ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 291

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

59e jaargang
11 augustus 2016


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 291/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7973 — Gerdau/Sumitomo/JV) ( 1 )

1

2016/C 291/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8093 — EQT/Bilfinger Real Estate Solutions and Bilfinger Efficiency) ( 1 )

1

2016/C 291/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8081 — Triton/Voith Industrial Services) ( 1 )

2

2016/C 291/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8095 — Ferrari Financial Services/FCA Bank/FFS JV) ( 1 )

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 291/05

Wisselkoersen van de euro

3

2016/C 291/06

Besluit van de Commissie van 9 augustus 2016 betreffende de benoeming van een aantal leden van de Wetenschappelijke Raad van de Europese Onderzoeksraad

4


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2016/C 291/07

Bericht van heropening van een antidumpingonderzoek betreffende de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Taiwan

7

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2016/C 291/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8140 — Kion/Dematic) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

17

2016/C 291/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8154 — Alpiq/GETEC Energie/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

18

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2016/C 291/10

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

19


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7973 — Gerdau/Sumitomo/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/01)

Op 2 augustus 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M7973. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8093 — EQT/Bilfinger Real Estate Solutions and Bilfinger Efficiency)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/02)

Op 1 augustus 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8093. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8081 — Triton/Voith Industrial Services)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/03)

Op 3 augustus 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8081. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8095 — Ferrari Financial Services/FCA Bank/FFS JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/04)

Op 2 augustus 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8095. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/3


Wisselkoersen van de euro (1)

10 augustus 2016

(2016/C 291/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1184

JPY

Japanse yen

113,09

DKK

Deense kroon

7,4384

GBP

Pond sterling

0,85541

SEK

Zweedse kroon

9,4811

CHF

Zwitserse frank

1,0923

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,2571

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,025

HUF

Hongaarse forint

310,41

PLN

Poolse zloty

4,2684

RON

Roemeense leu

4,4585

TRY

Turkse lira

3,3030

AUD

Australische dollar

1,4450

CAD

Canadese dollar

1,4557

HKD

Hongkongse dollar

8,6748

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5418

SGD

Singaporese dollar

1,4968

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 223,53

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,8482

CNY

Chinese yuan renminbi

7,4169

HRK

Kroatische kuna

7,4827

IDR

Indonesische roepia

14 627,55

MYR

Maleisische ringgit

4,4624

PHP

Filipijnse peso

52,130

RUB

Russische roebel

72,0826

THB

Thaise baht

38,859

BRL

Braziliaanse real

3,4911

MXN

Mexicaanse peso

20,4917

INR

Indiase roepie

74,5310


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 augustus 2016

betreffende de benoeming van een aantal leden van de Wetenschappelijke Raad van de Europese Onderzoeksraad

(2016/C 291/06)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (1), en met name artikel 7, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit C(2013) 8915 (2) (gewijzigd bij Besluit C(2015) 788 (3)) heeft de Commissie voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 de Europese Onderzoeksraad (ERC) opgericht voor het uitvoeren van de acties in het kader van onderdeel I („Excellente wetenschap”) die betrekking hebben op de specifieke doelstelling „De Europese Onderzoeksraad (ERC)”, bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), van Besluit 2013/743/EU.

(2)

De ERC bestaat uit de in artikel 7 van Besluit 2013/743/EU bedoelde onafhankelijke Wetenschappelijke Raad en de in artikel 8 van dat besluit bedoelde specifieke uitvoeringsstructuur.

(3)

Krachtens artikel 2, lid 1, van Besluit C(2013) 8915 bestaat de Wetenschappelijke Raad uit de voorzitter van de ERC en 21 andere leden.

(4)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, derde alinea, van Besluit 2013/743/EU worden de leden van de Wetenschappelijke Raad benoemd voor een termijn van hoogstens vier jaar, die eenmaal verlengbaar is. Bij hun benoeming moet de continuïteit van de werkzaamheden van de Wetenschappelijke Raad worden gewaarborgd.

(5)

Twee leden van de wetenschappelijke raad hebben ontslag genomen en moeten worden vervangen.

(6)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, tweede alinea, van Besluit 2013/743/EU worden de leden van de Wetenschappelijke Raad door de Commissie benoemd volgens een met deze raad overeengekomen onafhankelijke en transparante procedure, die raadpleging van de wetenschappelijke wereld en een verslag aan het Europees Parlement en de Raad omvat. Daartoe is een permanent comité opgericht dat toekomstige leden van de Wetenschappelijke Raad voordraagt. Dit comité heeft aan de Commissie aanbevelingen gedaan voor de aanstelling van twee nieuwe leden van de Wetenschappelijke Raad en deze aanbevelingen zijn aanvaard,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Professor Kurt MEHLHORN is benoemd tot lid van de Wetenschappelijke Raad van de ERC voor een eerste ambtstermijn, die eindigt op 30 juni 2020.

Professor Nektarios TAVERNARAKIS is benoemd tot lid van de Wetenschappelijke Raad van de ERC voor een eerste ambtstermijn, die eindigt op 30 juni 2020.

Artikel 2

De leden van de Wetenschappelijke Raad van de ERC zijn opgenomen in de lijst in bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016.

Gedaan te Brussel, 9 augustus 2016.

Voor de Commissie

Carlos MOEDAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965.

(2)  Besluit C(2013) 8915 van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 23).

(3)  Besluit C(2015) 788 van de Commissie van 17 februari 2015 tot wijziging van Besluit C(2013) 8915 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB C 58 van 18.2.2015, blz. 3).


BIJLAGE

Leden van de Wetenschappelijke Raad van de ERC

Naam en instelling

Einde van de ambtstermijn

Klaus BOCK, Deense Nationale Onderzoekstichting

31 december 2016

Margaret BUCKINGHAM, Pasteurinstituut, Parijs

30 juni 2019

Christopher CLARK, Universiteit van Cambridge

31 december 2019

Athene DONALD, Universiteit van Cambridge

31 december 2016

Barbara ENSOLI, Istituto Superiore di Sanità, Rome

31 december 2016

Nuria Sebastian GALLES, Universiteit van Pompeu Fabra, Barcelona

31 december 2016

Michael KRAMER, Max Planckinstituut voor Radioastronomie, Bonn

30 juni 2019

Tomas JUNGWIRTH, Academie van Wetenschappen van Tsjechië

31 december 2018

Matthias KLEINER, Technische Universiteit van Dortmund

31 december 2016

Éva KONDOROSI, Hongaarse Academie van Wetenschappen

31 december 2016

Kurt MEHLHORN, Max Planckinstituut voor Informatica, Saarbrücken

30 juni 2020

Barbara ROMANOWICZ, Seismologisch Laboratorium Berkeley

31 december 2019

Mart SAARMA, Universiteit van Helsinki

31 december 2016

Nils Christian STENSETH, Universiteit van Oslo

31 december 2017

Martin STOKHOF, Universiteit van Amsterdam

31 december 2017

Nektarios TAVERNARAKIS, Instituut voor Moleculaire Biologie en Biotechnologie, Stichting voor Onderzoek en Technologie — Hellas

30 juni 2020

Janet THORNTON, Europees Laboratorium voor moleculaire biologie — Europees Instituut voor bioinformatica (EMBL-EBI)

31 december 2018

Isabelle VERNOS, Institució Catalana de Recerca i Estudis Avançats, Barcelona

30 juni 2019

Reinhilde VEUGELERS, Katholieke Universiteit Leuven

31 december 2016

Michel WIEVIORKA, Centrum voor Sociologische Analyse en Interventie, Parijs

31 december 2017

Fabio ZWIRNER, Universiteit van Padua

31 december 2018


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/7


Bericht van heropening van een antidumpingonderzoek betreffende de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Taiwan

(2016/C 291/07)

De Europese Commissie („de Commissie”) is overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”) verzocht te onderzoeken of de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Taiwan invloed hebben gehad op de uitvoerprijzen, de wederverkoopprijzen of de latere verkoopprijzen in de Unie.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek naar absorptie van rechten

Het verzoek werd op 28 juni 2016 ingediend door de European Steel Association („Eurofer”) („de indiener van het verzoek”) namens producenten die goed zijn voor meer dan 25 % van de totale productie van koudgewalste platte producten van roestvrij staal in de Unie.

2.   Onderzocht product

Het onderzochte product wordt gedefinieerd als gewalste platte producten van roestvrij staal, enkel koud gewalst, momenteel met GN-codes 7219 31 00, 7219 32 10, 7219 32 90, 7219 33 10, 7219 33 90, 7219 34 10, 7219 34 90, 7219 35 10, 7219 35 90, 7220 20 21, 7220 20 29, 7220 20 41, 7220 20 49, 7220 20 81 en 7220 20 89, en van oorsprong uit Taiwan („het onderzochte product”).

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1429 van de Commissie van 26 augustus 2015 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan (2).

4.   Motivering van een nieuw onderzoek naar absorptie van rechten

De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat er zich na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek en vóór of na de instelling van antidumpingrechten op het onderzochte product een daling van de uitvoerprijzen heeft voorgedaan. Daardoor konden de geldende maatregelen geen effect sorteren. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat de daling van de prijzen niet kan worden verklaard door veranderingen in de grondstoffenprijzen, energiekosten, loonkosten, rechten of wisselkoersen.

Bovendien heeft de indiener van het verzoek bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat nog steeds aanzienlijke hoeveelheden van het onderzochte product in de Unie worden ingevoerd.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten en aan Taiwan heeft vastgesteld dat het verzoek is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een nieuw onderzoek naar absorptie van rechten te openen, opent zij hierbij een onderzoek op grond van artikel 12 van de basisverordening.

5.1.    Nieuw onderzoek naar exporteurs en producenten-exporteurs

5.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken exporteurs en producenten-exporteurs in Taiwan

a)   Steekproeven

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken exporteurs en producenten-exporteurs in Taiwan („het betrokken land”) kan de Commissie, om het nieuwe onderzoek naar absorptie van rechten binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar nieuwe onderzoek tot een redelijk aantal exporteurs en producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle exporteurs en producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken. Binnen dezelfde termijn moeten deze partijen de Commissie overeenkomstig artikel 12, lid 5, van de basisverordening mededelen of zij om een herziening van de normale waarde verzoeken. Indien het nieuwe onderzoek naar absorptie van rechten betrekking heeft op een herziening van de normale waarden, kan de invoer, hangende de uitkomst van dit nieuwe onderzoek, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening worden geregistreerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van exporteurs en producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van exporteurs en producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de exporteurs en de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht, rekening houdend met de steekproef en het individueel onderzoek voor het oorspronkelijke onderzoek. De Commissie zal alle haar bekende exporteurs en producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van exporteurs en producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar nieuwe onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde exporteurs en producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van exporteurs en producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde exporteurs en producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen. Partijen die om een herziening van de normale waarde hebben verzocht en voor de steekproef zijn geselecteerd, zullen binnen dezelfde termijn uitvoerige en naar behoren met bewijsmateriaal gestaafde gegevens over de normale waarden moeten verstrekken.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.2.    Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (3)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het nieuwe onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar nieuwe onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met de haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs opnieuw kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar nieuwe onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.4.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.5.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit nieuwe onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (4).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-SSCR-TW-ABSORPTION@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het nieuwe onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het nieuwe onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere dumping en schade.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/

8.   Tijdschema

Het nieuwe onderzoek wordt overeenkomstig artikel 12 van de basisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit nieuwe onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51, vervangen door Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).

(2)  PB L 224 van 27.8.2015, blz. 10.

(3)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden in de volgende gevallen: a) zij zijn functionaris of directeur in de onderneming van de andere persoon; b) zij worden door de wettelijke bepalingen erkend als in zaken verbonden; c) zij zijn werkgever en werknemer; d) een derde partij bezit, heeft zeggenschap over, of houdt rechtstreeks of zijdelings 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden; e) één van hen heeft rechtstreeks of zijdelings zeggenschap over de ander; f) een derde persoon heeft rechtstreeks of zijdelings zeggenschap over beiden; g) beiden hebben rechtstreeks of zijdelings zeggenschap over een derde persoon, of h) zij behoren tot dezelfde familie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt verstaan onder „persoon”: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(4)  Een van de vermelding „Limited” voorzien document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8140 — Kion/Dematic)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/08)

1.

Op 1 augustus 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Kion (Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de zeggenschap verkrijgt over de hele onderneming Dematic (Luxemburg) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Kion: productie van vorkheftrucks, opslaguitrusting en andere industriële trucks. Kion biedt elektrische vorkheftrucks, met diesel en lpg aangedreven vorkheftrucks, uitrusting voor het behandelen van goederen in de opslag, platformtrucks, en trekkers alsook tweehandsvrachtwagens aan. Bovendien biedt Kion klantenservice aan, met inbegrip van reparatie, onderhoud, volledige dienstverlening, en bestuurdersopleidingen alsmede voorraadbeheersystemen, vervoer- en vrachtwagencontrolesystemen, vlootbeheer alsook stellingsystemen en RFID-systemen. Via Egemin biedt Kion ook automatiseringsoplossingen voor de toeleveringsketen aan;

—   Dematic: ontwerp, fabricage, integratie en onderhoud van een reeks geautomatiseerde oplossingen die gebruikt worden in de opslag en distributie. Deze geautomatiseerde systemen verhogen de efficiëntie in de opslag en distributie door middel van geautomatiseerde materiaalbehandeling. Dematic is in Luxemburg gevestigd en is wereldwijd actief.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8140 — Kion/Dematic, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8154 — Alpiq/GETEC Energie/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 291/09)

1.

Op 2 augustus 2016 heeft de Commissie een aanmelding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen Alpiq AG, die onder de uiteindelijke zeggenschap staan van Alpiq Holding AG („Alpiq”, beide Zwitserland) en GETEC Energie AG („GETEC”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de joint venture („JV”, Duitsland) door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Alpiq: een energieaanbieder actief in heel Europa;

GETEC: een aanbieder van energiediensten, gespecialiseerd in de levering van elektriciteit en gas alsook aan de energiemarkt gerelateerde diensten. GETEC is in de eerste plaats actief in Duitsland en Oostenrijk;

De JV verleent aan de energiemarkt gerelateerde administratieve en klantendiensten in verschillende Europese landen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8154 — Alpiq/GETEC Energie/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

11.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/19


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2016/C 291/10)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG VOOR DE GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN WIJZIGING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 53, LID 2, EERSTE ALINEA, VAN VERORDENING (EU) Nr. 1151/2012

„ACEITE DE TERRA ALTA”/„OLI DE TERRA ALTA”

EU-nr.: ES-PDO-0105-01382 — 5.10.2015

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consejo Regulador de la DOP Aceite de Terra Alta [Raad van toezicht voor de beschermde oorsprongsbenaming „Aceite de Terra Alta”]

C/Povet de la Plana, s/n

43780 Gandesa

TARRAGONA

ESPAÑA

Tel. +34 977420474

Website: www.dopoliterraalta.com

E-mail: info@dopoliterraalta.com

In de Raad van toezicht voor de beschermde oorsprongsbenaming „Aceite de Terra Alta” zitten alle producenten en verwerkers van de olie met de oorsprongsbenaming „Aceite de Terra Alta” of „Oli de Terra Alta” en deze Raad heeft een rechtmatig belang bij het indienen van een verzoek tot wijziging.

2.   Lidstaat of derde land

Spanje

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige (verpakking, controle-instantie en logo)

4.   Aard van de wijziging(en)

Een niet-minimale wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

Beschrijving van het product:

De beschrijving van het product is herzien en aangevuld op basis van de gegevens van analyses en proeverijen die in de afgelopen tien jaar zijn uitgevoerd, en van veranderingen in de methoden voor de organoleptische beoordeling van olie. In het bijzonder zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

Organoleptische eigenschappen:

Met betrekking tot het uiterlijk wordt de zinsnede „zonder vlokken en niet troebel” geschrapt, omdat dit reeds ligt opgeslagen in de term „transparant”.

Wat de kleur betreft, is de beschrijving uitgebreid met informatie over de kleur aan het begin van het verkoopseizoen van olijfolie.

Ten aanzien van de smaak en het aroma, is een beschrijving gemaakt van de ontwikkeling van de fruitigheid in de loop van het verkoopseizoen. De parameters voor het weergeven van de resultaten van de productanalyse zijn ook bijgewerkt en in overeenstemming gebracht met de methode voor de organoleptische beoordeling van olijfolie van de eerste persing door de Internationale Olijfraad, zoals vereist door de vigerende Europese verordening inzake de kenmerken van olijfolieën en de desbetreffende analysemethoden. Deze aanpassing heeft betrekking op de vervanging van de minimale score van het proefpanel door de mediaan voor de gebreken (Md), de mediaan voor de fruitigheid (Mf) en de maximale intensiteit van de pikantheid en bitterheid.

Bovendien is de verwijzing naar de aromatische connotaties met amandel en noten herzien op basis van de proefnotities.

De volgende tabel van de organoleptische eigenschappen wordt dus vervangen:

„Uiterlijk

Zuiver, transparant, zonder vlokken en niet troebel

Kleur

Geel met schakeringen van lichtgeel tot goudgeel

Smaak

Goede smaak, aan het begin van de oogst fruitachtig van smaak maar naarmate de oogst vordert een licht zoete smaak. Met aromatische connotaties die doen denken aan amandel en walnoot.

Door het proefpanel toegekende minimumscore

6,5 ”

met de volgende gegevens:

„Uiterlijk

Zuiver, transparant

Kleur

Aan het begin van het verkoopseizoen is de kleur groen of groengeel. Naarmate het seizoen vordert, neemt de olie een gele kleur aan die kan variëren van lichtgeel tot groengeel

Smaak

Goede smaak, met een gemiddelde tot intensieve fruitigheid en naarmate het seizoen vordert kan de olie een zoetere smaak aannemen met een mildere fruitigheid. Met aromatische connotaties die doen denken aan amandelen en/of noten

Mediaan voor de gebreken (Md)

0

Mediaan voor de fruitigheid (Mf)

≥ 2,5

Mediaan voor de bitterheid

≤ 6

Mediaan voor de pikantheid

≤ 6”

Fysisch-chemische eigenschappen: De parameters voor „maximaal vochtgehalte en vluchtige stoffen” en „maximaal gehalte onzuiverheden” zijn verwijderd. Dit komt omdat in de Europese bepalingen inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden deze niet worden beschouwd als kwaliteitsparameters voor de beoordeling van de oliën.

Elementen die aantonen dat het product uit het hierboven afgebakende gebied afkomstig is:

Er wordt voorgesteld om de paragraaf te vereenvoudigen en te structureren teneinde deze in overeenstemming te brengen met de bestaande traceerbaarheids- en controlesystemen, en met het ontwerp van de meest recente dossiers. De verwijzing naar het „vervoersdocument” dat begeleidend bij „elke overbrenging van beschermde olie” moest worden gevoegd, wordt geschrapt omdat de traceerbaarheid ook op andere manieren kan worden verzekerd.

Er is dan ook een voorstel ingediend om de huidige formulering van de paragraaf „het bewijs dat het product afkomstig is uit het afgebakende geografische gebied” van het dossier te vervangen door:

„Controles en certificering:

Dit zijn de fundamentele elementen die de oorsprong van het product waarborgen. Deze omvatten de volgende processen:

De olijven die aan de verwerkende industrieën worden geleverd, behoren tot de erkende soorten en zijn afkomstig van olijfboomgaarden die zijn ingeschreven in het register van de Raad van toezicht, en worden door deze zelfde Raad gecontroleerd.

De olijven worden geperst en de olijfolie wordt gewonnen in de oliefabrieken in het productiegebied die zijn ingeschreven in het register van oliefabrieken van de Raad van toezicht. De op deze wijze verkregen olijfolie wordt onderworpen aan een evaluatie overeenkomstig de in het dossier vastgestelde procedures. De olijfolie wordt verwerkt in verpakkings- en verwerkingsbedrijven die in het afgebakende gebied zijn gelegen en zijn ingeschreven in de registers voor verpakkings- en verwerkingsbedrijven van de Raad van toezicht.

De olie wordt fysisch, chemisch en organoleptisch geanalyseerd. Alleen de olie die aan alle controle-eisen voldoet, wordt verpakt en op de markt gebracht onder de beschermde oorsprongsbenaming en voorzien van een door de Raad van toezicht afgegeven genummerd etiket, tegenetiket of onderscheidend embleem.

Het aantal tegenetiketten dat door de Raad van toezicht aan de verpakkingsbedrijven wordt geleverd, is afhankelijk van de door de teler geleverde hoeveelheid product en van de grootte van de verpakkingen waarin de olijfolie op de markt wordt gebracht.

Alle groothandeltransporten van olie onder deze oorsprongsbenaming, die plaatsvinden tussen de ene geregistreerde onderneming naar een andere, moeten vergezeld gaan van een door de Raad van toezicht afgegeven vervoersdocument, zodanig dat dit bepalend is, met als doel de certificering te behouden.”

met de volgende tekst ingedeeld in drie rubrieken: „traceerbaarheid”, „eigen controlemaatregelen door de exploitanten” en „controles en certificering”.

Traceerbaarheid

De invoering van traceerbaarheid in alle stadia van de productie, vervaardiging en verpakking maakt het mogelijk de herkomst van de olie met de oorsprongsbenaming te controleren.

Voor een goede traceerbaarheid en controle van het productdossier moet het volgende worden opgesteld:

Een register van producenten en percelen

Een register van oliefabrieken

Een register van verpakkers-verhandelaars

Eigen controlemaatregelen door geregistreerde exploitanten

De geregistreerde exploitanten houden een register bij van de controles die zij zelf uitvoeren om aan te tonen dat zij voldoen aan de in het productdossier gestelde eisen. De minimale inhoud van deze zelfcontrole is gedefinieerd in de handleiding voor kwaliteitsbeheer.

Controles en certificering

De BOB is onderworpen aan controles door de certificerende instantie, die toezicht houdt op het systeem van de controles die geregistreerde exploitanten zelf uitvoeren, evenals op de traceerbaarheid en de controles op het productieproces en op het eindproduct. Dit toezicht wordt uitgeoefend middels periodieke inspecties en onderzoek van de documentatie (registers) en de kwaliteit van de verpakte olie.

Wanneer niet aan de in dit productdossier gestelde eisen wordt voldaan, kan de olie niet met de beschermde oorsprongsbenaming „Aceite de Terra Alta” of „Oli de Terra Alta” op de markt worden gebracht.”.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De eis om de olijven in speciale gerasterde kratten naar de olijffabrieken te vervoeren, is verwijderd. Aangezien oogst- en transportsystemen zich verder ontwikkelen, werd het niet nodig geacht om ze te beperken zolang de integriteit van de olijven gehandhaafd blijft.

De minimumleeftijd van de bomen waarvan de olijven moeten worden geplukt (vijf jaar) is afgeschaft. Dit komt omdat nieuwe aanplant- en teelttechnieken het mogelijk maken dat de bomen een optimale olijfproductie kunnen leveren voordat ze deze leeftijd bereiken.

Etikettering:

Er is een nieuwe eis toegevoegd teneinde de zinsnede „beschermde oorsprongsbenaming” of de afkorting „BOB” naast de geregistreerde naam op te nemen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.

Overige:

Verpakking: De beperking ten aanzien van de verpakking aan de bron wordt geschrapt, omdat het niet noodzakelijk is dat dit gebeurt in het afgebakende geografische gebied aangezien de huidige traceerbaarheids- en controlesystemen ervoor zorgen dat de kwaliteit van het betreffende product verzekerd is. Daarom zijn er aan alle rubrieken van het dossier waar deze aanpassing van invloed op is, wijzigingen aangebracht. Deze worden hieronder beschreven.

„Geografisch gebied”: De zinsnede „Het gebied waar de olie wordt verwerkt en gebotteld, valt samen met het productiegebied” wordt geschrapt en vervangen door „Het verwerkings- en verpakkingsgebied valt samen met het productiegebied. Het verpakken wordt niet noodzakelijkerwijs uitgevoerd in het afgebakende geografische gebied”, zodat de beperking ten aanzien van de verpakking aan de bron wordt opgeheven.

„Elementen die garanderen dat het product afkomstig is uit het gebied”: Verwijzingen naar de verpakking in het geografische gebied zijn verwijderd.

„Productiemethode”: De volgende drie punten zijn verwijderd: In deze punten werd toegelicht waarom het gehele productieproces (met inbegrip van het verpakken) van de beschermde olie in het geografische gebied moest worden uitgevoerd.

„Om de kwaliteit en de traceerbaarheid van het proces te vrijwaren, moet het gehele productieproces - van de teelt tot de etikettering - in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

Kwaliteit: Olijfolie van de eerste persing is zeer gevoelig voor externe factoren die diverse soorten vervormingen en wijzigingen kunnen veroorzaken; het is voor dit type olie dan ook essentieel dat het volledige productieproces binnen hetzelfde geografische gebied plaatsvindt.

Traceerbaarheid: Met betrekking tot de controle en de certificering is het voor de certificerende dienst absoluut noodzakelijk dat het hele proces in hetzelfde geografische gebied zijn beslag krijgt.”

door het volgende punt met betrekking tot de verpakking:

„Het verpakkings- en etiketteringsproces kan zowel binnen als buiten het geografische productiegebied worden uitgevoerd.”.

Controlestructuur: De gegevens over de controle-instantie zijn bijgewerkt.

Nationale wettelijke eisen: Deze rubriek is verwijderd, aangezien dit geen eis van Verordening (EU) nr. 1151/2012 betreft.

Het BOB-logo „Aceite de Terra Alta”/„Oli de Terra Alta” is opgenomen in het productdossier.

ENIG DOCUMENT

„ACEITE DE TERRA ALTA”/„OLI DE TERRA ALTA”

EU-nr.: ES-PDO-0105-01382 — 5.10.2015

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam

„Aceite de Terra Alta”/„Oli de Terra Alta”

2.   Lidstaat of derde land

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Extra olijfolie verkregen bij de eerste persing van de vrucht van de Olea Europaea L., hoofdzakelijk van de hoofdvariëteit Empeltre of een mengsel van de variëteit Empeltre met de secundaire variëteiten Arbequina, Morruda en Farga. De olie wordt verkregen met gebruikmaking van mechanische procedés of andere fysieke methoden, waardoor de kwaliteit van de olie niet afneemt en de smaak, het aroma en de eigenschappen van de vrucht bewaard blijven.

De Empeltre is de traditionele en belangrijkste variëteit omdat deze overheersend aanwezig is in het productiegebied.

Olie met de oorsprongsbenaming Terra Alta bezit de volgende eigenschappen:

Organoleptisch:

Uiterlijk

Zuiver, transparant

Kleur

Aan het begin van het verkoopseizoen is de kleur groen of groengeel. Naarmate het seizoen vordert, neemt de olie een gele kleur aan die kan variëren van lichtgeel tot groengeel

Smaak

Goede smaak, met een gemiddelde tot intensieve fruitigheid en naarmate het seizoen vordert kan de olie een zoetere smaak aannemen met een mildere fruitigheid. Met aromatische connotaties die doen denken aan amandelen en/of noten

Mediaan voor de gebreken (Md)

0

Mediaan voor de fruitigheid (Mf)

≥ 2,5

Mediaan voor de bitterheid

≤ 6

Mediaan voor de pikantheid

≤ 6

Fysisch-chemische eigenschappen:

Maximale zuurtegraad (% oliezuur)

0,50

Maximaal peroxidegehalte (in meq. O2/kg)

18

K270 maximaal

0,20

K232 maximaal

2,50

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De olijven moeten worden geteeld en het product uitsluitend worden verwerkt in het onder punt 4 beschreven geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De olijfolie kan zowel binnen of buiten het onder punt 4 beschreven afgebakende geografische gebied worden verpakt.

Voor de kleinhandel moet het product worden verpakt in vaten van maximaal 5 liter die zijn toegestaan onder de geldende wetgeving.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Op de verpakking van de olie moet duidelijk de oorsprongsbenaming „Aceite de Terra Alta” (in het Spaans) of „Oli de Terra Alta” (in het Catalaans), samen met de zinsnede „Beschermde oorsprongsbenaming” of „BOB” worden aangebracht in aanvulling op de in de relevante wetgeving voorgeschreven algemene informatie.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het productiegebied omvat de streek Terra Alta en enkele gemeenten in de streek Ribera d’Ebre, beide in het zuidwesten van de autonome regio Catalonië.

De volgende gemeenten vallen derhalve onder dit geografische gebied:

Terra Alta

Ribera d’Ebre

Arnes

Corbera d’Ebre

Pinell de Brai

Ascó

Batea

Gandesa

Pobla de Massaluca

Flix (alle percelen uitgezonderd de percelen 13, 18, 19, 20 en 21)

Bot

Horta de Sant Joan

Prat de Comte

Riba roja d’Ebre

Caseres

La Fatarella

Vilalba dels Arcs

 

5.   Verband met het geografische gebied

De beschermde olijfolie wordt geproduceerd en verwerkt in het zuidelijk deel van de Ebro-vallei. De diversiteit van de topografie en het feit dat het zich in het binnenland van Spanje bevindt, ver van de zee verwijderd, maakt deze streek tot een overgangsgebied tussen een bergklimaat en een continentaal mediterraan klimaat. Ten aanzien van de bodemgesteldheid en het klimaat, wordt het gebied gekenmerkt door drie belangrijke factoren:

—   Hoogte: Het gebied bevindt zich op een hoogvlakte met een hoogte van gemiddeld 400 m boven de zeespiegel en bestaat uit kalkrijke grond met zeer geringe bodemvruchtbaarheid.

—   Natuurlijke barrières: In de streek komen drie bergketens samen: de „Pàndols” en „Cavalls” met maximale hoogtes van 700 m en de belangrijkste, de „Els ports de Beseit” in het uiterste noorden, met maximale hoogtes van 1 400 m. Dit alles zorgt voor een bijzonder reliëf, waardoor een uniek microklimaat met een inlands Middellandse-Zeeklimaat van extreme temperaturen, grote temperatuurverschillen en droogte in de zomer ontstaat.

—   Winden: Bovendien, en ook als gevolg hiervan, zijn de voor dit gebied kenmerkende winden van groot belang, niet door hun kracht (ze zijn niet uitzonderlijk krachtig) maar door hun invloed op de teelt. De belangrijkste twee winden in het gebied, die een eigen naam hebben, zijn de „Garvinada” en de „Cerç”.

De olijfolie met de beschermde oorsprongsbenaming heeft haar karakter te danken aan haar belangrijkste variëteit, de „Empeltre”, een inheemse variëteit die van oudsher in het gebied wordt geteeld. De variëteit wordt gewaardeerd om haar hoge oliegehalte en de uitstekende kwaliteit van deze oliën. Deze variëteit groeit van nature en uitsluitend in de gehele Ebro-vallei en op de Balearen. Het geografische gebied van de BOB „Aceite de Terra Alta” of „Oli de Terra Alta” komt volledig overeen met het zuidelijke deel van deze vallei. Deze variëteit is volledig aangepast aan de bodemgesteldheid en de klimaateigenschappen van het productiegebied van de BOB. Dit komt omdat de variëteit niet onlangs is geïntroduceerd, maar is ontstaan als gevolg van natuurlijke selectie waardoor een winterharde variëteit ontstond die is aangepast aan voedingsarme gronden en bestand is tegen droogte en koude. Het is immers de traditionele en belangrijkste variëteit in de streek Terra Alta, en bovendien de enige variëteit die op beide plaatsen wordt geteeld. De variëteit Empeltre is dusdanig belangrijk en speciaal voor de streek Terra Alta, dat zij in kwekerijen ook „Terra Alta” wordt genoemd.

De hoogte, de natuurlijke barrières die het terrein van het gebied vormgeven, en de winden creëren een uniek microklimaat in het gebied. Dit is van directe invloed op de levenscyclus van de olijfboom, en daaruit voortvloeiend, op de vrucht - de olijf - en de olie die hieruit wordt geperst.

In het specifieke geval van de wind, brengt de „Garbinada”, een zuidwestenwind, de nodige vochtigheid met zich mee voor de teelt van de olijfbomen. Door zijn eigenschappen en frequentie voorkomt de „Cerç”, een koude en droge wind uit het noordwesten, veel gezondheidsproblemen (zwammen), en draagt er zo toe bij dat de olijven zonder problemen rijpen en in uitstekende staat in de olieslagerij aankomen.

De „Aceite de Terra Alta” en „Oli de Terra Alta” vindt haar oorsprong in een oude traditie, daar de komst van de olijventeelt in de streek Terra Alta is terug te voeren op de Arabieren. In 1192, ten tijde van de overgang van de Arabische naar de Christelijke cultuur, vormde de productie van olie in deze streek reeds een van de hoekstenen van de landbouwproductie (Cartes de Poblament de Gandesa, 1992). Daarnaast schrijft Antoni Mascaró in zijn boek Mis memorias (mijn herinneringen, 1948) dat de olijfboom in Batea in de gemeente Terra Alta omstreeks 1787 het meest geteelde product was, gevolgd door graan en wijn. In de tekst staat „de olieproductie die dit land zijn solide rijkdom verschaft, heeft dit jaar eenentwintigduizend kruiken opgeleverd, elk met een gewicht van 38 pond, hetgeen neerkomt op 31 920 Castiliaanse „arrobas” (= gewicht van 25 pond) […]”. Dit betekent een productie van 350 000 kilo olie, van ongeveer 1 800 000 kilo olijven, op een bevolking van minder dan 1 000 inwoners in die tijd, hetgeen een beeld geeft van het belang van de productie van olijfolie in het gebied in de achttiende eeuw. Halverwege de negentiende eeuw bleef deze productie onverminderd belangrijk en nam de olijventeelt de meeste landbouwgrond van het huidige Terra Alta in beslag, veel meer dan nu (Diccionario Geográfico-Estadístico-Histórico de España van Pascual Madoz, 1847). Bovendien roemt hij de kwaliteit ervan en schrijft hij over het gebied Gandesa dat er „[…] in dit land zeer veel en zeer goede olie, tarwe, rogge wordt geproduceerd […]”.

De natuurlijke factoren van het geografische gebied hebben dan ook gezorgd voor de natuurlijke selectie van de olijven, die geschikt zijn voor de productie van olijfolie. Dit alles in combinatie met de lange geschiedenis waar het gebied op boogt als het gaat om olijventeelt (met betrekking tot alle stappen van de productie en verwerking, van het bewerken tot het oogsten wanneer de olijven hun optimale rijpheid hebben bereikt en het verwerken) leidt tot de productie van olijfolie van de hoogste kwaliteit, met een goede en fruitige smaak, en aromatische connotaties die doen denken aan amandel en/of noten.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

http://gencat.cat/alimentacio/pliego-aceite-terra-alta


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.