|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
60e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 123/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8413 — Engie/Omnes Capital/Prédica/Engie PV Besse/Engie PV Sanguinet) ( 1 ) |
|
|
2017/C 123/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8430 — AÜW/Siemens/Egrid) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 123/03 |
||
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2017/C 123/04 |
||
|
|
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
|
Toezichthoudende Autoriteit van de EVA |
|
|
2017/C 123/05 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 123/06 |
||
|
|
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
|
|
2017/C 123/07 |
||
|
|
GERECHTELIJKE PROCEDURES |
|
|
|
EVA-Hof |
|
|
2017/C 123/08 |
||
|
2017/C 123/09 |
||
|
2017/C 123/10 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2017/C 123/11 |
||
|
2017/C 123/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8431 — OMERS/AIMCo/Vue/Dalian Wanda Group/UCI Italia/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2017/C 123/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8388 — Ares/Baupost/Nova Eventis) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8413 — Engie/Omnes Capital/Prédica/Engie PV Besse/Engie PV Sanguinet)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 123/01)
Op 10 april 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8413. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.8430 — AÜW/Siemens/Egrid)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 123/02)
Op 10 april 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8430. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
19 april 2017
(2017/C 123/03)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,0725 |
|
JPY |
Japanse yen |
116,91 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4387 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,83430 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,6195 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0690 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
9,1528 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
26,794 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
313,05 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,2358 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,5341 |
|
TRY |
Turkse lira |
3,9292 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4255 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4415 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,3397 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5283 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,4987 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 222,42 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
14,2610 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,3852 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,4468 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
14 293,20 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7190 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
53,339 |
|
RUB |
Russische roebel |
60,2656 |
|
THB |
Thaise baht |
36,883 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
3,3368 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
20,0190 |
|
INR |
Indiase roepie |
69,2430 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/3 |
Liquidatieprocedure
Besluit tot opening van een liquidatieprocedure ten aanzien van ADRIA Way
(Bekendmaking overeenkomstig artikel 280 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II))
(2017/C 123/04)
|
Verzekeringsonderneming |
|
||||||
|
Datum, inwerkingtreding en aard van het besluit |
Op 25 januari 2017 heeft de Tsjechische nationale bank mevrouw JUDr. Kateřina Martínková LL.M aangesteld tot schaderegelaar van ADRIA Way. Inwerkingtreding: 2 februari 2017 |
||||||
|
Bevoegde autoriteiten |
Tsjechische nationale bank |
||||||
|
Toezichthoudende autoriteit |
Tsjechische nationale bank |
||||||
|
Aangestelde curator |
|
||||||
|
Toepasselijk recht |
Tsjechisch recht |
INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/4 |
Staatssteun — Besluit om een bestaande steunzaak te sluiten na de aanvaarding van dienstige maatregelen door een EVA-staat
(2017/C 123/05)
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft voor de volgende steunmaatregel passende maatregelen voorgesteld die door IJsland zijn aangenomen:
|
Datum waarop het besluit is genomen |
: |
25 januari 2017 |
|
Nummer van de steunmaatregel |
: |
78027 |
|
Nummer van het besluit |
: |
010/17/COL |
|
EVA-staat |
: |
IJsland |
|
Benaming (en/of naam van de begunstigde) |
: |
Besluit tot sluiting van de zaak betreffende het gebruik van gronden in overheidsbezit en natuurlijke bronnen door elektriciteitsproducenten in IJsland. |
|
Rechtsgrondslag |
: |
Verschillende rechtsgrondslagen |
|
Type maatregel |
: |
Geen staatssteun |
|
Andere informative |
: |
De autoriteit is van mening dat de door de IJslandse autoriteiten genomen maatregelen en gedane toezeggingen tot wijziging van de regeling inzake het gebruik van openbare natuurlijke hulpbronnen door elektriciteitsproducenten in IJsland en de herziening en wijzigingen van bestaande contracten met elektriciteitsproducenten ervoor zullen zorgen dat de bestaande steunregeling wordt beëindigd. Daarom heeft de Autoriteit besloten de zaak te sluiten. |
De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:
http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/5 |
Oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het meerjarig werkprogramma voor het verlenen van financiële steun op het gebied van de trans-Europese energie-infrastructuur in het kader van de Connecting Europe Facility voor de periode 2014-2020
(Besluit C(2017) 2109 van de Commissie)
(2017/C 123/06)
Het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie lanceert een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op het verlenen van subsidies in overeenstemming met de prioriteiten en doelstellingen die zijn vastgesteld in het meerjarig werkprogramma op het gebied van de trans-Europese energie-infrastructuur in het kader van de Connecting Europe Facility voor de periode 2014-2020.
Er worden voorstellen ingewacht voor de volgende oproep:
|
|
CEF-Energie-2017 |
|
|
Voor de geselecteerde projecten in het kader van deze oproep is een indicatief bedrag van 800 miljoen EUR beschikbaar. |
|
|
De uiterste datum voor de indiening van de voorstellen is 12 oktober 2017. |
De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen is beschikbaar op de webpagina van deze oproep:
https://ec.europa.eu/inea/en/connecting-europe-facility/cef-energy/calls/2017-cef-energy-call-proposals
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/6 |
AANKONDIGING VAN VERGELIJKEND ONDERZOEK
(2017/C 123/07)
Het Europees Bureau voor Personeelsselectie (EPSO) organiseert het volgende vergelijkend onderzoek:
|
|
EPSO/AST/140/17 — VERPLEEGKUNDIGEN (AST 3) |
De aankondiging wordt in 24 talen bekendgemaakt in Publicatieblad van de Europese Unie C 123 A van 20 april 2017.
Meer informatie is te vinden op de website van EPSO: https://epso.europa.eu/
GERECHTELIJKE PROCEDURES
EVA-Hof
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/7 |
ARREST VAN HET HOF
van 22 september 2016
in zaak E-29/15
Sorpa bs. tegen De mededingingsautoriteit
(Misbruik van een machtspositie — Begrip onderneming — Door gemeenten ingestelde coöperatieve agentschappen — Afvalstoffenbeheer — Diensten van algemeen economisch belang — Op gelijkwaardige transacties met andere handelspartners toegepaste ongelijke voorwaarden — Prijsdiscriminatie)
(2017/C 123/08)
In zaak E-29/15, Sorpa bs. tegen De mededingingsautoriteit — VERZOEK aan het Hof overeenkomstig artikel 34 van de overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie door het Hooggerechtshof van IJsland (Hæstiréttur Íslands) over de uitlegging van de EER-overeenkomst, en met name artikel 54 daarvan, heeft het Hof, samengesteld uit Carl Baudenbacher, voorzitter en rechter-rapporteur, Per Christiansen en Páll Hreinsson, rechters, op 22 september 2016 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:
|
1. |
Een gemeente kan een onderneming vormen in de zin van artikel 54 EER wanneer zij een economische activiteit verricht die bestaat in het op de markt aanbieden van goederen en diensten. Om vast te stellen of een activiteit zoals afvalbeheer een economische activiteit is, moet worden gekeken of er sprake is van concurrentie met particuliere entiteiten. In dit verband moet de omstandigheid dat de vergoeding die voor het verstrekken van diensten inzake afvalbeheer wordt ontvangen niet hoger kan zijn dan de gemaakte kosten, worden afgewogen tegen het bestaan van mededinging op de markt. |
|
2. |
Beheer van afvalstoffen kan een dienst van algemeen economisch belang zijn in de zin van artikel 59, lid 2, EER. Het staat aan de verwijzende rechter om te bepalen of de toepassing van artikel 54 EER het voor de gemeenten onmogelijk zou maken om de diensten inzake afvalbeheer waarmee zij zijn belast, uit te voeren of om deze onder economisch aanvaardbare voorwaarden aan te bieden. |
|
3. |
Om te bepalen of een openbare instantie een onderneming in de zin van de EER-mededingingsregels is wanneer deze diensten inzake afvalbeheer verricht, is het irrelevant of die entiteit een gemeente of een coöperatief agentschap is waarbij verschillende gemeenten zich hebben aangesloten. |
|
4. |
Artikel 54 EER is niet van toepassing indien een mededingingsverstorende gedraging bij een nationale wettelijke regeling aan ondernemingen wordt voorgeschreven of wanneer een nationale wettelijke regeling een rechtskader creëert dat zelf iedere mogelijkheid van concurrerend gedrag voor deze ondernemingen uitsluit. Artikel 54 EER kan echter van toepassing zijn wanneer de nationale wettelijke regeling niet in de weg staat aan zelfstandig gedrag van ondernemingen dat mededinging verhindert, beperkt of vervalst. |
|
5. |
Indien een EER-staat, uit hoofde van de nationale wetgeving, overheidsinstanties toestaat om af wijken van de toepassing van de EER-mededingingsregels, bijvoorbeeld door deze bijzondere of exclusieve rechten te verlenen, moet die staat dit doen in overeenstemming met de EER-mededingingsregels, en met name artikel 59, lid 1, EER. |
|
6. |
De eigenaars van een gemeentelijke coöperatie kunnen worden beschouwd als de handelspartners van die coöperatie in de zin van artikel 54, tweede alinea, onder c), EER, tenzij zij één onderneming met die coöperatie vormen. |
|
7. |
Door haar eigenaars een korting te bieden die zij haar andere klanten niet biedt, berokkent een onderneming met een machtspositie die andere klanten nadeel bij de mededinging in de zin van artikel 54, tweede alinea, onder c), EER, mits zij concurreren met de eigenaars van de onderneming met een machtspositie op een markt die zich ten opzichte van de gedomineerde markt in een eerder of een later stadium van de productieketen bevindt. |
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/8 |
Verzoek van 27 september 2016 om een advies van het EVA-Hof door Borgarting lagmannsrett, in de zaak Yara International ASA tegen de Noorse regering, vertegenwoordigd door het ministerie van Financiën
(Zaak E-15/16)
(2017/C 123/09)
Bij schrijven van 27 september 2016 van Borgarting lagmannsrett (het Hof van Beroep van Borgarting), is bij het EVA-Hof een verzoek ingediend, dat bij de griffie van het Hof is binnengekomen op 4 oktober 2016, om een advies in de zaak Yara International ASA tegen de Noorse regering, vertegenwoordigd door het ministerie van Financiën, over de volgende vraag:
Is het in overeenstemming met de artikelen 31 en 34 van de EER-overeenkomst dat in nationale regels inzake bijdragen binnen groepen, zoals de regels in de Noorse belastingwet, op grond waarvan de bijdrage het belastbare inkomen van de overdragende partij verlaagt en is inbegrepen in het belastbare inkomen van de ontvangende partij, ongeacht of de ontvangende partij voor belastingdoeleinden verlies of winst maakt, de voorwaarde is opgenomen dat zowel de overdragende partij als de ontvangende partij belastingplichtig zijn in de betrokken EER-staat, of moeten de EER-regels aldus worden uitgelegd dat onder bepaalde voorwaarden een uitzondering moet worden gemaakt op het vereiste belastingplichtig te zijn in het betrokken rechtsgebied?
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/9 |
Verzoek van Frostating lagmannsrett van 24 oktober 2016 aan het EVA-Hof om een advies in de zaak van Fosen-Linjen AS tegen AtB AS
(Zaak E-16/16)
(2017/C 123/10)
Bij schrijven van 24 oktober 2016 van Frostating lagmannsrett (Frostating hof van beroep) is bij het EVA-Hof een verzoek ingediend, dat op 31 oktober 2016 bij de griffie van het Hof is binnengekomen, om een advies in de zaak Fosen-Linjen AS tegen AtB AS, betreffende onderstaande vragen:
|
1. |
Staan artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 89/665/EEG, of andere bepalingen van die richtlijn, in de weg aan nationale regels voor de toekenning van schadevergoeding, wanneer voor de toekenning van schadevergoeding die is verschuldigd omdat de aanbestedende dienst de EER-bepalingen met betrekking tot overheidsopdrachten niet in acht heeft genomen,
|
|
2. |
Moeten artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 89/665/EEG, of andere bepalingen van die richtlijn, zo worden uitgelegd dat een schending van een EER-bepaling inzake aanbestedingen op grond waarvan de aanbestedende dienst niet naar eigen oordeel mag handelen, op zichzelf een voldoende gekwalificeerde schending is die onder bepaalde voorwaarden kan leiden tot een recht op schadevergoeding? |
|
3. |
Staan artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 89/665/EEG, of andere bepalingen van die richtlijn, in de weg aan nationale regels voor de toekenning van schadevergoeding, wanneer voor de toekenning van schadevergoeding die is verschuldigd omdat de aanbestedende dienst de EER-bepalingen met betrekking tot overheidsopdrachten niet in acht heeft genomen, de voorwaarde geldt dat de dienstverlener die de zaak voorlegt en vergoeding eist, aan de hand van een duidelijk, d.w.z. gekwalificeerd doorslaggevend bewijs aantoont dat [voornoemde dienstverlener] de opdracht had moeten krijgen als de aanbestedende dienst geen fout had begaan? |
|
4. |
Staan artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 89/665/EEG, of andere bepalingen van die richtlijn, in de weg aan nationale regels die bepalen dat de aanbestedende dienst zich met succes tegen de eis tot schadevergoeding kan verweren door te stellen dat de aanbestedingsprocedure in elk geval had moeten worden geannuleerd omdat de aanbestedende dienst een andere fout had begaan dan door de verzoeker wordt aangevoerd, wanneer tijdens de aanbestedingsprocedure op die fout in feite geen beroep is gedaan? Als de aanbestedende dienst een beroep kan doen op zo’n andere fout, staat Richtlijn 89/665/EEG dan in de weg aan een nationale regel die bepaalt dat de dienstverlener die de vordering instelt, verplicht is aan te tonen dat zo’n fout niet bestaat? |
|
5. |
Welke voorwaarden zijn, op grond van het beginsel van gelijke behandeling overeenkomstig het EER-recht, van toepassing op een doeltreffende controle door de aanbestedende dienst van de informatie die verstrekt is in de offertes in verband met de toekenningscriteria? Wordt aan de voorwaarde inzake doeltreffende controle voldaan als de aanbestedende dienst kan bevestigen dat de eigenschappen in de offerte op betrouwbare wijze lijken te zijn vastgesteld aan de hand van de documenten in de offerte? Hoe nauwkeurig moet de aanbestedende dienst de kenmerken van het voorwerp van de overeenkomst in de offerte kunnen controleren? Als de inschrijver zich ertoe verbindt een bepaald verbruikscijfer te behalen voor het voorwerp van de offerte, en als dat cijfer in de beoordeling van de aanbesteding is opgenomen, komt de aanbestedende dienst zijn verplichting tot controle dan na als hij kan bevestigen dat dit een betrouwbaar cijfer is met een zekere foutenmarge van bijvoorbeeld ongeveer 20 procent? Wanneer de aanbestedende dienst de informatie van een inschrijver in verband met een toekenningscriterium moet controleren, kan de aanbestedende dienst dan voldoen aan de voorwaarde inzake doeltreffende controle van de offertes overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling met inachtneming van elders in de offerte verstrekte documenten? |
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/10 |
Bericht voor marktdeelnemers — Nieuwe reeks verzoeken om schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde industrie- en landbouwproducten
(2017/C 123/11)
Marktdeelnemers worden ervan in kennis gesteld dat de Commissie voor de januarironde van 2018 verzoeken heeft ontvangen overeenkomstig de administratieve regelingen zoals opgenomen in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten (2011/C 363/02) (1).
De lijst met producten waarvoor een schorsing van rechten is gevraagd, is nu beschikbaar op de thematische (Europa-)website van de Commissie over de douane-unie (2).
Marktdeelnemers worden er eveneens van in kennis gesteld dat 16 juni 2017 de uiterste datum is waarop bezwaren tegen nieuwe verzoeken via de nationale overheidsdiensten door de Commissie moeten zijn ontvangen. Op deze datum staat de tweede vergadering van de Groep economische tariefvraagstukken gepland.
Geïnteresseerde marktdeelnemers wordt aangeraden de lijst regelmatig te raadplegen om op de hoogte te blijven van de status van de verzoeken.
Meer informatie over de procedure met betrekking tot autonome tariefschorsingen is te vinden op de Europa-website:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/tariff_aspects/suspensions/index_en.htm
(1) PB C 363 van 13.12.2011, blz. 6.
(2) http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/susp/susp_home.jsp?Lang=nl
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.8431 — OMERS/AIMCo/Vue/Dalian Wanda Group/UCI Italia/JV)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 123/12)
|
1. |
Op 7 april 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat The Space Cinema 1 SpA („TSC”, Italië), die onder indirecte zeggenschap staat van Vue International Holdco Limited („Vue”, Verenigd Koninkrijk), die onder gezamenlijke zeggenschap staat van Alberta Investment Management Corporations („AIMCo”, Canada) en OCP Investment Corporation („OMERS”, Canada), en UCI Italia SpA („UCI Italia”, Italië), die onder zeggenschap staat van de Dalian Wanda Group (China) via AMC Entertainment Holdings, Inc. („AMC”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming („JV”) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — TSC: actief in de bioscoopsector in Italië waar de onderneming 36 bioscopen exploiteert; — Vue: actief in de bioscoopsector in het Verenigd Koninkrijk, Italië, Duitsland, Nederland, Polen, Denemarken, Ierland, Letland, Litouwen en Taiwan. In het totaal exploiteert Vue momenteel 211 bioscopen; — AIMCo: beleggingsbeheerder die wereldwijd belegt voor rekening van zijn klanten, zijnde verschillende pensioenfondsen, stichtingen en overheidsfondsen in de Canadese provincie Alberta; — OMERS: beheert een van de belangrijkste Canadese pensioenfondsen, voorziet in pensioenuitkeringen, beheer van een wereldwijd gediversifieerde portefeuille van aandelen en obligaties alsook beleggingen in vastgoed, infrastructuur en private equity; — UCI Italia: actief in de bioscoopsector in Italië waar de ondermening 48 bioscopen exploiteert; — AMC: actief in de bioscoopsector in de Verenigde Staten en delen van Europa; — Dalian Wanda Group: heeft drie belangrijke bedrijfsactiviteiten: investering in en exploitatie van commerciële eigendommen, cultuur en financiën. De onderneming biedt ook bioscoopdiensten aan in Australië en China, en filmproductie- en distributiediensten in China; — JV: zal bioscoopreclamediensten aanbieden in Italië. |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8431 — OMERS/AIMCo/Vue/Dalian Wanda Group/UCI Italia/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.
|
20.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 123/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.8388 — Ares/Baupost/Nova Eventis)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 123/13)
|
1. |
Op 7 april 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Galaxy Holding S.à.r.l., deel van Ares Management L.P. Group („Ares”, Verenigde Staten) en BPI 25 S.à.r.l., deel van Baupost Group L.L.C. („Baupost”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Prejan Enterprises Limited, de onderneming die het winkelcomplex Nova Eventis in Leipzig (Duitsland) in handen heeft en exploiteert, door de verwerving van activa. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — Ares: een beursgenoteerde mondiale alternatieve vermogensbeheerder die onder meer in vastgoed belegt, en residentiële eigendommen, winkels, kantoren en industriële eigendommen in Europa in handen heeft; — Baupost: de Baupost-groep is een opportunistische, op waarde gerichte beleggingsorganisatie met een open en ruim beleggingsmandaat waardoor zij kan beleggen in een reeks van financiële instrumenten, activaklassen en geografische regio’s; — Nova Eventis: winkelcomplex in Leipzig (Duitsland). |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen, onder vermelding van zaaknummer M.8388 — Ares/Baupost/Nova Eventis, worden toegezonden per fax (+32 22964301), per e-mail (COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu) of per post aan onderstaand adres:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.