ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 346

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

60e jaargang
14 oktober 2017


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 346/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8559 — Aunde/Bader/JV) ( 1 )

1

2017/C 346/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8620 — KKR/WBA/PharMerica) ( 1 )

1

2017/C 346/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8628 — Eneco/Renault/Jedlix) ( 1 )

2

2017/C 346/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8622 — Unibail-Rodamco/Commerz Real Investmentgesellschaft/CGI Metropole) ( 1 )

2

2017/C 346/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8590 — Sogecap/Cardif/Diversipierre/Horizon) ( 1 )

3

2017/C 346/06

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8631 — IFM/PSA/Mersin) ( 1 )

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 346/07

Wisselkoersen van de euro

4

2017/C 346/08

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 november 2017 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 ( PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1 ))

5


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2017/C 346/09

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/27/2017 in het kader van het programma Erasmus+ — KA3 — Ondersteuning van de beleidshervormingen — Gemeenschappelijke kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding (BOO)

6

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2017/C 346/10

Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

9


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8559 — Aunde/Bader/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/01)

Op 18 september 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8559. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8620 — KKR/WBA/PharMerica)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/02)

Op 4 oktober 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8620. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8628 — Eneco/Renault/Jedlix)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/03)

Op 10 oktober 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8628. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8622 — Unibail-Rodamco/Commerz Real Investmentgesellschaft/CGI Metropole)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/04)

Op 6 oktober 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8622. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8590 — Sogecap/Cardif/Diversipierre/Horizon)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/05)

Op 6 oktober 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8590. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8631 — IFM/PSA/Mersin)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 346/06)

Op 29 september 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8631. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/4


Wisselkoersen van de euro (1)

13 oktober 2017

(2017/C 346/07)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1810

JPY

Japanse yen

132,49

DKK

Deense kroon

7,4440

GBP

Pond sterling

0,88980

SEK

Zweedse kroon

9,6050

CHF

Zwitserse frank

1,1533

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3390

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,813

HUF

Hongaarse forint

308,64

PLN

Poolse zloty

4,2555

RON

Roemeense leu

4,5865

TRY

Turkse lira

4,3225

AUD

Australische dollar

1,5080

CAD

Canadese dollar

1,4761

HKD

Hongkongse dollar

9,2210

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6541

SGD

Singaporese dollar

1,6013

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 333,88

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,8047

CNY

Chinese yuan renminbi

7,7831

HRK

Kroatische kuna

7,5085

IDR

Indonesische roepia

15 938,78

MYR

Maleisische ringgit

4,9832

PHP

Filipijnse peso

60,731

RUB

Russische roebel

68,1201

THB

Thaise baht

39,115

BRL

Braziliaanse real

3,7517

MXN

Mexicaanse peso

22,3881

INR

Indiase roepie

76,7125


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/5


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 november 2017 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

(2017/C 346/08)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.

Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 302 van 13.9.2017, blz. 2.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.11.2017

-0,15

-0,15

0,76

-0,15

0,57

-0,15

0,06

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

0,59

0,25

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

1,83

-0,15

1,28

-0,36

-0,15

-0,15

0,65

1.10.2017

31.10.2017

-0,15

-0,15

0,76

-0,15

0,45

-0,15

0,09

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

0,59

0,30

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

-0,15

1,83

-0,15

1,10

-0,36

-0,15

-0,15

0,65

1.9.2017

30.9.2017

-0,13

-0,13

0,76

-0,13

0,45

-0,13

0,12

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

0,59

0,30

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

1,83

-0,13

1,10

-0,36

-0,13

-0,13

0,65

1.8.2017

31.8.2017

-0,13

-0,13

0,76

-0,13

0,45

-0,13

0,12

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

0,59

0,30

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

-0,13

1,83

-0,13

1,10

-0,36

-0,13

-0,13

0,78

1.6.2017

31.7.2017

-0,10

-0,10

0,76

-0,10

0,45

-0,10

0,12

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

0,70

0,37

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

1,83

-0,10

1,10

-0,36

-0,10

-0,10

0,78

1.5.2017

31.5.2017

-0,10

-0,10

0,76

-0,10

0,45

-0,10

0,12

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

0,70

0,44

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

-0,10

1,83

-0,10

1,10

-0,36

-0,10

-0,10

0,78

1.4.2017

30.4.2017

-0,08

-0,08

0,76

-0,08

0,45

-0,08

0,16

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

0,83

0,44

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

1,83

-0,08

1,10

-0,36

-0,08

-0,08

0,78

1.3.2017

31.3.2017

-0,08

-0,08

0,76

-0,08

0,45

-0,08

0,16

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

1,05

0,53

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

-0,08

1,83

-0,08

1,10

-0,36

-0,08

-0,08

0,78

1.1.2017

28.2.2017

-0,07

-0,07

0,76

-0,07

0,45

-0,07

0,16

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

1,05

0,75

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

-0,07

1,83

-0,07

1,10

-0,36

-0,07

-0,07

0,78


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/6


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/27/2017

in het kader van het programma Erasmus+

KA3 — Ondersteuning van de beleidshervormingen

Gemeenschappelijke kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding (BOO)

(2017/C 346/09)

1.   Doelstellingen

De algemene doelstellingen van deze oproep zijn enerzijds het vergroten van de inzetbaarheid van jongeren en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een hoogopgeleide, gekwalificeerde en mobiele beroepsbevolking, waar ook bedrijven van kunnen profiteren, en anderzijds het ondersteunen van gemeenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van BOO in Europa en het versterken van de algemene kwaliteit, relevantie en aantrekkelijkheid ervan.

De specifieke doelstelling van deze oproep is het verlenen van ondersteuning aan het opstellen of opzetten van gemeenschappelijke BOO-kwalificaties, waaronder kwalificaties op een hoger niveau, of het verbeteren van dergelijke bestaande kwalificaties.

De transnationale kwalificaties dienen een sterke component leren op het werk en een sterke component mobiliteit te bevatten en aandacht te besteden aan leerresultaten, kwaliteitsborging en adequate erkenning, waarbij gebruik dient te worden gemaakt van de relevante Europese hulpmiddelen en instrumenten.

Gelet op de hoge jeugdwerkloosheid, de discrepantie tussen de vraag naar en het aanbod van vaardigheden, vaardighedentekorten en een behoefte aan betere vaardigheden op sectoraal niveau, zouden gemeenschappelijke BOO-kwalificaties een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van deze problemen en ervoor zorgen dat maatregelen op het gebied van BOO beter aansluiten op de behoeften van de arbeidsmarkt.

2.   In aanmerking komende partnerschappen

Het partnerschap moet bestaan uit partners uit ten minste twee verschillende Erasmus+-programmalanden (waarvan er ten minste één een lidstaat van de Europese Unie moet zijn):

—   de 28 lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden (1);

—   bij het programma aangesloten niet-EU-landen: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Turkije.

Aan het partnerschap moeten ten minste drie partners deelnemen, waaronder de volgende twee organisaties:

een BOO-aanbieder (op middelbaar of postsecundair niveau, niet-tertiair of tertiair onderwijs);

een onderneming (publiek of particulier) of een kamer van koophandel, nijverheid en ambachten of een sectorale/beroepsorganisatie.

Een van deze partners is de coördinerende organisatie, die namens het consortium van partnerorganisaties de Erasmus+-subsidie aanvraagt.

De volgende organisaties komen ook in aanmerking voor deelname:

relevante voor kwalificaties verantwoordelijke autoriteiten of gelijkwaardige organisaties (op nationaal, regionaal of sectoraal niveau). Deelname van een dergelijke organisatie uit ieder land dat aan het project deelneemt, wordt bij de beoordeling van de kwaliteit van het projectconsortium en de samenwerkingsregelingen als een voordeel beschouwd;

overheidsinstanties op lokaal, regionaal of nationaal niveau;

sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties);

onderzoeksinstellingen;

Europese overkoepelende organisaties;

raden voor sectorvaardigheden of gelijkwaardige organisaties;

diensten voor arbeidsvoorziening;

jongerenorganisaties;

ouderverenigingen;

andere relevante organen.

3.   Activiteiten en verwachte resultaten

De activiteiten moeten van start gaan tussen 1 september 2018 en 1 november 2018.

De looptijd van de projecten is 24 maanden.

De begunstigden moeten de volgende twee hoofdactiviteiten verrichten:

ontwerpen of verbeteren van een gemeenschappelijke BOO-kwalificatie die erop gericht is om in te spelen op de concrete behoeften aan vaardigheden in de landen met partners die aan het project verbonden zijn, en tot doel heeft om in al deze landen als kwalificatie erkend te worden.

De gemeenschappelijke kwalificatie dient te bestaan uit drie duidelijk afgebakende componenten:

de gemeenschappelijke kwalificatie is gedefinieerd op basis van een gedetailleerd kwalificatieprofiel, in de vorm van een uitgebreide uiteenzetting van de verwachte leerresultaten;

de gemeenschappelijke kwalificatie gaat vergezeld van een ontwerp van een gemeenschappelijk curriculum, met een sterke component leren op het werk, en ondersteuning voor de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale mobiliteit van studenten;

de gemeenschappelijke kwalificatie bevat beoordelingsnormen;

opzetten van nieuwe, duurzame samenwerkingsstructuren om te zorgen voor transparantie, vergelijkbaarheid, adequate systemen voor kwaliteitsborging en wederzijdse erkenning van kwalificaties, en tegelijkertijd de huidige inspanningen systematischer en gerichter maken.

Binnen de duur van het project dienen de volgende resultaten te worden behaald:

ontwerpen of verbeteren van een gemeenschappelijke BOO-kwalificatie

tastbare en duurzame resultaten boeken bij het opzetten van een gemeenschappelijke BOO-kwalificatie, inclusief een betere transparantie, vergelijkbaarheid en erkenning van deze kwalificaties;

bewijs leveren van de manier waarop de behoefte aan specifieke vaardigheden in overeenstemming wordt gebracht met de behoeften van de arbeidsmarkt in de landen/regio's die aan het project deelnemen;

opzetten van nieuwe duurzame samenwerkingsstructuren

aantonen dat er concrete inspanningen worden geleverd om de inzetbaarheid van BOO-studenten te vergroten door leren op het werk te verbeteren en mobiliteitsmogelijkheden in het project op te nemen;

realiseren van langetermijnsynergieën om uiteindelijk de aantrekkelijkheid van BOO te vergroten.

Uit bewijsmateriaal dient te blijken dat de in het kader van het project geleverde prestaties ook na beëindiging van de EU-subsidie zullen worden voortgezet.

4.   Toekenningscriteria

In aanmerking komende aanvragen worden op grond van de volgende criteria beoordeeld:

1.

relevantie van het project (maximaal 30 punten — minimumdrempel 16 punten);

2.

kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van het project (maximaal 25 punten — minimumdrempel 13 punten);

3.

kwaliteit van het projectconsortium en de samenwerkingsregelingen (maximaal 25 punten — minimumdrempel 13 punten);

4.

impact en verspreiding (maximaal 20 punten — minimumdrempel 11 punten).

Om in aanmerking te komen voor subsidie, dienen aanvragen ten minste 60 punten te scoren (met een maximumscore van 100), waarbij tevens rekening wordt gehouden met de vereiste minimumdrempel van elk van de vier toekenningscriteria.

5.   Begroting

De totale begroting voor de medefinanciering van projecten wordt geraamd op maximaal 6 miljoen EUR.

Het maximale medefinancieringspercentage van de EU bedraagt 80 %.

De subsidie bedraagt per project tussen 200 000 en 500 000 EUR. Naar verwachting zullen circa twintig voorstellen worden gefinancierd.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor om niet alle beschikbare middelen uit te keren.

6.   Termijn voor het indienen van aanvragen

De aanvragen moeten uiterlijk op 31 januari 2018 vóór 12.00 uur 's middags (Brusselse tijd) worden ingediend.

Aanvragen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

zij moeten elektronisch worden ingediend met gebruikmaking van het juiste officiële aanvraagformulier (elektronisch aanvraagformulier);

zij moeten zijn opgesteld in een van de officiële talen van de EU;

zij dienen vergezeld te gaan van de volgende bijlagen: een uitgebreide beschrijving van het project, een verklaring op erewoord en een sluitende geraamde begroting, met gebruikmaking van de officiële formulieren.

Het niet nakomen van deze voorwaarden resulteert in afwijzing van de aanvraag.

7.   Volledige informatie

De richtsnoeren voor aanvragers en het elektronische aanvraagformulier zijn te vinden op het volgende internetadres:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding/ka3-joint-qualifications-in-vocational-education-and-training_en

Aanvragen dienen aan alle voorwaarden van de richtsnoeren te voldoen.


(1)  Voor aanvragers uit het Verenigd Koninkrijk: U dient zich ervan bewust te zijn dat u gedurende de gehele looptijd van de subsidie aan de subsidiabiliteitscriteria moet voldoen. Indien het Verenigd Koninkrijk tijdens de looptijd van de subsidie de EU verlaat zonder een overeenkomst te hebben gesloten met de EU waarin expliciet wordt vastgelegd dat Britse aanvragers in aanmerking blijven komen, zal de EU-subsidie aan u worden stopgezet (terwijl u waar mogelijk blijft deelnemen) of zult u het project moeten verlaten.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

14.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 346/9


Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2017/C 346/10)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 10 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), volgens welke de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens, van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

1.   Klacht

De klacht is op 31 augustus 2017 ingediend door de coalitie tegen de oneerlijke invoer van banden („de klager”), namens producenten die meer dan 45 % van de totale productie in de Unie van nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden voor autobussen of voor vrachtwagens vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Dit onderzoek heeft betrekking op bepaalde nieuwe of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber, van de soort gebruikt voor autobussen of voor vrachtwagens, met een belastingsindex van meer dan 121 (of „nieuwe en van een nieuw loopvlak voorziene banden”) („het onderzochte product”).

3.   Bewering dat er sprake is van subsidiëring

Volgens de klacht gaat het bij het met subsidiëring ingevoerde product om het onderzochte product, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”), momenteel ingedeeld onder de GN-code(s) 4011 20 90 en ex 4012 12 00. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

De klacht bevat voldoende bewijs dat de producenten van het onderzochte product uit het betrokken land van de overheid van de Volksrepubliek China een aantal subsidies hebben ontvangen.

De vermeende subsidiepraktijken bestaan onder meer uit 1) de rechtstreekse overdracht van middelen en de mogelijk rechtstreekse overdracht van middelen of passiva, 2) inkomsten waarvan de overheid afstand doet of die de overheid niet int, en 3) de verstrekking van goederen of diensten door de overheid tegen een ontoereikende prijs. Bij de klacht was bewijsmateriaal gevoegd over bijvoorbeeld het bestaan van diverse subsidies, preferentiële leningen en gerichte kredieten bij staatsbanken en particuliere banken, exportkredieten en uitvoergaranties en -verzekeringen, over de verstrekking door de overheid van grond, energie, water en grondstoffen voor de productie van het onderzochte product, alsmede over de vermindering en vrijstelling van vennootschapsbelasting, kortingen op invoerrechten en btw-vrijstelling of -aftrek. Gezien artikel 10, leden 2 en 3, van de basisverordening heeft de Commissie een memorandum opgesteld over de toereikendheid van het bewijsmateriaal, dat een analyse bevat van alle bewijzen waarover zij beschikt, met inbegrip van die uit andere beschikbare bronnen dan de klacht. Belanghebbenden vinden dit memorandum in het dossier.

De Commissie behoudt zich het recht voor een onderzoek in te stellen naar andere relevante subsidiepraktijken die uit het onderzoek zouden blijken.

De klager voert voorts aan dat de bovengenoemde maatregelen op subsidies neerkomen, aangezien in het kader daarvan door de overheid van de Volksrepubliek China of door andere regionale of lokale overheden (met inbegrip van publieke organen) een financiële bijdrage wordt verstrekt waardoor de producenten-exporteurs van het onderzochte product een voordeel verkrijgen. De subsidies zouden beperkt zijn tot uitsluitend bepaalde ondernemingen, een bepaalde bedrijfstak of een bepaalde groep van ondernemingen en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.

De vermeende subsidiebedragen blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.

4.   Bewering dat er sprake is van schade en oorzakelijk verband

De klacht bevat voldoende bewijs dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen.

Uit het door de klager verstrekte bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheid waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de algehele prestaties en de werkgelegenheidssituatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden, opent zij hierbij een onderzoek op grond van artikel 10 van de basisverordening.

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land met subsidiëring wordt ingevoerd en of hierdoor schade voor de bedrijfstak van de Unie is ontstaan. Als de conclusies bevestigend zijn, zal in het onderzoek worden nagegaan of het niet tegen het belang van de Unie is maatregelen in te stellen.

De regering van de Volksrepubliek China is uitgenodigd voor overleg.

5.1.    Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode

Het onderzoek naar subsidiëring en schade heeft betrekking op de periode van 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 („het onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling heeft betrekking op de periode van 1 januari 2014 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).

5.2.    Procedure voor het vaststellen van subsidiëring

Producenten-exporteurs (2) van het onderzochte product uit het betrokken land en de autoriteiten van het betrokken land worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken. Andere partijen waarbij de Commissie informatie zal inwinnen die voor haar van belang is om te bepalen of en voor welk bedrag tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies voor het onderzochte product zijn toegekend, worden eveneens uitgenodigd zo veel mogelijk met de Commissie samen te werken.

5.2.1.   Onderzoek van producenten-exporteurs

Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in het betrokken land

a)   Steekproeven

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs in het betrokken land kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan alle haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs en de autoriteiten van het betrokken land moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de toepassing van artikel 28 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”). Onverminderd punt b) zal het compenserende recht dat wordt toegepast op de invoer van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs niet hoger zijn dan de gewogen gemiddelde subsidiebedragen die zijn vastgesteld voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs (3).

b)   Individuele vaststelling van de hoogte van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies voor niet in de steekproef opgenomen ondernemingen

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs kunnen de Commissie uit hoofde van artikel 27, lid 3, van de basisverordening verzoeken om voor hen de hoogte van de subsidies individueel vast te stellen. De producenten-exporteurs die voor een individuele vaststelling van de hoogte van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies in aanmerking willen komen, moeten een vragenlijst aanvragen en deze, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef naar behoren ingevuld terugzenden.

Producenten-exporteurs die om een individuele vaststelling van de hoogte van de subsidies verzoeken, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten de hoogte van de subsidies niet individueel voor hen vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en aan een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg staan.

5.2.2.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (4)  (5)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Procedure voor het vaststellen van schade en onderzoek van producenten in de Unie

De vaststelling van de schade is gebaseerd op positief bewijsmateriaal en houdt een objectief onderzoek in van de omvang van de invoer met subsidiëring, de gevolgen daarvan voor de prijzen in de Unie en de gevolgen van deze invoer voor de bedrijfstak van de Unie. Om de situatie van de bedrijfstak van de Unie vast te stellen, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

Onderzoek van producenten in de Unie

Gezien het grote aantal bij deze procedure betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.7). Andere producenten in de Unie, of hun vertegenwoordigers, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen. Belanghebbenden die nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.4.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat er inderdaad invoer met subsidiëring plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 31 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of de instelling van antisubsidiemaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 31 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.5.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.6.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.7.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6). De partijen die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, worden verzocht het verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden. Wanneer de partij die de informatie indient, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling opgeeft, kan de Commissie die informatie als niet-vertrouwelijk behandelen.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail

:

TRADE-TYRES-SUBSIDY@ec.europa.eu

TRADE-AS-TYRES-INJURY@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening uiterlijk 13 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de basisverordening kunnen tot uiterlijk negen maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden ingesteld.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7).


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  Onder producent-exporteur wordt verstaan: een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(3)  Ingevolge artikel 15, lid 3, van de basisverordening wordt geen rekening gehouden met nihil- noch met minimale bedragen van subsidies waartegen compenserende maatregelen kunnen worden ingesteld noch met de bedragen van dergelijke subsidies die onder de in artikel 28 van de basisverordening bedoelde omstandigheden werden vastgesteld.

(4)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben; of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zuster (of halfbroer en halfzuster), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwager en schoonzuster (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder „personen” zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(5)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van subsidiëring.

(6)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55) en artikel 12, lid 4, van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld