseren met het oog op een gedeelde algehele beheersvisie voor de EU-douane-unie om te zorgen voor flexibeler en doeltreffender samenwerking en betere regelgeving, waarbij een beroep wordt gedaan op de deskundigheid van de douaneautoriteiten van de lidstaten in een adviesorgaan.

(3)

Ook moet een uniforme toepassing en doeltreffende handhaving van de regels worden gegarandeerd door betere coördinatie van en samenwerking tussen operationele diensten.

(4)

Bovendien is voor het doeltreffende beheer van de buitengrens van de Unie tegenwoordig een geïntegreerd grensbeheer en een geïntegreerde rechtshandhaving nodig, alsmede de ontwikkeling van nauwere samenwerking en betere informatie-uitwisseling met de overheden die betrokken zijn bij andere relevante beleidsterreinen zoals de veiligheidsunie, om bij te dragen aan de doeltreffendheid ervan.

(5)

Ten aanzien van de beleidsontwikkeling, -coördinatie en -uitvoering van de douane-unie heeft de Commissie tot nu toe in belangrijke mate geprofiteerd van de deskundigheid en het advies van de Groep douanebeleid, die in 1962 werd opgericht. De Groep douanebeleid is een informele deskundigengroep van de Commissie in de zin van het besluit van de Commissie tot vaststelling van horizontale regels voor deskundigengroepen (2), waarin de hoofden van de douanediensten bijeenkomen. Het belang van de Groep douanebeleid is door de Raad erkend in zijn conclusies over de hervorming van de governance van de douane-unie van de EU (3).

(6)

Om de positie van de Groep douanebeleid binnen de governance van de douane-unie te versterken, de samenhang van de uitgevoerde werkzaamheden op dit gebied te garanderen en voort te bouwen op de deskundigheid van de groep, alsmede om het belang ervan binnen het governanceproces van de douane-unie te benadrukken naast de andere betrokken fora, en om zijn rol, taken en structuur te ontwikkelen en te verduidelijken, moet de status van de Groep douanebeleid worden geformaliseerd.

(7)

De groep moet de Commissie van input voorzien om het douanebeleid en de douanestrategie te helpen definiëren en om duidelijke strategische en operationele prioriteiten voor de toekomst van de ontwikkeling en het beheer van de douane-unie vast te stellen, in overeenstemming met haar strategische doelstellingen, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie „Strategie voor de ontwikkeling van de douane-unie” (4).

(8)

De groep moet de Commissie ook ondersteunen bij de vaststelling van overkoepelende samenwerking en coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten en andere belanghebbenden met betrekking tot de operationele aspecten van de douane-unie en de uitvoering van de wetgeving, de programma’s en het beleid van de Unie op het gebied van douane. Bovendien moet de groep ook rekening houden met en advies verstrekken over de relevante aspecten van ander voor de douane relevant beleid, zoals het fraudebestrijdingsbeleid of de belastinginning.

(9)

De groep moet bestaan uit vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten van de lidstaten.

(10)

Er moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep.

(11)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

De Groep van deskundigen inzake douanebeleid van de Commissie (hierna „de groep” genoemd) wordt officieel opgericht.

Artikel 2

Taken

De groep heeft de volgende taken:

a)

de Commissie van strategisch advies voorzien over beleidsvraagstukken op douanegebied en over de manier waarop de werking van de douane-unie kan worden versterkt;

b)

de Commissie van advies voorzien over de doeltreffende en efficiënte werking van de douane-unie, waaronder advies over de uitvoering en andere aangelegenheden op het gebied van operationeel beleid;

c)

ervaringen, beste praktijken en informatie uitwisselen ten aanzien van operationele, financiële en nalevingsproblemen die zich voordoen;

d)

de Commissie van strategisch advies voorzien met betrekking tot de activiteiten op grond van de volgende financiële programma’s:

i)

Douane 2020, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6);

ii)

Fiscalis 2020, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7);

e)

advies geven over aangelegenheden op het gebied van belastinginning die onder de verantwoordelijkheid van de douane vallen;

f)

strategisch advies geven over de volgende aangelegenheden:

i)

opkomend of gepland nieuw douanebeleid en programma-initiatieven en geplande wetgeving die van invloed zullen zijn op bestaand douanebeleid of bestaande operationele procedures of die dat beleid veranderen;

ii)

operationele aangelegenheden die zich voordoen op het gebied van de uitvoering van nieuwe wetgeving;

iii)

problemen die van invloed zijn op de organisatie van de overheidsdiensten of organen van de lidstaten, personeelsbeheer, met inbegrip van opleidings- en onderwijsprogramma’s, begroting of capaciteit;

iv)

andere problemen van strategische aard op het gebied van douanegerelateerde aangelegenheden en problemen waarbij de leden betrokken zijn en die binnen andere beleidsterreinen van de Unie dan de douane-unie vallen;

g)

een uitwisseling van ervaring en goede praktijken over douanegerelateerde aangelegenheden tot stand brengen.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de groep raadplegen over alle douanegerelateerde aangelegenheden.

Artikel 4

Lidmaatschap

1.   De leden zijn douaneautoriteiten als gedefinieerd in artikel 5, punt 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8). De leden wijzen hun vertegenwoordigers aan op het niveau van directeur-generaal van DG TAXUD/afdelingshoofd of op een gelijkwaardig niveau en zorgen ervoor dat hun vertegenwoordigers een hoog niveau van deskundigheid kunnen bieden.

2.   Vertegenwoordigers van leden die naar het oordeel van DG TAXUD niet aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voldoen, worden niet langer uitgenodigd om aan vergaderingen van de groep deel te nemen en kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen.

Artikel 5

Voorzitter

De groep wordt voorgezeten door de directeur-generaal van DG TAXUD of, bij afwezigheid van de directeur-generaal, door een andere vertegenwoordiger van de Commissie die door DG TAXUD is aangewezen.

Artikel 6

Werkwijze

1.   De groep handelt op verzoek van DG TAXUD, met inachtneming van de horizontale regels.

2.   De vergaderingen van de groep worden in beginsel in de gebouwen van de Commissie gehouden.

3.   Het secretariaat wordt verzorgd door DG TAXUD. Ambtenaren van de Commissie van andere diensten die een belang in de werkzaamheden hebben, mogen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

4.   In overleg met DG TAXUD kan de groep bij gewone meerderheid van haar leden besluiten haar beraadslagingen voor het publiek open te stellen.

5.   De notulen van de besprekingen over elk agendapunt en over de door de groep verleende adviezen zijn relevant en volledig. De notulen worden onder verantwoordelijkheid van de voorzitter opgesteld door het secretariaat.

6.   De groep neemt haar adviezen, aanbevelingen en verslagen met eenparigheid van stemmen aan. Wanneer er wordt gestemd, gebeurt dit bij gewone meerderheid van de leden. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een document met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen, aanbevelingen en verslagen te laten hechten.

Artikel 7

Subgroepen

1.   DG TAXUD kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door DG TAXUD opgesteld mandaat. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen verslag uit aan de groep. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

2.   Alleen leden van de groep kunnen worden benoemd als leden van een subgroep.

Artikel 8

Uitgenodigde deskundigen

DG TAXUD kan deskundigen met een specifieke deskundigheid ten aanzien van een agendapunt verzoeken om op ad-hocbasis aan de werkzaamheden van de groep of de subgroepen deel te nemen.

Artikel 9

Waarnemers

1.   Overeenkomstig de horizontale regels kan, via een rechtstreekse uitnodiging of als uitkomst van een oproep tot kandidaatstelling, aan personen, organisaties en overheidsinstanties de status van waarnemer worden toegekend.

2.   De tot waarnemer benoemde organisaties en overheidsinstanties wijzen hun vertegenwoordigers aan.

3.   Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming krijgen van de voorzitter om deel te nemen aan de besprekingen van de groep en hun deskundigheid in te brengen. Zij hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de groep.

Artikel 10

Reglement van orde

Op voorstel van en in overleg met DG TAXUD stelt de groep haar reglement van orde vast bij gewone meerderheid van haar leden, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en met inachtneming van de horizontale regels.

Artikel 11

Geheimhouding en behandeling van gerubriceerde informatie

De leden van de groep en hun vertegenwoordigers, alsmede uitgenodigde deskundigen en waarnemers, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 en (EU, Euratom) (9) 2015/444 (10) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 12

Transparantie

1.   De groep en haar subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.

2.   Wat de samenstelling betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

a)

de namen van de autoriteiten van de lidstaten;

b)

de namen van de waarnemers.

3.   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in dat register naar een speciale website. De toegang tot speciale websites wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumenten worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (11).

Artikel 13

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen worden door de Commissie vergoed. De vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die aan de diensten van de Commissie zijn toegewezen op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen. De vergoeding wordt beperkt tot één deelnemer per lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2008.

Voor de Commissie

Pierre MOSCOVICI

Lid van de Commissie


(1)  COM(2016) 813 final van 21 december 2016.

(2)  C(2016) 3301 final van 30 mei 2016.

(3)  PB C 171 van 6.6.2014, blz. 1.

(4)  COM(2008) 169 definitief van 1 april 2008.

(5)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

(7)  Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25).

(8)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(9)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(10)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

(11)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/8


Interpretatieve mededeling over de toepassing van voorafgaand Unietoezicht op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten en bepaalde aluminiumproducten uit bepaalde derde landen

(2018/C 201/05)

(1)   

Op 28 april 2016 heeft de Europese Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2016/670 tot instelling van voorafgaand Unietoezicht op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit bepaalde derde landen (1) („de staaltoezichtverordening”) goedgekeurd om een snelle en geavanceerde verzameling van statistische gegevens over de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten mogelijk te maken. Dit toezicht was noodzakelijk in verband met de kwetsbaarheid van de staalmarkt van de Europese Unie voor plotse veranderingen op de wereldmarkt voor staal.

(2)   

Op 20 juni 2017 is de staaltoezichtverordening gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1092 van de Commissie (2), voornamelijk om de bepalingen ervan te stroomlijnen en het gebruik van elektronische toezichtdocumenten verder aan te moedigen.

(3)   

Op 25 april 2018 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/640 tot instelling van voorafgaand Unietoezicht op de invoer van bepaalde aluminiumproducten uit bepaalde derde landen (3) („de aluminiumtoezichtverordening”) goedgekeurd om een snelle en geavanceerde verzameling van statistische gegevens over de invoer van bepaalde aluminiumproducten mogelijk te maken.

(4)   

De Commissie heeft vragen ontvangen over de werking van het toezichtmechanisme van de bevoegde nationale autoriteiten, alsmede van andere belanghebbenden.

(5)   

Met het oog op een uniforme toepassing van de staaltoezichtverordening en aluminiumtoezichtverordening door de bevoegde nationale autoriteiten in alle lidstaten en om de naleving door de belanghebbenden te vergemakkelijken, acht de Commissie het noodzakelijk om een interpretatie van de toezichtvoorschriften te geven.

(6)   

Deze mededeling creëert geen nieuwe voorschriften, maar verschaft slechts duidelijkheid over de toepassing van de huidige staaltoezichtverordening en aluminiumtoezichtverordening.

(7)   

Deze mededeling doet geen afbreuk aan andere voorschriften die in de wetgeving van de Europese Unie zijn vastgesteld, met name op het gebied van de douanewetgeving van de Unie. Evenmin doet deze mededeling afbreuk aan eventuele uitleggingen van de toezichtvoorschriften door het Hof van Justitie van de Europese Unie.

1.   Algemene beginselen

(8)

De Commissie moet zorgen voor eerbiediging van de standpunten van de Europese Unie en de verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht, met name die welke voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie („WTO”) wat het behoud van een open en soepele handel betreft (4). Toezicht is niet bedoeld om het handelsverkeer te belemmeren en moet niet op die wijze worden uitgelegd.

(9)

Het hoofddoel van het systeem van voorafgaand toezicht is het verzamelen van statistische gegevens over de intentie van marktdeelnemers om de betrokken producten in te voeren in het douanegebied van de Europese Unie. Het systeem moet daarom zo eenvoudig mogelijk zijn, omdat het alleen statistische doeleinden heeft. Daarom is het van belang dat de toezichtvoorschriften niet aldus worden beschouwd of gebruikt dat zij een onevenredige last op de importeurs leggen of op enigerlei wijze de normale handel verstoren. In deze context doen de bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen dienst als bijkomende richtsnoeren voor de interpretatie (5).

(10)

De voorschriften voor voorafgaand toezicht in de staaltoezichtverordening en de aluminiumtoezichtverordening vormen een aanvulling op de douanewetgeving van de Europese Unie en moeten dienovereenkomstig daarmee worden gecoördineerd. In de praktijk worden staaltoezichtdocumenten gevoegd bij een verzoek om vrij verkeer in het douanegebied van de Europese Unie, wanneer goederen worden aangeboden aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

(11)

Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (6) bevordert het gebruik van informatie- en communicatietechnologie, zoals bepaald in Beschikking 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (7). Dit is een essentieel element om de handel te vergemakkelijken maar ook om de effectiviteit van de douanecontroles te garanderen, en vermindert de kosten voor het bedrijfsleven en de risico’s voor de maatschappij. Dit moet worden bewerkstelligd door middel van een systeem van geharmoniseerde informatieuitwisseling op basis van internationaal aanvaarde gegevensmodellen en berichtenformaten.

(12)

Toezichtvoorschriften vormen geen stelsel van geharmoniseerde voorschriften (8), noch een speciaal netwerk voor de afgifte van toezichtdocumenten. De toepassing van toezichtvoorschriften mag geen afbreuk doen aan de algemene doelstelling van handelsbevordering.

2.   De aanvraag van de importeur

(13)

Artikel 2, lid 6, van de staaltoezichtverordening en artikel 2, lid 5, van de aluminiumtoezichtverordening geven de elementen van de aanvraag van de importeur weer, en verduidelijken dat de importeur het verzoek om een toezichtdocument rechtstreeks of via een vertegenwoordiger kan indienen.

(14)

Daarom wordt onder de „aanvrager” de „importeur” verstaan. De term „aangever” (9) staat voor de persoon die de douaneaangifte voor de toelating tot het vrije verkeer indient. De aangever kan de importeur of diens vertegenwoordiger zijn.

3.   Inhoud van het aanvraagformulier

(15)

Op grond van artikel 2, lid 6, onder f), van de staaltoezichtverordening en artikel 2, lid 5, onder f), van de aluminiumtoezichtverordening moet de aanvrager de volgende verklaring indienen: „Ondergetekende verklaart dat de inlichtingen in deze aanvraag naar beste weten en te goeder trouw werden verstrekt en dat hij in de Unie is gevestigd.”

(16)

Indien de vertegenwoordiger niet in de Europese Unie is gevestigd, is artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (10) van toepassing; hierin wordt een definitie gegeven van de verplichtingen van marktdeelnemers die niet binnen het douanegebied van de Unie zijn gevestigd, met betrekking tot hun registratie bij de bevoegde nationale autoriteiten.

(17)

Overeenkomstig dat artikel moet elke vertegenwoordiger die niet in de Europese Unie gevestigd is en die beschikt over een geldig EORI-nummer overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 en die een volmacht heeft van een importeur die in de Unie is gevestigd, namens die importeur een toezichtdocument kunnen aanvragen en ontvangen overeenkomstig de voorschriften van de staaltoezichtverordening.

4.   Ingevoerde producten die onder het toezichtdocument vallen

(18)

Voor de toepassing van het toezichtdocument wordt de term „invoer” op dezelfde manier uitgelegd als voor de toepassing van de desbetreffende douaneaangifte:

per Taric-code moet één toezichtdocument worden aangevraagd. Indien op één bestelling/factuur verscheidene Taric-codes voorkomen, moet voor elke afzonderlijke Taric-code een afzonderlijk toezichtdocument worden aangevraagd;

één toezichtdocument kan betrekking hebben op meerdere zendingen (zolang de op het toezichtdocument vermelde hoeveelheden niet volledig zijn benut voor één zending);

één toezichtdocument mag worden gebruikt voor verschillende aankooporders (betreffende één zending voor dezelfde Taric-code en dezelfde aanvrager);

de aanvraag voor de toezichtdocumenten moet een vermelding bevatten van de Taric-code waaronder het betrokken product valt.

5.   Toepassing van vrijstellingsdrempels

(19)

De drempel die is vastgesteld in artikel 1, lid 1, van de staaltoezichtverordening is enkel van toepassing op individuele Taric-codes. Elke ingevoerde hoeveelheid die onder een welbepaalde Taric-code valt, en waarvan het nettogewicht niet meer dan 2 500 kg bedraagt (of 5 000 kg voor invoer die onder GS-post 7318 valt, op grond van artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1092), mag zonder toezichtdocument het douanegebied van de Unie binnenkomen.

(20)

Evenzo is de drempel die is vastgesteld in artikel 1, lid 1, van de aluminiumtoezichtverordening enkel van toepassing op individuele Taric-codes. Elke ingevoerde hoeveelheid die onder een welbepaalde Taric-code valt en waarvan het nettogewicht niet meer dan 2 500 kg bedraagt, mag zonder toezichtdocument het douanegebied van de Unie binnenkomen.

(21)

De in artikel 3 van de staaltoezichtverordening en in artikel 3 van de aluminiumtoezichtverordening bedoelde afwijkingen in volume en prijs tussen het toezichtdocument en de werkelijke invoertransacties moeten worden berekend op basis van de individuele Taric-codes. Zij mogen bijvoorbeeld niet worden gebaseerd op de gemiddelde prijs of hoeveelheden van verschillende Taric-codes van één of meer facturen of van één of meer transacties.

(22)

Dit betekent het volgende: indien voor elke Taric-code de prijs per eenheid van de producten die worden aangeboden aan de bevoegde nationale autoriteiten minder dan 5 % in een van beide richtingen afwijkt (dus de prijs is minder dan 5 % hoger of lager dan de prijs die op het toezichtdocument is vermeld) en/of indien de totale hoeveelheid van de producten die worden aangeboden onder elke individuele Taric-code voor invoer de op het toezichtdocument vermelde hoeveelheid staal met minder dan 5 % overschrijdt, moet niettemin toelating tot het vrije verkeer worden verleend.

(23)

Vanzelfsprekend moeten de staaltoezichtverordening en de aluminiumtoezichtverordening aldus worden uitgelegd dat indien de totale hoeveelheid van de producten die onder elke individuele Taric-code aan de bevoegde nationale autoriteiten worden aangeboden, minder is dan de in het toezichtdocument vermelde hoeveelheid, het vrije verkeer eveneens moet worden verleend.

(24)

Een afwijking in prijs of hoeveelheid van meer dan 5 % is op grond van de staaltoezichtverordening en de aluminiumtoezichtverordening niet aanvaardbaar. Wanneer een afwijking in prijs of hoeveelheid meer bedraagt dan de drempel van 5 % die is vastgesteld in artikel 3, lid 1, van de staaltoezichtverordening en artikel 3, lid 1, van de aluminiumtoezichtverordening, is een nieuw toezichtdocument vereist.

6.   Bewijs voor het voornemen om in te voeren

(25)

Het bewijs voor het voornemen om in te voeren zoals bedoeld in artikel 2, lid 6, laatste volzin, van de staaltoezichtverordening en artikel 2, lid 5, laatste volzin, van de aluminiumtoezichtverordening bestaat uit eender welk ondersteunend handelsdocument. Het kan bijvoorbeeld bestaan uit een kopie van het verkoopcontract, een bestelbon of een ander handelsdocument zoals correspondentie (met inbegrip van e-mails) waaruit blijkt dat de desbetreffende goederen zijn besteld.

(26)

De bovenstaande lijst is niet uitputtend, en elke ander redelijk handelsdocument kan eveneens als voldoende worden aangemerkt door de bevoegde nationale autoriteiten.

7.   Overdracht van documenten

(27)

De Commissie moedigt de bevoegde autoriteiten sterk aan ervoor te zorgen dat de overdracht van documenten tussen de importeur of zijn vertegenwoordiger (verzoek om een toezichtdocument) en de vergunningverlenende autoriteiten (afgifte van het toezichtdocument) snel en eenvoudig gebeurt en, voor zover mogelijk, lange elektronische weg.

8.   Papieren en elektronische documenten (11)

(28)

Op grond van de staaltoezichtverordening en de aluminiumtoezichtverordening kan de aanvraag van een toezichtdocument langs elektronische weg gebeuren. Het vereiste van een papieren document geldt alleen voor het formulier zelf (d.w.z. het formulier dat is vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) 2015/478, respectievelijk bijlage I bij Verordening (EU) 2015/755).

(29)

De nationale autoriteiten mogen dus elektronische systemen invoeren om de aanvraag te verwerken. Zij mogen ook elektronische documenten uitgeven in aanvulling op de papieren documenten, die kunnen worden toegezonden aan het nationale elektronische douanesysteem, aangezien douaneaangiften in het kader van douaneoperaties elektronisch kunnen worden gedaan. Dit is volledig in overeenstemming met de hierboven vermelde beleidsdoelstellingen — zowel op nationaal als op EU-niveau — ter bevordering van de overgang naar een elektronische douane. De Commissie bevordert daarom de elektronische afgifte van toezichtdocumenten en de elektronische verwerking ervan met het oog op het stroomlijnen van de toezichtprocedures.

(30)

Op grond van de huidige regelgeving betreffende toezicht (12) moeten echter nog steeds papieren documenten worden afgegeven, met name op verzoek van de aanvrager of de nationale autoriteiten van een andere lidstaat.

(1)  PB L 115 van 29.4.2016, blz. 37.

(2)  PB L 158 van 21.6.2017, blz. 8.

(3)  PB L 106 van 26.4.2018, blz. 7.

(4)  De Europese Gemeenschap was betrokken bij de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie. Bijlage 1A bij die overeenkomst omvat onder meer de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel 1994 („GATT 1994”) en een Overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen: https://www.wto.org/english/docs_e/legal_e/23-lic.pdf

(5)  Zie met name artikel 1.7 van de Overeenkomst inzake invoervergunningen van de WTO: „Geen enkele aanvraag wordt afgewezen op grond van kleine vergissingen in de documentatie waardoor de daarin verstrekte basisgegevens niet worden gewijzigd. Voor verzuimen of vergissingen die kennelijk zonder frauduleuze bedoeling of niet door ernstige nalatigheid in de documenten of in de procedures zijn geslopen worden geen hogere boeten opgelegd dan bij wijze van waarschuwing alleen nodig is”. Zie ook artikel 2, lid 2, onder a): „de procedures inzake automatische invoervergunningen worden niet zodanig beheerd dat zij restrictieve gevolgen hebben voor de invoer waarvoor een automatische vergunning geldt […].”

(6)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(7)  PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21.

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1092, tot wijziging van de staaltoezichtverordening, heeft de bepalingen in artikel 2, lid 9, van laatstgenoemde verordening ingetrokken: „Het toezichtsdocument kan langs elektronische weg worden afgegeven, mits de betrokken douanekantoren via een computernetwerk tot dit document toegang hebben.”

(9)  Artikel 2, lid 6, onder b), van de staaltoezichtverordening, gebaseerd op artikel 11, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16), en artikel 8, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33).

(10)  PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1.

(11)  Zie artikel 11, leden 2, 3, 8, 9 en 10, en bijlage II bij Verordening (EU) 2015/478; artikel 8, leden 2, 3, 8, 9 en 10, en bijlage I bij Verordening (EU) 2015/755.

(12)  Artikel 11 van Verordening (EU) 2015/478.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

12.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8909 — KME/MKM)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 201/06)

1.   

Op 4 juni 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen, waarbij KME AG („KME”, Duitsland), een dochteronderneming van INTEK GROUP S.p.A, die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Quattroduedue Holding B.V., de uitsluitende zeggenschap verkrijgt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over MKM Mansfelder Kupfer and Messing GmbH („MKM”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   KME: industriële groep die zich bezighoudt met de vervaardiging en de verhandeling van koper en koperlegeringen;

—   MKM: producent van tussenproducten en halfafgewerkte producten op basis van koper en koperlegeringen.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8909 — KME/MKM

Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).