ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 225

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

59e jaargang
22 juni 2016


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 225/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7970 — Air Liquide/OMZ/JV) ( 1 )

1

2016/C 225/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8037 — INCJ/Sumitomo/Sekisui/JV) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 225/03

Wisselkoersen van de euro

2

2016/C 225/04

Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006)  ( 1 )

3


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2016/C 225/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7978 — Liberty Global/Vodafone/Dutch JV) ( 1 )

4

2016/C 225/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8085 — AEA/Scan Global Logistics) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

5

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2016/C 225/07

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

6

2016/C 225/08

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

11


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7970 — Air Liquide/OMZ/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 225/01)

Op 14 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M7970. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8037 — INCJ/Sumitomo/Sekisui/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 225/02)

Op 16 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8037. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/2


Wisselkoersen van de euro (1)

21 juni 2016

(2016/C 225/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1314

JPY

Japanse yen

118,39

DKK

Deense kroon

7,4358

GBP

Pond sterling

0,76755

SEK

Zweedse kroon

9,3240

CHF

Zwitserse frank

1,0850

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3718

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,064

HUF

Hongaarse forint

314,08

PLN

Poolse zloty

4,3991

RON

Roemeense leu

4,5408

TRY

Turkse lira

3,2791

AUD

Australische dollar

1,5073

CAD

Canadese dollar

1,4451

HKD

Hongkongse dollar

8,7778

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5804

SGD

Singaporese dollar

1,5169

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 304,05

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,6044

CNY

Chinese yuan renminbi

7,4466

HRK

Kroatische kuna

7,5185

IDR

Indonesische roepia

15 005,19

MYR

Maleisische ringgit

4,5563

PHP

Filipijnse peso

52,379

RUB

Russische roebel

72,7638

THB

Thaise baht

39,837

BRL

Braziliaanse real

3,8100

MXN

Mexicaanse peso

21,0037

INR

Indiase roepie

76,4493


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/3


Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH)

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1))

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 225/04)

Besluiten tot verlening van een autorisatie

Referentie van het besluit (2)

Datum van het besluit

Naam van de stof

Houder van de autorisatie

Nummer van de autorisatie

Toegelaten gebruik

Datum van verstrijken van de herbeoordelingstermijn

Gronden voor het besluit

C(2016) 3549

16 juni 2016

Bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)

EG-nr. 204-211-0

CAS-nr. 117-81-7

VinyLoop Ferrara S.p.A.

Via Marconi, 73

44100 Ferrara

ITALIË

REACH/16/2/0

REACH/16/2/3

Formulering van gerecycled zacht poly(vinylchloride) (pvc) met DEHP in verbindingen en droogmelanges.

Industrieel gebruik van gerecycled zacht pvc met DEHP bij polymeerverwerking door kalanderen, extruderen, persen en spuitgieten voor de productie van pvc-artikelen, met uitzondering van: speelgoed en kinderverzorgingsartikelen; vlakgom; seksspeeltjes en andere artikelen voor volwassenen waarbij intensief contact met de slijmvliezen plaatsvindt; huishoudelijke artikelen die kleiner zijn dan 10 cm en waarop kinderen kunnen zuigen of kauwen; consumententextiel/kleding bestemd om rechtstreeks in contact met de huid te worden gedragen; cosmetica en met levensmiddelen in contact komende materialen die onder sectorspecifieke wetgeving van de Unie vallen.

21 februari 2019

Overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, wegen bij het gebruik van de stof de sociaaleconomische voordelen zwaarder dan het risico voor de gezondheid van de mens en zijn er geen geschikte alternatieve stoffen of technieken die technisch of economisch haalbaar zijn voor de aanvragers en sommige van hun downstreamgebruikers.

Stena Recycling AB

Fiskhamnsgatan 8

400 40 Göteborg

ZWEDEN

REACH/16/2/1

REACH/16/2/4

Plastic Planet srl

Via N. Copernico 16

35013 Cittadella

ITALIË

REACH/16/2/2

REACH/16/2/5


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  Het besluit is te vinden op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/growth/sectors/chemicals/reach/about/index_en.htm


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/4


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7978 — Liberty Global/Vodafone/Dutch JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 225/05)

1.

Op 14 juni 2016 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Vodafone Group plc („Vodafone”, Verenigd Koninkrijk) en Liberty Global Europe Holding BV, die deel uitmaakt van de Group of Liberty Global plc („Liberty Global”, Verenigd Koninkrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming in Nederland door overdracht van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Vodafone: exploitatie van mobiele telecommunicatienetwerken en mobiele telecommunicatiediensten, met name mobiele spraak-, messaging- en datadiensten. De meeste werkmaatschappijen van Vodafone bieden ook vaste spraak-, vaste internet- en/of kabeldiensten en IPTV-diensten aan. Binnen de EU is Vodafone actief in twaalf lidstaten, waaronder Nederland;

—   Liberty Global: eigenaar en exploitant van kabelnetwerken die televisie, breedbandinternet en spraaktelefonie aanbiedt in twaalf landen in Europa. Liberty Global is in Nederland hoofdzakelijk actief via Ziggo. Ziggo is eigenaar en exploitant van een kabelnetwerk en biedt digitale en analoge kabeldiensten (Voice-over-IP) en mobiele telefoniediensten aan als een Mobile Virtual Network Operator. Daarnaast houdt Ziggo een aandelenbelang in HBO Nederland Coöperatief UA, die drie HBO-betaaltelevisiekanalen en aanverwante video-on-demand-diensten voor Nederlandse klanten aanbiedt. Ziggo is momenteel eigenaar van de uitzendrechten voor verschillende sportevenementen en distribueert de sportzenders Ziggo Sport Totaal en Ziggo Sport.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7978 — Liberty Global/Vodafone/Dutch JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/5


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8085 — AEA/Scan Global Logistics)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 225/06)

1.

Op 15 juni 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat AEA Investors SBF LP („AEA”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Scan Global Logistics Holding ApS („Scan Global Logistics”, Denemarken) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   AEA: private-equityfonds met beleggingen in verschillende sectoren, met name in industriële producten met toegevoegde waarde, speciale chemicaliën, consumptiegoederen/detailhandel en diensten;

—   Scan Global Logistics: asset-light internationale expeditiediensten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8085 — AEA/Scan Global Logistics, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/6


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2016/C 225/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

„KARP ZATORSKI”

EU-nr.: PL-PDO-0105-01357 — 30.7.2015

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Lokalna Grupa Producencka Karpia Zatorskiego

Plac Kościuszki 5

32-640 Zator

POLSKA/POLEN

Tel. +48 338412128, +48 602464243

Fax +48 338410585

E-mail: fishrzd@man.pl

De aanvragende groepering heeft een rechtmatig belang bij de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van dit productdossier in haar hoedanigheid als hoofdgroep voor dit product; zij was ook degene die de aanvraag tot registratie van de benaming „karp zatorski” als BOB heeft ingediend.

2.   Lidstaat of derde land

Polen

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige (nader aan te geven)

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijzigingen

De wijziging bestaat in het herschrijven van de informatie over de chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski” als vermeld in punt 3.2 van het enig document. De informatie over de droge massa en over het gehalte aan ruwe as wordt geschrapt en het totaal gehalte aan eiwit en ruw vet van het visvlees van de „karp zatorski” wordt uitgedrukt in de vorm van waardebereiken:

totaal gehalte aan eiwit — 17,0 à 19,3 %;

ruw vet — 3,2 à 5,9 %.

De informatie over de droge massa en het gehalte aan ruwe as is slechts van bijkomende aard en heeft geen invloed op de specifieke kenmerken van de „karp zatorski”. De specifieke kenmerken van de „karp zatorski” komen voornamelijk tot uiting in het totaal gehalte aan eiwit en ruw vet. De chemische samenstelling van de „karp zatorski” wordt bepaald door de naleving van specifieke voorschriften in verschillende stadia van de productie, waaronder het voederen met natuurlijke granen. De chemische samenstelling van de „karp zatorski” wordt eveneens bepaald door de specifieke kenmerken van het geografische gebied waar hij wordt geproduceerd, en met name het dichte netwerk van oppervlaktewateren, de goede kwaliteit van het grondwater, het gematigde klimaat en de gevarieerde bodembedekking. De unieke eigenschappen van dit gebied blijken uit het feit dat het is opgenomen in het programma voor natuurbehoud Natura 2000. In de oorspronkelijke tekst van het document werden waarden vermeld voor de chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski”, die waren gebaseerd op tests tijdens een specifieke fase van de productiecyclus. Het is echter niet mogelijk om die waarden te reproduceren met een nauwkeurigheid van twee cijfers na de komma. Daarom wordt voorgesteld om voor de omschrijving van de chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski” waardebereiken te introduceren voor het totaal gehalte aan eiwit en ruw vet. De voorgestelde wijziging is ook noodzakelijk vanwege de schommelingen in de chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski”. Deze schommelingen zijn een afspiegeling van de intensiteit van het voederen en van het type graanvoeder (aandeel van tarwe, gerst, triticale en maïs) binnen de eisen die daarover in het productdossier zijn opgenomen, en ook van de hoeveelheid natuurlijke voeding die door de vis wordt geconsumeerd, die afhangt van de natuurlijke omstandigheden in het desbetreffende jaar.

De schrapping, met betrekking tot de chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski”, van de droge massa en het gehalte aan ruwe as, en de introductie van de waardebereiken voor het totaal gehalte aan eiwit en ruw vet hebben geen invloed op de specifieke kenmerken van de „karp zatorski” of de smaak ervan.

Bovendien is de informatie over de specifieke kenmerken van de „karp zatorski” verplaatst van punt 5.2 naar punt 3.2, zonder enige wijziging in de parameterwaarden.

ENIG DOCUMENT

„KARP ZATORSKI”

EU-nr.: PL-PDO-0105-01357 — 30.7.2015

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam/Namen

„Karp zatorski”

2.   Lidstaat of derde land

Polen

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.7 Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Karp zatorski” (Cyprinus carpio) is een hybride vis die is verkregen door kruising van het zuivere karperras van Zator met de volgende zuivere rassen: het Hongaarse en het Joegoslavische ras, het Golysz-ras en het Israëlische (Dor-70) ras. „Karp zatorski” is vis die levend, vers en onverwerkt wordt aangeboden. „Karp zatorski” wordt uitsluitend gekweekt in aarden vijvers volgens de in Zator ontwikkelde kweekmethode, die op een cyclus van twee jaar is gebaseerd.

Uiterlijk voorkomen:

gewicht van de te verkopen vis: 1 100 à 1 800 g;

kleur: olijfkleurig of olijfkleurig blauw;

schubbenpatroon: spiegelschubben, geschikt in de vorm van een pijl, een rij of een zadel;

compacte vorm;

lichaamsdiepte: 2,2 à 2,4;

snelle groei;

visvleesopbrengst: 61 à 64 %;

conditiefactor (Fultonfactor): 3,9 à 5,0;

vis die niet naar modder, maar wel naar verse vis ruikt en die een fijne smaak heeft;

voederconversiecoëfficiënt voor granen: 5;

overlevingspercentage: 86 %;

meer dan gemiddelde weerstand tegen ziekten.

Chemische samenstelling van het visvlees van de „karp zatorski”:

totaal gehalte aan eiwit: 17,0 à 19,3 %;

ruw vet: 3,2 à 5,9 %.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De vissen eten hoofdzakelijk voedsel dat van nature in de vijvers aanwezig is. Dankzij de rijke aangroei van voedsel in de karpervijvers in het desbetreffende gebied hebben de vissen grotendeels genoeg aan het van nature aanwezige voedsel. Dit dieet wordt in alle stadia van het productieproces slechts aangevuld met natuurlijke granen (tarwe, gerst, triticale, maïs) waarvan ten minste 70 % afkomstig is uit het in punt 4 omschreven gebied en die, dankzij de bodem- en klimaatomstandigheden in dat gebied, van uitstekende kwaliteit zijn en aan strenge hygiënenormen voldoen. Bij de aankoop van granen wordt aandacht besteed aan de kwaliteit en aan het vochtgehalte, dat niet meer mag bedragen dan 11 %. Er worden slechts granen van buiten het productiegebied van de „karp zatorski” gebruikt indien het aanbod in het in punt 4 omschreven gebied ontoereikend is. Kunstvoeding of voedingssupplementen worden bij de productie van de „karp zatorski” niet gebruikt.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De volledige productiecyclus van de „karp zatorski” moet in het in punt 4 omschreven geografische gebied plaatsvinden. De productiecyclus van de „karp zatorski” omvat de volgende vijf stadia:

1.

Paaien

2.

Het opkweken van pootkarper

3.

Het opkweken en overwinteren van de herfstpootkarper

4.

Het overbrengen naar vijvers voor consumptievis

5.

Verwijdering van de vis uit de opslagvijvers

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De benaming „karp zatorski” wordt gebruikt voor de verkoop van de levende vis; bij leveringen door de groothandel aan de detailhandel, waarbij de vis in transporttanks in voertuigen wordt vervoerd, verschijnt deze benaming derhalve op de facturen, de ontvangstbewijzen en de vervoerdocumenten en soms ook op de tank of op het voertuig. Op de verkooppunten worden de vissen in speciale tanks met een goede zuurstofvoorziening overgebracht. Op de tanks is in duidelijk leesbare letters de benaming „karp zatorski” aangebracht.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

„Karp zatorski” wordt gekweekt in drie gemeenten die zich bevinden in het westen van de provincie Małopolskie. Het betreft: Zator en Przeciszów, in het district Oświęcimski, en Spytkowice in het district Wadowicki. Het gebied beslaat 134 km2, maar de kweek is hoofdzakelijk in de gemeente Zator geconcentreerd.

5.   Verband met het geografische gebied

De visserij en de karperkwekerij zijn aan het einde van de 11e en het begin van de 12e eeuw in Zator ontstaan. Sedertdien hebben de visserij — en later de aquacultuur — hier een continue ontwikkeling gekend. Het is het oudste centrum in zijn soort in de regio. Bevorderende factoren bij de ontwikkeling van de aquacultuur waren het dichte waterwegennet (de rivieren Soła en Skawa en de bovenloop van de Vistula), de geschikte bodemomstandigheden om de vier belangrijkste graansoorten te telen waarmee de karpers worden gevoederd, de gematigde klimaatomstandigheden en de mogelijkheid om de vis via de rivier tot in Kraków en de omliggende gebieden te vervoeren. Kralensnoeren van vijvers werden langs de rivieren uitgegraven. Zo zorgde de zwaartekracht voor de instroom en de uitstroom van het water en voor het droogleggen van de vijverbeddingen. De aquacultuur nam na de Eerste Wereldoorlog een hoge vlucht. Het begon met de heraanleg van vijvers die tijdens de oorlog waren vernield. Nieuwe technologieën werden ingevoerd en de vishandel waarmee kleine handelaren aan de kost kwamen, werd gereguleerd terwijl de eerste viswinkel in Kraków zijn deuren opende. In 1946 werd het staatsdomein in Zator overgenomen door de universiteit van Jagiello en werd het zoötechnisch instituut opgericht, waar onderzoek werd verricht om de resultaten van de karperteelt te verbeteren.

Het inheemse karperras, een door inteelt voortgebracht ras dat sedert 1955 in stand werd gehouden en nooit werd gecommercialiseerd, werd gekweekt in het in punt 4 afgebakende geografische gebied. Op basis van hun waarnemingen, onderzoek en ervaring hebben de plaatselijke viskwekers en wetenschappers uit het zuivere ras van Zator en andere karperrassen een hybride ras ontwikkeld dat het best aan de plaatselijke omstandigheden in het gebied is aangepast. Vanaf 1946 werd de in Zator ontwikkelde kweekmethode geleidelijk aan ingevoerd. Deze is gebaseerd op een kweekcyclus van twee jaar en levert vissen op waarvan het lichaamsgewicht in het eerste jaar van 60 tot 150 g toeneemt. Bovendien bedraagt het overlevingspercentage 86 %. Mede dankzij de rijke voedselvoorraden in de wateren van de regio werd het op deze wijze mogelijk om de teeltcyclus van de karpers tot twee jaar in te korten. Gebruikmakend van het grote potentieel dat het tweede jaar van de teeltcyclus voor het groeiproces van de vis biedt, worden karpers met een gewicht van 1 100 à 1 800 g gehaald. De werkzaamheden die met de productie van de „karp zatorski” verband houden, zijn grotendeels manuele werkzaamheden waarbij kennis en ervaring een zeer belangrijke rol spelen. Aan jarenlange ervaring hebben de karperkwekers het te danken dat alle voor het teeltproces benodigde deskundigheid kon worden ontwikkeld, zoals de keuze van de uitzettingsdensiteit in de vijvers bij het begin van de kweek. Deze densiteit bedraagt 200 000 larven per hectare en zorgt ervoor dat het risico op de verspreiding van ziekten wordt verkleind, de verliezen worden beperkt en de voedingsmiddelen die van nature aanwezig zijn zo doeltreffend mogelijk worden gebruikt. Ook de vaardigheid om de korrelgrootte en de dosering van de aan de karpers toegediende granen aan te passen aan het gewicht van de dieren, is zeer belangrijk.

De kenmerken van het geografische gebied omschreven in punt 4, die hieronder worden beschreven, spelen een belangrijke rol bij het creëren van gunstige voorwaarden voor de visteelt en de vaststelling van de specifieke kenmerken van „karp zatorski”.

Een karakteristiek kenmerk van het productiegebied van de „karp zatorski” is het dichte waterwegennet: een rivierennetwerk en een dicht netwerk van afwateringskanalen en greppels die de individuele vijvers met water bevoorraden. Visvijvers beslaan ongeveer 22 % van het grondgebied van de gemeente Zator. Kenmerkend voor deze vijvers is de snelle groei van de biomassa. De karpervijvers in dit gebied hebben een overvloed aan natuurlijk voedsel voor de vissen: zoöplankton, fytoplankton en benthos. Door het aantal meren, vijvers en plassen staat het in punt 4 afgebakende geografische gebied gemeenzaam bekend als „Dolina karpia” (de karpervallei).

Het productiegebied van de „karp zatorski” bevindt zich in de hydrogeologische regio van de Voor-Karpaten. De grondwaterspiegel ligt 5 à 10 m onder de oppervlakte. De gemiddelde dikte van de waterhoudende grondlaag wordt geraamd op 4,8 m, met een infiltratiecoëfficiënt van 244/24 u. Het water is van goede kwaliteit (Klasse Ib).

Het productiegebied van de „karp zatorski” bevindt zich in Midden-Europa in het onderste deel van de gematigd warme klimaatzone van de Karpaten. Het klimaat in dit gebied ondergaat zowel continentale als maritieme invloeden. Het klimaat wordt ook beïnvloed door de nabijheid van bergachtig gebied. De vegetatieperiode (gemiddelde dagtemperaturen van meer dan 5 °C) bestrijkt 224 dagen en de meest intense vegetatieperiode (gemiddelde dagtemperaturen van meer dan 10 °C) loopt van eind april tot midden oktober. De vorstvrije periode bedraagt 172 dagen.

De bodem in het productiegebied van de „karp zatorski” is zeer gevarieerd: bruine aarde en pseudo-podsols, fluviatiele modder, kleilagen, zwarte aarde en turfachtige en moerassige bodems.

Het kweekgebied van de „karp zatorski” wordt vooral gekenmerkt door de schone lucht en door de overvloed aan rijke en zeldzame fauna en flora. Door deze grote aanwezigheid van dieren in het wild werd dit gebied — de vallei van de benedenloop van de Skawa (PL 125) — door de Poolse organisatie voor de vogelbescherming (OTOP) op basis van de criteria van Birdlife International geselecteerd om als een speciaal te beschermen gebied deel uit te maken van het Natura 2000-netwerk. Natura 2000 speelt een belangrijke rol in de handhaving van de natuurlijke rijkdommen van de Europese Unie.

De uitzonderlijke kwaliteit van de „karp zatorski” is onlosmakelijk verbonden met het natuurlijke milieu in het in punt 4 afgebakende geografische gebied. De kwaliteit van de „karp zatorski” is evenwel niet uitsluitend het resultaat van de unieke kenmerken van de natuurlijke omgeving, maar is ook te danken aan de plaatselijke tradities en technieken op het gebied van aquacultuur. Slechts de combinatie van bovengenoemde factoren maakt het mogelijk een karper met deze specifieke kenmerken te kweken. Dankzij de natuurlijke factoren bevatten de visvijvers toereikende hoeveelheden natuurlijk voedsel van goede kwaliteit. Het productiegebied van de „karp zatorski” beschikt tevens over een gunstige bodem en een gunstig klimaat voor de teelt van de vier belangrijkste granen. Doordat met name rijke voedselvoorraden in de vijvers aanwezig zijn, kunnen de vissen worden gekweekt op een dieet van natuurlijk voedsel en zijn kunstvoeding en supplementen overbodig. Doordat de vijvers op het vlak van voedsel zo productief zijn en doordat koolhydraatrijke kunstvoeding die gemakkelijk gaat gisten, niet hoeft te worden toegediend, kunnen pathogene stoffen worden beperkt. Dat heeft zijn invloed op de gezondheid van de „karp zatorski” en op de uitzonderlijke organoleptische eigenschappen van het product. Het heeft met name tot gevolg dat de vis fris ruikt en dat zijn smaak verfijnd is. De kenmerken van het hierboven beschreven geografische gebied leiden er ook toe dat vis wordt verkregen met een goede lichaamsdiepte en een goede vleesontwikkeling, zoals blijkt uit de hoge conditiefactor. De link tussen de kweek van de „karp zatorski” en zijn plaats van oorsprong is sterk omdat natuurlijke waterlopen en waterwegen — rivieren en hun bijrivieren — de regio ruimschoots voorzien van het water dat voor de aquacultuur essentieel is. Dat dermate grote en functionele kweekvijvers konden worden aangelegd, is te danken aan het terrein in de regio. De bodem waarin de vijvers werden aangelegd en de klimaatomstandigheden (met name de lange vegetatieperiode) en de overvloed aan en kwaliteit van het in de vijvers aanwezige natuurlijke voedsel hebben een rechtstreekse invloed uitgeoefend op de productiviteit van de vijvers (d.w.z. op de hoeveelheid vis die zonder toediening van kunstvoeding per hectare kan worden gekweekt — van 150 tot 300 kg/ha). De unieke kenmerken van de „karp zatorski” zijn ook te danken aan het feit dat, op grond van observatie, onderzoek en ervaring, de plaatselijke karpertelers en wetenschappers de karper hebben geselecteerd die het best aan de plaatselijke omstandigheden is aangepast. Hierbij kwam een zuiver ras van de „karp zatorski” tot stand dat is gekruist met de volgende zuivere rassen: het Hongaarse, het Joegoslavische, het Golysz- en het Israëlische (Dor-70) ras. Het resultaat is een karper met uitstekende kenmerken voor de aquacultuur, zoals een hoog overlevingspercentage en het feit dat hij zeer economisch gebruikmaakt van het aanwezige voedsel, wat blijkt uit de lage voederconversiecoëfficiënt. Heterosis zorgt ervoor dat de vissen sneller groeien, beter bestand zijn tegen ziekten, een hoge visvleesopbrengst hebben en zeer goed zijn aangepast aan de natuurlijke plaatselijke omstandigheden. De kweekmethode die in Zator werd ontwikkeld en die aan de milieuomstandigheden van het in punt 4 afgebakende gebied is aangepast, maakt het mogelijk een product te kweken met deze specifieke kenmerken. Door de kweekperiode tot twee jaar in te korten, werd het mogelijk jonge karpers te kweken met een uitstekende smaak en organoleptische eigenschappen en visvlees waarvan het vetgehalte lager is dan dat van de oudere vis die op de markt is en die met de doorgaans toegepaste, langere kweekcyclus wordt verkregen. Het is omdat de „karp zatorski” een jonge vis is dat hij zo verfijnd smaakt. Daarin schuilt het verschil met de karpers die in andere geografische gebieden worden gekweekt. Dat verklaart ook de kwaliteit en de organoleptische eigenschappen van het visvlees, waar de consument zo tuk op is. De consument is zich bewust van de kenmerken van de „karp zatorski”, zoals blijkt uit het feit dat deze vis van de hand gaat tegen een prijs die 10 à 15 % hoger ligt dan die van karper uit andere geografische gebieden.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

http://www.minrol.gov.pl/Jakosc-zywnosci/Produkty-regionalne-i-tradycyjne/Zlozone-wnioski-o-rejestracje-Produkty-regionalne-i-tradycyjne/OGLOSZENIE-MINISTRA-ROLNICTWA-I-ROZWOJU-WSI-z-dnia-3-czerwca-2015-roku


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 225/11


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2016/C 225/08)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG VOOR DE GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag voor de goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

„ŠTAJERSKO PREKMURSKO BUČNO OLJE”

EU-nr. SI-PGI-0105-01361 — 2.9.2015

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

GIZ GOLICA (vereniging van pompoenenkwekers, landbouwcoöperaties, landbouwbedrijven en installaties voor de vervaardiging van pompoenpitolie)

Trg svobode 3

SI-2310 Slovenska Bistrica

SLOVENIJA

De aanvragende groepering heeft ook de aanvraag voor de bescherming van „Štajersko prekmursko bučno olje” ingediend, en heeft derhalve een rechtmatig belang.

2.   Lidstaat of derde land

Slovenië

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijzigingen in het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die niet kunnen worden aangemerkt als een minimale wijziging in de zin van artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

Wijzigingen in het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die niet kunnen worden aangemerkt als een minimale wijziging in de zin van artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en waarvoor geen enig (of gelijkwaardig) document is gepubliceerd.

5.   Wijziging(en)

1.   Beschrijving van het product

Het bereik van het gehalte aan stearinezuur (C18:0) onder de rubriek Predstavitev izdelka (aanbiedingsvorm) moet worden gecorrigeerd. Het bereik van het gehalte aan stearinezuur dat conform de nationale voorschriften is opgenomen in het goedgekeurde productdossier, is onjuist vermeld als „3 à 15” en moet worden gecorrigeerd in „3 à 16”.

De rubriek Upravičenost do označbe geografska označba (over het recht op het gebruik van geografische aanduiding) bevat informatie over de oppervlakte die is ingezaaid met oliehoudende pompoenen en over de ingezaaide rassen. De omvang van die oppervlakte oliehoudende pompoenen en de gebruikte rassen variëren van jaar tot jaar. Het is daarom niet nodig om in het productdossier naar deze informatie te verwijzen.

2.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product

In het schema van de productiefasen van het product wordt de verwijzing naar de specifieke drukwaarde tijdens het persen, vastgesteld op 300 bar, geschrapt. De druk is voornamelijk afhankelijk van de soort pers die wordt gebruikt en aangezien de producenten verschillende soorten persen gebruiken, is de verwijzing naar de specifieke drukwaarden niet relevant. Het doel van elke producent is te zorgen voor een maximale opbrengst aan olie uit de geroosterde massa.

Om rekening te houden met veranderingen in de behoeften en wensen van de markt worden de verpakkingsvolumes, namelijk 0,25 l, 0,5 l, 0,75 l en 1,0 l, volledig uit het productdossier geschrapt. Pompoenpitolie kan in recipiënten van verschillende volumes worden verpakt.

Wat de controles op de fysisch-chemische parameters van pompoenzaad betreft, worden de regels voor het analyseren van de verschillende parameters geschrapt. Van belang is dat de analyse van de verschillende fysisch-chemische parameters voldoet aan de desbetreffende regels.

In het huidige productdossier wordt het vochtgehalte van het pompoenzaad bij levering vastgesteld op 6 à 9 %, en na eventuele droging (indien meer dan 9 %) op 6 à 7 %. Het vochtgehalte van pompoenzaad bij levering en, in voorkomend geval, na droging moet worden geharmoniseerd en worden vastgesteld op maximaal 9 %. Tegelijkertijd moet de ondergrens van het vochtgehalte van pompoenzaad (6 %) worden geschrapt omdat deze niet van belang is: zelfs als het vochtgehalte minder dan 6 % is, heeft dit geen gevolgen voor de uiteindelijke kwaliteit van de pompoenpitolie.

Met betrekking tot het vaststellen van de roostertijd op 30 à 60 minuten wordt de ondergrens (30 minuten) geschrapt en blijft de bovengrens behouden (ongeveer 60 minuten). Het is niet nodig om een ondergrens vast te stellen, omdat de tijd die nodig is voor het roosteren afhangt van de kwaliteit van de ingrediënten. Ongeacht deze wijzigingen moet elke producent door middel van roosteren een bruingroene massa verkrijgen met een nootachtig aroma.

Punt 4.5 van het overzicht beschrijft de werkwijze voor het verkrijgen van „Štajersko prekmursko bučno olje”. De tekst kan worden vereenvoudigd door onder punt 3.4 van het enig document alleen de fundamentele productiefasen van „Štajersko prekmursko bučno olje” die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden, te vermelden zonder dieper in te gaan op elke afzonderlijke fase. Aangezien pompoenzaad buiten het afgebakende geografische gebied geproduceerd mag worden, wordt deze fase niet beschouwd als een van de fasen die moeten plaatsvinden binnen het geografische gebied. Daarom wordt deze fase niet langer onder punt 3.4 van het enig document vermeld.

3.   Etikettering

Aangezien nieuwe etiketteringsvoorschriften voor „Štajersko prekmursko bučno olje” worden voorgesteld, is het zinvol de etikettering van „Štajersko prekmursko bučno olje”, ongeacht of deze binnen of buiten het afgebakende geografische gebied wordt verpakt, te vereenvoudigen en gelijk te trekken.

Het huidige punt 4.8 van het overzicht bevat verschillende voorschriften voor de verpakking van „Štajersko prekmursko bučno olje” binnen en buiten het afgebakende geografische gebied. Het verschil is dat „Štajersko prekmursko bučno olje” die binnen het afgebakende geografische gebied wordt verpakt, mag worden voorzien van het nationale keurmerk, terwijl „Štajersko prekmursko bučno olje” die buiten het afgebakende geografische gebied wordt verpakt, traceerbaar moet zijn naar de bron.

Aangezien „Štajersko prekmursko bučno olje” traceerbaar moet zijn, ongeacht waar zij wordt verpakt, moet deze bepaling zowel binnen als buiten het geografische gebied van toepassing zijn op de verpakking.

De uniforme etikettering van „Štajersko prekmursko bučno olje” is ook noodzakelijk voor naleving van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 901/2012 van de Commissie van 2 oktober 2012 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen („Štajersko prekmursko bučno olje” (BGA)) (2). De uitvoeringsverordening vereist met betrekking tot etiketteringsvoorschriften dat het land van oorsprong (Slovenië) in hetzelfde gezichtsveld als de beschermde naam wordt vermeld, en in letters van dezelfde grootte.

Om de oorsprong van het product verder te benadrukken, wordt het huidige logo van „Štajersko prekmursko bučno olje” vervangen door een nieuw logo met het opschrift Proizvedeno v Sloveniji (Geproduceerd in Slovenië).

4.   Overige

Aangezien de wetgeving onder de rubriek Zakanodaja (wetgeving) niet langer van kracht is, wordt algemeen verwezen naar de geldende wetgeving in zowel Slovenië als de EU.

De wijziging onder de rubriek Tehnika ocenjevanja bučnega olja (testtechnieken voor pompoenpitolie) heeft betrekking op de verbinding van de organoleptische categorieën „geur” (verbrande geur en vreemde geuren) en „aroma” (ranzig, verbrand aroma, nasmaak). Vandaar dat in het kader van organoleptische tests de geur wordt onderzocht op ranzigheid, verbrande en vreemde geuren, terwijl de smaak wordt onderzocht op ranzigheid, verbrande smaken en nasmaak. Dit maakt het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de organoleptische eigenschappen van de geur en smaak van pompoenpitolie.

ENIG DOCUMENT

„ŠTAJERSKO PREKMURSKO BUČNO OLJE”

EU-nr. SI-PGI-0105-01361 — 2.9.2015

BOB ( ) BGA ( X )

1.   Naam

„Štajersko prekmursko bučno olje”

2.   Lidstaat of derde land

Slovenië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Štajersko prekmursko bučno olje” is een ruwe, plantaardige consumptieolie die wordt verkregen door het persen van geroosterde kwaliteitszaden van oliehoudende pompoenen.

„Štajersko prekmursko bučno olje” heeft een donkergroene tot rode kleur en een karakteristieke aromatische geur en smaak. De olie heeft een gunstige vetzuursamenstelling: ze bevat ongeveer 20 % verzadigde, ongeveer 35 % enkelvoudig onverzadigde en ongeveer 45 % meervoudig onverzadigde vetzuren. „Štajersko prekmursko bučno olje” is tevens een rijke bron van tocoferolen want zij bevat ongeveer 50 mg vitamine E per 100 g olie. Voorts bevat deze olie nog andere vitaminen, micro-elementen, carotenoïden, zeldzame aminozuren en natuurlijke kleurstof (chlorofyl).

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Welke soorten pompoenzaden voor de verwerking tot „Štajersko prekmursko bučno olje” moeten worden gebruikt, is niet vastgelegd. De producenten maken gebruik van de zaden van de Cucurbita pepo. De zaden moeten gezond, rijp en donkergroen zijn en vrij zijn van vreemde smaken of geuren die zouden kunnen duiden op schadelijke veranderingen. De volgende fysisch-chemische parameters worden gebruikt om de pompoenzaden te controleren die tot „Štajersko prekmursko bučno olje” worden verwerkt:

aanwezigheid van onzuiverheden, niet meer dan 1 %,

vochtgehalte, niet meer dan 9 %,

minimaal oliegehalte: 40 %

maximumaandeel beschadigde zaden (geschaafd, gebroken): 15 %.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen in de verwerking van de pompoenzaden — ontvangst, opslag, reinigen, drogen, malen, kneden, roosteren, persen, sedimentatie en kwaliteitscontrole (fysisch-chemische en organoleptische analyse) — moeten binnen het geografische gebied plaatsvinden.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

„Štajersko prekmursko bučno olje” moet traceerbaar zijn. Elke producent is gerechtigd zijn eigen verpakking en etiket te gebruiken. De beschermde benaming „Štajersko prekmursko bučno olje” moet echter op het etiket of elders op de verpakking voorkomen, samen met het land van oorsprong (Slovenië) geschreven in letters van dezelfde grootte en in hetzelfde gezichtsveld als de beschermde naam, het gekleurde logo van het product en het symbool van de Unie (terwijl de weergave van het nationale keurmerk vrijwillig is).

Image

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De regio waar „Štajersko prekmursko bučno olje” uit pompoenzaad wordt verkregen, is afgebakend door een lijn die loopt van Dravograd naar Slovenj Gradec, Mislinja en Velenje (waar de grens door de hoofdweg wordt gevormd), Šoštanj, Mozirje, Nazarje Vransko, Prebold, Zabukovica en Laško. Van daaruit loopt de lijn langs de rivieren Savinja en Sava, voorbij Radeče Sevnica, Krško en Brežice naar Obrežje, vervolgens langs de grens met Kroatië tot aan de grens met Hongarije, dan langs de grens met Hongarije tot aan de grens met Oostenrijk en vervolgens langs de grens met Oostenrijk (langs het Karavanke-gebergte) terug naar Dravograd.

5.   Verband met het geografische gebied

„Štajersko prekmursko bučno olje” is een culinaire specialiteit in het in punt 4 genoemde geografische gebied. De productie van pompoenpitolie in Štajerska en Prekmurje is een traditie, zoals blijkt uit documenten over de oprichting van de eerste pompoenpitoliepers in Fram, die reeds van 1750 dateert. De grootschalige productie van pompoenzaad in de regio leidde ertoe dat verschillende persen werden geïnstalleerd om pompoenzaad volgens artisanale methoden tot olie te verwerken (Slovenska Bistrica, Središče ob Dravi, Selo pri Pragerskem enz.). In 1904 richtte Albert Stigar in Slovenska Bistrica een fabriek op om pompoenzaden volgens artisanale methoden tot pompoenpitolie te verwerken. Er zijn geen grote verwerkingsinstallaties in Prekmurje; er zijn alleen maar kleine persen die het eigendom zijn van landbouwers. Eén zo’n landbouwer is Feri Vučak in Vadarci in Goričko. Zijn pers/verwerkingsinstallatie, met aan het hoofd de vierde familiegeneratie, houdt na 130 jaar nog steeds stand.

De faam van Štajersko prekmursko bučno olje heeft zich buiten Slovenië verspreid en heeft andere Europese landen, de VS, Australië, Rusland enz. bereikt zoals onder meer blijkt uit het feit dat deze olie de prijs van het meest innovatieve product heeft weggekaapt op het IFE07-evenement (Internationale drank- en voedingsbeurs) in Londen in 2007.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

http://www.mkgp.gov.si/fileadmin/mkgp.gov.si/pageuploads/podrocja/Kmetijstvo/zascita_kmetijskih_pridelkov_zivil/SPBO_Z_spr_24_8_15.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB L 268 van 3.10.2012, blz. 3.