|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
58e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2015/C 078/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7393 — Albemarle/Rockwood) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Raad |
|
|
2015/C 078/02 |
||
|
2015/C 078/03 |
||
|
|
Europese Commissie |
|
|
2015/C 078/04 |
|
|
V Adviezen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2015/C 078/05 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7503 — Talanx/Mota Engil/Indaqua) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2015/C 078/06 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7419 — TeliaSonera/Telenor/JV) ( 1 ) |
|
|
2015/C 078/07 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7557 — Apax Partners/Azelis) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
2015/C 078/08 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7521 — Steinhoff International Holdings/Pepkor Holdings) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
|
Europese Commissie |
|
|
2015/C 078/09 |
||
|
2015/C 078/10 |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.7393 — Albemarle/Rockwood)
(Voor de EER relevante tekst)
(2015/C 78/01)
Op 13 november 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
|
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
|
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32014M7393. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/2 |
Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Besluit (GBVB) 2015/364 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, van toepassing zijn
(2015/C 78/02)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die op de lijst staan in de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB van de Raad (1), als uitgevoerd bij Besluit (GBVB) 2015/364 van de Raad (2), en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die in de bovengenoemde bijlagen voorkomen, moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB en Verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne. De redenen voor plaatsing van die personen op de lijst staan in de betreffende vermeldingen in die bijlagen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 208/2014, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).
De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, vóór 1 december 2015 op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
DG C 1C |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
|
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die neergelegd zijn in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 66 van 6.3.2014, blz. 26.
(2) PB L 62 van 6.3.2015, blz. 25.
(3) PB L 66 van 6.3.2014, blz. 1.
(4) PB L 62 van 6.3.2015, blz. 1.
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/3 |
Kennisgeving aan de betrokkenen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne
(2015/C 78/03)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1):
De rechtsgrondslag voor deze verwerking wordt gevormd door Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad (2), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/357 van de Raad (3).
De verantwoordelijke voor de verwerking is de Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door de directeur-generaal van DG C (Buitenlandse Zaken, Uitbreiding, Civiele Bescherming) van het secretariaat-generaal van de Raad en door eenheid 1C van DG C, de dienst die belast is met de verwerking en bereikbaar is op het volgende adres:
|
Raad van de Europese Unie |
|
Secretariaat-generaal |
|
DG C 1C |
|
Wetstraat 175 |
|
1048 Brussel |
|
BELGIË |
|
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 208/2014, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/357.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in die verordening.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen bedoeld in artikel 20, lid 1, onder a) en d), van Verordening (EG) nr. 45/2001, zullen de verzoeken om toegang, alsmede verzoeken om rectificatie of bezwaarschriften, worden beantwoord in overeenstemming met afdeling 5 van Besluit 2004/644/EG van de Raad (4).
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende 5 jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen waarop de bevriezing van tegoeden van toepassing is of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
De betrokkenen kunnen zich overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 wenden tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
(1) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(2) PB L 66 van 6.3.2014, blz. 1.
(3) PB L 62 van 6.3.2015, blz. 1.
(4) PB L 296 van 21.9.2004, blz. 16.
Europese Commissie
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 maart 2015
(2015/C 78/04)
1 euro =
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,1069 |
|
JPY |
Japanse yen |
133,10 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4542 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,72510 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,2140 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,0697 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
|
|
NOK |
Noorse kroon |
8,5460 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
27,422 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
305,36 |
|
PLN |
Poolse zloty |
4,1397 |
|
RON |
Roemeense leu |
4,4453 |
|
TRY |
Turkse lira |
2,8663 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,4205 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,3770 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
8,5847 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,4777 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
1,5156 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 218,84 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
13,0163 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
6,9382 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,6585 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
14 363,07 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,0416 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
48,848 |
|
RUB |
Russische roebel |
67,6095 |
|
THB |
Thaise baht |
35,885 |
|
BRL |
Braziliaanse real |
3,3009 |
|
MXN |
Mexicaanse peso |
16,6566 |
|
INR |
Indiase roepie |
68,9098 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/5 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.7503 — Talanx/Mota Engil/Indaqua)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2015/C 78/05)
|
1. |
Op 26 februari 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Mota Engil Ambiente e Serviços, SGPS SA („Mota Engil”, Portugal), dat deel uitmaakt van Mota Engil SGPS („Mota Engil Group”, Portugal), en Talanx Infrastructure Portugal GmbH („Talanx”, Duitsland), dat onder de uiteindelijke zeggenschap staat van HDI Haftpflichtverband der Deutschen Industrie V.a.G. („HDI Group”, Duitsland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Indaqua Industry and water management, SA („Indaqua”, Portugal) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — Talanx AG: maakt deel uit van HDI Group, die zich bezighoudt met verzekeringen over de hele wereld; — Mota Engil: actief in de sectoren engineering en bouw, milieu en diensten, mijnbouw, havenactiviteiten en afvalbeheer; — Indaqua: watervoorzieningsdiensten waaronder de levering van water voor menselijk en industrieel gebruik en afvalwaterbehandeling. |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7503 — Talanx/Mota Engil/Indaqua, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/6 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.7419 — TeliaSonera/Telenor/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2015/C 78/06)
|
1. |
Op 27 februari 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen TeliaSonera AB („TeliaSonera”, Zweden) en Telenor Danmark Holding A/S (Denemarken), die onder zeggenschap staan van Telenor ASA („Telenor”, Noorwegen), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte joint venture („JV”, Denemarken) door hun respectieve activiteiten in Denemarken. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
|
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7419 — TeliaSonera/Telenor/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/7 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.7557 — Apax Partners/Azelis)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2015/C 78/07)
|
1. |
Op 26 februari 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Apax Partners LLP („AP”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Azelis S.A. („Azelis”, Luxemburg) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — AP: beleggingsadviesdiensten met betrekking tot private-equityfondsen die investeren in een aantal industriële sectoren; — Azelis: distributie van speciale chemicaliën en chemische grondstoffen. |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7557 — Apax Partners/Azelis, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/8 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.7521 — Steinhoff International Holdings/Pepkor Holdings)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2015/C 78/08)
|
1. |
Op 26 februari 2015 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Steinhoff International Holdings Limited („Steinhoff”, Republiek Zuid-Afrika) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Pepkor Holdings Proprietary Limited („Pepkor”, Republiek Zuid-Afrika) door de verwerving van aandelen. |
|
2. |
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn: — Steinhoff: is actief in Europa in de detailhandel in meubelen, huishoudelijke artikelen, producten voor binnenhuisinrichting, elektrische apparaten, consumentenelektronica, doe-het-zelfartikelen voor woningverbetering en vloerbedekkingen, alsook in de vervaardiging van en de groothandel in meubelen; — Pepkor: beheert een groep winkelketens. In Europa is Pepkor actief via Pepco, een kleinhandelaar in kleding en schoenen, huishoudelijke artikelen en producten voor binnenhuisinrichting, alsook cosmetica en mobiele beltijd. |
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2). |
|
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), via e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7521 — Steinhoff International Holdings/Pepkor Holdings, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
(2) PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/9 |
Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2015/C 78/09)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
WIJZIGINGSAANVRAAG
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2)
WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9
„PANCETTA DI CALABRIA”
EG-nr. IT-PDO-0217-1567 — 19.10.2011
BGA ( ) BOB ( X )
1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft
—
—
—
—
—
—
—
—
—
2. Aard van de wijziging(en)
—
—
—
—
3. Wijziging(en)
Beschrijving van het product
|
— |
Voor de dikte van de gerijpte „Pancetta di Calabria” is een hoger maximum vastgesteld dat nauwer aansluit bij de kenmerkende traditionele bereiding en de afmetingen van de oorspronkelijke stukken vlees. |
Bewijs van de oorsprong
|
— |
De tekst van het productdossier is bijgewerkt voor wat betreft de procedures die de betrokken ondernemers moeten volgen om in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1151/2012 bewijzen van de oorsprong over te leggen. |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product
|
— |
De eisen met betrekking tot het ras, de leeftijd op het moment van de slacht en het gewicht worden duidelijker en helderder omschreven; het inheemse ras „Apulisch-Calabrisch”, dat door zijn zwarte kleur wordt gekenmerkt, wordt toegevoegd aan de lijst van toegestane genetische soorten. Het fokregister van dit ras is opgesteld op basis van de kenmerken van de inheemse populatie die vanouds in de regio’s Apulië en Calabrië voorkomt. Het Duroc-ras wordt op de lijst van toegestane genetische soorten geplaatst omdat het op grote schaal voorkomt in het oorsprongsgebied van de varkens. Verder wordt duidelijk aangegeven welke rassen streng verboden zijn omdat ze onverenigbaar zijn met de productie van zware varkens die voor de fabricage van vleeswaren geschikt zijn. |
|
— |
Wat betreft de identificatie van de varkens kan het merkteken dat in het huidige productdossier staat vermeld, voortaan worden vervangen door een tatoeage op de achterdijen van de dieren met de identificatiecode van de fokkerij waar ze zijn geboren. |
|
— |
De eisen betreffende de aanwezigheid van eiwitten in het voer van de dieren zijn duidelijk aangegeven. |
|
— |
De betekenis van de uitdrukking „voeders in de vorm van bouillon” wordt gepreciseerd. |
|
— |
De te gebruiken ingrediënten worden nauwkeurig aangegeven om een kennelijke materiële fout in de huidige tekst te herstellen, waar staat: „rode peper als bedoeld in de geldende wettelijke bepalingen”. Het is duidelijk dat men na de woorden „rode peper” heeft vergeten de tekst over de ingrediënten en additieven „als bedoeld in de geldende wettelijke bepalingen” op te schrijven. In de wijziging staat duidelijker vermeld om wat voor „rode peper” het gaat, namelijk „rode chilipeper/paprika”, die beide tot het geslacht Capsicum L. behoren. Natuurlijke ingrediënten die in de huidige tekst niet worden genoemd en nu expliciet worden vermeld, zijn die welke traditioneel in het oorsprongsgebied worden gebruikt. |
|
— |
De toegestane additieven worden in een positieve lijst opgesomd. Door het gebruik van additieven wordt de verspreiding van voor het product gevaarlijke microbiële processen voorkomen en een bijdrage geleverd aan de karakteristieke trage rijping van het product. Tevens beschermen de additieven de kenmerken van de „Pancetta di Calabria” tegen beïnvloeding door ongewenste vergisting. |
|
— |
Voor de dikte en het gewicht van het verse buikspek is een hoger maximum vastgesteld dat nauwer aansluit bij de kenmerkende traditionele bereiding. |
|
— |
De maximale tijd voor het zouten is van acht op veertien dagen gebracht om nauwkeuriger rekening te houden met de kenmerkende traditionele bereiding. |
|
— |
Vermeld wordt dat de rijpingstijd van 30 dagen een minimale waarde is die tijdens de traditionele productie in acht wordt genomen. |
Etikettering
|
— |
Er wordt een identificatielogo van de BOB „Pancetta di Calabria” toegevoegd. |
|
— |
Nieuw is de mogelijkheid om het product vacuüm of onder beschermende atmosfeer verpakt, in zijn geheel, in porties of in plakken op de markt te brengen. Deze bepaling is niet in het huidige productdossier te vinden, maar blijkt nodig om te voorkomen dat de ontwikkelingen in de wijze van verkoop en consumptie ten koste gaan van de organoleptische kenmerken van het product. |
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (3)
„PANCETTA DI CALABRIA”
EG-nr. IT-PDO-0217-1567 — 19.10.2011
BGA ( ) BOB ( X )
1. Naam
„Pancetta di Calabria”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De „Pancetta di Calabria” wordt verkregen door verwerking van het onderste gedeelte van het vlees onder de ribben van het varken. Het verse buikspek met zwoerd, waarvan het gewicht tussen 3 en 6 kg ligt, moet in de vorm van een rechthoek met een dikte tussen 3 en 6 cm worden gesneden. Na de voorbereiding wordt het buikspek gedurende vier tot veertien dagen gezouten. De buitenkant mag worden bedekt met chilipoeder en andere natuurlijke ingrediënten. De rijpingstijd mag niet minder dan 30 dagen beslaan. Wanneer de „Pancetta di Calabria” in de handel wordt gebracht, heeft hij een rechthoekige vorm met een dikte tussen 3 en 5 cm, een lichtroze snijvlak, met afwisselend dunne lagen mager vlees en vet, en een aangename smaak.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De „Pancetta di Calabria” moet worden verkregen uit vlees van varkens die op het grondgebied van de regio Calabrië zijn gefokt.
Het vlees van beren en zeugen is van de productie uitgesloten.
De vereiste genetische eigenschappen zijn te vinden bij zware Italiaanse varkens, van grote traditionele rassen als:
|
— |
het Apulisch-Calabrische ras; |
|
— |
de rassen Large White en Italiaanse Landrace (veredelde rassen zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek) of varkens van beren van deze rassen; |
|
— |
varkens van beren van het Duroc-ras (veredeld ras zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek); |
|
— |
varkens van beren van andere rassen of beren uit kruisingen, wanneer deze al dan niet in Italië geboren beren zijn verkregen in het kader van selectie- of kruisingsprogramma’s waarvan de doelstellingen niet onverenigbaar zijn met de doelen die in het Italiaanse stamboek voor de productie van zware varkens zijn vastgelegd. |
Daarentegen zijn uitdrukkelijk uitgesloten:
|
— |
varkens met ongunstige genetische eigenschappen, vooral wat betreft stressgevoeligheid (PSS); |
|
— |
raszuivere dieren van de rassen Belgische Landrace, Hampshire, Pietrain en Spot. |
Bij het slachten mag het gemiddelde gewicht van de partij varkens niet minder dan 140 kg bedragen.
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)
Het voer van de varkens moet voor ten minste 50 % bestaan uit samengestelde aanvullende voeders op basis van gerst, veldbonen, maïs, eikels en grauwe erwten.
Het is verboden aan het varkensvoer maniok, aardappels of bijproducten toe te voegen die het vlees en het vet een ongewenste smaak of geur kunnen geven.
Om tijdens het vetmesten een steviger vlees te verkrijgen, is het gebruik van voeders in de vorm van bouillon niet toegestaan. De uitdrukking „voeders in de vorm van bouillon” heeft betrekking op het gebruik van bijproducten die bij de verwerking van melk ontstaan.
In de twee maanden voor de slacht is eiwitrijke voeding erg belangrijk. Daarom moet het eiwitgehalte van het voer dan ten minste 12 % bedragen.
De diervoeders moeten naargelang de beschikbaarheid op de markt uit het geografische productiegebied komen.
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De productiefasen, namelijk het fokken en slachten van de varkens, de selectie van het vlees en het in de membraan stoppen, afbinden en rijpen moeten op het grondgebied van Calabrië plaatsvinden.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.
—
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering
De beschermde oorsprongsbenaming „Pancetta di Calabria” moet in duidelijke, onuitwisbare letters worden vermeld. Zij moet duidelijk zijn te onderscheiden van alle andere aanduidingen op het etiket of het kaartje bij het product of op de verpakking van de porties. Verder moet zij onmiddellijk worden gevolgd door de vermelding „Beschermde oorsprongsbenaming”.
Onderstaand logo van de „Pancetta di Calabria” moet op het etiket staan.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
De „Pancetta di Calabria” wordt geproduceerd in het traditionele productiegebied dat bestaat uit het grondgebied van de regio Calabrië.
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
Het productiegebied ligt in het zuiden van Italië en wordt gekenmerkt door een gematigd warm klimaat met weinig neerslag, die vooral ’s winters valt. Het gebied bestaat voornamelijk uit heuvels en bergen, maar wordt als schiereiland begrensd door ruim 800 km kust met uitzicht op de Tyrreense en Ionische Zee. De combinatie van zee, heuvels en bergen leidt tot specifieke klimaatomstandigheden in het Middellandse Zeebekken.
Een belangrijke factor naast de gunstige klimaatomstandigheden is de kennis die de plaatselijke ondernemers in de loop van de tijd hebben opgedaan en doorgegeven. Met het oog op de productie van de „Pancetta di Calabria” verrichten zij specifieke werkzaamheden als de selectie van het stuk vlees en het klaarmaken van het vlees voor het zouten. Een ander aspect dat met de traditionele productiemethode verband houdt, is het gebruik van kruiden zoals chilipoeder.
5.2. Specificiteit van het product
De „Pancetta di Calabria” is een typisch gerijpt vleeswarenproduct uit Calabrië. Het product wordt verkregen door verwerking van het onderste gedeelte van het vlees onder de ribben van het varken en wordt op complexe wijze uit het geselecteerde stuk vlees bereid. De „Pancetta di Calabria” wordt gekenmerkt door zijn rechthoekige vorm en zijn met kruiden bedekte buitenkant. Hij heeft een lichtroze snijvlak, met afwisselend dunne lagen mager vlees en vet, en een aangename smaak.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De eisen die aan de „Pancetta di Calabria” worden gesteld, hangen samen met de omgevingsomstandigheden en met natuurlijke en menselijke factoren.
Het gebied waar de „Pancetta di Calabria” wordt geproduceerd en verwerkt, wordt gekenmerkt door een verband met de omgeving dat wordt bepaald door het typisch Zuid-Italiaanse klimaat met weinig neerslag, die in het algemeen vooral ’s winters valt, en door de geografische ligging van de betrokken gebieden. Deze gebieden profiteren ook van bepaalde winden en temperatuurverschillen die de bestendiging van optimale condities op de rijpingslocaties bevorderen.
Voor de bereiding van de „Pancetta di Calabria” is de ervaring van de betrokken ondernemers met de selectie van de stukken vlees bijzonder belangrijk. De gebruikte stukken komen van onder de ribben van de varkens en worden door de ondernemers zorgvuldig verwerkt. Het stuk vlees, waaraan vóór het zouten zwoerd zat, wordt nauwkeurig opgemaakt en gesneden zodat er een rechthoekige, flink afgeplatte vorm ontstaat. Verder worden bij de bereiding van het vlees nog steeds natuurlijke aromatische essences gebruikt die de organoleptische eigenschappen van het product beïnvloeden. Het geheel „grondstof — product — benaming” is sterk verbonden met de sociaaleconomische ontwikkeling van het afgebakende geografische gebied, die bepalend is geweest voor de bijzondere tradities en de plaatselijke gebruiken. Benadrukt zij met name dat grondstoffen worden gebruikt die afkomstig zijn van fokkerijen waar zware varkens met kenmerken van de Italiaanse bloedlijnen worden gehouden, die onder andere met voor het betrokken gebied specifieke plantaardige producten worden gevoederd. De „Pancetta di Calabria” is dus nauw met het afgebakende geografische gebied verbonden vanwege het klimaat van de regio, het voer dat de varkens krijgen en de menselijke factoren.
Verwijzing naar de bekendmaking in het productdossier
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (4))
De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot registratie van de beschermde oorsprongsbenaming „Pancetta di Calabria” in de Gazzette Ufficiale della Repubblica Italiana, nr. 171 van 25 juli 2011.
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd op de volgende internetsite: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
ofwel
door rechtstreeks de homepage van de website van het ministerie van Landbouw-, Voeding- en Bosbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti DOP IGP” (BOB/BGA-producten) (bovenaan rechts in het scherm), vervolgens op „Prodotti DOP IGP STG” (BOB/BGA/GTS-producten) (linkerzijde van het scherm) en ten slotte op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE” (productdossiers die voor onderzoek aan de Europese Unie zijn overgelegd).
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.
(3) Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.
(4) Zie voetnoot 3.
|
6.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 78/14 |
Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 35 van Richtlijn 2014/25/EU
Verzoek van een aanbestedende instantie
(2015/C 78/10)
Op 2 februari 2015 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 35 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (1). De eerste werkdag volgend op de ontvangst van het verzoek is 3 februari 2015.
Totdat Richtlijn 2004/17/EG zal worden ingetrokken (2), is deze van toepassing op de plaatsing van opdrachten voor de activiteit van onder meer de exploratie van aardolie en -gas, tenzij deze activiteit is vrijgesteld op grond van artikel 30 van die richtlijn. Uit procedureel oogpunt evenwel zijn de bepalingen van Richtlijn 2014/25/EU (3) van toepassing op verzoeken tot vrijstelling, aangezien de materiële voorwaarden voor de toekenning van een vrijstelling inhoudelijk ongewijzigd blijven.
Dit verzoek van de onderneming Hellenic Petroleum SA betreft de exploratie van aardolie en -gas in Griekenland. In artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG wordt bepaald dat die richtlijn niet van toepassing is indien de activiteit in kwestie rechtstreeks aan mededinging blootstaat op markten waartoe de toegang niet beperkt is. De beoordeling van deze voorwaarden vindt uitsluitend uit hoofde van Richtlijn 2004/17/EG plaats en laat de toepassing van de mededingingsregels onverlet.
Indien een vrijstelling wordt verleend, vervalt deze op de datum van omzetting van Richtlijn 2014/25/EU in nationale wetgeving of uiterlijk wanneer Richtlijn 2004/17/EG wordt ingetrokken, aangezien de activiteit van de exploratie van aardolie en -gas niet meer onder de bepalingen van Richtlijn 2014/25/EU valt, zodat er dus geen vrijstelling meer nodig zal zijn.
Overeenkomstig bijlage IV, punt 1, onder a), bij Richtlijn 2014/25/EU beschikt de Commissie vanaf de hierboven vermelde werkdag over een termijn van 105 werkdagen om een besluit over dit verzoek te nemen. Deze termijn loopt dus af op 8 juli 2015.
(1) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243.
(2) Met ingang van 18 april 2016.
(3) Deze richtlijn is op 18 april 2014 in werking getreden.