ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 347

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

57e jaargang
3 oktober 2014


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2014/C 347/01

Advies van de Commissie van 2 oktober 2014 betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen, gelegen naast de kerncentrale van Mochovce in Slowakije

1

2014/C 347/02

Advies van de Commissie van 2 oktober 2014 betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de IRAW-CRAM-Opslagfaciliteit voor radioactief afval, gelegen naast de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen in Slowakije

3


 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 347/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7363 — Areva Énergies Renouvelables/Gamesa Energía/JV) ( 1 )

4

2014/C 347/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.7340 — Ferrero International/Oltan Group) ( 1 )

4


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2014/C 347/05

Wisselkoersen van de euro

5


 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2014/C 347/06

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

6

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2014/C 347/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7297 — Dolby/Doremi/Highlands) ( 1 )

16

2014/C 347/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.7397 — CD&R/CHC Group) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

17

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2014/C 347/09

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

18


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2014

betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen, gelegen naast de kerncentrale van Mochovce in Slowakije

(Alleen de Slowaakse tekst is authentiek)

(2014/C 347/01)

De hieronder gegeven evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in het Euratom-Verdrag, ongeacht eventuele aanvullende evaluaties die moeten worden uitgevoerd krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit de daarvan afgeleide wetgeving voortvloeien (1).

Op 24 maart 2014 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Slowaakse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen te Mochovce.

Op basis van deze algemene gegevens en aanvullende door de Commissie op 29 april 2014 opgevraagde en door de Slowaakse autoriteiten op 5 juni 2014 verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

De afstand tussen de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen en het dichtstbijgelegen punt in een andere lidstaat, in dit geval Hongarije, bedraagt ongeveer 40 km.

2.

Gedurende de operationele levensduur van de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen:

wordt radioactief afval opgeslagen zonder dat het de bedoeling is het te verwijderen;

wordt aan de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen uitsluitend een lozingsvergunning voor vloeibare radioactieve effluenten verleend. In normale bedrijfsomstandigheden worden door de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen geen gasvormige radioactieve effluenten uitgestoten en zal de lozing van vloeibare radioactieve effluenten voor inwoners van andere lidstaten geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling veroorzaken;

resulteren, in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, de in een andere lidstaat ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid.

3.

Na de operationele levensduur van de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen:

wekken de maatregelen die zijn gepland voor de definitieve sluiting van de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen, zoals beschreven in de algemene gegevens, het vertrouwen op dat de onder punt 2 gegeven conclusies ook op lange termijn geldig blijven.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, uit de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen, gelegen naast de kerncentrale van Mochovce in Slowakije, gedurende de normale operationele levensduur en na de definitieve sluiting ervan, alsook in het geval van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van voor de volksgezondheid significante radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2014.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Vicevoorzitter


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bijvoorbeeld moeten de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, alsook in Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.


3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/3


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2014

betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de IRAW-CRAM-Opslagfaciliteit voor radioactief afval, gelegen naast de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen in Slowakije

(Alleen de Slowaakse tekst is authentiek)

(2014/C 347/02)

De hieronder gegeven evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in het Euratom-Verdrag, ongeacht eventuele aanvullende evaluaties die moeten worden uitgevoerd krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit de daarvan afgeleide wetgeving voortvloeien (1).

Op 24 maart 2014 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Slowaakse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen uit de IRAW-CRAM-Opslagfaciliteit voor radioactief afval te Mochovce, Slowakije.

Op basis van deze algemene gegevens en aanvullende door de Commissie op 29 april 2014 opgevraagde en door de Slowaakse autoriteiten op 5 juni 2014 verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

De afstand tussen de IRAW-CRAM-Opslagfaciliteit voor radioactief afval en het dichtstbij gelegen punt in een andere lidstaat, in dit geval Hongarije, bedraagt ongeveer 40 km.

2.

Voor de faciliteit zal geen lozingsvergunning voor vloeibare en gasvormige radioactieve effluenten worden verstrekt. In normale bedrijfsomstandigheden gebeuren er geen lozingen van vloeibare of gasvormige effluenten en zal de exploitatie van de faciliteit voor de inwoners van andere lidstaten geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling veroorzaken.

3.

Secundaire vaste radioactieve afvalstoffen worden overgebracht naar in Slowakije gelegen behandelings- of opslagfaciliteiten die van een vergunning zijn voorzien.

4.

In het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve effluenten ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren de in een andere lidstaat ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de verwijdering van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, uit de IRAW-CRAM-Opslagfaciliteit voor radioactief afval, gelegen naast de Nationale Opslagplaats voor radioactieve afvalstoffen te Mochovce in Slowakije, zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van voor de volksgezondheid significante radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2014.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Vicevoorzitter


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bijvoorbeeld moeten de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, alsook in Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/4


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7363 — Areva Énergies Renouvelables/Gamesa Energía/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 347/03)

Op 29 september 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32014M7363. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/4


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.7340 — Ferrero International/Oltan Group)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 347/04)

Op 12 september 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32014M7340. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/5


Wisselkoersen van de euro (1)

2 oktober 2014

(2014/C 347/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2631

JPY

Japanse yen

137,47

DKK

Deense kroon

7,4439

GBP

Pond sterling

0,78240

SEK

Zweedse kroon

9,0894

CHF

Zwitserse frank

1,2085

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,1475

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,495

HUF

Hongaarse forint

309,71

LTL

Litouwse litas

3,4528

PLN

Poolse zloty

4,1761

RON

Roemeense leu

4,4109

TRY

Turkse lira

2,8749

AUD

Australische dollar

1,4393

CAD

Canadese dollar

1,4067

HKD

Hongkongse dollar

9,8052

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6051

SGD

Singaporese dollar

1,6081

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 341,70

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,1616

CNY

Chinese yuan renminbi

7,7557

HRK

Kroatische kuna

7,6396

IDR

Indonesische roepia

15 347,27

MYR

Maleisische ringgit

4,1080

PHP

Filipijnse peso

56,654

RUB

Russische roebel

50,0340

THB

Thaise baht

40,976

BRL

Braziliaanse real

3,1273

MXN

Mexicaanse peso

16,9540

INR

Indiase roepie

78,0804


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/6


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2014/C 347/06)

Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC” of „het betrokken land”) op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 27 juni 2014 ingediend door het Defence Committee of the Seamless Steel Tubes Industry of the European Union (ESTA) („de indiener van het verzoek”) namens producenten die goed zijn voor meer dan 25 % van de totale productie van naadloze buizen en pijpen in de Unie.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, met rond profiel, met een uitwendige diameter van niet meer dan 406,4 mm en een koolstofequivalent (carbon equivalent value, CEV) van niet meer dan 0,86 volgens de formule en chemische analyse van het Internationaal Instituut voor lastechniek (3) („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7304 19 10, ex 7304 19 30, ex 7304 23 00, ex 7304 29 10, ex 7304 29 30, ex 7304 31 20, ex 7304 31 80, ex 7304 39 10, ex 7304 39 52, ex 7304 39 58, ex 7304 39 92, ex 7304 39 93, ex 7304 51 81, ex 7304 51 89, ex 7304 59 10, ex 7304 59 92 en ex 7304 59 93, van oorsprong uit de VRC.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 926/2009 van de Raad (4).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    Bewering dat dumping waarschijnlijk wordt voortgezet

Aangezien de Volksrepubliek China ingevolge artikel 2, lid 7, van de basisverordening niet als een land met een markteconomie wordt beschouwd, heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de invoer uit het betrokken land vastgesteld op basis van de prijs in een derde land met een markteconomie, namelijk de Verenigde Staten van Amerika. De bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie.

Op grond van de bovenstaande vergelijking, waaruit dumping blijkt, stelt de indiener van het verzoek dat het waarschijnlijk is dat de dumping uit het betrokken land wordt voortgezet.

4.2.    Bewering dat voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is

De indiener van het verzoek heeft voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat bij het vervallen van de maatregelen de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie tegen schade veroorzakende prijzen waarschijnlijk in omvang zal toenemen. Dit komt door de onbenutte capaciteit en het productiepotentieel van de producenten-exporteurs in het betrokken land. Andere belangrijke factoren zijn het bestaan van handelsbelemmeringen voor het betrokken land op de markten van andere derde landen en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie. Tot slot onderboden de huidige prijzen van het onderzochte product bij uitvoer uit China naar de Unie de prijzen van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk.

De indiener van het verzoek voert aan dat een verdere aanzienlijke stijging van de invoer tegen dumpingprijzen uit het betrokken land als de maatregelen zouden vervallen, waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

5.   De procedure

Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Bij het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zijn.

5.1    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is

5.1.1.   Onderzoek van producenten-exporteurs

Producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit het betrokken land, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de instelling van de maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

Samenstelling van de steekproef

Gezien het potentieel grote aantal producenten-exporteurs in de VRC dat bij dit nieuwe onderzoek betrokken is, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijn af te ronden, kan de Commissie haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs meedelen — indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land — welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, de bij de Commissie bekende verenigingen van producenten-exporteurs en de autoriteiten van de Volksrepubliek China moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.2.   Aanvullende procedure voor producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

Selectie van een derde land met een markteconomie

De normale waarde van invoer uit de Volksrepubliek China zal overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, worden vastgesteld op basis van de prijs of de door berekening vastgestelde waarde in een derde land met een markteconomie.

Bij het vorige onderzoek werden de Verenigde Staten van Amerika als derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie is voornemens de Verenigde Staten van Amerika opnieuw hiervoor te gebruiken. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van deze keuze in te dienen binnen tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, kunnen andere leveranciers van de Unie uit landen met een markteconomie onder andere gevestigd zijn in Oekraïne, Rusland en Japan. De Commissie zal onderzoeken of het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht in die derde landen met een markteconomie waarvoor aanwijzingen bestaan dat het onderzochte product er wordt geproduceerd.

5.1.3.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Volksrepubliek China naar de EU importeren, worden uitgenodigd om aan het onderzoek mee te werken.

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen betrokken niet-verbonden importeurs, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijn af te ronden, kan de Commissie haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat heeft geleid tot de instelling van de maatregelen waarop dit onderzoek bij het vervallen van de maatregelen betrekking heeft, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht gevraagde informatie over hun ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het betrokken product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.2.    Procedure om vast te stellen of herhaling van schade waarschijnlijk is — Onderzoek van de producenten in de Unie

Teneinde vast te stellen of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, wordt de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

Gezien het grote aantal bij dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen betrokken producenten in de Unie, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijn af te ronden, heeft de Commissie besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, inclusief de producenten in de Unie die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat/de onderzoeken die tot de geldende maatregelen heeft/hebben geleid, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en verenigingen van producenten in de Unie meedelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en er opnieuw schade zal worden veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing genomen worden over de vraag of het handhaven van de antidumpingmaatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. De producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de gebruikers en hun representatieve verenigingen, en de representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek mee te werken, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (8).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN) op de website van het directoraat-generaal Handel http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: voor dumpingaangelegenheden en bijlage I: TRADE-SPT-R606-DUMPING@ec.europa.eu

E-mail: voor alle andere aangelegenheden en bijlage II: TRADE-SPT-R606-INJURY@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen heeft vastgesteld.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (PB C 49 van 21.2.2014, blz. 6).

(2)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

(3)  De CEV wordt bepaald volgens het Technisch Verslag van 1967, IIL doc. IX-555-67, gepubliceerd door het Internationaal Instituut voor lastechniek (IIL).

(4)  Verordening (EG) nr. 926/2009 van de Raad van 24 september 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 262 van 6.10.2009, blz. 19).

(5)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks, hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 5 van bijlage I of voetnoot 8 van bijlage II voor de definitie van een verbonden partij.

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image Image

BIJLAGE II

Image Image

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7297 — Dolby/Doremi/Highlands)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 347/07)

1.

Op 25 september 2014 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en na een verwijzing in het kader van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Dolby Laboratories, Inc. („Dolby”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Doremi Technologies LLC en Doremi Labs, Inc (tezamen „Doremi”, Verenigde Staten) en Highlands Technologies Solutions S.A.S. („Highlands”, Frankrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Dolby: vervaardiging van audio-, video- en geluidstechnologieën,

—   Doremi: vervaardiging van Digital Cinema-servers,

—   Highlands: verhandeling en wederverkoop van Digital Cinema-servers.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7297 — Dolby/Doremi/Highlands, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/17


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.7397 — CD&R/CHC Group)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/C 347/08)

1.

Op 26 september 2014 heeft de Europese Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Clayton, Dubilier & Rice Fund IX, L.P., een fonds dat wordt beheerd door een gelieerd bedrijf van Clayton, Dubilier & Rice („CD&R”, Verenigde Staten), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over CHC Group Ltd., („CHC”, Kaaimaneilanden) door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   CD&R: private-equity-beleggingsgroep;

—   CHC: commerciële exploitant van helikopters.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.7397 — CD&R/CHC Group, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

3.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/18


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2014/C 347/09)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (2)

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„AGLIO BIANCO POLESANO”

EG-Nr. IT-PDO-0105-01163 — 3.10.2013

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

    Naam van het product

    Beschrijving van het product

    Geografisch gebied

    Bewijs van de oorsprong

    Werkwijze voor het verkrijgen van het product

    Verband

    Etikettering

    Nationale eisen

    Overige: Verpakking — Wettelijke bijwerking

2.   Aard van de wijziging(en)

    Wijziging van het enige document of de samenvatting

    Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en evenmin een samenvatting zijn bekendgemaakt

    Wijziging van het productdossier die geen wijzigingen van het bekendgemaakte enige document omvat (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

    Tijdelijke wijziging van het productdossier, ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en)

Beschrijving van het product

Naar aanleiding van de intrekking van de normen voor de verkoop van look is de verwijzing naar de „kwaliteitsnormen” in artikel 2 van het productdossier geschrapt. De eisen inzake de grootte zijn niet gewijzigd.

Er zijn twee traditionele presentatievormen van het product toegevoegd: de vlecht (canestrino) en het bosje (mazzo). De vlecht is een traditionele presentatie die zowel om esthetische als praktische redenen (beperkt volume en gewicht) veel succes heeft bij consumenten. Het bosje is het resultaat van de eerste verwerkingen op het veld en is zowel geschikt voor rechtstreekse verkoop als verkoop via zelfbediening omdat de consument het gewenste aantal bollen kan kopen.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Het is momenteel toegestaan om het product te laten drogen via ventilatie met warme lucht. Deze methode verbetert zowel het droogproces als de kwaliteit van het product. De producenten wensen deze praktijk vóór registratie van de naam toe te voegen aan het productdossier van de „Aglio Bianco Polesano” om deze te kunnen gebruiken indien door omgevingsomstandigheden geen optimale natuurlijke droging van het product mogelijk is.

Om commerciële redenen is de periode voor de verkoop van het product dat het vorige jaar is geoogst in het belang van de producenten verlengd om het risico op een „tekort” in de bevoorrading van klanten tot een minimum te herleiden. Deze wijziging heeft geen invloed op de kenmerken van het product waarvan de houdbaarheid goed gekend is en zelfs nog verbetert bij gekoelde opslag.

In het productdossier staat vermeld dat activiteiten inzake gekoelde opslag toegestaan zijn. Het productdossier heeft dergelijke activiteiten nooit verboden en deze worden in principe enkel uitgevoerd als de kenmerken van het product niet worden gewijzigd tijdens de opslag.

Etikettering

Normen met betrekking tot de etikettering van de vlechten en bosjes zijn vastgelegd.

Om de lengte van het enige document in te perken, leek het gepast om de beschrijving van het logo van het product en de technische verwijzingen naar de reproductie hiervan te schrappen. De afbeelding van het logo van het product blijft dezelfde als in het enige document dat is bekendgemaakt in Publicatieblad van de Europese Unie C 104 van 6 mei 2009, blz. 16.

Verpakking

Normen met betrekking tot de verpakking in vlechten en bosjes zijn vastgelegd.

Enkel de typen „zakjes” en „verpakkingen” mogen worden verpakt buiten de productiezone. Alle andere formaten moeten worden verpakt in de productiezone van de BOB „Aglio Bianco Polesano”. De formaten streng (treccia), grote streng (treccione), tros (grappolo), grote tros (grappolone) en vlecht (canestrino) worden enkel manueel tot stand gebracht en zijn het resultaat van de creativiteit van de producenten en de verpakkers van de productiezone van de „Aglio Bianco Polesano” die in de loop der tijd is geperfectioneerd.

Het minimumaantal bollen van het verpakkingstype streng (treccia) is van acht naar vijf verlaagd en het gewicht ervan is gereduceerd om te voldoen aan de verwachtingen van consumenten die de voorkeur geven aan verpakkingen voor éénmalig gebruik of met een beperkt aantal stuks.

Er is voorzien om de kleur van de voor de verpakking van de „Aglio Bianco Polesano” gebruikte netjes te veranderen van „wit” naar „licht”. De wijziging houdt rekening met de lichte kleurveranderingen waaraan de netjes onderhevig zijn in de winkel.

De alinea inzake de verpakkingen en verpakkingsformaten is vereenvoudigd om de verpakkers een ruimere keuze aan materiaal te geven en om tegemoet te komen aan de specifieke eisen inzake presentatie of uitstalling van het product in verkooppunten.

Wettelijke bijwerking

De wettelijke verwijzingen zijn gewijzigd.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 van de Raad

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (3)

„AGLIO BIANCO POLESANO”

EG-Nr. IT-PDO-0105-01163 — 3.10.2013

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam

„Aglio Bianco Polesano”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De „Aglio Bianco Polesano” (witte look van Polesano) wordt in droge toestand verkocht. Deze look wordt verkregen op basis van lokale ecotypen en de Avorio-variëteit die geselecteerd werd op basis van dezelfde ecotypen.

Het gaat om lookbollen met een regelmatige ronde vorm, een lichte afvlakking aan de basis en een glanzende witte kleur. De bol bestaat uit een variabele serie teentjes die onderling vergroeid zijn en een kenmerkende kromming hebben aan de buitenkant. De teentjes waaruit de lookbol bestaat, moeten perfect tegen elkaar aanliggen. De rok rond de look is licht- tot donkerroze van kleur aan de concave zijde en wit aan de convexe zijde.

De „Aglio Bianco Polesano” bestaat — nadat hij gedroogd is om te bewaren — uit minstens 35 % droge bestanddelen en minstens 20 % koolhydraten. De verse bollen bevatten verder essentiële oliën op basis van zwavel en vluchtige zwavelverbindingen die kenmerkend zijn voor de sterke geur van dit soort look.

Op het ogenblik van de terbeschikkingstelling voor consumptie moet de grootte van de „Aglio Bianco Polesano” aan de volgende eisen voldoen:

„Extra” grootte van minstens 45 mm.

„Prima” grootte van minstens 30 mm.

De „Aglio Bianco Polesano” wordt traditioneel in de volgende formaten verkocht: vlechten (canestrini — van minstens drie bollen, gevlochten om een lus te vormen), strengen (trecce), grote strengen (treccioni), trossen (grappoli), grote trossen (grappoloni), netjes, zakjes en bosjes (mazzi).

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende productiegebied moeten plaatsvinden zijn: de productie van het zaaigoed, het kweken van de look, het droogproces en de traditionele verwerking. Het verkrijgen van de bolletjes die gebruikt worden voor het zaaien, is kenmerkend voor de productietechniek gezien de vermeerdering langs vegetatieve weg plaatsvindt. De producenten selecteren manueel de productiequota die nodig zijn om „het zaad” te produceren.

De teeltcyclus duurt één jaar. Er wordt gezaaid in de herfst of de winter tussen 1 oktober en 31 december.

De natuurlijke droogprocessen in volle grond en/of op de boerderij of via ventilatiesystemen met warme lucht zijn fundamenteel zowel om de productkenmerken te behouden als voor de erop volgende verwerking.

Het bepalen van de vochtigheidsgraad is fundamenteel voor de traditionele manuele verwerking van de streng (treccia of resta), de grote streng (treccione), de tros (grappolo), de grote tros (grappolone), de vlecht (canestrino) en het bosje (mazzo) waarbij de ervaring en de vaardigheden die al generaties lang werden overgedragen fundamenteel zijn.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

De „Aglio Bianco Polesano” moet in de handel worden gebracht in de loop van één jaar, te rekenen van 10 juli tot en met 9 juli van het volgende jaar.

De „Aglio Bianco Polesano” kan in de handel worden gebracht in de volgende formaten:

VLECHTEN: bestaande uit drie tot vijf bollen, met een gewicht van 0,15 tot 0,30 kg;

BOSJES: bestaande uit een variabel aantal bollen, met een gewicht van 0,5 tot 2 kg;

STRENGEN: bestaande uit 5 tot 22 bollen, met een gewicht van 0,35 tot 1,2 kg;

GROTE STRENGEN: bestaande uit 30 tot 40 bollen, met een gewicht van 2 tot 4 kg;

TROSSEN: bestaande uit 20 tot 40 bollen, met een gewicht van 1 tot 4 kg;

GROTE TROSSEN: bestaande uit 70 tot 120 bollen, met een gewicht van 5 tot 10 kg;

VERPAKKINGEN: bestaande uit een variabel aantal bollen, met een gewicht van 50 tot 1 000 g;

ZAKJES: bestaande uit een variabel aantal bollen, met een gewicht van 1 tot 20 kg.

Het product dat in de handel wordt gebracht in de vorm van „zakjes” of „verpakkingen” (zie hierboven) kan buiten de productiezone worden verpakt, op voorwaarde dat de lookkoppen niet beschadigd raken en het vliesje niet gaat afbrokkelen door het transport en overdreven manipulatie. Dit kan immers schimmelvorming en achteruitgang van het product veroorzaken. De andere presentatievormen mogen dan weer uitsluitend worden verpakt in de productiezone van de BOB „Aglio Bianco Polesano”. De traditionele formaten streng, grote streng, tros, grote tros en vlecht worden steeds manueel tot stand gebracht en zijn het resultaat van de creativiteit van de producenten en de verpakkers van de productiezone van de „Aglio Bianco Polesano” die in de loop der tijd is geperfectioneerd.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

Bij ieder afzonderlijk formaat moet een kaartje worden gevoegd met de oorsprongsbenaming, de naam van de producent en het identificatielogo van de BOB.

Op de verpakking moet de benaming „Aglio Bianco Polesano” en de vermelding „Denominazione d’Origine Protetta” of het acroniem „DOP” staan in een lettertype dat groter is dan de andere vermeldingen.

Het logo kan andere afmetingen hebben naargelang van de kenmerken van de verpakking.

Image

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De productiezone van de „Aglio Bianco Polesano” ligt in de hieronder opgesomde gemeenten van Polesine, in provincie Rovigo: Adria, Arquà Polesine, Bosaro, Canaro, Canda, Castelguglielmo, Ceregnano, Costa di Rovigo, Crespino, Fiesso Umbertiano, Frassinelle Polesine, Fratta Polesine, Gavello, Guarda Veneta, Lendinara, Lusia, Occhiobello, Papozze, Pettorazza Grimani, Pincara, Polesella, Pontecchio Polesine, Rovigo, San Bellino, San Martino di Venezze, Villadose, Villamarzana, Villanova del Ghebbo, Villanova Marchesana.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

Milieufactoren

De kenmerken van de bodem en het gematigde klimaat zijn de twee voornaamste factoren die de productie van „Aglio Bianco Polesano” in deze zone bepalen en kenmerken. De Polesine is een zone waardoor twee grote Italiaanse rivieren lopen: de Po en de Adige. Voor de huidige bedijking tot stand kwam die de loop van deze rivieren bepaalt, zijn zij vaak buiten hun oevers getreden. De kenmerkende bodemkundige eigenschappen van deze zone komen dan ook voort uit de talrijke overstromingen in de loop van de eeuwen van de Po en de Adige die in het noorden en het zuiden de productiezone afbakenen. Vooral de Po heeft veel leem met een hoog percentage klei aangevoerd terwijl de Adige vooral kiezelzand heeft aangevoerd.

Deze rivieren hebben dus gezorgd voor het ontstaan van goed gedraineerde, poreuze en vruchtbare gronden met een kleileemsamenstelling waardoor de „Aglio Bianco Polesano” zijn typische eigenschappen krijgt. Verder heeft de hoge aanwezigheid van uitwisselbaar fosfor en kalium, calcium en magnesium gezorgd voor de typische chemische samenstelling van deze bodem. Het gematigde droge klimaat van de zone bevordert zowel het drogen van het product als het verwerken volgens de traditionele formaten.

Menselijke factor

Het potentieel van de grond wordt nog versterkt door de menselijke factor, en wel op twee manieren: — de in de loop der jaren geperfectioneerde en van vader op zoon overgedragen vaardigheden om met de hand die bollen („koppen”) te kiezen die het meest geschikt zijn om zaaigoed te produceren, — de specifieke met de hand uitgevoerde verwerkingen: de streng (treccia of resta), de grote streng (treccione), de tros (grappolo) en de grote tros (grappolone) zorgen ervoor dat deze teelt intrinsiek verweven blijft met de zone, de plaatselijke tradities en de geschiedenis.

5.2.   Specificiteit van het product

De voornaamste kenmerken van de „Aglio Bianco Polesano” zijn de glanzende witte kleur, de vorm van de bol en het kenmerkende hoge rendement van de droge stof dat een positieve invloed heeft op de uitstekende houdbaarheid van het product. Door de bijzondere combinatie van vluchtige zwavelverbindingen en aromatische bestanddelen zorgt het kenmerkende aromatische profiel van de „Aglio Bianco Polesano” ervoor dat men hem onderscheidt van look afkomstig van andere productiezones; uit de smaakproef blijkt duidelijk dat de reuk minder scherp en blijvender is in vergelijking met variëteiten uit andere zones, iets wat sterk geapprecieerd wordt door de consument. Vooral de Aglio Bianco Polesano blijkt niet enkel rijk aan aromatische zwavelverbindingen, maar ook aan aromatische bestanddelen die behoren tot andere chemische klassen (aldehyden) en zorgen voor een aangename toets (vers gemaaid gras, zoet en fruitig) die toeneemt gedurende de bewaarperiode en de minder scherpe en langer aanhoudende geur bepaalt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

Door het goede gehalte aan minerale stoffen en de aard van de goed gedraineerde, poreuze en vruchtbare kleileemgronden die veel kalium bevatten, kunnen perfect compacte en aansluitende bollen gekweekt worden met een hoog rendement aan droge stof waardoor de houdbaarheid van het product verbetert.

De hoge aanwezigheid van uitwisselbaar fosfor en kalium bepalen ook de typische glanzende witte kleur van de „Aglio Bianco Polesano”.

Het kenmerkende aromatische profiel wordt sterk beïnvloed door de milieuaspecten omdat de aromatische bestanddelen de niveaus en de activiteiten weerspiegelen van de voor hun biosynthese bestemde enzymen die op hun beurt beïnvloed zijn door de fysiologische toestand van de plant, de bodemkundige omstandigheden en de typische bewaar- en verwerkingsprocessen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (4))

Onze dienst heeft de nationale bezwaarprocedure in gang gezet door de bekendmaking van het voorstel voor erkenning van de beschermde oorsprongsbenaming „Aglio Bianco Polesano” in het Staatsblad van de Italiaanse Republiek nr. 166 van 17 juli 2013.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan via de volgende link worden geraadpleegd: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of

door rechtstreeks te surfen naar de startpagina van de website van het Ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) en te klikken op „Qualità e sicurezza” (Kwaliteit en veiligheid) (bovenaan, rechts op het scherm) en op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE” (Bestekken onderworpen aan onderzoek door de EU).


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3)  Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(4)  Zie voetnoot 3.