ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 139

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

60e jaargang
4 mei 2017


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 139/01

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 0,00 % per 1 mei 2017 — Wisselkoersen van de euro

1

2017/C 139/02

Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 31 augustus 2015 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.7278 — General Electric/ALSTOM (Thermal Power — Renewable Power & Grid business) — Rapporteur: Verenigd Koninkrijk

2

2017/C 139/03

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — General Electric/ALSTOM (Thermal Power — Renewable Power & Grid business) (Zaak M.7278)

4

2017/C 139/04

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 8 september 2015 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.7278 — General Electric/Alstom (Thermal Power — Renewable Power & Grid business)) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 6179)  ( 1 )

6

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2017/C 139/05

Toepasselijke vervoersregelingen in de lidstaten van de eurozone (artikel 13, lid 5) en in Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad (Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone)

14

2017/C 139/06

Lijst van rekeningen die voor de toepassing van bijlage I, deel VIII, onderdeel C, punt 17, onder g), van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad moeten worden behandeld als uitgezonderde rekeningen

24

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2017/C 139/07

Bekendmaking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en referentie- en disconteringspercentages voor EVA-staten, zoals die vanaf 1 januari 2017 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig de voorschriften betreffende de referentie- en disconteringspercentages in deel VII van de richtsnoeren van de Autoriteit inzake staatssteun en artikel 10 van Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004)

30


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2017/C 139/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8399 — CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses) ( 1 )

31


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/1


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

0,00 % per 1 mei 2017

Wisselkoersen van de euro (2)

3 mei 2017

(2017/C 139/01)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0919

JPY

Japanse yen

122,47

DKK

Deense kroon

7,4372

GBP

Pond sterling

0,84440

SEK

Zweedse kroon

9,6273

CHF

Zwitserse frank

1,0812

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3878

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,871

HUF

Hongaarse forint

312,15

PLN

Poolse zloty

4,1913

RON

Roemeense leu

4,5485

TRY

Turkse lira

3,8603

AUD

Australische dollar

1,4615

CAD

Canadese dollar

1,4990

HKD

Hongkongse dollar

8,4967

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5768

SGD

Singaporese dollar

1,5229

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 235,52

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,5730

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5267

HRK

Kroatische kuna

7,4493

IDR

Indonesische roepia

14 528,28

MYR

Maleisische ringgit

4,7159

PHP

Filipijnse peso

54,583

RUB

Russische roebel

62,5464

THB

Thaise baht

37,654

BRL

Braziliaanse real

3,4424

MXN

Mexicaanse peso

20,5365

INR

Indiase roepie

70,0540


(1)  Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/2


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 31 augustus 2015 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.7278 — General Electric/ALSTOM (Thermal Power — Renewable Power & Grid business)

Rapporteur: Verenigd Koninkrijk

(2017/C 139/02)

De operatie

1.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

EU-dimensie

2.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de transactie een EU-dimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

Productmarkten en geografische markten

3.

Het Adviescomité is het eens met de relevante productmarkten en geografische markten zoals de Commissie die in haar ontwerpbesluit heeft afgebakend.

4.

In het bijzonder stemt het Adviescomité in met de conclusies van de Commissie dat, voor de beoordeling van de transactie, zware 50Hz-gasturbines (Heavy Duty Gas Turbines, „HDGT’s”) met een vermogen van 90 MW, inclusief i) het bijbehorende eerste onderhoud en ii) het verstrekken van het gasturbinecontrolesysteem, een aparte, relevante productmarkt vormen.

5.

In het bijzonder stemt het Adviescomité in met de conclusies van de Commissie dat de kwestie of de 50Hz-HDGT-markt verder moet worden gesegmenteerd op basis van verschillende vermogensklassen (middelgroot, groot en zeer groot) en op basis van verschillende configuraties van de centrales (gecombineerde cyclus of eenvoudige cyclus), onbeantwoord kan blijven.

6.

Het Adviescomité is het eens met de conclusies van de Commissie betreffende de volgende relevante productmarkten:

6.1.

voor het onderhoud van de op rijpe technologie gebaseerde HDGT-frames van beide partijen;

6.2.

voor generatoren voor thermische centrales;

6.3.

voor onderhoud van generatoren;

6.4.

voor grote stoomturbines;

6.5.

voor het onderhoud van stoomturbines;

6.6.

voor stoomgeneratoren met warmteterugwinning voor thermische centrales;

6.7.

voor controlesystemen voor centrales en eenheden van thermische centrales;

6.8.

voor transmissie- en distributieproducten (met name vaste systemen voor seriecompensatie en netwerkbeheersystemen).

7.

Het Adviescomité stemt in met de conclusies van de Commissie dat, voor de beoordeling van de transactie, de vraag of de geografische reikwijdte van de markt voor 50Hz-HDGT’s (met inbegrip van het eerste onderhoud en het verstrekken van het gasturbinecontrolesysteem) en haar potentiële segmenten als wereldwijd (uitgezonderd China en Iran) of als EER-wijd moet worden gezien, onbeantwoord kan blijven.

8.

Het Adviescomité is het eens met de conclusies van de Commissie betreffende de volgende relevante markten:

8.1.

de markt voor generatoren gebundeld met 50Hz-HDGT’s;

8.2.

de algemene markt voor generatoren voor thermische centrales;

8.3.

de markt voor stoomturbines gebundeld met 50Hz-HDGT’s;

8.4.

de algemene markt voor stoomturbines voor thermische centrales;

8.5.

de markt voor controlesystemen voor centrales en eenheden;

8.6.

de markt voor HRSG’s;

8.7.

de markt voor het onderhoud van op rijpe technologie gebaseerde HDGT’s;

8.8.

de markt voor het onderhoud van generatoren;

8.9.

de markt voor het onderhoud van stoomturbines;

8.10.

de markt voor transmissie- en distributieproducten.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

9.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie leidt tot een significante belemmering van de effectieve mededinging op de markt voor 50Hz-HDGT’s, en met name van die in de segmenten van de grote en zeer grote 50Hz-HDGT’s.

10.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie tot een significante belemmering van de effectieve mededinging op de markt voor generatoren gebundeld met 50Hz-HDGT’s leidt.

11.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie tot een significante belemmering van de effectieve mededinging op de markt voor grote stoomturbines gebundeld met 50Hz-HDGT’s leidt.

12.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie leidt tot een significante belemmering van de effectieve mededinging op de markt voor onderhoud van de 9FA-HDGT’s van General Electric, en de segmenten daarvan (d.w.z. de drie kerndiensten en upgrades).

13.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat met de definitieve toezeggingen die de aanmeldende partij op 6 augustus 2015 heeft gedaan de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren worden weggenomen.

14.

Het Adviescomité is het eens met de Commissie dat, mits de definitieve toezeggingen die door de aanmeldende partij op 6 augustus 2015 zijn gedaan, volledig worden nagekomen, het niet waarschijnlijk is dat de transactie de effectieve mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze zal belemmeren.

15.

Het Adviescomité is het eens met de beoordeling van de Commissie dat het onwaarschijnlijk is dat de aangemelde transactie tot horizontale effecten leidt die een significante belemmering van de effectieve mededinging op de volgende markten en potentiële markten zullen vormen: i) de markten voor andere componenten van thermische centrales (met name generatoren, stoomturbines, HRSG’s, controlesystemen voor centrales en eenheden); ii) de markt voor het onderhoud van generatoren; iii) de markt voor het onderhoud van stoomturbines; iv) de potentiële markten voor netwerkbeheersystemen, energiebeheersystemen en wide area management systems; v) de potentiële markten voor vaste systemen voor seriecompensatie.

Verenigbaarheid met de interne markt

16.

Het Adviescomité is het met de Commissie eens dat de transactie dan ook overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst moet worden verklaard.


4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/4


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

General Electric/ALSTOM

(Thermal Power — Renewable Power & Grid business)

(Zaak M.7278)

(2017/C 139/03)

INLEIDENDE OPMERKINGEN

1.

Op 19 januari 2015 heeft de Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd) een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van de concentratieverordening ontvangen, waarbij de onderneming General Electric Company (hierna „GE” genoemd) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de divisies Thermal Power, Renewable Power en Grid van Alstom Société Anonyme (hierna „Alstom” genoemd, GE en Alstom worden hierna samen „de partijen” genoemd) door de aankoop van aandelen (hierna „de voorgenomen transactie” genoemd).

2.

Het fase I-onderzoek deed bij de Commissie ernstige twijfels rijzen over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt en met de werking van de EER-overeenkomst. Op 23 februari 2015 heeft zij overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening dan ook een besluit tot inleiding van de procedure vastgesteld (hierna „het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c)” genoemd).

Mededeling van punten van bezwaar

3.

Op 12 juni 2015 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aangenomen. Daarin kwam zij tot het voorlopige standpunt dat de voorgenomen transactie de effectieve mededinging op significante wijze zou belemmeren via niet-gecoördineerde effecten met betrekking tot de markten voor de levering van zware 50Hz-gasturbines (Heavy Duty Gas Turbines, hierna „HDGT’s” genoemd), voor generatoren gebundeld met 50Hz-HDGT’s, voor grote stoomturbines gebundeld met 50Hz-HDGT’s en voor het onderhoud van de 9FA-HDGT’s van GE.

4.

De partijen hebben op 26 juni 2015 op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord.

Toegang tot het dossier

5.

Na de kennisgeving van het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), verzochten de partijen om toegang tot bepaalde documenten met het argument dat dit „belangrijke documenten” waren in de zin van punt 45 van de „Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings” (hierna „de Best Practices” genoemd) (2). DG Concurrentie verleende toegang tot een reeks belangrijke documenten waarop het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), berustte. De partijen verzochten echter om volledige toegang tot de gehele reeks antwoorden van klanten en concurrenten op de vragenlijsten die de Commissie tijdens fase I van het marktonderzoek heeft verzonden, met het argument dat dit „belangrijke documenten” waren. DG Concurrentie oordeelde dat het verzoek de definitie van „belangrijke documenten” oversteeg, maar, om een volledigere context te bieden van de citaten van derde partijen waarvan bij het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), was uitgegaan, heeft zij via cd-rom verdere toegang verleend tot de volledige tekst van de antwoorden op een reeks vragen in het verzoek om inlichtingen dat aan de klanten en concurrenten is toegezonden.

6.

De partijen verzochten ook om toegang tot de volledige antwoorden op andere vragen, een verzoek dat de Commissie weigerde, met uitzondering van de antwoorden op één specifieke vraag. Daarnaast verzochten de partijen ook om toegang tot elk belangrijk document dat door een concurrent was ingediend, nadat deze als belanghebbende derde was toegelaten. Als antwoord hierop informeerde de Commissie de partijen dat er geen belangrijke documenten van deze belanghebbende derde waren ontvangen.

7.

De bovengenoemde openbaarmakingen van documenten hebben strictu sensu geen betrekking op de toegang tot het dossier. Er zij aan herinnerd dat er uitsluitend sprake is van recht tot volledige toegang tot het dossier van de Commissie wanneer de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vaststelt (3); partijen hebben geen recht op toegang tot het dossier in de eerdere fasen van de procedure, bijvoorbeeld tijdens de concentratieonderzoeken. Ik ben van mening dat DG Concurrentie in dit geval voldeed aan de vereisten inzake procedurele eerlijkheid en transparantie — zoals voorgeschreven in de Best Practices — door de partijen documenten te verstrekken die zij op basis van de regels die gelden voor toegang tot het dossier, niet vereist was openbaar te maken. Als zodanig respecteerde DG Concurrentie de effectieve uitoefening van de procedurele rechten van de partijen.

8.

Na de kennisgeving van de mededeling van punten van bezwaar kregen de partijen op 13 juni 2015 toegang tot het dossier via cd-rom.

Letter of facts

9.

Op 9 juli 2015 stelde de Commissie de aanmeldende partij er via een „letter of facts” van in kennis dat er na het aannemen van de mededeling van punten van bezwaar extra bewijsmateriaal was ontdekt dat de voorlopige conclusies van de mededeling van punten van bezwaar ondersteunde en dat bij het nemen van het uiteindelijke besluit zou worden gebruikt. De partijen dienden op 16 juli 2015 schriftelijke opmerkingen in.

Belanghebbende derden

10.

Op hun verzoek, dat ik heb ontvangen voordat de formele hoorzitting plaatsvond, stond ik toe dat zeven ondernemingen als bij de procedure belanghebbende derden zouden worden gehoord: vier concurrenten van de partijen (namelijk Mitsubishi Hitachi Power Systems Ltd, Toshiba Corporation, Ansaldo Energia SpA en Ethos Energy) en drie klanten (namelijk Iberdrola Generación España SA, MPF Operations Limited en PKN Orlen SA). Op hun verzoek heb ik ook zes van deze belanghebbende derden toegestaan deel te nemen aan de formele hoorzitting. Na de hoorzitting stond ik, op zijn verzoek, nog een andere concurrent van de partijen (namelijk Siemens A.G.) toe te worden gehoord als bij de procedure belanghebbende derde.

Hoorzitting

11.

De formele hoorzitting vond plaats op 2 juli 2015 en werd bijgewoond door de partijen, de belanghebbende derden, de diensten van de Commissie, vertegenwoordigers van de mededingingsautoriteiten van vijf lidstaten (België, Duitsland, Finland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De partijen vroegen en kregen besloten zittingen voor onderdelen van hun respectieve presentaties.

Toezeggingen

12.

Om de mededingingsbezwaren weg te nemen die de Commissie in de mededeling van punten van bezwaar naar voren had gebracht, dienden de partijen op 16 juli 2015 toezeggingen in, die vervolgens werden aangepast op 21 juli 2015 en 24 juli 2015. Op 24 juli 2015 is de Commissie gestart met een marktonderzoek naar deze toezeggingen. De partijen werden op 4 augustus 2015 op de hoogte gesteld van het resultaat van het marktonderzoek en, na verdere besprekingen met DG Concurrentie, dienden ze de definitieve, ondertekende toezeggingen in op 6 augustus 2015 (hierna „de definitieve toezeggingen” genoemd).

13.

De Commissie is van oordeel dat de definitieve toezeggingen de gesignaleerde mededingingsbezwaren wegnemen. Bijgevolg wordt de voorgenomen transactie in het ontwerpbesluit verenigbaar verklaard met de interne markt en met de EER-overeenkomst, mits de toezeggingen, die als voorwaarden en verplichtingen bij het ontwerpbesluit zijn gevoegd, worden nagekomen.

Conclusie

14.

Overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU heb ik onderzocht of het ontwerpbesluit uitsluitend de bezwaren betreft ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken, en ik ben tot de conclusie gekomen dat dit inderdaad het geval was.

15.

Alles samengenomen, concludeer ik dat de partijen hun procedurele rechten in deze zaak daadwerkelijk hebben kunnen uitoefenen.

Brussel, 1 september 2015.

Joos STRAGIER


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  DG Concurrentie, „Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings”, 20 januari 2004.

(3)  Artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 7 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1) (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd).


4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/6


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 8 september 2015

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak M.7278 — General Electric/Alstom (Thermal Power — Renewable Power & Grid business))

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 6179)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 139/04)

Op 8 september 2015 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit is in de authentieke taal van de zaak te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

I.   DE PARTIJEN

(1)

General Electric Company („GE”, Verenigde Staten) is een wereldwijde, gediversifieerde, fabricage-, technologie- en dienstenonderneming. Drie van de divisies van GE zijn rechtstreeks gerelateerd met de activiteiten van ALSTOM (Société Anonyme) („Alstom”, Frankrijk):

a)

GE Power & Water levert producten en diensten op het gebied van energieproductie (waaronder gas- en stoomturbines, generatoren en windturbines) aan klanten uit de elektriciteitssector en de industrie, en aan andere klanten;

b)

GE Energy Management ontwerpt, fabriceert en onderhoudt een breed scala aan elektrische producten en systemen;

c)

GE Transportation levert locomotieven, rollend materieel en oplossingen voor treinbesturings- en seingevingssystemen.

(2)

Alstom is een internationale industriële en technische onderneming, die is georganiseerd in vier divisies:

a)

Thermal Power biedt oplossingen voor elektriciteitsopwekking en levert verschillende typen gas- en stoomturbines, generatoren, boilers, emissiebeheersingssystemen en gerelateerde diensten;

b)

Renewable Power biedt kant-en-klare oplossingen en levert turbines en generatoren voor waterkracht-, wind-, geothermische en zonne-energie;

c)

Grid levert apparatuur en diensten voor elektriciteitstransmissie- en elektriciteitsdistributiesystemen, zoals transformatoren en vermogensschakelaars;

d)

Transport levert een breed scala aan rollend materieel, seingevings- en transportsystemen en diensten die hiermee verband houden.

II.   DE OPERATIE

(3)

Op 19 januari 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (hierna „de concentratieverordening” genoemd) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming GE in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de divisies Thermal Power, Renewable Power en Grid van Alstom, door de verwerving van aandelen. GE wordt hierna aangeduid als de „aanmeldende partij” en GE en Alstom worden gezamenlijk de „partijen” genoemd.

III.   PROCEDURE

(4)

De transactie is op 19 januari 2015 bij de Commissie gemeld.

(5)

Bij besluit van 23 februari 2015 stelde de Commissie vast dat de voorgenomen transactie ernstige twijfel deed rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt en leidde zij de procedure op grond van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in.

(6)

Het grondige onderzoek bevestigde de voorlopig gesignaleerde mededingingsbezwaren.

(7)

Op 6 augustus 2015 heeft de aanmeldende partij de definitieve toezeggingen ingediend die de transactie verenigbaar maken met de interne markt.

IV.   TOELICHTING

A.   DE ACTIVITEITEN VAN DE PARTIJEN

(8)

Wat de voor de beoordeling van de transactie relevante activiteiten van GE betreft, zij aangestipt dat GE via de eenheid GE Power & Water de volgende producten fabriceert, levert en onderhoudt: gasturbines, stoomturbines en generatoren. Door middel van haar eenheid GE Energy Management levert GE producten en technologie die elektriciteit transporteren, verdelen en omzetten en die het netwerk moderniseren. Een onderdeel van de eenheid GE Energy Management, namelijk de eenheid Digital Energy, levert producten die het netwerk beschermen, monitoren, controleren en automatiseren, alsook visualisatiesoftware waarmee het netwerk kan worden geoptimaliseerd.

(9)

De volgende activiteiten van Alstom zijn relevant voor de beoordeling van deze transactie: i) fabricage en aanbod van producten en diensten voor thermische elektriciteitscentrales, zoals gasturbines, stoomturbines, generatoren, stoomgeneratoren met warmteterugwinning (heat recovery steam generator, „HRSG”), alsook engineering-, inkoop- en bouwoplossingen (Engineering, Procurement and Construction, „EPC”) en diensten en onderhoud; ii) aanbod van automatiserings- en controleoplossingen voor elektriciteitscentrales en individuele apparatuur, iii) producten en diensten voor de transmissie van elektriciteit en netwerkmanagement.

B.   DE RELEVANTE MARKTEN

Omschrijving van de productmarkt

50 Hz-gasturbines met groot vermogen (Heavy Duty Gas Turbines, „HDGT’s”)

(10)

Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat HDGT’s en industriële gasturbines verschillende markten vormen. Wat vermogen betreft, bestaat de HDGT-markt uit gasturbines met een vermogen van meer dan 90 MW.

(11)

De Commissie is van oordeel dat de vraag naar diensten voor HDGT’s stijgt als gevolg van de aankoop van de respectieve HDGT’s. Bijgevolg vormen de bijbehorende diensten een vervolgmarkt. In het licht van de voordelen die verbonden zijn aan het gelijktijdig aankopen van de eerste diensten met de nieuwe eenheid en de waargenomen aankooppatronen, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de markt voor het leveren van nieuwe HDGT’s ook het aanbod van de bijbehorende eerste diensten omvat. De Commissie was ook van mening dat de markt voor de levering van nieuwe HDGT’s ook het aanbieden van controlesystemen voor gasturbines omvat.

(12)

De Commissie stelde vast dat de markten voor 50 Hz HDGT’s en voor 60 Hz HDGT’s aparte markten vormen. Daar de EER een 50 Hz-frequentiegebied is, is alleen het effect van de transactie met betrekking tot de 50 Hz HDGT-markt beoordeeld.

(13)

Wat de segmentatie van de algemene 50 Hz HDGT-markt (van 90 MW tot tegenwoordig ongeveer 470 MW) op basis van vermogensklassen betreft, oordeelde de Commissie enerzijds dat HDGT’s aan de verschillende uiteinden van het vermogensspectrum niet rechtstreeks met elkaar concurreren. Anderzijds zijn er in de algemene 50 Hz HDGT-markt geen vanzelfsprekende, duidelijke grenzen van aparte segmenten die op het bestaan van duidelijk aparte markten wijzen. De Commissie kwam tot de conclusie dat de relevante markt de algemene markt is voor 50 Hz HDGT’s die het gehele vermogensbereik bestrijken. De Commissie heeft echter ook geoordeeld dat de concurrentiebeoordeling tevens de analyse van de vermogenssegmenten moet omvatten van de relevante markt waar Alstom concurrentiedruk uitoefent. De Commissie heeft daarom de impact van de transactie beoordeeld op zowel het niveau van de algemene markt voor 50 Hz HDGT’s als op het niveau van de mogelijke segmenten ervan waarin Alstom in het kader van haar normale bedrijfsuitoefening actief is (middelgrote, grote en zeer grote HDGT’s).

(14)

De Commissie heeft ook de relevantie onderzocht van een segmentatie van de HDGT-ruimte per type krachtcentraleconfiguratie, namelijk HDGT’s voor elektriciteitscentrales met gecombineerde cyclus en elektriciteitscentrales met eenvoudige cyclus.

(15)

Concluderend oordeelde de Commissie dat de relevante productmarkt voor de beoordeling van de transactie de algemene markt voor 50 Hz HDGT’s met een vermogen van meer dan 90 MW is, inclusief het bijbehorende eerste onderhoud en het gasturbinecontrolesysteem. De Commissie heeft haar concurrentiebeoordeling uitgevoerd op zowel het niveau van de algemene markt voor 50 Hz HDGT’s als op dat van de segmenten, op basis van de verschillende vermogensklassen (middelgroot, groot en zeer groot) en op basis van de configuratie van de centrale (gecombineerde cyclus of eenvoudige cyclus), wanneer dit relevant was.

Generatoren

(16)

De Commissie heeft geoordeeld dat er twee relevante productmarkten zijn voor generatoren.

(17)

Enerzijds heeft de Commissie een algemene en sterk gedifferentieerde markt voor (lucht- en watergekoelde) generatoren met een vermogen van meer dan 35 MW afgebakend.

(18)

Anderzijds heeft de Commissie een kleinere markt gedefinieerd specifiek voor generatoren met een vermogen van meer dan 35 MW die zijn gebundeld met een 50 Hz HDGT.

Stoomturbines

(19)

De Commissie heeft geconstateerd dat er één relevante, zeer gedifferentieerde productmarkt is voor grote stoomturbines die verder zou kunnen worden gesegmenteerd. De Commissie heeft bewijs gevonden dat grote stoomturbines voor nucleaire toepassingen van deze markt kunnen worden uitgesloten, maar heeft niet voldoende bewijs gevonden om de markt voor grote stoomturbines verder in te delen in turbines voor elektriciteitscentrales op gas en voor elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen. De Commissie heeft daarnaast bewijs gevonden voor het maken van onderscheid tussen grote 50 Hz- en 60 Hz-stoomturbines.

(20)

De Commissie heeft voorts een specifieke, kleinere markt afgebakend voor grote stoomturbines die zijn gebundeld met 50 Hz HDGT’s.

HRSG’s

(21)

De Commissie laat een mogelijke segmentatie van de markt voor HRSG’s open, gezien de afwezigheid van horizontale overlappingen tussen de partijen.

Controlesysteem voor centrales

(22)

Uit het marktonderzoek blijkt dat de markt voor controlesystemen moet worden gesegmenteerd op basis van de vraag of het controlesysteem de werking van een specifiek onderdeel, dan wel van de gehele elektriciteitscentrale automatiseert. Hoewel de Commissie een markt voor controlesystemen van centrales heeft gedefinieerd, werden controlesystemen voor gasturbines desondanks toch opgenomen in de markt voor 50 Hz HDGT’s omdat deze altijd samen met de gasturbine worden verkocht.

Onderhoud van de op rijpe technologie gebaseerde 50 Hz HDGT-frames van GE

(23)

Het marktonderzoek wijst uit dat de markt voor het onderhoud van gasturbines moet worden gesegmenteerd in op rijpe en niet op rijpe technologie gebaseerde HDGT’s. Bovendien moet er binnen het gamma van onderhoudsdiensten, onderscheid worden gemaakt tussen drie kerndiensten (nl. i) buitendiensten/interventies ter plaatse, ii) reparatie van onderdelen/reconditionering en iii) levering van reserveonderdelen en upgrades). Tenslotte vormt het onderhoud van elk HDGT-frame een afzonderlijke markt.

(24)

Aangezien GE alleen diensten voor de eigen HDGT’s aanbiedt, wordt de overlapping betreffende het onderhoud van op rijpe technologie gebaseerde HDGT’s beperkt tot de markten voor het onderhoud van de op rijpe technologie gebaseerde HDGT’s van GE waarop PSM, de dochteronderneming van Alstom, actief is.

Onderhoud van generatoren

(25)

De diensten met betrekking tot generatoren lopen uiteen van eenvoudige inspectie en testen tot meer geavanceerd onderhoud, zoals terugspoelen en upgrades implementeren. De kwestie of de algemene markt voor het onderhouden van generatoren verder moet worden gesegmenteerd, wordt echter opengelaten.

Onderhoud van stoomturbines

(26)

De algemene markt voor het onderhoud van stoomturbines kan worden gesegmenteerd op basis van i) het type dienst met betrekking tot stoomturbines, ii) het vermogen van de stoomturbines, iii) OEM-technologie, of iv) frequentie. De kwestie of de algemene markt voor het onderhouden van stoomturbines verder moet worden gesegmenteerd, wordt echter opengelaten.

Netwerkproducten

(27)

De vraag betreffende de exacte reikwijdte van de productmarkt voor transmissie- en distributieproducten is onbeantwoord gebleven.

Omschrijving van de geografische markt

(28)

Het lijkt erop dat de markt voor 50 Hz HDGT’s wordt gekenmerkt door lage relatieve transportkosten en in principe mondiale patronen wat betreft levering en bevoorrading, met uitzondering van China (vereisten met betrekking tot lokale plaatselijke partnerschappen) en Iran (sancties) die worden gekenmerkt door specifieke belemmeringen voor de markttoegang en dus duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden aan de aanbodzijde. Tegelijkertijd impliceert de sterke differentiatie aan de vraagzijde (veroorzaakt door verschillende gasprijzen in zowel absolute termen als in vergelijking met andere energiebronnen) dat de concurrentievoorwaarden in verschillende regio’s niet homogeen zijn. Zo wijkt de vraag in de EER-regio sterk af van die in andere regio’s in de wereld en vertoont deze derhalve ook een afwijkende concurrentiedynamiek. Het onderzoek duidt op zijn minst op sterke regionale verschillen.

(29)

Voor het beoordelen van de onderhavige transactie kan de vraag of de relevante geografische markt wat reikwijdte betreft moet worden beschouwd als 1) wereldwijd, met uitzondering van China en Iran, of 2) EER-breed, onbeantwoord blijven.

(30)

De Commissie komt ook tot de conclusie dat de relevante geografische markten van generatoren en stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s, aangezien ze worden gedreven door het aanbod van HDGT’s, dezelfde moeten zijn als de markt voor 50 Hz HDGT’s. In het bijzondere geval van stoomturbines voor de wereldwijde markt, uitgezonderd China en Iran, moeten ook India en Japan worden uitgesloten omdat deze landen niet toegankelijk zijn voor bundelingen van HDGT’s en grote stoomturbines van GE.

(31)

Wat het onderhoud van de op rijpe technologie gebaseerde HDGT’s van GE betreft, kan de vraag of de relevante geografische markt wat betreft reikwijdte mondiaal (uitgezonderd China) of EER-breed is, onbeantwoord blijven.

(32)

Voor de resterende relevante productmarkten kan de kwestie of de relevante geografische markt qua reikwijdte mondiaal (uitgezonderd China) of EER-breed is, onbeantwoord blijven.

C.   BEOORDELING UIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING

(33)

De Commissie kwam tot de conclusie dat de transactie zou leiden tot een aanzienlijke belemmering van de effectieve mededinging op:

a)

de markt voor 50 Hz HDGT’s op EER- of wereldwijd niveau (met uitzondering van China en Iran), in het bijzonder in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s;

b)

de markt voor generatoren gebundeld met 50 Hz HDGT’s op EER- of wereldwijd niveau (met uitzondering van China en Iran);

c)

de markt voor grote stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s op EER- of wereldwijd niveau (met uitzondering van China, Iran, India en Japan), en

d)

de markt voor onderhoud van de 9FA HDGT’s van GE op EER- of wereldwijd niveau (met uitzondering van China).

(34)

Wat de markt voor 50 Hz HDGT’s op EER- of wereldwijd niveau (met uitzondering van China en Iran) betreft, toont het onderzoek van de Commissie aan dat dit een oligopolistische markt betreft waarop slechts vier volwaardige technologische spelers actief zijn (Alstom, GE, MHPS en Siemens; Ansaldo is minder geavanceerd uit technologisch oogpunt en spitst zich toe op nicheproducten en dito geografische markten), en tevens een markt met zeer hoge toetredingsdrempels is.

(35)

De transactie zou leiden tot toonaangevende en vaak zeer grote marktaandelen op de markt voor 50 Hz HDGT’s. Het onderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat GE ook vóór de fusie al marktleider was op de wereldmarkt (met uitzondering van China en Iran) voor 50 Hz HDGT’s, met een marktaandeel van meer dan 40 %. In de EER nemen GE en Siemens vergelijkbare posities in en is Alstom op korte afstand de derde speler.

(36)

Als gevolg van de transactie zou Alstom een significant extra marktaandeel verwerven: ongeveer [20-30] procentpunten in de EER en ongeveer [10-20] procentpunten op mondiaal niveau. Na de transactie zou GE dus zeer grote marktaandelen (meer dan 50 %) bezitten in zowel de EER als op wereldwijd niveau, waarbij de tweede speler, Siemens, op grote afstand zou volgen. MHPS en Ansaldo zijn veel kleinere spelers, zowel op EER- als op wereldwijd niveau.

(37)

De transactie elimineert ook een aanzienlijke en directe concurrent van GE op de algemene markt voor 50 Hz HDGT’s, en in het bijzonder in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s.

(38)

GE en Siemens zijn marktleiders op de algemene markt voor 50Hz HDGT’s. Zij concurreren internationaal en bieden een breed scala aan producten aan die uitstekende prestaties leveren op het gebied van de meeste technische criteria. Meer in het bijzonder geldt dat Alstom i) in de EER op gelijke voet met GE en Siemens concurreert; ii) ook een mondiale speler is en tevens een significante uitdager van GE en Siemens is op de markt voor 50 Hz HDGT’s buiten de EER; iii) op het gebied van verontreinigende emissies „best in class”-flexibiliteit en -prestaties biedt (die alleen tot op zekere hoogte door GE en Siemens worden geëvenaard en goed geschikt zijn om aan de eisen van Europese klanten te voldoen); iv) van een groot aantal wereldwijd geïnstalleerde HDGT’s profiteert (weliswaar een kleiner aantal dan dat van GE en Siemens, maar een veel groter aantal dan dat van MHPS en Ansaldo).

(39)

Alstom en GE zijn directe concurrenten, onder meer omdat beide i) een aanzienlijke portefeuille HDGT’s hebben en dezelfde segmenten bedienen; ii) door een wereldwijde marktaanwezigheid worden gekenmerkt en dezelfde regio’s bestrijken; iii) in 50 Hz-regio’s HDGT’s aanbieden die over het algemeen door klanten als vrij betrouwbaar worden beschouwd en op bewezen technologie zijn gebaseerd; iv) zich grotendeels op klanten met hetzelfde profiel richten. Daarnaast zij er met betrekking tot de prestaties op het gebied van operationele flexibiliteit op gewezen dat GE machines heeft ontwikkeld die vrij dicht bij die van Alstom in de buurt komen wat deellastrendement en emissies betreft, in het bijzonder in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s. [VERTROUWELIJK]

(40)

De analyse van de biedinggegevens voor het segment van de grote HDGT’s geeft aan dat GE en Alstom directe concurrenten zijn om de volgende redenen: i) na Siemens is Alstom het bedrijf dat het vaakst deelneemt aan dezelfde aanbestedingsprocedure als GE, zowel tijdens de bedrijfsfase als tijdens de shortlistfase van een aanbesteding, ii) MHPS en Ansaldo hebben beperktere mededingingsinteracties met GE dan Alstom, zowel tijdens de bedrijfsfase als tijdens de shortlistfase, iii) GE en Alstom concurreren met elkaar bij een aanzienlijk deel van de concurrerende aanbestedingen ([VERTROUWELIJK]), iv) aanbestedingen waarbij de partijen elkaar beconcurreren hebben een geconcentreerde marktstructuur, waarbij een aanzienlijk deel van de aanbestedingen drie deelnemers of minder tellen, v) Alstom blijkt de op een na belangrijkste concurrentiedruk uit te oefenen op de waarschijnlijkheid dat GE de aanbesteding wint (na Siemens), terwijl dit minder het geval is voor MHPS, en nog minder voor Ansaldo, vi) de marges van GE zijn negatief gecorreleerd aan de deelnemingen van Alstom, vii) GE neemt het bij veel aanbestedingen op tegen Alstom en GE is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de keren dat Alstom verliest, wat laat vermoeden dat GE ook concurrentiedruk uitoefent op Alstom. Dit bewijsmateriaal duidt dus op de aanwezigheid van aanzienlijke horizontale unilaterale effecten als gevolg van de transactie.

(41)

Tenslotte duiden de biedinggegevens met betrekking tot bedrijfsdeelnemingen door OEM’s er ook op dat de interactie tussen, enerzijds, MHPS en Ansaldo en, anderzijds, Alstom slechts beperkt is, wat suggereert dat deze twee OEM’s geen directe concurrenten van Alstom zijn.

(42)

Ook uit het oogpunt van innovatie en technologie zou de transactie een belangrijke concurrentiefactor elimineren op de markt voor 50 Hz HDGT’s. Het onderzoek van de Commissie toonde aan dat het aanbod van de HDGT-portfolio van Alstom vaak „best in class” is wat operationele flexibiliteit betreft en dat het aanbod van de HDGT-portfolio bijzonder wordt gewaardeerd door klanten die op zoek zijn naar HDGT’s die worden gekenmerkt door een hoge mate van operationele flexibiliteit. De R&D- en technologische capaciteiten van Alstom staan op gelijke hoogte of bijna op gelijke hoogte met die van GE en Siemens. Alstom is een belangrijke concurrent wat betreft investeringen in R&D, aantal R&D-personeelsleden, productpijplijn, testinrichtingen en technologische vaardigheden.

(43)

Na de transactie zou GE waarschijnlijk de meeste R&D-capaciteiten van Alstom met betrekking tot HDGT’s hebben geëlimineerd. Daardoor zou het vermogen van de gefuseerde entiteit om de HDGT-technologieën van Alstom verder te ontwikkelen en op het door Alstom gevolgde technologiepad voort te bouwen, zijn verdwenen. GE zou ook de verkoop en ontwikkeling van de HDGT’s van Alstom in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s hebben stopgezet. GE zou na de fusie waarschijnlijk slechts beperkte prikkels en mogelijkheden hebben om significante nieuwe upgrades voor grote HDGT’s te ontwikkelen in vergelijking met de prikkels en mogelijkheden die Alstom zou hebben als de fusie niet zou plaatsvinden. In het bijzonder zouden upgrades die met kruisfinanciering door de verkoop van nieuwe HDGT’s zouden worden gefinancierd, waarschijnlijk niet worden ontwikkeld.

(44)

De transactie zou de prijzen en keuzes die klanten ter beschikking staan in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s bijgevolg nog verder negatief beïnvloeden. In vergelijking met de standaardeffecten van een fusie zou de transactie ook de algemene prikkels om in innovatie te investeren, aanzienlijk verminderen. Gezien de hoge toegangsbelemmeringen en de concurrentie op innovatiegebied in deze sector zouden deze significante negatieve effecten op de innovatie zich ten slotte ook gedurende lange tijd laten voelen.

(45)

In het bijzondere geval van het segment van de middelgrote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s toonde het onderzoek van de Commissie echter aan dat uit technologisch oogpunt de meest directe concurrenten van de middelgrote HDGT’s van Alstom de middelgrote HDGT’s van Siemens en Ansaldo zijn. De afstand tot de middelgrote HDGT’s van GE is uit technologisch oogpunt groter. Met de recente lancering van een nieuwe middelgrote HDGT is GE weliswaar dichter in de buurt van de HDGT’s van Alstom gekomen, maar alleen wat het rendement van de eenvoudige cyclus betreft; op het gebied van de andere parameters blijft de afstand groter. De Commissie is derhalve van mening dat de transactie niet leidt tot een aanzienlijke belemmering van de effectieve mededinging in het segment van de middelgrote HDGT’s en dat de transactie hoe dan ook tot efficiëntieverbeteringen leidt die grotendeels tegen de potentiële schade opwegen.

(46)

Overeenkomstig haar onderzoek is de Commissie van oordeel dat de transactie significante nadelige effecten zou hebben op prijzen, productkeuze en innovatie in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s.

(47)

Wat betreft de markten voor generatoren en stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s wees het onderzoek van de Commissie uit dat veel klanten een voorkeur hebben voor het afnemen van deze complementaire producten van HDGT-leveranciers vanwege redenen die te maken hebben met garantie, onderhoud, kosten en prestatieoptimalisatie. Daarom geldt voor deze klanten dat er een risico bestaat dat de effecten op de markt voor 50 Hz HDGT’s zich tot de markten voor complementaire producten uitbreiden.

(48)

Tenslotte zou de transactie de dominante positie van GE op het gebied van het onderhoud van 9 FA HDGT’s van GE verder versterken doordat het Alstom-bedrijfsonderdeel PSM, dat haar sterkste concurrent is, zou worden geëlimineerd.

(49)

Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de markt voor het onderhoud van 9FA HDGT’s van GE wordt gekenmerkt door een dominante positie van GE. het Alstom-bedrijfsonderdeel PSM wendt momenteel haar klantrelaties en kennis met betrekking tot 60 Hz-onderhoud aan om toe te treden tot de markt voor het onderhouden van 9FA HDGT’s van GE, waarop het voornemens is een aanzienlijke positie te verwerven. Hoewel er momenteel ook enkele andere ISP’s proberen zich een plek op de markt voor het onderhoud van 9FA HDGT’s van GE te veroveren, doen zij dat op een veel beperktere technologische basis, in het bijzonder wat reserveonderdelen en upgrades betreft. Voorts is het onwaarschijnlijk dat andere significante nieuwe spelers tot de markt zullen toetreden, gezien de hoge technologische drempels die moeten worden overwonnen en de aanzienlijke investeringen die zijn vereist. PSM van Alstom blijft daarom hoogstwaarschijnlijk de belangrijkste concurrent van GE als het gaat om het onderhoud van 9FA HDGT’s van GE, zowel wat de drie kerndiensten als de upgrades betreft.

(50)

Bovendien is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de transactie geen significante belemmering vormt voor de effectieve mededinging op de interne markt wat de volgende markten betreft: i) de algemene markt voor (lucht- en watergekoelde) generatoren met een vermogen van meer dan 35 MW; ii) de algemene markt voor grote 50 Hz-stoomturbines (met uitzondering van die voor nucleaire toepassing); iii) de markt voor HRSG’s; iv) de markt voor controlesystemen voor elektriciteitscentrales; v) de markten voor het onderhoud van 9E-frames van GE en van frames van HDGT’s met een kleiner vermogen; vi) de markten voor het onderhoud van generatoren; vii) de markten voor het onderhoud van stoomturbines, en viii) de markten voor netwerkproducten.

D.   CORRIGERENDE MAATREGELEN

(51)

Om de transactie verenigbaar te maken met de interne markt wat de markt voor 50 Hz HDGT’s, en met name de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s, de markt voor generatoren gebundeld met 50 Hz HDGT’s, de markt voor grote stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s en de markt voor het onderhouden van 9FA HDGT’s van GE betreft, heeft de aanmeldende partij op 16 juli 2015 de eerste reeks toezeggingen aangeboden. De Commissie kwam tot de conclusie dat deze eerste reeks toezeggingen onvoldoende was om de significante belemmering voor de effectieve mededinging weg te nemen, heeft deze toezeggingen niet aan een marktonderzoek onderworpen en heeft de aanmeldende partij van haar conclusie op de hoogte gesteld.

(52)

Op 21 juli 2015 heeft de aanmeldende partij een tweede reeks toezeggingen aangeboden. De Commissie kwam tot de conclusie dat deze tweede reeks toezeggingen van 21 juli 2015 onvoldoende was om de significante belemmering voor de effectieve mededinging weg te nemen, heeft deze toezeggingen niet aan een marktonderzoek onderworpen en heeft de aanmeldende partij van haar conclusie op de hoogte gesteld.

(53)

Op 24 juli 2015 heeft de aanmeldende partij een derde reeks toezeggingen aangeboden. De Commissie heeft de derde reeks toezeggingen wel aan een marktonderzoek onderworpen.

(54)

Om de problemen die uit het marktonderzoek naar voren zijn gekomen aan te pakken, heeft de aanmeldende partij op 6 augustus 2015 de definitieve toezeggingen ingediend.

(55)

De door de aanmeldende partij ingediende definitieve toezeggingen bestaan uit het aan Ansaldo afstoten van het Alstom-bedrijfsonderdeel Gas in combinatie met het bedrijfsonderdeel PSM, met uitzondering van i) de gebieden van het Alstom-bedrijfsonderdeel Gas die geen concurrentieproblemen veroorzaken, en ii) elementen van het Alstom-bedrijfsonderdeel Gas en het bedrijfsonderdeel PSM die niet door Ansaldo benodigd zijn om Alstom te vervangen als een levensvatbare concurrent met betrekking tot HDGT’s, voor zover met de middelen en capaciteiten van Ansaldo rekening wordt gehouden (de „af te stoten bedrijfsonderdelen”).

(56)

Tot de af te stoten bedrijfsonderdelen behoren immateriële activa, materiële activa, contracten, overeenkomsten, leases, klant-, krediet- en andere dossiers, personeel, stafpersoneel, en overgangsregelingen voor de levering van een aantal producten of diensten door GE aan Ansaldo. Het betreft in het bijzonder:

a)

de Alstom-technologie voor gasturbines met groot vermogen, de GT26- en GT36-turbines, bestaande upgrades en pijplijntechnologie voor toekomstige upgrades, in wezen alleen met uitzondering van de technologie voor het oudere GT13-model van Alstom, ten aanzien waarvan de Commissie geen concurrentiebezwaren heeft;

b)

een groot aantal R&D-technici van Alstom die zullen doorgaan met het ontwikkelen van de Alstom-technologie voor gasturbines met groot vermogen;

c)

de twee testfaciliteiten voor de GT26- en GT36-turbinemodellen in Birr, Zwitserland;

d)

langlopende onderhoudscontracten voor 34 GT26-turbines die de afgelopen jaren reeds door Alstom zijn verkocht, en

e)

de in Florida (Verenigde Staten) gevestigde PSM-onderhoudsdivisie van Alstom.

(57)

Het doel van de definitieve toezeggingen is een bedrijf te creëren dat levensvatbaar, zelfstandig en concurrerend is, rekening houdend met de middelen en capaciteiten van Ansaldo, en dat Alstom zal vervangen als een levensvatbare concurrent met betrekking tot HDGT’s.

(58)

De toezeggingen die door de aanmeldende partij zijn aangeboden, bevatten elementen van zowel een „fix-it-first” corrigerende maatregel als een „up-front buyer” corrigerende maatregel. De structuur van de toezeggingen is een „fix-it-first”-oplossing, in die zin dat GE vooraf reeds de koper heeft geselecteerd, nl. Ansaldo. Bij de beoordeling door de Commissie van de levensvatbaarheid en het concurrentievermogen van Ansaldo bij het beheren van de af te stoten activa kan er dus rekening worden gehouden met de huidige activa van Ansaldo. De structuur van de toezeggingen is ook een „up-front buyer”-oplossing omdat de uitvoering van de transactie alleen kan plaatsvinden na de definitieve goedkeuring van de koper en de koopovereenkomsten door de Commissie.

(59)

De activa die door GE worden behouden (hierna „de behouden bedrijfsonderdelen” genoemd) bestaan uit de (materiële en immateriële) activa en medewerkers van het Alstom-bedrijfsonderdeel Gas en het bedrijfsonderdeel PSM die niet zijn opgenomen in de af te stoten bedrijfsonderdelen, omdat ze i) verband houden met gebieden van het Alstom-bedrijfsonderdeel Gas die geen concurrentieproblemen veroorzaken, en/of ii) niet door Ansaldo benodigd zijn om de plaats van Alstom in te nemen als een levensvatbare concurrent met betrekking tot HDGT’s, voor zover met de middelen en capaciteiten van Ansaldo rekening wordt gehouden.

(60)

De Commissie is van oordeel dat Ansaldo op het eerste gezicht een geschikte koper is, gezien de ervaring van Ansaldo als OEM van HDGT’s. Ansaldo zal op het eerste gezicht immers de prikkels en mogelijkheden hebben om de af te stoten bedrijfsonderdelen in stand te houden en verder te ontwikkelen als een levensvatbare en actieve concurrent van de gefuseerde entiteit, MHPS en Siemens, afhankelijk van de definitieve samenstelling van de activa die via de SPA worden verworven. De af te stoten bedrijfsonderdelen omvatten grosso modo de middelen (met name de technici, de technologie en de kennis van Alstom, alsook de testfaciliteiten) die Ansaldo nodig heeft voor het uitoefenen van een geavanceerd HDGT-bedrijf en door te gaan op het innovatiepad van Alstom.

(61)

De Commissie is van oordeel dat de definitieve toezeggingen Ansaldo in staat stellen de door Alstom uitgeoefende concurrentiedruk op de markt van 50 Hz HDGT’s te dupliceren. De combinatie van de af te stoten activa, inclusief de GT26 2006, de GT26 2011 de GT36 en de relevante ontwikkelingsprogramma’s van Alstom (d.w.z. de grote en zeer grote HDGT-frames van Alstom) met de bestaande activa van Ansaldo zal Ansaldo de facto in staat stellen een effectieve en directe concurrent van GE, Siemens en MHPS te worden op de markt voor 50 Hz HDGT’s, en met name in de segmenten van de grote en zeer grote HDGT’s, waarbij het de door Alstom uitgeoefende concurrentiedruk zal bestendigen.

(62)

GE draagt aan Ansaldo alle activa, medewerkers en technologie over die Ansaldo nodig heeft om zijn positie als OEM van geavanceerde HDGT’s verder te versterken. Daar Ansaldo het exclusieve recht heeft (inclusief vis-à-vis GE) om nieuwe eenheden van de grote en zeer grote HDGT’s van Alstom te verkopen, zal de transactie de positie van GE in het segment van de grote en zeer grote HDGT’s van de markt voor 50 Hz HDGT’s niet versterken. Daarnaast garanderen de definitieve toezeggingen dat Ansaldo toegang heeft tot de klanten, capaciteiten en informatie die het bedrijf nodig heeft om op continue basis onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en te innoveren.

(63)

De af te stoten bedrijfsonderdelen omvatten ook de overdracht aan Ansaldo van de huidige onderhoudscontracten voor dertig GT26 2006-eenheden, die zich voor het merendeel in de EER bevinden, en vier GT26 2011-eenheden. De overdracht van deze contracten, die op ongeveer de helft van het aantal geïnstalleerde GT26 2006 en 2011 betrekking hebben, komt tegemoet aan de zorgen over de positie en levensvatbaarheid van Alstom als zelfstandige OEM van GT26 2006 en 2011.

(64)

De Commissie is ook van oordeel dat de definitieve toezeggingen Ansaldo in staat zullen stellen Alstom als belangrijke innovator te vervangen. GE zal overgaan tot de overdracht aan Ansaldo van R&D-medewerkers van het team van Alstom die over de juiste mix van vaardigheden en ervaring beschikken, van alle technologie van Alstom die op geavanceerde HDGT’s (waaronder GT26 2006, GT26 2011 en GT36) betrekking heeft, en van rechten op en toegang tot testinrichtingen. De definitieve toezeggingen garanderen derhalve dat Ansaldo de mogelijkheid en de prikkels krijgt om het huidige innovatieniveau van Alstom te handhaven.

(65)

Tenslotte is de Commissie van mening dat de definitieve toezeggingen Ansaldo in staat stellen i) de door PSM uitgeoefende concurrentiedruk te dupliceren op de markt voor het onderhoud van 9FA HDGT’s van GE, en ii) de door Alstom uitgeoefende concurrentiedruk te dupliceren op de markten voor het verkopen en onderhouden van grote stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s en van generatoren gebundeld met 50 Hz HDGT’s.

(66)

Gelet op het bovenstaande leiden de reikwijdte van de af te stoten bedrijfsonderdelen, de identiteit van de koper en de specifieke activa en capaciteiten die Ansaldo reeds bezit, tot de conclusie dat de definitieve toezeggingen waarschijnlijk een levensvatbaar bedrijf creëren dat in staat is effectief en op duurzame basis op de betrokken markten te concurreren. Deze toezeggingen garanderen dus naar alle waarschijnlijkheid dat de transactie geen negatief effect zal hebben op mededinging op de betrokken markten.

(67)

De Commissie kwam aldus tot de conclusie dat de definitieve toezeggingen passend en toereikend zijn voor het wegnemen van significante belemmeringen voor de effectieve mededinging op de markt voor i) 50 Hz HDGT’s, ii) onderhoud van 9FA frames van GE, iii) generatoren gebundeld met 50 HDGT’s en iv) grote stoomturbines gebundeld met 50 Hz HDGT’s.

V.   CONCLUSIE

(68)

Om de bovengenoemde redenen luidt de conclusie in dit besluit dat de voorgenomen concentratie, zoals gewijzigd door de op 6 augustus 2015 ingediende toezeggingen, de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

(69)

Derhalve moet de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/14


Toepasselijke vervoersregelingen in de lidstaten van de eurozone (artikel 13, lid 5) en in Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad

(Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone)

(2017/C 139/05)

Voor het transport van eurobankbiljetten over de weg moeten de landen ten minste een van de opties kiezen die zijn opgenomen in artikel 14, 15, 16, 17 of 18 van de verordening.

Voor het transport van euromunten over de weg moeten de landen ten minste een van de opties kiezen die zijn opgenomen in artikel 19 en 20 van de verordening.

De landen moeten bevestigen dat de gekozen transportregelingen vergelijkbaar zijn met de voor binnenlandse geldtransporten toegestane regelingen.

Land

Toepasselijke regelingen voor het transport van bankbiljetten

Toepasselijke regelingen voor het transport van muntstukken

Bevestiging betreffende de vergelijkbaarheid met binnenlandse geldtransportregelingen

AT

Artikel 14-18

Artikel 19-20

 

BE

Artikel 16 en artikel 18.

België heeft besloten dat de verplichting van artikel 13, lid 4, van de verordening van toepassing is.

Artikel 20

De in de artikelen 16, 18 en 20 van de verordening beschreven opties zijn vergelijkbaar met de in België voor geldtransporten toegestane transportregelingen.

De verplichting van artikel 13, lid 4, van de verordening is van toepassing krachtens de Belgische reglementering betreffende nationale transporten.

DE

Artikel 17

Artikel 19

JA

EE

Artikel 15-17

Artikel 20

Gedeeltelijke naleving.

Nationale regels en bijzondere voorwaarden op basis van de waarde van het transport.

ES

a)

Wat het transport van bankbiljetten betreft is, overeenkomstig de bepalingen van de Europese verordening ten aanzien van de verplichting om ten minste een van de regelingen te kiezen in de artikelen 14 tot en met 18, rekening houdend met onze nationale regelgeving de toegestane regeling die in artikel 17 van de Europese verordening.

b)

Wat muntstukken betreft is, rekening houdend met onze nationale regelgeving de toe te stane regeling die in artikel 20 van de Europese verordening.

JA

FI

Artikel 17

Artikel 20

JA

FR

I.

Chartaal geld en fiduciair papier bestemd voor het drukken van biljetten moet worden getransporteerd:

1.

Hetzij in gepantserde voertuigen, met een bemanning van ten minste drie personen, de bestuurder inbegrepen, conform de bepalingen van artikel 4;

[Artikel 4:

I.

Het met bepantsering uitgeruste voertuig is zo ingericht dat de veiligheid van het personeel alsook die van het geld, de juwelen of de edelmetalen die worden getransporteerd verzekerd is

Het is ten minste uitgerust:

1.

Met een communicatie- en een alarmsysteem die verbonden zijn met de alarmcentrale van het bedrijf dat met het geldtransport belast is. Ten behoeve van de erkenning van de voertuigen voor geldtransport die uitgerust zijn met bepantseringen welke zijn ingevoerd uit andere lidstaten van de Europese Unie of partijen bij de Europese economische ruimte worden de testrapporten en certificaten aanvaard die zijn opgesteld door een erkende of geaccrediteerde instelling in die lidstaten waaruit blijkt dat deze bepantseringen in overeenstemming zijn met de technische en reglementaire voorwaarden die een niveau van bescherming garanderen dat equivalent is aan het niveau waarin dit decreet en het in de vorige alinea vermelde besluit voorzien.

2.

Met een voertuigvolgsysteem waardoor het bedrijf op elk ogenblik de positie van het voertuig kan bepalen.

3.

Met ten minste evenveel kogelvrije vesten en gasmaskers als er bemanningsleden en eventueel personen zijn die een gegronde reden hebben om zich in het voertuig te bevinden.

II.

De types van voertuigen, de modellen van bepantsering van de wanden en beglazing alsook de kenmerken van de andere elementen die bijdragen tot de veiligheid van de gepantserde voertuigen zijn onderworpen aan de voorafgaande erkenning van de minister van binnenlandse zaken, op basis van minimumnormen, met name inzake weerstand, die hij omschrijft bij een besluit waarbij eveneens de samenstelling van het dossier voor de aanvraag van de erkenning wordt vastgesteld

Elke substantiële wijziging van de fabricagevoorwaarden van de voertuigen of de installatievoorwaarden van de bepantseringen, beglazingen en andere in de vorige alinea vermelde elementen geeft aanleiding tot een nieuwe erkenning.

De erkenning kan worden ingetrokken als middels de in lid II van dit artikel vermelde materialen de veiligheid van het personeel of van het getransporteerde geld niet meer kan worden verzekerd.]

2.

Hetzij in gepantserde voertuigen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, en uitgerust met voorzieningen die garanderen dat het getransporteerde geld ongeschikt voor het beoogde doel kan worden gemaakt, onder de voorwaarden van artikel 8, lid 1.

[Artikel 8, lid 1, omschrijft de voorwaarden waaraan de voorzieningen voor het neutraliseren van waarden moeten voldoen]

Als de voertuigen met ten minste evenveel in de vorige alinea vermelde voorzieningen als bedieningspunten zijn uitgerust, bestaat hun bemanning uit ten minste twee personen, de bestuurder inbegrepen. In dat geval is het mogelijk dat de bepalingen van lid II van artikel 4 slechts voor de bestuurderscabine van het voertuig gelden.

Als de voertuigen met minder in de eerste alinea vermelde voorzieningen als bedieningspunten zijn uitgerust, bestaat hun bemanning uit ten minste drie personen, de bestuurder inbegrepen.

3.

Hetzij in anonieme voertuigen, met een bemanning van ten minste twee personen de bestuurder inbegrepen, onder de voorwaarden van de artikelen 7 en 8, wanneer het geld wordt geplaatst in voorzieningen die garanderen dat het ongeschikt voor het beoogde doel kan worden gemaakt en die voorzieningen hetzij ten minste even talrijk zijn als die van de bedieningspunten, hetzij zijn uitgerust met een verzamelsysteem dat slechts in een beveiligde zone of op een beveiligde plaats kan worden geopend.

Voor het bedienen van bankautomaten in bepaalde risicozones, wordt het geld echter verplicht getransporteerd onder de voorwaarden van alinea 1 en worden de automaten bijgevuld door een van de bemanningsleden

(II — betreft juwelen en edelmetalen)

III.

Muntstukken en beleggingsgoud in de zin van artikel 298 sexdecies A van het algemene wetboek van belastingen worden getransporteerd in gepantserde voertuigen, met een bemanning van ten minste drie personen, de bestuurder inbegrepen, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 4.

In afwijking van de vorige alinea worden voor transporten van Banque de France die ten hoogste 115 000 EUR in stukken van 1 of 2 euro omvatten de muntstukken getransporteerd:

1.

In gepantserde voertuigen waarop de naam van het geldtransportbedrijf niet voorkomt, met een bemanning van ten minste twee gewapende personen in uniform, de bestuurder inbegrepen, onder de in de drie eerste alinea’s van artikel 8 bepaalde voorwaarden;

2.

Of, als het totale getransporteerde volume de 500 000 EUR niet overschrijdt en als de halteplaatsen die ressorteren onder Banque de France, de geldtransportbedrijven, de nationale gendarmerie of politie, beveiligd zijn, in half gepantserde voertuigen waarop de naam van het geldtransportbedrijf niet voorkomt, met een bemanning van ten minste twee gewapende personen in uniform, de bestuurder inbegrepen, onder de in de drie eerste alinea’s van artikel 8 bepaalde voorwaarden.

[Artikel 8: Elk anoniem voertuig dat bestemd is voor het transporteren van geld dat in voorzieningen als vermeld in alinea 3 van lid I van artikel 2 wordt geplaatst of voor het transport van juwelen of edelmetalen is ten minste uitgerust:

1.

Met een communicatie- en een alarmsysteem die verbonden zijn met de alarmcentrale van het bedrijf dat met het geldtransport belast is;

2.

Met een voertuigvolgsysteem waardoor het bedrijf op elk ogenblik de positie van het voertuig kan bepalen;].

Bevestiging:

Biljetten: verenigbaarheid van artikel 2 met de artikelen 14, 16 en 17 van de EU-verordening.

Te wijzigen nationale wetgeving:

om de verenigbaarheid te waarborgen van artikel 2, punt III, met de artikelen 19 en 20 van de Verordening van de EU

IT

Artikel 15-18

(met betrekking tot de bepaling van DM.269/2010)

Artikel 19-20

(met betrekking tot de bepaling van DM.269/2010)

JA

LV

Artikel 14-18

Artikel 19-20

De artikelen 14-20 zijn in hun geheel uitgevoerd en er zijn geen strengere vereisten van kracht.

LT

Volgens het nationale recht zijn alle voorwaarden neergelegd in de artikel 14-18 van de verordening van toepassing in Litouwen.

Wapencategorie A (overeenkomstig Richtlijn 91/477/EEG) is verboden in Litouwen voor civiel gebruik. CIT-beveiligingspersoneel mag alleen met voorafgaande instemming van de directie Politie onder het ministerie van Binnenlandse Zaken vuurwapens van categorie B of C dragen.

Overeenkomstig het nationale recht zijn alle voorwaarden in de artikelen 19 tot 20 van de Verordening van toepassing in Litouwen.

JA

LU

Artikel 16-17

(Op voorwaarde dat wetsontwerp 6400 en het desbetreffende uitvoeringsbesluit van het Groothertogdom worden aangenomen zoals door de regering voorgesteld).

Artikel 20

(Op voorwaarde dat wetsontwerp 6400 en het desbetreffende uitvoeringsbesluit van het Groothertogdom worden aangenomen zoals door de regering voorgesteld).

JA

NL

Artikel 17-18

Artikel 20

JA

PT

Artikel 17-18

Artikel 20

De beschreven opties stemmen gedeeltelijk overeen met de nationale vereisten die gelden voor het nationaal vervoer van waarden, waarbij als onderscheidend criterium geldt het feit of het getransporteerde bedrag gelijk is aan of groter dan 10 000 EUR (ministeriële instructie (Portaria) nr. 247/2008 van 27 maart, gewijzigd bij ministeriële instructie nr. 840/2009 van 3 augustus, van kracht tot aan de bekendmaking van de ministeriële instructie waarin artikel 34, punt 3, van wet nr. 34/2013, van 16 mei 2013 voorziet).

Voor waarden onder de 10 000 EUR is nationaal transport in niet gepantserde voertuigen toegestaan.

Het gebruik van het goedgekeurde uniform en de beroepskaart is verplicht (artikel 29. van wet nr. 34/2013, van 16 mei).

SK

Alle voorwaarden in de artikelen 14 tot en met 18 van de verordening zijn van toepassing in de zin van de nationale wetgeving van de Slowaakse Republiek ingevolge wet nr. 473/2005 Zb. van 23 september 2005 betreffende diensten in de particuliere beveiligingssector en tot wijziging van bepaalde wetten (wet inzake de particuliere beveiliging genoemd)

Alle voorwaarden in de artikelen 19 tot en met 20 van de verordening zijn van toepassing in de zin van de nationale wetgeving van de Slowaakse Republiek ingevolge wet nr. 473/2005 Zb. van 23 september 2005 betreffende diensten in de particuliere beveiligingssector en tot wijziging van bepaalde wetten (wet inzake de particuliere beveiliging genoemd)

Gedeeltelijke naleving en differentiëring geldt voor het aantal beveiligingsagenten en begeleidende voertuigen. Het beslissende criterium is het bedrag van 1 660 000 EUR.

SI

Artikel 17 en 18 of elk nationaal voorschrift ingevolge de regeling betreffende het vervoer en de beveiliging van leveringen van geld en andere voorwerpen van waarde (staatsblad van de RS nr. 96/05, 16/08, 81/08, 86/09 en 17/11) artikel 16 tot en met 20.

Artikel 16 (het transport van de volgens klasse 1 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend ten hoogste 30 000 EUR)

1)

Een transport van een volgens klasse 1 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met twee gewapende beveiligingsagenten.

2)

Het transport wordt uitgevoerd in een omgebouwd voertuig met de volgende uitrusting:

fysiek gescheiden passagiers- en vrachtgedeelte met een vaste harde scheidingswand die het laden van de beveiligde vracht vanuit de passagiersruimte in het vrachtgedeelte mogelijk maakt;

vrachtgedeelte zonder beglazing;

in het vrachtgedeelte ingebouwde safe van bladmetaal waarin de vracht door een gleuf of een opening vanuit het passagiersgedeelte kan worden geplaatst;

alarminrichting die afgaat wanneer iemand zich met geweld toegang probeert te verschaffen;

inrichting die de motor zodanig blokkeert dat het voertuig niet kan worden weggehaald;

communicatie- en bewakingssysteem.

3)

Ongeacht de bepaling in het derde streepje van het vorige lid mag een beveiligde vracht worden getransporteerd als deze technisch beveiligd is doordat hij in een omgebouwde aktetas, tas of cassette is opgeborgen die afzonderlijk gemerkt zijn en zo gebouwd zijn dat ze moeilijk met geweld kunnen worden geopend; bij medeneming ervan gaat een geluids-, licht-, rook- of technisch signaal af. Zij moeten in het vrachtgedeelte van het voertuig worden getransporteerd.

4)

Ongeacht de bepaling in lid 1 mag een beveiligde vracht met één gewapende beveiligingsagent worden uitgevoerd als de vracht met een gecertificeerd systeem voor het kleuren of vernietigen van het geld is beveiligd.

5)

De beveiligingsagenten dragen kogelvrije vesten of overhemden.

Artikel 17 (transport van een volgens klasse 2 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend 200 000 EUR per transportvoertuig)

1)

Een transport van een volgens klasse 2 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met twee gewapende beveiligingsagenten.

2)

Het transport wordt uitgevoerd in een omgebouwd voertuig met de volgende uitrusting:

fysiek gescheiden passagiers- en vrachtgedeelte met een vaste harde scheidingswand;

vrachtgedeelte zonder beglazing;

in het vrachtgedeelte ingebouwde safe van kogelvrij bladmetaal dat boren en snijden bemoeilijk; deze is aan de binnenzijde op het chassis van het voertuig gemonteerd en het geld kan door een gleuf of een opening vanuit het passagiersgedeelte erin worden geplaatst;

alarminrichting die afgaat wanneer iemand zich met geweld toegang probeert te verschaffen;

inrichting die de motor zodanig blokkeert dat het voertuig niet kan worden weggehaald;

communicatie- en bewakingssysteem.

3)

Ongeacht de bepaling in het derde streepje van het vorige lid mag een beveiligde vracht worden getransporteerd als deze technisch beveiligd is doordat hij in een omgebouwde aktetas, tas of cassette is opgeborgen die afzonderlijk gemerkt zijn en zo gebouwd zijn dat ze moeilijk met geweld kunnen worden geopend; bij medeneming ervan gaat een geluids-, licht-, rook- of technisch signaal af. Zij moeten in het vrachtgedeelte van het voertuig worden getransporteerd.

4)

De beveiligingsagenten dragen kogelvrije vesten of overhemden.

Artikel 17 bis (transport van een volgens klasse 3 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend 800 000 EUR per transportvoertuig)

1)

Een transport van een volgens klasse 3 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met ten minste twee gewapende beveiligingsagenten.

2)

Het transport wordt uitgevoerd in een kogelvrij voertuig met de volgende uitrusting:

afzonderlijk gedeelte voor de bemanning en voor de vracht;

het gedeelte voor de bemanning is aan alle vier de zijden beschermd met antiballistische beveiliging M2/C2;

het kogelvrije vrachtgedeelte heeft een buitenportier dat extra van een deurbalk is voorzien;

alarmapparatuur;

voorzien van een systeem om op afstand het voertuig of de motor te blokkeren dat vanuit de beveiligingscentrale kan worden ingeschakeld;

communicatiesysteem zonder de portieren te openen (intercom);

communicatie- en bewakingssysteem.

3)

De beveiligingsagenten dragen kogelvrije vesten.

Artikel 18 (transport van een volgens klasse 4 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend 4 000 000 EUR per transportvoertuig)

1)

Een transport van een volgens klasse 4 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met ten minste drie gewapende beveiligingsagenten.

2)

Het transport wordt uitgevoerd in een kogelvrij voertuig met de volgende uitrusting:

afzonderlijk gedeelte voor de bemanning en voor de vracht;

het gedeelte voor de bemanning is aan alle vier de zijden beschermd met antiballistische beveiliging FB 3;

het kogelvrije vrachtgedeelte heeft geen ramen en heeft een buitenportier dat extra van een deurbalk voorzien is;

alarmapparatuur;

voorzien van een systeem om op afstand het voertuig of de motor te blokkeren dat vanuit de beveiligingscentrale kan worden ingeschakeld;

communicatiesysteem zonder de portieren te openen (intercom);

communicatie- en bewakingssysteem.

3)

De beveiligingsagenten dragen kogelvrije vesten.

Artikel 19 (transport van een volgens klasse 5 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend 8 000 000 EUR per transportvoertuig)

1)

Een transport van een volgens klasse 5 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met ten minste drie gewapende beveiligingsagenten.

2)

De beveiligingsagenten dragen ten minste de volgende beschermingsmiddelen:

kogelvrije vesten; en

veiligheidshelmen.

3)

Het transport wordt uitgevoerd in een kogelvrij voertuig met de volgende uitrusting:

afzonderlijk gedeelte voor vracht, bestuurder en beveiligingsagent;

het voertuig moet aan alle vier de zijden ten minste volgens categorie FB 3 kogelvrij zijn;

vrachtgedeelte zonder glas, met een achterportier en een toegang tot de vracht vanuit het bemanningsgedeelte;

alarmapparatuur;

communicatiesysteem zonder de portieren te openen (intercom);

videobewaking van de achterkant het voertuig, bediend vanuit de bestuurderscabine;

communicatiesysteem;

bewakingssysteem waarmee vrachtbewegingen online kunnen worden gevolgd met intervallen van ten hoogste één minuut, in een servicegebied ononderbroken vanuit de beveiligingscentrale kunnen worden gevolgd en waarmee een beveiligde vracht op elk moment exact kan worden gelokaliseerd;

een systeem om op afstand het voertuig of de motor te blokkeren dat niet vanuit het voertuig kan worden uitgeschakeld.

4)

Het transport wordt geëscorteerd door een personenauto met twee gewapende beveiligingsagenten. Het escorterende voertuig staat rechtstreeks in verbinding met de beveiligingscentrale.

Artikel 20 (transport van een volgens klasse 6 beveiligde vracht ter waarde van omgerekend meer dan 8 000 000 EUR per transportvoertuig)

1)

Een transport van een volgens klasse 6 beveiligde vracht wordt uitgevoerd met ten minste drie gewapende beveiligingsagenten.

2)

De beveiligingsagenten dragen ten minste de volgende beschermingsmiddelen:

kogelvrije vesten; en

veiligheidshelmen.

3)

Het transport wordt uitgevoerd in een kogelvrij voertuig dat uitgerust is zoals beschreven in lid 3 van het vorige artikel en voorzien is van antiballistische beveiliging tegen kogels van categorie FB 4.

4)

Het transport wordt begeleid door een kogelvrij voertuig met antiballistische beveiliging tegen kogels van ten minste FB 3 aan alle vier de zijden, met drie gewapende beveiligingsagenten. Het begeleidende voertuig staat rechtstreeks in verbinding met de beveiligingscentrale.

De verordening betreffende de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1214/2011 is in behandeling en voorziet in een aantal bijzondere mogelijkheden:

buitenlandse geldtransportbedrijven mogen onder de voorwaarden van Verordening (EU) nr. 1214/2011 in Slovenië ook andere contanten (niet alleen eurocontanten) vervoeren boven de 20 % van de totale waarde van de contanten waarin Verordening (EU) nr. 1214/2011 voorziet.

buitenlandse geldtransportbedrijven mogen onder de voorwaarden van Verordening (EU) nr. 1214/2011 in Slovenië ook andere voorwerpen van waarde (niet alleen eurocontanten of andere contanten) vervoeren waarin Verordening (EU) nr. 1214/2011 niet voorziet. Als voorwerpen van waarde worden beschouwd edelmetalen, edelstenen, kunstwerken, cultureel erfgoed, kostbare documenten enz. Een cultureel erfgoedobject is een stuk dat als zodanig is ingedeeld overeenkomstig de voorschriften die gelden voor het indelen van de soorten van culturele erfgoedobjecten en nationaal vermogen ingevolge de regels ter bescherming en bewaring van nationale schatten en museummateriaal. Als specifieke omstandigheden dit niet toelaten, kunnen de nationale regels op basis van artikel 22 inzake het vervoer en de beveiliging van contanten en andere waardevolle transporten (staatsblad van de RS nr. 96/05, 16/08, 81/08, 86/09 en 17/11) worden gebruikt.

Artikel 20 of elk nationaal voorschrift ingevolge de regeling betreffende het vervoer en de beveiliging van leveringen van geld en andere voorwerpen van waarde (staatsblad van de RS nr. 96/05, 16/08, 81/08, 86/09 en 17/11) artikel 16 tot en met 20 zoals beschreven voor bankbiljetten.

Gedeeltelijke naleving.

Nationale regels en bijzondere voorwaarden op basis van de waarde van het transport.

Andorra

Artikel 14-18

Artikel 19-20

 

Monaco

Dezelfde regels als voor Frankrijk

Dezelfde regels als voor Frankrijk

 

San Marino

Artikel 17

Artikel 20

 

Vaticaanstad

n.v.t.

n.v.t.

Geen omzetting aangezien Vaticaanstad gekozen heeft voor vervoer van contanten onder politie-escorte hetgeen buiten het toepassingsgebied van de Verordening valt (artikel 2 mutatis mutandis)


4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/24


Lijst van rekeningen die voor de toepassing van bijlage I, deel VIII, onderdeel C, punt 17, onder g), van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad moeten worden behandeld als uitgezonderde rekeningen

(2017/C 139/06)

Onderstaande lijst vervangt de lijst die in PB C 481 van 23.12.2016 is verschenen. De lijst is gewijzigd voor Ierland.

Lidstaat

Rekeningen (in de landstaal)

België

Certaines pensions complémentaires liées à l’activité professionnelle souscrites par l’employeur/l’entreprise telles que définies dans ou aux fins des législations suivantes: (1) Loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale; (2) Titre 4 „Pension complémentaire pour dirigeants d’entreprise” de la loi du 15 mai 2014 portant des dispositions diverses; (3) Articles 43 à 61, 71 et 77 de l’Arrêté royal du 14 novembre 2003 relatif à l’activité d’assurance sur la vie; (4) Articles 34, 52, 3o, b, 59, 145-1, 1o, 145-3 et 195 du Code des impôts sur les revenus 1992/Bepaalde bedrijfsgebonden aanvullende pensioenen onderschreven door de werkgever/de onderneming, zoals omschreven in of voor de toepassing van de volgende wetgevingen: (1) Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; (2) Title 4, „Aanvullend pensioen voor bedrijfsleiders” van de Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen; (3) Artikelen 43 tot 61, 71 en 77 van het Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit; (4) Artikelen 34, 52, 3o, b, 59, 145-1, 1o, 145-3 en 195 van het Wetboek der inkomstenbelastingen 1992.

Bulgarije

Набирателни сметки за капитала на дружество в процес на регистрация с наличност до 1 000 USD.

Набирателни сметки за капитала на дружество в процес на регистрация с наличност над 1 000 USD, които ще бъдат обект на комплексна проверка в срок до 2 години от откриването им.

Сметки на етажна собственост с наличност до 50 000 USD, които се използват единствено за управлението и поддръжката на етажната собственост.

Tsjechië

Důchodové spoření podle zákona o důchodovém spoření.

Penzijní připojištění se státním příspěvkem podle zákona o penzijním připojištění se státním příspěvkem a splňující podmínky podle vyhlášky o vyňatých účtech pro účely automatické výměny informací v rámci mezinárodní spolupráce při správě daní.

Doplňkové penzijní spoření podle zákona o doplňkovém penzijním spoření a splňující podmínky podle vyhlášky o vyňatých účtech pro účely automatické výměny informací v rámci mezinárodní spolupráce při správě daní.

Denemarken

Pensionsordninger omfattet af pensionsbeskatningslovens § 2 (pensionsordninger med løbende livsbetingede ydelser).

Pensionsordninger omfattet af pensionsbeskatningslovens § 5 (garanterede ydelser).

Selvpensioneringskonti omfattet af pensionsbeskatningslovens § 51.

Uddannelseskonti oprettet i overensstemmelse med lov om uddannelsesopsparing.

Boligsparekontrakter oprettet i overensstemmelse med lov om boligsparekontrakter.

Duitsland

Rücklagenkonten von Wohnungseigentümergemeinschaften (WEG).

Estland

No account to be treated as Excluded Account.

Ierland

A Personal Retirement Savings Account (PRSA) in respect of an approved PRSA product.

An Approved Retirement Fund or an Approved Minimum Retirement Fund.

An Approved Pension Scheme or Product.

Retirement Annuity Contract

Personal Retirement Bonds (PRBs)

Griekenland

Ομαδικά συνταξιοδοτικά προγράμματα του ν.4172/2013.

Spanje

Los seguros colectivos que instrumentan compromisos por pensiones en aplicación de la disposición adicional primera del Texto refundido de la Ley de regulación de Planes y Fondos de pensiones, aprobado por Real Decreto Legislativo 1/2002, de 29 de noviembre, siempre que las aportaciones se determinen mediante convenio colectivo entre la empresa y los representantes sindicales, o por ley.

Una cuenta representativa de las aportaciones a patrimonios protegidos de las personas con discapacidad a que hace referencia el artículo 54 y la disposición adicional decimoctava de la Ley 35/2006, de 28 de noviembre, del Impuesto sobre la Renta de las Personas Físicas y de modificación parcial de las Leyes de los Impuestos sobre Sociedades, sobre la Renta de no Residentes y sobre el Patrimonio.

Una cuenta preexistente (a excepción de un contrato de anualidades) con un saldo anual inferior a un importe en euros correspondiente a 1 000 dólares estadounidenses, que tenga la consideración de cuenta inactiva, de acuerdo con la definición prevista en los Comentarios a la Sección III del Estándar Común de Comunicación del Información.

Frankrijk

Compte d’épargne logement (CEL).

Contrats établis dans le respect des conditions fixées par l’article L. 2223-33-1 du code général des collectivités territoriales, dénommés contrats obsèques.

Contrat bénéficiant de l’article 154 bis du code général des impôts, dénommés contrats „Madelin”.

Contrat bénéficiant de l’article 154 bis-0 A du code général des impôts, dénommés contrats „Madelin Agricole”.

Contrat de retraite collective d’entreprise à cotisations définies bénéficiant de l’article 83 du code général des impôts, dénommés „ contrats de l’article 83 du code général des impôts ”.

Livret A.

Livret BLEU.

Livret d’Épargne Populaire (LEP).

Livret de développement durable (LDD).

Livret jeune.

Plan d’Épargne Entreprises (PEE).

Plan d’Épargne Interentreprises (PEI).

Plan d’Épargne Logement (PEL).

Plan d’Épargne Populaire (PEP).

Plan d’Épargne pour la Retraite Collectif (PERCO).

Plan d’Épargne pour la Retraite Collectif Interentreprises (PERCOI).

Plan d’Épargne Retraite Entreprise (PÉRE).

Plan d’Épargne Retraite Populaire (PERP).

Les régimes facultatifs de retraites complémentaires régis par les articles L. 441-1 et suivants du code des assurances: le régime complémentaire retraite des hospitaliers, le contrat complémentaire retraite mutualiste et le contrat PREFON.

Kroatië

No account to be treated as Excluded Account.

Italië

Polizze collettive TFR a beneficio dei dipendenti calcolate su salari o stipendi e assoggettate a tassazione e contribuzione previdenziale.

Piani pensionistici individuali.

Cyprus

Προυπάρχων λογαριασμός(άλλος από ετήσια σύμβαση προσόδου)με ετήσιο υπόλοιπο που δεν υπερβαίνει τα 1 000 Δολλάρια Αμερικής, ο οποίος είναι αδρανής λογαριασμός σύμφωνα με τον ορισμό που προβλέπεται στα σχόλια μέρος ΙΙΙ του Κοινού Προτύπου Αναφοράς

Letland

Individuālais pensiju konts, kas izveidots atbilstoši likumam „Par privātajiem pensiju fondiem”.

Finanšu iestāde ir tiesīga atzīt par izslēgtu kontu iepriekšpastāvējušo fiziskas personas finanšu kontu (izņemot anuitātes līgumu), kas atbilst šādām pazīmēm:

1)

tā ikgadējs konta beigu atlikums nepārsniedz summu, kas pēc Eiropas Centrālās bankas publicētā euro atsauces kursa ir ekvivalenta euro un atbilst USD 1 000 ;

2)

konta turētājs saistībā ar šo vai konta turētāja citu kontu attiecīgajā finanšu iestādē nav veicis ne vienu darījumu pēdējo trīs gadu laikā;

3)

finanšu iestādē pēdējo sešu gadu laikā nav saņēmusi no konta turētāja jaunu, papildu vai precizēto informāciju saistībā ar šī konta vai konta turētāja cita konta uzturēšanu;

4)

uzkrājošās apdrošināšanas līguma gadījumā, attiecīgā finanšu iestāde pēdējo sešu gadu laikā nav sazinājusies ar konta turētāju saistībā ar jebkuru kontu, ko tas tur attiecīgajā finanšu iestādē.

Litouwen

No account to be treated as Excluded Account.

Luxemburg

Comptes ouverts en vertu d’un contrat prévoyance-vieillesse visé par l’article 111 bis de la loi modifiée du 4 décembre 1967 concernant l’impôt sur le revenu.

Comptes ouverts en vertu d’un contrat d’épargne-logement visé par l’article 111 alinéa 1er de la loi modifiée du 4 décembre 1967 concernant l’impôt sur le revenu.

Comptes ouverts en vertu d’un régime complémentaire de pension visé par l’article 110 de la loi modifiée du 4 décembre 1967 concernant l’impôt sur le revenu.

Hongarije

Étkezési kártya számlák.

Stabilitási Megtakarítási Számla.

Ügyvédi, közjegyzői letéti számla.

Nyugdíj-előtakarékossági számla.

Start számla.

Malta

No account to be treated as Excluded Account.

Nederland

Levenslooprekening, levensloopverzekering en levensloop recht van deelneming.

Oudedagslijfrenten.

Kapitaalverzekering eigen woning.

Spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning.

Bouwdepot.

Alimentatielijfrenten.

Goudenhanddrukstamrecht.

Invalidekindlijfrente.

Oostenrijk

Abfertigungs- und Jubiläumsgeldauslagerungsversicherungen.

Begräbniskostenversicherungen.

Betriebliche Kollektivversicherungen im Sinne der §§ 93 bis 98 des Versicherungsaufsichtsgesetzes 2016.

Ein bestehendes Konto mit einem den Gegenwert von 1 000 US-Dollar nicht überschreitenden Wert (ausgenommen ein Rentenversicherungsvertrag), das ein ruhendes Konto nach der Definition im Kommentar zu Abschnitt III des Gemeinsamen Meldestandards ist.

Ein bestehendes, vor dem 1. Juli 2002 eröffnetes Konto mit einem den Gegenwert von 10 000 US-Dollar nicht überschreitenden Wert (ausgenommen ein Rentenversicherungsvertrag),

* das ein ruhendes Konto entsprechend der Definition im Kommentar zu Abschnitt III des Gemeinsamen Meldestandards ist,

* bei dem Ein- und Auszahlungen sowie die Gutschrift von Überweisungen bzw. die Entgegennahme, der Erwerb und die Veräußerung von Wertpapieren sowie die Auszahlung von Guthaben und Erträgen nur nach Feststellung der Identität des Kunden gemäß den Verfahren zur Bekämpfung der Geldwäsche und Terrorismusfinanzierung zulässig sind; diese Regelungen werden von der Finanzmarktaufsicht beaufsichtigt, die Nichtbefolgung wird sanktioniert und

* bei dem die Feststellung der Identität gemäß den Verfahren zur Bekämpfung der Geldwäsche und Terrorismusfinanzierung wiederum die Anwendung der Sorgfalts- und Meldepflichten nach dem Gemeinsamen Meldestandard nach sich zieht, da es sich ab diesem Zeitpunkt nicht mehr um ein ausgenommenes Konto handelt.

Konten von Wohnungseigentümergemeinschaften und Miteigentumsgemeinschaften im Sinne des Wohnungseigentumsgesetzes 2002.

Bauspareinlage gemäß § 1 Abs. 1 Bausparkassengesetz.

Risikoversicherungen, bei denen der Eintritt des Versicherungsfalls ungewiss ist.

Treuhandkonten (Anderkonten), deren Treuhänder ein befugter Parteienvertreter (Rechtsanwalt oder Notar) ist, sofern das Konto im Zusammenhang mit einem der in § 87 Z 5 GMSG angeführten Zwecke eingerichtet ist.

Versicherungen im Rahmen der Zukunftssicherung im Sinne des § 3 Abs. 1 Z 15 lit. a EStG 1988.

Polen

Indywidualne konto emerytalne.

Indywidualne konto zabezpieczenia emerytalnego.

Pracowniczy program emerytalny.

Portugal

Planos Poupança Reforma.

Uma conta pré-existente (desde que não se trate de um Contrato de renda) cujo saldo anual não exceda 1 000 USD, que seja uma conta inativa de acordo com a definição prevista nos Comentários à Secção III da Norma Comum de Comunicação.

Roemenië

No account to be treated as Excluded Account.

Slovenië

Varčevalni račun po nacionalni stanovanjski varčevalni shemi, če znesek, privarčevan letno, ne presega petdeset tisoč eurov (50 000 EUR).

Račun rezervnega sklada po Stvarnopravnem zakoniku in Stanovanjskem zakonu, ki se vodi v Sloveniji.

Slowakije

Osobný dôchodkový účet sporiteľa starobného dôchodkového sporenia (2. pilier).

Osobný účet účastníka a poberateľa dávky doplnkového dôchodkového sporenia (3. pilier).

Účet vedený v prospech vlastníkov bytov a nebytových priestorov v zastúpení SVB/správcu

Finland

No account to be treated as Excluded Account.

Zweden

Pensionssparkonto som uppfyller kraven i inkomstskattelagen (1999:1229) och som tecknas och förvaltas i Sverige.

Privat pensionsförsäkring som uppfyller kraven i inkomstskattelagen (1999:1229).

Verenigd Koninkrijk

Pension schemes registered with HMRC under Part 4 of Finance Act 2004.

Non-registered pension arrangements where the annual contributions are limited to £50 000 and funds contributed cannot be accessed before the age of 55 except in circumstances of serious ill health.

Immediate needs annuities within section 725 Income Tax (Trading and Other Income) Act 2005.

An account within the meaning of the Individual Savings Account Regulations 1998.

Premium Bonds issued by the UK National Savings and Investments.

Fixed Interest Savings Certificates issued by UK National Savings and Investments.

Index Linked Savings Certificates issued by UK National Savings and Investments.

A CSOP (Company Share Option Plans) scheme approved by HMRC under Schedule 4 to Income Tax (Earnings and Pensions) Act 2003.

A dormant account (other than an annuity contract) with a balance that does not exceed US$1 000 . Treatment as an excluded account is subject to election by the Financial Institution. An account is a dormant account if:

(a)

the account holder has not initiated a transaction with regard to the account or any other account held by the account holder with the reporting financial institution in the previous three years,

(b)

the account holder has not communicated with the reporting financial institution regarding the account or any other account held by the account holder with the reporting financial institution in the previous six years,

(c)

the account is treated as a dormant account under the reporting financial institutions normal operating procedures, and

(d)

in the case of a cash value insurance contract, the reporting financial institution has not communicated with the account holder regarding the account or any other account held by the account holder with the reporting financial institution in the previous six years.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/30


Bekendmaking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en referentie- en disconteringspercentages voor EVA-staten, zoals die vanaf 1 januari 2017 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig de voorschriften betreffende de referentie- en disconteringspercentages in deel VII van de richtsnoeren van de Autoriteit inzake staatssteun en artikel 10 van Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004 (1))

(2017/C 139/07)

De basispercentages worden berekend overeenkomstig het hoofdstuk over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld in de richtsnoeren voor staatssteun van de Autoriteit, gewijzigd bij Besluit nr. 788/08/COL van de Autoriteit van 17 december 2008. Om de toepasselijke referentiepercentages te verkrijgen, worden overeenkomstig de richtsnoeren voor staatssteun passende marges toegevoegd aan het basispercentage.

De basispercentages zijn als volgt vastgesteld:

 

IJsland

Liechtenstein

Noorwegen

1.1.2017 —

6,18

−0,50

1,29


(1)  PB L 139 van 25.5.2006, blz. 37, en EER-supplement nr. 26 van 25.5.2006, blz. 1.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 139/31


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8399 — CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 139/08)

1.

Op 26 april 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat CWS-boco International GmbH („CWS-boco”, Duitsland), een volle dochteronderneming van Franz Haniel & Cie. GmbH („Haniel”, Duitsland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de activiteiten op het gebied van sanitaire ruimten, textieldiensten en schoonloopmatten van Rentokil Initial plc, („Rentokil Initial”, Verenigd Koninkrijk) in een aantal EU-lidstaten („Rentokil Initial’s Target businesses”) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   CWS-boco: aanbieder van oplossingen voor sanitaire ruimten, waaronder textieldiensten, en schoonloopmatten, hoofdzakelijk in de Europese Unie. Haniel is een gediversifieerde Duitse houdstermaatschappij;

—   Rentokil Initial's Target businesses: aanbieder van oplossingen voor sanitaire ruimten, waaronder textieldiensten, en schoonloopmatten in Oostenrijk, België, Tsjechië, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Polen, Slowakije, Zweden en Zwitserland.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post onder vermelding van zaaknummer M.8399 — CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).