ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 257

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

59e jaargang
15 juli 2016


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 257/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8085 — AEA/Scan Global Logistics) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 257/02

Wisselkoersen van de euro

2

2016/C 257/03

Besluit van de Commissie van 17 juni 2016 tot oprichting van een deskundigengroep op hoog niveau inzake informatiesystemen en interoperabiliteit

3

 

Rekenkamer

2016/C 257/04

Speciaal verslag nr. 17/2016 — De EU-instellingen kunnen meer doen om de toegang tot hun overheidsopdrachten te vergemakkelijken

7

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2016/C 257/05

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inzake het ontwerpbesluit betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door het EU-VS privacyschild

8

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2016/C 257/06

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

12

2016/C 257/07

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

12


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2016/C 257/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7973 — Gerdau/Sumitomo/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

13

2016/C 257/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8081 — Triton/Voith Industrial Services) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

14

2016/C 257/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8095 — Ferrari Financial Services/FCA Bank/FFS JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

15

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2016/C 257/11

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

16


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8085 — AEA/Scan Global Logistics)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 257/01)

Op 8 juli 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8085. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/2


Wisselkoersen van de euro (1)

14 juli 2016

(2016/C 257/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1157

JPY

Japanse yen

117,88

DKK

Deense kroon

7,4378

GBP

Pond sterling

0,83311

SEK

Zweedse kroon

9,4413

CHF

Zwitserse frank

1,0900

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3247

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,049

HUF

Hongaarse forint

313,64

PLN

Poolse zloty

4,4115

RON

Roemeense leu

4,4903

TRY

Turkse lira

3,2223

AUD

Australische dollar

1,4588

CAD

Canadese dollar

1,4422

HKD

Hongkongse dollar

8,6538

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5474

SGD

Singaporese dollar

1,4978

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 262,25

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,8563

CNY

Chinese yuan renminbi

7,4577

HRK

Kroatische kuna

7,5116

IDR

Indonesische roepia

14 562,12

MYR

Maleisische ringgit

4,3816

PHP

Filipijnse peso

52,436

RUB

Russische roebel

70,4687

THB

Thaise baht

39,115

BRL

Braziliaanse real

3,6041

MXN

Mexicaanse peso

20,3522

INR

Indiase roepie

74,5940


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/3


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 juni 2016

tot oprichting van een deskundigengroep op hoog niveau inzake informatiesystemen en interoperabiliteit

(2016/C 257/03)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de Uniearchitectuur inzake gegevensbeheer voor grenstoezicht en veiligheid structureel te verbeteren, met name door de huidige tekortkomingen en de lacunes in de kennis over informatiesystemen op Unieniveau aan te pakken, in overeenstemming met de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld „Krachtigere en slimmere informatiesystemen voor grenzen en veiligheid” (1), moet de Commissie een beroep kunnen doen op de deskundigheid van deskundigen van hoog niveau in een adviesorgaan.

(2)

Daarom moet een groep van deskundigen op hoog niveau op het gebied van informatiesystemen en interoperabiliteit worden opgericht en moeten de taken en de structuur daarvan worden vastgesteld.

(3)

De groep moet bijdragen aan de ontwikkeling van een gezamenlijke strategie om het gegevensbeheer in de Unie effectiever en efficiënter te maken, met volledige inachtneming van de voorschriften inzake gegevensbescherming, om de buitengrenzen van de Unie beter te beschermen en de interne veiligheid ervan te bevorderen. De groep moet een brede en alomvattende kijk op grensbeheer en rechtshandhaving hebben en rekening houden met de rollen, de bevoegdheden en de systemen van de betrokken douaneautoriteiten.

(4)

De groep moet zijn samengesteld uit de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de bevoegde autoriteiten van de geassocieerde leden van het Schengengebied die geen lid van de Europese Unie zijn, het Europees Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), de Europese Politiedienst (Europol) en de coördinator voor terrorismebestrijding (CTC).

(5)

Voor de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep moeten voorschriften worden vastgesteld.

(6)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(7)

Dit besluit moet van toepassing zijn tot en met 31 december 2017. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

De deskundigengroep op hoog niveau inzake informatiesystemen en interoperabiliteit (hierna „de groep” genoemd) wordt opgericht.

Artikel 2

Taken

De groep heeft de volgende taken:

a)

het adviseren en bijstaan van de Commissie om de interoperabiliteit en interconnectie van informatiesystemen en gegevensbeheer voor grensbeheer en -beveiliging te verwezenlijken;

b)

het ontwikkelen van een algemene strategische visie op de interoperabiliteit en interconnectie van informatiesystemen en op een effectiever en efficiënter gegevensbeheer voor grensbeheer en -beveiliging in de Unie, waaronder voorstellen voor concrete vervolgmaatregelen van de Commissie voor de korte, middellange en lange termijn, om de buitengrenzen van de Unie beter te beschermen en de interne veiligheid ervan door middel van intensievere gegevensuitwisseling te bevorderen;

c)

het tot stand brengen van samenwerking en coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten betreffende vraagstukken die verband houden met de toepassing van Uniewetgeving inzake de interoperabiliteit en interconnectie van informatiesystemen en gegevensbeheer voor grensbeheer en -beveiliging in de Unie.

Artikel 3

Lidmaatschap

1.   De groep is samengesteld uit de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de bevoegde autoriteiten van de geassocieerde leden van het Schengengebied die geen lid van de Europese Unie zijn, het Europees Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), de Europese Politiedienst (Europol) en de coördinator voor terrorismebestrijding (CTC).

2.   De leden van de groep wijzen vertegenwoordigers op hoog niveau aan. Elk van de vertegenwoordigers op hoog niveau kan worden vergezeld door een deskundige op het gebied van gegevensuitwisseling, om zo een hoog niveau van technische deskundigheid te garanderen.

Artikel 4

Voorzitter

De groep wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Commissie.

Artikel 5

Werkwijze

1.   De groep handelt op verzoek van haar voorzitter in overeenstemming met de horizontale voorschriften voor deskundigengroepen van de Commissie (hierna „de horizontale voorschriften” genoemd) (3).

2.   De vergaderingen van de groep worden in beginsel in Brussel gehouden.

3.   Het secretariaat wordt verzorgd door het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Commissie (hierna „DG HOME” genoemd). Betrokken ambtenaren van de Commissie van andere directoraten mogen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

4.   In overleg met DG HOME kan de groep bij een gewone meerderheid van haar leden besluiten om haar beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

5.   De notulen van de besprekingen over elk agendapunt en over de door de groep verleende adviezen moeten relevant en volledig zijn. De notulen worden opgesteld door het secretariaat, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter.

6.   De groep neemt haar adviezen, aanbevelingen en verslagen aan bij consensus. Wanneer er wordt gestemd, gebeurt dit met een gewone meerderheid van de leden. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een document met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen, aanbevelingen en verslagen te laten hechten.

Artikel 6

Subgroepen

1.   DG HOME kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de Commissie opgesteld mandaat. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale voorschriften en brengen verslag uit aan de groep. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

2.   De leden van de groep wijzen voor elke subgroep vertegenwoordigers aan.

Artikel 7

Uitgenodigde deskundigen

De voorzitter van de groep kan deskundigen met een specifieke deskundigheid ten aanzien van een agendapunt verzoeken om op ad-hocbasis deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep of de subgroepen.

Artikel 8

Waarnemers

1.   Overeenkomstig de horizontale voorschriften kan via een rechtstreekse uitnodiging van de voorzitter aan personen, organisaties en overheidsinstanties de status van waarnemer worden toegekend.

2.   De tot waarnemer benoemde organisaties/overheidsinstanties wijzen hun vertegenwoordigers aan.

3.   Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming van de voorzitter krijgen om deel te nemen aan de besprekingen van de groep en deskundigheid te verschaffen. Zij hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de groep.

Artikel 9

Reglement van orde

Op voorstel van en in overleg met DG HOME stelt de groep haar reglement van orde vast met een gewone meerderheid van stemmen van haar leden, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en overeenkomstig de horizontale voorschriften.

Artikel 10

Geheimhouding en behandeling van gerubriceerde informatie

Leden van de groep en hun vertegenwoordigers, evenals uitgenodigde deskundigen en waarnemers, voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding en aan de beveiligingsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (4) en (EU, Euratom) 2015/444 (5) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen kan de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 11

Transparantie

1.   De groep en haar subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie (hierna „het register van deskundigengroepen” genoemd).

2.   De namen van de leden, inclusief de autoriteiten van de lidstaten en de waarnemers, worden in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt.

3.   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in dat register naar een speciale website. De toegang tot speciale websites wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumentatie worden bijtijds voor aanvang van de bijeenkomst bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).

Artikel 12

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen worden door de Commissie vergoed. De vergoeding vindt plaats overeenkomstig de door de Commissie toegepaste regels en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die aan de departementen van de Commissie zijn toegewezen op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen.

Artikel 13

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2017.

Gedaan te Brussel, 17 juni 2016.

Voor de Commissie

Dimitris AVRAMOPOULOS

Lid van de Commissie


(1)  Mededeling van de Commissie van 6 april 2016 inzake krachtigere en slimmere informatiesystemen voor grenzen en veiligheid — COM(2016) 205.

(2)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(3)  C(2016) 3301.

(4)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(5)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

(6)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).


Rekenkamer

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/7


Speciaal verslag nr. 17/2016

„De EU-instellingen kunnen meer doen om de toegang tot hun overheidsopdrachten te vergemakkelijken”

(2016/C 257/04)

De Europese Rekenkamer deelt u mede dat Speciaal verslag nr. 17/2016 „De EU-instellingen kunnen meer doen om de toegang tot hun overheidsopdrachten te vergemakkelijken” zojuist gepubliceerd is.

Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu of van EU Bookshop: https://bookshop.europa.eu


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/8


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inzake het ontwerpbesluit betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door het EU-VS privacyschild

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits op de EDPS-website www.edps.europa.eu)

(2016/C 257/05)

Gegevensstromen gaan de hele wereld over. De EU is gebonden aan de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie die alle individuen in de EU beschermen. De EU is verplicht alle stappen te nemen die nodig zijn om te waarborgen dat het recht op privacy en het recht op de bescherming van persoonsgegevens tijdens alle verwerkingsprocessen, met inbegrip van doorgiften, worden gerespecteerd.

Sinds de onthullingen over de surveillanceactiviteiten in 2013 zijn de EU en haar strategische partner de Verenigde Staten aan het zoeken naar de definiëring van een nieuwe serie normen op basis van een zelfcertificeringssysteem voor de doorgifte van vanuit de EU verzonden gegevens naar de VS voor commerciële doeleinden. Net als de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten in de EU erkent de EDPS het belang, in een tijdperk van wereldwijde, onmiddellijke en onvoorspelbare gegevensstromen, van een duurzaam wettelijk kader voor commerciële doorgiften van gegevens tussen de EU en de VS, dat het grootste handelspartnerschap ter wereld vormt. Dit kader moet de gedeelde democratische en op de rechten van individuen gestoelde waarden echter wel volledig weerspiegelen. Deze waarden zijn aan EU-zijde neergelegd in het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten en aan de Amerikaanse zijde in de Amerikaanse grondwet.

Het ontwerp van het privacyschild kan een stap in de goede richting zijn, maar in zijn huidige formulering omvat het naar ons oordeel niet op adequate wijze alle passende waarborgen ter bescherming van het recht op privacy en het recht op gegevensbescherming van het individu in de EU, ook niet ten aanzien van verhaal in rechte. Er zijn belangrijke verbeteringen nodig, mocht de Europese Commissie een beschikking inzake gepastheid willen aannemen. In het bijzonder geldt dat de EU extra waarborgen dient te verkrijgen in termen van noodzaak en proportionaliteit, en niet dat zij een routinematige toegang tot doorgegeven gegevens door de Amerikaanse autoriteiten legitimeert op basis van criteria die een wettelijke grondslag in het ontvangende land vinden, maar niet als zodanig in de EU, zoals bekrachtigd in de Verdragen, EU-uitspraken en constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben.

Bovendien geldt in een tijdperk van intensieve hyperconnectiviteit en verspreide netwerken dat zelfregulering door particuliere organisaties alsmede verklaringen en beloftes van overheidsfunctionarissen op de korte termijn een rol kunnen spelen, maar op de langere termijn niet afdoende zullen zijn om de rechten en belangen van individuen te beschermen en volledig te voorzien in de behoeften van een geglobaliseerde digitale wereld, waar veel landen nu uitgerust zijn met regels voor gegevensbescherming.

Derhalve zou in de trans-Atlantische dialoog een langetermijnoplossing welkom zijn, om ook in bindende federale wetgeving ten minste de hoofdbeginselen vast te leggen van de duidelijk en beknopt te identificeren rechten, net zoals het geval is met andere niet-EU-landen waarvan na een „strikte beoordeling” is vastgesteld dat zij een adequaat beschermingsniveau waarborgen, wat volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn uitspraak in de zaak-Schrems betekent dat het „in grote lijnen overeenkomt” met de naar het EU-recht geldende normen, en volgens de Groep van artikel 29 dat het „de essentie van de grondbeginselen voor gegevensbescherming” omvat.

Wij hebben met voldoening kennis genomen van de grotere transparantie die de Amerikaanse autoriteiten aan de dag hebben gelegd ten aanzien van de uitzondering op de beginselen van het privacyschild voor de doeleinden van de rechtshandhaving, de nationale veiligheid en het openbaar belang.

Hoewel het veiligehavenbesluit van 2000 de toegang met het oog op de nationale veiligheid formeel als uitzondering behandelde, blijkt uit de aandacht die in het ontwerpbesluit inzake het privacyschild is besteed aan de toegang tot en het filteren en analyseren van voor commerciële doeleinden doorgegeven persoonsgegevens door rechtshandhavingsinstanties en inlichtingendiensten, dat de uitzondering misschien de regel is geworden. De EDPS maakt in het bijzonder uit het ontwerpbesluit en de bijlagen daarbij op dat ondanks de recente trends van ongedifferentieerde surveillance op algemene basis naar meer gerichte en selectieve benaderingen, de schaal van langs elektronische weg verworven inlichtingen en het volume van de vanuit de EU doorgegeven gegevens die kunnen worden verzameld en gebruikt zodra deze zijn doorgegeven, en met name wanneer deze „onderweg” zijn, nog steeds hoog kunnen zijn en dat hierbij dus vraagtekens kunnen worden geplaatst.

Hoewel deze praktijken zich ook kunnen voordoen bij inlichtingendiensten in andere landen en wij de transparantie van de Amerikaanse autoriteiten ten aanzien van deze nieuwe realiteit verwelkomen, kan het huidige ontwerpbesluit deze routine legitimeren. Wij sporen daarom de Europese Commissie aan een sterker signaal te geven; gezien de verplichtingen van de EU onder het Verdrag van Lissabon mogen overheidsinstanties alleen toegang hebben tot en gebruik maken van voor commerciële doeleinden doorgegeven gegevens — ook wanneer deze „onderweg” zijn — in uitzonderlijke omstandigheden en wanneer dat onontbeerlijk is voor specifieke doeleinden van algemeen belang.

Voor wat betreft de bepalingen inzake doorgiften voor commerciële doeleinden, geldt dat van verwerkers niet verwacht mag worden dat zij hun nalevingsmodellen voortdurend aanpassen. En toch is het ontwerpbesluit gebaseerd op het huidige rechtskader van de EU, dat wordt vervangen door Verordening (EU) 2016/679 (algemene verordening gegevensbescherming — AVG) in mei 2018, minder dan één jaar na de volledige implementatie van het privacyschild. De AVG creëert en versterkt verplichtingen voor verwerkers die verder gaan dan de negen in het privacyschild ontwikkelde beginselen. Ongeacht eventuele laatste wijzigingen in het ontwerp bevelen wij de Europese Commissie aan om de toekomstperspectieven sinds haar eerste rapport uitgebreid te evalueren teneinde tijdig belangrijke stappen te identificeren voor langetermijnoplossingen om het eventuele privacyschild te vervangen door robuustere en stabielere rechtskaders ter bevordering van de trans-Atlantische relaties.

De EDPS geeft derhalve specifieke aanbevelingen met betrekking tot het privacyschild.

I.   Inleiding

Op 6 oktober 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna „het HvJEU” genoemd) de beschikking betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de veiligehavenbeginselen (1) ongeldig verklaard (2). De Europese Commissie heeft op 2 februari 2016 een politiek akkoord gesloten met de VS inzake een nieuw kader voor doorgiften van persoonsgegevens, genaamd „het EU-VS privacyschild” (hierna het „privacyschild” genoemd). Op 29 februari heeft de Europese Commissie een ontwerpbesluit inzake de gepastheid van de bescherming van dit nieuwe kader (hierna het „ontwerpbesluit” genoemd) (3) met de zeven bijlagen gepubliceerd, waaronder de beginselen van het privacyschild en schriftelijke verklaringen en toezeggingen van Amerikaanse ambtenaren en autoriteiten. De EDPS heeft het ontwerpbesluit op 18 maart van dit jaar voor raadpleging ontvangen.

De EDPS heeft bij een aantal gelegenheden (4) zijn standpunt ten aanzien van doorgiftes van persoonsgegevens tussen de EU en de VS kenbaar gemaakt en heeft als lid van van de Groep van artikel 29 (hierna „WP29” genoemd) bijgedragen aan het advies inzake het ontwerpbesluit (5). WP29 heeft ernstige bezwaren geuit en de Europese Commissie gevraagd om oplossingen te identificeren voor het wegnemen daarvan. De leden van WP29 verwachten dat alle in haar advies verlangde verduidelijkingen worden gegeven (6). Op 16 maart hebben 27 organisaties zonder winstoogmerk hun kritiek op het ontwerpbesluit geuit in een aan de Europese en Amerikaanse autoriteiten gerichte brief (7). Op 26 mei heeft het Europees Parlement een resolutie over trans-Atlantische gegevensstromen aangenomen (8), waarin de Commissie wordt opgeroepen om met de Amerikaanse regering te onderhandelen over verdere verbeteringen in de regeling van het privacyschild in het licht van de huidige tekortkomingen (9).

Als onafhankelijk adviesorgaan van de EU-wetgevers op grond van Verordening (EG) nr. 45/2001 geeft de EDPS nu aanbevelingen aan de bij het proces betrokken partijen, in het bijzonder aan de Commissie. Dit advies is bedoeld om zowel principieel als pragmatisch te zijn om de EU proactief te helpen met de verwezenlijking van haar doelstellingen door middel van adequate maatregelen. Het advies vormt een aanvulling op en onderstreping van sommige, maar niet alle, aanbevelingen uit het advies van WP29.

Het ontwerpbesluit bevat een aantal verbeteringen ten opzichte van de veiligehavenbeschikking, in het bijzonder met betrekking tot de beginselen voor de verwerking van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden. Voor wat betreft de toegang tot de op grond van het privacyschild doorgegeven gegevens door overheidsinstanties, verwelkomen wij ook de betrokkenheid, voor de eerste keer, van het Amerikaanse ministerie van Justitie, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de directeur van de Amerikaanse Nationale Inlichtingendienst bij de onderhandelingen. De voortgang vergeleken met de eerdere veiligehavenbeschikking is echter op zichzelf onvoldoende. Het juiste ijkpunt is niet een eerder ongeldig verklaarde beschikking, aangezien het adequaatheidsbesluit moet worden gebaseerd op het huidige EU-rechtskader (in het bijzonder de richtlijn zelf, artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie alsmede artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals geïnterpreteerd door het HvJEU). Artikel 45 van de algemene verordening gegevensbescherming van de EU (hierna „de AVG” genoemd) (10) zal nieuwe eisen stellen aan doorgiften van gegevens op basis van een adequaatheidsbesluit.

Vorig jaar heeft het HvJEU bevestigd dat als beoordelingsdrempel moet gelden dat een gepaste bescherming „in grote lijnen overeenkomt” en heeft het een strenge toetsing tegen deze hoge norm verlangd (11). Gepastheid vereist niet dat een kader wordt vastgesteld dat identiek is aan het in de EU bestaande kader, maar dat het privacyschild en het Amerikaans rechtssysteem als geheel genomen alle belangrijke elementen van het gegevensbeschermingskader van de EU moeten bestrijken. Dit vereist zowel een algemene beoordeling van het rechtssysteem als een onderzoek van de belangrijkste elementen van het gegevensbeschermingskader van de EU (12). Wij gaan ervan uit dat deze beoordeling globaal moet plaatsvinden, echter met inachtneming van de essentie van deze elementen. Bovendien moeten wegens het Verdrag en het Handvest specifieke elementen zoals onafhankelijk toezicht en verhaal in overweging worden genomen.

In dit verband is de EDPS zich ervan bewust dat veel organisaties aan beide zijden van de Atlantische Oceaan wachten op de uitkomst van het adequaatheidsbesluit. De gevolgen van een nieuwe ongeldigverklaring door het HvJEU in termen van de rechtsonzekerheid voor de betrokkenen en de last, met name voor het midden- en kleinbedrijf, kunnen echter verstrekkend zijn. Daarnaast geldt dat wanneer het ontwerpbesluit wordt aangenomen en vervolgens door het HvJEU ongeldig wordt verklaard, een eventuele nieuwe adequaatheidsregeling onder de AVG tot stand moet komen. Daarom adviseren wij een toekomstgerichte aanpak, gelet op de naderende datum van de volledige toepassing van de AVG over twee jaar, gerekend vanaf nu.

Het ontwerpbesluit is belangrijk voor de betrekkingen tussen de EU en de VS, op een tijdstip waarop de partijen ook handels- en investeringsonderhandelingen met elkaar voeren. Daarnaast zijn veel van de in ons advies aan de orde gestelde elementen indirect van belang voor zowel het privacyschild als voor andere instrumenten voor gegevensdoorgifte, zoals de bindende bedrijfsvoorschriften (Binding Corporate Rules) en modelcontractbepalingen (Standard Contract Clauses). Het besluit is ook mondiaal relevant, aangezien veel derde landen deze nauwgezet zullen volgen tegen de achtergrond van het nieuwe gegevensbeschermingskader van de EU.

Derhalve zouden wij een algemene oplossing voor doorgiftes tussen de EU en de VS verwelkomen, op voorwaarde dat deze allesomvattend en voldoende solide is. Hiervoor zijn robuuste verbeteringen nodig om duurzaam respect voor onze grondrechten en fundamentele vrijheden op de lange termijn te waarborgen. Wanneer het besluit wordt vastgesteld, moet deze bij de eerste evaluatie door de Europese Commissie tijdig worden beoordeeld teneinde belangrijke stappen te identificeren voor langetermijnoplossingen om een eventueel privacyschild te vervangen door een robuuster en stabieler rechtskader ter bevordering van de trans-Atlantische relaties.

De EDPS maakt ook uit het ontwerpbesluit en de bijlagen daarbij op dat ondanks de recente trends van ongedifferentieerde surveillance op algemene basis naar gerichtere en selectievere benaderingen, de schaal van de langs elektronische weg verkregen inlichtingen en het volume van de vanuit de EU doorgegeven gegevens die verzameld kunnen worden zodra deze doorgegeven zijn, en met name wanneer deze „onderweg” zijn, waarschijnlijk hoog zullen blijven en dat hierbij dus vraagtekens kunnen worden geplaatst.

Hoewel deze praktijken zich ook kunnen voordoen bij inlichtingendiensten in andere landen en wij de transparantie van de Amerikaanse autoriteiten ten aanzien van deze nieuwe realiteit verwelkomen, kan het huidige ontwerpbesluit worden uitgelegd als legitimatie van deze routine. Deze kwestie moet aan een serieuze publieke en democratische controle worden onderworpen. Wij sporen daarom de Europese Commissie aan een sterker signaal te geven; gezien de verplichtingen van de EU op grond van het Verdrag van Lissabon mogen overheidsinstanties alleen toegang hebben tot en gebruik maken van voor commerciële doeleinden doorgegeven gegevens — ook wanneer deze „onderweg” zijn — in uitzonderlijke omstandigheden en wanneer dat onontbeerlijk is voor specifieke doeleinden van openbaar belang.

Bovendien merken wij op dat wezenlijke verklaringen die belangrijk zijn voor de persoonlijke levenssfeer van individuele personen in de EU, op belangrijke detailpunten alleen lijken te zijn uitgewerkt in interne brieven aan de Amerikaanse autoriteiten (bijvoorbeeld verklaringen inzake inlichtingenverzameling langs elektronische weg via eventuele trans-Atlantische kabels) (13). Hoewel wij de autoriteit van de gerespecteerde schrijvers daarvan niet in twijfel trekken en begrijpen dat deze verklaringen na bekendmaking in het Publicatieblad en het Federale Register als „schriftelijke waarborgen” zullen gelden op basis waarvan de evaluatie door de EU plaatsvindt, merken wij in zijn algemeenheid op dat het belang van sommige daarvan een iets hogere juridische waarde zou verdienen.

Naast een wijziging in de wetgeving en internationale overeenkomsten (14) kunnen ook aanvullende praktische oplossingen worden verkend. Ons advies probeert in dit opzicht pragmatisch te zijn.

IV.   Conclusie

De EDPS verwelkomt de door de partijen aan de dag gelegde inspanningen om tot een oplossing te komen voor doorgiftes van persoonsgegevens van de EU naar de VS voor commerciële doeleinden op grond van een systeem van zelfcertificering. Er zijn echter robuuste verbeteringen nodig om tot een solide kader te komen dat op de lange termijn stabiel is.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2016.

Giovanni BUTTARELLI

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  C-362/14, Maximillian Schrems/Data Protection Commissioner, 6 oktober 2015 (hierna „Schrems” genoemd).

(2)  Beschikking 2000/520/EG van de Commissie van 26 juli 2000 overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de daarmee verband houdende vaak gestelde vragen, die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2441) (PB L 215 van 25.8.2000, blz. 7).

(3)  Uitvoeringsbesluit XXX van de Commissie ingevolge Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door het EU-VS privacyschild, beschikbaar op http://ec.europa.eu/justice/data-protection/files/privacy-shield-adequacy-decision_en.pdf

(4)  Zie het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming betreffende de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzake het „herstel van vertrouwen in de gegevensstromen tussen de EU en de VS” en de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van de veiligehavenregeling („Safe Harbour”) uit het oogpunt van EU-burgers en in de EU gevestigde ondernemingen van 20 februari 2014, en het pleidooi van de EDPS tijdens de hoorzitting van het HvJEU in de zaak-Schrems, die beschikbaar is via https://secure.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Consultation/Court/2015/15-03-24_EDPS_Pleading_Schrems_vs_Data_Commissioner_EN.pdf

(5)  Groep van artikel 29 in Advies 01/2016 over het besluit betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door het EU-VS privacyschild (WP238), beschikbaar op http://ec.europa.eu/jus.tice/data-protection/article-29/documentation/opinion-recommendation/files/2016/wp238_en.pdf

(6)  Zie ook de programmarede van de Britse Information Commissioner Christopher Graham tijdens de „IAPP Europe Data Protection Intensive 2016 Conference” in Londen. Deze programmarede (video) is beschikbaar op https://iapp.org/news/video/iapp-europe-data-protection-intensive-2016-christopher-graham-keynote/

(7)  Brief aan de Groep van artikel 29 en andere instellingen, getekend door Access Now en 26 andere ngo’s.

(8)  Resolutie van het Europees Parlement van 26 mei 2016 over trans-Atlantische gegevensstromen (2016/2727(RSP)).

(9)  Idem, punt 14.

(10)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(11)  Schrems, punten 71, 73, 74 en 96.

(12)  Deze benadering is reeds in overweging genomen in een van de eerste stukken van de Groep van artikel 29 over het onderwerp gegevensdoorgiften (WP12: „Werkdocument inzake doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen: toepassing van artikelen 25 en 26 van de gegevensbeschermingsrichtlijn van de EU”, 24 juli 1998).

(13)  Zie bijvoorbeeld de verduidelijking in Bijlage VI.1. a) dat PPD28 zou gelden voor gegevens die via trans-Atlantische kabels worden verzameld door de Amerikaanse inlichtingendiensten.

(14)  Tijdens de hoorzitting van het HvJEU in de zaak-Schrems verklaarde de EDPS dat „de enige effectieve oplossing bestaat uit de sluiting van een internationale overeenkomst die passende bescherming biedt tegen ongedifferentieerde surveillance, met inbegrip van verplichtingen inzake toezicht, transparantie, verhaal en gegevensbeschermingsrechten”, pleidooi van de EDPS tijdens de hoorzitting van het Hof van Justitie op 24 maart 2015 in zaak C-362/14 (Schrems/Data Protection Commissioner).


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/12


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

(2016/C 257/06)

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

9.6.2016

Duur

9.6.2016-31.12.2016

Lidstaat

Letland

Bestand of groep bestanden

RED/N1G14P en RED/*5-14P

Soort

Roodbaars (Sebastes spp.)

Gebied

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV + internationale wateren van het beschermingsgebied voor roodbaarzen

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

13/TQ72


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/12


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

(2016/C 257/07)

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Datum en tijdstip van sluiting

11.6.2016

Duur

11.6.2016-31.12.2016

Lidstaat

Duitsland

Bestand of groep bestanden

RED/N1G14P en RED/*5-14P

Soort

Roodbaars (Sebastes spp.)

Gebied

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV + internationale wateren van het beschermingsgebied voor roodbaars

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

14/TQ72


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/13


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7973 — Gerdau/Sumitomo/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 257/08)

1.

Op 7 juli 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Gerdau SA („Gerdau”, Brazilië) en Sumitomo Corporation („Sumitomo”, Japan) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming („JV”, Brazilië) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Gerdau: productie en commercialisering van staalproducten, via haar staalfabrieken die gevestigd zijn in 14 verschillende landen in Amerika, Azië en Europa;

—   Sumitomo: handel in metaalproducten, vervoer- en constructiesystemen, milieu en infrastructuur, chemicaliën en elektronica, media, netwerken en lifestyleproducten, delfstoffen en energie;

—   JV: productie en verkoop van smeed- en gietijzeren walsen en smeedijzeren producten zoals hoofdassen en ringen voor lagers, voornamelijk voor windturbines, suikerrietproductie, mijnbouw, cement, elektrische generatoren of stoomgeneratoren, olie- en gasactiviteiten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7973 — Gerdau/Sumitomo/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8081 — Triton/Voith Industrial Services)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 257/09)

1.

Op 7 juli 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Triton Fund IV („Triton”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over de divisie Voith Industrial Services („VISer”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Triton: private-equity-investeringsonderneming die gespecialiseerd is in investeringen in verschillende bedrijfssectoren van in Europa gevestigde ondernemingen;

—   VISer: aanbieder van technische diensten in de automobielsector, engineering en in de energie-, petroleum- en chemicaliënsector. De diensten omvatten technisch faciliteitenbeheer, onderhoud en bedrijfsautomatisering, productengineering, ontwerp en fabricatie van onderdelen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8081 — Triton/Voith Industrial Services, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8095 — Ferrari Financial Services/FCA Bank/FFS JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 257/10)

1.

Op 8 juli 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat FCA Bank, die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Fiat Chrysler Automobiles Italy („FCA”, Italië), en Crédit Agricole Consumer Finance („CA”, Frankrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Ferrari Financial Services AG („FFS JV”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   FCA Bank: autofinanciering in 17 EU-lidstaten;

—   FFS JV: financiering van Ferrari-personenwagens voor particuliere en zakelijke klanten in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8095 — Ferrari Financial Services/FCA Bank/FFS JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

15.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 257/16


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2016/C 257/11)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

„VALE OF EVESHAM ASPARAGUS”

EU-nr.: PGI-GB-02108 - 21.1.2016

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Naam

„Vale of Evesham Asparagus”

2.   Lidstaat of derde land

Verenigd Koninkrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Vale of Evesham Asparagus” is de benaming voor groene asperges die worden geteeld in het afgebakende geografische gebied. „Vale of Evesham Asparagus” worden enkel geproduceerd tussen de maanden april en juli.

„Vale of Evesham Asparagus” kunnen variëren van licht- tot donkergroen, met paarse koppen, afhankelijk van de groeisnelheid en de nachttemperaturen.

De vorm kan op zeer subtiele wijzen variëren naargelang de variëteit. De typische vormen zijn lange, dunne scheuten met een diameter van 8 mm tot 24 mm in het midden van de scheut. De maximale lengte voor de oogst is 22 cm. De rauwe asperges hebben een smaak die lijkt op die van verse erwten en een broze en knapperige textuur. De gekookte asperges hebben de volle smaak van zachte, nootachtige artisjokken en het lichte aroma van gras en verse erwten, dat kan variëren naargelang de temperatuur waarbij zij worden geoogst.

„Vale of Evesham Asparagus” worden verkocht als gebonden bos, in flowpack of in een plastic hoes voor supermarkten en zonder verpakking in bossen voor boerderijwinkels. Het product moet voldoen aan de volgende kwaliteitsspecificatie voor Evesham Asparagus:

Afmetingen

Het product wordt gesorteerd in gelijkmatig met de hand gesneden bossen met een lengte tussen 15 en 22 cm. De diameters van de scheuten in de bos worden, gemeten in het midden van de scheut, opgedeeld in trappen van 4 mm, te weten: 4-8, 8-12, 12-16, 16-20, 20-24 mm.

Kwaliteitskenmerken

Scheuten moeten schoon, vers en heel zijn, zonder tekenen van beschadiging, levend ongedierte of progressieve ziekte.

De kromming moet minimaal zijn en producten die in het eindproduct aanwezig zijn, moeten een uniform uiterlijk hebben. Scheuten waarvan de kop een extreme kromming heeft, d.w.z. meer dan 70 °, mogen niet worden gebruikt; een kromming vanaf het midden van de scheut moeten eveneens worden vermeden. De koppen van de scheuten moeten gesloten zijn, met zo weinig mogelijk zaden.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het gewas moet worden geteeld binnen het gebied van de Vale of Evesham, zoals gedefinieerd in het productdossier.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

„Vale of Evesham Asparagus” worden verkocht als product dat is gesorteerd naar diameter en lengte.

Vervolgens moet het product worden verpakt als gebonden bos, in een flowpack of plastic hoes voor supermarkten en zonder verpakking in bossen voor boerderijwinkels.

Alle exemplaren binnen eenzelfde verpakking moeten een diameter binnen dezelfde 4 mm-trap hebben en moeten voldoen aan de kwaliteitsspecificatie voor Evesham Asparagus.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Het BGA-logo moet op alle etiketten zijn aangebracht in hetzelfde gezichtsveld als de beschermde naam.

Het BGA-logo moet het juiste format en een diameter van minstens 15 mm hebben.

De verpakking en al het materiaal voor verkooppunten moeten worden voorzien van het certificeringsnummer van de producent, zoals afgegeven door de controle-instantie.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het gebied wordt afgebakend door de grenzen van de districten Malvern Hills, Wychavon en Stratford-upon-Avon.

5.   Verband met het geografische gebied

De smaak en textuur van „Vale of Evesham Asparagus” wordt voornamelijk bepaald door de teeltomstandigheden en de bodemgesteldheid van de Vale of Evesham, alsmede door de kennis over en ervaring met de beste teeltwijze van het product. De Vale of Evesham kent een lange geschiedenis van aspergeteelt en het product kan bogen op een ware traditie. De Vale of Evesham geniet de reputatie asperges van de hoogste kwaliteit te produceren.

Het microklimaat van de Vale of Evesham en de heersende bodemtypes zijn kritische factoren die mede zorgen voor de kwaliteit van het product. Asperges die in het geografische gebied worden geteeld, worden gekarakteriseerd door de unieke velden met diepe zandgronden die voortkomen uit de onderliggende devoonse zandsteen in de stroomgebieden van de Severn (Worcestershire) en de Avon (Worcestershire en Warwickshire). De zandgrond is goed doorlatend en warmt snel op wanneer de temperaturen in de lente stijgen.

De smaak van „Vale of Evesham Asparagus” wordt gevormd door primaire metabolieten die ontstaan door fotosynthese, bijvoorbeeld suikers, en secundaire metabolieten, die worden geproduceerd door de plant als gevolg van milieuomstandigheden en vaak als reactie op plantstress. Het microklimaat en de bodemgesteldheid waarin de kroon wordt geteeld, zijn derhalve van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de smaak van het product.

De Vale of Evesham heeft een gematigd klimaat met warme droge zomers die gunstig zijn voor de fotosynthese tijdens de loofperiode en het mogelijk maken dat het loof groen blijft tot aan het begin van de herfst. Door deze late loofperiode is er veel tijd voor knopvorming en dit leidt tevens tot de verschillende grootten van de scheuten die kenmerkend zijn voor „Vale of Evesham Asparagus”. Voorts vormt dit ook een goede bron van koolhydraten voor het wortelsysteem, hetgeen het gewas het daaropvolgende jaar een smaak geeft die aan reukerwten doet denken. De neerslag in de regio bedraagt gemiddeld 700 mm en is goed verspreid over het jaar, waardoor er geen behoefte is aan irrigatie tijdens de loofperiode (juli - oktober). De zomertemperaturen variëren van 15 tot 30 °C. In de lente stijgt de bodemtemperatuur geleidelijk, waardoor de kroon zachtjes uit zijn winterslaap ontwaakt en het productieseizoen begin april kan aanvangen. De temperaturen verschillen aanzienlijk in de loop van het seizoen en deze variatie in temperatuur leidt samen met de bodemkenmerken tot een milde stress die de klassieke smaak van „Vale of Evesham Asparagus” bevordert.

Dankzij de diepe bodems van de zandgronden van de aspergevelden in de Vale of Evesham kunnen zich diepe wortelsystemen ontwikkelen, waarin de tijdens de zomer geproduceerde suikers worden opgeslagen. Dit stimuleert de gezondheid van de kroon en geeft een extra zoetheid aan het gewas. De bodem warmt snel op in de lente, waardoor het productieseizoen vroeg kan aanvangen. De zandfractie warmt op met een duidelijk afgebakend thermisch profiel door de bodem heen, waardoor de groeisnelheid van de scheut verandert naarmate deze het profiel doorkruist. Dit alles draagt bij tot de productie van secundaire metabolieten (met inbegrip van het evenwicht van anthocyanen), die de kenmerkende smaak aan „Vale of Evesham Asparagus” geven.

Door de reactieve aard van de bodem reageert de bodemtemperatuur snel op veranderende dag- en nachttemperaturen. Dit zorgt in de lente andermaal voor een milde stress op de kroon die de smaakontwikkeling ten goede komt en het kenmerkende karakter van Vale of Evesham bevordert. Aangezien er geen noemenswaardige kleifractie aanwezig is, oefent de bodem minder mechanische weerstand uit op de scheuten en kunnen zij dus betrekkelijk vrij door de bodem heen groeien. Bijgevolg krijgen de scheuten een relatief gelijkmatige diameter en een stevige, delicate textuur.

De unieke combinatie van bodemgesteldheid en microklimaat produceert de snelgroeiende scheuten, evenals de smaak en textuur die kenmerkend zijn voor „Vale of Evesham Asparagus”. De velden worden geroteerd, maar kunnen in het algemeen gedurende ongeveer 30 jaar niet opnieuw met asperges worden beplant vanwege de opgebouwde ziektedruk in de bodem. De beste aspergevelden zijn vrij van stenen, omdat aspergescheuten hier ongehinderd door de bodem naar de oppervlakte kunnen groeien. Dit is belangrijk omdat een overmatige hoeveelheid stenen nefast is voor de kwaliteit van de scheuten. De selectie van de velden is van cruciaal belang, want niet elk veld is geschikt voor de aspergeteelt. Het is ook belangrijk dat telers het milieu in beschouwing nemen en enkel velden selecteren die de juiste ligging hebben en bodemerosie in waterlopen niet in de hand werken. Velden met de beste ligging zijn in het algemeen licht hellend. Het is geen toeval dat de aspergevelden gelegen zijn in de stroomgebieden van rivieren die de beste eigenschappen hebben voor de aspergeteelt.

Om de beste resultaten te bereiken, moet de teler aan de hand van zijn ervaring met elk veld steeds zorgvuldig beslissen wanneer hij het loof van het vorige jaar gaat verpulveren en drogen, en wanneer hij de bedden voor het volgende oogstseizoen gaat aanleggen. Het is belangrijk dat de bodem droog genoeg is om het gewicht van de tractor aan te kunnen, zodat de wortels zo min mogelijk worden samengedrukt. Een vochtige bodem waarop aspergebedden worden aangelegd, zal slecht afwateren en snel verdichten bij latere regenval en wanneer erop wordt gelopen tijdens de oogst. Voorts moet de teler ook het risico van blootstelling aan de wind juist kunnen inschatten voor bepaalde variëteiten waarvan het loof niet sterk genoeg is om rechtop te blijven voor de fotosyntheseperiode na de oogst. Variëteiten met een laag ligninegehalte mogen niet worden geplant op plaatsen met veel wind, omdat zij om zullen vallen tijdens de loofperiode en niet genoeg koolhydraten zullen produceren in de wortels om een economische productie te behouden in het daaropvolgende jaar.

Aan het begin van elk teeltseizoen worden alle oogsters opgeleid in het steken van asperges. Er wordt gebruikgemaakt van een kort gekarteld mes, eerst om de juiste hoogte van de scheut te meten en dan om een duw- en trekbeweging te maken om de scheut snel net boven het bodemniveau te steken zonder de scheut in de bodem te stoten. De scheuten worden vervolgens in kratten gelegd, kop aan kop, om te voorkomen dat er aarde in de eetbare kop van de groente terechtkomt.

Tijdens het seizoen moet de teler zijn vaardigheden gebruiken om te bepalen wanneer elk veld wordt geoogst. Tijdens koele perioden waarin de bodemtemperatuur rond 10 °C schommelt, is de productie traag en zullen oogsters om de twee dagen het veld op moeten worden gestuurd om de scheuten op de juiste lengte te steken. Indien de bodemtemperatuur boven 14 °C stijgt, vindt een plotse groei plaats en moeten de telers ervoor zorgen dat de velden zo snel mogelijk worden geoogst, soms tweemaal per dag indien nodig.

De Vale of Evesham is befaamd om de productie van deze luxegroente - asperges of „Gras”, zoals ze plaatselijk worden genoemd. Evesham is het enige stadscentrum in het Verenigd Koninkrijk met een aspergeveld binnen zijn grenzen. Het gewas is zo belangrijk voor de economische en culturele geschiedenis van de Vale of Evesham dat ter ere van deze majestueuze groente een groot evenement wordt georganiseerd waar duizenden bezoekers uit alle uithoeken van de wereld op afkomen. Het festival wordt in de regio gehouden ter bevordering van dit gewas en van een community interest company, waarvan alle aanvragers leden zijn, met als enig doel asperges in het gebied te promoten. Op Saint George’s Day wordt het aspergefestival gelanceerd met een „Asparagus Run” (aspergeloop) door de Vale.

In Bretforton organiseert de 650 jaar oude Fleece Inn al minstens 35 jaar lang een jaarlijkse aspergeveiling. De beste plaatselijke scheuten of „buds of gras” worden zorgvuldig met stroken wilgenbast in traditionele bossen gebonden en geveild of verloot ten behoeve van de Bretforton Silver Band. Het hoogste bedrag ooit betaald voor een bos was 750 GBP, door de pub Round of Gras in Badsey, die beweert ’s werelds enige pub te zijn die is genoemd naar een bos asperges. Elk jaar tussen 23 april en 21 juni, de oogstperiode, vinden talrijke andere evenementen rond asperges plaats in de Vale waarbij men een van de meest begeerde delicatessen van het land kan proeven, kopen, koken en beter leren kennen.

De aspergeteelt in de Vale of Evesham is een traditie die kan worden teruggevoerd tot 1768 toen Arthur Young, de toenmalige secretaris van de Board of Agriculture, een bezoek bracht aan de stad. In zijn boek, „A Six Months Tour of the North of England”, gepubliceerd in 1771, vertelt hij dat asperges voor de verkoop werden vervoerd van Evesham naar Bath en Bristol. Een brief van een schrijver uit Evesham aan de krant de „Morning Chronicle” van 30 augustus 1782, maakt eveneens gewag van een zending asperges uit de stad naar Bath en Bristol.

In zijn „General View of the Agriculture of the County of Worcester” (1813) zag W. Pitt verscheidene „vlaktes” met asperges op de akkers (een „vlakte” betekent in deze context een groot stuk effen terrein.) In 1830 reikte de Royal Horticultural Society een medaille uit aan Anthony New voor zijn voortreffelijke asperges die hij in datzelfde en het voorgaande jaar had tentoongesteld op exposities van de Vale of Evesham Society (zie Gaut: A History of Worcs Agriculture, blz. 294).

Met de snelle groei van de groenteteelt in het laatste kwart van de 19e eeuw steeg ook de teeltoppervlakte voor asperges in de Vale of Evesham. De „L.B.G. Story” (Littleton & Badsey Growers Ltd), van C A Binyon handelt over de historische band tussen de Vale of Evesham en de productie van asperges. Van 1925 tot 1981 had de Vale of Evesham Asparagus Growers Association als bestaansreden de bevordering van de aspergeteelt in het gebied.

De Badsey Society (www.badsey.org.uk) beschikt over anekdotisch en fotografisch bewijsmateriaal dat de geschiedenis van de aspergeteelt in het gebied ondersteunt.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://www.gov.uk/government/publications/protected-food-name-vale-of-evesham-asparagus-pgi


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.