|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 334 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
60e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 334/01 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 334/02 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 334/03 |
|
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
6.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 334/1 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 oktober 2017
(2017/C 334/01)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1742 |
|
JPY |
Japanse yen |
132,05 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4424 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,89153 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,5195 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,1472 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
9,3500 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
25,837 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
311,42 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,3000 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,5750 |
|
TRY |
Turkse lira |
4,1905 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5015 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4655 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
9,1701 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6413 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5998 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 337,65 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,0020 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,8108 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5055 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
15 803,15 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,9651 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
59,949 |
|
RUB |
Russische roebel |
67,5273 |
|
THB |
Thaise baht |
39,160 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
3,6772 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
21,4107 |
|
INR |
Indiase roepie |
76,4965 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
6.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 334/2 |
Oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het meerjarig werkprogramma voor financiële bijstand in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) — Sector vervoer voor de periode 2014-2020
(Uitvoeringsbesluit C(2017) 5437 (1) van de Commissie tot wijziging van Uitvoeringsbesluit C(2014) 1921 (2) )
(2017/C 334/02)
Het directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie publiceert een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de toekenning van subsidies overeenkomstig de prioriteiten en doelstellingen van het meerjarig werkprogramma voor subsidies in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) — sector vervoer (algemene enveloppe).
Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de prioriteit Sesar — gemeenschappelijk Europees luchtruim. Er is een indicatief budget van 290 miljoen EUR beschikbaar.
De uiterste datum voor de indiening van de voorstellen is 15 maart 2018.
De volledige tekst van de oproepen tot het indienen van voorstellen is beschikbaar op:
https://ec.europa.eu/inea/en/connecting-europe-facility/cef-transport/apply-funding/2017-cef-transport-calls-proposals
(1) Uitvoeringsbesluit C(2017) 5437 final van de Commissie van 3 augustus 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit C(2014) 1921 tot vaststelling van een meerjarig werkprogramma 2014-2020 voor financiële bijstand in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) — Sector vervoer voor de periode 2014-2020.
(2) Uitvoeringsbesluit C(2014) 1921 final van de Commissie van 26 maart 2014 tot vaststelling van een meerjarig werkprogramma 2014 voor financiële bijstand op het gebied van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) — Sector vervoer voor de periode 2014-2020.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
|
6.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 334/3 |
Bericht betreffende het arrest van 11 juli 2017 in zaak T-67/14 in verband met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India
(2017/C 334/03)
Arrest
In zijn arrest van 11 juli 2017 in zaak T-67/14, Viraj Profiles Limited/Raad, heeft het Gerecht van de Europese Unie („het Gerecht”) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad van 5 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India (1), voor zover zij van toepassing is op de Indiase producent-exporteur Viraj Profiles Limited („de betrokken producent-exporteur”), nietig verklaard.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de rechten van verdediging van de betrokken producent-exporteur zijn geschonden door de instellingen, omdat zij hebben nagelaten de vereiste motivering te geven.
Gevolgen
Overeenkomstig artikel 266 VWEU moeten de instellingen van de Europese Unie de nodige maatregelen nemen om het arrest uit te voeren. Derhalve moet de ontoereikende motivering opnieuw worden onderzocht in het licht van de specifieke omstandigheden met betrekking tot die producent-exporteur.
Wanneer een procedure uit meerdere administratieve fasen bestaat, leidt de nietigverklaring van een van deze fasen niet tot de nietigverklaring van de gehele procedure (2). Antidumpingonderzoeken zijn een voorbeeld van dergelijke uit verschillende fasen bestaande procedures. De nietigverklaring van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013, voor zover zij betrekking heeft op Viraj Profiles Limited, betrof één fase van de administratieve procedure, namelijk de onthulling van gegevens aan de betrokken producent-exporteur. Derhalve heeft de Commissie bij de uitvoering van het arrest van het Gerecht van 11 juli 2017 de mogelijkheid om de aspecten van de procedure te corrigeren die tot de nietigverklaring hebben geleid en de delen waarvoor het arrest (3) geen gevolgen heeft, ongewijzigd te laten. Daarom blijven de bevindingen in de betwiste verordening die niet binnen de hiervoor vastgestelde termijnen werden betwist, of waartegen een beroep is ingesteld dat door het arrest van het Gerecht is afgewezen of niet is onderzocht en dat derhalve niet tot de nietigverklaring van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 heeft geleid, van kracht.
Heropeningsprocedure
In het licht van het bovenstaande heropent de Commissie het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India dat heeft geleid tot de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013, voor zover het betrekking heeft op de betrokken producent-exporteur, en hervat zij dat onderzoek op het punt waar zich de onregelmatigheid heeft voorgedaan.
De heropening is beperkt tot de uitvoering van het arrest van het Gerecht met betrekking tot Viraj Profiles Limited.
Schriftelijke opmerkingen
De betrokken producent-exporteur en de bedrijfstak van de Unie wordt verzocht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk twintig dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken waarmee de heropening van het onderzoek verband houdt, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met deze partijen heeft vastgesteld een verzoek worden ingediend om te worden gehoord.
Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten voorzien zijn van de vermelding „Limited” (4).
Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (5) („de basisverordening”) een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Handel |
|
Directoraat H |
|
Kamer CHAR 04/034 |
|
1049 Brussel |
|
BELGIË |
|
E-mail: TRADE-SSW-DUMPING@ec.europa.eu |
Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.
Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.
Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder meer de uitvoering van het arrest.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).
Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).
Informatie voor de douaneautoriteiten
De definitieve antidumpingrechten die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 zijn betaald op de invoer in de Europese Unie van bepaalde draad van roestvrij staal, momenteel ingedeeld onder GN-codes 7223 00 19 en 7223 00 99 en van oorsprong uit India, vervaardigd door Viraj Profiles Limited (aanvullende Taric-code B780), en de voorlopige rechten die overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 definitief zijn geïnd, moeten worden terugbetaald of kwijtgescholden. De terugbetaling of kwijtschelding moet overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten worden aangevraagd.
Mededeling van feiten en overwegingen
Vervolgens worden de betrokken producent-exporteur en de bedrijfstak van de Unie in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens is uitvoering aan het arrest te geven, en worden zij in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken.
(1) PB L 298 van 8.11.2013, blz. 1.
(2) Zaak T-2/95, Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad, Jurispr. 1998, blz. II-3939.
(3) Zaak T-458/98 P, Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad, Jurispr. 2000, blz. I-08147.
(4) Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(5) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(6) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.