|
ISSN 1977-0995 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 376A |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
57e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
V Adviezen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) |
|
|
2014/C 376A/01 |
||
|
|
||
|
2014/C 376A/02 |
Overzicht van de in de C A-serie van het Publicatieblad gepubliceerde Vergelijkende onderzoeken |
|
|
NL |
|
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)
|
23.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CA 376/1 |
AANKONDIGING VAN EEN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK
EPSO/AD/293/14
Administrateurs (AD 7) op de volgende vakgebieden:
|
1. |
Mededingingsrecht |
|
2. |
Ondernemingsfinanciering |
|
3. |
Financiële economie |
|
4. |
Industriële economie |
|
5. |
Macro-economie |
2014/C 376 A/01
Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert een algemeen vergelijkend onderzoek aan de hand van tests en kwalificaties voor de vorming van een reserve voor de aanwerving van „administrateurs” (1) voor de Europese Commissie.
Lees voordat u uw sollicitatie indient aandachtig de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken die in Publicatieblad van de Europese Unie C 60 A van 1 maart 2014 en op de website van EPSO bekendgemaakt zijn.
Deze bepalingen vormen een integrerend onderdeel van de aankondiging van het algemeen vergelijkend onderzoek en geeft informatie over het verloop van de inschrijving en de procedure.
INHOUD
|
I. |
ALGEMENE INFORMATIE |
|
II. |
TAKEN |
|
III. |
TOELATINGSVOORWAARDEN |
|
IV. |
TOEGANGSTOETSEN |
|
V. |
TOELATING TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK EN SELECTIE OP BASIS VAN KWALIFICATIES |
|
VI. |
ASSESSMENT |
|
VII. |
CONTROLE VAN DE VERKLARINGEN VAN DE KANDIDATEN |
|
VIII. |
RESERVELIJSTEN |
|
IX. |
BIJLAGEN |
I. ALGEMENE ACHTERGROND
|
Vakgebied 1 = 27 Vakgebied 2 = 14 Vakgebied 3 = 25 Vakgebied 4 = 15 Vakgebied 5 = 30 |
||
|
Deze aankondiging heeft betrekking op meerdere vakgebieden. Gezien de budgettaire en administratieve beperkingen en om ervoor te zorgen dat de reservelijst gespecialiseerde en meteen inzetbare kandidaten bevat, kunt u zich slechts voor één vakgebied inschrijven. De selectie wordt in eerste instantie uitgevoerd op basis van de „talent screener/évaluateur de talent/Talentfilter” (zie deel V van de aankondiging en punt 4 van elke bijlage) om na te gaan welke kandidaten het beste beantwoorden aan de specifieke criteria in verband met de behoeften van de dienst en de prioriteiten van de Commissie. Bij uw elektronische inschrijving moet u een keuze maken. U kunt deze keuze niet meer wijzigen nadat u uw sollicitatie elektronisch hebt bevestigd en ingediend. |
||
|
U moet zich elektronisch inschrijven volgens de procedure die op de website van EPSO wordt beschreven (in het onderdeel „Online application manual/mode d'emploi de l'inscription en ligne/Online-Bewerbungsleitfaden”). Uiterste datum (validering inbegrepen): 25 november 2014 om 12 uur ('s middags), Belgische tijd. |
II. TAKEN
De specifieke profielen worden beschreven in de bijlagen.
III. TOELATINGSVOORWAARDEN
Op de uiterste datum voor de elektronische inschrijving moet u voldoen aan de volgende algemene en specifieke voorwaarden:
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
2.1. |
Kwalificaties Zie bijlagen. |
||||||||||
|
2.2. |
Beroepservaring Zie bijlagen. |
||||||||||
|
2.3. |
Talenkennis (2) |
||||||||||
|
Taal 1 |
Hoofdtaal (minimaal vereist niveau: C1) Grondige kennis van een van de officiële talen van de Europese Unie. |
||||||||||
|
Taal 2 |
Tweede taal, verplicht verschillend van taal 1 (minimaal vereist niveau: B2) Behoorlijke kennis van het Duits, het Engels of het Frans Overeenkomstig de uitspraak van het Hof van Justitie (Grote kamer) in zaak C-566/10 P, Italiaanse Republiek/Commissie zijn de Europese instellingen verplicht redenen op te geven voor de beperking van het aantal officiële EU-talen dat als tweede taal kan worden gekozen voor dit vergelijkend onderzoek. De selectie van talen die voor dit vergelijkend onderzoek als tweede taal kunnen worden gekozen, hangt samen met het belang van de dienst: het is noodzakelijk dat nieuwe collega's onmiddellijk operationeel zijn en in hun dagelijks werk doeltreffend kunnen communiceren, anders zou het functioneren van de instellingen ernstig worden belemmerd. Gezien de geschiedenis binnen de EU-instellingen wat betreft de talen die worden gebruikt voor de interne communicatie en ook gezien de behoeften op het gebied van externe communicatie en de behandeling van dossiers, zijn het Engels, het Frans en het Duits nog steeds de meest gebruikte talen. Daarnaast zijn het Engels, het Frans en het Duits de talen die het vaakst als tweede taal worden geleerd en gebruikt in de EU. Dit bevestigt de huidige praktijk in het onderwijs en de gangbare normen op de arbeidsmarkt en verwacht mag worden dat kandidaten voor functies bij de Europese Unie ten minste een van deze talen beheersen. Rekening houdend met het belang van de dienst en met de behoeften en capaciteiten van de kandidaten, ook gezien het specifieke vakgebied van deze selectieprocedure, is het gewettigd om tests te organiseren in deze drie talen, om ervoor te zorgen dat de kandidaten, ongeacht hun hoofdtaal, in ieder geval in een van deze drie officiële talen kunnen werken. Door de specifieke vaardigheden op deze manier te toetsen, kunnen de instellingen nagaan of kandidaten in staat zijn onmiddellijk te functioneren in een omgeving die nauw aansluit bij de dagelijkse werksituatie in de EU-instellingen. Om dezelfde redenen wordt ook het aantal talen voor de communicatie tussen de kandidaten en de instellingen beperkt en dus ook het aantal talen waarin de sollicitatiedossiers kunnen worden opgesteld. Dit biedt ook een betere garantie voor uniformiteit bij het vergelijken en controleren van de sollicitatiedossiers. Om ervoor te zorgen dat alle kandidaten gelijk worden behandeld, moet iedereen, ook degenen wier eerste taal een van deze drie talen is, toetsen afleggen in zijn tweede taal, waarbij uit deze drie talen kan worden gekozen. Dit doet geen afbreuk aan de verplichting om het vermogen te ontwikkelen om in een derde taal te werken, zoals beschreven in artikel 45, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |
||||||||||
IV. TOEGANGSTOETSEN
EPSO organiseert alleen toegangstoetsen per computer wanneer het aantal ingeschreven kandidaten een bepaald quotum overschrijdt. Dit quotum zal na afsluiting van de inschrijvingen worden vastgesteld door de directeur van EPSO in zijn functie van het tot aanstelling bevoegde gezag (TABG) en kan per vakgebied variëren. U wordt hiervan op de hoogte gesteld via uw EPSO-account.
Als er geen toegangstoetsen worden georganiseerd, dan worden tijdens het assessment vaardigheidstoetsen afgenomen (zie punt VI.2).
De jury bepaalt de moeilijkheidsgraad van de in onderstaande tabel opgenomen toetsen en keurt de inhoud goed op basis van de voorstellen van EPSO.
|
U wordt voor de toegangstoetsen uitgenodigd als u uw inschrijving tijdig hebt gevalideerd (zie punt I.3). Opgelet:
|
||||||||
|
Reeks toetsen met meerkeuzevragen ter beoordeling van uw redeneervermogen: |
||||||||
|
Toets a) |
Verbaal redeneervermogen |
0-20 punten; vereist minimum: 10 |
|||||||
|
Toets b) |
Numeriek redeneervermogen |
0-10 punten |
|||||||
|
Toets c) |
Abstract redeneervermogen |
0-10 punten |
|||||||
|
|
Vereist minimum voor de toetsen b) en c) samen: 10 punten |
||||||||
|
Taal 1 |
||||||||
V. TOELATING TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK EN SELECTIE OP BASIS VAN KWALIFICATIES
In eerste instantie wordt op basis van de door u in het elektronische sollicitatieformulier verstrekte gegevens onderzocht of u aan de algemene en specifieke voorwaarden voldoet.
|
a) |
Uw antwoorden op de vragen over de algemene en specifieke voorwaarden worden bekeken om te bepalen of u behoort tot de kandidaten die voldoen aan alle voorwaarden om te worden toegelaten tot het vergelijkend onderzoek (zie punt III). |
|
b) |
Vervolgens bepaalt de jury voor de kandidaten die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor het vergelijkend onderzoek, wie over de meest relevante kwalificaties beschikken (met name diploma's en werkervaring) ten opzichte van de functieomschrijving en de selectiecriteria die in deze aankondiging zijn beschreven. Deze selectie wordt uitsluitend op basis van uw verklaringen in het onderdeel „talent screener/évaluateur de talent/Talentfilter” van het elektronische sollicitatieformulier uitgevoerd en verloopt in twee fasen:
|
Indien toegangstoetsen worden georganiseerd (zie punt IV), wordt in afnemende volgorde van het aantal behaalde punten onderzocht of de betrokken kandidaat voldoet aan de algemene en specifieke voorwaarden, tot voor elk profiel het door het tot aanstelling bevoegde gezag vast te stellen quotum is gevonden van kandidaten die:
|
— |
de hoogste scores en de vereiste minimumscores hebben behaald, en |
|
— |
voldoen aan de toelatingsvoorwaarden (3). |
Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten in aanmerking genomen bij de selectie op basis van kwalificaties (zie punt a) en b) hierboven). De elektronische inschrijvingen van de kandidaten die buiten dit quotum vallen, worden niet bekeken.
Vervolgens stelt de jury een ranglijst van de kandidaten op. Er worden, per profiel, maximaal driemaal zoveel kandidaten tot het assessment (4) toegelaten als er op de reservelijst kunnen worden geplaatst (5) (zie punt I). Het precieze aantal zal op de website van EPSO worden bekendgemaakt (http://blogs.ec.europa.eu/eu-careers.info/).
VI. ASSESSMENT
|
U wordt voor het assessment uitgenodigd als u behoort tot de kandidaten die:
Het assessment vindt in beginsel in Brussel plaats en duurt één of twee dagen (6). Als u behoort tot de kandidaten die tot het assessment worden toegelaten, dient u bij het assessment het volledige sollicitatiedossier mee te brengen (ondertekend exemplaar van het elektronische sollicitatieformulier en bewijsstukken) (7). Procedure: zie punt 2.1.7 van de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken. |
||||||||||||||||||||||
|
Tijdens het assessment worden drie vaardigheden getoetst. De inhoud van de tests wordt gevalideerd door de jury.
|
Elk van deze algemene vaardigheden wordt getest volgens het volgende schema:
|
|
Casestudy |
Groepsoefening |
Gestructureerd interview |
|
Problemen analyseren en oplossen |
x |
x |
|
|
Communiceren |
x |
|
x |
|
Kwaliteits- en resultaatgericht werken |
x |
|
x |
|
Leren en zich blijven ontwikkelen |
|
x |
x |
|
Prioriteiten stellen en organiseren |
x |
x |
|
|
Stressbestendigheid |
|
x |
x |
|
Samenwerken |
|
x |
x |
|
Leiding geven |
|
x |
x |
|
Taal 1 voor de onderdelen a), b) en c) Taal 2 voor de onderdelen d), e), f) en g) |
||||||||
|
Redeneervermogen
Als u niet slaagt voor de onderdelen a), b) en c), wordt u uitgesloten van verdere deelname. De behaalde scores worden echter niet opgeteld bij de scores voor de andere onderdelen van het assessment. Specifieke vaardigheden (onderdeel d)) Onderdeel d): 0-100 punten vereist minimum: 50 Gewicht: 55 % van de totale score Algemene vaardigheden (onderdelen e), f) en g)) 0-80 punten voor alle algemene vaardigheden samen (10 punten per algemene vaardigheid) vereist minimum: 3 punten voor elke vaardigheid, en 40 punten op 80 voor de 8 algemene vaardigheden samen Gewicht: 45 % van de totale score |
VII. CONTROLE VAN DE VERKLARINGEN VAN DE KANDIDATEN
Na afloop van het assessment worden de verklaringen van de kandidaten in hun elektronische sollicitatieformulier op basis van de door hen verstrekte bewijsstukken gecontroleerd door EPSO wat betreft de algemene voorwaarden en door de jury wat betreft de specifieke voorwaarden.
Deze controle wordt uitgevoerd voor de kandidaten die de vereiste minimumscores en de hoogste totaalscores hebben behaald voor de onderdelen d), e), f) en g) van het examen, te beginnen met de kandidaat met de hoogste score. In voorkomend geval moeten deze kandidaten ook de vereiste minimumscores hebben behaald voor de onderdelen a), b) en c) met betrekking tot het redeneervermogen. Deze controle wordt uitgevoerd in aflopende volgorde van de scores totdat het aantal op de reservelijsten op te nemen kandidaten, die daadwerkelijk voldoen aan alle toelatingsvoorwaarden, is bereikt. De bewijsstukken van de kandidaten die buiten dit quotum vallen, worden niet onderzocht.
Voor de evaluatie van de kwalificaties wordt alleen met de bewijsstukken rekening gehouden om de antwoorden die reeds zijn gegeven in het onderdeel „talent screener/évaluateur de talent/Talentfilter” van het elektronische sollicitatieformulier te controleren. Als hierbij blijkt dat deze verklaringen niet kunnen worden gestaafd met passende bewijsstukken, wordt de sollicitatie nietig verklaard.
VIII. RESERVELIJSTEN
|
De jury plaatst u op de reservelijst:
|
||||||
|
Alfabetische rangschikking per vakgebied. |
(1) Elke verwijzing in deze aankondiging naar een persoon van het mannelijke geslacht slaat tevens op personen van het vrouwelijke geslacht.
(2) Zie het Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen — (http://europass.cedefop.europa.eu/europass/home/hornav/Downloads/CEF/LanguageSelfAssessmentGrid.csp).
(3) Dit quotum komt overeen met het quotum als vermeld in punt IV, tweede alinea.
(4) Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten voor het assessment uitgenodigd.
(5) Kandidaten die niet worden uitgenodigd voor het assessment, ontvangen bericht van de resultaten van hun beoordeling en het gewicht van elke vraag.
(6) Om praktische redenen kunnen de toetsen in verband met het redeneervermogen plaatsvinden in testcentra in de lidstaten, los van de andere onderdelen van het assessment.
(7) De datum van het assessment wordt u te zijner tijd meegedeeld via uw EPSO-account.
(8) In punt 1.2 van de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken worden deze vaardigheden nader omschreven.
(9) Wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst.
BIJLAGE I
VAKGEBIED 1: MEDEDINGINGSRECHT (AD 7)
1. Taken
Dit algemeen vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (AD 7) op het gebied van Europees mededingingsrecht.
De Europese Commissie zoekt juristen met kennis van en ervaring met Europees mededingingsrecht (antitrust, staatssteun en fusies) en praktische ervaring met de toepassing van concurrentieregels en -procedures bij een advocatenkantoor, een rechtbank, een onderneming (als bedrijfsjurist), een juridisch adviesbureau, een bedrijfsorganisatie of een nationale of internationale overheid. De kandidaten moeten beschikken over aantoonbare vaardigheden om mededingingszaken te analyseren, daarbij rekening houdend met de economische aspecten; om een juridische beoordeling te maken op basis van concurrentieregels en -procedures en om wetgevingsvoorstellen op te stellen.
Voornaamste taken: verrichten van analyses in verband met EU-beleid betreffende antitrust, staatssteun en fusies, en uitvoeren van administratieve, adviserende en toezichthoudende taken in verband met de activiteiten betreffende het mededingingsbeleid van de EU.
De taken verschillen naargelang van het werkterrein (antitrust, staatssteun of fusies) en kunnen onder meer inhouden:
|
— |
beoordelen hoe relevante markten moeten worden gedefinieerd overeenkomstig de beginselen van het mededingingsrecht; |
|
— |
beoordelen of bepaald gedrag of een bepaalde overeenkomst tussen bedrijven zou kunnen leiden tot een inbreuk op de artikelen 101 of 102 VWEU; |
|
— |
beoordelen of een aangemelde concentratie zou leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de zin van artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna de „concentratieverordening” genoemd) en of de partijen de bezorgdheid kunnen wegnemen die voortvloeien uit de concentratie; |
|
— |
beoordelen van procedurekwesties in de loop van een zaak, bijvoorbeeld of een transactie een concentratie met een EU-dimensie inhoudt die valt onder de concentratieverordening of het verlenen van toegang tot het dossier; |
|
— |
beoordelen of een bepaalde maatregel kan worden beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU; |
|
— |
analyseren van de verenigbaarheidsbeoordeling van een staatssteunmaatregel; |
|
— |
verrichten van marktonderzoek; |
|
— |
voorbereiden en opstellen van interne nota's, besluiten van de Commissie en andere procedurestukken (zoals mededelingen van punten van bezwaar); |
|
— |
voorbereiden en opstellen van wetgeving, richtsnoeren van de Commissie en andere beleidsdocumenten op het vlak van EU-beleid inzake antitrust, fusies en staatssteun. |
2. Kwalificaties
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding rechten van ten minste vier jaar hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma.
OF
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding rechten van ten minste drie jaar hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma, gevolgd door ten minste één jaar werkervaring die rechtstreeks verband houdt met de in punt 1 beschreven taken.
Opgelet: deze werkervaring van ten minste één jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet minstens zes jaar werkervaring hebben, waarvan ten minste drie op het vlak van de toepassing van mededingingsregels en procedures. U moet onder meer gespecialiseerd zijn in de analyse van markten en relevante concurrentiekwesties op basis van een goed begrip van de economische aspecten; de juridische beoordeling ervan in het licht van de concurrentieregels en -procedures en de voorbereiding van wetgevingsdocumenten.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
Werkervaring met de toepassing van regels en procedures van het Europese mededingingsrecht of het mededingingsrecht van de lidstaten of van derde landen (zoals EVA, VS) (antitrust: mededingingsregelingen, dominantie, kartels; fusies of staatssteun) bij
|
|
2. |
Werkervaring met de toepassing van regels en procedures van het Europese mededingingsrecht of het mededingingsrecht van de lidstaten of van derde landen (zoals EVA, VS) (antitrust: mededingingsregelingen, dominantie, kartels; fusies of staatssteun) bij een rechtbank of een nationale of internationale overheid. |
|
3. |
Werkervaring op het vlak van EU-recht of handelsrecht bij
|
|
4. |
Werkervaring op het vlak van EU-recht of handelsrecht bij een rechtbank of een nationale of internationale overheid. |
|
5. |
Een masterstudie EU-recht of mededingingsrecht, bovenop het diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek. |
|
6. |
Werkervaring met wetgevingsprocedures op het vlak van EU-recht of mededingingsrecht. |
|
7. |
Ervaring met academisch onderzoek of lesgeven op het vlak van EU-recht of mededingingsrecht. |
|
8. |
Artikelen in gespecialiseerde tijdschriften of deelname, als spreker of door het leveren van een bijdrage, aan conferenties of workshops op het vlak van EU-recht of mededingingsrecht. |
BIJLAGE II
VAKGEBIED 2: ONDERNEMINGSFINANCIERING (AD 7)
Dit vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (AD 7) op het gebied van ondernemingsfinanciering voor de tenuitvoerlegging van het mededingingsbeleid van de EU.
1. Taken
De Europese Commissie zoekt deskundige economisten met werkervaring op het vlak van ondernemingsfinanciering en financiële analyse. De kandidaten moeten beschikken over relevante ervaring om financiële analyse toe te passen op mededingingsdossiers.
Voornaamste taken: verrichten van analyses in verband met EU-beleid betreffende antitrust, staatssteun en fusies, en uitvoeren van administratieve, adviserende en toezichthoudende taken in verband met de activiteiten betreffende het mededingingsbeleid van de EU.
De taken van de ambtenaren die zaken behandelen en specifieke kennis hebben van ondernemingsfinanciering en financiële analyse houden onder meer in:
|
— |
gedetailleerde beoordeling van de voorwaarden waaronder en omstandigheden waarin een overheid een lening, waarborg of kapitaalsinjectie heeft toegekend aan een onderneming, om na te gaan of deze steun werd verleend tegen marktvoorwaarden of moet worden beschouwd als staatssteun. Hiervoor moet gewoonlijk een analyse worden gemaakt van de kredietwaardigheid en rentabiliteit van de ontvangende onderneming; |
|
— |
gedetailleerde beoordeling van het meegedeelde herstructureringsplan van een bedrijf in moeilijkheden dat staatssteun heeft gekregen. Hiervoor moet worden beoordeeld of het plan de oorzaak van de problemen aanpakt, of het leidt tot de leefbaarheid en rentabiliteit van het bedrijf op lange termijn, zonder dat het bedrijf verdere staatssteun nodig heeft, en of het bedrijf genoeg maatregelen heeft getroffen om de kosten van de herstructurering zelf te dragen (verkoop van activa, aantrekken van particulier kapitaal en fondsenwerving op de markt); |
|
— |
gedetailleerde beoordeling van de verwachte rentabiliteit van een onderzoeks- en ontwikkelingsproject of een investeringsproject; controle van de kasstroomprognoses en van de gebruikte discontovoet; beoordeling van de rentabiliteit van een project om zonder staatssteun te kunnen worden aangevat; |
|
— |
gedetailleerde beoordeling van de kosten en rentabiliteit in verhouding tot de performantie van een dienst van algemeen economisch belang door een bedrijf; |
|
— |
gedetailleerde beoordeling van regelingen en financiële ad-hocmechanismen die de lidstaten overwegen om leningen aan het midden- en kleinbedrijf te ondersteunen. |
2. Kwalificaties
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar op het gebied van economie, financiën, boekhouding of bedrijfsbeheer hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma.
OF
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar op het gebied van economie, financiën, boekhouding of bedrijfsbeheer hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma, gevolgd door ten minste één jaar werkervaring die verband houdt met de in punt 1 beschreven taken.
Opgelet: deze werkervaring van ten minste één jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet minstens zes jaar werkervaring hebben op het vlak van financiële bedrijfsanalyse. U moet onder meer gespecialiseerd zijn in de financiële analyse van bedrijven en hun financieringsinstrumenten.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
diploma of getuigschrift van een internationaal erkende postuniversitaire opleiding, bovenop het diploma dat toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek (het volledige programma „chartered financial analyst” of gelijkwaardig) of een doctoraatsdiploma/PhD op het gebied van financiën of ondernemingsfinanciën; |
|
2. |
werkervaring met het beoordelen van de kredietwaardigheid van ondernemingen, dat wil zeggen het vermogen van de onderneming om haar leningen en andere verplichtingen terug te betalen; |
|
3. |
werkervaring met tarifering van of handel of investering in bedrijfsleningen of bedrijfsobligaties; |
|
4. |
werkervaring met de beoordeling van de toekomstige rentabiliteit van bedrijven of investeringsprojecten op basis van het bedrijfsplan; |
|
5. |
werkervaring met kwantitatieve methodes om de waarde te bepalen van bedrijven of investeringsprojecten, zoals toekomstige modellen voor disconteringsmethodes en financiële ratio's; |
|
6. |
werkervaring met tarifering van of handel of investering in derivaten; |
|
7. |
werkervaring met de herstructurering van een of meerdere bedrijven in moeilijkheden; |
|
8. |
werkervaring met het aantrekken van kapitaal of financiering/schulden voor een groot bedrijf (groter dan een KMO, dus een bedrijf met meer dan 250 personeelsleden, zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2003:124:0036:0041:NL:PDF) |
BIJLAGE III
VAKGEBIED 3: FINANCIËLE ECONOMIE (AD 7)
1. Taken
Dit vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (AD 7) op het gebied van financiële economie, met speciale nadruk op multilateraal toezicht en landentoezicht, beleidsontwerp en beleidsanalyse.
De belangrijkste taken zijn:
|
— |
toezicht uitoefenen op en analyseren van de werking van financiële markten of marktsegmenten van de lidstaten, de eurozone en de Europese Unie, inclusief het vaststellen van mogelijk marktfalen en niet-marktconforme prijszetting; |
|
— |
analyseren en beoordelen van de levensvatbaarheid, de prestaties en de duurzaamheid van financiële instellingen en markten in de lidstaten, inclusief in de landen met een economisch aanpassingsprogramma; |
|
— |
verrichten van (theoretische, empirische of modelgebaseerde) analyses ter ondersteuning van de formulering en beoordeling van beleidsmaatregelen in verband met de regulering van financiële markten, financiële instellingen en financiële infrastructuur; |
|
— |
ontwikkelen en toepassen van methoden, instrumenten en procedures voor de verwerking en interpretatie van financiële, monetaire en economische gegevens. Daaronder vallen ook gegevens over financiële effecten, wat het gebruik veronderstelt van geavanceerde kwantitatieve technieken voor de beoordeling en waardebepaling; |
|
— |
ontwerpen van, onderhandelen over en ten uitvoer leggen van financiële instrumenten of voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (bijvoorbeeld garantieregelingen voor schuldinstrumenten of risicodelingsinstrumenten) waarmee de uitvoering van het EU-beleid wordt ondersteund; |
|
— |
samenwerken met internationale economische en financiële instellingen, overheden en andere partijen die betrokken bij het economisch toezicht op de financiële markten, met inbegrip van toezicht op economische aanpassingsprogramma's; |
|
— |
opstellen van analyses, beleid en wetgeving voor intern en extern gebruik, in het kader van de hierboven beschreven taken. |
2. Kwalificaties
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar op het gebied van economie of financiën hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma.
OF
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar op het gebied van economie of financiën hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma, gevolgd door ten minste één jaar werkervaring die verband houdt met de in punt 1 beschreven taken.
Opgelet: deze werkervaring van ten minste één jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste zes jaar werkervaring hebben opgedaan op het gebied van de analyse van de financiële sector.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
een diploma (anders dan een doctoraatsdiploma/PhD) of certificaat dat een aanvulling vormt op de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek (als hierboven beschreven in punt 2) op een van de volgende vakgebieden: financiële economie, economie, ondernemingsfinanciering, kwantitatieve analyse, statistiek, toegepaste economie of financiële wiskunde; |
|
2. |
een doctoraatsdiploma/PhD op een van de volgende vakgebieden: financiële economie, economie, ondernemingsfinanciering, kwantitatieve analyse, statistiek, toegepaste economie of financiële wiskunde; |
|
3. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een bank en/of andere financiële instelling; |
|
4. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een overheidsdienst of internationale instelling die zich bezighoudt met micro- of macro-prudentieel toezicht; |
|
5. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een overheidsdienst of internationale instelling die beleidsmaatregelen voor financiële stabiliteit ontwerpt, beheert of uitvoert; |
|
6. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een op het gebied van financiën of economie gespecialiseerde academische of wetenschappelijke instelling; |
|
7. |
ten minste twee jaar werkervaring op het gebied van de analyse van de levensvatbaarheid of prestaties van financiële instellingen; |
|
8. |
publicaties in collegiaal getoetste economische vakbladen, met name op de gebieden kwantitatieve financiële economie, financiële stabiliteit of bedrijfsfinanciering; |
|
9. |
werkervaring met het opstellen van technische of niet-technische rapporten over de ontwikkelingen op de financiële markten, financiële stabiliteit of trends in de banksector; |
|
10. |
ten minste twee jaar werkervaring op het gebied van de toegepaste econometrie, zoals bijvoorbeeld tijdreeksanalyse of panelregressieanalyse; |
|
11. |
werkervaring met de ontwikkeling van en/of het gebruik van macro-economische modellen (bijvoorbeeld DSGE-modellen); |
|
12. |
werkervaring op het gebied van het opstellen of het uitvoeren van een economisch aanpassingsprogramma. |
BIJLAGE IV
VAKGEBIED 4: INDUSTRIËLE ECONOMIE (AD 7)
Dit vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (AD 7) op het gebied van industriële economie voor de tenuitvoerlegging van het mededingingsbeleid van de EU.
1. Taken
De Europese Commissie zoekt deskundige economisten op het vlak van industriële economie (met een empirische of theoretische achtergrond) en praktische ervaring met de ontwikkeling van economische analyse in het kader van procedures betreffende antitrust-, fusie- of staatssteunprocedures. De kandidaten moeten beschikken over relevante ervaring om economische analyse toe te passen op mededingingsdossiers.
Voornaamste taken: verrichten van analyses in verband met EU-beleid betreffende antitrust, staatssteun en fusies, en uitvoeren van administratieve, adviserende en toezichthoudende taken in verband met de activiteiten betreffende het mededingingsbeleid van de EU.
De taken verschillen naargelang van het werkterrein (antitrust, staatssteun of fusies) en kunnen onder meer inhouden:
|
— |
beoordelen hoe relevante markten moeten worden gedefinieerd overeenkomstig de beginselen van het mededingingsrecht; |
|
— |
beoordelen of bepaald gedrag of een bepaalde overeenkomst tussen bedrijven zou kunnen leiden tot een inbreuk op de artikelen 101 of 102 VWEU; |
|
— |
beoordelen of een aangemelde concentratie zou leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de zin van artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna de „concentratieverordening” genoemd) en of de partijen de bezorgdheid kunnen wegnemen die voortvloeien uit de concentratie; |
|
— |
beoordelen of een bepaalde maatregel kan worden beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU; |
|
— |
analyseren van de beoordeling of een staatssteunmaatregel wel compatibel is volgens de geldende regelgeving; |
|
— |
coördineren, beoordelen en verrichten van de economische evaluatie van overheidsbeleid en handhavingsactiviteiten; |
|
— |
verrichten van marktonderzoek; |
|
— |
voorbereiden en opstellen van interne nota's, besluiten van de Commissie en andere procedurestukken (zoals mededelingen van punten van bezwaar); |
|
— |
voorbereiden en opstellen van richtsnoeren van de Commissie en andere beleidsdocumenten op het vlak van EU-beleid inzake antitrust, fusies en staatssteun. |
2. Kwalificaties
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding economie van ten minste vier jaar hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma.
OF
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding economie van ten minste drie jaar hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma, gevolgd door ten minste één jaar werkervaring die rechtstreeks verband houdt met de in punt 1 beschreven taken.
Opgelet: deze werkervaring van ten minste één jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet minstens zes jaar werkervaring hebben op het vlak van economische analyse betreffende de toepassing van mededingingsregels en procedures. U moet onder meer gespecialiseerd zijn in de analyse van markten/bedrijven en relevante concurrentiekwesties op basis van een goed begrip van de economische aspecten en de beoordeling ervan in het licht van de concurrentieregels en -procedures.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
werkervaring bij een economisch adviesbureau, een onderzoekinstelling of overheidsdienst op het vlak van mededingingsbeleid, evaluatie of regelgeving; |
|
2. |
werkervaring bij een mededingings- of regelgevende overheid; |
|
3. |
werkervaring bij een financiële instelling; |
|
4. |
werkervaring bij de afdeling fusies en overnames of de afdeling strategische planning van een multinational; |
|
5. |
werkervaring met economische analyse, econometrie of statistiek in verband met economische evaluaties achteraf van overheidsbeleid en handhavingsactiviteiten; |
|
6. |
een masterstudie met een specialisatie industriële economie, ondernemingsfinanciering, overheidsfinanciën, toegepaste economie, econometrie of statistiek; |
|
7. |
werkervaring met de toepassing van econometrische technieken (met inbegrip van programma's als Stata of SPSS) of van economische modellen (met inbegrip van programma's als Mathematica of Matlab); |
|
8. |
werkervaring met academisch onderzoek of lesgeven op het gebied van economische en financiële analyse, econometrie of statistiek inzake mededingingsbeleid of -regelgeving; |
|
9. |
publicaties in collegiaal getoetste economische vakbladen op het gebied van economische en financiële analyse, econometrie of statistiek inzake mededingingsbeleid of -regelgeving; |
|
10. |
andere publicaties of paper op het gebied van economische en financiële analyse, econometrie of statistiek inzake mededingingsbeleid of -regelgeving; |
|
11. |
deelname aan conferenties of workshops op het gebied van economische of financiële analyse inzake mededingingsbeleid of -regelgeving, als spreker of coauteur. |
BIJLAGE V
VAKGEBIED 5: MACRO-ECONOMIE (AD 7)
1. Taken
Dit vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (AD 7) op het gebied van macro-economie, met speciale nadruk op multilateraal toezicht en landentoezicht, beleidsontwerp en beleidsanalyse.
De belangrijkste taken zijn:
|
— |
toezicht uitoefenen op de macro-economische ontwikkelingen en de beleidsmaatregelen van de lidstaten, de eurozone en de Europese Unie; |
|
— |
het opstellen en uitvoeren van macro-economische aanpassingsprogramma's; |
|
— |
het verrichten van empirische analyses of modelsimulaties ter ondersteuning van de formulering en beoordeling van economische beleidsmaatregelen, onder andere op het gebied van overheidsfinanciën, structurele hervormingen en financiële instellingen en markten; |
|
— |
het ontwerpen van analytische kaders en instrumenten voor de analyse van economische ontwikkelingen en beleidsresultaten; |
|
— |
het opstellen van de economische prognoses van de Europese Commissie; |
|
— |
samenwerken met internationale economische en financiële instellingen, overheden en andere partijen die betrokken zijn bij economisch toezicht en economische aanpassingsprogramma's; |
|
— |
het opstellen van analyses, beleid en wetgeving, zowel voor intern gebruik als voor publicatie, in het kader van de hierboven beschreven taken. |
2. Kwalificaties
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding economie van ten minste vier jaar hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma.
OF
U moet een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar op het gebied van economie hebben behaald, of een daaraan gelijkgesteld diploma, gevolgd door ten minste één jaar werkervaring die rechtstreeks verband houdt met het in punt 1 beschreven takenpakket.
Opgelet: deze werkervaring van ten minste één jaar maakt integrerend deel uit van de kwalificaties en telt niet mee voor het aantal jaren werkervaring zoals vereist hieronder.
3. Werkervaring
U moet ten minste zes jaar werkervaring hebben opgedaan op het gebied van macro-economie.
Deze werkervaring moet u hebben opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.
4. Selectiecriteria
Bij de selectie op basis van kwalificaties houdt de jury rekening met de volgende criteria:
|
1. |
een diploma (anders dan een doctoraatsdiploma/PhD) of certificaat dat een aanvulling vormt op de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek (als hierboven beschreven in punt 2) op een van de volgende vakgebieden: economie, kwantitatieve analyse, statistiek, financiën of toegepaste macro-economie; |
|
2. |
een doctoraatsdiploma/PhD op een van de volgende vakgebieden: economie, kwantitatieve analyse, statistiek, financiën of toegepaste macro-economie; |
|
3. |
ten minste twee jaar werkervaring in een internationale economische en/of financiële instelling; |
|
4. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een nationale overheidsdienst die zich bezighoudt met het ontwerp of de uitvoering van economisch, budgettair of monetair beleid; |
|
5. |
ten minste twee jaar werkervaring bij een op het gebied van economie of economisch beleid gespecialiseerde academische of wetenschappelijke instelling of beleidsorgaan; |
|
6. |
publicaties in collegiaal getoetste economische vakbladen op het gebied van kwantitatieve analyse of modellen; |
|
7. |
publicaties in collegiaal getoetste economische vakbladen op het gebied van macro-economie; |
|
8. |
werkervaring met het opstellen van technische en niet-technische rapporten over macro-economische trends en prognoses, of macro-economisch toezicht; |
|
9. |
werkervaring met het opstellen van technische of niet-technische rapporten over de economische effecten van structurele hervormingen en beleidsmaatregelen ter verbetering van het concurrentievermogen; |
|
10. |
werkervaring met het opstellen van technische of niet-technische rapporten over overheidsfinanciën of Europees economisch bestuur; |
|
11. |
ten minste twee jaar werkervaring op het gebied van de toegepaste econometrie, zoals bijvoorbeeld tijdreeksanalyse of panel regressieanalyse; |
|
12. |
werkervaring met de ontwikkeling van en/of het gebruik van macro-economische modellen (bijvoorbeeld DSGE-modellen); |
|
13. |
werkervaring op het gebied van het opstellen of het uitvoeren van een economisch aanpassingsprogramma. |
|
23.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CA 376/18 |
OVERZICHT VAN DE IN DE C A-SERIE VAN HET PUBLICATIEBLAD GEPUBLICEERDE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN
2014/C 376 A/02
Hierbij vindt u een lijst van C A-publicatiebladen „Vergelijkende onderzoeken” die in 2014 tot op heden gepubliceerd werden.
Deze publicaties verschenen — tenzij anders vermeld — in alle officiële talen.
|
5 |
|
|
6 |
|
|
11 |
|
|
19 |
|
|
21 |
|
|
26 |
|
|
27 |
|
|
30 |
(PL) |
|
35 |
|
|
41 |
(DE/EN/FR) |
|
42 |
|
|
43 |
|
|
46 |
|
|
47 |
|
|
48 |
|
|
55 |
|
|
56 |
|
|
60 |
|
|
62 |
|
|
65 |
|
|
73 |
(DE/EN/FR) |
|
74 |
|
|
81 |
|
|
88 |
|
|
92 |
(DE/EN/FR) |
|
97 |
|
|
98 |
|
|
99 |
|
|
108 |
|
|
109 |
|
|
116 |
|
|
119 |
|
|
133 |
|
|
134 |
|
|
136 |
|
|
137 |
(DE/EN/FR) |
|
140 |
|
|
145 |
|
|
152 |
|
|
160 |
|
|
163 |
|
|
164 |
|
|
176 |
|
|
178 |
|
|
180 |
|
|
182 |
|
|
185 |
|
|
186 |
|
|
188 |
|
|
195 |
|
|
207 |
|
|
209 |
(DE/EN/FR) |
|
211 |
|
|
217 |
|
|
219 |
|
|
242 |
|
|
254 |
|
|
255 |
|
|
256 |
(LV) |
|
258 |
(RO) |
|
262 |
(EN) |
|
267 |
(SL) |
|
270 |
(FR) |
|
272 |
(DA) |
|
274 |
(IT) |
|
277 |
|
|
283 |
|
|
289 |
(DE/EN/FR) |
|
293 |
(NL) |
|
295 |
(MT) |
|
297 |
|
|
299 |
|
|
304 |
|
|
321 |
(DE/EN/FR) |
|
325 |
(SL) |
|
332 |
|
|
334 |
|
|
340 |
|
|
342 |
(EN) |
|
352 |
|
|
354 |
|
|
358 |
|
|
366 |
|
|
376 |
|