ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
61e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2018/C 177/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8885 — Carlyle/Accolade Wines Holdings Australia/Accolade Wines Holdings Europe) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2018/C 177/02 |
||
2018/C 177/03 |
Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006) ( 1 ) |
|
2018/C 177/04 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Europese Commissie |
|
2018/C 177/05 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2018/C 177/06 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8923 — AMP Capital/Aena Internacional/Luton Airport) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8885 — Carlyle/Accolade Wines Holdings Australia/Accolade Wines Holdings Europe)
(Voor de EER relevante tekst)
(2018/C 177/01)
Op 16 mei 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8885. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
23 mei 2018
(2018/C 177/02)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1708 |
JPY |
Japanse yen |
128,61 |
DKK |
Deense kroon |
7,4495 |
GBP |
Pond sterling |
0,87953 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,2906 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,1598 |
ISK |
IJslandse kroon |
123,80 |
NOK |
Noorse kroon |
9,5063 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,813 |
HUF |
Hongaarse forint |
319,53 |
PLN |
Poolse zloty |
4,3088 |
RON |
Roemeense leu |
4,6294 |
TRY |
Turkse lira |
5,7086 |
AUD |
Australische dollar |
1,5544 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5109 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,1904 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6977 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5754 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 266,75 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
14,8062 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,4797 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3913 |
IDR |
Indonesische roepia |
16 642,92 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6627 |
PHP |
Filipijnse peso |
61,432 |
RUB |
Russische roebel |
72,2643 |
THB |
Thaise baht |
37,641 |
BRL |
Braziliaanse real |
4,3040 |
MXN |
Mexicaanse peso |
23,3550 |
INR |
Indiase roepie |
80,1055 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/3 |
Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)
(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1) )
(Voor de EER relevante tekst)
(2018/C 177/03)
Besluiten tot verlening van een autorisatie
Referentie van het besluit (2) |
Datum van het besluit |
Naam van de stof |
Houder van de autorisatie |
Nummers van de autorisatie |
Toegestaan gebruik |
Datum van verstrijken van de herbeoordelingstermijn |
Gronden voor het besluit |
C(2018) 2881 |
17 mei 2018 |
1,2-dichloorethaan EG-nr. 203-458-1, CAS-nr. 107-06-2 |
Lanxess Deutschland GmbH, Kennedyplatz 1, 50569, Köln, Duitsland |
REACH/18/2/0 |
Industrieel gebruik van 1,2-dichloorethaan als zwelmiddel tijdens de sulfonering van poly(styreendivinylbenzeen)-copolymeerbolletjes bij de vervaardiging van sterk zure kationenuitwisselende harsen |
22 november 2021 |
Overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, wegen bij het gebruik van de stof de sociaaleconomische voordelen zwaarder dan het risico voor de gezondheid van de mens en zijn er vóór de verbodsdatum geen geschikte alternatieve stoffen of technieken beschikbaar die technisch en economisch haalbaar zijn voor de aanvrager. |
REACH/18/2/1 |
Industrieel gebruik van 1,2-dichloorethaan als zwelmiddel en reactiemedium tijdens de ftaalimidomethylering van poly(styreendivinylbenzeen)-copolymeerbolletjes bij de vervaardiging van anionenuitwisselende en chelerende harsen |
22 november 2029 |
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2) Het besluit is te vinden op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/growth/sectors/chemicals/reach/about_nl
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/4 |
ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS
Omrekeningskoersen van de munteenheden in toepassing van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad
(2018/C 177/04)
Artikel 107, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72
Referentieperiode: april 2018
Toepassingsperiode: juli, augustus en september 2018
04-2018 |
EUR |
BGN |
CZK |
DKK |
HRK |
HUF |
PLN |
1 EUR = |
1 |
1,95580 |
25,3648 |
7,44788 |
7,42091 |
311,721 |
4,19366 |
1 BGN = |
0,511300 |
1 |
12,9690 |
3,80810 |
3,79431 |
159,383 |
2,14422 |
1 CZK = |
0,0394247 |
0,0771069 |
1 |
0,293631 |
0,292567 |
12,2895 |
0,165334 |
1 DKK = |
0,134266 |
0,262598 |
3,40564 |
1 |
0,99638 |
41,8536 |
0,563068 |
1 HRK = |
0,134754 |
0,263553 |
3,41802 |
1,003635 |
1 |
42,0057 |
0,565114 |
1 HUF = |
0,00320800 |
0,00627421 |
0,0813703 |
0,023893 |
0,0238063 |
1 |
0,0134533 |
1 PLN = |
0,238455 |
0,466371 |
6,04837 |
1,77599 |
1,76955 |
74,3314 |
1 |
1 RON = |
0,214692 |
0,419895 |
5,44563 |
1,59900 |
1,59321 |
66,9240 |
0,900346 |
1 SEK = |
0,096416 |
0,188570 |
2,44557 |
0,718095 |
0,715494 |
30,0549 |
0,404336 |
1 GBP = |
1,14663 |
2,24258 |
29,0840 |
8,53996 |
8,5090 |
357,428 |
4,80857 |
1 NOK = |
0,103948 |
0,203301 |
2,63661 |
0,774191 |
0,771387 |
32,4027 |
0,435922 |
1 ISK = |
0,00817678 |
0,0159922 |
0,207402 |
0,0608997 |
0,0606791 |
2,54887 |
0,034291 |
1 CHF = |
0,841050 |
1,64493 |
21,3331 |
6,26404 |
6,24135 |
262,173 |
3,52708 |
04-2018 |
RON |
SEK |
GBP |
NOK |
ISK |
CHF |
1 EUR = |
4,65783 |
10,37172 |
0,872122 |
9,62022 |
122,298 |
1,18899 |
1 BGN = |
2,38155 |
5,30306 |
0,445915 |
4,91881 |
62,5307 |
0,607930 |
1 CZK = |
0,183634 |
0,408902 |
0,034383 |
0,379274 |
4,82154 |
0,0468756 |
1 DKK = |
0,625390 |
1,39257 |
0,117097 |
1,29167 |
16,4204 |
0,159641 |
1 HRK = |
0,627663 |
1,39764 |
0,1175223 |
1,29637 |
16,4801 |
0,160222 |
1 HUF = |
0,0149423 |
0,0332725 |
0,00279777 |
0,0308617 |
0,392331 |
0,00381428 |
1 PLN = |
1,110684 |
2,47319 |
0,207962 |
2,29399 |
29,1625 |
0,283521 |
1 RON = |
1 |
2,22673 |
0,187238 |
2,06539 |
26,2563 |
0,255267 |
1 SEK = |
0,449089 |
1 |
0,0840865 |
0,92754 |
11,7914 |
0,114638 |
1 GBP = |
5,34080 |
11,8925 |
1 |
11,0308 |
140,230 |
1,36333 |
1 NOK = |
0,484171 |
1,078117 |
0,0906551 |
1 |
12,7126 |
0,123593 |
1 ISK = |
0,038086 |
0,084807 |
0,00713115 |
0,0786624 |
1 |
0,00972211 |
1 CHF = |
3,91747 |
8,72313 |
0,733498 |
8,09108 |
102,858 |
1 |
Noot: alle kruiskoersen voor ISK worden berekend onder gebruikmaking van de ISK/EUR-koersgegevens van de Centrale Bank van IJsland.
referentie: april-18 |
1 EUR in nationale valuta |
1 eenheid van nationale valuta in EUR |
BGN |
1,95580 |
0,511300 |
CZK |
25,3648 |
0,0394247 |
DKK |
7,44788 |
0,134266 |
HRK |
7,42091 |
0,134754 |
HUF |
311,721 |
0,00320800 |
PLN |
4,19366 |
0,238455 |
RON |
4,65783 |
0,214692 |
SEK |
10,37172 |
0,096416 |
GBP |
0,872122 |
1,14663 |
NOK |
9,62022 |
0,103948 |
ISK |
122,298 |
0,00817678 |
CHF |
1,18899 |
0,841050 |
Noot: de ISK/EUR-koersen zijn gebaseerd op gegevens van de Centrale Bank van IJsland.
1. |
Volgens Verordening (EEG) nr. 574/72 is de koers voor de omrekening in een munteenheid van bedragen die in een andere munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die door de Europese Centrale Bank zijn gepubliceerd. |
2. |
De referentieperiode is:
De omrekeningskoersen van de munteenheden worden bekendgemaakt in het tweede Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) van de maanden februari, mei, augustus en november. |
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/6 |
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van warmgewalste stalen damwandplaten van oorsprong uit de Volksrepubliek China
(2018/C 177/05)
De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van warmgewalste stalen damwandplaten, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land” of „de VRC”).
1. Klacht
De klacht werd op 10 april 2018 ingediend door Eurofer („de klager”) namens drie producenten van de Unie die samen 100 % van de totale productie van warmgewalste stalen damwandplaten in de Unie voor hun rekening nemen.
2. Onderzochte product
Bij het onderzochte product gaat het om warmgewalste stalen damwandplaten, die worden omschreven als damwandplaten van ijzer of van staal, ook indien van gaten voorzien of bestaande uit aaneengezette delen van warmgewalste golfplaten met vergrendeling die een doorlopende ondoorlatende wand kunnen vormen. Koudgewalste damwandplaten vallen niet onder deze omschrijving.
3. Bewering dat er sprake is van dumping
Het product dat met dumping zou worden ingevoerd, is het onderzochte product, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 7301 10 00 (Taric-code 7301100010). De codes worden slechts ter informatie vermeld.
Volgens de klager is het niet passend gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in het betrokken land, wegens het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening.
Om de beweringen inzake verstoringen van betekenis te onderbouwen, heeft de klager verwezen naar het Werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld „Report on Significant Distortions in the Economy of the PRC for the purposes of trade defence investigations” (2) van 20 december 2017, waarin de specifieke omstandigheden in het betrokken land worden beschreven, met name de marktverstoringen voor de staalsector.
De klager onderbouwde zijn beweringen voorts door verwijzing naar een onderzoeksrapport van 25 juni 2015 om de specifieke marktomstandigheden in de staalsector in het betrokken land te beschrijven. Het verslag bevat bewijsmateriaal over overheidsingrijpen in de vorm van diverse plannen en programma’s waardoor verstoringen van betekenis worden veroorzaakt.
Ook verwees de klager naar andere bewijsstukken inzake deze verstoringen: „the Steel Industry Adjustment and Upgrade Plan (2016-2020)”, een verslag opgesteld door het US Department of Commerce, en de conclusies van de Commissie in de antisubsidieprocedure met betrekking tot organisch bekleed staal (3) en warmgewalste platte staalproducten (4).
Bijgevolg is, gelet op artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening, de bewering van dumping gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde die is berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks in een geschikt representatief land tot uitdrukking komen, met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product uit het betrokken land bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.
Gelet op de beschikbare informatie meent de Commissie dat er overeenkomstig artikel 5, lid 9, van de basisverordening, voldoende bewijsmateriaal is waaruit naar voren komt dat het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis die van invloed zijn op de prijzen en kosten, niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in het betrokken land, zodat de opening van een onderzoek op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening is gerechtvaardigd.
4. Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband
De klager heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.
Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de verkochte hoeveelheden en de in rekening gebrachte prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de algemene prestaties en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd. Daarnaast stelt de klager dat de bestaande schade groter dreigt te worden, op grond van bewijsmateriaal inzake de aanzienlijke stijging van de invoer met dumping en de vrij beschikbare productiecapaciteit in het betrokken land.
5. Procedure
Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, opent zij hierbij een onderzoek op grond van artikel 5 van de basisverordening.
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.
5.1. Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode
Het onderzoek naar dumping en schade heeft betrekking op de periode van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018 („het onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling heeft betrekking op de periode van 1 januari 2015 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).
5.2. Procedure voor het vaststellen van dumping
Producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit het betrokken land worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.2.1. Onderzoek van de producenten-exporteurs
5.2.1.1.
a) Steekproeven
Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs in het betrokken land kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.
Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.
Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) zal het antidumpingrecht dat wordt toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die is vastgesteld voor de producenten-exporteurs in de steekproef (6).
b) Individuele dumpingmarge voor ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen
Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 17, lid 3, van de basisverordening verzoeken om voor hen een individuele dumpingmarge vast te stellen. De producenten-exporteurs die in aanmerking willen komen voor een individuele dumpingmarge, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden. De Commissie zal onderzoeken of hun een individueel recht overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening kan worden toegekend.
Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en aan een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg staan.
5.2.2. Aanvullende procedure met betrekking tot de VRC waar aanzienlijke verstoringen bestaan
Overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, onder e), zal de Commissie de bij het onderzoek betrokken partijen kort na de opening van het onderzoek door middel van een mededeling in het dossier dat door hen kan worden ingezien, meedelen welke relevante bronnen zij voornemens is te gebruiken voor de vaststelling van de normale waarde in de VRC overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Dit zal alle bronnen betreffen, in voorkomend geval ook een geschikt representatief derde land. De bij het onderzoek betrokken partijen hebben vanaf de datum waarop de mededeling wordt opgenomen in het dossier, tien dagen de tijd om opmerkingen in te dienen.
Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, is Zuid-Afrika in dit geval een mogelijk representatief derde land voor de VRC. Om uiteindelijk het geschikte representatieve derde land te selecteren, zal de Commissie onderzoeken of er sprake is van een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van het land van uitvoer, of het onderzochte product er wordt geproduceerd en verkocht, en of de desbetreffende gegevens onmiddellijk beschikbaar zijn. Wanneer er sprake is van meer van dergelijke landen zal, indien van toepassing, de voorkeur worden gegeven aan landen met een toereikend niveau van sociale en milieubescherming.
Wat de relevante bronnen betreft, verzoekt de Commissie alle producenten-exporteurs in het betrokken land de in bijlage III bij dit bericht verlangde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de gestelde verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening nodig acht, zal de Commissie ook aan de overheid van het betrokken land een vragenlijst toezenden.
Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening.
Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
5.2.3. Onderzoek van niet-verbonden importeurs (7) (8)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.
Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de verkoop van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
5.3. Procedure voor het vaststellen van schade en onderzoek van producenten in de Unie
De vaststelling van de schade is gebaseerd op positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met dumping, de gevolgen daarvan voor de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Teneinde vast te stellen of de bedrijfstak van de Unie schade heeft geleden, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten in de Unie nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de haar bekende producenten in de Unie of representatieve producenten in de Unie, en met name aan: ArcelorMittal Belval & Differdange SA, ArcelorMittal Poland SA en Vitkovice Steel, a.s.
Deze producenten in de Unie moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.
Alle niet hierboven genoemde producenten in de Unie wordt verzocht onmiddellijk, maar in elk geval binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, bij voorkeur per e-mail contact op te nemen met de Commissie en een vragenlijst aan te vragen.
5.4. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.5. Andere schriftelijke opmerkingen
Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
5.6. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
5.7. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (9). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.
Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Die samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
|||
Directoraat-generaal Handel |
|||
Directoraat H |
|||
Kamer CHAR 04/039 |
|||
1049 Brussel |
|||
BELGIË |
|||
|
6. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.
Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
7. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.
Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/
8. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.
9. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10).
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) SWD (2017) 483 final/2, te vinden op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/december/tradoc_156474.pdf
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot instelling van een compenserend recht op bepaalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 73 van 15.3.2013, blz. 16).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/969 van de Commissie van 8 juni 2017 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/649 van de Commissie tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 146 van 9.6.2017, blz. 17).
(5) Onder producent-exporteur wordt verstaan: een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks of via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.
(6) Ingevolge artikel 9, lid 6, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihilmarges, minimale marges of marges die onder de in artikel 18 van de basisverordening bedoelde omstandigheden zijn vastgesteld.
(7) Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs in het betrokken land kunnen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs in het betrokken land verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden hebben direct of indirect zeggenschap over een derde persoon, of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt onder „persoon” verstaan een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(8) Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.
(9) Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(10) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
24.5.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 177/19 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.8923 — AMP Capital/Aena Internacional/Luton Airport)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2018/C 177/06)
1. |
Op 15 mei 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
AMP Capital en Aena Internacional verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over LLAOL. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen. |
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — AMP Capital: diensten op het gebied van infrastructuurinvesteringen en beheer, waaronder zeggenschap over Newcastle International Airport en Leeds Bradford Airport in het Verenigd Koninkrijk; — Aena Internacional: beheer van luchthaveninfrastructuur; — LLAOL: beheer en exploitatie van London Luton Airport. |
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld: M.8923 — AMP Capital/Aena Internacional/Luton Airport Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.