|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
59e jaargang |
|
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2016/C 99/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7948 — Hauptgenossenschaft Nord/Roth Agrarhandel) ( 1) |
|
|
2016/C 99/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7924 — Bell AG/Coop Group/HL Verwaltungs-GmbH) ( 1) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2016/C 99/03 |
||
|
2016/C 99/04 |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2016/C 99/05 |
||
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2016/C 99/06 |
||
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2016/C 99/07 |
||
|
2016/C 99/08 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.7948 — Hauptgenossenschaft Nord/Roth Agrarhandel)
(Voor de EER relevante tekst)
(2016/C 99/01)
Op 1 maart 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M7948. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.7924 — Bell AG/Coop Group/HL Verwaltungs-GmbH)
(Voor de EER relevante tekst)
(2016/C 99/02)
Op 26 februari 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M7924. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
14 maart 2016
(2016/C 99/03)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1119 |
|
JPY |
Japanse yen |
126,36 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4585 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,77428 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,2810 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0969 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
9,4140 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
27,050 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
310,11 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,2837 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,4658 |
|
TRY |
Turkse lira |
3,2049 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4755 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4737 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,6253 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6591 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5281 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 318,77 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,1243 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,2230 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,5650 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
14 504,47 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5746 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
51,785 |
|
RUB |
Russische roebel |
78,5889 |
|
THB |
Thaise baht |
38,961 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
4,0261 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
19,7648 |
|
INR |
Indiase roepie |
74,5653 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/3 |
Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 28 lidstaten, zoals die vanaf 1 april 2016 gelden
(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))
(2016/C 99/04)
De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.
Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.
Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 67 van 20.2.2016, blz. 7.
|
Van |
Tot |
AT |
BE |
BG |
CY |
CZ |
DE |
DK |
EE |
EL |
ES |
FI |
FR |
HR |
HU |
IE |
IT |
LT |
LU |
LV |
MT |
NL |
PL |
PT |
RO |
SE |
SI |
SK |
UK |
|
1.4.2016 |
… |
0,03 |
0,03 |
1,19 |
0,03 |
0,46 |
0,03 |
0,30 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
1,50 |
1,37 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
0,03 |
1,83 |
0,03 |
1,40 |
- 0,22 |
0,03 |
0,03 |
1,04 |
|
1.3.2016 |
31.3.2016 |
0,06 |
0,06 |
1,63 |
0,06 |
0,46 |
0,06 |
0,30 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
1,92 |
1,37 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
0,06 |
1,83 |
0,06 |
1,65 |
- 0,22 |
0,06 |
0,06 |
1,04 |
|
1.2.2016 |
29.2.2016 |
0,09 |
0,09 |
1,63 |
0,09 |
0,46 |
0,09 |
0,36 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
1,92 |
1,37 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
0,09 |
1,83 |
0,09 |
1,65 |
- 0,22 |
0,09 |
0,09 |
1,04 |
|
1.1.2016 |
31.1.2016 |
0,12 |
0,12 |
1,63 |
0,12 |
0,46 |
0,12 |
0,36 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
1,92 |
1,37 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
0,12 |
1,83 |
0,12 |
1,65 |
- 0,22 |
0,12 |
0,12 |
1,04 |
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/4 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/05/2016
in het kader van het programma Erasmus+
Kernactie 3: Ondersteuning van beleidshervormingen
Sociale inclusie door onderwijs, opleiding en jeugdzaken
(2016/C 99/05)
1. Beschrijving en doelstellingen
Deze oproep tot het indienen van voorstellen ondersteunt onderwijs-, opleidings- en jeugdprojecten, gericht op de uitbreiding en verspreiding van innovatieve goede praktijken die onder het toepassingsgebied van „de verklaring over het bevorderen, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en non-discriminatie” van 17 maart 2015 („de Verklaring van Parijs” (1)) vallen.
Voorstellen die naar aanleiding van deze oproep worden ingediend, moeten zich hoofdzakelijk richten op één van de volgende algemene doelstellingen — die op het aanvraagformulier moet worden aangegeven:
|
1. |
het voorkomen van gewelddadige radicalisering en het bevorderen van democratische waarden, grondrechten, intercultureel begrip en actief burgerschap; |
|
2. |
het bevorderen van de inclusie van kansarme lerenden, zoals personen met een migratieachtergrond, en daarbij discriminatiepraktijken voorkomen en bestrijden. |
Daarnaast moet elk voorstel bijdragen tot minimaal één en maximaal drie van de volgende specifieke doelstelling(en):
|
1. |
het verbeteren van de verwerving van sociale en burgerlijke competenties, het bevorderen van de kennis van, het inzicht in en het verantwoordelijkheidsgevoel jegens democratische waarden en grondrechten; |
|
2. |
het voorkomen en bestrijden van iedere vorm van discriminatie en segregatie in het onderwijs; |
|
3. |
het bevorderen van gendergelijkheid in de leeromgeving, het bestrijden van genderstereotypen en het voorkomen van op gender gebaseerd geweld; |
|
4. |
het vergroten van de toegang tot hoogwaardige en inclusieve reguliere onderwijsvormen en opleidingen met aandacht voor de behoeften van kansarme lerenden; |
|
5. |
het bevorderen van wederzijds begrip en respect onder personen met verschillende etnische of religieuze achtergronden, opvattingen of overtuigingen, bijvoorbeeld door stereotypen aan te pakken en de interculturele dialoog te bevorderen; |
|
6. |
het bevorderen van kritisch denken, cyber- en mediageletterdheid onder kinderen, jongeren, jeugdwerkers en onderwijspersoneel; |
|
7. |
het creëren van inclusieve en democratische leeromgevingen; |
|
8. |
het ondersteunen van leerkrachten en opleiders bij het hanteren van conflicten en het aanpakken van diversiteit; |
|
9. |
het voorkomen van radicalisering in gevangenissen en gesloten instellingen; |
|
10. |
het aanmoedigen van de deelname van jongeren aan het sociale leven in de maatschappij en het ontwikkelen van initiatieven om jongeren te bereiken en in de samenleving op te nemen; |
|
11. |
het faciliteren van de verwerving van de onderwijsta(a)l(en) door pas gearriveerde migranten; |
|
12. |
het beoordelen van de kennis van pas gearriveerde migranten en het valideren van het onderwijs dat zij al hebben gevolgd; |
|
13. |
het doen toenemen van de kwaliteit van niet-formele leeractiviteiten, jeugdwerkpraktijken en vrijwilligerswerk. |
Deze oproep omvat twee partijen:
|
Partij 1 |
: |
Onderwijs en opleiding |
|
Partij 2 |
: |
Jeugd |
Aanvragers kunnen zich slechts op één van de voornoemde partijen richten en zij moeten dit aangeven op het aanvraagformulier.
Deze oproep ondersteunt drie projectdelen:
|
Deel 1 |
: |
Transnationale samenwerkingsprojecten (partij 1 en partij 2) |
|
Deel 2 |
: |
Grootschalige vrijwilligersprojecten (partij 2) |
|
Deel 3 |
: |
Netwerkactiviteiten van nationale agentschappen voor Erasmus+ (2) (partij 2) |
Aanvragers kunnen zich slechts op één van de voornoemde delen richten en zij moeten dit deel aangeven op het aanvraagformulier.
2. In aanmerking komende aanvragers
In aanmerking komen publieke en particuliere organisaties die actief zijn op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd, en wel op de terreinen die onder de Verklaring van Parijs vallen. Aanvragers die in aanmerking komen voor deelneming aan deze oproep:
|
— |
onderwijsinstellingen en andere onderwijsaanbieders, |
|
— |
nationale, regionale en lokale overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor onderwijs, opleiding en jeugd, |
|
— |
niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), |
|
— |
onderzoeksinstituten, |
|
— |
handelsorganisaties en sociale partners, |
|
— |
begeleidings- en erkenningscentra, |
|
— |
internationale organisaties, |
|
— |
particuliere ondernemingen, |
|
— |
netwerken van de hierboven opgesomde organisaties, mits zij rechtspersoonlijkheid hebben, |
|
— |
nationale agentschappen voor Erasmus+ op het gebied van jeugd (3). |
Uitsluitend voorstellen van rechtspersonen die zijn gevestigd in één van de volgende landen komen in aanmerking:
|
— |
de 28 lidstaten van de Europese Unie, |
|
— |
de EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, |
|
— |
kandidaat-lidstaten van de EU: Turkije, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. |
Vereiste minimumaantal partners
|
Deel 1 |
: |
vier organisaties uit vier in aanmerking komende landen. Indien er netwerken bij het project betrokken zijn, moet het partnerschap minimaal twee organisaties omvatten die geen lid van het netwerk zijn (d.w.z. twee netwerkpartners, plus twee organisaties die geen lid van het netwerk zijn). |
|
Deel 2 |
: |
drie organisaties uit drie in aanmerking komende landen. |
|
Deel 3 |
: |
vier nationale agentschappen voor Erasmus+ op het gebied van jeugd uit vier in aanmerking komende landen. |
3. Subsidiabele activiteiten en duur van het project
De activiteiten moeten van start gaan tussen 1 december 2016 en 31 december 2016. De duur van het project wordt vastgesteld op 24 of 36 maanden. Als het na ondertekening van de overeenkomst en de start van het project voor de begunstigden echter onmogelijk blijkt om het project om gegronde redenen en buiten hun wil binnen de geplande periode te voltooien, kan een verlenging van de termijn worden toegekend, tot maximaal zes maanden als deze wordt aangevraagd vóór de uiterste datum die in de subsidieovereenkomst is opgenomen. De maximumduur wordt dan 42 maanden.
De activiteiten die in het kader van deze oproep kunnen worden gefinancierd, zijn onder meer (niet-uitputtende lijst):
Deel 1 — Transnationale samenwerkingsprojecten:
|
— |
samenwerking/partnerschappen en netwerkmodellen waarbij combinaties van relevante (publieke/particuliere) belanghebbenden uit verschillende sectoren betrokken zijn, |
|
— |
het aanpassen van leerpraktijken, -instrumenten en -materialen, waaronder leerplan- en cursusontwikkeling, |
|
— |
conferenties, seminaries, workshops en bijeenkomsten met beleidsmakers en besluitvormers, |
|
— |
het beoordelen, uitwisselen en valideren van goede praktijken en leerervaringen, |
|
— |
opleidingen en andere capaciteitsopbouwende activiteiten (bijvoorbeeld voor leerkrachten, jeugdwerkers, lokale overheden, gevangenispersoneel enz.), |
|
— |
ondersteunende benaderingen en buurtwerkinitiatieven voor jongeren door jongeren, |
|
— |
gerichte bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, waaronder doeltreffende communicatiestrategieën en met gebruikmaking van informatiemateriaal, |
|
— |
operationele of beleidsaanbevelingen op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd die relevant zijn voor de doelstellingen van de Verklaring van Parijs, |
|
— |
evaluatieactiviteiten. |
Deel 2 — Grootschalige vrijwilligersprojecten:
|
— |
vrijwilligersactiviteiten van twee tot twaalf maanden voor jongeren in de leeftijd van 17 tot 30 jaar die in een in aanmerking komend land wonen, |
|
— |
gerichte bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, waaronder informatiemateriaal en doeltreffende communicatiestrategieën, |
|
— |
conferenties, seminaries, workshops en bijeenkomsten met beleidsmakers en besluitvormers, |
|
— |
operationele of beleidsaanbevelingen op het gebied van vrijwilligerswerk die relevant zijn voor de situatie van pas gearriveerde migranten, |
|
— |
ondersteunende benaderingen en buurtwerkinitiatieven gericht op jongeren uit kansarme groepen, |
|
— |
evaluatieactiviteiten. |
Deel 3 — Netwerkactiviteiten van nationale agentschappen voor Erasmus+:
|
— |
gerichte bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, waaronder informatiemateriaal en doeltreffende communicatiestrategieën, |
|
— |
conferenties, seminaries, workshops en bijeenkomsten met beleidsmakers en besluitvormers, |
|
— |
het beoordelen, uitwisselen en valideren van goede praktijken en leerervaringen, |
|
— |
samenwerking/partnerschappen en netwerkmodellen waarbij combinaties van relevante (publieke/particuliere) belanghebbenden uit verschillende sectoren betrokken zijn, |
|
— |
het ontwikkelen van leerpraktijken, -instrumenten en –materialen, |
|
— |
het opstellen van beleidsaanbevelingen en voorbeelden van beste praktijken, |
|
— |
ondersteunende benaderingen en buurtwerkinitiatieven gericht op jongeren uit kansarme groepen, |
|
— |
opleidingen en andere capaciteitsopbouwende activiteiten voor organisaties/instanties, inclusief jeugdwerkers en vrijwilligers, |
|
— |
integratie en verankering van beproefde innovaties/goede praktijken in lokale, regionale, nationale en Europese systemen, |
|
— |
lokale jeugdwerk- en vrijwilligersactiviteiten voor het uittesten van de vergaarde kennis, |
|
— |
evaluatieactiviteiten. |
Voor de delen 1 en 3 geldt dat alleen activiteiten in de in aanmerking komende landen subsidiabel zijn. Voor deel 2 geldt dat alleen activiteiten in de EU-lidstaten subsidiabel zijn.
4. Toekenningscriteria
In aanmerking komende voorstellen zullen worden beoordeeld op basis van uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria (4).
De toekenningscriteria voor de financiering van een voorstel zijn:
|
1. |
relevantie (30 %); |
|
2. |
kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van het project (20 %); |
|
3. |
kwaliteit van het partnerschap en de samenwerkingsvoorzieningen (20 %); |
|
4. |
impact, verspreiding en duurzaamheid (30 %). |
Alleen de voorstellen die:
|
— |
een minimumdrempel van 60 % van de totaalscore (d.w.z. de samengevoegde score voor de vier toekenningscriteria), en |
|
— |
een minimumdrempel van 50 % voor elk criterium hebben behaald, |
komen in aanmerking voor EU-financiering.
5. Budget
Het totale budget dat beschikbaar is voor de cofinanciering van projecten in het kader van deze oproep, bedraagt 13 000 000 EUR. Het bedrag wordt als volgt verdeeld:
|
Partij 1 |
— |
Onderwijs en opleiding: 10 000 000 EUR |
|
Partij 2 |
— |
Jeugd: 3 000 000 EUR |
|
Budget per partij en indicatieve toewijzing per deel |
||||
|
Totaal: 10 500 000 EUR Partij 1: 10 000 000 EUR Partij 2: 500 000 EUR |
|||
|
Partij 2: 1 000 000 EUR |
|||
|
Partij 2: 1 500 000 EUR |
|||
De financiële bijdrage van de EU kan niet meer bedragen dan 90 % van de totale subsidiabele kosten.
De maximale subsidie per project bedraagt 500 000 EUR.
Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare middelen voor deze oproep uit te keren.
6. Indieningsprocedure en uiterste indieningsdatum
Alvorens de elektronische aanvraag in te dienen, zullen aanvragers hun organisatie moeten registreren via het deelnemersportaal Onderwijs, Audiovisuele Media, Cultuur, Burgerschap en Vrijwilligerswerk, waarbij zij een identificatiecode voor deelnemers ontvangen (Participant Identification Code — PIC). Op het aanvraagformulier zal om deze code worden gevraagd.
Het deelnemersportaal is de tool waarmee alle wettelijke en financiële informatie over organisaties wordt beheerd. Informatie over hoe u zich kunt registreren, is te vinden op het portaal op het volgende adres: http://ec.europa.eu/education/participants/portal
Aanvragers worden verzocht alle informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen en de indieningsprocedure zorgvuldig te lezen en de documenten te gebruiken die deel uitmaken van de aanvraag (aanvraagpakket) op: https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding/key-action-3-initiatives-for-policy-innovation-social-inclusion-through-education-training-and-youth_en
Het aanvraagpakket moet online worden ingediend met behulp van het juiste elektronische formulier dat volledig is ingevuld en dat alle relevante en van toepassing zijnde bijlagen en ondersteunende documenten bevat. Het aanvraagpakket is beschikbaar op internet op het volgende adres: https://eacea.ec.europa.eu/PPMT/
Aanvraagformulieren die niet alle noodzakelijke informatie bevatten of die niet op de uiterste datum online zijn ingediend, worden niet in aanmerking genomen.
Subsidieaanvragen moeten worden opgesteld in een van de officiële EU-talen.
Uiterste termijn voor het indienen: 30 mei 2016 — 12.00 uur ’s middags Midden-Europese tijd
7. Aanvullende informatie
Zie voor meer informatie de richtlijnen voor aanvragers.
De richtlijnen voor aanvragers en het aanvraagpakket zijn beschikbaar op de volgende website:
https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding/key-action-3-initiatives-for-policy-innovation-social-inclusion-through-education-training-and-youth_en
E-mail: contactgegevens: EACEA-Policy-Support@ec.europa.eu
(1) http://ec.europa.eu/education/news/2015/documents/citizenship-education-declaration_en.pdf
(2) De lijst van nationale agentschappen voor Erasmus+ op het gebied van jeugd is te vinden op het adres: http://ec.europa.eu/youth/partners_networks/national_agencies_en.htm
(3) Alleen voor deel 3.
(4) Zie de richtlijnen voor aanvragers, hoofdstukken 7, 8 en 9.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/10 |
Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China
(2016/C 99/06)
Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China heeft de Europese Commissie („de Commissie”) een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”).
1. Verzoek om een nieuw onderzoek
Het verzoek (3) werd op 14 december 2015 ingediend door de European Glass Fibre Producers Association („APFE”) („de indiener van het verzoek”) namens producenten die goed zijn voor meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van bepaalde continuglasvezelproducten.
2. Onderzocht product
Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op gesneden glasvezelstrengen met een lengte van niet meer dan 50 mm; glasvezelrovings, met uitzondering van glasvezelrovings die worden geïmpregneerd en gecoat en een gloeiverlies van meer dan 3 % hebben (zoals vastgesteld volgens ISO-norm 1887); en matten van glasvezelfilamenten, met uitzondering van glaswolmatten („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7019 11 00, ex 7019 12 00 (Taric-codes 7019120021, 7019120022, 7019120023, 7019120025, 7019120039) en 7019 31 00.
3. Bestaande maatregelen
Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EU) nr. 248/2011 van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1379/2014 van de Commissie (5).
4. Motivering van het nieuwe onderzoek
Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.
4.1. Bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is
Aangezien de Volksrepubliek China („het betrokken land”), gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening, als een land zonder markteconomie wordt beschouwd, heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de invoer uit het betrokken land vastgesteld op basis van de prijs in een derde land met een markteconomie, namelijk Turkije. De bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie.
De aldus berekende dumpingmarge blijkt voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.
4.2. Bewering dat herhaling van schade waarschijnlijk is
Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft hij voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen, gezien de onbenutte capaciteit van de productiefaciliteiten van de producenten-exporteurs in het betrokken land en de aantrekkelijkheid van de EU-markt, die blijkt uit de toenemende vraag naar en de hoge prijzen van het onderzochte product.
Tot slot voert hij aan dat het vooral dankzij de onlangs gewijzigde antidumpingmaatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt, en dat de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade zal lijden als de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd.
5. Procedure
Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen te rechtvaardigen, opent zij een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.
5.1. Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode
Het onderzoek naar de voortzetting of herhaling van dumping zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2012 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).
5.2.1. Onderzoek van producenten-exporteurs
5.2.1.1.
a) Samenstelling van de steekproef
Gezien het mogelijk grote aantal producenten-exporteurs in het betrokken land dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, zullen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de productie, verkoop of uitvoer dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de producenten-exporteurs die te kennen hebben gegeven dat zij om een individuele dumpingmarge willen verzoeken, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.
Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).
5.2.2. Aanvullende procedure met betrekking tot producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie
5.2.2.1.
De normale waarde van de invoer uit het betrokken land zal overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de door berekening vastgestelde waarde in een derde land met een markteconomie.
In het oorspronkelijke onderzoek is Turkije als derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor het betrokken land vast te stellen. Voor dit onderzoek wordt, op basis van de in het verzoek verstrekte gegevens, overwogen om Turkije opnieuw als referentieland te gebruiken. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, kunnen andere producenten uit landen met een markteconomie onder meer gevestigd zijn in Maleisië, Egypte en Taiwan. De Commissie zal onderzoeken of het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht in die derde landen met een markteconomie waarvoor aanwijzingen bestaan dat het onderzochte product er wordt geproduceerd. Belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van de keuze van het referentieland uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in te dienen.
5.2.3. Onderzoek van niet-verbonden importeurs (6) (7)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.
Gezien het mogelijk grote aantal niet-verbonden importeurs dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan de haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
5.3. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van herhaling van schade
Teneinde vast te stellen of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.3.1. Onderzoek van producenten in de Unie
Gezien het grote aantal producenten in de Unie dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.
De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.7). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan de onderzoeken die tot de geldende maatregelen hebben geleid, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.
Belanghebbenden die nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan de haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
5.4. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Indien wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of het handhaven van de antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. De producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de gebruikers en hun representatieve verenigingen, en de representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening is verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.5. Andere schriftelijke opmerkingen
Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
5.6. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
5.7. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (8).
Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
|
Europese Commissie |
||||
|
Directoraat-generaal Handel |
||||
|
Directoraat H |
||||
|
Kamer CHAR 04/039 |
||||
|
1049 Brussel |
||||
|
BELGIË |
||||
|
E-mail: |
||||
|
6. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
7. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.
Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, en het belang van de Unie.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/.
8. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.
9. Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening
Aangezien dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.
Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek indienen voor een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.
Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.
10. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).
(1) PB C 199 van 16.6.2015, blz. 3.
(2) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.
(3) http://trade.ec.europa.eu/tdi/completed.cfm
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 248/2011 van de Raad van 9 maart 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 67 van 15.3.2011, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1379/2014 van de Commissie van 16 december 2014 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde producten van glasvezelfilamenten van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 248/2011 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 367 van 23.12.2014, blz. 22).
(6) Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 3 van bijlage II voor de definitie van een verbonden partij.
(7) Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.
(8) Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(9) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
BIJLAGE I
☐ „Limited”-versie (1)
☐ Versie „For inspection by interested parties”
(vakje aankruisen dat van toepassing is)
ANTIDUMPINGPROCEDURE BETREFFENDE DE INVOER VAN BEPAALDE CONTINUGLASVEZELPRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
INFORMATIE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF VAN PRODUCENTEN-EXPORTEURS IN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
Dit formulier is bedoeld om producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China te helpen bij het verstrekken van de informatie voor de samenstelling van de steekproef, als bedoeld in punt 5.2.1.1 van het bericht van opening.
De „Limited”-versie en de versie „For inspection by interested parties” moeten beide aan de Commissie worden teruggezonden, zoals aangegeven in het bericht van opening.
1. NAAM EN CONTACTGEGEVENS
Gelieve de volgende gegevens over uw onderneming te verstrekken:
Naam van de onderneming
Adres
Contactpersoon
E-mail:
Telefoon
Fax
2. OMZET, VERKOOPVOLUME, PRODUCTIE EN PRODUCTIECAPACITEIT
Vermeld voor het tijdvak van het nieuwe onderzoek, dat wil zeggen van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, in de rekenvaluta van de onderneming de omzet die is behaald met (de uitvoer naar de Unie voor elk van de 28 lidstaten (2) afzonderlijk en in totaal, en de binnenlandse verkoop van) bepaalde continuglasvezelproducten, zoals omschreven in het bericht van opening, alsook het gewicht daarvan. Vermeld het gewicht en de gebruikte valuta.
Tabel I
Omzet en verkoopvolume
Ton
Waarde in rekenvaluta
Vermeld de gebruikte valuta
Uitvoer naar de Unie van het onderzochte product, vervaardigd door uw onderneming, voor elk van de 28 lidstaten afzonderlijk en in totaal
Totaal:
Vermeld elke lidstaat (1):
Uitvoer naar de rest van de wereld van het onderzochte product, vervaardigd door uw onderneming
Totaal:
Vermeld de 5 belangrijkste landen van invoer en de respectieve volumes en waarden (1)
(1) Dit document is uitsluitend bestemd voor intern gebruik. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).
(2) De 28 lidstaten van de Europese Unie zijn: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Ton
Waarde in rekenvaluta
Vermeld de gebruikte valuta
Binnenlandse verkoop van het onderzochte product, vervaardigd door uw onderneming
(1) Zo nodig extra rijen toevoegen.
Tabel II
Productie en productiecapaciteit
Ton
Totale productie van het onderzochte product door uw onderneming
Productiecapaciteit voor het onderzochte product van uw onderneming
3. ACTIVITEITEN VAN UW ONDERNEMING EN VAN VERBONDEN ONDERNEMINGEN (3)
Verstrek nadere bijzonderheden over de precieze activiteiten van de onderneming en alle verbonden ondernemingen (vermeld die ondernemingen en geef de relatie met uw onderneming aan) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het onderzochte product. Dergelijke activiteiten kunnen de aankoop van het onderzochte product of de productie daarvan in het kader van uitbestedingsregelingen omvatten, alsook de verwerking van of de handel in het onderzochte product, maar zijn daartoe niet beperkt.
Naam van de onderneming en locatie
Activiteiten
Relatie
4. ANDERE INFORMATIE
Verstrek alle andere relevante informatie die de onderneming nuttig acht om de Commissie bij de samenstelling van de steekproef te helpen.
5. CERTIFICERING
Door bovengenoemde informatie te verstrekken, stemt de onderneming ermee in eventueel in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat aanvaard wordt dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren dat zij niet in de steekproef willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie met betrekking tot niet-medewerkende producenten-exporteurs worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende onderneming minder gunstig zijn dan wanneer zij wel had meegewerkt.
Handtekening van de gemachtigde:
Naam en titel van de gemachtigde:
Datum:
(3) Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zuster (of halfbroer en halfzuster), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwager en schoonzuster (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder personen zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.
BIJLAGE II
☐ „Limited”-versie (1)
☐ Versie „For inspection by interested parties”
(vakje aankruisen dat van toepassing is)
ANTIDUMPINGPROCEDURE BETREFFENDE DE INVOER VAN BEPAALDE CONTINUGLASVEZELPRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
INFORMATIE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF VAN NIET-VERBONDEN IMPORTEURS
Dit formulier is bedoeld om niet-verbonden importeurs te helpen bij het verstrekken van de informatie voor de samenstelling van de steekproef, als bedoeld in punt 5.2.3 van het bericht van opening.
De „Limited”-versie en de versie „For inspection by interested parties” moeten beide aan de Commissie worden teruggezonden, zoals aangegeven in het bericht van opening.
1. NAAM EN CONTACTGEGEVENS
Gelieve de volgende gegevens over uw onderneming te verstrekken:
Naam van de onderneming
Adres
Contactpersoon
E-mail:
Telefoon
Fax
2. OMZET EN VERKOOPVOLUME
Vermeld voor het tijdvak van het nieuwe onderzoek, dat wil zeggen van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, in euro (EUR) de totale omzet van de onderneming alsmede de omzet die is behaald met de invoer in de Unie (2) en de wederverkoop op de markt van de Unie na invoer uit de Volksrepubliek China van bepaalde continuglasvezelproducten, zoals omschreven in het bericht van opening, alsook het gewicht daarvan.
Ton
Waarde in EUR
Totale omzet van uw onderneming in EUR
Invoer van het onderzochte product in de Unie
Wederverkoop van het onderzochte product op de markt van de Unie na invoer uit de Volksrepubliek China
(1) Dit document is uitsluitend bestemd voor intern gebruik. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).
(2) De 28 lidstaten van de Europese Unie zijn: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
3. ACTIVITEITEN VAN UW ONDERNEMING EN VAN VERBONDEN ONDERNEMINGEN (3)
Verstrek nadere bijzonderheden over de precieze activiteiten van de onderneming en alle verbonden ondernemingen (vermeld die ondernemingen en geef de relatie met uw onderneming aan) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het onderzochte product. Dergelijke activiteiten kunnen de aankoop van het onderzochte product of de productie daarvan in het kader van uitbestedingsregelingen omvatten, alsook de verwerking van of de handel in het onderzochte product, maar zijn daartoe niet beperkt.
Naam van de onderneming en locatie
Activiteiten
Relatie
4. ANDERE INFORMATIE
Verstrek alle andere relevante informatie die de onderneming nuttig acht om de Commissie bij de samenstelling van de steekproef te helpen.
5. CERTIFICERING
Door bovengenoemde informatie te verstrekken, stemt de onderneming ermee in eventueel in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat aanvaard wordt dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren dat zij niet in de steekproef willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie met betrekking tot niet-medewerkende importeurs worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende onderneming minder gunstig zijn dan wanneer zij wel had meegewerkt.
Handtekening van de gemachtigde:
Naam en titel van de gemachtigde:
Datum:
(3) Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broer en zuster (of halfbroer en halfzuster), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwager en schoonzuster (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder personen zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/20 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2016/C 99/07)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
„KRČKO MASLINOVO ULJE”
EU-nr.: HR-PDO-0005-01345 — 19.6.2015
BOB ( X ) BGA ( )
1. Naam/Namen
„Krčko maslinovo ulje”
2. Lidstaat of derde land
Kroatië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Producttype
Categorie 1.5 Vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
„Krčko maslinovo ulje” is een extra olijfolie van eerste persing die rechtstreeks uit de vrucht van de olijfboom en uitsluitend met behulp van mechanische methoden wordt verkregen.
Wanneer „Krčko maslinovo ulje” op de markt wordt gebracht, moet deze beschikken over de volgende
|
— |
fysisch-chemische eigenschappen: — gehalte aan vrije vetzuren: ≤ 0,50 %; — peroxidegetal: ≤ 8,0 mmol O2/kg; — specifieke extinctie in UV-licht: K270 ≤ 0,20, K232 ≤ 2,25; |
|
— |
organoleptische eigenschappen: — aroma: verse olijven, fruit en bladeren/gras (mediaan ≥ 1,0); — smaak: gezonde, verse olijven, met de volgende waarden voor bitterheid en scherpheid: bitterheid: mediaan ≥ 2,0; scherpheid: mediaan ≥ 2,0. |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
„Krčko maslinovo ulje” wordt geproduceerd uit de volgende inheemse olijfcultivars op Krk: „Debela”, „Naška”, „Rošulja” en „Slatka”, die er gecombineerd of apart ten minste 80 % van moeten uitmaken. Cultivars die voorkomen in het in punt 4 genoemde afgebakende geografische gebied mogen ook worden gebruikt voor de vervaardiging van „Krčko maslinovo ulje”, maar mogen niet meer dan 20 % van de olijfolie uitmaken, en dat aandeel van 20 % mag geen significante invloed hebben op de kwaliteit van het product.
Beschrijving van de olijfcultivars:
|
|
„Debela” (synoniemen: „Lošinjka”, „Krčka krupna”) De vrucht is groot en zeer vlezig. Het gemiddelde gewicht van de vrucht bedraagt 4,6 g. Het oliegehalte van de vrucht bedraagt tot 20 %. De cultivar is bestand tegen wind, droogte en kou. Hij wordt gebruikt voor de productie van olijfolie, maar is ook geschikt als tafelolijf. |
|
|
„Naška” (synoniem: „Drobnica”) De vrucht is rond en langwerpig en weegt gemiddeld 2 g. Hij wordt gebruikt voor de productie van olijfolie; het oliegehalte bedraagt tot 19 %. De cultivar levert regelmatige oogsten op en dient als bestuiver voor andere olijfcultivars. Hij is gevoelig voor kou en voor de borawind. |
|
|
„Rošulja” De vrucht is middelgroot, rond en weegt gemiddeld 3,2 g; het oliegehalte bedraagt gemiddeld 19,4 %. De cultivar is gevoelig voor de borawind. |
|
|
„Slatka” (synoniem: „Plominka”) De vrucht is vlezig, taps toelopend en weegt gemiddeld 2,8 g. Het oliegehalte bedraagt 16 %. De cultivar produceert overvloedige oogsten. De vruchten worden gebruikt voor de productie van olijfolie en als levensmiddel. Hij is bestand tegen kou en vorst. |
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stadia van de productie van „Krčko maslinovo ulje” moeten plaatsvinden in het in punt 4 genoemde geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
„Krčko maslinovo ulje” moet worden verpakt in het in punt 4 genoemde geografische gebied. Dit vergemakkelijkt de traceerbaarheidscontroles aanzienlijk, die moeilijker uit te voeren zouden zijn buiten het productiegebied. Ook is dit bevorderlijk voor het behoud van de kwaliteit, die door vervoer in het gedrang kan komen. „Krčko maslinovo ulje” is gevoelig voor externe invloeden (licht, temperatuur en lucht) en het onnodig vervoeren en verpakken buiten het productiegebied zou de fysisch-chemische en organoleptische eigenschappen nadelig kunnen beïnvloeden. „Krčko maslinovo ulje” kan worden verpakt per 100 ml, 250 ml, 500 ml, 750 ml of 1 l.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Het gebruik van de naam van een olijventeler, de vermelding van zijn specifieke locatie, de vermelding van toponiemen en de vermelding van verpakking bij de teler of vereniging van telers in het productiegebied zijn slechts toegestaan als het product uitsluitend wordt verkregen uit olijven die zijn geoogst in olijfboomgaarden van de desbetreffende teler(s), d.w.z. olijfboomgaarden die in het in punt 4 vermelde afgebakende geografische gebied liggen.
Wanneer het product op de markt wordt gebracht, moet op de etikettering, ongeacht het type verpakking, de naam „Krčko maslinovo ulje” worden vermeld; deze vermelding moet zich duidelijk van de andere teksten onderscheiden door de grootte en kleur van de letters en het lettertype (typografie).
Er moet ook een logo op de verpakking worden aangebracht. Het logo is te zien in figuur 1.
Figuur 1
Logo van „Krčko maslinovo ulje”
Alle gebruikers van de benaming die het product op de markt brengen overeenkomstig het productdossier ervan, hebben het recht het logo te gebruiken onder dezelfde voorwaarden.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
De productie van „Krčko maslinovo ulje” vindt uitsluitend plaats op het eiland Krk en op kleinere eilanden binnen de bestuurlijke grenzen van de volgende lokale eenheden met zelfbestuur van het eiland: de stad Krk en de gemeenten Baška, Vrbnik, Punat, Dobrinj, Malinska-Dubašnica en Omišalj.
5. Verband met het geografische gebied
Het terrein van het eiland Krk heeft alle kenmerken van het Dinarische gebergte in de kust- en eilandenstrook die gunstig is voor de ontwikkeling van de olijventeelt. Het bodemoppervlak van het eiland is heel divers en wordt vaak aangeduid als een „antropogene bodem”, waarmee wordt gedoeld op de regosols onder de olijfboomgaarden, wijngaarden en fruitboomgaarden.
Een opvallend kenmerk van het eiland Krk is het uitgesproken rotsachtige karakter van de olijfboomgaarden. Hierdoor is het gebruik van landbouwmachines niet mogelijk en moeten bijna alle taken, vanaf het bewerken van de bodem tot het oogsten van de olijven, met de hand worden uitgevoerd.
De kleine percelen landbouwgrond zijn het resultaat van de volhardende inzet van de boeren van Krk. Overtollige rotsblokken worden op stapels verzameld en door olijventelers gebruikt om muren van droge steen mee te maken. De waardevolste landbouwgronden zijn uit flysch-lagen ontstane regosols en het grootste deel van de bodem bestaat uit bruine gronden die zijn ontstaan uit kalksteen en dolomiet, met een afwisselend, maar meestal hoge mate aan vast gesteente. Veel olijfboomgaarden zijn geplant op bodems van terra rossa, waarvan het grootste deel zich heeft ontwikkeld uit zuivere kalksteen. Sommige van de olijfboomgaarden zijn gelegen op een rotsachtige bodem, die vaak stenige bruine grond en terra rossa bevat. Olijfbomen kunnen op dergelijke terreinen pas worden geplant nadat de rotsen zijn vrijgemaakt en losse steenbrokken zijn verwijderd, het terrein met droge steen is ommuurd, er terrassen zijn aangelegd en vruchtbare grond is aangebracht. Zo werden afzonderlijke perceeltjes gecreëerd („kazetice” of „škrape” genaamd, in de volksmond ook wel aangeduid als „škatule” of „particele”), waarop olijfbomen zijn geplant.
De gemiddelde jaarlijkse luchttemperatuur op het eiland Krk is 14,16 °C. De warmste periode van het jaar is van mei tot september. De gemiddelde luchttemperatuur in de zomer bedraagt 22,8 °C. De koudste maanden van het jaar zijn december, januari en februari. In die maanden kan de temperatuur dalen tot onder 0 °C. De koudste maand is januari, de warmste juli.
De belangrijkste winden zijn de bora, de jugo (sirocco) en de mistral. De jugo is een belangrijke wind die ervoor zorgt dat de olijfbomen voldoende vocht krijgen.
De neerslag is onregelmatig verspreid: in het najaar valt de meeste neerslag, in de zomer de minste. De gemiddelde neerslag in en rond de stad Krk bedraagt tussen 1 070 mm en 1 090 mm. In specifieke gebieden (microklimaten) bedraagt de neerslag per vierkante meter ongeveer 10-20 % meer of minder.
Neerslag valt gemiddeld drie dagen per jaar in de vorm van sneeuw. De sneeuw blijft gemiddeld per jaar echter maar één dag liggen.
De verschillende inheemse cultivars op Krk — „Naška”, „Debela”, „Rošulja” en „Slatka” — geven „Krčko maslinovo ulje” een extra specifiek karakter doordat deze cultivars bestand zijn tegen lage temperaturen. Olijventelers op Krk hebben in de loop van de eeuwen cultivars geselecteerd die het geschiktst zijn voor het gebied.
De „Debela”-olijf is bestand tegen wind, droogte en kou en levert veel olie op. De „Naška” bevat ook veel olie en is een goede bestuiver voor andere variëteiten. „Rošulja”-olijven hebben niet alleen een hoog oliegehalte, de olie van deze olijf is ook van uitzonderlijke kwaliteit. „Slatka”-olijven op hun beurt kunnen goed tegen kou en vorst.
Uit een analyse van het alifatische-koolwaterstofgehalte in de oliën van cultivars van het eiland Krk is gebleken dat de samenstelling van de alifatische-koolwaterstoffractie van de „Naška”-cultivar volledig afwijkt van die van de andere cultivars van het eiland Krk; bijzonder interessant is dat deze samenstelling ook volledig verschilt van die van alle bekende voorbeelden in de literatuur. Het alifatischekoolwaterstofprofiel van de „Naška”-cultivar lijkt op dat van de Spaanse „Empeltre”-cultivar. Deze factor zou ook kunnen dienen om de oorsprong van de olie aan te tonen.
„Krčko maslinovo ulje” wordt gekenmerkt door een overheersend aroma van olijven, fruit en bladeren/gras, voortvloeiend uit de rijkdom aan vluchtige stoffen, die het sensorische profiel van de olie completeren.
Scherpheid en bitterheid (bitterheid: mediaan ≥ 2,0; scherpheid: mediaan ≥ 2,0) zijn enkele van de positieve kenmerken van „Krčko maslinovo ulje”. Ze zijn het gevolg van het hoge gehalte aan polyfenolen in de olie, die de olie ook antioxidante eigenschappen geven en de olie beschermen tegen kwaliteitsverlies als gevolg van oxidatie. Olijventelers hebben een rechtstreekse invloed op de eigenschappen van „Krčko maslinovo ulje”, voornamelijk door aandacht te besteden aan de oogstperioden en door de verwerkingssnelheid en -methode. Oogsten in een vroeg stadium van de rijping van de olijven en de snelle verwerking hebben een rechtstreeks effect op het gehalte aan polyfenolen en op de bitterheid en de scherpheid van de olie, waarvan de medianen hoger dan of gelijk aan 2 zijn. Vroegere oogstperioden en snelle verwerking zorgen ook voor het lage aandeel aan vrije vetzuren (minder dan 0,5 %) en het lage peroxidegetal (minder dan 8 mmol).
Krk is het noordelijkst gelegen eiland van Kroatië en de plaats met de meest uitgesproken continentale invloed op de klimaatomstandigheden in het Middellandse Zeegebied. Het is bekend dat olijven die in dergelijk regio’s worden geproduceerd, een hoog gehalte aan oliezuur en polyfenolen bevatten. Deze beschermen „Krčko maslinovo ulje” tegen kwaliteitsverlies en geven de olie een fris en aromatisch karakter.
Koude winters (met zelfs sneeuw), droge, hete zomers en het ruwe terrein creëren biologische stress, waarop de olijven reageren door secundaire metabolieten, zoals polyfenolen, te produceren. Dit zijn hoogwaardige verbindingen die „Krčko maslinovo ulje” zijn specifieke karakter geven.
De wisselwerking tussen lokale milieufactoren, inheemse cultivars, menselijke factoren en tradities in de productie van olijven en olijfolie geven het product „Krčko maslinovo ulje” eigenschappen die uitsluitend op het eiland Krk te vinden zijn.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van deze verordening)
http://www.mps.hr/UserDocsImages/HRANA/KRCKO%20MASLINOVO%20ULJE/Specifikacija%20proizvoda-%20KRČKO%20MASLINOVO%20ULJE.pdf
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
|
15.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 99/24 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2016/C 99/08)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag (1).
ENIG DOCUMENT
„OECHER PUTTES”/„AACHENER PUTTES”
EU-nummer: DE-PGI-0005-0946-2.2.2012
BOB ( ) BGA ( X )
1. Naam/Namen
„Oecher Puttes”/„Aachener Puttes”
2. Lidstaat of derde land
Duitsland
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
„Oecher Puttes” is de dialectvariant van de naam „Aachener Puttes”. In dit enig document verwijst het gebruik van de ene naam ook naar de andere variant.
Voor de vervaardiging van het product wordt het volgende gebruikt: varkenskophuid, varkensvet, varkensvlees, varkenszwoerd, bloed, nitrietpekel, gesmoorde uien, specerijenmengsel (in het bijzonder peper, marjolein, tijm, kruidnagel en nootmuskaat). Het gebruik van marjolein is verplicht.
„Oecher Puttes” is een kruidig afsmakende, ambachtelijke bloedworstspecialiteit van eigen bodem, die vers, geconserveerd of gerookt wordt verkocht. Sommige varianten van „Oecher Puttes” worden gerookt.
Voor deze specialiteitsworst wordt het vlees (varkensvet zonder zwoerd, varkenskophuid, zwoerd en mager vlees) voorgekookt in heet water. Het bloed wordt verwarmd tot 45 °C voordat het wordt vermengd met de overige ingrediënten. Het zwoerd wordt gesneden en bij het bloed gevoegd en de varkenskophuid wordt versneden met het magere vlees. Vervolgens worden de gesmoorde uien toegevoegd, samen met de nitrietpekel, de specerijen en een weinig kookvocht. Daarna wordt het geheel fijngesneden. Na toevoeging van het in blokjes gesneden varkensvet wordt de worstmassa in een natuurdarm (dunne runderdarm, varkenskrausdarm of varkenskap) of een steriele darm geperst of in glazen potten of conservenblikken gestopt. Vervolgens worden de producten, afhankelijk van de vereiste houdbaarheid en van hun omvang gedurende een bepaalde tijd gestoofd in een waterbad van 78 °C of in een drukkookketel verhit tot halfconserven, drievierdeconserven of volconserven. De natuurlijke darmen kunnen voor smaak- of conserveringsdoeleinden worden gerookt.
Het verse varkensvet wordt gegaard, in blokjes van gelijke grootte gesneden en vervolgens met de hand door het bloed, het varkenszwoerd en het varkensvlees gemengd. De worst bevat ongeveer 35 % vet en ongeveer 20 % mager vlees. Het maximale vetgehalte is 40 %.
Het spiereiwitgehalte (BEFFE = Bindegewebseiweißfreies Fleischeiweiß) van „Oecher Puttes” bedraagt minstens 5 % en voldoet daarmee aan de richtsnoeren voor een bloedworst van gemiddelde kwaliteit zoals vastgesteld door de Duitse commissie inzake de levensmiddelencode.
De rauwe massa „Oecher Puttes” wordt in een natuurdarm (dunne runderdarm, varkenskrausdarm of varkenskap) of een steriele darm geperst of in glazen potten of conservenblikken gestopt.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle onderdelen van de productie van het verkoopklare product moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied: van het controleren van de ingrediënten bij levering aan het productiebedrijf tot het beschikbaar stellen van het verkoopklare product in zijn verpakking. Het openmaken van de eerste verpakking (om bijv. de worsten uit het blik te halen, de in darmen geperste worsten te versnijden tot plakjes die vervolgens in vacuümfolie worden herverpakt) mag plaatsvinden buiten het geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
De stad Aken.
5. Verband met het geografische gebied
Specificiteit van het geografische gebied
„Oecher Puttes” is een traditioneel product uit Aken. Dankzij de geografische ligging van Aken in een keteldal en de bescherming die wordt geboden door de stadsmuur, is er al vroeg een specifieke regionale identiteit ontstaan die de stad onderscheidt van het omliggende gebied. Rond het begin van de industrialisatie, zo’n 200 jaar geleden, kreeg Aken opnieuw een speciale rol. In het gebied ten zuiden van Aken verspreidde de industrialisatie zich in een snel tempo, terwijl de bedrijvigheid in de vruchtbare regio’s ten noordoosten ervan grotendeels in het teken van de landbouw bleef staan. In dit spanningsveld tussen industrialisatie en traditionele landbouw bezorgde „Oecher Puttes” de fabrieksarbeiders en mijnwerkers de nodige eiwitten en calorieën voor hun hard labeur, en de boeren de mogelijkheid hun geslachte dieren duurzaam -inclusief bijproducten zoals bloed — te gebruiken. Zo ontstonden ambachtelijke bedrijven, die de door hun klanten gewaardeerde traditionele recepten en productiemethoden tot op heden van generatie op generatie hebben doorgegeven.
Specificiteit van het product
Deze aanvraag is gebaseerd op de bijzondere reputatie van de beschermde naam. Deze reputatie is nauw verbonden met de geografische oorsprong van „Oecher Puttes” en de typische kenmerken van dit product.
Bloedworst in de vorm van „Oecher Puttes” is stevig verankerd in het taal-/dialectgebied van Aken. De term „Oecher Puttes” wordt exclusief gebruikt voor bloedworst die in Aken wordt geproduceerd. Het product is populair in de regionale keuken, bv. gebakken, samen met appeltjes, aardappelen en uien. Dit gerecht staat in het dialect van Aken bekend als „Hömmel än Eäd” (hemel en aarde). „Oecher Puttes” is echter ook populair in combinatie met aardappelpuree en zuurkool („Kompes”) of als onderdeel van een picknick. Er bestaat een sterk verband tussen het carnaval in Aken („Fastelovvend”) en de „Oecher Puttes”, die tijdens de feestelijkheden in de vorm van een ring als proviand of als strooigoed wordt gebruikt en zelfs als orde (de „Puttes-Orden”) wordt uitgereikt. Deze orde en de uitreikingsceremonie zijn stevig ingebed in de carnavaltraditie van Aken. Ontvangers van de orde zingen in hun dankrede de lof van de „Oecher Puttes”. Zelfs de dichter Johann Ferdinand Jansen (1758-1834), die in het dialect van Aken schreef, wijdde in 1815 een gedicht, „Der Puttes”, aan het product. Dit gedicht eindigt met de regels: „Ich wehß, et is der beiste Keuh/för Erm en auch för Rich;/Nuis kömmt, dat sag ich ohne Scheu,/Gebrohne Puttes glich” (Er is geen beter eten/voor armen noch voor rijken/niets is, dat mag u weten/met Puttes te vergelijken). Hoe populair en bijzonder de „Oecher Puttes” is, blijkt uit de talrijke uitdrukkingen, verhalen en gedichten, met name in het dialect, waarin het product voorkomt. Een bekende uitdrukking is „Fastelovvend een Oche — Ohne Puttes jeäht et net” (Carnaval in Aken — zonder Puttes gaat het niet). „Oecher Puttes” is te vinden op bijna alle menukaarten in de traditionele restaurants die zich voornamelijk in de oude binnenstad van Aken bevinden, maar ook de moderne keuken mag graag experimenteren met „Oecher Puttes”.
Het product heeft dan ook specifieke kenmerken. Het gebruik van vers varkensvet („Speck”) draagt bij aan de bijzondere reputatie, aangezien de versheid een belangrijke rol speelt in het tegengaan van ongewenste oxidatie, die de worst ranzig maakt wanneer deze tijdens een langere opslagperiode in contact komt met zuurstof. Zelfs door het varkensvet kort voordien in te vriezen wordt oxidatie niet doeltreffend tegengegaan. Daarom garandeert alleen het gebruik van vers varkensvet dat aan de hoge smaak- en kwaliteitseisen van de producenten wordt voldaan. Vers varkensvet levert derhalve een bepalende bijdrage tot de kenmerkende smaak. De aanwezigheid van het varkensvet wordt ook duidelijk op het snijvlak van de worst. Voorafgaand aan het vermengen worden de blokjes varkensvet langzaam verwarmd in het kookvocht totdat ze enigszins doorzichtig zijn en bij licht aandrukken tussen de vingers „wegspringen”. Door het varkensvet op deze manier te koken, wordt voorkomen dat het rood kleurt door het bloed, steken de witte vetblokjes af tegen het donkere worstmengsel en krijgt het snijvlak van de „Oecher Puttes” zijn kenmerkende uitzicht.
Het bloed moet worden verwarmd tot ongeveer 45 °C voordat het met het vlees en het zwoerd wordt gemengd. Zo wordt de metaalachtige smaak van het bloed minder geprononceerd, wat belangrijk is voor de smaak van „Oecher Puttes”. Ook kan het worstmengsel zich zo beter binden wanneer het in blokjes gesneden varkensvet wordt toegevoegd.
Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
Het speciale verband tussen het product en het gebied waar het wordt geproduceerd, is gebaseerd op de bijzondere reputatie van het product, die op haar beurt weer teug te voeren is op de oorsprong in de stad Aken en de kennis van de ondernemingen die de worst produceren. De expertise en de ervaring van het slagersgilde in Aken zorgen ervoor dat de stad al eeuwenlang verfijnde worsten produceert. Deze productiekennis is en wordt van generatie op generatie doorgegeven, zodat de reputatie van de „Oecher Puttes” wordt gewaarborgd. De ambachtelijke ondernemingen die vermeld staan in deze aanvraag, kunnen bogen op een tweehonderd jaar oude traditie in de productie van „Oecher Puttes”.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van onderhavige verordening)
Link: https://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/41117
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.